overgang van toenemende daling naar afnemende daling is de helling maximaal laagste punt

34
overgang van toenemende daling naar afnemende daling is de helling maximaal laagste punt x x y helli ng O O Bij een gegeven functie kun je aan elke x de helling van de grafiek in het bijbehorende punt toevoegen. stijge nd dalen d stijg e nd stijgend deel v.d. grafiek positieve hellingen hellinggrafiek boven de x- as dalend deel v.d. grafiek negatieve hellingen hellinggrafiek onder de x-as top top top v.d. grafiek helling is 0 hellinggrafiek snijdt de x-as 0 0 laagste punt pos . pos . Hellinggrafieken schetsen 6. 1

description

Hellinggrafieken schetsen. y. top v.d. grafiek  helling is 0  hellinggrafiek snijdt de x -as. Bij een gegeven functie kun je aan elke x de helling van de grafiek in het bijbehorende punt toevoegen. top. stijgend. dalend. stijgend. x. top. O. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of overgang van toenemende daling naar afnemende daling is de helling maximaal laagste punt

Page 1: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

overgang van toenemende daling naar afnemende daling is de helling maximaal

laagste punt

x

x

y

helling

O

O

Bij een gegeven functie kun je aan elke x de helling van de grafiek in het bijbehorende punt toevoegen.

stijg

end dalend

stijgend

stijgend deel v.d. grafiek positieve hellingen

hellinggrafiek boven de x-as

dalend deel v.d. grafiek negatieve hellingen

hellinggrafiek onder de x-as

top

top

top v.d. grafiek helling is 0 hellinggrafiek snijdt de x-as

0 0

laagste punt

pos.

pos.

Hellinggrafieken schetsen

6.1

Page 2: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a x < -3 hellinggrafiek onder de x-asde grafiek is dalend op ⟨ , -3 ⟩

b f heeft een top bij x = -3 omdat de hellinggrafiek daar de x-as snijdtdat is het laagste punt

c f is stijgend op ⟨ -3 , 0 ⟩d hoogste punte schets y

xO

top

top

top

top

opgave 4

6.1

Page 3: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

m.b.v. GRTI MATH – MATH - menuoptie nDerivCasio OPTN – CALC – menuoptie d/dxvb. voer in y1 = 0,1x4 – x2 + x + 8

en y2 = nDeriv(y1,x,x) (op de TI)

of y2 = d/dx(y1,x) (op de Casio)

Hellinggrafiek plotten

6.1

Page 4: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

[ ]

a voer in y1 = -0,1x³ + x² - 2x + 5

en y2 = nDeriv(y1,x,x) (op de TI)

of y2 = d/dx(y1,x) (op de Casio)

kies Xmin = -2 , Xmax = 10 , Ymin = -10 , Ymax = 10

b helling = = y2(7) = -2,7

y

xO

helling

xO

dalend

top

0 0

top

dalend

stijg

end

top

dydx

x = 7

opgave 7

Page 5: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a voer in y1 = (5x² - 38)/(x² + 4)

en y2 = nDeriv(y1,x,x) (op de TI)

of y2 = d/dx(y1,x) (op de Casio)

kies Xmin = -5 , Xmax = 5 , Ymin = -10 , Ymax = 5

b voer in y3 = 3

optie intersect met y2 en y3 geeft

x ≈ 0,458 en x ≈ 2,354aflezen helling > 3 voor 0,458 < x < 2,354

y

xO

O x

helling

3

0,458 2,354

opgave 9

Page 6: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

De afgeleide functie

Bij een functie hoort een hellingfunctie.i.p.v. hellingfunctie wordt meestal de naam afgeleide functie of afgeleide gebruiktnotatie : f’ (f-accent)De afgeleide van een functie f geeft voor elke x :- de richtingscoëfficiënt van de raaklijn van f in het bijbehorende punt- de helling van de grafiek van f in het bijbehorende punt

3.4

Page 7: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

Om de formule van de afgeleide van een functie f te vinden, kijken we naar het differentiecoëfficiënt van f(x) op het interval [ x, x + h ] , dus naar

∆y ∆x

=f(x + h) – f(x)

=x + h - x

f(x + h) – f(x) h

Neem je op het interval [ x,x + h ] de waarde van h heel klein, dan geeft

f(x + h) – f(x) h een goede benadering van de r.c. van de raaklijn van de grafiek van f

in het bijbehorende punt.

O x x+h x

yf(x+h)

f(x)h

f(x+h) – f(x)

O x x+h x

y

f(x+h)f(x)

h

f(x+h) – f(x)h klein

f(x + h) – f(x) h

de grenswaarde van voor h naar 0 is de afgeleide f’(x)

de definitie van de afgeleide f’ van een functie f is

f’(x) = lim f(x + h) – f(x) h h 0 3.4

Page 8: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

1242)( 2 xxxf

h

xxhxhx

hx

y

h

xfhxf

hx

y

)1242()12)(4)(2(

0

lim

)()(

0

lim

22

h

xxhxhhxx

hx

y 12421244)2(2

0

lim 222

h

hhhx

hx

y

h

xxhxhhxx

hx

y

424

0

lim

12421244242

0

lim

2

222

4240

lim

hxhx

y

44

xx

y

Voorbeeld limietstelling. Neem de functie :

Page 9: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

Bij een functie hoort een hellingfunctie.i.p.v. hellingfunctie wordt meestal de naam afgeleide functie of afgeleide gebruikt.notatie : f’ (f-accent)regels voor de afgeleide :f(x) = a geeft f’(x) = 0f(x) = ax geeft f’(x) = af(x) = ax² geeft f’(x) = 2ax

De afgeleide functie

6.2

Page 10: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

f(x) = (2x – 7)(8 + x)f(x) = 16x + 2x² - 56 – 7xf(x) = 2x² + 9x – 56f’(x) = 2 · 2x + 9f’(x) = 4x + 9

eerst haakjes wegwerken

dezelfde termen optellen

somregel van differentiëren

opgave 14a

6.2

Page 11: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

h(x) = 5(x – 3)² + 5(x – 1) + 8h(x) = 5(x – 3)(x – 3) + 5x – 5 + 8h(x) = 5(x² - 6x + 9) + 5x + 3h(x) = 5x² - 30x + 45 + 5x + 3h(x) = 5x² - 25x + 48h’(x) = 2 · 5x – 25h’(x) = 10x - 25

opgave 15c

Page 12: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

k(x) = -3(x – 1)(5 – 2x) – 8(x – 7)k(x) = -3(5x – 2x² - 5 + 2x) – 8x + 56k(x) = -15x + 6x² + 15 – 6x – 8x + 56k(x) = 6x² - 29x + 71k’(x) = 2 · 6x – 29k’(x) = 12x - 29

opgave 15d

Page 13: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

f(x) = ax3

f’(x) = 3ax²g(x) = ax4

g’(x) = 4ax3

h(x) = ax5

h’(x) = 5ax4

algemeen geldt:k(x) = axn

k’(x) = n · axn-1

oude exponent ervoor zetten

nieuwe exponent 1 minder (4 – 1 = 3)

De afgeleide van f(x) = axn

Page 14: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

f(x) = 5x4 – 3x3 + 2xf’(x) = 4 · 5x3 – 3 · 3x2 + 2f’(x) = 20x3 – 9x2 + 2

opgave 17a

Page 15: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

g(x) = 7(3x – 2)(x² + 2x)g(x) = 7(3x3 + 6x2 - 2x2 – 4x)g(x) = 21x3 + 42x2 – 14x2 – 28xg(x) = 21x3 + 28x2 – 28xg’(x) = 3 · 21x2 + 2 · 28x – 28g’(x) = 63x2 + 56x - 28

opgave 18b

Page 16: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

h(x) = 3px8 – px4

h’(x) = 8 · 3px7 – 4 · px3

h’(x) = 24px7 – 4px3

opgave 18d

Page 17: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

Je weet dat de afgeleide f’ aan elke x de helling in het bijbehorende punt van de grafiek van f toevoegtoff’(x) is de rc van de raaklijn in het bijbehorende punt.

algemeen:f’(a) is de rc van de raaklijn van de grafiek van f in het punt A(a, f(a)) x

y

O

f

k

A

xA

yA = f(xA)rck = f’(xA)

Vergelijking van raaklijn met behulp van de afgeleide

6.3

Page 18: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a f(x) = 0,5x3 – 2x2 + 2f’(x) = 3 · 0,5x2 – 2 · 2x f’(x) = 1,5x2 – 4xstel k : y = ax + bxA = 4

a = f’(4) = 1,5 · 42 – 4 · 4 = 8dit geeft k : y = 8x + by = f(4) = 0,5 · 43 – 2 · 42 + 2 = 2

dus k : y = 8x - 30

2 = 8 · 4 + b2 = 32 + bb = -30

opgave 20

6.3

Page 19: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

b stel m : y = ax + bxB = -1

a = f’(-1) = 1,5 · (-1)2 – 4 · -1 = 5,5dit geeft m : y = 5,5x + by = f(-1) = 0,5 · (-1)3 – 2 · (-1)2 + 2 = -0,5

dus m : y = 5,5x + 5

-0,5 = 8 · -1 + b-0,5 = -5,5 + bb = 5

opgave 20

Page 20: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a h(x) = (x – 1)(x – 4)h(x) = x2 – 4x – 1x + 4 h(x) = x2 – 5x + 4h’(x) = 2x - 5stel k : y = ax + bxA = 6

a = h’(6) = 2 · 6 - 5 = 7dit geeft k : y = 7x + by = h(6) = 5 · 2 = 10

dus k : y = 7x - 32

10 = 7 . 6 + b10 = 42 + bb = -32

opgave 23

Page 21: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

b stel m : y = ax + bde grafiek h snijdt de y-as in punt B xB = 0

a = h’(0) = 2 · 0 - 5 = -5dit geeft m : y = -5x + by = f(0) = 4B(0, 4)dus m : y = -5x + 4

opgave 23

Page 22: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

c de grafiek h snijdt de x-as y = 0h(x) = 0 (x – 1)(x – 4) = 0

x = 1 ⋁ x = 4 stel de raaklijn in (1, 0) is m : y = ax + ba = h’(1) = 2 · 1 – 5 = -3dit geeft n : y = -3x + b (1, 0)dus n : y = -3x + 3

stel de raaklijn in (4, 0) is p : y = ax + ba = h’(4) = 2 · 4 – 5 = 3dit geeft p : y = 3x + b

(4, 0)dus p : y = 3x - 12

0 = -3 · 1 + bb = 3

0 = 3 · 4 + bb = -12

opgave 23

Page 23: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

Teken f(x) = x² - 3x + 1Teken enkele lijnen met rc = 2Eén van de lijnen raakt de grafiekhet raakpunt is B.Bereken de coördinaten van Brc = 2 dus f’(xB) = 2

xB berekenen

f’(x) = 2 oplossenf’(x) = 2x – 3f’(x) = 2

xB = 2,5

yB = f(2,5) = -0,25

B(2,5; -0,25)

2x – 3 = 22x = 5x = 2,5

0 1 2 3 4-1

-1

1

2

3

4

y

B●

x

Raaklijn met gegeven richtingscoëfficient

6.3

Page 24: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

0 1 2 3 4-1

-1

1

2

3

4

y

x

f(x) = -x² + 2x + 3a rcraaklijn = 4

dus f’(x) = 4f’(x) = -2x + 2

xA = -1

yA = f(-1) = 0

A(-1, 0)b k : y = -6x + 8

rcraaklijn = -6

dus f’(xB) = -6

f’(x) = -2x + 2

xB = 4

yB = f(4) = -5

B(4, -5)

-2x + 2 = 4-2x = 2x = -1

A●

f

k

-2x + 2 = -6-2x = -8x = 4

opgave 25

6.3

Page 25: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a f(x) = -x³ + x² + 1f’(x) = -x² + 2xstel l : y = ax + bxA = 3

a = f’(3) = -3² + 2 · 3 = -3l : y = -3x + bf(3) = 1

dus l : y = -3x + 10b rcm = rcl = -3 f’(x) = -3

-x² + 2x = -3x² - 2x – 3 = 0(x + 1)(x – 3) = 0x = -1 v x = 3xB = -1

yB = 2

1 = -3 . 3 + b1 = -9 + bb = 10

m : y = -3x + b B(-1, 2 )

dus m : y = -3x -

2 = -3 · -1 + b2 = 3 + bb = -

opgave 27

Page 26: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

werkschema: het algebraïsch berekenen van extreme waarden

1 Bereken f’(x)2 Los algebraïsch op f’(x) = 03 Voer de formule van f in op de GR. Plot en schets de grafiek. Kijk in de grafiek of je met max. en/of min. te maken hebt.4 Bereken de y-coördinaten van de toppen en noteer het antwoord in de vorm max. is f(…) = … en min. is f(…) = …

raaklijn in een top is horizontaal afgeleide is 0

Extreme waarden berekenen met behulp van de afgeleide

6.3

Page 27: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

f(x) = x³ + 3½x² + 10x + 5f’(x) = x² + 7x + 10f’(x) = 0 geeftx² + 7x + 10 = 0(x + 2)(x + 5) = 0x = -2 ⋁ x = -5voer f in op je GRoptie maximummax. is f(-5) = enoptie minimum min. is f(-2) = -3 O-2-5

x

y

opgave 30a

Page 28: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a f(x) = -x³ - 3x² + 24x + 10f’(x) = -3x² - 6x + 24f’(x) = 0 geeft-3x² - 6x + 24 = 0x² + 2x – 8 = 0(x + 4)(x – 2) = 0x = -4 ⋁ x = 2voer f in op je GRoptie minimummin. is f(-4) = -70optie maximummax. is f(2) = 38

b f(x) = -50 3 oplossingeny = -50 snijdt de grafiek van f 3 keerf(x) = 50 1 oplossingy = 50 snijdt de grafiek van f 1 keer

O 2-4x

y

-50

50

c f(x) = p 3 oplossingen-70 < p < 38

d f(x) = p 1 oplossingp < -70 ⋁ p > 38

-70

38

opgave 32

Page 29: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

Voorbeelden van optimaliseringsproblemen zijn:• Bij welke afmetingen is de oppervlakte bij een gegeven omtrek het grootst ?• Wat zijn de afmetingen van de doos met de grootste inhoud die je uit een gegeven rechthoekig stuk karton kunt maken ?• Bij welke route horen de laagste kosten ?

In de praktijk gaat het bij problemen vaak om het vinden van een maximum of minimum

6.4

Page 30: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a stel AD = xCD + 2x = 40CD = 40 – 2xO = AD · CDO = x(40 – 2x)O = 40x – 2x²

b = 40 – 4x

= 040 – 4x = 0-4x = -40x = 10AD = 10 m.CD = 40 – 20 = 20 m.

dO dx

dO dx

Ox

O

10

200

opgave 35

6.4

Page 31: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

Extra opgaveDe totale lengte van het hekwerk is 160 meter.

Druk de oppervlakte van het perceel uit in x?

Voor welke x is de oppervlakte van het grasland maximaal?

Page 32: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

a 4 · lengte + 4 · hoogte + 4 · breedte = 12lengte + hoogte + breedte = 34x + h + x = 35x + h = 3h = 3 – 5x

b I = l · b · hI = 4x · x · (3 – 5x)I = 4x²(3 – 5x)I = 12x² - 20x³

c = 24x – 60x² = 024x – 60x² = 012x(2 – 5x) = 012x = 0 ⋁ 2 – 5x = 0x = 0 ⋁ -5x = -2x = 0 ⋁ x = 0,4

dl dx

dl dx

:4

Ox

l

0,4

0,64

x = 0,4 lmax = 0,64 m³

bij x = 0,4 hoort h = 3 – 5 · 0,4 h = 1 m.

opgave 42

Page 33: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

y = 9 - x²op de parabool ligt punt P met xP = p

PQ = yP

PQ = 9 - p²O(∆OPQ) = ½ · OQ · PQO(∆OPQ) = ½p · (9 - p²)O(∆OPQ) = 4,5p – 0,5p³ = 4,5 – 1,5p²

= 04,5 – 1,5p² = 0-1,5p² = -4,5p² = 3p = √3 ⋁ p = -√3

yP

dO dpdO dp

Omax = 4,5 · √3 – 0,5 · (√3)³

Omax = 4,5√3 – 0,5 · 3√3

Omax = 4,5√3 – 1,5√3 = 3√3

Op

O

√3

3√3

opgave 44

Page 34: overgang  van toenemende daling naar afnemende daling is de helling  maximaal  laagste punt

f(x) = 1 - x²g(x) = 1 - x³verticale lijn : x = pO = O(∆OPR) – O(∆OPQ)O = O(∆OQR)O = ½ · OP · QRO = ½ · p · ((1 - p³) – (1 - p²))O = ½p(p²- p³)O = ½p³ - ½p4

= 1½p² - 2p³

= 01½p² - 2p³ = 0p²(1½ - 2p) = 0p = 0 ⋁ 1½ - 2p = 0

dO dp

dO dp

p = 0 ⋁ 2p = 1½p = 0 ⋁ p = ¾O is maximaal voor p = ¾

Op

O

¾

0,05

1

opgave 45