Over een oceaan met praatpalen

4
OVER EEN OCEAAN MET PRAATPALEN vertrekkers | atlantische oceaan ARC In Zuid-Spanje stapte Edo Ankum aan boord van Lady Ann. Samen met de Italiaan Davide zeilde hij naar Gran Canaria en bereidden zij Lady Ann voor op een Atlantische oversteek en de substantiële uitbrei- ding van haar bezetting. Met acht bemanningsleden neemt Lady Ann, samen met ruim 200 andere jachten, deel aan de Atlantic Rally for Cruisers naar St. Lucia. Tekst en foto’s Edo Ankum 92 NOVEMBER 2015 WWW.ZEILEN.NL 93 WWW.ZEILEN.NL NOVEMBER 2015

Transcript of Over een oceaan met praatpalen

Page 1: Over een oceaan met praatpalen

Over een Oceaan met praatpalen

v e r t r e k k e r s | a t l a n t i s c h e o c e a a n

ARC In Zuid-Spanje stapte Edo Ankum aan boord van Lady Ann. Samen

met de Italiaan Davide zeilde hij naar Gran Canaria en bereidden zij Lady Ann voor op een Atlantische oversteek en de substantiële uitbrei-ding van haar bezetting. Met acht bemanningsleden neemt Lady Ann,

samen met ruim 200 andere jachten, deel aan de Atlantic Rally for Cruisers naar St. Lucia.

Tekst en foto’s Edo Ankum

92 NOVEMBER 2015 www.zeilen.nl 93www.zeilen.nl NOVEMBER 2015

Page 2: Over een oceaan met praatpalen

Alle boodschappen vinden uiteindelijk een plek.

Drukte aan het ponton.

Lady Ann net na de start.

wachten op de veiligheidsinspectie.

een overstelpende hoeveelheid informatie bij aankomst.

De Atlantic Rally for Cruisers. Jaren, al bijna decennia, heb ik erover gelezen. Op websites en in nautische tijdschriften. Artikelen als The Great Atlantic Gear test verslond ik. Dat bood een inventarisatie binnen de ARC-vloot wie

welke apparatuur aan boord had en verhalen over hoe het was bevallen. Nu doe ik zelf mee. Ik ben heel benieuwd naar de sfeer, de kameraadschap en de professionaliteit van de organisatie. Ik ben niet de enige aan boord die reikhalzend naar de komende weken heeft uitgekeken. Davide wilde zo graag meedoen met de ARC dat hij gewoon de deelnemers-lijst heeft afgewerkt tot hij in Lady Ann het jacht vond dat nog op zoek was naar bemanning. De ARC werkte op hem als een licht op een mot in de nacht. En dat geldt ook voor de zes opstappers die we deze overtocht meenemen, waaronder de op Madeira al opgestapte Ronald, en voor al die anderen die ik moest teleurstellen. Zodra ik Lady Ann als deelneemster had aangemeld, stroomden de verzoeken om mee te mogen varen binnen. Het enthousiasme van zovelen verraste me. Ik vroeg me af waar dat mee te maken kon hebben. Was de ARC echt een ‘must do for many sailors’, zoals de organisatie zelf zegt? Of was het de geoliede marketing van de organisatie? Hadden die hun formule goed, misschien wel te goed, over het voetlicht gebracht? Zou de ARC-zeepbel, als het dat al was, bij kritische inspectie gemakkelijk door te prikken zijn?

Gebrek aan plekNieuwsgierig en opgewonden draaien Davide, Ronald en ik Lady Ann om het havenhoofd de jachthaven van Las Palmas binnen. Al van verre zagen we hier een woud kleurrijk gepa-voiseerde masten. De meeste deelnemers waren duidelijk al

aangekomen. Nog acht dagen voor de start. De organisatie eist dat alle deelnemers ten minste een week voor de start aanwezig zijn, maar adviseert hiervoor een termijn van meer-dere weken. We zijn dus laat. En dat is te merken, want er blijkt eigenlijk geen plaats meer voor Lady Ann. Dit ondanks dat we al weken van tevoren onze E.T.A. aan het marinakan-toor hadden doorgegeven. Op de eerste plek die we toegewezen krijgen moet ik Lady Ann zo tussen twee al afgemeerde jachten wringen dat ik me serieus zorgen maak over verbuigende spanten. Ik durf het niet aan. We krijgen een andere plek die niet echt beter lijkt. Bij gebrek aan verdere alternatieven pers ik Lady Ann, met bijna exploderende stootwillen, tussen twee andere deelne-mers die duidelijk niet gelukkig zijn met onze komst. Omdat de organisatie het sterk aanraadt, hijsen we braaf de seinvlag-gen en onze ARC-vlag. Bij diverse buurboten wapperen meer-dere ARC-vlaggen, bedrukt met soms ver teruggaande jaartal-len. Dat zijn duidelijk de jachten die het knallen van de ARC-zweep al vele malen meemaakten en daarover zo tevre-den zijn dat ze maar blijven meedoen. Even aan stuurboord ligt de Duitse Swan 62 Albatros, die al voor de 16e keer mee-doet. Een paar jachten verder bakboord ligt het Nederlandse X-yacht 612 Nix, dat zo te zien ook al zeker tien keer heeft meegedaan. Baas boven baas; we zijn ARC-groentjes.

VoorschriftenWe moeten ons registreren en lopen naar het ARC-container-kantoor. Daar worden we ontvangen door een meute opge-wekte en kwiek ogende jongeren van de organisatie. Gehuld in een geel poloshirt en gewapend met een eeuwige glimlach bezweren ze ons dat we er een fantastische tocht van gaan maken. Ik ben nooit bij Club Med geweest en ben vast van plan dat zo te houden, maar dit is zoals ik het me voorstel. Met een ‘It’s going to be fabulous’ worden we afgeserveerd met wat geprinte amendementen op het Rally Handbook, de ARC Sailing Instructions, een tas vol reclamemateriaal en ons startnummer, 31. Dat geeft weer een beetje aanzien, want de eerste 25 nummers gaan naar het wedstrijdveld en daarna gaat het op grootte. Een charmant geel poloshirtje duwt ons ferm richting de vol-gende container, waar Ronald zich laat verleiden tot de aan-schaf van nog een geel ARC-poloshirt. Op sterk aandringen van de organisatie hadden we daar een aantal maanden gele-den al een ruime voorraad – met keurig geborduurde ARC- en Lady Ann-logo’s – van aangelegd voor onze bemanning.

Dan strijken we neer bij de Sailors Bar, de plek die zich de komende dagen zal ontwikkelen tot het kloppende hart van de laatste ARC-voorbereidingen. Het middelpunt daarvan is de inspectie van Lady Ann: voldoet ze aan alle veiligheids-eisen? Het ons negen maanden geleden toegezonden Rally Handbook gaat daar uitgebreid op in en neemt de deelnemer aan de hand. Langs reddingvlotten en hun inventaris, langs Epirb en fakkels. Langs reddingvesten met spatschermen en kruisbanden, bajonetsluitingen en aanklikpunten in de kuip en over dek. Langs man-overboordboeien of jonen, grabbags en hun inhoud, houten pluggen om gaten onder de waterlijn mee dicht te stoppen en handbilgepompen. En natuurlijk langs de noodcommunicatiemiddelen, stormzeilen en brand-blusapparatuur. De lijst is uitgebreid en dwingend, maar een-

maal afgewerkt geeft het het geruststellende gevoel dat we alles hebben gedaan voor een veilige overtocht. Bij calamitei-ten hebben we de spullen aan boord om een veilige afloop te garanderen. Het geruststellende gevoel is gevaarlijk. Je zou bijna denken dat nu, met het ARC-veiligheidskeurmerk op zak, niets meer fout kan gaan. Maar over het belangrijkste kan de ARC ons natuurlijk geen geruststelling bieden: het is aan ons om straks in een onverhoopte noodsituatie de veilig-heidsmiddelen ook op een juiste manier te gebruiken.

Bijna klaarAl snel ontdekken we dat deze week niet is bedoeld voor de laatste voorbereidingen. Dat laat het ARC-programma een-voudigweg niet toe. Omdat het onze eerste keer is willen we zoveel mogelijk programmaonderdelen meemaken. We doen ook vrolijk mee aan de officiële openingsparade, onder goed-keurend oog van ARC-oprichter Jimmy Cornell. Tegen de tijd dat Ronald en ik naar de schippersvergadering moeten, druppelen onze vijf Duitse opstappers binnen. Zij hebben vakantie genomen en konden zich geen hele week voor de start permitteren, waardoor ze alle activiteiten heb-ben gemist. Vanwege een serieuze najaarsdepressie over de Canarische eilanden wordt de start twee dagen uitgesteld en krijgen zij de tijd om te acclimatiseren. Ronald, Davide en ik slaan voor een weeshuis levensmiddelen in.

Niets en niemandAls het weer de start dan eindelijk toelaat, glijden ruim twee-honderd jachten in een lange processie de marina uit. Het legioen gele poloshirts zwaait ons vrolijk uit vanaf het haven-hoofd. In het commerciële havenbassin maakt iedereen zich op voor een gezamenlijke run op de denkbeeldige startlijn. Vanaf het moment dat we daar na het startschot overheen denderen in de nog steeds harde wind en knobbelige zee, neemt het groepsgevoel danig af. De dichte kudde jachten dunt langzaam maar zeker uit. De bemanning geeft zich over aan zeeziekte en bijbehorende lamlendigheid en tegen zons-ondergang, als we onwennig een rif in het grootzeil hebben

gezet en we ons via de zuidkant van Gran Canaria de echte oceaan op werken, hebben we nog slechts een enkel jacht in zicht.

De volgende ochtend zoeken we tevergeefs naar tekenen van menselijke aanwezigheid. De leegte moet teleurstellend zijn voor de opstappers die het ‘wij-gevoel’ van de ARC willen meemaken. Als ze dachten in een carnavaleske stoet de oce-aan over te trekken, komen ze van een koude kermis thuis. We zien noch horen onze mededeelnemers. Het laatste dat we vernamen via marifoonkanaal 16 ging over de evacuatie van een bemanningslid van Xenia die een paar uur na de start zijn hand verbrijzelde. De AIS liet aanvankelijk heel wat jachten in de omgeving zien, maar ook dat is alweer een tijd geleden. ’s Ochtends om 08.00 UTC is er op 8297 kHz via de korte golfradio een ARC-radionet met positierapporten. Maar onze SSB-radio weigert sinds Spanje halsstarrig dienst. Deel-nemende jachten hebben een ‘tracker’ die hun positie door-geeft aan ‘Rally Control’. Die zet de posities op de website. Surfen op het internet via de satelliettelefoon is ons te begro-telijk. Onze enige link met omringende jachten bestaat daar-om uit een dagelijkse e-mailupdate van het ARC zenuwcen-trum. Om 12.00 UTC stuurt Rally Control ons via de satelliettelefoon een e-mail met weerbericht, positierapport van de vloot en eventuele nood- en veiligheidsberichten. Prachtig, al die communicatiemiddelen. Maar de zodra we verkassen van de kaartentafel naar de kuip kijken we 360 gra-den rond en zien helemaal niets en niemand.

VissenOp de ochtend van dag drie geniet ik in de kuip van de nautical twilight, dat prachtige moment waarop het al gloort in het oosten terwijl de sterren nog waarneembaar zijn.

Vanaf de start neemt het groepsgevoel danig af

Dit is zoals ik me Club Medvoorstel

95www.zeilen.nl NOVEMBER 201594 NOVEMBER 2015 www.zeilen.nl

a t l a n t i s c h e o c e a a n | v e r t r e k k e r s

Page 3: Over een oceaan met praatpalen

ov e r s t e e k | l a dy a n n

De dagen vullen zich

met een lome routine

We zitten ondertussen in de stabiele noordoost passaat, met 25 knopen ware wind. De autopilot werkt prima, maar die gebruiken we niet. Uit ervaring weet ik dat een overtocht daar veel interessanter door wordt. Het geeft de wachtlopers wat te doen. Maria staat aan het roer, Frank brouwt binnen koffie. Hij komt even later met drie dampende mokken naar buiten. In stilte aanschouwen we de overgang van nautical naar civil twilight. Sterren vervagen, de horizon krijgt een strakkere lijn. Het veelbelovende gebrom van het Nespresso-apparaat wekt Ronald en Fritze. Met slaperige koppen schuiven zij de kuip in. Maria slaakt plots een schrille kreet en geeft een ruk aan het stuurwiel. “Wahle!”, roept ze en wijst naar een punt vlak naast Lady Ann. Als ook Fritze, Ronald, Frank en ik over de rand kijken zien we een kolk. Er is duidelijk net iets onderge-doken. Het water is er roestbruin. We pakken het naslagwerk North Atlantic Wildlife erbij en stellen vast dat we een bijna-aanvaring hadden met een pygmee potvis. Onze ontmoeting is bijzonder, zo lezen we, want pygmee potvissen worden amper waargenomen op zee. Het is de enige walvissoort met een twaalf liter grote voorraad van bruinrood vocht in het lichaam. Net als inktvissen spuiten ze die om zich heen om belagers op een dwaalspoor te zetten. We hebben hem de stuipen op het lijf gejaagd.

Een paar uur later horen we een geluid alsof er een tentrits wordt geopend. De hengel staat bovendien hartstikke krom. Beet! Ronald neemt het roer over, Maria viert schoten, ze halen de snelheid uit Lady Ann en leggen haar bij. Frank, Ingo en Fritze werken vervolgens met triomfantelijke Duitse kreten een goudbruine dorade naar binnen. Thomas neemt foto’s. Een minuut of tien later spoelt Ingo de laatste ingewan-den en wat dramatische bloedsporen van het dek. Frank en Fritze bakken de vangst dan al in de kombuis. Ronald en Maria praten opgewonden na over de vangst en over het tra-gische verlies van de prachtige kleur op het moment dat de vis zijn laatste adem uitblies. Op dag één en twee vroeg ik me nog bezorgd af hoe ik mijn opstappers het beste hun ARC-

gevoel moest bezorgen. Hoe kon ik ervoor zorgen dat ze met de perfecte oceaanervaring thuis zouden keren? Als we elke dag een walvis zien, een vis vangen, of iets anders spannends meemaken, zal me dat gemakkelijk af gaan, realiseer ik me opgelucht. Maar moet ik ze wel bezighouden? Ik zie het ant-woord om me heen: dat doen ze echt wel zelf. Ik ben schip-per. Zonder geel poloshirt. Geen Club Med-reisleider met een uit steen gehouwen glimlach, die met steeds weer andere programmapunten de stemming erin moet houden. De dagen rijgen zich aaneen. We vissen onder aanvoering van een onuitputtelijke Frank. Ze bijten regelmatig, maar weten vaak ook weer te ontkomen. Het waarom is een dankbaar gespreksonderwerp tijdens de wachten. Met name een anderhalve meter lange zeilvis drijft Frank tot wanhoop door op het allerlaatste moment te ontsnappen.

Slechts tweemaal zien we een ander jacht. Om de Turkse Soulmate draaien we een rondje na een fotoafspraak per marifoon. Dagen later vlindert het Noorse jacht Emla in klas-sieke passaatstand pal voor de wind voor ons langs. Wij krui-sen af voor meer stabiliteit, snelheid en comfort. Ze verdwijnt snel weer uit zicht. Verder niets. De dagen vullen zich met een lome routine waarin iedereen zich allengs schikt. Eén wachtloper staat aan het roer, de ander zit erbij. Overdag voe-gen zich daar één of twee anderen bij, lezen een boek, praten mee, luisteren naar muziek. Davide of ik nemen het voortouw bij het bereiden van de maaltijd, maar vinden altijd wel iemand bereid om daarbij te helpen. Na de lunch bediscussi-eren we positierapporten, houden we onze positie in het veld tegen het licht, en bespreken de tactiek. Tijdens het happy hour even voor zonsondergang nemen we het nieuws van de dag door. Julia heeft haar roer verloren en wordt terug gesleept naar Tenerife. Spock is ontmast en motort naar de Kaapverden. Ook Modus Vivendi hinkt daar naartoe; die heeft zijn roer verloren. Wat een dunne balans tussen een plezier-vaartje en een zenuwslopende gang naar de dichtstbijzijnde haven om het vege lijf te redden.

Beet!

Thomas aan het roer, met Dritze en Maria in de kuip.

St. lucia in zicht.

Klaar om te springen; zwemmen midden op de oceaan.

edo maakt zich nog zorgen: hoe bezorg ik de opvarenden het optimale ARC-gevoel?

96 NOVEMBER 2015 www.zeilen.nl

Page 4: Over een oceaan met praatpalen

Soms regent een wolk

leeg voor hij ons bereikt. Meestal niet.

Voorbij de helft krijgen we steeds meer te maken met squall-treintjes, series van een paar afzonderlijke hoge, donkere wol-ken die op een grijze regenkolom op zee lijken te rusten. Soms regent de wolk zich leeg voor hij ons bereikt. Meestal niet. De wind neemt dan toe en keiharde regen slaat de golven plat. Een kwartiertje later gaat het douchegordijn bij de achterdeur weer open en schuiven we een zonnige, windstille en verwar-de zee op. Nog een kwartier later herstelt de wind zich en keert de rust aan boord terug. Een paar dagen voor aankomst valt de wind allengs weg. We glijden op de laatste zuchtjes over een steeds egalere zee. De laatste rimpels maken plaats voor een olieglad oppervlak dat alleen nog wordt verstoord door een ver gegenereerde deining. Tijd voor een verkwikken-de duik. Ronald en ik bedanken, maar de anderen springen en zwemmen er vrolijk op los in het kilometers diepe intens blauwe water. Zodra iedereen weer aan boord is en er weer een prachtige ervaring in de dagboeken kan worden geno-teerd, motoren we verder over een oceaan waarop zelfs verre winden geen deining meer doen gelden. Spiegelglad. ’s Nachts trekken we een kaarsrechte witte voor over de diepzwarte spiegel waarop duizenden sterren twinkelen. Ook vallende sterren, tweelingsterren die op elkaar toe snellen. Een betove-rend schouwspel waar we uren naar kijken.

WelkomDe volgende ochtend steekt de wind weer op, drie Beaufort en oostelijk. De eerste rimpelingen tekenen zich weer op het water af en we hervatten het afkruisen. De laatste twee etma-len gaan voorbij in heerlijke ledigheid. Na zestien etmalen en ruim 2800 mijl krijgen we St. Lucia in zicht. Een voorhoede van het ARC-welkomstcomité in de vorm van een groepje dolfijnen vergezelt ons een tijdje. Maar ze keren al snel weer om. Kennelijk is er achter ons, net onder de horizon alweer een volgend ARC-jacht dat aandacht verdient. Even later ron-den we de noordpunt van St. Lucia en varen we de baai in waar eindbestemming Rodney Bay Marina ligt.

De ARC-vlag gaat omhoog en over de marifoon horen we vol-daan: ‘Lady Ann congratulations. You have just completed your Atlantic crossing, welcome to St Lucia’. Even later meren we af onder toeziend oog van het echte welkomstcomité, met de obligate gele shirts, een tas reclamemateriaal, een fruitmand en een welkomstdrankje. Terwijl we ons eraan tegoed doen, kijken we terug op een voor iedereen bijzondere oversteek. De hele ARC-fanfare, voor degenen onder ons die er tijdig bij waren om hem mee te maken, stond als een huis. Ook de commerciële kant ervan. Deelnemers kunnen kritiekloos achter de band aan. Alle noodzakelijke informatie wordt opgediend. Eigen inbreng is niet vereist. Het Duitse gedeelte van mijn opstappers arriveer-de te kort voor vertrek en miste daardoor het meeste van het ARC-circus, maar tijdens de oversteek hebben we daar weinig van gemerkt. Gelukkig deed zich geen noodsituatie voor en hadden wij ARC Control noch de steun van andere jachten nodig. Maar bij calamiteiten waren ze er geweest en dat is een geruststellende gedachte.

Degelijke snelwegDe ARC-registers gaan in St. Lucia weer vol open, maar de meesten vliegen alweer snel terug naar gezin en werk. De

kerstdagen staan voor de deur. Ook ik zwaai snel af. Davide zal als enige het slotfeest en de prijsuitreiking meemaken. Wat mij betreft was de ARC een curieuze en commerciële mallemolen en blijft het bij deze ene keer. Ik ben niet zo’n kuddedier en heb genoeg aan één ARC-vlag. Daar staat tegenover dat de ARC zeker een nuttige en leuke optie kan zijn voor hen die langer de tijd hebben en beginnen aan hun eerste grote oversteek. Als begin van een rondje Atlantic of een langere wereldreis zal de ARC zeker een nutti-ge bijdrage leveren voor gezinnen met kinderen. Voor stellen die nog niet helemaal gewend zijn om 24/7 op elkaars lip te zitten. En natuurlijk in het geval zich noodsituaties voordoen. De ARC heeft met zijn jarenlange ervaring een degelijke snel-weg over de oceaan geplaveid, eentje met ouderwetse, gele praatpalen. Dat is de kern van het ARC-succes: veilig de oce-aan over door ‘safety in numbers’. •

Ik ben niet zo’n kuddedier, ik heb genoeg aan één ARC-vlag

De ARC-vlag gaat weer omhoog.

De afgelegde route (tot bijna aankomst).

Groepsfoto na aankomst.

Davide aan het roer in een regenbui.

Squall steekt op.

99www.zeilen.nl NOVEMBER 2015

v e r t r e k k e r s | a t l a n t i s c h e o c e a a n