Ouderinformatie_Passend_Onderwijs_uitgebreide_versie
-
Upload
obs-het-groene-hart -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
description
Transcript of Ouderinformatie_Passend_Onderwijs_uitgebreide_versie
Waarom Passend Onderwijs?
De laatste jaren wordt er in het onderwijsland veel gesproken over “Passend Onderwijs”.
En niet alleen in onderwijsland maar ook in de politiek, bij de ouders, bij
jeugdzorginstellingen enz. enz.
Deze brief is bedoeld om een beetje duidelijkheid te scheppen en vooral om wat onrust
bij de ouders weg te nemen. Passend Onderwijs biedt namelijk allerlei kansen en wil dat
de kinderen die naar school gaan ook echt naar school gaan in de buurt waar ze wonen.
Dat is voor de normale basisschoolleerling niet zo’n probleem: meestal staat er wel een
basisschool in de buurt.
Wel is het een probleem voor de kinderen die het allemaal wat moeilijker vinden, een
handicap hebben of last hebben van hun gedrag. Die moeten vaak reizen om naar een
“passende” school te gaan.
Het is de bedoeling van Passend Onderwijs dat ook die leerlingen zoveel mogelijk in de
buurt naar school gaan: dat heet thuisnabij.
De school zoekt samen met u een passende plek voor uw kind
Als de school uw kind niet kan plaatsen, gaat ze – na overleg met u – op zoek naar een
passende plek. Ze bespreekt met u welke scholen in het samenwerkingsverband de juiste
expertise hebben. En ze houdt zoveel mogelijk rekening met uw voorkeuren, bijvoorbeeld
voor een bepaalde schoolrichting of de maximale afstand tussen uw huis en de school.
Hoe werkt het?
In het verleden moesten ouders vaak zelf op zoek om een passende plek voor hun kind
te vinden. Dat was lastig als het kind moeite had met de lesstof, gehandicapt was of
gedragsmatig problemen veroorzaakte. Ouders moesten vaak “shoppen” om een
geschikte plek te vinden.
Met de komst van Passend Onderwijs in augustus 2014 gaat dat veranderen. We krijgen
dan namelijk te maken met Zorgplicht.
Ouder kiezen dan zelf een school voor het kind, ook als het kind extra ondersteuning
nodig heeft. Na aanmelding beoordeelt de school of zij aan de ondersteuningsvraag van
de leerling tegemoet kan komen. Als de school uw kind niet voldoende kan
ondersteunen, zoekt de school – na overleg met de ouders – een betere plek.
U bepaalt dus zelf waar u uw kind aanmeldt. Dat kan bijvoorbeeld een school zijn die
past bij uw geloofsovertuiging, dicht bij huis ligt of een bepaald pedagogisch concept
volgt zoals Dalton, Jenaplan of Montessori.
Maar misschien kiest u als ouder voor een (gewone of speciale) school omdat u denkt dat
die school uw kind goede extra ondersteuning kan bieden.
Informatie over de ondersteuning die een school biedt, kan straks gevonden worden in
het ondersteuningsprofiel van de school. Dit profiel komt in de schoolgids van de school
te staan.
De samenwerkingsverbanden.
Bij het realiseren van Passend Onderwijs zijn de scholen verplicht om te zorgen voor een
passende plek voor het kind.
De scholen zijn daarom regionaal aangesloten bij een samenwerkingsverband. Samen
kun je namelijk meer realiseren op het gebied van de leerlingenzorg dan als school
alleen.
Het samenwerkingsverband bestaat uit een grote regio waarin 25 schoolbesturen
samenwerken. Dat is een grote regio met de kernen Steenwijkerland, Meppel en
Hoogeveen.
Om tegemoet te komen aan het principe van thuisnabij onderwijs zijn de drie kernen
afzonderlijk bezig om dichtbij huis allerlei voorzieningen te treffen om voor zo goed
mogelijke leerlingenzorg te zorgen.
Hierbij dan een aantal kerntaken van Passend Onderwijs op een rijtje. Een groot aantal
onderdelen zijn al gerealiseerd en aan een aantal wordt nog gewerkt.
1) Het samenwerkingsverband Meppel probeert zoveel mogelijk de kinderen in de
eigen buurt van hun dorp of stad naar de basisschool te sturen. Thuisnabij
onderwijs betekent dat kinderen met vriendjes op school zitten: na schooltijd
moeten ze snel naar huis kunnen gaan en spelen.
2) Vindt een leerling het allemaal wat moeilijk (het leren of het gedrag) dan kan de
interne begeleider van de school ondersteuning aanvragen. Passend Onderwijs
noemt dat “een ondersteuningsarrangement”. Dat heet nu nog een rugzakje.
De school krijgt daar van het samenwerkingsverband de middelen voor. Lukt het
om met die ondersteuning het kind op school te houden dan hebben we dat goed
gedaan.
3) Het kan ook zo zijn dat het op de ene school niet lukt maar op een school in de
buurt wel. Een bekend voorbeeld is dyslexie. Sommige scholen hebben zich daar
sterk in ontwikkeld. Als de ene school een dyslectische leerling niet langer kan
helpen, maar een school in de buurt kan dat wel dan kunnen scholen afspreken
om de ouders het advies te geven om van school te veranderen. Dat heet
horizontaal verwijzen.
4) Leerlingen kunnen wat het gedrag betreft zo moeilijk zijn dat het leren daaronder
gaat lijden. Dat kan aan het kind zelf liggen maar ook aan de situatie thuis die
soms verre van optimaal is.
Dan is er hulp nodig van Jeugdzorg. Dat kan het bureau Jeugdzorg zijn, maar ook
bijvoorbeeld een schoolmaatschappelijk werker. Kan de leerling met die hulp op
de basisschool blijven dan is dat goed gedaan.
Jeugdzorginstellingen zijn vaak lastig te bereiken en niet in de buurt. Vandaar dat
de Jeugdzorginstellingen (die meestal provinciaal geregeld zijn) in de nabije
toekomst overgeheveld worden naar de gemeente. Dus: thuisnabij. Het bekendste
voorbeeld zijn de Centra’s voor Jeugd en Gezin. Daar kunnen ouders ook zelf heen
om ondersteuning voor de opvoeding te vragen.
5) Zoals eerder gezegd: als het allemaal echt niet meer lukt dan mag/moet het kind
naar een Speciale School voor Basisonderwijs (SBO). Eigenlijk moet dat een
uitzondering zijn, maar soms kan het niet anders.
De meeste leerlingen die naar het SBO gaan gaan naar De Reestoeverschool in
Meppel. Dat hoeft echter niet. In het kader van Passend onderwijs hebben ouders
ruimere keuzemogelijkheden en ze mogen ook kiezen voor het Speciaal
Basisonderwijs in Steenwijkerland of Hoogeveen.
Op de Speciale Basisscholen zijn de klassen een stuk kleiner, kunnen de
leerkrachten goed met zorgleerlingen omgaan en krijgen de kinderen veel
aandacht en ondersteuning. Het nadeel is dat de leerlingen vaak een stukje
moeten reizen. Daarom wil het samenwerkingsverband in de nabije toekomst ook
een groep “Speciaal Basisonderwijs” oprichten centraal ergens op een basisschool
in Westerveld of De Wolden.
Als ouders en kinderen kunnen kiezen uit Meppel, De Wolden, Steenwijkerland,
Westerveld of Hoogeveen is er altijd wel een school waarvan we kunnen zeggen: deze
leerling krijgt thuisnabij onderwijs.
6) De laatste groep: kinderen die naar de expertisecentra gaan. Het is een kleine groep maar juist deze kinderen moeten we in het kader van Passend Onderwijs goed
opvangen.
De problemen die deze kinderen hebben zijn zwaar. Het kunnen dove of
slechthorende kinderen zijn, blinde of slechtziende kinderen, kinderen die lichamelijk
of geestelijk gehandicapt zijn, zeer moeilijk lerende kinderen, meervoudig
gehandicapte kinderen, autistische leerlingen en kinderen die gedragsmatig zo
moeilijk zijn dat ze de veiligheid bedreigen van de leerkracht, klasgenootjes of
zichzelf.
Als we deze kinderen met een “ondersteuningsarrangement” op de basisschool
kunnen houden is dat prima. Maar anders moet de leerling naar een heel speciale
school: het expertisecentrum. Deze kinderen moeten dus reizen naar
Steenwijkerland, Zwolle of Meppel. Daar zijn heel speciale scholen waar ze deze
leerlingen goed kunnen helpen.
De Zorgplicht.
Basisscholen en ouders krijgen bij Passend Onderwijs te maken met “Zorgplicht”.
Dat betekent dat, als ouders hun zoon of dochter aanmelden bij de basisschool van hun
keuze de school (eigenlijk het schoolbestuur) verplicht is de leerling op te nemen.
Blijkt echter in de praktijk dat de leerling op het gebied van gedrag of het leren niet
thuishoort op de school dan is de school verplicht een andere plaats te zoeken die
helemaal past bij de leerling. Dus weer “Passend Onderwijs”.
Deze Zorgplicht gaat heel ver en verplicht zowel de ouders als school hun uiterste best te
doen om de meest passende plek voor het kind te vinden.
Een voorbeeld.
Als blijkt dat een kind in de voorschoolse periode (bijvoorbeeld de peuterspeelzaal) veel
problemen heeft kunnen ouders de leerling aanmelden bij meerdere basisscholen. Deze
leerling die extra zorg nodig heeft noemen we een zorgleerling.
Elke basisschool maakt voor deze leerling een plan waarin geschetst wordt hoe men de
zorgleerling wil helpen en extra ondersteunen. Een basisschool mag ook eerlijk zeggen
dat ze de problemen niet aan kan en de school zal dan een andere basisschool adviseren.
Op basis van de gemaakte plannen (de minister zegt: ontwikkelingsperspectieven) kiezen
de ouders de school uit waar ze van vinden dat die het beste bij hun kind past.