OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB...

76
jaarverslag OTB Onderzoeksinstituut

Transcript of OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB...

Page 1: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

Onderzoeksinstituut OTBTechnische Universiteit DelftJaffalaan 9, 2628 BX DelftPostbus 5030, 2600 GA DelftTelefoon (015) 2783005Fax (015) 2784422E-mail [email protected]://www.otb.tudelft.nl

j a a r v e r s l a gO T BOnde r zoe k s i n s t i t u u t

J

aa

rv

er

sl

ag

2008

On

de

rz

Oe

ks

in

st

it

uu

t OTB

Page 2: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het
Page 3: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

1

Jaarverslag 2008

Onderzoeksinstituut OTB

Page 4: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

2

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 7

Page 5: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 7

3

Inhoud

2008: een jaar van erkenning........................................................................................... 4 1 Missie, ambitie en resultaten ............................................................................................ 6 2 Onderzoeksprogramma Housing Systems ....................................................................10 3 Onderzoeksprogramma Sustainable Housing Transformations ............................ 16 4 Onderzoeksprogramma Urban and Regional Development ................................... 22 5 Onderzoeksprogramma Urban Renewal and Housing ............................................. 28 6 Onderzoeksprogramma Mobility Studies ..................................................................... 34 7 Onderzoeksprogramma Geo-information and Land Development ...................... 40 8 Onderzoeksprogramma GIS-technology ...................................................................... 46 9 Onderwijs .............................................................................................................................. 46

Bijlagen 1 Organisatiestructuur ......................................................................................................... 56 2 Directie, management, bestuur en organisatie ......................................................... 57 3 Financiën 2000-2008 ......................................................................................................... 59 4 Ondersteunend personeel ................................................................................................ 60 5 Output .................................................................................................................................... 61 6 Dissertaties in voorbereiding ........................................................................................... 62 7 Samenwerking met onderzoekscholen ......................................................................... 66 8 Maatschappelijke dienstverlening .................................................................................. 68

Page 6: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

4

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

Het jaar 2008 vormde om meer dan één reden een jaar van erkenning voor het Onderzoeksinstituut

OTB. Zo werd de eerder ingezette internationalisering versterkt doorgezet. Dit uitte zich onder andere in een groeiende stroom internationale publicaties en de aanwe-zigheid van veel buitenlandse collega’s en gasten. Naast de internationalisering droegen ook de resultaten van de onderzoeksvisitatie bij aan de erkenning van de activiteiten van het OTB over de afgelopen jaren. Voor het eerst sinds de geschiedenis van het onderzoeksinsti-tuut werden de zeven onderzoeksprogramma’s nu onder supervisie van de nationale onderzoekschool NETHUR gevisiteerd. In het verleden werd de visitatie tweemaal via de bouwkundeopleidingen in Nederland en eenmaal specifiek voor het OTB georganiseerd. Omdat de laat-ste OTB-visitatie over de periode 1997-2003 werd uitge-voerd, had de NETHUR-visitatie betrekking op de perio-

Peter Boelhouwer, wetenschappelijk directeur:

Page 7: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

5

2008: een jaar van erkenning

door de acht dissertaties die het afgelopen jaar op het OTB werden afgerond. Een record aantal voor het onder-zoeksinstituut en een stijging van drie ten opzichte van het jaar 2007. Qua personeelsontwikkeling zette de reeds in 2007 in-gezette stabilisatie door. We konden ongeveer evenveel nieuwe medewerkers verwelkomen als er vertrokken. Wel werd de score van het aantal hooglerarenbenoemingen van twee uit 2007 verdubbeld. In mijn ogen opnieuw een erkenning van het goede presteren van het OTB. Zo werd Wil Zonneveld benoemd als OTB-hoogleraar Stedelijke en regionale ontwikkeling bij de faculteit Bouwkunde. Jaap Zevenbergen viel deze eer ten deel bij het ITC in Twente (leerstoel Land administration systems), en werd zijn col-lega Hendrik Ploeger op de leerstoel Privaatrechtelijke as-pecten van het onroerend goed aan de Vrije Universiteit te Amsterdam benoemd. Milan Janic behoorde tot de ge-lukkigen met zijn benoeming op de leerstoel Verkeers- en transportwetenschappen bij de Universiteit van Belgrado. In de afgelopen acht jaar is het aantal aan het OTB geli-eerde hoogleraren hierdoor van 1 toegenomen tot maar liefst 15. Ik wil niet onvermeld laten dat Andreas Faludi (hoogleraar Ruimtelijke beleidsstelsels aan het OTB) een eredoctoraat heeft ontvangen aan het Zweedse Blekinge Institute of Technology.

Het jaar 2008 bracht echter niet alleen positieve ontwik-kelingen. Van grote impact op de TUD-gemeenschap was de verwoestende brand die op 13 mei de faculteit Bouw-kunde trof. Veel collega’s raakten hierdoor niet alleen hun werkplek kwijt, maar ook veel materiaal waaraan zij jaren gewerkt hadden. Na de brand vonden de medewer-kers van de afdeling Real Estate & Housing en een aan-tal medewerkers van de afdeling Urbanism van de facul-teit Bouwkunde een tijdelijk onderkomen bij het OTB. De treurige brand leidde op deze wijze tot waardevolle en nieuwe interessante contacten tussen medewerkers van Bouwkunde en het OTB.De behaalde resultaten in 2008 geven mij opnieuw al-le aanleiding om de OTB-medewerkers te bedanken voor hun creatieve en grote inzet gedurende het afgelopen jaar en de externe financiers en opdrachtgevers te be-danken voor het in ons gestelde vertrouwen.

“Benoeming hoogleraren erkenning voor goed presteren OTB”

de 2003-2006. Deze visitatie sloot direct aan bij het vi-gerende onderzoeksprogramma, dat in 2008 wordt afge-rond. Voor de visitatie voerden de onderzoeksprogram-ma’s conform een vooraf vastgesteld protocol een uit-gebreid zelfonderzoek uit, dat aan de visitatiecommis-sie ter beoordeling werd aangeboden. De internationale commissie was in november 2007 een dag bij het OTB te gast. Tijdens die dag kregen de programmaleiders de ge-legenheid om hun programma toe te lichten, waarna uit-gebreid met de commissieleden over de bereikte resulta-ten werd gediscussieerd. Medio 2008 ontving het OTB de bevindingen van de commissie. Deze stemden het OTB tot grote tevredenheid. Zo ontvingen voor het onderdeel Kwaliteit vier van de zes onderzoeksprogramma’s op een vijfpuntsschaal een score tussen de 4 en 5 (zeer goed tot excellent), en scoorden twee programma’s een 3,2 en 3,8 (goed tot zeer goed). De visitatiecommissie was on-der de indruk van de progressie die het OTB de afgelo-pen jaren heeft doorgemaakt. Als aanbevelingen gaf de commissie mee in de toekomst meer werk te maken van boeken waarin de ‘body of knowledge’ wordt weergege-ven en de samenwerking tussen de onderzoeksprogram-ma’s verder te intensiveren. De commissie was onder de indruk van de grote potentie van de OTB-promovendi. Dit beloofde volgens de commissie veel goeds voor de nabije

toekomst. De gemiddelde score van alle programma’s op de onder-delen kwaliteit, kwantiteit, relevantie en toekomstgericht-heid kwam uit op 4 (zeer goed). Deze beoordeling stemt des te meer tot tevredenheid omdat de commissie haar oordeel voornamelijk baseerde op de wetenschappelij-ke prestaties; de maatschappelijke effecten en resulta-ten heeft zij minder in de beoordeling betrokken. Voor het OTB is naast de wetenschappelijke impact echter ook de maatschappelijke relevantie van groot belang. De TU Delft en ook het OTB kiezen immers bewust voor het ver-richten van strategisch of ‘use-inspired’ onderzoek waar-bij de afstemming tussen praktijk en wetenschap centraal staat. De input voor het onderzoek wordt veelal bepaald door maatschappelijke vraagstukken die op een weten-schappelijke wijze worden benaderd en uitgewerkt. De kroon op het wetenschappelijke werk werd gevormd

Page 8: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

6

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 M i s s i e , u i t v o e r i n g e n r e s u l t a t e n

Missie, uitvoering en resultaten

Het Onderzoeksinstituut OTB is een interfacultair onderzoeksinstituut van de TU Delft, met een zelfstandige be-heerstatus. Het instituut is gelieerd aan de faculteiten Bouwkunde, Tech-niek, Bestuur en Management (TBM) en de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG). Met de-ze faculteiten worden nauwe onder-zoeks- en onderwijsrelaties onderhou-den. Deze relaties komen onder meer tot uiting in de leerstoelverankering tussen het Onderzoeksinstituut OTB en deze constituerende faculteiten. Omdat een onderzoeksinstituut bin-nen de TU-organisatie strikt genomen geen eigen leerstoelen kent, gaat het daar waar in dit jaarverslag melding gemaakt wordt van OTB-hoogleraren, om leerstoelen bij een van de consti-tuerende faculteiten. Een aantal van deze hoogleraren is vanuit de con-stituerende faculteiten geheel of ge-deeltelijk gedetacheerd bij het On-derzoeksinstituut OTB (zie bijlage 2). Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het onder-zoek van het instituut is de nauwe re-latie tussen theorie en praktijk. Dat wordt gereflecteerd in het feit dat on-geveer vijftig procent van de revenu-en uit externe bronnen komt. Het ob-ject van onderzoek van het OTB is de gebouwde omgeving. De nadruk ligt hierbij op wetenschappelijk on-derzoek dat specifiek gericht is op het realiseren en ontwerpen van sys-teeminnovaties. De wisselwerking tussen technische componenten en het openbaar bestuur neemt even-eens een belangrijke positie in het onderzoek in. Het zwaartepunt van het OTB-onderzoek ligt bij het strate-gisch onderzoek. Onderzoek dat ener-zijds een sterke maatschappelijke re-levatie kent en anderzijds gebaseerd is op een wetenschappelijke benade-ring waarin theorievorming en toe-passing van gestructureerde metho-

den een belangrijke rol spelen. De TU Delft spreekt in haar instellingsplan 2007-2010 in dit kader ook wel van ‘use-inspired basic research’.

Missie

Het Onderzoeksinstituut OTB wil in de samenleving op een zichtbare wijze bijdragen aan het oplossen van maat-schappelijke vraagstukken en proble-men op het gebied van wonen, bou-wen en de gebouwde omgeving. Dit doen wij als onderdeel van de TU Delft – in nauwe samenwerking met andere faculteiten – via ons specialis-tisch wetenschappelijk onderzoek op dit gebied. Het accent ligt op weten-schappelijke impact en maatschap-pelijke relevantie. Wij streven ernaar het gewicht van het wetenschappelijk onderzoek te vergroten, waarbij de wisselwerking met probleemgericht en praktisch toepasbaar onderzoek essentieel blijft. Over dit alles willen we publiceren in internationaal toon-aangevende tijdschriften en aanbie-den in het vigerende onderwijs bin-nen de universiteit. Op basis van het missiestatement streeft het OTB naar een verhouding van ongeveer vijftig procent contract- en vijftig procent universitair georiënteerd onderzoek, met een bandbreedte van tien pro-cent. Juist de wisselwerking van bei-de financieringsbronnen draagt in ho-ge mate bij aan de meerwaarde van het instituut.

Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoering vraagt deze bre-de oriëntatie om een specifieke con-stellatie en om vaardigheden waar-in zowel het acteren binnen de acade-mische wereld (dissertaties, interna-tionale tijdschriften, congressen, etc.) als het bedienen van maatschappelij-ke organisaties centraal staan. De af-

gelopen jaren is hier nog een der-de oriëntatie en vaardigheid bijgeko-men: het verzorgen van onderwijs bij de drie constituerende faculteiten. De-ze activiteit sluit aan bij het onderwijs-aanbod dat traditioneel al tot het ta-kenpakket van het OTB behoort: het organiseren van studiedagen en cur-sussen (in het kader van valorisatie en kennisdissiminatie) en het verzorgen van de nadoctorale beroepsopleiding ‘Technische Bestuurskunde en Ont-werp-, Plannings- en Beheertechnie-ken voor Bouwen en Gebouwde Om-geving’ (NADO-opleiding). Ten opzich-te van de TU-faculteiten neemt het on-derwijs (nog) slechts een bescheiden positie in. Op verzoek van de leiding van de TU Delft is de participatie van OTB-medewerkers in de BSc- en MSc-programma’s van de drie constitueren-de faculteiten de afgelopen vier jaar overigens wel vergroot en maakt het OTB zich sterk voor het verrichten van meer onderwijstaken en de aanstelling van hoogleraren. Het OTB streeft naar een verhouding van 20 procent onder-wijs (inclusief cursussen en studieda-gen) en 80 procent onderzoek.

Onderzoeksprogramma’s

De onderzoeksactiviteiten zijn ver-deeld over zeven onderzoeksprogram-ma’s die elk zijn ondergebracht bij een onderzoekssectie. Het betreft:n Housing Systemsn Sustainable Housing Transformati-

onsn Urban and Regional Developmentn Urban Renewal and Housingn Mobility Studiesn Geo-information and Land Develop-

mentn GIS-technology.

De programma’s zijn zeer uiteenlo-pend maar hebben de gebouwde om-geving als overeenkomst. De pro-gramma’s zijn multi- en interdiscipli-

Page 9: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

7

M i s s i e , u i t v o e r i n g e n r e s u l t a t e n

nair van opzet. Housing Systems en Sustainable Housing Transformations worden in samenwerking met de af-deling Real Estate & Housing van de faculteit Bouwkunde uitgevoerd. Hoe-wel de programma’s sterk uiteenlo-pen, vindt er toch tussen diverse the-ma’s uit de onderzoeksprogramma’s onderlinge samenwerking plaats.De onderzoeksprogramma’s worden in aparte hoofdstukken toegelicht.

Internationale oriëntatie

Een deel van ons onderzoek heeft ook in 2008 een duidelijker weten-schappelijk karakter gekregen en een grotere internationale oriëntatie. Dat uit zich onder meer in een omvangrij-ke groep buitenlandse gastonderzoe-kers, waarmee ook na hun vertrek sa-menwerking blijft plaatsvinden. Er is een toename van het aantal promo-tieonderzoeken en een groeiend aan-tal artikelen in buitenlandse weten-schappelijke tijdschriften. Deze inter-nationalisering is mogelijk geworden dankzij diverse ontwikkelingen. Zo is het aantal hoogleraren op het OTB in korte tijd toegenomen tot vijftien. Voor een verdere groei van het aan-tal bij het OTB gedetacheerde leer-stoelen hebben de faculteiten Bouw-kunde en CiTG inmiddels plannen ont-wikkeld. Onze ambitie is om ten min-ste één volledige hoogleraarplaats per onderzoeksprogramma te hebben. De tweede impuls ter versterking van de wetenschappelijke en academische status van het OTB was de oprichting van het Delft Centre for Sustainable Urban Areas (SUA) in 2003.

Delft Centre for Sustainable Urban Areas

Het Delft Centre for Sustainable Ur-ban Areas is een van de dertien on-derzoekscentra op de TU Delft en

wordt gecoördineerd op het OTB, dat met prof. dr. Peter Boelhouwer en dr. Marjolein Spaans de voorzitter res-pectievelijk secretaris levert. Zes van de zeven OTB-onderzoeksprogram-ma’s worden uitgevoerd binnen SUA. Alleen Mobility Studies valt onder het Delft Centre for Next Generation In-frastructures (NGI). Het College van Bestuur heeft voor de periode 2003-2008 aan deze speerpunten aanvul-lende financiering beschikbaar ge-steld. Er worden tien onderzoekspro-gramma’s onderscheiden:n Vastgoed- en projectmanagementn Duurzaam woningvoorraadbeleidn Netwerkstedenn Multi-actor systemenn Materiaalkunde en duurzame con-

structien Volkshuisvestingssystemenn Stedelijke en regionale ontwikke-

lingn Stedelijke vernieuwing en wonenn Geo-informatie en grondbeleidn GIS-technologie.

Het onderzoek dat aan de Delft Re-search Centres wordt uitgevoerd, is multidisciplinair van aard. Het vormt het toponderzoek van de TU Delft en is in het algemeen de katalysator voor extern gefinancierd onderzoek. Binnen SUA is dus ook sprake van gemeng-de financiering van het onderzoek: be-halve financiering vanuit de TU Delft wordt het onderzoek ook vanuit diver-se Bsik-programma’s, NWO, Europe-se projecten en overige externe con-tracten gefinancierd. In SUA is ruim 102 fte onderzoekscapaciteit onder-gebracht. SUA heeft een afzonderlijk jaarverslag 2008 uitgebracht dat op aanvraag beschikbaar is.

Participatie in versterken kennis­economie

In 2003 heeft het kabinet voor de pe-riode 2004-2009 € 800 miljoen be-

schikbaar gesteld voor de versterking van de Nederlandse kenniseconomie, op grond van het ‘Besluit subsidies in-vesteringen in de kennisinfrastruc-tuur’ (Bsik). Het bedrag is verdeeld onder samenwerkingsverbanden tus-sen het bedrijfsleven en de top van de Nederlandse wetenschap. De sub-sidie bedraagt 50 procent van de pro-jectkosten; kennisinstellingen en be-drijven zetten dus eenzelfde bedrag in. Alle partijen samen geven de ken-nisinfrastructuur zo een forse impuls. Het OTB is zeer succesvol met het participeren in diverse Bsik-program-ma’s. Met name het programma Ver-nieuwend Ruimtegebruik, ingediend door Habiforum, waarin het OTB zeer actief participeert binnen een aan-tal grote onderzoeksprogramma’s, biedt een substantiële aanvulling op ons onderzoeksbudget en geeft een belangrijk deel van de werkzaamhe-den van het OTB kleur. Het OTB par-ticipeert in de volgende zes Bsik-pro-gramma’s:n Vernieuwend Ruimtegebruik (Sys-

teeminnovatie Ruimtegebruik en Gebiedsontwikkeling Stad en Land)

n Ruimte voor Geo-informatien Leven met Watern Next Generation Infrastructuresn Transitie Duurzame Mobiliteit

(Transumo)n Proces- en Systeeminnovatie in de

Bouwsector (PSIBouw).

Binnen de programma’s zijn onder andere samenwerkingsrelaties tot stand gebracht met corporaties en SBR. De onderzoeken binnen de pro-gramma’s worden mede gefinancierd door participerende marktpartijen. Het Bsik-programma past naadloos in het OTB-profiel, gezien de symbio-se tussen sociale en maatschappelij-ke onderwerpen aan de ene kant en de wetenschappelijke en academische diepgang aan de andere kant. Bin-nen de Bsik-programma’s en het Delft Centre for Sustainable Urban Areas

Page 10: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

8

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 M i s s i e , u i t v o e r i n g e n r e s u l t a t e n

werken meer dan vijftig OTB'ers aan een promotie.

n Vernieuwend RuimtegebruikHet programma Vernieuwend Ruim-tegebruik is ontwikkeld vanuit de ge-dachte dat de huidige wijze van plan-nen en inrichten van de ruimte tekort-komingen vertoont. Zodanig, dat een innovatie van het systeem van ruim-telijke planning en inrichting noodza-kelijk is. Wij zijn niet de enigen die dit vinden: het kabinet heeft in 2003 systeeminnovatie ruimtegebruik als een van haar speerpunten aangewe-zen. Vernieuwend Ruimtegebruik be-staat uit een wetenschappelijk pro-gramma en een praktijkprogram-ma. Het is opgesteld door Habiforum, in samenwerking met het Innovatie-netwerk Groene Ruimte en Agroclus-ter en zes Nederlandse universiteiten. Het OTB levert een belangrijke bijdra-ge aan het programma. Door de kop-peling tussen wetenschap, praktijk en beleid die in het programma centraal staat, draagt het programma bij aan het verwezenlijken van de beleids-doelen voor de kenniseconomie en de ruimtelijke kwaliteit. Het programma is 1 januari 2004 van start gegaan en loopt door tot en met 2009. Onder-deel van het wetenschappelijk pro-gramma binnen Vernieuwend Ruimte-gebruik is het onderzoeksprogramma Corpovenista (Corporaties vernieuwen de stad). Dit is een samenwerkings-verband van tien grote woningcorpo-raties, Aedes vereniging van woning-corporaties, het OTB en onderzoeks-groepen van de Universiteiten van Utrecht en Amsterdam. Samen initië-ren zij onderzoek en kennisuitwisse-ling over het functioneren van stads-wijken, kansen voor duurzaamheid bij stedelijke vernieuwing, ‘branding’ van stadswijken, herhuisvesting en de organisatie van de stedelijke ver-nieuwing. Aan de hand van vergelij-kend onderzoek in concrete praktijks-ituaties worden wetenschappelijke in-

knelpunten in de huidige omvangrij-ke infrastructuur willen helpen oplos-sen. Het gezamenlijk doel is het ge-bruik en beheer van vitale infrastruc-tuur te verbeteren. Het economisch en sociaal belang is dat de economi-sche groei geen belemmering onder-vindt. De deelnemers willen modellen en theorieën testen en middelen ont-wikkelen om de infrastructuur opti-maal te benutten.

n Transitie Duurzame Mobiliteit (Transumo)

Mobiliteit is van oudsher een van de pijlers van de economie. De Neder-landse luchthavens en havens zijn in-ternationale knooppunten van vi-taal belang. Deze sterke fysieke infra-structuur is van cruciaal belang voor het behouden en versterken van de internationale concurrentiepositie van ons land. De mobiliteit dreigt momen-teel echter compleet vast te lopen. Dit vormt een ernstige bedreiging voor de concurrentiepositie van Ne-derland. De voortdurende groei van onze mobiliteit mag echter niet ten koste gaan van onze leefomgeving. Ons mobiliteitsysteem moet daar-om anders worden georganiseerd. We spreken dan over een transitie van het huidige inefficiënte systeem naar ‘duurzame mobiliteit’. Duurzame mo-biliteit is mobiliteit ontdaan van nega-tieve effecten zoals congestie, milieu-overlast en onveiligheid, maar is ook kostenefficiënter en aantrekkelijker voor de gebruikers.

n Proces- en Systeeminnovatie in de bouwsector (PSIBouw)

PSIBouw is het Nederlandse netwerk van innovatieve bouwers, toeleveran-ciers, dienstverleners, opdrachtge-vers, kennisorganisaties en gebrui-kers. Ze vernieuwen inkoopstrategie-en, bouwconcepten, rolverdeling en samenwerkingsprocessen. Tientallen bedrijven, instanties en onderzoekers zijn onderdeel van het netwerk.

zichten verdiept en bouwstenen ont-wikkeld met een brede toepasbaar-heid in het veld van de stedelijke ver-nieuwing. Tevens wordt in dit kader intensief samengewerkt met SBR. Dit programma is in mei 2008 afgesloten met een slotconferentie.

n Ruimte voor Geo-informatieRuimte voor Geo-informatie is een van de initiatieven die zijn ingebracht door een projectgroep vertegenwoor-digd door Ravi, de Adviesdienst Geo-informatie en ITC (Rijkswaterstaat), TNO-NITG, Wageningen Universi-teit, Alterra en het Kadaster. Het Ne-derlandse geo-werkveld is gebaat bij een robuuste nationale geo-informa-tie infrastructuur op basis van een combinatie van geografische gege-vens, technologie, standaarden, af-spraken, beleid en organisatie. Ruim-te voor Geo-informatie beschrijft de samenwerking van overheid, bedrijfs-leven en kennisinstellingen in allerlei projecten en stimuleert het gebruik en de toepassing van geo-informatie, met name informatie gekoppeld aan een plaats op het aardoppervlak, zo-als kaarten, plaatjes, overzichten met gegevens over bodem, water, leidin-gen en eigendom.

n Leven met WaterDe missie van het programma Leven met Water is het mobiliseren, ontwik-kelen, richten, verankeren en toepas-baar maken van de benodigde ken-nis ter versterking van de kennisin-frastructuur in Nederland. Daarmee moet een duurzame afstemming wor-den bereikt van ruimtelijke ontwikke-lingen ter ondersteuning van veilig-heid, welzijn, welvaart en economie.

n Next Generation InfrastructuresDe Foundation Next Generation In-frastructures vertegenwoordigt een groot internationaal consortium van kennisinstellingen, marktpartijen en overheidsorganen die gezamenlijk

Page 11: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

9

M i s s i e , u i t v o e r i n g e n r e s u l t a t e n

Onderwijs

Naast onderzoek is onderwijs een van de kernactiviteiten van het on-derzoeksinstituut geworden. Van de werkzaamheden zal 20 procent uit onderwijs bestaan. Het betreft eerste- en tweedefaseonderwijs, wetenschap-pelijk onderwijs buiten de TU Delft en postinitieel onderwijs. Onderwijs en samenwerking met de TU-facultei-ten en daarbuiten wordt toegelicht in hoofdstuk 9.

Resultaten

n FinanciënIn 2008 was er sprake van een nega-tief jaarresultaat van € 717.000. Dit tekort is in overeenstemming met een omvangrijke investeringsimpuls die het OTB heeft voorzien. De eerder ge-realiseerde financiële reserve is inge-zet om een extra postdoc-impuls mo-gelijk te maken, nieuwe promovendi aan te trekken en gastonderzoekers te ontvangen.

n PersoneelIn 2008 heeft een lichte terugloop van het personeel plaatsgevonden. Het wetenschappelijk personeel is ge-daald van 93 fte eind 2007 naar 84 fte eind 2008. Een deel van de mede-werkers die speciaal voor de Bsik- programma’s of de reeds genoemde investeringsimpuls bij het OTB werk-zaam is geweest, heeft het OTB verla-ten. Ook enkele medewerkers in vas-te dienst zijn vertrokken of in aan-stelling teruggegaan, zonder dat in 2008 de capaciteit op een andere wij-ze is ingevuld. Hiermee is in 2008 een einde gekomen aan een periode van sterke groei van het onderzoeksinsi-tituut.

n PromotiesIn 2008 hebben acht promoties plaatsgevonden, meer dan in voor-

gaande jaren. Gabriele Tatzberger, Bas Waterhout, Friso Penninga, Henk-Jan van Mossel, Peter Neuteboom, Ekki Kreutzberger, Henny Coolen en Evelien van Rij behaalden via het OTB hun doctorstitel. Mede op basis van het grote aantal huidige promoven-di is onze verwachting dat het aan-tal promoties de komende jaren zich zal stabiliseren op gemiddeld acht per jaar.

n OnderzoeksvisitatieIn 2008 verscheen de onderzoeksvi-sitatie waarin een zestal onderzoeks-programma’s van het OTB is beoor-deeld over de periode 2003-2006. Een internationaal samengestelde visita-tiecommissie heeft onderzoekspro-gramma’s op het gebied van stedelijk en regionaal onderzoek op vijf univer-siteiten beoordeeld. De programma’s van het OTB kregen een goede tot een zelfs meer dan zeer goede beoor-deling op de criteria die de commissie hanteerde: kwaliteit van het onder-zoek, kwantiteit van de onderzoeks-productie, relevantie van de onder-zoeksprogramma’s en de levensvat-baarheid van het onderzoek.

Page 12: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

10

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a H o u s i n g S y s t e m s

Programmaleiders

Peter Boelhouwer & Marja Elsinga

Het onderzoeksprogramma Housing Systems richt zich op de ontwikkelingen op de

woningmarkt, de werking van huisvestingssystemen en de interactie tussen deze

systemen en hun omgeving. De belangrijkste vraag is hoe huisvestings systemen

gekarakteriseerd kunnen worden, hoe ze veranderen en of ze duurzaam

de maatschappelijk gewenste uitkomsten opleveren. Leidraad vormen

de doelstellingen van het woonbeleid: betaalbaarheid,

beschikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van

wonen. Hierbij gaat het zowel om de wijze waarop

woningmarktprocessen andere maatschappelijke

ontwikkelingen beïnvloeden, als om de invloed van

deze ontwikkelingen op het functioneren van het

housing system.

Onderzoeksprogramma Housing Systems

Missie Onderzoek verrichten naar het functioneren van huisvestingssystemen en de mate

waarin deze, in de complexe constellatie van markt, instituties, regels en subsidies,

bijdragen aan voldoende betaalbare en op de vraag aansluitende woningen en een vitale

leefomgeving voor volgende generaties.

Page 13: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

11

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a H o u s i n g S y s t e m s

menten ook voor een appartement kiezen vanuit bijvoor-beeld een gevoel van veiligheid en zelfbeschikking. In combinatie met het type woonconsument, bijvoorbeeld de anticiperende senior, wordt de relatie tussen deelnut, hardheid en waarde commercieel relevant. De koppeling helpt ontwikkelaars en corporaties om bij elke doelgroep de juiste snaar te raken.”Om de voorkeuren en keuzes te meten wordt gebruik ge-maakt van beslissingsbomen, conjunct meten en ladde-ring. “De beslissingsbomen onthullen in hoeverre con-sumenten per se willen dat een bepaald kenmerk in het woningaanbod aanwezig is. Deze kenmerken dienen als start voor de laddering om te achterhalen waaróm de consument voor een bepaald kenmerk kiest. Ook kunnen zij dienen als aanvullende bouwstenen om alternatieve woonprofielen te maken. Deze profielen worden paarsge-wijs beoordeeld door woonconsumenten in het conjunct meten.” Projectontwikkelaars en woningcorporaties kunnen aan de hand van dit model hun potentiële omzet inschatten want de uitkomsten geven aan welke alternatieven de beste afzetmogelijkheden hebben.

Wat wil de woonconsument?

Het Onderzoeksinstituut OTB heeft in opdracht van het ministerie van VROM en de NEPROM een internetmeet-instrument ontwikkeld dat zoekgedrag van woningzoe-kenden nabootst door alternatieve woningen te vergelij-ken. Coördinator van dit project was volkshuisvestings-specialist Harry Boumeester. Over het motief om dit nieu-we instrument, Picture Enabled Preference Survey Inter-face (P.E.P.S.I.), te ontwikkelen zegt hij: “Onderzoek naar woonvoorkeuren gaat meestal niet uit van het zoeken en beslissen van mensen. Vaak wordt een score gevraagd, zoals: ‘Hoeveel kamers wilt u?’ Naderhand worden de scores samengevoegd. Dit levert kunstmatige woonpro-fielen op. Bovendien bepaalt de onderzoeker welke ken-merken in aanmerking komen voor de meting. Nieuwe ideeën bij consumenten worden zo gemist.” Het Onderzoeksinstituut OTB doet al jaren fundamenteel onderzoek naar hoe de keuze voor bepaalde kenmerken in een woonalternatief samenhangt met de achterliggen-de waarden die mensen toekennen aan kenmerken. “Niet

alle woonconsumenten verhuizen naar de woning die ze het meest waarderen. Het blijkt dat bij het maken van feitelijke keuzes sommige gewenste kenmerken zwaarder meewegen dan andere. Daarom gaat de methode verder dan alleen de voorkeuren bepalen. De consument maakt een rangorde van alle alternatieven op basis van de ei-gen waardering, in het model heet dat het totaalnut. De-ze rangorde is de uitkomst van het voorkeursmodel. Zo is het nut van het kameraantal een aandeel van het totaal-nut. Veel alternatieven blijken vrijwel identieke totaalnut-ten te hebben, maar de opbouw van de som is anders. Bepaalde kenmerken zijn uitwisselbaar. Een woning mag één kamer minder hebben, maar een grotere woonkamer moet dat weer goedmaken. Ook kan blijken dat bepaal-de kenmerken nauwelijks waarde hebben en andere juist niet uitwisselbaar zijn.” Door verder doorvragen worden functionele waarden steeds menselijker. Boumeester licht dit toe met een voorbeeld. “In eerste instantie heeft de keuze voor een appartement functioneel gezien alles te maken met ge-mak: zo ligt het gelijkvloers en is er geen tuin om bij te houden. Maar doorvragen brengt naar voren dat consu-

Harry Boumeester

Nieuw meetinstrument stelt woonconsument centraal

Page 14: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

12

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a H o u s i n g S y s t e m s

Housing Governance & Institutions

Themaleider: Marja ElsingaThemagroep: Peter Boelhouwer, Gerard van Bortel, Marietta Haff-ner, Harry van der Heijden, Joris Hoekstra, Peter Neuteboom, Julie Lawson, Christian Lennartz, Michael Oxley, Richard Ronald, Janneke Tous-saint, Hugo Priemus en André Mulder (faculteit Bouwkunde)

Een selectie van onderzoekspro­jecten en overige activiteiten

Demographic change and housing wealthHet eigenwoningbezit is toegeno-men, de bevolking vergrijst en pensi-oenen staan onder druk door de ver-grijzing, de kredietcrisis en de econo-mische recessie. Dit zou ertoe kun-nen leiden dat mensen het vermogen in hun huis steeds meer als een pen-sioen gaan beschouwen en ook hun pensioenstrategie hierop afstemmen. Zijn huishoudens ook steeds meer geneigd om vermogen uit hun wo-ning vrij te maken door nieuwe hypo-

Het onderzoeksprogramma

De komende jaren is spanning te ver-wachten tussen de ontwikkelingen op de woningmarkt en de ontwikkelin-gen van de verzorgingsstaat, het mi-lieubeleid en de ruimtelijke ordening in het algemeen en het verstedelij-kingsbeleid in het bijzonder. We zien op de woningmarkten in Europa, ook in Nederland, dat overheden zich te-rugtrekken en meer overlaten aan de markt. Deze trend ‘meermarkt’ leidde binnen de onderzoeks-groep tot meer aandacht voor de prijsvorming in de koopsector, voor de herverdeling van de risico’s op de woningmarkt tussen overheid, com-merciële marktpartijen, woningcor-poraties en eigenaar-bewoners en tot meer aandacht voor de toegenomen grip van de conjunctuur op het wo-nen. De invloed van de conjunctuur op de koopprijzen en de bouwpro-ductie wordt door de groep gevolgd en gemodelleerd.De productie van woningen en het functioneren van de woningbouw-markt nemen daarbij een belangrijke plaats in. Daarnaast heeft de groep de ambitie om de woningvraag be-

ter in kaart te brengen. Speciale aan-dacht gaat uit naar het meten van woonvoorkeuren en het in kaart bren-gen van woonkeuzegedrag. Het doel is meer betrouwbare metingen van woonvoorkeuren te krijgen en de re-latie met het woningmarktgedrag te kunnen aangeven. De ontwikkelingen op de woningmarkt kunnen verstrekkende gevolgen heb-ben op andere terreinen. Zo is de ver-wachting dat door het vergrijzings-proces het in de eigen woning op-gebouwde vermogen steeds belang-rijker wordt voor de pensioenen van huishoudens. De groep onderzoekt de rol die de woning speelt in het socia-le zekerheidbeleid in acht verschillen-de landen. Ook de link met stedelijk beleid is helder. De woningmarkt is van grote invloed op de leefbaarheid in wijken. Woningcorporaties – pri-vate organisaties die een publiek be-lang dienen – spelen hierin een cruci-ale rol. De groep bestudeert hoe de-ze corporaties concurreren met ande-re partijen op de woningmarkt en hoe zij samenwerken in het netwerk van de stedelijke vernieuwing.

Maatschappelijke en wetenschappelijke relaties In het kader van het ontwikkelen van

monitorinstrumenten wordt samengewerkt met het ministerie van VROM, de NEPROM en

Bouwend Nederland, Aedes, de NVB en de Vereniging Eigen Huis. In het Europese project

DEMHOW (Demografische veranderingen en het vermogen in de woning) wordt samenge-

werkt met onderzoekers uit acht landen en bij het opzetten van een Vlaams Steunpunt Ruim-

te en Wonen wordt samengewerkt met de universiteiten van Leuven, Antwerpen, Gent en

adviesbureau SUM uit Brussel. Met de faculteit TBM wordt gewerkt aan een boek over ICT.

Daarnaast wordt met de faculteit TBM, het Planbureau voor de Leefomgeving en de SEV

geschreven aan een boek over methoden en technieken voor het meten van (woon)preferen-

ties. Met de Montfort University is gewerkt aan een boek over concurrentie tussen de sociale

en private huursector in zes West-Europese landen. Verder richt de groep zich steeds meer op

kennisoverdracht, zoals onderwijs bij de faculteiten Bouwkunde en TBM en een cursus over

recente ontwikkelingen op de woningmarkt. Leden van de onderzoeksgroep maken deel uit

van redacties van (inter)nationale tijdschriften en van adviesraden op het terrein van wonen.

Page 15: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

13

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a H o u s i n g S y s t e m s

theekproducten zoals ‘reverse mort-gages’? Deze vragen staan centraal in een Europees onderzoeksproject waarin acht landen participeren.

Vergelijking van de risico-attitude van eigenaar-bewonersHet eigenwoningbezit neemt toe en ook het aantal uitstaande hypothe-ken. In Europa vallen Nederland en Denemarken op door de hoge uit-staande hypotheekschuld. Maar be-tekent dit laatste nu ook dat Neder-landse en Deense huishoudens een andere risicohouding hebben bij het kiezen van een hypotheek dan huis-houdens in andere landen? Deze vraag stond centraal in het proef-schrift van Peter Neuteboom dat in 2008 werd afgerond en verdedigd.

Steunpunt Ruimte en Wonen, VlaanderenDe groep Housing Systems maakt deel uit van het Steunpunt Ruimte en Wonen dat werkt in opdracht van de Vlaamse minster van Wonen. Bin-nen het onderzoek worden vele gro-te en kleine onderzoeksprojecten uit-gevoerd. Housing Systems was be-trokken bij een project dat tot doel had een systeem te ontwerpen om de prestaties van de Vlaamse wo-ningcorporaties en huisvestingsmaat-schappijen, te meten. Ook was de groep betrokken bij een project waar-in de betaalbaarheid van het wonen in Vlaanderen en Nederland is geme-ten en vergeleken.

Idealen van woonbeleidIn opdracht van de Vernieuwde Stad en de SEV verrichtte de groep een studie naar de rol van corporaties in het realiseren van doelstellingen van woonbeleid, ook wel publiek belang genoemd. In deze studie werd in-gegaan op de vraag wat publiek be-lang is op de woningmarkt en wat de taak van een woningcorporatie daar-in is. Het onderzoek concludeert dat betaalbaarheid van wonen steeds minder een taak is van corporaties en meer van de overheid, maar toe-gang tot de woningmarkt voor zwak-ke groepen en bijdragen aan verbe-tering van wijken cruciale taken zijn voor corporaties.

Home ownership ideologiesEr is in het afgelopen jaar gewerkt aan een boek over de ideologie van eigenwoningbezit dat in 2008 is uit-gegeven. De groei van het eigenwo-ningbezit en de impact van eigenwo-ningbezit en de eigenwoningideolo-gie op de maatschappij staan in het boek centraal. Het geeft een uitge-breid overzicht van de theorie op dit terrein en presenteert actuele infor-matie over de eigenwoningideologie in drie Angelsaksische en drie Aziati-sche landen.

Van eigen huis naar beter levenDit project werd uitgevoerd in op-dracht van 14 corporaties en de SEV. De centrale vraag is of een koophuis leidt tot een beter leven. De effec-ten van het kopen van een woning op keuzevrijheid, sociale stijging en de mate waarin de kopers 'empowerd' zijn, staan in het project centraal. Een belangrijke conclusie uit het pro-ject is dat kopen niet zozeer empo-werment bevordert, maar dat het de empowerde huishoudens zijn die hun woning kopen.

Belangrijkste publicaties

n Neuteboom, P., 2008, On the ratio-nality of borrowers' behaviour. Com-paring the risk attitudes of homeow-ners (dissertatie), Amsterdam (IOS Press). n Ronald, R., 2008,The ideology of home ownership: homeowner socie-ties and the role of housing, London (Palgrave Macmillan).n Oxley, M.J., 2008, Implicit land taxation and affordable housing pro-vision in England, in: Housing studies 23 (4), pp. 661-671.n Elsinga, M., M.E.A. Haffner & H.M.H. van der Heijden, 2008, Threats for the Dutch unitary rental model, in: European journal of hou-sing policy 8 (1), pp. 21-37.n Haffner, M.E.A., M. Elsinga & J.S.C.M. Hoekstra, 2008, Rent regu-lation: the balance between private landlords and tenants in six Europe-an countries, In: European journal of housing policy 8 (2), pp. 217-233.n Lawson, J.M. & V. Milligan, 2008,

Rebalancing housing policies: a move towards supply?, in: Norris, M. & D. Silke (eds.), Shrinking Cities, Sprawl-ing Suburbs, Changing Country Si-des,. Dublin (University College of Dublin and Centre for Housing Re-search), pp. 1-17.

Promoties in voorbereiding

Harry van der Heijden: Verschillen en overeenkomsten tussen de volkshuis-vestingssystemen in zeven West-Eu-ropese landen Dit is een onderzoek naar de bruik-baarheid van diverse bestaande we-tenschappelijke inzichten en theorie-en voor het beschrijven en verklaren van verschillen en overeenkomsten tussen de volkshuisvestingssystemen in zeven West-Europese landen. Het proefschrift zal bestaan uit een bun-deling van internationale artikelen en in 2009 worden afgerond.

Joris Hoekstra: Verzorgingsstaat en volkshuisvestingssysteem Analyse van de relatie tussen de ken-merken van de verzorgingsstaat en de kenmerken van het volkshuisves-tingssysteem in een aantal Europe-se landen. In dit project zijn bijvoor-beeld aan de hand van het European Community Household Panel de huur-sectoren in diverse Europese landen vergeleken en getypeerd. Ook is een uitgebreide vergelijking gemaakt tus-sen het Nederlandse en het Vlaamse woonbeleid. In 2008 is gewerkt aan de laatste twee voor het proefschrift benodigde artikelen.

Janneke Toussaint: Home ownership and income insecurity: a new finan-cial strategy? Dit project gaat in op de vraag in hoeverre een eigen woning financië-le zekerheid dan wel een financieel ri-sico inhoudt voor huishoudens. Het proefschrift wil een bijdrage leveren aan het wetenschappelijk debat over de opkomst van zogenaamd ‘asset-based welfare’. Wordt de eigen wo-ning in de toekomst een steeds be-langrijker vorm van zekerheid in een maatschappij waarin oude zekerhe-den, zoals die van de welvaartsstaat

Page 16: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

14

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a H o u s i n g S y s t e m s

Housing Preferences and Choices

Themaleider: Harry BoumeesterThemagroep: Peter Boelhouwer, Hen-ny Coolen, Marja Elsinga, Roland Goetgeluk, Joris Hoekstra, Sylvia Jan-sen, Gust Mariën en Janine Meesters

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Woonvoorkeuren van huishoudens met een inkomen vanaf modaalIn opdracht van de NVB zijn geduren-de een periode van veertien jaar, tien maal de woonvoorkeuren van huis-houdens met een inkomen vanaf mo-daal in beeld gebracht. Met de resul-taten van het onderzoek is in 2008 verder gewerkt aan een project dat moet leiden tot een wetenschappelij-ke rapportage van bijna 15 jaar Hui-zenkopers in Profiel. Daarin worden de gekozen methodiek toegelicht en specifieke onderzoekstechnieken en -thema’s nader uitgewerkt.

(Lokaal) WoningmarktonderzoekLokaal en regionaal woningmarkton-derzoek, in de vorm van contracton-derzoek, vormt al sinds de oprich-ting een van de activiteiten van het OTB. In 2008 is onder andere een on-derzoek naar de concurrentieposi-tie van het duurdere huursegment op de Roosendaalse woningmarkt uitge-voerd in opdracht van woningcorpo-ratie Aramis. Voor de SEV is een in-ternetenquête gehouden onder woon-consumenten naar de preferenties ten aanzien van het wonen op of aan het water, waarbij gebruik is gemaakt van een nieuw ontwikkelde meetap-plicatie (P.E.P.S.I.). In samenwerking met de NVB is, aan de hand van twee cases (Breda en Leiden), het verschil in woonwensen en activiteitenpatro-nen tussen stedelijk georiënteerde huishoudens en niet-stedelijk geori-enteerde huishoudens bestudeerd en vertaald naar opgaven voor het bin-nenstedelijk bouwen in de toekomst.

Optimaliseren van meetinstrument P.E.P.S.I.In 2007 is een nieuw onderzoeksin-strument ontwikkeld en gevalideerd voor het vaststellen van de woon-voorkeuren en het woningkeuzepro-

steeds meer onder druk staan?

Gerard van Bortel: Social housing governance in complex networksDe Nederlandse sociale huursector is internationaal gezien uitzonderlijk. Niet alleen vanwege de omvang van de sociale woningvoorraad, maar ook vanwege de grote financiële en be-stuurlijke zelfstandigheid. De rol van woningcorporaties in het beleidsnet-werk, de wijze van besluitvorming en de inrichting van de organisatie staan in het onderzoek centraal. Er wordt een vergelijking gemaakt tus-sen de Nederlandse en de Engelse si-tuatie aan de hand van twee casestu-dies, een in Groningen en een in Bir-mingham.

Christian Lennartz: Social housing and competitionIn de afgelopen decennia zijn socia-le verhuurders in verschillende landen door overheden en de Europese Com-missie gestimuleerd om meer te con-curreren. Concurrentie lijkt een tover-woord. Echter, noch in de literatuur over housing noch in de beleidsprak-tijk is concurrentie helder gedefini-eerd. Dit project heeft de ambitie om deze leemte te vullen aan de hand van economische theorieën en me-thoden. Er wordt een raamwerk ont-wikkeld om concurrentie te meten en dit raamwerk zal worden toegepast op de sociale huursector in Nederland en Engeland.

ces van consumenten. Het vernieu-wende element van dit instrument zit in het gecombineerd gebruiken van drie meettechnieken: Conjunct Me-ten, Decision Plan Nets en Ladde-ring, met een ondersteunende rol van woonbeelden. In 2008 is deze ap-plicatie met QDelft zodanig aange-past dat hij nu ook gebruikt kan wor-den voor uiteenlopend preferentie- en keuzegedragonderzoek op het ge-bied van wonen en andere onder-zoeksvelden.

Belangrijkste publicaties

n Boumeester, H.J.F.M., H.C.C.H. Coolen, C.P. Dol, R.W. Goetgeluk, S.J.T. Jansen, A.A.A. Mariën & E. Mo-lin, 2008, Module Consumentenge-drag WoON 2006, Hoofdrapport, Delft (Onderzoeksinstituut OTB).n Coolen, H.C.C.H., 2008, The mea-ning of dwelling features. Conceptual and methodological issues (disserta-tie), Amsterdam (IOS Press).n Dol, C.P. & H.J.F.M. Boumeester, 2008, Kopen heeft voor starter niet altijd de eerste voorkeur, in: Tijd-schrift voor de Volkshuisvesting (5), pp. 36-40.n Goetgeluk, R.W., J.P. Heida, C. Pou-lus, & R. Til, 2008, How to tackle less demographic growth in municipal housing policy? The case of the for-mer overspill town Spijkenisse in the Rotterdam Area, in: Norris, M., D. Silke & M. Norris (eds.), Shrinking Cities, Sprawling Suburbs, Changing Countrysides, Dublin (Centre for Housing Research and University College Dublin), pp. 1-26.n Jansen, S.J.T., 2008, Which dwel-ling characteristics influence resi-dents' housing preferences most?, in: Norris, M. & D. Silke (eds.), Shrinking Cities, Sprawling Suburbs, Changing Countrysides, Dublin (University Col-lege of Dublin and Centre for Housing Research), pp. 1-31.

Promoties in voorbereiding

Janine Meesters: The meaning of ac-tivities in the dwelling and residential environment

Page 17: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

15

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a H o u s i n g S y s t e m s

Housing & Housebuilding market

Themaleider: Harry van der HeijdenThemagroep: Peter Boelhouwer, Har-ry Boumeester, Kees Dol, Cor Lamain, Gust Mariën, Peter Neuteboom en Paul de Vries

Een selectie van onderzoekspro­jecten en overige activiteiten

Ontwikkelingen in het aanbod, de af-zet en de oplevering van nieuwe koopwoningenElk kwartaal worden in opdracht van de NEPROM, het ministerie van VROM, Bouwend Nederland en Aedes ontwikkelingen op de markt van nieu-we koopwoningen in beeld gebracht. Daarnaast wordt tweejaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de ont-wikkeling van de verhouding tussen prijs en kwaliteit van nieuwe koopwo-ningen en wordt een raming gemaakt van de woningproductie. Resultaten van dit project zijn beschikbaar via www.monitornieuwewoningen.nl.

Thermometer van de koopwoning-marktIn opdracht van de NVB is een markt-signaleringssysteem ontwikkeld dat inzicht verschaft in de ‘gezondheid’ van de koopwoningmarkt: de zoge-naamde thermometer van de koop-woningmarkt. De thermometerstand wordt samengesteld op basis van een aantal indicatoren, zoals de gemid-delde verkooptijd, de hypotheekren-te, de leencapaciteit en het consu-mentenvertrouwen. De thermometer wordt tweemaal per jaar uitgebracht.

Prijsontwikkeling bestaande koopwo-ningen en nieuwbouwIn dit internationaal vergelijkende project wordt de relatie tussen prijs-ontwikkelingen in de bestaande voor-raad koopwoningen en de productie van nieuwe koopwoningen in kaart gebracht, waarbij vooral wordt ge-keken naar de invloed van de ont-wikkeling van het aantal transacties. In het project worden ontwikkelin-gen op een laag geografisch schaalni-veau onderzocht in Engeland en Ne-derland. Het onderzoek is in 2008 van start gegaan en zal in 2009 wor-den afgerond.

Het onderzoek naar de betekenis van woonvoorkeuren (onderdeel van een door NWO gefinancierd project Woonbeleving en Woningkeuze) zal uitmonden in een tweede promotie naar de achterliggende waarden, mo-tieven en doelstellingen van woon-voorkeuren. Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de bete-kenis van woonvoorkeuren in termen van functies, activiteiten, doelstellin-gen en waarden, waardoor er meer inzicht ontstaat in de motieven die ten grondslag liggen aan de woning-keuze.

Belangrijkste publicatiesn Dol, C.P., H.M.H. van der Heijden & C.J.M. Lamain, 2008, Monitor Nieu-we Woningen. Jaarrapportage 2007, www.monitornieuwewoningen.nl, pp. 1-28.n Jansen, S.J.T., P. de Vries, H.C.C.H. Coolen, C.J.M. Lamain & P.J. Boelhou-wer, 2008, Developing a house price index for the Netherlands: a practical application of weighted repeat sales, in: Journal of real estate finance and economics 37 (2), pp. 163-186.n Dol, C.P., H.M.H. van der Heijden & C.J.M. Lamain, 2008, Towards an ex-planation of ongoing house price in-creases of new dwellings in the Ne-therlands, in: Norris, M. & D. Sil-ke (eds.), Shrinking Cities, Sprawling Suburbs, Changing Countrysides, Du-blin (University College of Dublin and Centre for Housing Research), pp. 1-15.n Vries, P. de, J. de Haan, A.A.A. Ma-rien & E. van der Wal, 2008, A house price index based on the SPAR Me-thod, in: Freeman, R. & A. Nakamu-ra (eds.), The 2008 World Congress on National Accounts and Economic Performance Measures for Nations, Wash ington DC (Harvard University and NBER), pp. 1-22.n Heijden, H.M.H. van der, D.A. Groe-telaers, R.W. Goetgeluk & C.J.M. La-main, 2008, Concurrentie en keuze op de markt voor nieuwe koopwonin-gen; nulmeting en monitoringmodel, Delft (Onderzoeksinstituut OTB).

Promoties in voorbereiding

Paul de Vries: Prijsontwikkeling op de markt van koopwoningenIn de afgelopen 15 jaar is er door on-der meer Paul de Vries binnen het onderzoeksprogramma Housing Sys-tems veel onderzoek verricht naar de ontwikkeling van de prijs van koop-woningen op de Nederlandse woning-markt. Naast modellen waarmee de ontwikkeling van de prijs van koop-woningen kan worden verklaard, is ook gewerkt aan en gepubliceerd over de ontwikkeling van verschillen-de woningwaardeindexen. Het proef-schrift zal zijn gebaseerd op een bun-deling van gepubliceerde artikelen.

Vooruitblik 2009

In 2009 gaat Housing Systems van start met een nieuw Europees pro-ject: Housing and social exclusion. De samenwerking met het Steun-punt Ruimte & Wonen in Vlaande-ren wordt voortgezet, net als die met de Montfort University in Lei-cester en het Australian Housing and Urban Research Institute.De onderzoeksgroep zal ook in 2009 weer betrokken zijn bij het verzorgen van onderwijs voor de faculteiten TBM en Bouwkunde. Daarnaast worden er externe cur-sussen verzorgd, zoals de cursus Recente ontwikkelingen op de wo-ningmarkt en de cursus Prijsbewe-gingen op de woningmarkt. Deze laatste cursus wordt verzorgd voor leden van de Vereniging Bemidde-ling Onroerend goed (VBO). Ook wordt samen met NIROV en NVB de studiedag Binnenstedelijk bou-wen georganiseerd.In 2009 verschijnt het proefschrift van Janine Meesters over woonbe-leving en woonkeuzegedrag. Ook verschijnen er diverse boeken, on-der meer over de methodologie van het meten van woonvoorkeuren, de toekomst van eigenwoningbezit en de huursector in zes West-Europe-se landen. Uiteraard blijft het moni-toren van de Nederlandse markt en het verrichten van contractonder-zoek tot de kern van onze activitei-ten behoren.

Page 18: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

16

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a S u s t a i n a b l e H o u s i n g T r a n s f o r m a t i o n s

Programmaleider

Henk Visscher

Onderzoeksprogramma Sustainable Housing Transformations

Het onderzoeksprogramma Sustainable Housing Transformations is een

gezamenlijk onderzoeks programma van de OTB-sectie Duurzaam

Woning voorraadbeleid en Kwaliteitszorg (DWK) en de sector Housing van de

afdeling Real Estate & Housing van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.

Het bestaat uit drie thema’s: Duurzaam en Gezond Wonen, Strategisch Woning-

voorraadbeleid en Technisch Beheer en Bouwregelgeving en Kwaliteitszorg.

Missie Innovatie van processen voor het verbeteren en in stand houden van de kwaliteit

van woningen in termen van veiligheid, gezondheid, duurzaamheid, energiezuinigheid en

milieubelasting. Hierbij vormen strategische afwegingen, kwaliteitsbeheersing en -sturing,

certificering en prestatieconcepten belangrijke aandachtspunten.

Page 19: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

17

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a S u s t a i n a b l e H o u s i n g T r a n s f o r m a t i o n s

procesinnovatie en kwaliteitszorg. Alle lopende promotie-onderzoeken van de sectie Duurzame Woningkwaliteit bij het OTB hebben te maken met WK2020 of lopen er pa-rallel aan en duurzaamheid loopt er als een rode draad doorheen. Promovendi, junior en senior onderzoekers én externe partijen zoals woningcorporaties, werken in dit project samen en ook dat maakt WK2020 zo bijzonder. Er vindt overleg plaats met verschillende partijen, zoals brancheorganisaties uit de bouwsector, energiebedrijven en de overheid, over participatie en medefinanciering van het programma. Naast onderzoek is ook kennisoverdracht van groot belang en daarom worden er ook symposia en discussiebijeenkomsten georganiseerd.Er ontbreekt volgens Straub nog veel fundamentele en praktische kennis over hoe de doelen in de praktijk ge-realiseerd kunnen worden. “Essentiële randvoorwaar-den zijn een verbetering van de integrale milieuprestaties van de woningen, een gezond binnenmilieu en een goed wooncomfort. Ook is het noodzakelijk om de woningvoor-raad nu grootscheeps aan te pakken en ervoor te zorgen dat de bouwsector en woningeigenaren werkelijk in be-weging komen.”

Onderzoekers en woningcorporaties slaan handen

ineen

Ad Straub

"Woningkwaliteit 2020 biedt kennisontwikkeling voor een

duurzame energietransitie in de woningvoorraad"

Per 1 januari 2009 zijn het Onderzoeksinstituut OTB en de faculteit Bouwkunde van de TU Delft na een intensie-ve voorbereiding gestart met het onderzoeksprogramma Woningkwaliteit 2020 (WK2020). Hierin staat energiebe-sparing in de woningvoorraad centraal. Doel is de ontwik-keling van wetenschappelijk onderbouwde en praktisch bruikbare kennis voor grootschalige verbeteringen in de energieprestaties van de woningvoorraad. Veel corpora-ties hebben inmiddels hun ambities en beleid voor duur-zaamheid en energiebesparing geformuleerd. Nu gaat het erom inzicht te krijgen in hoe dit beleid in de prak-tijk kan worden gebracht. Belangrijk onderdeel is daarom een praktijkprogramma waarin wordt samengewerkt met een grote groep woningcorporaties en hun koepelorgani-satie Aedes. OTB’er Ad Straub is projectleider van WK2020 en heeft zich vol overgave op dit project gestort. “Het kabinet heeft energiebesparing en inzet van duurzame energie hoog op de prioriteitenlijst staan", zo formuleert hij de aanleiding voor het programma. “De reden voor dit ambi-tieuze streven is niet alleen de klimaatverandering, maar ook de eindigheid van de fossiele brandstoffen, de af-hankelijkheid van andere landen en de stijgende prijzen van energie. Het kabinet streeft ernaar om in 2020 een afname van dertig procent CO2 te hebben gerealiseerd en daarnaast een vergroting van het aandeel duurzame energie tot twintig procent.” Het project is bijzonder te noemen omdat het vier the-ma’s omvat met alles wat met wonen en duurzame ener-gie te maken heeft: duurzame, klimaatneutrale wonin-gen, bewonersgedrag, de bestaande woningvoorraad en

Page 20: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

18

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a S u s t a i n a b l e H o u s i n g T r a n s f o r m a t i o n s

Maatschappelijke en wetenschappelijke relaties Het onder-

zoeksprogramma maakt sinds 2003 deel uit van het Delft

Centre for Sustainable Urban Areas (SUA) van de TU Delft.

Vanaf 2004 wordt aan acht grote projecten in het kader van

het Bsik-programma Vernieuwend Ruimtegebruik van

Habiforum gewerkt. Aan sommige projecten werken

verschillende onderzoekers gelijktijdig, zowel promovendi

als postdocs. Van deze projecten maken er zeven tevens

deel uit van het Corpovenistaprogramma waarin onder meer

tien woningcorporaties en koepelorganisatie Aedes partici-

peren. Tevens wordt in dit kader intensief samengewerkt

met de SBR.

Het onderzoeksprogramma

Het OTB-aandeel van het program-ma Sustainable Housing Transforma-tions valt onder de leerstoel Housing Quality and Process Innovation (Hou-sing-leerstoel van de faculteit Bouw-kunde, maar voltijds gedetacheerd bij het OTB) die gericht is op verschillen-de aspecten van kwaliteitssturing van woningen. Het programma is uitgewerkt in drie thema’s. De themagroep Duurzaam en Gezond Wonen richt zich enerzijds op het toetsen van efficiëntie, effec-tiviteit en neveneffecten van ener-giebesparingsbeleid en anderzijds op kennisontwikkeling op het gebied van instrumenten en beleid voor milieu-vriendelijke en gezonde woningen. De themagroep Strategisch Voorraad-beleid en Technisch Beheer onder-zoekt methoden en technieken voor strategisch voorraadbeleid in Neder-land en het buitenland. Deze thema-groep beschouwt onderzoek en ad-vies over het technisch beheer als on-derdeel van het strategisch voorraad-beleid van woningcorporaties. Het ac-

cent ligt op het besturen en beheren. Bij de themagroep Bouwregelgeving en Kwaliteitszorg zijn de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad en de verdeling van taken en verantwoorde-lijkheden tussen publieke en private partijen voor de bouwregelgeving be-langrijke thema’s.Een groot deel van het onderzoek is uitgevoerd binnen het Bsik-program-ma Vernieuwend Ruimtegebruik van Habiforum, in samenwerking met een groep corporaties en Aedes binnen het Corpovenistaprogramma en in sa-menwerking met SBR. Deze program-ma’s zijn in 2008 tot een afronding gekomen. Als vervolg is het program-ma Woningkwaliteit 2020 ontwikkeld. Dit programma richt zich op techniek, processen en beleid die een duurza-me energietransitie van de woning-voorraad kunnen ondersteunen. In de loop van 2008 is hiervoor een nieuw samenwerkingsverband met een gro-te groep woningcorporaties en Aedes tot stand gebracht.

Duurzaam en Gezond Wonen

Themaleider: Laure ItardThemagroep: Marc Ammerlaan, Mer-ve Bedir, Inge Blom, Olivia Guerra Santin, Evert Hasselaar, Arjen Meijer, Erwin Mlecnik, Jan-Willem Smid en Kees Snepvangers

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Energiegebruik in woningen: enquê-tes en metingenIn het kader van de promotieonder-zoeken van Merve Bedir en Olivia Guerra Santin is een enquête ge-houden onder 10.000 huishoudens in Den Haag (Wateringse Veld) en Utrecht (Leidsche Rijn). Tevens zijn draadloze sensoren ontwikkeld in sa-menwerking met het bedrijf Comon-Invent om metingen in woningen te kunnen uitvoeren.

DemoHouseDemoHouse werd gesubsidieerd van-uit het 6e kaderprogramma van de EU en werd uitgevoerd in samenwer-king met onder andere ECN. Energie-besparingstrategieën en best prac-tices van corporaties werden onder-zocht in vijf landen. Het project is af-gerond in oktober 2008.

Green Solar CitiesGreen Solar Cities wordt gesubsidi-eerd vanuit het EU-Concertoprogram-ma. Het doel van dit project is wo-ningbouw- en renovatieprojecten ini-tiëren die gebruik maken van duur-zame energiebronnen. Het OTB richt zich op de gebruiksvriendelijkheid en bewonersacceptatie van energietech-nologieën en evalueert bestaande energiezuinige projecten in Denemar-ken, Oostenrijk en Nederland op het gebied van bewonersparticipatie en -tevredenheid en gebruikskwaliteit. In 2008 is tevens de aanzet gegeven tot het ontwikkelen van samenlevingsop-bouwprogramma’s, die het draagvlak en de betrokkenheid van vele lokale partijen bij duurzame energiesyste-men dienen te vergroten.

Kennisbehoefte voor duurzame ener-gietransitie in de woningbouwsectorIn samenwerking met de SBR is on-

Page 21: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

19

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a S u s t a i n a b l e H o u s i n g T r a n s f o r m a t i o n s

derzocht welke kennisbehoefte er leeft bij verschillende actoren in de woningbouwketen, om tot een ge-zonde energietransitie te komen. In het kader van het EOS-LT project RI-GOREUS is tevens onderzoek gedaan naar renovatieconcepten die optimaal aansluiten op de behoeften van eige-naar en bewoner.

Duurzaam renoveren: een Europese vergelijkingIn opdracht van Erabuild, het Euro-pees onderzoeksnetwerk voor het duurzaam bouwen en beheren van gebouwen, werd in acht Europese landen op basis van literatuur en in-terviews onderzocht hoe de gebouw-voorraad er uitziet, welke renova-tiewerkzaamheden uitgevoerd wor-den en welk beleid gevoerd wordt. Met behulp van vier andere Europe-se partners zijn de kennis- en techno-logiehiaten geïdentificeerd. In 2008 is dit onderzoek afgerond en gepubli-ceerd in een wetenschappelijk boek.

Duurzaam onderhoudIn opdracht van P&O Bouw-Team wordt onderzoek uitgevoerd naar de milieuaspecten van gebouwonder-houd. In dit project wordt inzicht ver-kregen in milieuproblemen gerela-teerd aan onderhoud aan gevels, da-ken en installaties en worden onder-houdscenario’s geoptimaliseerd. Dit onderzoek is onderdeel van het pro-motieonderzoek van Inge Blom over milieueffecten van woninggebruik en de afstudeeropdracht van Daša Maj-cen.

PassiefhuizenIn dit project, dat plaats vindt in het kader van het proefschrift van Er-win Mlecnik, wordt de potentie van passiefhuizen en zogenaamde pas-siefhuisrenovatie bestudeerd om tot energieneutrale woningen te komen. Er wordt specifiek aandacht besteed aan de ventilatiesystemen en aan markt-diffusiestrategieën. Harmonisatie bepaling van milieu-prestatie van gebouwenSamen met IVAM, Nibe, W/E advi-seurs, Sureac, De Haas & Partners en andere belanghebbenden bij LCA-

software voor gebouwen, wordt ge-werkt aan de harmonisatie van me-thoden en van de database voor het uitvoeren van levenscyclusanalyses voor de Nederlandse situatie.

Belangrijkste publicaties

n Bedir, M., E. Hasselaar & L.C.M. Itard, 2008, A review of energy per-formance and comfort in dwellings: the human factor, Proceedings of the 2008 World Sustainable Building Con-ference Melbourne, pp. 3009-3016.n Blom, I.S., 2008, Sustainable asset management: reducing the environ-mental effects related to maintenan-ce and partial replacement of facade components, Proceedings of the 2008 World Sustainable Building Conferen-ce Melbourne, pp. 2913-2918.n Blom, I.S., L.C.M. Itard & A. Meijer, 2008, Duurzaam onderhoud van be-staande woningen, in: Gezond bou-wen & wonen 22 (4), pp. 30-33. n Guerra Santin, O., 2008, Environ-mental indicators for building de-sign. Development and application on Mexican dwellings. Amsterdam (IOS Press). n Guerra Santin, O., 2008, Analy-sis of material and energy efficien-cy of Mexican, Peruvian and Dutch dwellings using the three-step-stra-tegy, Proceedings of the 2008 World Sustainable Building Conference Mel-bourne, pp. 1026-1033.n Hasselaar, E., 2008, Health risk as-sociated with passive houses; an ex-ploration, Proceedings of the 11th In-ternational Conference on Indoor Air Quality and Climate, Kopenhagen, pp. 1-8.n Hasselaar, E., 2008, Ontwerpeisen leiden naar hybride ventilatie, in: TV-VL magazine 4 (37), pp. 22-26. n Itard, L.C.M., 2008, Hoe milieu-vriendelijk is energiebesparing?, in: TVVL magazine 37 (6), pp. 34-39.n Itard, L.C.M., I.S. Blom & D. Anink, 2008, Prestatiegericht samenwerken bij onderhoud: duurzaam onderhou-den, Rotterdam (SBR). n Itard, L.C.M. & F.M. Meijer, 2008, Towards a sustainable Northern Eu-ropean housing stock. Figures, facts and future, Amsterdam (IOS Press).

n Meijer, A., 2008, Belang binnenmi-lieu in levenscyclusanalyse van wo-ningen, in: TVVL magazine 37 (4), pp. 58-65.

Promoties in voorbereiding

Merve Bedir: Energy efficiency and health in buildings: the human factorIn dit promotieonderzoek wordt spe-cifiek nagegaan hoe ventilatiesyste-men gebruikt worden door bewoners en hoe dit het energiegebruik en de binnenluchtkwaliteit beïnvloedt. Te-vens wordt onderzocht welke syste-men minder gevoelig zijn voor ver-keerd gebruik. Promotie in 2011.

Inge Blom: LCA-based environmen-tal assessment of the use phase of dwellingsIn dit promotietraject, dat uitge-voerd wordt binnen het Delft Centre for Sustainable Urban Areas (SUA), wordt onderzoek gedaan naar de mi-lieueffecten van woninggebruik (on-derhoud, energiegebruik en inrichtin-gen). Promotie medio 2010.

Olivia Guerra Santin: Effects of build-ing characteristics, occupant behavi-our and household characteristics on energy consumption in dwellings: a statistical analysisIn dit promotietraject wordt onder-zocht op welke manier de huishou-denkarakteristieken en het bewoners-gedrag statistisch gezien het ener-giegebruik in woningen beïnvloeden. Ook wordt onderzoek gedaan naar de relatie tussen EPC, woningontwerp, werkelijk energiegebruik en binnen-luchtkwaliteit. Promotie medio 2010.

Erwin Mlecnik: The potential of Pas-sive House concepts and platforms to achieve energy transition in the buil-ding stockIn dit promotietraject wordt de po-tentie van passiefhuizen en passief-huisrenovatie bestudeerd om tot energieneutrale woningen te komen. Er wordt specifiek aandacht besteed aan markt-diffusiestrategieën in ver-schillende landen.

Page 22: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

20

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a S u s t a i n a b l e H o u s i n g T r a n s f o r m a t i o n s

Vooruitblik naar 2009

In 2008 is een nieuw praktijkprogramma geformuleerd voor de komende ja-ren: Woningkwaliteit 2020. Binnen dit programma zal in 2009 het onderzoek naar passieve renovatie, milieueffecten van renovatie en onderhoud, optima-lisatie van stadsverwarmingsnetten en de relatie tussen energiegebruik en binnenmilieukwaliteit gecontinueerd worden, met een sterk accent op ken-nisoverdracht naar marktpartijen. Tevens wordt het fundamentele onderzoek naar deze thema’s voortgezet.Een belangrijk thema in 2009 zal zijn de verdere ontwikkeling van methoden en strategieën voor de monitoring van bewonersgedrag en energiegebruik in woningen. Daarvoor zal samengewerkt worden met Comon-Invent en Eneco. Het verzamelen van data op dit gebied, alsmede het verzamelen van EPC-be-rekeningen en ontwerpen van architecten is voor de promovendi een van de grootste uitdagingen van dit jaar. Daarnaast willen wij een impuls geven aan het gebruiken en ontwikkelen van (dynamische) gebouwsimulatiemodellen, die ons moeten gaan ondersteunen in de analyse van data. Daarop aanslui-tend wordt het onderzoek naar de integratie van binnenmilieukwaliteit in LCA modellen, en met name naar het gedrag van schadelijke stoffen, voorgezet.

Strategisch Voorraadbeleid en Technisch Beheer

Themaleider: Ad StraubThemagroep: Ritske Dankert, Henk Heeger, Marnix Koopman, Robert Kroese, Henk-Jan van Mossel, Nico Nieboer, Jan-Willem Smid en André Thomsen. Van de faculteit Bouwkun-de: Kees van der Flier, Vincent Gruis, Gijs Hoofs, Reinier van der Kuij, Arne van Overmeeren en Sake Zijlstra

Een selectie van onderzoekspro­jecten en overige activiteiten

Promotie Henk-Jan van MosselHenk-Jan van Mossel is op 26 ju-ni 2008 gepromoveerd op het proef-schrift The purchasing of maintenan-ce service delivery in the Dutch so-cial housing sector. Optimising com-modity strategies for delivering main-tenance services to tenants . Het on-derzoek toont de belangrijkste onder-houdsdiensten en de aspecten van dienstverlening aan die bepalend zijn voor huurdertevredenheid.

Prestatiegerichte samenwerkingsvor-men in het technisch beheer van wo-ningenIn het kader van het Bsik-programma Vernieuwend Ruimtegebruik, Corpo-venista en samenwerking met SBR is gewerkt aan het prestatiegericht sa-menwerkingsproces en de ontwikke-ling van het prestatiegericht aanbe-stedings- en samenwerkingsproces en prestatie-eisen voor daken, ver-warmings- en ventilatiesystemen, en liften.

4-daagse cursus Strategisch voor-raadbeleid en beheerplannen bij wo-ningcorporatiesRode draad van deze cursus is het procesmodel strategisch voorraadbe-leid van het OTB. Alle belangrijke on-derdelen uit het proces worden daar-in uitgediept. Thema’s die aan de or-de komen zijn onder andere het be-lang van een duidelijke corporatie-visie en -strategie, vervaardigen van wijkvisies, financieel en maatschappe-lijk rendement, werken met beleids-labels, uitwerking van voorraadbeleid naar concrete beheerplannen en de implementatie van het beleid.

n Koopman, M.J., R.W. Goetgeluk & J. van Ommeren, 2008, The re-al effects of 'soft' boundaries: spati-al discontinuities in house values ex-plained, in: North American Regio-nal Science Association International (ed.), Proceedings of the 55th North American Meetings of the Regional Science Association International, pp. 1-33.n Koopman, M.J., 2008, The spati-al foundations of the housing market, in: Callaos, N.C. (ed.), Proceedings of the 12th World Multi-conference on Systemics, Cybernetics and Informa-tics Orlando (International Institute of Informatics and Systematics), pp. 87-92.n Koopman, M.J. & V.H. Gruis, 2008, Waardecreatie door gebiedsontwikke-ling, in: Ouwehand, A., R. van Kem-pen, R.J. Kleinhans & H.J. Visscher (eds.), Van wijken weten. Beleid en praktijk in de stedelijke vernieuwing, Amsterdam (IOS Press), pp. 150-157.n Mossel, H.J. van, 2008, The purcha-sing of maintenance service delivery in the Dutch social housing sector op-timising commodity strategies for de-livering maintenance service to te-nants, Amsterdam (IOS Press). Proef-schrift.n Mossel, H.J. van & W. van der Valk, 2008, Securing customer satisfaction through component service specifi-cations purchasing maintenance ser-

Performance measurement in the Dutch social rented sectorMet medewerking van veel auteurs binnen en buiten de sectie en gere-digeerd door Marnix Koopman, Henk-Jan van Mossel en Ad Straub is het boek Performance measurement in the Dutch social rented sector gepu-bliceerd. In dit boek worden aan de hand van de systeemtheorie voor-beelden van prestatiemeting in de woningcorporatiesector uitgewerkt.

ENHR-werkgroep Housing regenera-tion and maintenanceNico Nieboer, André Thomsen, Vin-cent Gruis en Sasha Tsenkova heb-ben de workshop Housing regenera-tion and maintenance georganiseerd tijdens het ENHR-congres in Dublin.

Belangrijkste publicaties

n Dankert, R., 2008, Implementation of housing management strategies: lessons from a Dutch housing associ-ation, in: Norris, M. & D. Silke (eds.), Shrinking Cities, Sprawling Suburbs, Changing Countrysides, Dublin (Uni-versity College of Dublin and Centre for Housing Research).n Koopman, M.J., H.J. van Mossel & A. Straub (eds.), 2008, Performance measurement in the Dutch social ren-ted sector, Amsterdam (IOS Press).

Page 23: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

21

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a S u s t a i n a b l e H o u s i n g T r a n s f o r m a t i o n s

and future, Amsterdam (IOS Press).n Heijden, J.J. van der, 2008, Compe-titive enforcement. Comparative ana-lysis of Australian building regulato-ry enforcement regimes, Amsterdam (IOS Press).n Heijden, J.J. van der, 2008, Privaat wat kan, publiek wat moet? Een kriti-sche beschouwing van een ruim ge-formuleerde sturingsfilosofie, in: Tijd-schrift voor bouwrecht (10), pp. 926-932.n Meijer, F.M. & H.J. Visscher, 2008, Building regulations from an Europe-an perspective, in: Carter, K., K. Cat-tell, G. Ding & T. Dunne (eds.), CO-BRA 2008. RICS Construction and Building Research Conference, Lon-don (Royal Institution of Chartered Surveyors, Dublin Institute of Tech-nology), pp. 1-11.n Visscher, H.J., S.I. Suddle & F. Meij er, 2008, Quantitative risk anal-ysis as a supporting tool for safe-ty protocols at multi-functional urban locations, in: Construction innovation 8 (4), pp. 269-279.n Visscher, H.J., 2008, Woningkwali-teit onder controle?, Delft (Delft Uni-versity of Technology).

Promoties in voorbereiding

Jeroen van der Heijden: Taken en verantwoordelijkheden bij de con-trole op de naleving van bouwvoor-schriftenCentraal staat de vraag wat een op-timale verdeling is van taken en ver-antwoordelijkheden over partijen in het bouwproces voor de controle op de naleving van bouwvoorschrif-ten. De effectiviteit en efficiëntie van de modellen worden getoetst aan de hand van praktijkervaringen die in Australië en Canada zijn opgedaan.

Lorraine Murphy: De energieprestatie van de bestaande woningvoorraad Op basis van een internationale ver-gelijking van beleidsinstrumenten zal de vraag beantwoord worden welke instrumenten kunnen worden ingezet om de energetische prestatie van de bestaande woningvoorraad naar een fors hoger niveau te tillen.

vices for social rented housing, in: Journal of purchasing and supply ma-nagement 14 (4), pp. 241-252.n Mullins, D.W. & N. Nieboer, 2008, Comparing Dutch and English hou-sing associations: rational calculati-ons and taken for granted assumpti-ons, in: Norris, M. & D. Silke (eds.), Shrinking Cities, Sprawling Suburbs, Changing Countrysides, Dublin (Uni-versity College of Dublin and Centre for Housing Research), pp. 1-23.n Smid, J.W. & N. Nieboer, 2008, Energy-efficient asset management for professional landlords, in: Inter-national journal of strategic property management, pp. 19-34.n Nieboer, N., & V.H. Gruis, 2008, Portefeuillebeleid en gebiedsgericht beleid: van tegenstelling naar aan-vulling, in: Ouwehand, A., R. van Kempen, R. Kleinhans & H. Visscher (eds.), Van wijken weten, Amsterdam (IOS Press), pp. 140-149.

Promoties in voorbereiding

Nico Nieboer: Het lange koord tussen portefeuillebeleid en investeringen van woningcorporatiesBruikbaarheid van bestaande sturings- en planningsconcepten voor de socia-le-huursector. Onderzocht is de weer-slag van het portefeuillebeleid in de feitelijke fysieke investeringen op com-plex- of woningniveau en de rol van de gehanteerde sturingsfilosofie daarbij.

Marnix Koopman: Economic reflecti-ons on neighbourhood satisfaction, neighbourhood reputations and the housing marketDit onderzoek beweegt zich op het breukvlak van het meten van de maatschappelijke prestaties van cor-poraties en het bepalen van de eco-nomische effecten van de leefbaar-heidsaanpak door corporaties.

Ritske Dankert: Implementatie van strategisch voorraadbeleid door wo-ningcorporatiesOnderzoek naar de manier waarop implementatie van strategisch voor-raadbeleid in de praktijk verloopt.

Bouwregelgeving en Kwaliteitszorg

Themaleider: Frits MeijerThemagroep: João Costa Branco De Oliveira Pedro, Jeroen van der Heij-den, Lorraine Murphy, Winke Kloos-terman, Olivia Guerra Santin, André Thomsen en Henk Visscher

Een selectie van onderzoekspro­jecten en overige activiteiten

Bouwregelgeving internationaalIn 2008 is er verder gewerkt aan in-ternationaal onderzoek over bouw-regelgeving. De bouwtoezichtsyste-men in verschillende delen van Cana-da zijn met elkaar vergeleken. De Ca-nadese ervaringen worden ingebed in het vergelijkend onderzoek naar het betrekken van private partijen bij het handhaven van publieke bouw-regelgeving. Een internationaal ver-gelijkend onderzoeksproject naar de bouwregelgeving is dit jaar verder voortgezet. In dit project wordt de systematiek van de technische bouw-regelgeving in alle Europese landen geïnventariseerd.

Taken en verantwoordelijkheden voor bouwtoezicht in NederlandGesponsord door VROM, Bouwend Nederland en SBR worden op basis van internationale vergelijkingen be-leidsadviserende notities opgesteld voor de verdere ontwikkeling van ge-certificeerd bouwtoezicht in Neder-land. Er zijn adviezen opgesteld voor de commissie Fundamentele Verken-ning Bouwregelgeving.

Belangrijkste publicaties

n Costa Branco De Oliveira Pedro, J.A., F.M. Meijer & H.J. Visscher, 2008, Analysis of the Portuguese buil-ding regulation system, in: Carter, K., K. Cattell, G. Ding & T. Dunne (eds.), COBRA 2008. RICS Construction and Building Research Conference, Lon-don (Royal Institution of Chartered Surveyors Dublin Institute of Techno-logy), pp. 1-17.n Itard, L.C.M. & F.M. Meijer, 2008, Towards a sustainable Northern Eu-ropean housing stock. Figures, facts

Page 24: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

22

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n a n d R e g i o n a l D e v e l o p m e n t

Programmaleider

Wil Zonneveld

Onderzoeksprogramma Urban and Regional Development

Binnen het programma Urban and

Regional Development wordt onder-

zoek gedaan naar veranderende stedelij-

ke structuren en de wijze waarop sturing

aan deze verandering kan worden gege-

ven. Het onderzoeksprogramma heeft

twee thema’s met een zeer sterke onder-

linge samenhang: ruimtelijke ontwikke-

ling en ruimtelijke sturing. Sleutelbegrip-

pen zijn onder meer schaaldynamiek en stedelijke netwerkvorming.

Missie Het versterken van de positie in het nationale en internationale wetenschappelijke debat

over stedelijke en regionale ontwikkeling. De nadruk in het onderzoek ligt op de ontwikkeling

richting netwerkconfiguratie van zowel stedelijke structuren als de onderliggende

activiteitenpatronen in relatie tot het steeds meer pluricentrisch worden van

besluitvormingsstructuren, van lokaal tot Europees niveau. Het onderzoek is strategisch van

aard, dat wil zeggen dat het een sterk maatschappelijk gestuurde thematiek kent maar

tegelijkertijd een wetenschappelijke aanpak volgt.

Page 25: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

23

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n a n d R e g i o n a l D e v e l o p m e n t

“Samenwerking met TU-faculteiten is sterk gegroeid”

als nogal eens wordt verondersteld.”Veel onderzoek dat aan de TU wordt uitgevoerd, en dat geldt zeker voor het onderzoek dat bij het OTB wordt verricht, heeft betrekking op concrete maatschappelijke vraagstukken. “Dat boeit mij, daarom ben ik ook ooit pla-nologie gaan studeren. Elk nieuw onderzoek is eigenlijk een ontdekkingsreis. Steeds kom je weer nieuwe dingen tegen en leer je bij. Geen enkel onderzoek is hetzelfde. Dat maaakt het spannend. Door veelvuldig contact met opdrachtgevers en in de discussies over en weer kom je vaak tot nieuwe inzichten en conclusies.” De onderzoeksgroep Stedelijke en Regionale Ontwikke-ling is volgens Zonneveld een hechte club. “We werken in wisselende verbanden met elkaar. Er zijn ook tal van na-tionale en internationale samenwerkingsverbanden, wat het allemaal erg dynamisch maakt. En in de negen jaar die ik inmiddels bij het OTB werk, heeft een geweldige in-tensivering van de samenwerking met de TU-faculteiten plaats gevonden; vanuit mijn groep vooral met Bouwkun-de en TBM. Sinds twee jaar geef ik bij de TU Delft onder-wijs in een werkgroepachtige setting. Ik moet eerlijk zeg-gen dat ik vroeger niet gedacht had dat onderwijs geven leuk zou zijn. Vooral de interactie met studenten ervaar ik als erg prettig. En natuurlijk hoop je altijd dat studen-ten in de Masterfase weer bij je terugkomen om aan hun scriptie te werken.”

Wil Zonneveld, programmaleider Urban and Regional De-velopment bij het Onderzoeksinstituut OTB, is met in-gang van juli 2008 benoemd tot hoogleraar bij de facul-teit Bouwkunde. Zonneveld is fulltime gedetacheerd bij het Onderzoeksinstituut OTB.Zonneveld: “Het Onderzoeksinstituut OTB heeft al gerui-me tijd de ambitie om elk onderzoeksprogramma te laten aansturen door een hoogleraar. Dat is nu bijna gelukt. Omdat een interfacultair instituut zoals het onze geen ei-gen leerstoelen kan hebben, zijn deze per definitie bij een van de faculteiten van de TU ondergebracht. Dat heeft voor ons als voordeel dat de banden met de facul-teiten op het vlak van onderwijs en onderzoek verstevigd worden. Hoewel ik, via onderwijs, een relatie met TBM heb, zal ik mijn aandacht vooral op Bouwkunde richten. Daar werk ik inmiddels samen met verschillende groe-pen en personen. Zo was ik betrokken bij de organisatie van een internationale expertmeeting over de structuurvi-sie Randstad 2040, een co-productie van Bouwkunde, de

Wil Zonneveld

Elk onderzoeksprogramma een eigen hoogleraar

Vereniging Deltametropool en het ministerie van VROM. Een vervolgactiviteit, waarschijnlijk een groot internati-onaal congres, ligt in het verschiet. Maar er is uiteraard veel meer dan dit. Ik wil de komende jaren vooral gaan werken aan een hechtere samenwerking op het vlak van onderzoek naar ruimtelijke ontwikkelingen en beleid.” Van huis uit is Zonneveld planoloog. Sinds 2000 werkt hij bij het OTB. In 1991 promoveerde hij aan de Univer-siteit van Amsterdam op een onderzoek naar het gebruik van planconcepten in de Nederlandse ruimtelijke orde-ning. “Ik vind het geweldig dat dit proefschrift nog steeds wordt gebruikt door promovendi en wetenschappers. Na het voltooien van deze dissertatie heb ik echter bewust gekozen voor een baan in de praktijk en wel bij een ste-denbouwkundig bureau. Uiteindelijk ben ik na een paar jaar, midden jaren negentig, toch weer teruggekeerd bij de Universiteit van Amsterdam omdat mijn promotor, An-dreas Faludi, mij de kans bood om onderzoek te doen naar het toenemende belang van de Europese Unie bij ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beleid. Het is een onderwerp dat me nog steeds bezig houdt en inmiddels, ook door de onderzoeksinspanningen van anderen, is uit-gegroeid tot een belangrijk onderdeel van het OTB-pro-gramma Stedelijke en Regionale Ontwikkeling. Zo doen we bijvoorbeeld onderzoek naar de invloed van Europese regelgeving op de Nederlandse praktijk van gebiedsont-wikkeling, een invloed die lang niet altijd negatief is, zo-

Page 26: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

24

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n a n d R e g i o n a l D e v e l o p m e n t

Het onderzoeksprogramma

De themagroep Ruimtelijke Ontwik-keling richt zich op die veranderin-gen van het stedelijk systeem die het gevolg zijn van de ruimtelijke keuzes van huishoudens, bedrijven en orga-nisaties. De nadruk ligt hierbij op het regionale schaalniveau. Zo wordt bij-voorbeeld onderzocht hoe de stede-lijke structuur van invloed is op ver-plaatsingsgedrag en hoe dit gedrag op zijn beurt bijdraagt aan de ver-andering van stedelijke structuren. Ook wordt bezien welke agglomera-tievoor- en nadelen zich voordoen in polycentrische stedelijke regio’s en hoe het stedelijk patroon van invloed is op economische concurrentie-kracht, met name in termen van ken-nisvalorisatie en creativiteit.De themagroep Ruimtelijke Sturing richt zich sterk op wat we aanduiden als de herschaling van governance:

het opbreken en opnieuw institutio-naliseren van sturingsvermogen over de verschillende schaalniveaus. We bekijken hoe planning- en beleids-systemen veranderen, inhoudelijk (doelstelling, concepten), maar ook organisatorisch en instrumenteel (bij-voorbeeld: hoe worden projectbeslis-singen ingekaderd in ruimtelijke ge-biedsvisies). We kijken ook welke ma-te van Europeanisering van ruimtelijk beleid zich voordoet, bijvoorbeeld als gevolg van Europese regelgeving. We doen ook aan internationaal vergelij-kend onderzoek: we proberen te ko-men tot een beter begrip van de ver-anderingen van planning- en beleids-systemen door landen en stelsels met elkaar te vergelijken en we ontwikke-len onderzoeksbenaderingen om een dergelijke vergelijking uit te voeren.

Ruimtelijke Ontwikkeling

Themaleider: Kees MaatThemagroep: Wendy Bohte, Mari-na van Geenhuizen, Eva Heinen, Erik Louw, Evert Meijers, Arie Romein, Orit Rotem, Jan Jacob Trip en Wil Zonneveld

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Drie studies naar verplaatsingsgedragEen belangrijk cluster van onder-zoeksprojecten binnen de thema-groep is gericht op verplaatsingsge-drag. Mobiliteit stelt mensen in staat deel te nemen aan sociale en eco-nomische activiteiten. Tegelijkertijd stelt de sterke mobiliteitsgroei ons voor problemen ten aanzien van con-gestie, parkeren en de kwaliteit van de ruimte en het milieu. Zowel we-tenschappers als planners zijn door-lopend op zoek naar mogelijkheden om de ruimte zodanig in te richten dat verplaatsingen zo efficiënt moge-lijk, met zo min mogelijk neveneffec-ten, uitgevoerd kunnen worden. Het thema ruimtelijke ontwikkeling draagt aan dit onderzoek bij, deels in de vorm van promotie-onderzoek. In zijn NWO-onderzoek naar de relatie tus-sen mobiliteit en de gebouwde om-geving onderzoekt Kees Maat of ver-plaatsingsgedrag varieert met de plek waar mensen wonen en werken. Met name onderzoek naar de werkloca-tie is tot op heden schaars geweest. Omdat mensen in hun verplaatsings-keuzes rekening moeten houden met het huishouden waarin zij leven, ana-lyseert hij de verplaatsingspatronen van huishoudens inclusief de interac-ties tussen de partners. In de afge-lopen jaren is evenwel het idee ont-staan dat de invloed van locaties op het mobiliteitspatroon het gevolg kan zijn van zelfselectie, dat wil zeggen, dat huishoudens mogelijk een be-paalde omgeving kiezen op basis van het door hun gewenste mobiliteitspa-troon. Eenvoudig gezegd, wie met de trein wil reizen, probeert bij het sta-tion te gaan wonen. Door woonloca-tiekeuzes en verplaatsgedrag te rela-teren aan attitudes van mensen, be-oogt Wendy Bohte residentiële zelf-selectie te identificeren. Eén van de

Maatschappelijke en wetenschappelijke relaties De relatie

tussen maatschappelijke behoeften aan kennis en de kennis

die geleverd wordt door wetenschappelijke instellingen en

instituten is de laatste jaren systematisch opgepakt binnen

het Habiforumprogramma Vernieuwend Ruimtegebruik.

Wetenschappelijke relaties worden onderhouden met

Onderzoekschool NETHUR (Netherlands Graduate School of

Housing and Urban Research). Mede hierdoor wordt veelvul-

dig samengewerkt met overige universiteiten binnen Neder-

land, zoals de VU (faculteit Economie), UvA (AMIDSt), Uni-

versiteit Utrecht (faculteit Ruimtelijke Wetenschappen), TU

Eindhoven (faculteit Bouwkunde) en de Radboud Universi-

teit. In het kader van Europese onderzoeksprojecten wordt

veelvuldig samengewerkt met buitenlandse instituten.

Page 27: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

25

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n a n d R e g i o n a l D e v e l o p m e n t

meest duurzame wijzen van vervoer, namelijk fietsgebruik, is eveneens sterk gerelateerd aan de gebouw-de omgeving. Voor de kortere afstan-den lijkt de fiets ideaal voor bijvoor-beeld woon-werkverkeer, hoewel ve-len liever voor andere vormen van vervoer kiezen. Waarom dit zo is, is nog maar nauwelijks empirisch on-derzocht. Het onderzoek van Eva Hei-nen beoogt een verklaringsmodel op te stellen, waarin de eigenschappen van de ruimtelijke structuur, de infra-structuur en de kenmerken van huis-houdens zijn opgenomen, met inbe-grip van individuele attitudes. Het onderzoek naar verplaatsingsge-drag en ruimte is zeer afhankelijk van goede en juiste data. Bestaande ge-gevensbronnen zijn vaak niet toerei-kend. Het is daarom een van de doe-len binnen dit onderzoekscluster om die methoden steeds verder te verbe-teren. Ontwikkelde methoden in de afgelopen jaren zijn onder meer acti-viteitendagboekjes, internet-enquete-ring, dataverzameling met behulp van Global Positioning Systems (GPS) en longitudinaal onderzoek met behulp van internet. Indicatoren over de ge-bouwde omgeving zijn ontwikkeld met behulp van GIS-technologie en gedetailleerde geodata. Analyse vindt plaats met behulp van een breed sca-la aan statistische technieken.

Agglomeratievoordelen in polycentri-sche regio’sIn het kader van de Vernieuwings-impuls heeft de Nederlandse Organi-satie voor Wetenschappelijk Onder-zoek (NWO) aan Evert Meijers een persoonlijke subsidie toegekend om drie jaar lang innovatief onderzoek te kunnen doen naar de wijze waar-op de ruimtelijke structuur en orga-nisatie van een metropolitane regio van invloed zijn op haar concurren-tiekracht. In het bijzonder wordt ge-keken naar de vraag in hoeverre de voordelen en nadelen van een gro-te stad ook gerealiseerd worden in een stedelijk netwerk van nabijgele-gen kleinere steden. Ook wordt ver-klaard waarom het ene stedelijk net-werk het in dat opzicht beter doet dan het andere. Dit onderzoek is in 2008 gestart en de eerste resultaten

zijn inmiddels beschikbaar. Het blijkt dat onder bepaalde condities een po-lycentrische stedelijke structuur zeer competitief kan zijn. Veel economi-sche sectoren gedijen beter in een stedelijk netwerk dan in een enke-le grote stad, wat zich uit in een ho-gere arbeidsproductiviteit in stedelij-ke netwerken. Wel kent een stedelijk netwerk aantoonbaar minder urbani-satievoordelen dan een enkele, gro-te stad. De kracht van stedelijke net-werken lijkt te liggen in het gebrek aan agglomeratienadelen. Ook is in-middels aangetoond dat (qua bevol-kingsomvang) kleinere stedelijke net-werken beter in staat zijn om toch ur-banisatievoordelen op het schaalni-veau van het netwerk van steden te organiseren dan grotere stedelijke netwerken. Doorvertaald naar ruim-telijk-economisch beleid pleit dit bij-voorbeeld voor een focus op de Vleu-gels van de Randstad in plaats van de Randstad als geheel.

Belangrijkste publicaties

n Bohte, W, K. Maat & W.C. Quak, 2008, A method for deriving trip des-tinations and modes for GPS-based travel surveys, in: Schaick, J. & S. van der Spek (eds.), Urbanism on Track, application of tracking techno-logies in urbanism, Amsterdam (IOS Press), pp. 129-145.

n Louw, E., 2008, Land assembly for urban transformations. The case of ‘s-Hertogenbosch in The Netherlands, in: Land Use Policy 25 (1), pp. 69-80.n Meijers, E.J., 2008, Summing small cities does not make a large city: Po-lycentric urban regions and the pro-vision of cultural, leisure and sports amenities, in: Urban Studies 45 (11), pp. 2323-2342.n Meijers, E.J., 2008, Measuring po-lycentricity and its promises, in: Eu-ropean Planning Studies 16 (9), pp. 1313-1323.

Promoties in voorbereiding

Kees Maat: The relationship between land use and activity/travel pattern Er wordt onderzocht hoe dagelijk-se behoeften van invloed zijn op ac-tiviteitenpatronen, hoe deze leiden tot verplaatsingsgedrag en wat de in-vloed is van de ruimtelijke mogelijk-heden en beperkingen. De disserta-tie maakt deel uit van het NWO-pro-gramma Amadeus, waarin wordt sa-mengewerkt met de universitei-ten van Amsterdam, Eindhoven en Utrecht. Het onderzoek wordt in 2009 afgerond.

Wendy Bohte: De rol van attitudes en preferenties in de relatie tussen stedelijke inrichting en het verplaat-singsgedrag van individuen

Page 28: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

26

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n a n d R e g i o n a l D e v e l o p m e n t

Het onderzoek toetst in hoeverre de samenhang tussen verstedelijking en verplaatsingsgedrag wordt bepaald door residentiële zelfselectie, dat wil zeggen of huishoudens een bepaal-de woonomgeving kiezen vanuit hun mobiliteitgerelateerde attitudes. Een bijzonder element van dit onderzoek is de dataverzameling met behulp van Global Positioning Systems (GPS) en GIS-analyse.

Eva Heinen: Fietsgebruik voor woon-werkverkeerDe keuze voor de fiets als vervoer-middel voor woon-werkverkeer is nog maar beperkt empirisch onderzocht. Dit onderzoek richt zich op het toet-sen van een verklaringsmodel waar-in de eigenschappen van ruimtelijke structuur en infrastructuur en de ken-merken van huishoudens zijn opge-nomen, met inbegrip van individue-le attitudes. Het kader wordt gevormd door de ‘theory of planned behaviour’.

Ruimtelijke Sturing

Themaleider: Dominic SteadThemagroep: Andreas Faludi, Kees Maat, Evert Meijers, Jody Milder, Mar-jolein Spaans, Jan Jacob Trip, Bas Waterhout en Wil Zonneveld

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Impact van EU-regelgeving op de Nederlandse ruimtelijke-ordenings-praktijkIn dit onderzoek, dat wordt verricht in opdracht van het ministerie van VROM, is onderzocht op welke wijze Europese regelgeving de praktijk van ruimtelijke ordening in Nederland be-invloedt. Een hoofdconclusie is dat de beleidsmatige gevolgen grosso modo belangrijker zijn dan de ruimtelijke gevolgen. De trend naar een steeds meer gedetailleerde en technische ruimtelijke ordening wordt versterkt, hoewel plannen soms inhoudelijk wel

beter worden. Het rapport is te down-loaden via de website van Europa de-centraal.

SUME: Sustainable Urban Metabolism in EuropeHet gaat hier om een driejarig pro-ject, in 2008 gestart, dat wordt on-dersteund door het prestigieuze Ze-vende Kaderprogramma van de Eu-ropese Unie. In dit project wordt de problematiek van duurzame stedelij-ke ontwikkeling onderzocht vanuit het perspectief van de stad, opgevat als een metabolisme. De bedoeling is om een model te ontwikkelen dat plan-ners en besluitnemers in staat stelt in te schatten wat de gevolgen zijn van veranderingen in de stedelijke struc-tuur voor allerlei stromen en kringlo-pen met betrekking tot grondstoffen, energie en dergelijke. Het OTB is part-ner in dit project, dat wordt getrokken door het Österreichisches Institut für Raumplanung (ÖIR) uit Wenen.

Page 29: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

Belangrijkste publicaties

n Janssen-Jansen, L., M. Spaans & M. van der Veen (red.), 2008, New in-struments in spatial planning. An in-ternational perspective on non-finan-cial compensation, Sustainable Urban Areas 23, Amsterdam (IOS Press).n Faludi, A., 2008 (red.), European Spatial Research and Planning, Cam-bridge, MA (Lincoln Institute of Land Policy).n Waterhout, B., 2008, The Instituti-onalisation of European spatial plan-ning, Sustainable Urban Areas 18, Amsterdam (IOS Press), dissertatie.n Zonneveld, W., 2008, Visioning and Visualizing; Experience from the Northwest European Mega-City Re-gion, in: Thierstein, A. & A. Förster (red.), The Image and the Region - Making Mega-City Regions Visible, Baden (Lars Müller Publishers), pp. 107-126.

Afgerond promotieonderzoek

Bas Waterhout: The institutionalisati-on of European spatial planningIn de studie wordt vooral onderzocht wat er gebeurd is nadat in 1999 door de destijds vijftien EU-ministers ver-antwoordelijk voor ruimtelijke orde-ning en de Europese Commissaris voor regionaal beleid, het Europees Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief is

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

27

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n a n d R e g i o n a l D e v e l o p m e n t

Mixed scanning ‘nieuwe stijl’De term ‘mixed scanning’ is bekend uit het debat in de jaren zestig over omvattende, rationele planning en in-crementele besluitvorming. Een alter-natieve benadering werd bepleit door Etzioni. Thans staat MXS voor een planningmethodiek waarbij gepro-beerd wordt verbindingen te leggen tussen de voorbereiding van besluit-vorming over projecten en de ont-wikkeling van gebiedsvisies. Door het OTB is hiertoe, in opdracht van het ministerie van VROM, een methodi-sche handreiking gemaakt.

Seminar ‘European territorial gover-nance’ Op 16 juni 2008 vonden twee promo-ties plaats over Europese territoriale samenwerking en beleid: de promotie van SRO-onderzoeker Bas Waterhout en de in Oostenrijk werkzame onder-zoekster Gabriele Tatzberger. Van-wege deze promoties werd de vol-gende dag een kleinschalig interna-tionaal seminar gehouden, waaraan werd deelgenomen door de buiten-landse leden van de twee promotie-commissies en een aantal buitenland-se en binnenlandse genodigden. Ver-trekpunt voor de discussies was een ‘position paper’ van Andreas Faludi: ‘Emergent Research Themes on Euro-pean Territorial Governance’.

Vooruitblik naar 2009

In 2009 zal Kees Maat zijn promotieproject over de relatie tussen ruimtegebruik en verplaatsingsgedrag van huis-houdens gaan afsluiten. In het voorjaar zullen Wil Zonneveld en Bas Waterhout, in opdracht van het ministerie van VROM, de vraag trachten te beantwoorden of territoriale impact analyse op Europees schaalniveau een eigen in-strument behoeft dan wel beter kan worden meegenomen in de bestaande methode voor EU ‘impact passement’. In januari 2009 zal een onderzoek van start gaan gericht op de evaluatie van sleutelprojecten. In de Structuurvi-sie Randstad 2040 kondigt het kabinet aan een verkenning te overwegen naar ‘Randstad sleutelprojecten’ voor de periode na 2020. Voorafgaand hieraan vindt een evaluatieonderzoek plaats naar zowel de afgeronde als de nog lo-pende sleutelprojecten, de zogenoemde ‘eerste generatie’ en ‘tweede generatie’ sleutelprojecten. Het onderzoek wordt samen met Bureau Stedelijke Planning uitgevoerd. In 2009 verschijnt een nieuwe, geactualiseerde versie van de succesvolle bundel Planning van bedrijventerreinen, verschenen in de planologie-reeks van Sdu Uitgevers. De-ze bundel is geredigeerd door SRO-onderzoeker Erik Louw, samen met Barrie Needham en Han Olden. Ook bij Sdu Uitgevers verschijnt een bundel Synergie in stedelijke netwerken, waarin een groot aantal onderzoeksresultaten ge-presenteerd worden die voortkomen uit het omvangrijk Habiforum-onderzoeksprogramma Vernieuwend Ruimtege-bruik. Vijf hoofdstukken zijn (mede) geschreven door SRO-onderzoekers. Op 11 september, tenslotte, spreekt Wil Zonneveld zijn oratie uit als hoogleraar Stedelijke en Regionale Ontwikkeling bij de faculteit Bouwkunde.

aanvaard. Europese ruimtelijke plan-ning heeft zich inderdaad geïnstituti-onaliseerd, ondanks beperkte budget-ten, geringe persoonlijke capaciteit en de grote institutionele verschil-len tussen de werking van de EU en de planningprincipes van de Europe-se planninggemeenschap. De vraag is echter in welke mate en in hoever-re het zich heeft verankerd in EU-be-leidsontwikkelingsprocessen en in de lidstaten zelf. De dissertatie is 16 juni 2008 verdedigd.

Page 30: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

28

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n R e n e w a l a n d H o u s i n g

Programmaleiders

Talja Blokland en André Ouwehand

Het onderzoeksprogramma richt zich op de ontwikkeling van

stadswijken: hoe ze functioneren op de woningmarkt, hoe ze

functioneren als woonomgeving voor hun bewoners, hoe de

bewoners met elkaar en met de wijk omgaan en hoe actoren

handelen om veranderingen teweeg te brengen. Verandering en

vernieuwing staan centraal, waarbij ook de relaties naar het hogere

schaalniveau van stad en land en naar het lagere schaalniveau van

straat en woning aan bod komen.

Onderzoeksprogramma Urban Renewal and Housing

Missie Het onderzoeksprogramma beweegt zich binnen het spanningsveld dat gevormd

wordt door wetenschap, beleid en praktijk. Het wil een bijdrage leveren aan het internatio-

nale wetenschappelijke debat en een vooraanstaande bijdrage aan het nationale debat over

de ontwikkelingen van stadswijken, zowel in de wetenschappelijke als maatschappelijke

fora. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een meervoudige thematische benadering.

Page 31: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

“Er is te weinig aandacht voor de oorzaken

van problemen in buurten met veel allochtonen”

Wenda van der Laan Bouma-Doff is socioloog en houdt zich bezig met vraagstukken rondom wonen, segrega-tie en sociale ongelijkheid in Nederland en werkt aan een proefschrift over gevolgen en oorzaken van woonsegre-gatie. Zij studeerde in Rotterdam en schreef haar scriptie binnen het studietraject Grootstedelijke Vraagstukken & Beleid. “Na mijn afstuderen trad ik in dienst bij het Insti-tuut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO) van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Mijn laatste opdracht daar betrof een omvangrijk onderzoek naar de effecten van ruimtelijke concentratie van allochtone bevolkings-groepen op hun structurele en culturele integratie in de Nederlandse samenleving. Dit resulteerde in het boek De buurt als belemmering?. Bij het Onderzoeksinstituut OTB ging ik vervolgens aan de slag met woonkeuze-onder-zoek, een onderdeel van het Corpovenistaprogramma”, vertelt zij over haar huidige werkzaamheden. “In dit on-derzoek stond de relatie tussen woonkeuze en buurtbele-ving in arme wijken centraal. Al snel bleek dat woonkeu-ze, de wijze waarop mensen in een buurt terecht komen, alles te maken had met de invloed van de buurt. Beide onderzoeken – het woonkeuze-onderzoek en mijn eerde-

Wenda van der Laan Bouma-Doff

Gevolgen en oorzaken van woonsegregatie

re studie naar de buurt als belemmering – vormen nu de basis voor mijn proefschrift. Daarnaast ben ik betrokken bij thematisch verwante derdegeldstroomprojecten, bij-voorbeeld op het gebied van de woonruimteverdeling.”In de media, maar ook in de publieke en politieke opinie, is er veel aandacht voor buurten waar veel allochtonen wonen. “Meestal is die aandacht niet zo positief en wor-den problemen op het gebied van integratie en leefbaar-heid belicht waarvan ook nog eens wordt vermoed dat deze versterkt worden door etnische concentratie. Minder aandacht is er voor de vraag hoe deze buurten zijn ont-staan. Mijn onderzoek richt zich daarom enerzijds op ‘ne-gatieve buurteffecten’, maar wil anderzijds oorzaken van segregatie aanstippen die onlosmakelijk verbonden zijn met de woonkeuzes die mensen kunnen maken.”In de toekomst wil Van der Laan Bouwma-Doff zich be-zig blijven houden met de invloed van de buurt, en die-per graven naar oorzaken en gevolgen, bijvoorbeeld door de huisvesting van statushouders te volgen om zo pre-ciezer te kunnen onderzoeken wie waar terechtkomt en waarom.

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

29

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n R e n e w a l a n d H o u s i n g

Page 32: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

Stedelijke Vernieuwing

Themaleider: Frank WassenbergThemagroep: Carlinde Adriaanse, Tal-ja Blokland, Eva Bosch, Reinout Klein-hans, Mariska van Meijeren, André Ouwehand en Leeke Reinders

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Verval van buurten en de betekenis van sociale cohesie In 2008 is gestart met een tweeja-rig onderzoek naar vervalspiralen in buurten, getiteld Verval van buurten en de betekenis van sociale cohesie: op zoek naar omslagpunten, verval-mechanismen en aangrijpingsmoge-lijkheden voor beleid. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe buurtver-val valt te verklaren, wat de rol daar-bij is van sociale cohesie en collec-tieve zelfredzaamheid in het bijzon-der, of er drempelwaarden zijn aan te wijzen waarboven problemen opeens toenemen en hoe gemeenten kunnen voorkomen dat buurten in een ver-valspiraal terechtkomen. De uitvoe-ring gebeurt in samenwerking met de gemeenten Dordrecht, Rotterdam en Amsterdam en wordt mede gefinan-cierd door Nicis.

BijlmermeerDit bewonersonderzoek in Heester-veld (nabij de Bijlmerhoogbouw) in opdracht van Woningcorporatie Yme-re verkent de meningen van bewo-ners over de toekomst van Heester-veld: moet er worden gerenoveerd of gesloopt, of moet het blijven zoals het is? De conclusie is dat een over-grote meerderheid de voorkeur geeft aan sloop en nieuwbouw. Bovendien wil twee derde van de bewoners het liefst verhuizen naar een andere wo-ning in Amsterdam Zuid-Oost.

Promoties in voorbereiding

Carlinde Adriaanse: Succesfactoren van probleemloze wijken in proble-matische wijktypenBeschrijving en verklaring van de fac-toren die ervoor zorgen dat wijken van een problematisch type juist pro-bleemloos of zelfs succesvol zijn. Het

30

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n R e n e w a l a n d H o u s i n g

Maatschappelijke en wetenschappelijke relaties Een belang-

rijk deel van het onderzoeksprogramma is uitgevoerd in het

kader van Corpovenista, het samenwerkingsverband tussen

woningcorporaties, Aedes, het Rijk, het OTB en enkele uni-

versitaire onderzoeksgroepen binnen het Habiforumprogram-

ma ‘Vernieuwend ruimtegbruik’. In mei 2008 is het Corpove-

nistaprogramma afgesloten met een grote conferentie en de

uitgave van het boek Van wijken weten: beleid en praktijk in

de stedelijke vernieuwing. Daarnaast worden nauwe contac-

ten onderhouden met ministeries, gemeenten en woningcor-

poraties. Wetenschappelijke contacten zijn wereldwijd ver-

spreid, met een nadruk op academische onderzoeksgroepen

in West-Europa.

Het onderzoeksprogramma

In het onderzoek naar het functione-ren van stadswijken onderscheiden we binnen dit programma drie invals-hoeken. In de eerste staan de (orga-nische) veroudering van wijken en de ingrepen in die wijken centraal. De tweede ziet de wijk als een sociaal-cultureel domein waarbij sociale net-werken een belangrijke rol spelen. De derde start vanuit de politieke econo-mie en richt zich op instituties en or-ganisaties. Deze drie invalshoeken worden in drie themagroepen uitge-werkt in internationale papers en arti-kelen. Ook wordt getracht in het con-tractonderzoek nauw aan te sluiten bij de drie thema’s.Bij het eerste thema (Stedelijke Ver-nieuwing) ligt het accent op factoren die veranderingen in stadswijken be-werkstelligen. Het gaat om veroude-rings- en vernieuwingsprocessen, om het handelen van organisaties, be-woners en andere gebruikers, om be-leid en om algemene maatschappelij-ke ontwikkelingen die het proces van veroudering en vernieuwing beïnvloe-den. De effecten van ingrepen in wij-ken en de perceptie van deze veran-deringen hebben de bijzondere be-

langstelling. Het tweede thema (Soci-aal-ruimtelijke Integratie) houdt zich bezig met relaties en interacties tus-sen bewoners in een bepaalde woon-omgeving, maar ook met interactie tussen bewoners en die woonomge-ving zelf. Deze relaties en interacties zijn voortdurend aan verandering on-derhevig. De centrale vraag binnen het thema is hoe lokale sociaal-ruim-telijke relaties, eigenschappen en processen op het lokale niveau ont-staan en veranderen. Het derde the-ma (Organisatie van de Stedelijke Vernieuwing) heeft tevens betrekking op het beleid ten aanzien van wonen. Vanwege de terugtredende overheid is beleid steeds meer een kwestie geworden van onderhandeling tus-sen partijen over te leveren presta-ties. Hoewel de verschillende actoren in dit krachtenveld meerdere rollen kunnen vervullen, kunnen zij zelden of nooit een proces tot een goed ein-de brengen zonder samen te werken. Actoren, soorten en maten van inter-acties en hun afhankelijkheidsrelaties verschillen per beleidsproces. Nieuwe vormen van ‘governance’ staan cen-traal in de analyse.

Page 33: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

31

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n R e n e w a l a n d H o u s i n g

accent ligt op wijken met veel naoor-logse portiekflats. Dit promotie-onder-zoek is gericht op de vraag waarom sommige wijken in stedenbouwkun-dig gezien kwetsbare wijktypen meer succesvol zijn dan andere. In het on-derzoek wordt onder andere gebruik gemaakt van een zelf ontwikkelde woontevredenheidsschaal (RESS) en een overlastschaal (RNS). Uit analyse van kwalitatieve en kwantitatieve da-ta bleek dat het sociale klimaat in de buurt van groot belang is voor de ma-te van problemen in deze wijken.

André Ouwehand: De ontwikkeling van aangepakte wijken in de tijdDe effecten van herstructurering staan centraal in dit promotieonder-zoek. Uit eerder uitgevoerde verge-lijkende casestudies bleek dat naast de ingrepen in de wijk, de instroom van nieuwe bewonersgroepen in de bestaande en vernieuwde wonin-gen de waardering van de wijk door bewoners sterk beïnvloedde. Daar-om is in het vervolg van het onder-zoek gekozen voor het houden van interviews met bewoners in één wijk, Zuidwijk in Rotterdam, om de effec-ten van ingreep en instroom verder in beeld te brengen en te analyseren. In drie buurten zijn ruim tachtig in-terviews gehouden. Het materiaal be-vat een schat aan informatie, waar-van de analyse grotendeels in 2009 zal plaatsvinden.

Leeke Reinders: De verbeelding van een nieuwe stad: identiteit, planning en alledaagse ruimte in een naoor-logse wijkEen antropologische studie naar de geplande en geleefde ruimte in Nieuwland, een multi-etnische her-structureringswijk in Schiedam. Het onderzoek werpt licht op zowel de professionele strategieën van ont-werp, beheer en beleid als op de al-ledaagse tactieken waarmee men-sen zich deze geplande ruimte toe-ei-genen en van betekenis voorzien. De relaties tussen geplande en alledaag-se ruimte worden onderzocht aan de hand van de beelden, verhalen en symbolen die zowel professionals als bewoners inzetten om de vernieu-wing van de wijk vorm te geven. Het

onderzoek levert, zowel in de geko-zen optiek (focus op de rol van beeld-cultuur en symboliek, en op de re-laties tussen geplande en geleefde ruimte) als in de gebruikte methodiek (antropologische methoden van car-tografie) een nieuwe kijk op architec-tuur en ruimte als object en ‘setting’ van het sociale leven.

Frank Wassenberg: Aanpak van grootschalige woonwijkenDe focus van de huidige stedelijke vernieuwing in Nederland en in som-mige andere landen ligt bij de groot-schalige naoorlogse woonwijken. Dat is opmerkelijk, want juist in de-ze wijken is meestal goed nagedacht over ontwerp, locatie van verschil-lende functies en de gewenste om-gang van bewoners. ‘Ideale wijken voor moderne mensen’: deze maak-baarheidsgedachte culmineerde in de hoogbouwwijk, met de Bijlmermeer als hoogtepunt. Juist in deze ‘idea-le’ wijken ontstonden veel problemen met leefbaarheid, gewildheid en be-heer. Met allerlei maatregelen is ge-tracht en wordt nog steeds getracht het tij te keren, dikwijls via ingrijpen-de herstructurering. Dit proefschrift gaat over de vraag hoe het kan dat juist in deze ideale wijken zoveel mis ging, welke beleidsinterventies wor-den ondernomen en hoe effectief de-

ze zijn. Het proefschrift zet de Neder-landse context in een breder interna-tionaal kader.

Belangrijkste publicaties

n Adriaanse, C.M.M., 2008, The Dutch residential nuisance scale: an outco-me measure for reported nuisance in subgroup analysis, in: European jour-nal of housing policy 8 (4), pp. 341-360.n Kleinhans, R.J. & W. van der Laan Bouma-Doff, 2008, On priority and progress: forced residential reloca-tion and housing chances in Haag-landen, the Netherlands, in: Housing studies 23 (4), pp. 565-587.n Ouwehand, A.L., R. van Kempen, R.J. Kleinhans & H.J. Visscher, 2008, Stedelijke vernieuwing: ruimte om te leren en te reflecteren, in: Ouwe-hand, A.L., R. van Kempen, R.J. Klein-hans & H.J. Visscher (eds.), Van wij-ken weten. Beleid en praktijk in de stedelijke vernieuwing, Amsterdam (IOS Press), pp. 204-213.n Wassenberg, F.A.G., 2008, Key players in urban renewal in the Net-herlands, in: Scanlon, K. & C. White-head (eds.), Social Housing in Europe II, a review of policies and outcomes, London (London School of Economics and Political Science), pp. 197-208.

Page 34: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

32

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n R e n e w a l a n d H o u s i n g

Sociale en RuimtelijkeIntegratie

Themaleider: Marco van der LandThemagroep: Carlinde Adriaanse, Saskia Binken, Talja Blokland, Alexan-dra Curley, Gelske van Daalen, Gwen van Eijk, Christien Klaufus, Reinout Kleinhans, Wenda van der Laan Bou-ma-Doff, Marco van der Land en Lee-ke Reinders

Een selectie van onderzoekspro­jecten en overige activiteiten

Woonkeuze, keuzebeperking en buurtbeleving van bewoners in con-centratiegebiedenDit onderzoek richt zich op de vraag in hoeverre er sprake is van keuze-vrijheid bij de woonkeuzes van men-sen met lage inkomens in de sociale huursector. Tevens wordt onderzocht of de mate van keuzevrijheid van in-vloed is op de manier waarop men de buurt beleeft en het alledaagse leven inricht.

De betekenis van middengroepen voor gemengde buurtenDe aanwezigheid van middengroe-pen in gemengde buurten kan een bindende invloed uitoefenen op de buurt. Maar in welke mate is dat het geval en wat zijn de belangrijkste factoren waardoor die groepen zich aan deze buurten binden? Welke rol spelen voorzieningen daarbij? Dit on-derzoek wordt uitgevoerd met mede-financiering van Nicis.

Spreiding en leefbaarheid in OssDit onderzoek richt zich op de vraag in hoeverre concentratie van allochto-nen in bepaalde buurten van Oss ge-volgen heeft voor de leefbaarheid in die buurten en welke beleidsinstru-menten kunnen worden ingezet om op de langere termijn de leefbaarheid te verbeteren.

Belangrijkste publicaties

n Blokland, T.V., 2008, Facing vio-lence: everyday risks in an American housing project, in: Sociology - the journal of the British sociological as-sociation 42 (4), pp. 601-617.n Blokland, T.V., 2008, Oog voor el-

kaar: veiligheidsbeleving en sociale controle in de grote stad, Amsterdam (Amsterdam University Press).n Eijk, G. van, 2008, Creatieve mid-denklassers als bruggenbouwers? in: Rooilijn 41 (2), pp. 136-141.n Laan Bouma-Doff, W. van der, 2008, Concentrating on participati-on: ethnic concentration and labour market participation of four ethnic groups, in: Journal of applied social science studies 128 (1), pp. 153-173.n Reinders, L.G.A.J. & M. van der Land, 2008, Mental geographies of home and place: introduction to the special issue, in: Housing theory and society 25 (1), pp. 1-13.

Promoties in voorbereiding

Gwen van Eijk: Mixed up: networks, neighbourhoods and social capitalDe centrale vraag in dit onderzoek is in hoeverre, hoe en voor wie ruimte-lijke segregatie invloed heeft op so-ciale netwerken en sociaal kapitaal, hoe ruimtelijke segregatie samen-hangt met de (re)productie van on-gelijkheid in mogelijkheden en hulp-bronnen. Op basis van socialenet-werkanalyse wordt onderzocht hoe de sociale samenstelling van buur-ten een rol speelt in de sociale sa-menstelling van netwerken en de uit-wisseling van waardevolle hulpbron-nen (sociaal kapitaal) zoals inkomen,

invloed en informatie. In het onder-zoek worden verschillende mechanis-men bestudeerd via welke ruimtelij-ke segregatie samenhangt met rela-ties en netwerken, en brengt stadsso-ciologische debatten over armoede-concentratie, gentrification en multi-etnische buurten samen. Het onder-zoek is gebaseerd op kwalitatieve en kwantitatieve gegevens over de net-werken van bewoners van drie ver-schillend samengestelde buurten in Rotterdam.

Wenda van der Laan Bouma-Doff: Missing pieces in puzzling neighbour-hood effects: A study on neighbour-hood impacts in relation to housing choice and neighbourhood selection In zowel wetenschappelijke als be-leidsmatige kringen is veel discussie over of de buurt ertoe doet voor de positie en welbevinden van individue-le bewoners. Veronderstellingen over negatieve gevolgen van het wonen in wijken en buurten waar veel alloch-tonen wonen, voeren daarbij de bo-ventoon. Minder aandacht is er voor de oorzaken van segregatie en et-nische concentratie. Dit promotie-onderzoek richt zich enerzijds op de veronderstelde negatieve buurteffec-ten van etnische concentratie, maar roert anderzijds ook de oorzaken van segregatie aan die onlosmakelijk ver-bonden zijn met de woonkeuzes die mensen (kunnen) maken.

Page 35: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

33

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a U r b a n R e n e w a l a n d H o u s i n g

De organisatie van de StedelijkeVernieuwing

Themaleider: Ton van der PennenThemagroep: Talja Blokland, Eva Bosch, Gelske van Daalen, Marco van der Land, André Ouwehand, Anir-ban Pal, Frank Wassenberg en Willem Korthals Altes

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Evaluatie Sociale KoopDit onderzoek heeft tot doel vast te stellen of, en zo ja op welke wijze, de verkoop van huurwoningen duurzame ‘empowerment’ betekent voor men-sen die aan koopprogramma’s van corporaties deelnemen. Uit het on-derzoek kwam onder andere naar vo-ren dat weinig mensen méér gaan werken na de aankoop van een huis, dat bij slechts acht procent het socia-le netwerk groter is geworden en dat niemand het kopen van een woning een symbool voor succes vindt.

Cursus Actuele thema’s in de woon-ruimteverdeling Deze tweedaagse cursus is bedoeld voor diegenen die vanuit hun werk-situatie al enige kennis en ervaring hebben met de praktijk van de woon-

ruimteverdeling. In de cursus komen vernieuwende modellen en werkwij-zen in de woonruimteverdeling aan de orde. Daarbij is aandacht voor de beleidsdoelstellingen en uitgangspun-ten die ten grondslag liggen aan de keuze voor een bepaald model.

Vooruitblik naar 2008

In 2009 bestaat een belangrijk deel van het contractonderzoek uit meerjari-ge onderzoeken die in samenwerking met Nicis van de grond zijn gekomen. Een ander deel wordt opgestart in samenwerking met het nieuwe Platform Corpovenista. Dit platform is in september 2008 van start gegaan en be-staat inmiddels uit veertien woningcorporaties en Aedes en wordt wat be-treft projectleiding en projectsecretariaat ondersteund door de OTB-sectie Stedelijke Vernieuwing en Wonen. Het platform ontwikkelt kennis over en inzicht in vraagstukken waar wijkontwikkeling en wijkverbetering, emanci-patie van bewoners en ontwikkeling van het vastgoed in onderlinge samen-hang aan de orde zijn. Daarnaast wordt contractonderzoek uitgevoerd voor diverse partijen, zoals woningcorporaties, ministeries en gemeenten.Door middel van eerstegeldstroomonderzoek vindt verdere verbreding en verdieping van het onderzoeksprogramma plaats. Vanaf 2009 gaat een nieuw onderzoeksprogramma van start, dat zich volledig richt op veran-dering van buurten. Daarin staan drie thema’s centraal waaromheen on-derzoek zal plaatsvinden. Het betreft (1) de stratificatie van buurten en de vraag welke externe factoren van invloed zijn op hoe buurten zich ontwik-kelen, (2) veranderingen in het sociale domein in buurten en (3) de wijze waarop bewoners en andere partijen verandering in buurten bewerkstelli-gen.

Belangrijkste publicaties

n Daalen, G.M. van & M. van der Land, 2008, Next steps in choice-based letting in the Dutch social hou-sing sector, in: European journal of housing policy 8 (3), pp. 317-328. n Pennen, A.W. van der, 2008, De verbinding van fysiek en sociaal als bestuurlijke uitdaging bij de wijkaan-pak, in: Bestuurswetenschappen (6), pp. 88-107.

Page 36: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

34

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a M o b i l i t y S t u d i e s

Onderzoeksprogramma Mobility Studies

De themagroep houdt zich bezig met onderzoek en advisering op het gebied van

goederen- en personenvervoer. Er wordt onderzoek gedaan naar vervoer over de

weg, het water, het spoor en via de lucht. Hierbij wordt onder meer gekeken naar

de betrouwbaarheid en duurzaamheid van bestaande en nieuwe transportsystemen

en de mogelijkheden tot optimalisatie daarvan, bijvoorbeeld via een ander gebruik

van het netwerk en logistieke oplossingen. Ook de relatie tussen vervoer, economie

en ruimtegebruik valt binnen het werkterrein van de sectie.

Programmaleider

Milan Janic

Missie Het primaire onderzoeksdoel is het bij beleidsmakers, overheid en bedrijfsleven

vergroten van inzicht in welke systeemverbeteringen er te behalen zijn en hoe deze te

implementeren zouden zijn. Tevens gaat de aandacht uit naar de individuele en sociale

consequenties van zulke veranderingen.

Page 37: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

“Kostenverdeling moet transporteurs en opdrachtgevers

tot milieuvriendelijker vervoerskeuzes bewegen”

De transportsector is verantwoordelijk voor een kwart van de gehele CO2-emissie in 2005. Vrachtvervoer heeft daar een substantieel aandeel in. Het heeft ook een be-langrijk aandeel in de geluidsbelasting en draagt bij aan de congestie op de weg. De EU pobliceerde in 2001 een ‘white paper’ – een transportbeleidsplan voor de middel-lange termijn – waarin intermodaal vrachtvervoer (ver-voer van vracht over de weg én per trein of over de weg én per binnenvaartschip) wordt gestimuleerd. Intermo-daal vervoer zou minder schadelijk voor het milieu zijn dan vervoer waarbij uitsluitend van de weg gebruik wordt gemaakt.OTB-promovendus Nam Seok Kim onderzoekt of deze aanname juist is en zo ja, wat er gedaan moet wor-den om dit relatieve milieuvoordeel te behouden, immers dankzij technologische ontwikkeling is wegvervoer op een aantal punten iets minder milieubelastend geworden. Kim (Seoel, Zuid-Korea) is transportspecialist en trans-portplanner. Hij behaalde zijn bachelor aan de Hanyang Universiteit in Korea en zijn Mastertitel aan de Universi-teit van Maryland. “De meeste studenten in de Verenig-de Staten komen niet op het idee om een promotieplaats in het buitenland te bemachtigen. Maar ik wist dat de TU Delft hoog stond aangeschreven op het gebied van trans-portstudies. Op de website van de universiteit vond ik in-formatie over transportstudies van verschillende facultei-ten en ook van het OTB, waar het onderzoek gericht is op duurzaam transport van goederen. Dat duurzame aspect

Nam Seok Kim

Schade aan milieu doortransportsector

terugdringen

was voor mij de reden om op het OTB te willen promove-ren. Bovendien zou ik hier wat kunnen opsteken van col-lega’s uit andere disciplines, zoals economen en geogra-fen. Transportstudies zijn geen strict technische discipli-ne maar een combinatie van sociale wetenschappen, zo-als economie, stedenbouw en civiele techniek.”Uit het eerste deel van Kims onderzoek moet duidelijk worden of intermodaal transport werkelijk minder CO2-uitstoot veroorzaakt. “Ten tweede wil ik te weten komen of intermodaal transport en vervoer per auto qua tota-le kosten vergelijkbaar zijn. En ten derde wil ik weten of het mogelijk is om in de logistiek beter rekening te hou-den met de CO2-uitstoot. Door de kosten van deze uit-stoot deel uit te laten maken van de vervoersprijsbere-kening ontstaat hopelijk meer besef bij de vervoerder en maken hij of zijn opdrachtgever, de verlader, mogelijk de keuze voor een vervoerswijze die minder slecht voor het milieu is. Transporteurs horen de samenleving niet op te zadelen met hoge kosten voor het in stand houden van het milieu. Ik heb daarom een vrachtsysteem- annex rou-tekeuzemodel en netwerkontwerpmodel ontwikkeld. Deze modellen heb ik in de Verenigde Staten getest en verge-leken met modellen die daar worden gebruikt.”Kim hoopt in 2011 te promoveren.

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

35

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a M o b i l i t y S t u d i e s

Page 38: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

Mobility Studies

Themaleider: Milan JanicThemagroep: Marisa de Brito, Nam Seok Kim, Rob Konings, Ekki Kreutz-berger, Jaap Vleugel en Bart Wieg-mans

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Containerlogistiek in de binnenvaart: vergelijking Nederlandse en buiten-landse zeehavensHet doel van dit project was om door middel van een verkenning van de containerbinnenvaartafhandeling in buitenlandse zeehavens mogelijke leerervaringen te trekken voor een effectievere aanpak van de proble-men met de afhandeling in de Rot-terdamse haven. Technische en orga-nisatorische oplossingen voor de be-handeling van binnenvaartcontainers in buitenlandse havens zijn geïnven-tariseerd en beoordeeld op mogelijke toepasbaarheid en effectiviteit in de

36

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a M o b i l i t y S t u d i e s

Maatschappelijke en wetenschappelijke relaties Er wordt

samengewerkt met diverse faculteiten van de TU Delft.

Met de onderzoeksgroep Transportbeleid en Logistieke

Organisatie van de faculteit TBM wordt samengewerkt op

het gebied van onderzoek, acquisitie en onderwijs. De

themagroep is tevens bezig de relaties met secties binnen

de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen uit te

breiden. Er zijn regelmatig contacten met de faculteit

Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische

Materiaalwetenschappen. De leden van het onderzoeks-

programma participeren in Onderzoekschool TRAIL.

Het onderzoeksprogramma

Het Onderzoeksprogramma Mobility Studies bestaat uit vier onderzoeks-thema’s. Thema 1 (Gedrag van aan-bieders van transportdiensten on-der veranderende omstandigheden) is onderdeel van het TU Delft speer-punt Towards Reliable Mobility (TRM), subthema Multi-Actor Supply and De-mand Behaviour. Het onderzoeksthe-ma valt tevens binnen het Bsik-pro-gramma Transition towards Sustain-able Mobility (Transumo). Thema 2 (Duurzaamheid en betrouwbaarheid van multimodale transportnetwerken) valt onder het Delftse TRM-program-ma, meer specifiek het subprogram-ma Design & Management of Reliable Multimodal Networks en onder Tran-

sumo. Thema 3 (Hub-and-spoke net-werken) valt onder het TU Delftspeer-punt Design and Management of Mul-tifunctional Infrastructure en daarbin-nen onder het subprogramma Flexi-ble Infrastructure. Ook valt het on-der het Bsik-programma Next Genera-tion Infrastructures – subprogramma Flexible Infrastructures en Transumo. Binnen thema 4 wordt onderzoek ge-daan naar de relatie tussen economi-sche structuren, landgebruik en ver-keer en vervoer. Dit thema valt onder het Bsik-programma System Innova-tion Use of Space and Area Devel-opment, subthema Restructuring of towns and business locations.

Page 39: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

37

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a M o b i l i t y S t u d i e s

Rotterdamse haven.Uit de buitenlandse verkenning is ge-bleken dat de context waarin de af-handeling in de zeehaven plaats vindt in sterke mate het proces bepaalt. Daarin neemt de Rotterdamse ha-ven een tamelijk unieke positie in. Een groot volume binnenvaartcontai-ners, een groot marktaandeel van de binnenvaart in het achterlandtrans-port, vele ‘barge operators’ en het grote aantal potentiële aanlooppun-ten (terminals en depots) in de ha-ven, zijn omstandigheden die, behal-ve in de haven van Antwerpen, ner-gens ter wereld worden aangetrof-fen. Ondanks deze tamelijk unieke si-tuatie leverde de aanpak bij andere havens toch een aantal bruikbare in-zichten op, met name op organisato-risch vlak. Het onderzoek werd in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotter-dam in TRAIL-verband uitgevoerd. De opdrachtgever was het Kennisinsti-tuut voor Mobiliteitsbeleid.

Coördinatie op het havenspoorDe capaciteit en kwaliteit van het ach-terlandvervoer per spoor in de Rotter-damse haven staan onder druk door de groeiende spoorvolumes en een toename van het aantal actoren in de Rotterdamse spoorsector. Veel van de gesignaleerde problemen blijken hun oorsprong te vinden in afstem-mingsproblemen. In dit project zijn een aantal verbeteringen voorgesteld voor de organisatie en besturing van het spoorvervoer in de Rotterdam-se haven. Volumeprognoses voor het spoor zijn via ladingbundelingscon-cepten vertaald naar scenario’s die de omvang van en het type treinverkeer door de haven beschrijven. Op basis van deze railscenario’s zijn passende organisatiestructuren en besturingsin-strumenten ontwikkeld.Het project werd inhoudelijk uitge-voerd door de Erasmus Universiteit Rotterdam (leerstoel Haveneconomie) en het Onderzoeksinstituut OTB en werd aangestuurd door het Havenbe-drijf Rotterdam en het Academic Cen-tre of Transport.

CREAM (Customer-driven Rail-freight services on a European mega-corri-

dor based on Advanced business and operating Models)In dit driejarig project werkt een in-ternationale groep van dertig par-tijen, bestaande uit spoorwegmaat-schappijen, logistieke dienstverle-ners, terminalbeheerders, universi-teiten en consultants uit vijftien lan-den, samen aan de verbetering van een aantal aspecten van de voor goe-derenvervoer belangrijkste spoor-verbindingen tussen West-Europa en Turkije-Griekenland. In het afgelopen jaar hebben wij een aantal modules afgerond. Zo is de marktanalyse af-gerond en is samen met Keyrail een beschrijving opgesteld van het pro-ces van ingebruikname van de Betu-weroute. Ook hebben wij de jaarlijkse wetenschappelijke evaluatie van dit project uitgevoerd. In beide gevallen waren wij tevens projectleider.

Afgeronde promotie

Op 8 december is Ekki Kreutzberger gepromoveerd aan de TU Delft op zijn onderzoek getiteld The innovati-on of intermodal rail freight bundling networks in Europe. Concepts, deve-lopments, performances. In dit on-derzoek worden verschillende net-werkconfiguraties (bundelingsconcep-ten) voor railtransport met elkaar ver-geleken vanuit een aanbodperspec-tief. Hij heeft de impact van deze configuraties op doorlooptijd, capaci-teit, treinfrequentie en kosten nader bestudeerd.

Promoties in voorbereiding

Rob Konings: Intermodal barge trans-port: network design, nodes and competitivenessBinnen het TU Delft-speerpunt Next Generation Infrastructures (NGI) werkt Rob Konings aan zijn promotie-onderzoek. Dit onderzoek richt zich op een systeemanalyse van het inter-modale binnenvaartvervoer in Noord-west-Europa. De onderdelen van de intermodale binnenvaartketen wor-den in onderlinge samenhang bestu-deerd om handvaten aan te reiken om het marktaandeel van de intermo-

dale binnenvaart in het goederenver-voer te kunnen vergroten.

Nam Seok Kim: Assessment of sus-tainability and reliability of intermo-dal transport systems within logistics chainsHet doel van deze dissertatie is het beoordelen en vergelijken van de CO2-emissies van verschillende goe-derenvervoersystemen (rail, binnen-vaart en truck) in de context van een life cycle assessment (LCA). Hierbij wordt gekeken naar de soort energie die verbruikt wordt. Het is de bedoe-ling om besluitvormingsondersteu-nende systemen te ontwikkelen waar-mee zowel de energie-efficiency als de milieubelasting (vooral CO2) zicht-baar worden gemaakt. In het onder-zoek wordt gebruik gemaakt van di-verse kwantitatieve optimalisatietech-nieken teneinde de meest optimale oplossing (minimale milieubelasting, maximale energie-efficiency, maxima-le sociale voordelen (transportkosten en betrouwbaarheid)) te vinden voor een specifiek transportnetwerk.

Belangrijkste publicaties

n Baggen, J.H., J.M. Vleugel & J.A. Stoop, 2008, Towards interopera-bility on Northwest European rail-way corridors: signalling on the high-speed railway Amsterdam-Antwerp, in: Allan, J., E. Arias, C.A. Brebbia, C. Goodman, A.F. Rumsey, G. Sciutto & A. Tomii (eds.), Computers in Rail-ways XI, Ashurst, UK (Wessex Institu-te of Technology), pp. 243-252.n Binsbergen, A.J. van, J.W. Konings, J.M. Vleugel & A. Carlebur, 2008, Sta-te of the art report on standardisati-on for project on standardisation of (intermodal) logistics systems in Ko-rea, Delft (TRAIL Onderzoekschool).n De Brito, M.P., V. Carbonne & C. Meuniers, 2008, Towards a sustaina-ble fashion supply chain in Europe: organization and performance, in: In-ternational Journal of Production Eco-nomics 114, pp. 534-553.n De Brito, M.P. & E.A. van der Laan, 2008, Supply Chain Management and Sustainability: Procrastinating a Holis-tic Integration, IEMC-IEEE conferen-

Page 40: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

38

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a M o b i l i t y S t u d i e s

Vooruitblik naar 2009

De inspanning van de sectie is gericht op het handhaven van het bereik-te hoge niveau van wetenschappelijke en vakpublicaties. De vooruitzichten hiervoor zijn erg gunstig. De opdrachtenportefeuille vertoont een opgaande lijn en de inspanningen van de sectie zijn erop gericht om zowel op de bin-nenlandse als op de EU-markt nieuwe projecten binnen te halen die ook de wetenschappelijke doelstellingen van de sectie kunnen versterken. In hoe-verre wij daarin in 2009 in zullen slagen is mede afhankelijk van de alge-hele economische situatie. De onderzoeksoutput zal naar verwachting min-stens zo hoog liggen als in 2008.

ce, June 28-30, Estoril, Portugal.n Janic, M., 2008, Modelling the ca-pacity of closely-spaced parallel run-ways using innovative approach pro-cedures, in: Transportation research part c-emerging technologies 16 (6), pp. 704-730.n Janic, M., 2008, The potential of li-quid hydrogen for the future 'car-bon neutral' air transport system, in: Transportation research part d-trans-port and environment 13 (8), pp. 128-135.n Janic, M., 2008, The future develop-ment of airports: the multidimensional examination, in: Transportation plan-ning and technology 3, pp. 113-134.n Kim, N.S. & Y. Susilo, 2008, Com-parison of pedestrian trip genera-tion models, in: Schneider, R. (ed.), Proceedings of the 87th TRB Annu-al Conference, pp. 1-17, Washington DC, USA (Transportation Research Board).n Kim, N.S., M. Janic & B. van Wee, 2008, A multi-objective optimization problem for estimating the trade-off between CO2 emissions and logistics costs in intermodal freight systems, in: Lee, P.T.W. (ed.), International Research Network under auspices of Asian Logistics and Round Table, Tai-wan (Asian Logistics and Round Ta-ble), pp. 1-18.

n Kim, N.S., 2008, Sustainable trans-port in Europe, Guest lecture at Han-yang University, Korea, November 10.n Konings, J.W. & H. Priemus, 2008, Terminals and the competitiveness of container barge transport, in: Trans-portation research record 2062, pp. 39-49.n Konings, J.W., H. Priemus & P. Nij-kamp, 2008, The future of intermo-dal freight transport, Cheltenham, UK (Edward Elgar Publishing).n Kreutzberger, E.D., 2008, The in-novation of intermodal rail freight bundling networks in Europe. Con-cepts, developments, performances, T2008/16, TU Delft (TRAIL Research School).n Potoglou, D. & P.S. Kanaroglou,

2008, Comparison of phone and web-based surveys for collecting hou-sehold background information, in: Lee-Gosselin, M. & J. Zmud (eds.), Proceedings of the 8th Internatio-nal Conference on Survey Methods in Transport, Annecy, France, May 25-31, (Patrick Bonnel & Jean-Loup Zmud), pp. 1-17.n Potoglou, D. & Y. Susilo, 2008, Comparison of vehicle ownership models, in: Potoglou, D. & Y. Susilo (eds.), Comparison of Vehicle Owner-ship Models, Washington D.C. (Trans-portation Research Board of the Na-tional Academies), pp. 1-18.n Potoglou, D. & P.S. Kanaroglou, 2008, Disaggregate demand analyses for conventional and alternative fuel-

Page 41: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

Planning practice and research 23 (3).

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

39

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a M o b i l i t y S t u d i e s

led automobiles: a review, in: Inter-national Journal of Sustainable Trans-portation 2 (4), pp. 234-259.n Vleugel, J.M. & E.J. Bos, 2008, Ways to deal with the temporary va-lue of cost-benefit analysis, in: Ara-vossis, K., C.A. Brebbia & N. Gomez (eds.), Environmental Economics and Investment Assessment II, Ashurst, UK (Wessex Institute of Technology), pp. 171-180.n Vleugel, J., 2008, Cross-border co-operation in Europe: Lessons from railway integration for logistic decisi-on-making, in: Lekovic, Božidar (ed.), Book of abstracts of Strategic Ma-nagement 2008, Palic, May 15-16.n Wiegmans, B., 2008, Benchmark van Europese railgoederenvervoer-ders, in: CVS (ed.), Vroeger was de toekomst beter, programma en sa-menvattingen, Santpoort-Noord (CVS), pp. 1-19.n Wiegmans, B, P. Nijkamp & P. Riet-veld, 2008, Container terminal hand-ling quality, in: The Future of Inter-modal Freight Transport, Gheltenham (Edward Elger Publishing), pp. 89-105.n Wiegmans, B, H. Geerlings, B.A. Pielage & J.G.S.N. Visser, 2008, Eva-luation of potential successful inno-vative freight transport options, in:

Page 42: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

40

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G e o - i n f o r m a t i o n a n d L a n d D e v e l o p m e n t

Programmaleider

Willem Korthals Altes

Missie De missie van dit programma is tweeledig, namelijk hoe strategieën

en instrumenten om te interveniëren in de grondmarkt ingezet en verbeterd

kunnen worden en hoe de beschikbaarheid en toegankelijkheid van informa-

tievoorziening over grond en de daarbij behorende rechten op bijvoorbeeld

gebruik en vervreemding verbeterd kunnen worden.

Onderzoeksprogramma Geo-information and Land Development

Het onderzoeksprogramma kende in 2008 nog twee

thema’s: Grondbeleid en Geo-informatievoorziening.

Binnen het eerste thema gaat het om de interventies

in eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen over

grond en vastgoed, met het oog op ruimtelijke ontwik-

keling van een gebied of een locatie. Binnen het twee-

de thema gaat het over de geo-informatievoorziening,

bijvoorbeeld over de eigendoms- en gebruiksrechten

die op onroerend goed gelden. Vanaf 2009 is het on-

derzoek ingedeeld in drie thema’s: (1) Grondbeleid,

(2) Vastgoed, rechten en rechthebbenden en (3) Geo-

informatie studies. Het nieuwe thema vindt zijn plaats

tussen de twee andere thema’s, die ook enkele onder-

werpen daaraan hebben overgedaan, die aangevuld

en versterkt zijn met een eigen insteek.

Page 43: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

41

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G e o - i n f o r m a t i o n a n d L a n d D e v e l o p m e n t

“Grond is een heikel onderwerp”

werpfase en er ook meer bij betrokken moet worden. De juridische en bouwkundige deugdelijkheid moeten hand in hand gaan.”Jaap Zevenbergen richt zich in zijn werk op het OTB en nu als bijzonder hoogleraar Land administration systems op het administratief recht, in het bijzonder de ‘grond-boekhouding’ in derdewereldlanden. Er bestaat al sa-menwerking tussen het ITC en de TU Delft. Dat heeft on-der meer geleid tot het Land Administration Domain Mo-del (LADM) voor ontwikkelingslanden, ontwikkeld samen met het Kadaster. Tot nu toe hebben het OTB, ITC en het Kadaster gewerkt aan het opzetten, inrichten en neerzet-ten van het genoemde model maar Zevenbergen vindt het belangrijk te evalueren hoe de invoering in die landen verloopt. “Het model is niet zomaar in deze landen in te voeren, dat is zelfs binnen de EU al moeilijk. Grond is een heikel onderwerp, vooral als het schaars wordt of als er grondstoffen gevonden worden. Het is vaak ook een ach-terliggende oorzaak van etnische conflicten. Over de im-plementatie wordt vaak te makkelijk gedacht. Het moet ingekaderd zijn in een breder beleid, het moet passen in de bandbreedte van de ontwikkeling van een land en de bevolking moet vertrouwen hebben in het systeem. Ka-dasters zijn alleen nuttig als ze actueel zijn.”Zevenbergen heeft in opdracht van UN Habitat meege-werkt aan een handboek over hoe om te gaan met grond-registratie na rampen zoals de oorlog in Kosovo en de tsunami in Atjeh. “Ik ben gaan kijken hoe ze het had-den aangepakt maar je wordt somber als je de verhalen van de bewoners hoort. Het sterkt je motivering om een werkbaar systeem in te voeren want in sloppenwijken en op het platteland kan een goede registratie het ver-schil uitmaken tussen uitzichtloze armoede en een bete-re toekomst, bijvoorbeeld door het terugkrijgen van een stuk grond waarvan je kunt aantonen dat jij de eigenaar bent.”

Banden met andere universiteiten via nieuwe

hoogleraar- schappen

In 2008 hebben twee juristen aan het Onderzoeksinsti-tuut OTB een hoogleraarschap aanvaard voor een dag in de week: Hendrik Ploeger aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en Jaap Zevenbergen aan het ITC te Enschede, dat vanaf 2010 onderdeel wordt van de

Universiteit Twente.Voor een periode van vijf jaar is Hendrik Ploeger be-noemd tot bijzonder hoogleraar op de leerstoel ‘Privaat-rechtelijke aspecten van het onroerend goed, inclusief de hypothecaire en kadastrale boekhouding’. “De VU zocht een hoogleraar met gedegen kennis van zowel het vast-goedrecht als de grondboekhouding. Het vastgoedrecht is mijn wetenschappelijke passie sinds het begin van mijn carrière aan de Leidse universiteit. Vanaf mijn overstap naar de TU Delft in 2001 heb ik in mijn samenwerking met ingenieurs kennis vergaard over het kadaster. Die kennis kan ik nu inzetten op de VU.”Juristen beschouwen volgens Ploeger grondboekhouding vaak als ‘iets technisch met kaarten en databases’. “Juri-dische faculteiten besteden weinig aandacht aan wat er uiteindelijk met die aktes gebeurt en hoe bijvoorbeeld de kadastrale kaart tot stand komt. Ik kan deze kennis nu ook in mijn Amsterdamse colleges aan de studenten meegeven.” Wat onderzoek betreft speelt het onderwerp Eurotitle. “Steeds meer mensen kopen een huis in een ander EU-land dan hun eigen land, terwijl ook voor hypotheekver-strekkers de Europese vastgoedmarkt steeds belangrijker wordt. Maar de grondboekhoudingen zijn per land anders opgezet en het vastgoedrecht is in elk land anders gere-geld. Er is dan ook behoefte aan een Europese standaard voor een betrouwbare grondregistratie en de registers dienen internationaal toegankelijk te zijn. We zijn er op het OTB al jaren mee bezig maar dit onderwerp past ook bij mijn VU-werkplek, waar de juridische kant kan worden ondergebracht.” Als het gaat om de meer inhoudelijk kant van het vast-goedrecht is het Ploegers ambitie om een betere samen-hang te bereiken tussen het juridische vormgevingsdeel en het bouwkundige deel van een bouwproject. “Ik vind dat een jurist meer aandacht moet hebben voor de ont-

Hendrik Ploeger (links) en Jaap Zevenbergen

Page 44: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

42

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G e o - i n f o r m a t i o n a n d L a n d D e v e l o p m e n t

Maatschappelijke en wetenschappelijke relaties Op het terrein van het grondbeleid wordt

samengewerkt met diverse andere partijen. Er vindt kennisoverdracht plaats met de rijks-

vastgoeddiensten en diverse ingenieurs- en adviesbureaus. Daarnaast wordt onderzoek met

en in opdracht van derden gedaan: ondermeer het Rijk (ministerie van VROM), provincies,

gemeenten, andere kennisinstituten (waaronder het Instituut voor Bouwrecht en Habifo-

rum). En we participeren in het Bsik-project Vernieuwend Ruimtegebruik. Op het gebied van

geo-informatievoorziening is sprake van participatie in het Bsik-programma Ruimte voor

Geoinformatie, waarbinnen in een consortium met een dozijn partijen gewerkt wordt aan drie

deelprojecten. De relaties met Geonovum, in 2007 opgericht om de afstemming en coördina-

tie van de publieke geo-informatie in Nederland te versterken, alsmede met de Rijksdienst

voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) zijn het afgelopen jaar versterkt

met het respectievelijk in deeltijd detacheren van een van de sectiemedewerkers, en het uit-

voeren van een uit twee fasen bestaand onderzoek. De relaties met het Kadaster, Rijkswa-

terstaat (Data-ICT Dienst), de VNG en het ministerie van VROM zijn voortgezet.

Het onderzoeksprogramma

In veel landen is grond schaars en zeker in de verstedelijkte gebieden is er een grote druk op de ruimte. Veel overheden kiezen bewust voor in-terventie op de grondmarkt ter be-vordering van een wenselijke ruim-telijke ontwikkeling. In Nederland is de context waarin het grondbeleid wordt vormgegeven aan het veran-deren. In plaats van een sterk leiden-de rol van de overheid is er bij loca-tieontwikkeling steeds meer interac-tie met marktpartijen. Daarbij komt dat de wet- en regelgeving de laat-ste jaren aanzienlijk is gewijzigd, zo-als de Wet voorkeursrecht gemeen-ten, de Grondexploitatiewet en de nieuwe Wet op de ruimtelijke orde-ning. Aan de andere kant worden er, mede door de verdere doorwerking van de Europese regelgeving, zoals op het gebied van aanbesteding en staatssteun, meer randvoorwaarden gesteld aan een mee-ontwikkelende overheid. Nieuwe ruimtelijke opgaven

stellen andere eisen aan het grond-beleid. Denk aan samenhangende ge-biedsontwikkeling van stad en land, maar ook aan het zoeken naar een beter gebruik van binnenstedelij-ke ruimte, bijvoorbeeld door de her-structurering van bedrijventerreinen en ondergronds ruimtegebruik. Het onderzoek op het thema Grondbeleid is gericht op verbetering van marktin-terventie in deze veranderende situ-atie. Bestaande grondbeleidsinstru-menten worden geëvalueerd, maar daarnaast gaan wij ook op zoek naar innovatieve werkwijzen en nieuwe in-strumenten. Geo-informatievoorzie-ning betreft de beschikbaarheid en toegankelijkheid van ruimtelijke in-formatie, met name vastgoedinfor-matie. Een belangrijk onderwerp van onderzoek is hoe een goed functio-nerende geo-informatieinfrastructuur kan worden bereikt, zodat gebruikers niet steeds opnieuw geo-informa-tie hoeven op te sporen of in te win-

nen, hoe daarbij kan worden samen-gewerkt en onder welke voorwaarden en tegen welke kosten geo-informa-tie van anderen gebruikt kan worden. Daarnaast gaat aandacht uit naar de registratie van rechten op vastgoed in grondboekhoudingen en kadasters. Een subprogramma, Spatial Informa-tion Management, richt zich op insti-tutionele aspecten van de geo-infor-matieinfrastructuren (waaronder juri-dische, organisatorische en economi-sche aspecten). Een tweede subpro-gramma, Land Administration, is ge-richt op de verbetering van de infor-matievoorziening over percelen en de zakelijke rechten daarop, zoals eigen-dom. Onderzoek richt zich vooral op de ondersteuning van de overdracht van onroerend goed, waarbij goed in-zicht in de beperkingen van de onroe-rende zaak van groot belang is, zoals die volgen uit publiekrechtelijke be-perkingen en gebruiksrechten.

Page 45: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

43

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G e o - i n f o r m a t i o n a n d L a n d D e v e l o p m e n t

Grondbeleid

Themaleider: Willem Korthals AltesThemagroep: Daniëlle Groetelaers, Jitske de Jong, Demetrio Muñoz Gie-len, Hendrik Ploeger, Evelien van Rij, Milly Tambach, Tuna Tasan-Kok, Men-no van der Veen, Herman de Wolff en Jaap Zevenbergen

Een selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Monografie Erfpacht en OpstalJitske de Jong en Hendrik Ploeger hebben in de serie Monografieën BW een geheel herziene versie gepubli-ceerd van de monografie Erfpacht en Opstal. In deze publicatie ligt het ac-cent behalve op de rechtsontwikke-ling vooral ook op de rechtspraktijk. Getracht is een actueel en compleet beeld te geven van de praktijk, de ju-risprudentie en de literatuur betref-fende de rechten van erfpacht en op-stal

Mooi DelflandWillem Korthals Altes is samen met Roel in ’t Veld (diverse affiliaties, waaronder de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek en de Universiteit van de Nederlandse An-tillen) en Arnold van der Valk (Wa-geningen Universiteit) lid geweest van de commissie Mooi Delfland die aan de betrokken overheden, als on-derdeel van het Urgentieprogram-ma Randstad, een advies heeft uit-gebracht onder de titel Naar de Hof van Delfland: Venster op het verle-den voor de metropool van morgen, gericht op de toekomst van Midden-Delfland.

Internationale vergelijking nieuwe in-strumenten voor niet-financiële com-pensatieSamen met Marjolein Spaans (pro-gramma Stedelijke en Regionaal On-derzoek) en Leonie Janssen-Jansen (UvA) heeft Menno van der Veen een boek met hoofdstukken over Japan, Korea, Spanje, Italië, de VS en Ne-derland samengesteld over de ver-schillende vormen waarin compensa-tie kan worden verleend voor verlies aan ontwikkelingsmogelijkheden door planologische maatregelen. Geza-

menlijk hebben de samenstellers ook vier bijdragen zelf verzorgd.

Concurrentie en maatschappelijke sa-menhang in stedelijk beleidTuna Tasan-Kok heeft samen met Pe-ter Ache (Helsinki University of Tech-nology), Hans Thor Andersen (Uni-versity of Copenhagen), Thomas Ma-loutas (University of Thessaly) en Mike Raco (King’s College London) het boek Cities between Competitive-ness and Cohesion: Discources, Re-alties and Implementation samenge-steld dat is verschenen bij Springer in The GeoJounal Library. In dit boek heeft Tuna onder meer samen met Maloutas en Raco de conclusies ge-formuleerd.

Rood voor Groen-projecten In samenwerking met de faculteit Bouwkunde en het onderzoekspro-gramma Stedelijke en Regionale Ont-wikkeling is door Herman de Wolff en Daniëlle Groetelaers gewerkt aan een onderzoek voor projectontwikkelaar AM en de ministeries van VROM en LNV. Dit onderzoek probeert de prak-tijk van het financieren van groene ontwikkeling vanuit stedelijke ontwik-keling te analyseren om te komen tot aanbevelingen voor verbetering.

Selectie van publicaties

n Ache, P., H.T. Andersen, T. Maolu-tas, M. Raco & M.T. Tasan-Kok (eds.), 2008, Cities between competitiveness and cohesion. Discourses, realities and implementation, The GeoJournal Library (Springer).n Groetelaers, D.A. & H.D. Ploeger, 2008, Bescherming van eigendom uit het EVRM en verkrijging door verja-ring, Vastgoedrecht (3), pp. 60-66.n Janssen-Jansen, L., M. Spaans & M. van der Veen (eds.), 2008, New in-struments in spatial planning; An in-ternational perspective on non-finan-cial compensation, Amsterdam (IOS Press).n Korthals Altes, W.K., 2008, Evalua-ting national urban planning: is Dut-ch planning a success or failure?, in: Miller, D., A. Khakee, A. Hull & J. Wol-tjer (eds.), New principles in planning

evaluation, Aldershot (Ashgate), pp. 221-238.n Korthals Altes, W.K. & M. Tambach, 2008, Municipal strategies for intro-ducing housing on industrial esta-tes as part of compact-city policies in the Netherlands, in: Cities 25 (4), pp. 218-229. n Jong, J. de & H.D. Ploeger, 2008, Erfpacht en opstal, Deventer (Klu-wer). n Rij, H.E. van, 2008, Improving in-stitutions for green landscapes in me-tropolitan areas, (proefschrift), Am-sterdam (IOS Press).n Rij, H.E. van, J. Dekkers & E. Koomen, 2008, Analysing the success of open space preservation in the Ne-therlands: the Midden-Delfland case, in: Tijdschrift voor economische en sociale geografie 99 (1), pp. 115-124. n Rij, H.E. van & J.A. Zevenbergen, 2008, Het behoud van pittoresk agra-risch gebied onder stedelijke druk, in: Agrarisch Recht 68 (10), pp. 424-430. n Rij, H.E. van & W.K. Korthals Altes, 2008, The merits of outmoded plan-ning instruments for improving me-tropolitan green areas: the Midden-Delfland approach, in: Planning theo-ry & practice 9 (3), pp. 345-362. n Tasan-Kok, M.T., 2008, Changing interpretations of 'flexibility' in the planning literature: from opportunism to creativity?, in: International plan-ning studies 13 (3), pp. 183-195. n Wolff, H.W. de, 2008, De ruimtelij-ke ordening opnieuw geordend, in: Geo-info 5 (6), pp. 228-233. n Wolff, H.W. de, 2008, Oude wijn in nieuwe zakken? Wro- en grondbeleid voor stedelijke vernieuwing, in: Vitale stad 11 (7), pp. 19-23.

Afgerond promotieonderzoek

Improving institutions for green land-scapes in metropolitan areasHoogtepunt binnen het thema in 2008 was de promotie van Evelien van Rij op het onderzoek naar de ver-betering van instituties voor de be-scherming van metropolitaan groen, dat is uitgevoerd binnen het door het NWO-programma GAMON (Gamma-onderzoek Milieu, Omgeving, Natuur) ondersteunde project MetroLand,

Page 46: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

44

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G e o - i n f o r m a t i o n a n d L a n d D e v e l o p m e n t

waaraan ook de Wageningen Univer-siteit en de Vrij Universiteit deelna-men. Daarnaast heeft Evelien samen met anderen een aantal artikelen ge-publiceerd over de onderzoeksresul-taten.

Promoties in voorbereiding

Menno van der Veen: Stedelijke ver-nieuwing en rechtssystemenDit proefschrift is gericht op een ana-lyse van overeenkomsten tussen pro-jectontwikkelaars en (gemeentelijke) overheden in New York, Londen en Amsterdam. Hierbij is een relatione-le benadering gebruikt om deze con-tracten te analyserden. De promotie staat gepland voor mei 2009. Dit on-derzoek, dat wordt bekostigd uit het SUA-programma, is ingebracht in de onderzoekschool Ius Commune.

Demetrio Muñoz Gielen: De rol van bestemmingsplannen bij de waarde-verandering bij stedelijke vernieuwingDit onderzoek gaat over de vraag hoe waardeveranderingen van grond en vastgoed, die door planologische be-sluiten ontstaan, strategisch kunnen worden ingezet bij stedelijke vernieu-wing. Dit onderzoek is opgenomen in het Bsik-programma Vernieuwend Ruimtegebruik.

Geo-informatievoorziening

Themaleider: Jaap ZevenbergenThemagroep: Paul van Asperen, Jaap Besemer, Garfield Giff, Michiel Jel-lema, Jitske de Jong, Aegidius Kap, Henk Koerten, Willem Korthals Altes, Bastiaan van Loenen, Bas Kok, Hen-drik Ploeger en Frederika Welle Don-ker

Selectie van onderzoeks­projecten en overige activiteiten

Businessmodellen voor het ter be-schikking stellen van geo-informatieIn opdracht van het Kadaster is een onderzoek gedaan naar de mogelijkhe-den waarmee het Kadaster via webser-vices geodata aan het publiek beschik-baar kan stellen. In het kader van het RGI-project ‘Geoloketten’ is eveneens onderzoek gedaan naar de verschillen-de businessmodellen die voor het be-schikbaar stellen van geo-informatie mogelijk zijn, waarbij zowel de theorie als de huidige praktijk is onderzocht. Binnen dit RGI-project loopt verder een promotie-onderzoek naar de soci-aal-organisatorische aspecten van sa-menwerking in de (publieke) geo-sec-tor, en zijn nog andere activiteiten ver-richt, met name rond het afsluitende congres en conference-papers.

Betekenis en vormgeving van de con-tour in het MonumentenregisterIn opdracht van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Mo-numenten (RACM) is onderzoek ge-daan naar de betekenis van en de huidige paktijk bij het toekennen en vastleggen van de contour (begren-zing) van aangewezen monumenten. Het actueel houden bij wijzigingen van gebouw, adres of kadastrale per-ceel is daarbij een grote uitdaging, waarbij ook de relatie met wettelijk ingestelde basisregistraties een rol speelt. Het advies bevat enkele sce-nario’s die ook voorzien zijn van een inschatting van tijd en kosten die met de uitvoering gepaard gaan. Het pro-jectteam was daartoe versterkt met Leen Murre, zelfstandig adviseur.

NGIIs in internationaal verbandBijgedragen is aan de afronding van het onderzoek naar beoordelingsme-

chanismen voor (nationale) geo-infor-matieinfrastructuren (NGIIs) binnen een RGI-project, dat onder andere tot een workshop in Delft en een in-ternationaal gereviewd boek (Univer-sity of Melbourne) heeft geleid. Ver-der is een forse inzet geleverd binnen de organisatie Global Spatial Data In-frastructure (GSDI), waaraan we de voorzitter leveren, en we dragen bij aan de voorbereidingen voor het con-gres GSDI-11 in juni 2009 in Rotter-dam, in het bijzonder het gereview-de boek met de belangrijkste weten-schappelijke papers.

Privacy en nationale veiligheid bij het volgen van mobiele apparatenIn 2008 is het anderhalfjarige onder-zoek naar de relatie tussen privacy en nationale veiligheid bij het volgen van mobiele apparaten (zoals mobiele te-lefoons), de zogenaamde 'location pri-vacy', afgerond. Dit is in het kader van het NWO-programma Netwerk van netwerken uitgevoerd. Naast het eind-rapport zijn enkele artikelen versche-nen en ter publicatie ingediend.

Land administration in het buitenlandOp het gebied van land administrati-on zijn internationale onderzoeks- en adviesprojecten uitgevoerd in Surina-me (evaluatie van het lopende kadas-terproject aldaar) en in Ethiopië (on-derzoeken en vergelijken van innova-tiemogelijkheden voor aanvulling van administratieve certificaten met kaar-ten). Daarnaast is deelgenomen aan een expert group meeting van UN Habitat in Genève over land admini-stratie in post-disaster gebieden. Bij al deze activiteiten is nauw samenge-werkt met Kadaster International en het ITC. Eén van de medewerkers is per 1 juni 2008 bij die laatste instel-ling benoemd tot deeltijdhoogleraar Land administration systems.

Benoeming hooglerarenDe deeltijdbenoemingen van twee medewerkers als hoogleraar bij de Vrije Universiteit (onroerend-goedrecht) en bij het ITC (land ad-ministration systems) versterkt met name de zichtbaarheid op het ter-rein van het nieuwe thema ‘Vastgoed, rechten en rechthebbenden’.

Page 47: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

45

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G e o - i n f o r m a t i o n a n d L a n d D e v e l o p m e n t

Belangrijkste publicaties

n Besemer, J.W.J., 2008, Geo-infor-matie infrastructuur: bestuurlijke context en juridische vragen, in: Mo-lenaar, M. (ed.), Jaarverslag 2007 Ne-derlandse Commissie voor Geodesie, Delft (NCG van de KNAW), pp. 51-63.n Crompvoets, J., A. Rajabifard, B. van Loenen & T. Delgado (eds.), A Multi-View Framework to Assess SDIs, Wageningen (Wageningen Uni-versity, University and Centre for SDIs and Land Administration Space for Geo-Information – RGI & The Uni-versity of Melbourne), pp. 385-396.n Deininger, K., D. Ayalew, S. Holden & J.A. Zevenbergen, 2008, Rural land certification in Ethiopia: process, ini-tial impact and implications for other African countries, in: World develop-ment 36 (10), pp. 1786-1812. n Giff, G.A., B. van Loenen & J.A. Ze-venbergen, 2008, PSGI policies in Norway and England: are they within the spirit of recent EU directives?, in: International journal of spatial data infrastructures research 2008 (3), pp. 118-145. n Giff, G.A. & J. Crompvoets, 2008, Performance indicators a tool to sup-port spatial data infrastructure as-sessment, in: Computers environment and urban systems 32 (5), pp. 365-376. n Loenen, B. van & J.A. Zevenber-gen, 2007, The impact of the Europe-an privacy regime on location techno-logy department, in: Journal of locati-on based services 1 (3), pp. 165-178. n Loenen, B. van (ed.), Assessment and socio-economic aspects of geo-graphic information infrastructures, Delft (NCG-KNAW), pp. 77-87.n Loenen, B. van, J.A. Zevenbergen & J. de Jong, 2008, Geo-informatie: wat is het en wat is de juridische context?,in: Wees, L. van & S. Nouwt (eds.), Recht en locatie; geo-informatie in een juridische context, Den Haag (Reed Business), pp. 11-33.

Promoties in voorbereiding

Henk Koerten: Succes- en faalfacto-ren van geolokettenHet onderzoek is in het najaar van

2005 gestart in het kader van het RGI-project Geoloketten. Het stelt de rol die het Geolokettenproject heeft gespeeld bij het streven van de geo-informatiesector om te komen tot een geoinformatie-infrastructuur cen-traal. Er wordt geanalyseerd hoe con-cepten die gehanteerd worden bij het denken over infrastructuur veranderd zijn en hoe die het huidige denken bepalen. Daarmee wordt geprobeerd aanbevelingen voor de toekomst te doen die bruikbaar kunnen zijn voor beleidsmakers bij het vormgeven en het verder realiseren van de Neder-landse Geo Informatie Infrastructuur (NGII). In 2008 zijn de interviews voor de case studies afgerond. Paul van Asperen: Pro-poor tools in zuidelijk AfrikaDe laatste jaren worden in veel Afri-kaanse landen nieuwe methodie-ken van grondboekhouding geïntro-duceerd. Doel van het onderzoek is te bepalen wat het effect is van die nieuwe methodieken op de gewenste verhoging van de rechtszekerheid van grondrechten en de daarop verwach-te welvaartstijging voor de mensen in

de laagste inkomensgroepen. Het on-derzoek beperkt zich tot de Randste-delijke gebieden in Afrika, waar de markt de meeste dynamiek vertoont. In 2008 is tweemaal veldwerk verricht in Namibië, de eerste case study.

Michiel Jellema: Dynamiek tussen overheidsorganisatie en geo-informa-tievoorzieningEen groot aantal overheidsorganisa-ties, zowel lokaal als nationaal, is be-trokken bij geo-informatie, vaak als producent én gebruiker. Al deze orga-nisaties kennen hun eigen dynamiek en bevinden zich in verschillende sta-dia van organisatieontwikkeling. Nati-onale beleidsvoornemens en projecten ter bevordering van de geo-informa-tievoorziening hebben hiervoor weinig oog. Het onderzoek richt zich op het voor de geo-sector geschikt maken van een organisatieontwikkelingsmo-del, en op wederzijdse beïnvloeding van de organisatieontwikkeling van de betrokken organisaties en de (landelij-ke) ontwikkelingen op het gebied van de geo-informatievoorziening. In 2008 is op basis van de theorie het kader voor het praktijkonderzoek afgerond.

Vooruitblik naar 2009

2008 was het laatste jaar van het lopende onderzoeksprogramma. Het nieuwe pro-gramma, waarvan de titel Governance of Geo-information and Land Development zal zijn, kent een nieuwe indeling in drie thema’s. Veel projecten zijn in 2008 tot een af-ronding gekomen, of lopen begin 2009 af. Dit geldt ook voor meerdere promotie-onder-zoeken binnen het thema Grondbeleid. Ook worden in 2009 nog een aantal publicaties voorzien, waaronder het afsluitende boek van het Gamon/NWO-programma Reinventing landscape planning in Metroland. Binnen het thema Geo-informatievoorziening loopt, ondanks het aflopen van het Bsik-programma RGI, één promotieonderzoek, geheel volgens planning nog ruim anderhalf jaar door, en is een tweede in het verlengde van twee RGI-projecten gestart. De publi-caties over de uitkomsten van een groot deel van deze activiteiten zit nog deels in de pijplijn, en wordt ook nog verder uitgebouwd. Zo zal het eindrapport van het NWO-on-derzoek inzake ‘location privacy’ tot een boek worden omgewerkt. De voortzetting van de samenwerking met Geonovum, het mede-organiseren van het GSDI-11 congres in Rotterdam in juni 2009 en de eindredactie van het bijbehorende boek vragen veel aan-dacht binnen Geo-informatie studies. Het nieuwe thema Vastgoed, rechten en rechthebbenden bouwt voort op het onderzoek dat in de afgelopen jaren werd verricht naar de relatie tussen het gebruik van de grond, de juridische instrumenten voor dit gebruik en de informatievoorziening over percelen en de rechten en beperkingen daarop. Het thema zal zich in de komende jaren met na-me richten op de Europese dimensie van dit onderzoeksgebied, zoals de rol van funda-mentele rechten, als verankerd in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, en de invloed van de Europese Unie.

Page 48: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

46

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G I S - t e c h n o l o g y

In dit programma staat de

ondersteuning van technologische

ontwikkelingen van de geografische

informatie-infrastructuur in binnen-

en buitenland centraal. In een steeds

complexer georganiseerde

maatschappij neemt de behoefte aan

hoogwaardige geo-informatie gestaag

toe. Samen met andere onderzoeks-

centra en deskundigen verkennen wij

nieuwe wegen.

Programmaleider

Peter van Oosterom

Missie De sectie GIS-technologie streeft

ernaar via onderzoek en onderwijs binnen de

internationale wereld het kenniscentrum te

zijn voor geo-informatiewetenschappen.

Wij willen behoren tot de top drie van

expertisecentra op het gebied van Geo-DBMS

(DataBase Management Systeem) ter wereld.

Onderzoeksprogramma GIS-technology

Page 49: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

47

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G I S - t e c h n o l o g y

maar intussen zijn we er wel achter dat het allemaal mak-kelijker lijkt dan het is. Om een route uit te stippelen heb je bijvoorbeeld andere informatie nodig dan een wegen-beheerder. Gebaseerd op een selectie van veelvuldig ge-bruik door consumenten, zoals navigatie en toeristische informatie, worden gebruikersvriendelijke technieken ge-toetst. Op basis daarvan kunnen kleine prototypes en si-mulaties worden geëvalueerd, evenals de interactie en kwaliteit van de kaarten.”

Mobiele kaarten op juiste schaal voor

gebruikers

Tegenwoordig zien we een enorme toename van het ge-bruik van geo-informatie in mobiele apparaten. We zijn er allemaal al aan gewend: de digitale kaart, dankzij GPS-antennes en beeldschermpjes op TomToms en mobie-le telefoons. Het is onnodig om tegenwoordig de weg nog kwijt te raken. En je wordt keurig netjes op de hoog-te gehouden van pin- en tankmogelijkheden langs de weg. Toch zijn er volgens onderzoeker GIS-technologie Theo Tijssen nog verbeteringen te behalen in kaarten-land. Daar wordt in het project ‘Mobiele kaarten op juis-te schaal voor gebruikers’, genomineerd voor de Geo-in-novatie Award 2009, aan gewerkt. “De bron van vrijwel alle kaarten op mobiele telefoons of PDA’s is de digita-le kaart met een aantal vaste, dus statische, schalen. Dat maakt een dynamische aanpassing aan nieuwe informa-tie en wijzigende omstandigheden van de gebruiker erg lastig. De huidige verbeteringen voor de mobiele kaart hebben onvoldoende gebruikerstoepassingen. De gebrui-ker kan gemakkelijk verdwalen op de kleine mobiele dis-play als hij inzoomt en zijn route uitstippelt. Met de be-schikbaarheid van hoge bandbreedte draadloze verbindin-gen (zoals UMTS) zijn er betere en meer dynamische op-lossingen mogelijk. Het idee is om te werken vanuit één bron, die altijd up-to-date is. Van daaruit kan op iede-re gewenste schaal een kaart worden gegenereerd die af-geleid is van de gedetailleerde brongegevens. Een actue-le kaart dus, van het juiste gebied op de op dat moment gewenste schaal.”Een mooi idee, maar kan het ook allemaal in de prak-tijk? Tijssen: “Landelijk worden basisregistraties ingericht

Theo Tijssen

“Door te werken met één bron zijn alle kaarten actueel te houden”

Page 50: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

48

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G I S - t e c h n o l o g y

Maatschappelijke en wetenschappelijke relaties

Maatschappelijke relaties zijn er met het Kadaster,

Geonovum, RWS-DID, Atlis, Oracle, Bentley, Queensland

Government, Australia, EU-INSPIRE (JRC) en UN-Habitat.

Wetenschappelijke relaties zijn er met het ITC te Ensche-

de, TNO, het CWI te Amsterdam, Wageningen Universiteit,

University of Aveiro (Portugal), TU Wien (Oostenrijk), City

University London (Engeland), University of Glanmorgan

(Wales), University College London (Engeland), Leibniz

University Hannover (Duitsland), Weierstrass Institute

for Applied Analysis and Stochastics (WIAS, Berlijn,

Duitsland) en diverse faculteiten van de TU Delft.

Het onderzoeksprogramma

Primair doel is het verrichten van on-derzoek en het verzorgen van onder-wijs op het gebied van de technolo-gie ten behoeve van de geo-informa-tie verwerkende systemen, in de con-text van de informatie-infrastructuur. Dit ‘gereedschapsgericht’ onderzoek kan alleen zinvol gebeuren door de ‘tools’ met de praktijk te confronte-ren. Door concrete GIS-toepassingen te analyseren, sporen onze onderzoe-kers gebreken in de huidige techno-logie en kennislacunes op. Via weten-schappelijk onderzoek worden verbe-teringen en oplossingen ontwikkeld, die in de praktijk worden getoetst. Met de realisatie van de ruimtelijke informatie-infrastructuur (Spatial In-formation Infrastructure - SII) zal het aantal gebruikers, zowel met als zon-der GIS-expertise, sterk toenemen. De sectie GIS-technologie is in de af-gelopen jaren sterk gegroeid, zodat de introductie van twee toepassings-gerichte themagroepen voor de hand lag: Crisismanagement en Ruimtelijke informatie-infrastructuur. De thema-

groep Crisismanagement houdt zich bezig met het ontwikkelen van raam-werken, het ontwikkelen van oplos-singen en het bouwen van prototy-pen, die het besluitvormingsproces in geval van urgente situaties onder-steunen met de op kennistechnologie gebaseerde inzet van geo-informa-tie. De themagroep SII houdt zich be-zig met de technologische ontwikke-ling van authentieke registraties, zo-als topografische of kadastrale infor-matie. Beide themagroepen delen het gemeenschappelijke onderzoek naar de basis Geo-ICT technologie. De-ze technologie bestaat naast het cen-trale onderzoeksthema Geo-DBMS uit onderzoeksonderwerpen zoals 3D ruimtelijk-temporeel modelleren, computationele geometrie, gedistri-bueerde geo-informatieverwerking, mobiel GIS en kennistechnologie. Sa-men met ondersteunende technolo-gieën, zoals inwinning, plaatsbepa-ling en visualisatie, toetsen we onze onderzoeksresultaten aan bovenge-noemde toepassingsgebieden.

GIS-technologie

Themaleider: Peter van OosteromThemagroep: Henri Aalders, Arta Di-lo, Elfriede Fendel (projectmanager), Frank Kleijer, Safiza Kamal Baharin, Hugo Ledoux, Tjeu Lemmens, Mar-tijn Meijers, Peter van Oosterom (the-maleider Ruimtelijke informatie-in-frastructuur), Friso Penninga, Wil-ko Quak, Yahaya Abdul Rahim, Wieb-ke Tegtmeier, Theo Tijssen, Edward Verbree, Maarten Vermeij, Marian de Vries, Wei Xu, Sisi Zlatanova (thema-leider Crisismanagement), João Paulo Hespanha en Rod Thompson.

Een selectie van Ruimte voor Geo­informatie­onderzoeks­projecten

Het Bsik-programma Ruimte voor Geo-Informatie is op 31 december 2008 na vier jaar onderzoek afgeslo-ten. Er komt een kennisportaal, waar de resultaten van het programma on-line beschikbaar zullen zijn. De spe-cifieke websites voor de RGI-projec-ten waarvan de sectie GIS-technolo-gie projectleider was, zullen toegan-kelijk blijven.

3D TopografieEr ontstaat steeds meer behoefte aan echte 3D topografie t.b.v. een breed scala aan toepassingen. Hoofddoel van het project was het forceren van een doorbraak in de toepassing van 3D topografie in de bedrijfs-ITC-om-geving door structurele inbedding van 3D methoden en technieken. Daarnaast kende het project twee in-ternationale top-ups, waarin de ver-gelijking van verschillende andere 3D modellen met onze eigen tetraëder-gebaseerde structuur werd onder-zocht. Het project viel meerdere ma-len in de prijzen en leverde in 2007 en 2008 een promotie op.

Location-based Services 24-7Location-based Services 24-7 was een definitiestudie naar ‘direct be-schikbare geo-informatie voor de handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die de-ze behoeven’, kortom: LBS altijd en overal voor het uitvoeren van politie-taken. Dat vereist een zeer adaptieve

Page 51: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

49

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G I S - t e c h n o l o g y

vorm van LBS: zowel de kartografie als de interactie met het meest geëi-gende instrument (PDA, Smartphone, etc.) moeten toegespitst zijn op de gebruiker.

Geo-info to-goGeo-info to-go heeft zich gericht op het vraagstuk wélke geo-informatie noodzakelijk is voor hulpverlening en handhaving. Daarnaast is er gekeken in wélke vorm deze, veelal zeer dyna-mische data, beschikbaar moet wor-den gesteld. Voor de uitvoering van dit project is aangesloten op het al lopende project Buiten Beter, waarbij een groot scala aan handhavers (po-litie, brandweer, maar ook boswach-ters), een breed scala aan milieu-delicten – letterlijk – in kaart moet brengen.

3D plaatsbepalingEen groot probleem van het Global Positioning System (GPS) is dat het weliswaar zeer goed werkt, maar niet altijd en overal op díe plekken waar een groot deel van de mensheid ac-tief is: binnen of rond gebouwen. Om grip te krijgen op deze beperkende factor is zeer veel aandacht gegeven aan dit prangende vraagstuk. De be-vindingen van dit project zijn gepre-senteerd tijdens een flink aantal con-ferenties en workshops, waaronder het 5e International Symposium Lo-cation-based Services and Telecarto-graphy.

GeoInfoNedIn het GeoInfoNed-project hebben we een bestaande open source DBMS MonetDB, die ontwikkeld is door het CWI (Centrum Wiskunde & Informati-ca), uitgebreid met ruimtelijke func-tionaliteit volgens de OGC-specifica-ties. Door op alle niveaus gebruik te maken van innovatietechnieken kan met MonetDB een enorme perfor-mance gehaald worden. Zo wordt on-der andere gebruik gemaakt van een kolomgebaseerde opslag, het au-tomatisch direct aanmaken van in-dexen en een architectuur die het on-derste uit de kan van een CPU weet te halen. Door GIS-functionaliteit toe te voegen hebben we in het GeoIn-foNed-project een DBMS neergezet,

waarmee wij onze ideeën over hoe een DMBS met ruimtelijke data moet omgaan, kunnen testen.

Goed geschaalde en bruikbare mobie-le kaartenMobiel kaartgebruik neemt door de technologische ontwikkelingen steeds verder toe. De zeer beperkte scherm-omvang brengt belangrijke beperkin-gen met zich mee. Naast technische oplossingen is in dit project ook uit-drukkelijk naar de bruikbaarheid van de resultaten gekeken. Al met al heeft het project een groot aantal resultaten opgeleverd. Dit mede door de inzet van drie enthousiaste afstudeerders. Twee van hen zijn later (deels ook weer binnen het project) zelfs verder gegaan met promotieonderzoek.

Een selectie van overige onderzoeksprojecten

GeonovumDe in het najaar van 2007 afgeslo-ten samenwerkingsovereenkomst is in 2008 voortgezet (en zal ook ver-der in 2009 worden voorgezet). Maar-ten Vermeij en Wilko Quak hebben in 2008 elk twee dagen per week als ad-viseur standaarden gewerkt bij Geo-novum. Geonovum maakt geo-infor-matie van de publieke sector breed toegankelijk en ontwikkelt en beheert de standaarden die daarvoor nodig zijn.

Data-ICT Dienst RijkswaterstaatIn april zijn wij door DID benaderd om van gedachten te wisselen over de wijze waarop de samenwerking tussen DID en de TU Delft gestructu-reerd kan worden en om de belang-rijkste onderzoeksonderwerpen te de-finiëren. Dat heeft onder andere ge-resulteerd in onderzoek naar het ver-strekken van gegevens ten behoeve van crisisrespons.

INSPIRE Thema Werkgroep kadastra-le percelenNa een aantal jaren van voorbereidin-gen op het gebied van INSPIRE, zijn op 14 en 15 februari 2008 de ver-schillende themawerkgroepen (TWGs) gestart met het maken van dataspe-

cificaties voor de zogenaamde annex I thema’s, waaronder ook de kadas-trale percelen vallen. Binnen de TWG kadastrale percelen is gewerkt aan een productbeschrijving waarbij uit-gegaan wordt van de analyse van de gebruikersbehoeften en van de be-staande registraties van kadastrale percelen binnen de EU-lidstaten. Op basis hiervan wordt getracht een ge-harmoniseerd model te maken. Eind 2008 is een eerste versie van de da-ta product specificatie kadastrale per-celen gereed gekomen en ter com-mentaar verspreid binnen de EU. In de loop van 2009 zal deze specificatie definitief vastgesteld worden en geldt dan voor de 27 landen van de EU.

Land Administratie Domein ModelIn het verslagjaar is bij de ISO TC211 (geo-informatie) een initiatief geac-cepteerd om tot internationale stan-daardisatie te komen op het gebied van de land administratie. De plan-ning is uiteindelijk dat in de loop van 2011 de definitieve status van in-ternationale standaard is verkregen. In het verslagjaar is verder gewerkt voor UN-Habitat (door vooral het ITC) aan het Social Tenure Domain Mo-del (STDM), een specialisatie van het LADM.

HUMBOLDTIn 2008 is het onderzoek in het kader van het Europese HUMBOLDT-pro-ject (6e Kaderprogramma) voortge-zet, waarbij voor wat betreft de sec-tie GIS-t het accent ligt op onderzoek op het gebied van dataharmonisa-tie en op de organisatie van het 'da-taharmonisatie'-werkpakket. Zeven-entwintig partners uit veertien landen zijn betrokken bij het project. Pro-jectleider is het Fraunhofer Instituut (Duitsland).

Semantic enrichment of 3D city mo-dels for sustainable urban develop-ment Het voorstel Semantic enrichment of 3D city models for sustainable urban development, dat ingediend is bij het COST-programma van de EU, is goed-gekeurd en in het verslagjaar van start gegaan.

Page 52: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

50

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G I S - t e c h n o l o g y

ATLISIn het verslagjaar is contractonderzoek uitgevoerd inzake Generation of bathy-metric contours: investigation of the current problems and proposition of solutions (ATLIS). Het ziet er naar uit dat de samenwerking met ATLIS ook in 2009 gecontinueerd zal worden.

Overige activiteiten

Geo-Database Management Center (GDMC)Het OTB is de thuisbasis van Geo-Da-tabase Management Center (GDMC). Er is gekozen voor een open onder-zoeksmodel met participatie van de industrie en een onderzoeksprogram-ma geconcentreerd rond het the-ma geo-DBMS. Het GDMC, onderge-bracht bij de sectie GIS-t, is een on-derzoeks- en ontwikkelcentrum voor het modelleren, opslaan, selecteren, analyseren, presenteren en distribu-eren van geo-informatie met als par-ticipanten Sun Microsystems, Oracle, Computer Associates, Professional Geo Systems, Bentley en Intergraph. In 2008 zijn de toetredingsonderhan-delingen met Tele Atlas vervolgd.

Willem Schermerhorn AwardSisi Zlatanova heeft de Willem Scher-merhorn Award 2008 gewonnen. Zij ontving deze prijs als blijk van waar-dering voor de uitstekende wijze waarop zij het voorzitterschap van de International Society for Photogram-metry and Remote Sensing (ISPRS) working group IV/8: Spatial Data In-tegration Emergency Services op zich heeft genomen. De prijs wordt om de vier jaar tijdens het ISPRS-congres uitgereikt.

Seminar Open Source Geo-ICTOp dinsdag 17 juni heeft het Geo-Da-tabase Management Center van de sectie GIS-technologie in samenwer-king met het Programmabureau Ne-derland Open in Verbinding (NOiV) en Rijkswaterstaat een seminar verzorgd over de toepassing van open sour-ce software in het geodomein. Dit se-minar was het vervolg op het succes-volle seminar dat gehouden is in ok-tober 2007 over hetzelfde onderwerp.

Ruim honderd deelnemers, waarvan de helft afkomstig uit het bedrijfsle-ven, geeft aan dat open source soft-ware in de breedte op belangstelling kan rekenen.

Symposium Core Spatial DataIn december is het symposium Co-re Spatial Data gehouden in de se-naatszaal van de TU Delft, georgani-seerd door de Subcommissie Ruim-telijke Basisgegevens van de NCG en de sectie GIS-technologie van de TU Delft ter gelegenheid van het 25-jarig ambtsjubileum van Tjeu Lemmens.

UDMS 2009In 2008 zijn de voorbereidingen voor het 27th Urban Data Management Symposium (24 t/m 26 juni 2009) in Ljubljana, Slovenië van start gegaan.

Afgerond promotieonderzoek

Friso Penninga: 3D topography: a simplicial complex-based solution in a spatial DBMS Op 19 juni 2008 is Friso Penninga ge-promoveerd. Zijn onderzoek is me-de mogelijk dankzij een financië-le bijdrage uit het Speerpunt SUA en maakt deel uit van het RGI-011 pro-ject 3D Topografie.

Promoties in voorbereiding

Marian de Vries: Ontsluiting van geo-informatie via netwerkenGeo-informatie kan worden ontsloten via netwerken, zoals internet of mo-biele netwerken. Zij onderzoekt on-der meer hoe het principe ‘data bij de bron’ gerealiseerd kan worden in web-GIS-toepassingen zonder dat er concessies worden gedaan aan gebo-den functionaliteit, gebruiksgemak, beveiliging en prestatie.

Wilko Quak: Performance-vraagstuk-ken in ruimtelijke DBMSenOnderzoek dat een overzicht tracht te geven van alle aspecten die voor de prestaties van een ruimtelijk DBMS van belang zijn. Verder wordt ook aandacht besteed aan het topolo-gisch en temporeel modelleren van

ruimtelijke gegevens en het standaar-diseren van ruimtelijke gegevens.

Edward Verbree: Driedimensionale to-pografische terreinmodellering op ba-sis van tetraëdernetwerken: Top10-3DToepassing van zogenaamde triangu-lated irregular networks (TIN’s) en te-trahedron networks (TEN’s). De vraag is of de veelvuldig toegepaste Delau-nay-triangulatie in dit opzicht de bes-te 2.5D-terreinmodellering afdwingt. Dit onderzoek wordt in samenwerking met de Topografische Dienst Kadas-ter uitgevoerd.

João Paulo Hespanha: Development Methodologies for an Integrated Le-gal CadastreEr wordt een analyse gemaakt van de technische, juridische, administra-tieve en institutionele aspecten van een Kadaster. Op basis van het LADM worden met name de juridische en administratieve aspecten van het mo-del verder uitgewerkt (met als case study Portugal). Via de principes van de modelgedreven aanpak wordt ver-volgens een prototypesysteem gere-aliseerd. Ter evaluatie van de onder-zoeksdoelen wordt deze met testdata gevuld. Dit promotieonderzoek is een samenwerking met de sectie GiGb.

Wiebke Tegtmeier: Harmonization of geo-information related to the lifecy-cle of civil engineering objectsEr wordt onderzocht hoe de geo-infor-matievoorziening rondom civieltech-nische werken verbeterd kan worden. Hierbij spelen een aantal compliceren-de factoren: de aard van de ruimte-lijke informatie is zeer heterogeen en rondom de ondergrondse waarnemin-gen heerst interpretatieonzekerheid. Dit promotieonderzoek is een samen-werking met ITC Enschede.

Wei Xu: Geo-information and formal semantics for disaster management De effectiviteit van een rampenbe-strijding is grotendeels afhankelijk van de succesvolle selectie en inte-gratie van gedistribueerde en hetero-gene geo-informatie. Gedurende een crisis is er nauwelijks of geen tijd om dit handmatig uit te voeren. Wil een machine goede ondersteuning kun-

Page 53: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

51

O n d e r z o e k s p r o g r a m m a G I S - t e c h n o l o g y

Vooruitblik 2009

In de tweede helft van 2008 is er een start gemaakt met het opstellen van een nieuw onderzoeksprogramma (2009-2014) voor de sectie, dat begin 2009 definitief zal wor-den vastgesteld. De langetermijndoelstelling, waarmee de sectie zich wil onderscheiden van vakgenoten elders, is het onderzoek naar een ‘5D super model’ (3D ruimte + tijd + schaal) voor zowel discrete als continue ruimtelijke fenomenen.De sectie zal ook in 2009 de (internationale) samenwerking blijven zoeken en voorzien is dat er ook weer verschillende gasten ontvangen zullen worden. De internationale ac-tiviteiten op het gebied van ISO TC211 LADM en INSPIRE (Kadastrale percelen) zullen worden voortgezet.Met de afronding van RGI ontstaat er weer ruimte om nationaal te participeren in ande-re en mee te werken aan nieuwe initiatieven. Dat zijn DRI (Delft Research Initiative) En-vironment, Nederland-Geoland (de opvolger van het RGI-programma in het kader van de nieuwe FES-impuls Fonds Economische Structuurversterking op gebied van Water, Klimaat, Ruimte) en NWO/STW-onderzoeksvoorstellen.

nen geven door het (deels) uitvoe-ren van deze taken, dan is begrip van formele semantiek noodzakelijk. Door persoonlijke omstandigheden heeft Wei Xu in September 2008 zijn dienstverband met de TU Delft ver-broken, maar heeft nog wel de inten-tie geuit om het promotieonderzoek (bij de TU Delft) af te maken.

Martijn Meijers: Variabele schaal geo-informatieHet doel van dit promotieonderzoek is om dynamische variabele schaalkaart-oplossingen mogelijk te maken. De onderzoeksvraag is hoe we een para-digmaverschuiving richting minimaal redundante, dynamische, variabele schaal geo-informatie tot stand kun-nen brengen. De start van het onder-zoek is de variabele schaal datastruc-tuur, tGAP (topologische Gegenerali-seerde Vlakken Partitie) genaamd.

Belangrijkste publicaties

n Ledoux, Hugo & Christopher M. Gold, 2008, Modelling three-dimen-sional geoscientific fields with the Voronoi diagram and its dual, in: In-ternational Journal of Geographical Information Science 22 (5), pp. 547-574.n Penninga, F. & P.J.M. van Ooster-om, 2008, A simplicial complex-based

DBMS approach to 3D topographic data modeling, in: International Jour-nal of Geographical Information Sci-ence 22 (7), pp. 751-779.n Elzakker, Corné van, Ioannis De-likostidis & Peter van Oosterom, 2008, Field-based usability evaluation methodology for mobile geo-applica-tions, in: The Cartographic Journal 45 (2), pp. 139-149.n Oosterom, P. van, S. Zlatanova, F. Penninga & E. Fendel (eds.), Advan-ces in 3D Geoinformation Systems (Springer).n Scarponcini, Paul, Styli Camater-os, Oscar Custers, Sisi Zlatanova, Ar-co Groothedde, Christiaan Lemmen, Paul van der Molen & Peter van Oos-terom, 2008, A standardized land ad-ministration domain model as part of the (spatial) information infrastruc-ture, in: Oosterom, P. van & S. Zla-tanova (eds.), Creating Spatial Infor-mation Infrastructures. Towards the Spatial Semantic Web (CRC Press), pp. 129-150.n Reuvers, Marcel & Henri J.G.L. Aal-ders, 2008, Metadata and spati-al searching as key spatial informa-tion infrastructure component: fu-ture standardization developments, in: Oosterom, P. van & S. Zlatanova (eds.), Creating Spatial Information Infrastructures, Towards the Spatial Semantic Web (CRC Press), pp. 151-163.

n Ledoux, H., 2008, FieldGML: an al-ternative representation for fields, in: Ruas, A. & C.M. Gold (eds.), Headway in Spatial Data Handling (Springer), pp. 233-254.n Stoter, J.E., J.M. Morales, R.L.G. Lemmens, B.M. Meijers, P.J.M. van Oosterom, C.W. Quak, H.T. Uitermark & L. van den Brink, 2008, A data mo-del for multi-scale topographical da-ta, in: Ruas, A. & C.M. Gold (eds.), Headway in Spatial Data Handling (Springer), pp. 385-400.n Li, J. & S. Zlatanova, A 3D data model and topological analyses for emergency response in urban areas, in: Zlatanova, S. & J. Li (eds.), 2008, Geospatial Information Technology for Emergency Response (Taylor & Francis/Balkema), pp. 143-168.n Scholten, H.J., S. Fruijter, A. Dilo & E. van Borkulo, 2008, Spatial data in-frastructure for emergency respon-se in the Netherlands, in: Nayak, S. & S. Zlatanova (eds.), Remote Sensing and GIS Technologies for monitoring and prediction of disasters (Springer), pp. 179-197.n Hofstra, H., H.J. Scholten, S. Zla-tanova & A. Scotta, 2008, Multi-user tangible interfaces for effective deci-sion-making in disaster management, in: Nayak, S. & S. Zlatanova (eds.), Remote Sensing and GIS Technolo-gies for monitoring and prediction of disasters (Springer), pp. 243-266.

Page 54: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

52

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r w i j s e n s a m e n w e r k i n g m e t T U - f a c u l t e i t e n

Hoewel de naam van het Onderzoeksinstituut OTB wellicht anders doet

vermoeden, beschouwt het instituut kennisoverdracht door het geven van

onderwijs als een van de kernactiviteiten. In het meerjarenplan 2006-2009 is

als streven aangegeven dat 20 procent van de werkzaamheden zal bestaan

uit onderwijs. De onderwijsportefeuille is in 2008 verder uitgebreid. Het

Onderzoeksinstituut verzorgt onderwijs voor verschillende doelgroepen.

Het gaat zowel om onderwijs voor studenten als om onderwijs voor derden.

In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt tussen eerste- en

tweedefaseonderwijs binnen de TU Delft – onderwijs dat voor een belangrijk

deel plaatsvindt bij opleidingen van de drie constituerende faculteiten,

wetenschappelijk onderwijs buiten de TU Delft en postinitieel onderwijs. Het

eerstefaseonderwijs ligt (mede) in het verlengde van de leerstoelen; voor

een overzicht hiervan wordt verwezen naar bijlage 2.

Page 55: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

53

O n d e r w i j s e n s a m e n w e r k i n g m e t T U - f a c u l t e i t e n

Onderwijs

Eerstefaseonderwijs binnen de TU Delft

Het Onderzoeksinstituut OTB heeft aan verschillende opleidingen binnen de TU Delft in 2008 een bijdrage ver-leend. Daarbij zijn zeven verschillen-de faculteiten betrokken: Techniek, Bestuur en Management, Bouwkunde, Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Elektrotechniek, Wiskunde en Infor-matica, Civiele Techniek en Geowe-tenschappen, Technische Natuurwe-tenschappen en 3mE.

Techniek, Bestuur en Manage­ment (TBM)Binnen de faculteit Techniek, Bestuur en Management wordt een bijdrage geleverd aan de BSc-opleiding Tech-nische Bestuurskunde en de MSc-op-leiding Systems Engineering, Policy Analysis and Management. Studenten binnen deze opleidingen kiezen van-af het eerste jaar een toepassingsdo-mein; naast het algemene onderwijs wordt in de eerste jaren ruim een zesde deel van de tijd met domein-specifiek onderwijs gevuld. Vanuit het Onderzoeksinstituut OTB gaat het om twee domeinen: Ruimte: Gebruik en Ontwikkeling (RGO) en Transport, Infrastructuur en Logistiek (TIL).

n Domein Ruimte: Gebruik en Ontwikkeling (RGO)Sinds 2004 kunnen studenten, naast drie al bestaande toepassingsdomei-nen, kiezen voor het domein Ruim-te: Gebruik en Ontwikkeling (RGO), in de MSc onder de naam Land Use and Development (LUD). Van de lich-ting 2007-2008 hebben in 2008 31 studenten voor dit toepassingsdo-mein gekozen. Het onderwijs bin-nen dit domein wordt gecoördineerd

door het Onderzoeksinstituut OTB en grotendeels verzorgd door medewer-kers van het instituut. Clustercoördi-nator van dit onderwijs is Herman de Wolff; Willem Korthals Altes is de ver-antwoordelijke hoogleraar. Aan dit onderwijs is in 2008 een bijdrage ge-leverd door de secties GiGb, VWM, DWK, SVW, SRO en GIS-t. Het OTB heeft in 2008 opnieuw de volgende vakken verzorgd: n eerste jaar BSc: spm1710: Syste-

men op het terrein van ruimtege-bruik en ruimtelijke ontwikkeling (modulemanager Hendrik Ploeger);

n tweede jaar BSc: spm2971: Onder-zoeksmethoden en dataverwerking op het RGO-domein (modulemana-ger Kees Maat);

n tweede jaar BSc: spm2710: Ruimte-lijke planning en ruimtelijke model-len (modulemanager Roland Goet-geluk);

n tweede jaar BSc: spm2720: Ruim-telijke ontwikkeling en openbare voorzieningen (modulemanager Da-niëlle Groetelaers);

n derde jaar BSc: spm3710: Bouwrijp maken, bouwen en beheer (modu-lemanager Henk Visscher);

n derde jaar BSc: spm3730: Beleid, economie en recht op het RGO-do-mein (coördinatie voor het domein-deel Marja Elsinga en Herman de Wolff).

Verder is aan een aantal projectvak-ken in de BSc een bijdrage geleverd door docenten van het Onderzoeks-instituut OTB (Miniprojecten en BSc-projecten).In 2008 zijn, deels voor de eerste keer, de vakken van de specialisatie Land Use and Development binnen de MSc-opleiding SEPAM verzorgd. Deze vakken zijn ook door studenten van buiten de opleiding TBM als keu-

zevak gevolgd. Aan dit onderwijs is in 2008 een bijdrage geleverd door de secties GiGb, DWK, SVW en SRO. De volgende vakken zijn verzorgd:n spm9755: Regional land develop-

ment (modulemanager Herman de Wolff);

n spm4370: LUD Systems Enginee-ring (modulemanager Wil Zonne-veld);

n spm9750: Environmental sustaina-bility in the built environment (mo-dulemanager Laure Itard);

n spm9760: Urban restructuring (mo-dulemanager Frank Wassenberg).

Hiernaast is aan het Designproject een bijdrage geleverd waarbij sa-mengewerkt is met de docente die de specialisatie op het terrein van Wa-ter verzorgt.

n Domein Transport, Infrastructuur en Logistiek (TIL)Een van de andere toepassingsdo-meinen binnen de opleiding Tech-nische bestuurskunde (SEPAM) is Transport, Infrastructuur en Logistiek (TIL). Ook dit domein wordt vanaf het eerste jaar binnen de BSc-Technische Bestuurskunde en MSc-SEPAM aan-geboden. Binnen bestaande vakken uit dit domein, dat vanuit de facul-teit TBM wordt gecoördineerd, zijn in 2008 diverse gastcolleges verzorgd. Vanuit het Onderzoeksinstituut OTB zijn de secties GIS-t, SRO en V&I be-trokken bij dit onderwijs.

n MSc-opleiding Transport, Infra-structure and LogisticsDeze interfacultaire MSc-opleiding wordt verzorgd door de faculteiten Civiele Techniek en Geo-wetenschap-pen, Techniek, Bestuur en Manage-ment en 3mE.Vanuit het Onderzoekinstituut OTB

Page 56: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

54

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 O n d e r w i j s e n s a m e n w e r k i n g m e t T U - f a c u l t e i t e n

is in 2008 een afstudeerder begeleid binnen deze opleiding.

BouwkundeOok met de faculteit Bouwkunde wordt op het terrein van het onder-wijs samengewerkt. Naast de regu-liere Bouwkundeopleiding wordt een bijdrage geleverd aan een minor.

n Opleiding BouwkundeBinnen de opleiding Bouwkunde wordt vanuit het Onderzoeksinstituut OTB onderwijs verzorgd rond de the-ma’s huisvestingsbeleid en woning-markt. Bij het onderwijs in de BSc-opleiding zijn de secties VWM en DWK betrok-ken. Door OTB-medewerkers is bin-nen de BSc-opleiding Bouwkunde het volgende vak verzorgd:n BK1700: RE&H1: Volkshuisvesting

1 (verantwoordelijk docent André Thomsen).

Verder zijn binnen bestaande vakken in 2008 enkele gastcolleges verzorgd. Ook aan de MSc-opleiding Architec-ture, Urbanism and Building Sciences is een bijdrage geleverd. Peter Boel-houwer is medeverantwoordelijk voor het ‘housing’-onderwijs in de master-variant van deze afdeling. Bij dit on-derwijs zijn de secties VWM, DWK, M&I, GiGb en SRO betrokken. Het OTB heeft in 2008 opnieuw de volgende vakken verzorgd:n MSc AR3R060: Elective Methodolo-

gical Program 3b (coördinatie Hen-ny Coolen);

n AR2Rh030: Housing Policy: Lectu-res and workshops (coördinatie o.a. Peter Boelhouwer);

n AR2Rh040: Housing Policy: Project-based teaching (coördinatie o.a. Peter Boelhouwer).

Het vak MSc AR0940: Methodological Program 3c (coördinatie Roland Goet-geluk) is vanwege te weinig aanmel-dingen in 2008 niet gegeven.Verder zijn aan een groot aantal be-staande vakken in 2008 weer bijdra-gen in de vorm van gastcolleges ver-zorgd. Ook zijn in 2008 weer diverse afstudeerders mede begeleid.

n Minor Sustainable and Healthy In-door Environments

In deze nieuwe minor, die vanuit het

OTB gecoördineerd wordt door Laure Itard, worden door het Onderzoeksin-stituut OTB de volgende vakken ver-zorgd:n BK 7330: Design of a sustainable

and healthy indoor environments;n WB3520: Energy Demand and

Sustainable HVAC Equipment; n WB3530: Monitoring and Control of

HVAC Equipment;n WB3540: Health, Comfort and In-

door Air Quality.De minor is in 2008 echter nog niet doorgegaan, omdat er te weinig in-schrijvingen waren.

Luchtvaart­ en Ruimtevaarttechniek (L&R)Ook met de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek wordt op het terrein van het onderwijs samenge-werkt. Het gaat om de interfacultai-re Masteropleiding Geomatics. Te-vens worden er incidenteel gastcolle-ges verzorgd.

n MSc GeomaticsDeze opleiding vindt sinds 2005 plaats onder verantwoordelijkheid van het Onderzoeksinstituut OTB, de faculteit Civiele Techniek en Geowe-tenschappen en de penvoerende fa-culteit Luchtvaart- en Ruimtevaart-techniek. In 2008 zijn acht studenten met deze opleiding gestart. Aan dit onderwijs is in 2008 een bijdrage ge-leverd door de secties GiGb en GIS-t.Het OTB heeft in 2008 opnieuw de volgende vakken verzorgd:n GM1020: 3D Geo-Information Sy-

stems (coördinatie Sisi Zlatanova);n GM1040/GM1050: GIS Principles

and Applications (coördinatie Hugo Ledoux);

n GM1080: GeoDBMS (coördinatie Pe-ter van Oosterom);

n AE4-E07TU: Location Based Servi-ces (coördinatie Edward Verbree);

n GE4622: Quality of Geo-information (coördinatie Tjeu Lemmens);

n GE4612: Geoinformation Infrastruc-ture Technology (coördinatie Theo Tijssen);

n GE4662: Organisational and Legal Aspects of Geo-Information (coör-dinatie Aegidius Kap);

n GE4732: Spatial Information in Uti-lities (coördinatie Sisi Zlatanova).

Verder is een bijdrage geleverd aan enkele andere vakken en zijn in 2008 weer diverse afstudeerders begeleid.

Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI)Er is begonnen met de voorbereiding van nieuw bacheloronderwijs: van-af september 2009 kan worden ge-start met een nieuwe minor 3D Vir-tual Earth onder coördinatorschap van Hugo Ledoux. Dit is een samen-werking van het OTB met de facultei-ten EWI (tevens penvoeder), L&R en CiTG. De minor kan door alle derde-jaars bachelorstudenten van de TU Delft gevolgd worden, heeft een om-vang van 30 ects (half jaar full-time) en is een ideale voorbereiding op de MSc Geomatics (een samenwerking tussem L&R, CiTG en OTB/TBM).

Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG)Binnen de BSc-opleiding werden de volgende vakken verzorgd:n CT1130: Geo-informatie (coördina-

tie Edward Verbree).Binnen de MSc-opleiding Civil Engi-neering wordt vanuit de secties GIS-t, GiGb en VWM een bijdrage geleverd aan enkele andere vakken. Ook is in 2008 weer een afstudeerder begeleid.

Technische NatuurwetenschappenBinnen de interuniversitaire MSc-op-leiding Industrial Ecology wordt een bijdrage verleend in de vorm van gastcolleges.

3mEVoor de faculteit 3mE wordt een mas-terkeuzevak verzorgd:n WB 4426: Indoor climate control

fundamentals (coördinatie Laure Itard).

Tweedefaseonderwijs binnen de TU Delft

Voor promovendi en voor junior on-derzoekers verzorgt het Onderzoeks-instituut OTB een nadoctorale be-roepsopleiding Housing, Urban and Mobility Studies (Nado-opleiding). Al-le secties binnen het instituut zijn

Page 57: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

55

O n d e r w i j s e n s a m e n w e r k i n g m e t T U - f a c u l t e i t e n

daarbij betrokken (coördinatie Harry Boumeester). In 2008 zijn de volgen-de vakken verzorgd:n Onderzoeksvaardigheden II: kwan-

titatieve dataverzameling, verwer-king en analyse (cursus liep door vanuit 2007);

n Policy Analysis (in samenwerking met de faculteit TBM);

n Urban and Regional Research (in samenwerking met NETHUR);

n Research Design (in samenwerking met NETHUR);

n Writing scientific texts in English (in samenwerking met NETHUR);

n Presenting research findings (in sa-menwerking met NETHUR).

In 2008 hebben de OTB'ers Gwen van Eijk, Jeroen van der Heijden, Wen-da van der Laan Bouma-Doff en Mil-ly Tambach deze opleiding afgerond. Sinds 1989 hebben 87 personen dit programma met goed gevolg afge-legd.

Wetenschappelijk onderwijs buiten de TU Delft

Opleiding GIMAHet Onderzoeksinstituut OTB is een van de partijen in de in 2003 gestarte interuniversitaire MSc-opleiding Geo-graphical Information Management and Applications (GIMA), het resul-taat van een samenwerkingsverband tussen vier instellingen in het ho-ger onderwijs in Nederland: Universi-teit Utrecht, TU Delft, het Internatio-nal Institute for Geo-Information Sci-ence and Earth Observation (ITC) en Wageningen Universiteit. In 2008 was Wageningen Universiteit penvoerder. In 2008 zijn 22 studenten met deze opleiding gestart. Aan dit onderwijs is in 2008 een bijdrage geleverd door de secties GiS-t, GiGb en Beheer en zijn opnieuw de volgende vakken me-de gecoördineerd:n Module 3: Management in organi-

sations (coördinatie o.a. Jaap Ze-venbergen);

n Module 8: Thesis (coördinatie Sisi Zlatanova).

Daarnaast wordt een bijdrage gele-verd aan enkele andere vakken. In 2008 zijn ook weer diverse afstudeer-ders begeleid.

In 2008 is het visitatierapport ver-schenen. Van de 14 gevisiteerde MSc-programma’s kwam GIMA als beste uit de bus met als score 5 maal een G(oed) en op de overige 16 facetten een V(oldoende). De eindconclusie geeft aan dat GIMA voldoet aan alle basiseisen van een MSc-programma. Sommige academische basiseisen (o.a. docenten, samenhang inhoud en presentatie, begeleiding en evalu-atie) scoren zelfs aanmerkelijk beter. In vergelijking met de andere geëva-lueerde MSc-programma’s scoort GI-MA gemiddeld zelfs het hoogst.

Onderwijs elders, gastcolleges en begeleiding afstudeerders: NederlandIn 2008 is vanuit het OTB het vak Principles of Land Administration bin-nen het ITC te Enschede verzorgd (docent Jaap Zevenbergen).Door diverse medewerkers zijn in 2008 weer gastcolleges verzorgd bin-nen vakken aan andere universitei-ten, zijn afstudeerders van andere universiteiten begeleid en is een bij-drage geleverd aan onderwijsmate-riaal. Dit betreft onder andere in Nederland gastcolleges aan:n Amsterdam School of Real Estaten Universiteit van Amsterdamn Universiteit Utrechtn Radboud Universiteit Nijmegenn Trailn Wageningen Universiteitn Erasmus Universiteit Rotterdamn NICIS Academyn Hogeschool Utrecht.En begeleiding van afstudeerders bij:n Radboud Universiteit Nijmegenn ITC Enschede.Ook is een bijdrage geleverd aan on-derwijsmateriaal van derden:n Open Universiteit.

Onderwijs elders, gastcolleges en begeleiding afstudeerders: buiten NederlandDoor diverse medewerkers zijn in 2008 weer gastcolleges verzorgd bin-nen vakken aan andere universiteiten buiten Nederland: n Humboldt Universität, Duitslandn KTH Stockholm, Zweden (incl. prac-

ticum)

n Technische Universiteit, Oostenrijkn Université de Reims-Champange-

Ardennes, Frankrijkn Blekinge Institute of Technology

Karlskrona, Zwedenn University of Venice, Italië.Ook zijn afstudeerders van universi-

teiten buiten Nederland begeleid:n University College London, UKn University of Nova Gorica, School

of Environmental Sciences, Slove-nië

n TiasNimbas Business School Master of Real Estate, Duitsland

n KTH Stockholm, Zweden.

Kennisuitwisseling tussen universiteitenVoor studenten en medewerkers van andere universiteiten zijn lezingen gehouden:n In het kader van het Tempus-pro-

ject Real Estate Business Admini-stration at two Moldavian Universi-ties (Moldavië) zijn gedurende een week zeven Moldavische docenten met voordrachten en excursies ont-vangen;

n In het kader van het Tempus-pro-ject Development of Study Pro-gramme in Real Property Law (Wit-Rusland) zijn enkele lezingen ver-zorgd;

n In het kader van een studiereis van de Moscow State University for Civil Engineering is een voordracht ge-houden.

Post-initieel onderwijs

Het Onderzoeksinstituut OTB verzorgt ook onderwijs voor mensen die al in de praktijk werken, het zogenaamde post-initieel onderwijs. Deels betreft dit eigen onderwijs, deels betreft dit bijdragen aan cursussen en studie-dagen/congressen van derden. Voor zover het eigen onderwijs betreft, wordt de organisatie daarvan onder-steund door het Bureau Opleidingen en Kennisoverdracht van het Onder-zoeksinstituut OTB onder leiding van Eveline Vogels.

OTB­cursussen en ­studiedagenHet Onderzoeksinstituut OTB initieert jaarlijks een aantal cursussen en stu-

Page 58: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

56

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

diedagen over actuele thema’s op het terrein van volkshuisvesting, ruimte-lijke inrichting en ruimtelijk beheer. In 2008 waren dat:n Tweedaagse cursus Actuele the-

ma’s in de woonruimteverdeling (trekkers Wenda van der Laan Bou-ma-Doff en Marco van der Land);

n Vierdaagse cursus Herstructurering en beheer van woonwijken (trek-kers Frank Wassenberg en Saskia Binken);

n Vierdaagse cursus Strategisch vast-goedbeleid en beheerplannen bij woningcorporaties (trekker Henk Heeger) (twee keer verzorgd in 2008);

n Studiedag Energietransitie bij reno-vatie, naar de passief bouwen stan-daard? (trekkers Evert Hasselaar en Erwin Mlecnik);

n Studiedag Implementatie Vastgoed-beleid woningcorporaties (trekkers Henk Heeger en Ritske Dankert).

n Studiemiddag Core Spatial Da-ta ter gelegenheid van het 25-ja-rig ambtsjubileum van Tjeu Lem-mens in samenwerking met de Ne-derlandse Commissie voor Geode-sie (trekkers Peter van Oosterom en Elfriede Fendel).

Incompanycursussenn Halfdaagse cursus Onroerend goed

en registratie (voor notariskantoor Van Putten Van Apeldoorn, Ede) (trekkers Hendrik Ploeger en Jaap Zevenbergen);

n Driedaagse incompanycursus Stra-tegisch voorraadbeleid voor de Stichting Ouderenhuisvesting Rot-terdam (trekker Henk Heeger);

n Afronding van de vijfde editie van de 11-daagse cursus Vastgoedeco-nomie voor de rijksoverheid en het verzorgen van de zesde editie van deze opleiding (trekkers Herman de Wolff, Willem Korthals Altes en Da-niëlle Groetelaers); deze incompa-nycursus wordt in opdracht van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid verzorgd (het secretariaat valt on-der het ministerie van Financiën);

n De anderhalf jaar durende incom-panycursus voor Arcadis (Arcadis Mastercourse Urban Development) is in 2008 met de uitreiking van certificaten aan 9 deelnemers afge-rond (trekkers Herman de Wolff en Willem Korthals Altes).

CorpovenistabijeenkomstenIn het kader van het onderzoekspro-gramma Corpovenista hebben onder-zoekers diverse lezingen op conferen-ties en workshops gehouden. Ook op themaniveau hebben bijeenkomsten plaatsgevonden:n Corpovenista themadag Prestatie-

gericht samenwerken bij renovatie en vervolgonderhoud (trekker Ad Straub);

n Corpovenista themamiddag Haagse bluf? Knelpunten en beproefde re-cepten bij herhuisvesting in Haag-landen (trekker Reinout Kleinhans);

n Corpovenista themamiddag Socia-le stijging als perspectief? (trekkers Ton van der Pennen en Rei nout Kleinhans).

Het onderzoeksprogramma is afgeslo-ten met de Corpovenista slotconfe-rentie De ‘nieuwe’ wijkaanpak: schijn bedriegt?!, inclusief workshops (Den Haag) (trekkers o.a. Henk Visscher, André Ouwehand, Saskia Binken).

Internationale bijeenkomstenn Tweedaagse Nectarbijeenkomst Lo-

gistics and freight (trekker Rob Ko-nings);

n Tweedaagse Randstadmeeting in samenwerking met Bouwkunde (trekker Wil Zonneveld);

n Seminar/workshops Open Source Geo-ICT: kennis van de bron (trek-kers Elfriede Fendel, Wilco Quak en Peter van Oosterom);

n Seminar European Territorial Devel-opment and Governance (trekker Bas Waterhout);

n Tweedaagse internationale ENHR-workshop Home ownership and glo-balisation conference: Building on home ownership: Housing policies and social strategies (trekkers Ri-chard Ronald, Marja Elsinga).

Overige bijeenkomstenExpertmeeting woningproductie (trek-kers Harry van der Heijden, Kees Dol en Peter Boelhouwer).

Page 59: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

57

B i j l a g e n

Bijlage 1 Organisatiestructuur

College van Bestuur

Bestuur

Programmaraad Directie

Coördinatieteam

Beheer

Methodologie & Informatica

Duurzaam Woning­ voorraadbeleid

& Kwaliteitszorg

Geo­informatie & Grondbeleid

Geografische Informatie Systemen

technologie

Stedelijke & Regionale

Ontwikkeling

Stedelijke Vernieuwing

& Wonen

Vervoer & Infrastructuur

Volkshuisvesting & Woningmarkt

Page 60: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

58

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

Bijlage 2 Directie, management, bestuur en organisatie

Het Onderzoeksinstituut OTB is een interfacultair onderzoeksinstituut van de TU Delft, met een zelfstandi-ge beheerstatus. Het instituut is ge-lieerd aan de zogeheten ‘constitue-rende’ faculteiten, te weten: de fa-culteit Bouwkunde, de faculteit Tech-niek, Bestuur en Management en de faculteit Civiele Techniek en Geowe-tenschappen. Met deze faculteiten worden nauwe onderzoeks- en onder-wijsrelaties onderhouden. Deze rela-ties komen onder meer tot uiting in de leerstoelverankering tussen het Onderzoeksinstituut OTB en deze fa-culteiten. Omdat een onderzoeks-instituut binnen de TU-organisatie strikt genomen geen eigen leerstoe-len kent, gaat het daar waar in dit jaarverslag melding gemaakt wordt van OTB-hoogleraren, om leerstoelen bij een van de constituerende facul-teiten. Een aantal van deze hooglera-ren is vanuit deze faculteiten geheel of gedeeltelijk gedetacheerd bij het Onderzoeksinstituut OTB.

Bestuur

Het OTB-bestuur bestaat uit de deca-nen van de drie constituerende facul-teiten: nprof. ir. W. Patijn (faculteit Bouw-

kunde), voorzitternprof. mr. dr. E.F. ten Heuvelhof

(faculteit Techniek, Bestuur en Management)

nprof. ir. L. de Quelerij (faculteit Civiele Techniek en Geoweten-schappen)

Mw. C.H.W. Swarttouw-Hofmeijer is secretaris van het bestuur.

Managementteam

Het Managementteam behartigt lo-pende zaken en bereidt beslissingen ten behoeve van het Coördinatieteam voor. Het team bestaat uit:nprof. dr. P.J. Boelhouwer (weten-

schappelijk directeur), voorzitternprof. dr. W.K. Korthals Altes (direc-

teur)nP.J. van Zinnen (directeur Bedrijfs-

voering)ndr. H.C.C.H. Coolen

Mw. K. Scheffelaar is secretaris van het Managementteam.

Coördinatieteam

In het Coördinatieteam worden be-slissingen aangaande het OTB geno-men. De directie en de coördinatoren van de zeven onderzoekssecties en de ondersteunende afdelingen maken deel uit van dit team:nprof. dr. P.J. Boelhouwer (weten-

schappelijk directeur), voorzitternprof. dr. W.K. Korthals Altes (direc-

teur)nP.J. van Zinnen (directeur Bedrijfs-

voering)ndr. H.C.C.H. Coolenndrs. H.J.H. van der Heijdenndr. M. van der Landndrs. C. Maatnprof. dr. P.J.M. van Oosteromnprof. dr. ir. H.J. Visscherndr. B. WiegmansMw. K. Scheffelaar is secretaris van het Coördinatieteam.

Leerstoelen

Binnen het instituut werken per 31 december 2008 verschillende hoogle-raren waarvan de leerstoelen bij een van de constituerende TU Delft-facul-teiten of bij een andere universiteit zijn gepositioneerd.

Bouwkunde:nprof. dr. P.J. Boelhouwer (sectie Be-

heer), hoogleraar Housing Sys tems bij de faculteit Bouwkunde; voor 0,4 fte verbonden aan de faculteit Bouwkunde en voor 0,6 werkzaam bij het Onderzoeksinstituut OTB

nprof. dr. ir. H.J. Visscher (sectie Duurzame Woningkwaliteit), hoog-leraar Woningkwaliteit en Proces Innovatie bij de faculteit Bouwkun-de; volledig gedetacheerd bij het Onderzoeksinstituut OTB

nprof. dr. W. Zonneveld (sectie Ste-delijke en Regionale Ontwikkeling, hoogleraar Stedelijke en Regionale Ontwikkeling bij de faculteit Bouw-kunde; volledig gedetacheerd bij het Onderzoeksinstituut OTB

nprof. ir. A.F. (André) Thomsen (sec-

tie Duurzame Woningkwaliteit), emeritus hoogleraar Woningverbe-tering en woningbeheer aan de fa-culteit Bouwkunde en nu werkzaam bij het Onderzoeksinstituut OTB.

Techniek, Bestuur en Management:nprof. mr. J.W.J. Besemer (sectie

Geo-informatie en Grondbeleid), praktijkhoogleraar Geo-informatie Infrastructuur bij de faculteit TBM; voor de volledige aanstelling gede-tacheerd bij het Onderzoeksinsti-tuut OTB

nprof. dr. A. Faludi (sectie Stedelijke en Regionale Ontwikkeling), hoog-leraar Ruimtelijke Beleidsstelsels in Europa bij de faculteit TBM; voor de volledige aanstelling gedeta-cheerd bij het Onderzoeksinstituut OTB

nmw. prof. dr. M.S. van Geenhui-zen (sectie Stedelijke en Regionale Ontwikkeling), hoogleraar Innova-tie en innovatiebeleid in de stede-lijke economie bij de faculteit TBM en voor de helft van haar aanstel-ling werkzaam bij het Onderzoeks-instituut OTB

nmw. prof. mr. dr. J. de Jong (sec-tie Geo-informatie en Grondbeleid), hoogleraar Onroerend-goedrecht bij de faculteit TBM; voor de volle-dige aanstelling gedetacheerd bij het Onderzoeksinstituut OTB

nprof. dr. W.K. Korthals Altes (sec-tie Geo-informatie en Grondbeleid), hoogleraar Grondbeleid bij de fa-culteit TBM; voor de volledige aan-stelling gedetacheerd bij het OTB

nprof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom (sectie GIS-technologie), hoogle-raar GIS-technologie bij de faculteit TBM; voor de volledige aanstelling gedetacheerd bij het OTB

nprof. dr. ir. H. Priemus (sectie Be-heer), emeritus hoogleraar Sys-teeminnovatie Ruimtelijke Ontwik-keling aan de faculteit TBM en nu werkzaam bij het OTB.

Andere universiteiten:nmw. prof. dr. T.V. Blokland (sec-

tie Stedelijke Vernieuwing en Wo-nen), hoogleraar Wetenschappelij-ke grondslagen van het opbouw-werk aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam

Page 61: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

59

B i j l a g e n

nprof. M. Oxley (sectie Volkshuisves-tingsbeleid en Woningmarkt), pro-fessor of Housing aan de De Mont-fort University te Leicester

nprof. dr. H.D. Ploeger (sectie Geo-informatie en Grondbeleid), hoogle-raar Privaatrechtelijke aspecten van het onroerend goed, inclusief de hypothecaire en kadastrale boek-houding aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

nprof. dr. J.A. Zevenbergen (sectie Geo-informatie en Grondbeleid), hoogleraar Land administration systems aan het ICT te Enschede (vanaf 2010 onderdeel van de Uni-versiteit Twente)

Programmaraad

De OTB-programmaraad bestaat uit vooraanstaande collega-onderzoekers en uit personen die een belangrijke rol spelen in het contractonderzoeks-veld. De Programmaraad heeft een adviserende en meedenkende rol. De leden adviseren over belangrijke strategische lijnen die op program-maniveau worden uitgezet. Hun ad-vies richt zich dus niet op afzonderlij-ke projecten, maar omvat de gehele onderzoeksportfolio. De leden van de Programmaraad hebben tevens zit-ting in de SUA-gebruikersraad. Leden van de Programmaraad:nprof. dr. P. Hooimeijer (Universiteit

Utrecht, faculteit Geowetenschap-pen), voorzitter

nir. G.M.M. Alink (Transumo)nprof. mr. dr. J.A. de Bruijn (TU

Delft, faculteit Techniek, Bestuur en Management)

ndrs. R. van der Ent (ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde-ning en Milieubeheer)

ndr. ir. R.C.V. Feron (Rijkswaterstaat)nprof. dr. A.C. Hordijk (Raad van On-

roerende Zaken)nmw. drs. M.E.H. Koop (Provincie

Zuid-Holland)nmr. ir. P. Laarakker (Kadaster)nir. H. Pluckelnir. C.E.C. de Reus (Synchroon BV)ndrs. N. Rietdijk (NVB Vereniging

voor Ontwikkelaars & Bouwonder-nemers)

ndrs. R. Scherpenisse (Portaal)

ndrs. J.G.C.M. Schuyt (De Alliantie, Huizen)

ndrs. H.B.H.G. Wilke (Aedes vereni-ging van woningcorporaties)

Mw. C.H.W. Swarttouw-Hofmeijer is secretaris van de Programmaraad.

Organisatie

Het Onderzoeksinstituut OTB bestaat uit zeven onderzoekssecties en twee ondersteunende secties. De onder-zoekers zijn verdeeld over de secties Duurzaam Woningvoorraadbeleid en Kwaliteitszorg; Vervoer en Infra-structuur; Stedelijke Vernieuwing en Wonen; Stedelijke en Regionale Ontwikkeling; Volkshuisvesting en Woningmarkt; Geo-informatie en Grondbeleid en GIS-technologie. De secties Beheer en Methodologie & Informatica zorgen voor de onder-steuning.

Dit jaar hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

In dienst pernmw. K. Scheffelaar 1.1.2008nir. E. Mlecnik 3.1.2008nir. M.M.F. Ammerlaan 1.3.2008ning. C.A.M. Snepvangers 1.3.2008nJ. Milder MSc 1.7.2008nir. R.J. Kroese 14.7.2008nmw. L.C. Murphy MSc 16.7.2008nT. Ghawana (externe) 15.8.2008 nH.J. van Bergeijk MSc 29.9.2008nmw. M. Pronk (leerling) 1.10.2008nC. Lennartz 15.11.2008

Uit dienst pernK.L. Emgård MSc 1.2.2008ndr. D. Potoglou 1.2.2008nmw. dr. ir. W.M.C. Beerepoot 1.3.2008ndr. G.A. Giff 1.4.2008nmw. dr. ir. C.J. Klaufus 1.4.2008ndr. ir. S.I. Suddle 1.5.2008 nmw. drs. G.M. van Daalen 1.6.2008ndr. ir. F. Kleijer 1.6.2008nY. Bin Abd Rahim 19.6.2008ndrs. D. Muñoz Gielen 1.9.2008ndr. A. Pal 1.9.2008nmw. dr. O.C. Rotem Mindali 1.9.2008nW. Xu 1.9.2008ndr. ir. F. Penninga 29.9.2008

nmw. dr. mr. ir. H.E. van Rij 25.10.2008nmw. A.K. Degenhardt 1.10.2008nir. M.J. Vermeij 1.11.2008nH.J. van Bergeijk MSc 31.12.2008

StagiairesnD. van Beekum (per 1.10.2008)nmw. D. Majcen (per 15.10.2008)

Gastenndr. ir. T. van Dijk (tot 1.3.2008)nF. Döner (tot 1.9.2008)nH.I. Inan (tot 1.9.2008)nM.S. Kibria (tot 1.4.2008)nmw. M.S. de Koning (van 1.4.2008

tot 1.6.2008)ndr.ir. F. Kleijer (van 1.6.2008 tot

1.8.2008)ndr. G.A. Giff (van 1.4.2008 tot

1.9.2008)nmw. dr. S.S. Turk (van 1.3.2008 tot

30.9.2008)ndr. Y.O. Susilo per 1.4.2008ndr. J.A. Costa Branco De Oliveira

Pedrondr. T.J. Kaukoning. M. Luxnmw. dr. M.M. Sunikka nmw. W. Tegtmeier MScndr. ing. A.J. van der Meer ndr. D. Potoglou (per 1.2.2008)nA. Arko-Adjei (per 1.8.2008) MScndr. S.B. Im (per 1.8.2008)ndrs. D. Muñoz Gielen (per 1.9.2008)nA.C. Rotem Mindali (per 1.9.2008) nW. Xu (per 1.9.2008) nA.C. Aydinoglu (per 15.9.2008)nS. Kemec (per 1.10.2008)ndr. K. Shintani (per 1.10.2008)

Page 62: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

60

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

Bijlage 3 Financiën

Ontvangsten en uitgaven 1999­2008(x €1.000 en in procenten)

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008Baten

Eerstegeldstroom 1.636 1.496 1.977 1.973 1.988 3.412 4.108 4.971 4.086 4.450Tweedegeldstroom 79 54 47 68 42 53 174 190 140 216

Derdegeldstroom 2.294 2.126 2.365 2.101 2.346 3.732 3.354 4.231 4.546 3.963Interne TU 266 289 308 330 461 682 506 386 177 484

Rente 131 129 110 109 80 50 98 122 144 125Totaal 4.406 4.094 4.807 4.581 4.917 7.929 8.240 9.900 9.093 9.238

In %Eerstegeldstroom 37 37 41 43 40 43 50 50 45 48

Tweedegeldstroom 2 1 1 1 1 1 1 2 2 2Derdegeldstroom 52 52 49 46 48 47 41 43 50 43

Interne TU 6 7 7 7 9 8 6 4 2 5Rente 3 3 2 2 2 1 2 1 1 2Totaal 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100

LastenPersoneel 2.831 2.970 3.339 3.725 3.832 5.276 5.546 5.747 6.061 6216

Personeel van derden 255 447 481 507 439 508 613 1.093 1.294 1223Duurzame goederen 88 22 196 292 196 176 173 353 288 256

Verbruikslasten 893 999 772 995 852 1.482 1.472 2.017 1.995 2.160Totaal 4.067 4.438 4.788 5.519 5.319 7.442 7.804 9.210 9.638 9.955

In %Personeel 70 67 70 68 72 71 71 62 63 62

Personeel van derden 6 10 10 9 8 7 8 12 13 12Duurzame goederen 2 0 4 5 4 2 2 4 3 3

Verbruikslasten 22 23 16 18 16 20 19 22 21 23Totaal 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100

Page 63: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

61

B i j l a g e n

Bijlage 4 Ondersteunend personeel

Beheer

nP.J. van Zinnen (directeur Bedrijfs-voering en hoofd Beheer)

nmw. K. Scheffelaar nB. Stuivenberg (gedetacheerd van-

uit P&O)

Bureau Opleidingen en Kennis-overdrachtnmw. E. Vogelsnmw. A.D. Dersjantnmw. C.H.W. Swarttouw-Hofmeijer

Finance and ControlnI. Mikkelsen (gedetacheerd vanuit

F&C)nE. Nieuwenhout (gedetacheerd van-

uit F&C)

Personeel en Organisatienmw. C.A. Moualed (gedetacheerd

vanuit P&O)nmw. M. de Gier-de Wolff

Publicatiebureaundrs. D.J. Dubbelingnmw. drs. I. Lasa EpeldenJ.M.A. Ruigrok (gedetacheerd van-

uit FM)

Secretariaatnmw. M.J. Voskuil (coördinator)nmw. J.E.B. Bentem nmw. M.E.H.L. Boennmw. A.C. van den Bosnmw. E.J.M.H. van Deurzen (coördi-

nator)nmw. A.K. Degenhardt (tot 01-10-

2008)nmw. C.W. Groeneveldnmw. L. Halvenmw. M.M.M. de Jong-Lansbergennmw. J.A.M. Koopman-Schuursnmw. M. Pronk (vanaf 01-10-2008)nmw. G. Waaijer

Marketing & Communicatienmw. drs. E. Philipsen (gedetacheerd

vanuit M&C)nmw. A.D. Dersjantnmw. H. Jager (gedetacheerd vanuit

M&C)

Methodologie en Informatica

ndr. H.C.C.H. Coolennmw. dr. S.J.T. Jansen

Onderdeelcommissie (OdC)

De OTB-onderdeelcommissie is wet-telijk onderdeel van de Onderne-mingsraad TU Delft. ndr. R.W. Goetgeluk, voorzitter (tot

24 november 2008) nmr. dr. H.D. Ploeger, voorzitternmw. dr. S.J.T. Jansen, vice-voorzit-

terndrs. J.H. van Mossel (tot 1 maart

2008)nmw. dr. M.T. Tasan-Kok (vanaf 10

april 2008)ndrs. C.W. Quak (tot 24 november

2008)nmw. dr.ir. D.A. Groetelaers (vanaf

24 november 2008) nir. J.J. van der Heijden (vanaf 24

november 2008)nir. H.W. de Wolff (vanaf 24 novem-

ber 2008)Namens de OR:ndr. ir. J.H. BaggenAmbtelijk secretaris:nmw. J.A.M. Koopman-Schuurs

Bedrijfshulpverlening

nir. A.P. Kapnir. E. Verbreendrs. D.J. Dubbeling (vanaf

01.08.2008)ndr. Arjen Meijer (vanaf 01.08.2008)

Personeelscommissie

nmw. ir. W.G. Kloosterman (tot 24.12.2008)

nir. M.J. Vermeij (tot 1.11.2008)nmw. C.H.W. Swarttouw-Hofmeijer

(tot 24.12.2008)nmw. E. Boschndr. ir. E. Hasselaar

Page 64: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

62

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

Bijlage 5 Output (in aantallen)

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2008 per fteHousing studiesWetenschappelijke artikelen 15 12 15 16 17 16,5 1,1Wetenschappelijke boeken en boekdelen 1 1 8 9 10 12,5 0,8Wetenschappelijke proceedings op conferenties 23 25 18 31 29 49 3,1Vakartikelen 27 26 44 31 51 90,5 5,7 Sustainable housing transformations Wetenschappelijke artikelen 8 10 3 6 12 11 0,6Wetenschappelijke boeken en boekdelen 4 6 1 6 5 18,5 1,0Wetenschappelijke proceedings op conferenties 17 18 30 34 27,5 30,5 1,7Vakartikelen 20 18 25 28 54 40 2,2 Urban and regional development Wetenschappelijke artikelen 16 10 19 13 22 15,5 1,3Wetenschappelijke boeken en boekdelen 16 8 10 3 11 14,5 1,2Wetenschappelijke proceedings op conferenties 23 17 22 33 41,5 31,5 2,7Vakartikelen 12 23 30 18 29,5 17 1,5 Urban renewal and housing Wetenschappelijke artikelen 3 7 2 2 9 20 1,4Wetenschappelijke boeken en boekdelen 3 6 2 6 8,5 27 1,8Wetenschappelijke proceedings op conferenties 11 22 17 21 13,5 14 0,9Vakartikelen 31 39 35 42 49,5 41 2,8 Mobility studies Wetenschappelijke artikelen 10 6 7 3 18 14 1,9Wetenschappelijke boeken en boekdelen 1 6 1 3 3 12 1,7Wetenschappelijke proceedings op conferenties 19 7 14 14 20 33 4,6Vakartikelen 0 7 4 1 8 6,5 0,9 Geo­information and land development Wetenschappelijke artikelen 3 3 5 9 10 13 0,9Wetenschappelijke boeken en boekdelen 8 11 3 3 15,5 10 0,7Wetenschappelijke proceedings op conferenties 9 16 27 35 21,5 30 2,0Vakartikelen 16 22 27 27 53 37 2,5 GIS­technology Wetenschappelijke artikelen 7 2 6 6 4 7 0,4Wetenschappelijke boeken en boekdelen 0 4 8 3 8 17,5 1,1Wetenschappelijke proceedings op conferenties 21 33 19 40 22 22 1,4Vakartikelen 9 15 19 19 23 46 2,8

Totaal OTBWetenschappelijke artikelen 62 50 57 55 92 97 1,0Wetenschappelijke boeken en boekdelen 33 42 33 33 61 112 1,1Wetenschappelijke proceedings op conferenties 123 138 147 208 156 210 2,1Vakartikelen 115 150 184 166 268 278 2,8

Page 65: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

63

B i j l a g e n

Bijlage 6 Dissertaties in voorbereiding

Naast en in relatie tot OTB-onderzoek werkt een aantal interne en externe promovendi aan een promotieonder-zoek. De promovendi zijn werkzaam op het Onderzoeks-instituut OTB, tenzij anders vermeld en de promoties vin-den plaats aan de TU Delft, tenzij anders vermeld.

Succesfactoren van probleemloze wijken in problematische wijktypen

Promovendus: mw. drs. C.C.M. Adriaanse Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer

Towards the re-engineering of land administration models within dynamic customary system

Promovendus: A. Arko Adjei MSc Promotoren: mw. prof. mr. dr. J. de Jong en prof. ir.

P. van der Molen (ITC)

Assessment of pro-poor land registra-tion tools in African peri-urban areas

Promovendus: ir. P. van Asperen Promotor: mw. prof. mr. dr. J. de Jong Copromotor: prof. dr. ir. J.A. Zevenbergen

Ventilation in dwellings and occupant behaviour

Promovendus: mw. M. Bedir MSc Promotor: prof. dr. ir. H.J. Visscher

LCA-based environmental assessment of the use phase of dwellings

Promovendus: mw. ir. I.S. Blom Promotoren: prof. dr. ir. H. Priemus en prof. ir. N.A.

Hendriks (TU Eindhoven)

Effects on activity and travel patterns of preferences and attitudes concer-ning urban form and travel behaviour

Promovendus: mw. drs. W. Bohte Promotor: prof. dr. G.P. van Wee (faculteit TBM)

Social housing governance in complex networks

Promovendus: drs. ing. G.A. van Bortel Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer Copromotor: mw. dr. ir. M.G. Elsinga

The meaning of a dwelling: conceptual and methodological issues

Promovendus: drs. H.C.C.H. Coolen Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer Gepromoveerd: 12 december 2008

Implementatie van strategisch voor-raadbeleid door woningcorporaties

Promovendus: drs. ing. R. Dankert Promotor: prof. dr. ir. H.J. Visscher Copromotor: dr. ir. V.H. Gruis

The significance of mixed neighbourhoods for social networks and social capital

Promovendus: mw. drs. G. van Eijk Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer mw. prof. dr. T.V. Blokland

Bicycle use for commuting Promovendus: mw. Eva Heinen MSc Promotor: prof. dr. G.P. van Wee (faculteit TBM) Copromotor: drs. C. Maat

Proposal for the national system of property cadastre

Promovendus: J.P. da Fonseca Hespanha MSc Promotoren: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom Copromotor: prof. dr. ir. J.A. Zevenbergen (ITC)

Effects of occupant behaviour on building requirements effectiveness for indoor environment and energy efficiency

Promovendus: mw. O. Guerra Santin MSc Promotor: prof. dr. ir. H.J. Visscher

Verschillen en overeenkomsten tussen de volkshuisvestingssystemen in zeven West-Europese landen

Promovendus: drs. H.M.H. van der Heijden Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. dr. ir.

H. Priemus

Taken en verantwoordelijkheden bij de controle op de naleving van bouw-voorschriften

Promovendus: ir. J.J. van der Heijden Promotoren: prof. ing. A.F. Thomsen en mw. prof.

mr. dr. J. de Jong

Woningkwaliteit in West-Europa Promovendus: drs. J.S.C.M. Hoekstra Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. dr. ir.

H. Priemus

Dynamiek tussen ontwikkelingen in overheidsorganisatie en geoinformatievoorziening

Promovendus: ir. M. Jellema Promotoren: prof. mr. J.W.J. Besemer en mw. prof.

mr. dr. J. de Jong Copromotor: prof. dr. ir. J.A. Zevenbergen (ITC)

Managing moving object data and context data for emergency response systems

Promovendus: S. Kamal Baharin MSc Promotieonderzoek gestaakt in oktober

2008.

Page 66: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

64

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

Assessment of sustainability and reliability of intermodal transport systems within logistics chains

Promovendus: ir. N.S. Kim Promotoren: prof. dr. B. van Wee (faculteit TBM) en

prof. dr. ir. M. Janic (Universiteit van Belgrado)

Succes- en faalfactoren van geoloketten

Promovendus: drs. H. Koerten Promotoren: prof. dr. M. Veenswijk (Vrije Universi-

teit) en prof. mr. J.W.J. Besemer

Network design and the performance of intermodal barge transport

Promovendus: drs. J.W. Konings Promotor: prof. dr. ir. H. Priemus

Economic reflections on neighbour-hood satisfaction, neighbourhood reputations and the housing market

Promovendus: drs. M.J. Koopman Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. P.

Rietveld (Vrije Universiteit) Copromotor: dr. ir. V.H. Gruis

New generation terminal concepts and innovative bundling concepts for combined transport. Identification of promising and missing developments

Promovendus: ir. E.D. Kreutzberger Promotoren: prof. dr. ir. H. Priemus en prof. dr. ir.

P.H.L. Bovy (faculteit CiTG) Gepromoveerd: 8 december 2008

Confined neighbourhoods: segregation, ethnic bridges and socio-economic participation of ethnic minorities in Dutch society

Promovendus: mw. drs. W. van der Laan Bouma-Doff Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. dr. S.

Musterd (Universiteit van Amsterdam)

Housing policy and housing finance in the Czech Republic during transition

Promovendus: ing. M. Lux (Academy of sciences, Tsjechië)

Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer

The relationship between land use and activity/travel patterns

Promovendus: drs. C. Maat Promotoren: prof. dr. ir. H. Priemus, prof. dr. H.

Timmermans (TU Eindhoven) en prof. dr. D. Banister (UCL London)

Woonbeleving en woningkeuzegedrag Promovendus: mw. ir. J. Meesters Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer Copromotor: dr. H.C.C.H. Coolen

Variabele schaal geo-informatie Promovendus: ir. B.M. Meijers Promotor: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom

The potential of passive house concepts and platforms to achieve energy transition in the building stock

Promovendus: Ir.-arch. E. Mlecnik Promotoren: prof. dr. ir. H.J. Visscher en mw. prof.

dr. J.D.M. van Hal (faculteit Bouwkun-de)

De rol van bestemmingsplannen bij de waardeverandering bij stedelijke vernieuwing

Promovendus: drs. D. Muñoz Gielen Promotor: prof. dr. W.K. Korthals Altes

Consumer-driven purchasing of maintenance services by Dutch housing associations

Promovendus: drs. H.J. van Mossel Promotoren: prof. dr. ir. H. Priemus en prof. dr. J.

Telgen (Universiteit Twente) Copromotor: dr. ir. A. Straub Gepromoveerd: 26 juni 2008

Energy performance regulations and incentives for the existing housing stock

Promovendus: mw. L.C. Murphy MSc Promotor: prof. dr. ir. H.J. Visscher

On the rationality of borrowers’ behaviour

Promovendus: drs. P. Neuteboom Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. dr. ir.

H. Priemus Copromotor: mw. dr. ir. M.G. Elsinga Gepromoveerd: 27 oktober 2008

Strategic housing stock policy and restructuring

Promovendus: drs. N.E.T. Nieboer Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. dr. ir.

H.J. Visscher Copromotor: dr. ir. V. Gruis

Page 67: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

65

B i j l a g e n

De ontwikkeling van aangepakte wijken in de tijd

Promovendus: ir. A.L. Ouwehand Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. dr.

J.W. Duyvendak (Universiteit van Am-sterdam)3D Topography. A simplicial complex-based solution in a spatial DBMS

Promovendus: ir. F. Penninga Promotor: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom Gepromoveerd: 19 juni 2008

Performance vraagstukken in ruimtelijke DBMSsen

Promovendus: drs. C.W. Quak Promotoren: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom en

prof. dr. ir. M.L. Kersten (Universiteit van Amsterdam)

De verbeelding van een nieuwe stad: identiteitsstrategieën in de stedelijke herstructurering

Promovendus: drs. L.G.A.J. Reinders Promotoren: prof. dr. P.J. Boelhouwer en prof. dr.

T.V. Blokland

Instrumenten landschappelijke waarden

Promovendus: mw. mr. ir. H.E. van Rij Promotor: prof. dr. W.K. Korthals Altes Gepromoveerd: 12 december 2008

Housing economics Promovendus: drs. E.L.T. van Steen Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer

A global economic integration zone in Central Europe? Vienna-Bratislava- Györ as a laboratory for EU territorial cohesion policy

Promovendus: mw. ir. G. Tatzberger Promotor: prof. dr. A. Faludi Gepromoveerd: 16 juni 2008

Harmonization of geo-information related to the lifecycle of civil engineering objects

Promovendus: mw. W. Tegtmeier MSc Promotor: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom

Homeownership and income insecurity: a new financial strategy?

Promovendus: mw. drs. J. Toussaint Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer Copromotor: mw. dr. ir. M.G. Elsinga

Stedelijke vernieuwing en rechtssystemen

Promovendus: mr. drs. M. van der Veen Promotoren: prof. dr. W.K. Korthals Altes en prof.

mr. H.D. Ploeger (Vrije Universiteit)

Driedimensionale topografische terreinmodellering op basis van tetraëdernetwerken: Top10-3D

Promovendus: ir. E. Verbree Promotor: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom

Ontsluiting van geo-informatie via netwerken

Promovendus: mw. drs. M.E. de Vries Promotor: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom

Koopprijsontwikkelingen en marktwerking

Promovendus: P. de Vries Promotor: prof. dr. P.J. Boelhouwer

Aanpak van grootschalige woonwijken

Promovendus: drs. F.A.G. Wassenberg Promotor: prof. dr. ir. H. Priemus

Tracing the institutionalization of European spatial planning

Promovendus: drs. B. Waterhout Promotor: prof. dr. A. Faludi Copromotor: prof. dr. W. Zonneveld Gepromoveerd: 16 juni 2008

Impact of the European Union framework on a free flow of geo- information and geo-services

Promovendus: ir. F.M. Welle Donker Promotor: mw. prof. mr. dr. J. de Jong

Planrealisatie met rechthebbenden Promovendus: ir. H.W. de Wolff Promotor: mw. prof. mr. dr. J. de Jong

Geo-information and formal semantics for disaster management

Promovendus: W. Xu MSc Promotor: prof. dr. ir. P.J.M. van Oosterom

Institutional and technological aspects of quality improvements of deteriorated cadastre in islamic republic of Pakistan

Promovendus: Zahir Ali MSc Promotoren: prof. mr. J. de Jong en prof. ir. P. van

der Molen (ITC) Copromotor: prof. dr. ir. J.A. Zevenbergen (ITC)

Page 68: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

66

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

Bijlage 7 Samenwerking met onderzoekscholen

Binnen de universitaire wereld wordt hoogwaardig onderzoek steeds meer geconcentreerd in onderzoekscholen. Daarbij streeft men naar een omvang van ten minste vijftig promovendi en een substantieel aandeel senior-on-derzoekers. Aan onderzoekscholen wordt een landelijke betekenis toege-kend. Het ligt daarom voor de hand dat het Onderzoeksinstituut OTB par-ticipeert in initiatieven waarbij met andere groepen wordt samengewerkt in een onderzoekschool van lande-lijke allure. Het Onderzoeksinstituut OTB heeft ervoor gekozen te partici-peren in twee van zulke initiatieven: de Netherlands Graduate School of Housing and Urban Research (NETHUR) en de Onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek (TRAIL). In de onderzoek-school NETHUR participeren gedu-rende 2008 50 OTB’ers, onder wie 32 promovendi, waarvan er in dit jaar 8 zijn vertrokken, gestopt of gepromo-veerd. In TRAIL participeren per 1 ja-nuari 2008 6 OTB’ers, onder wie 3 promovendi, waarvan er een promo-veerde. Daarnaast participeren en-kele OTB’ers in de onderzoekscholen SENSE en Ius Commune.

NETHUR

In NETHUR participeren de Universi-teit Utrecht (penvoerder), de Univer-siteit van Amsterdam, de Technische Universiteit Delft, de Rijksuniversiteit Groningen, de Technische Universiteit Eindhoven en de Radboud Universi-teit Nijmegen. Vanuit de TU Delft ne-men onderzoekers van de faculteit Bouwkunde en het Onderzoeksinsti-tuut OTB deel. De doelstellingen van NETHUR zijn: nEen goed gestructureerde en hoog-

waardige opleiding voor jonge on-derzoekers in stand houden en uit-bouwen op het terrein van het ste-delijk en huisvestingsonderzoek dat door NETHUR wordt bestreken.

nKwalitatief hoogstaand onderzoek van de stad en de stedelijke sa-menleving handhaven en verster-ken, waarbij de samenhang van het onderzoek vanuit de verschillende disciplines in NETHUR een belang-rijke rol speelt.

nHet algemene programma van on-derzoek uitvoeren alsmede een speciaal programma rond een spe-cifiek thema, dat het algemeen be-stuur van de onderzoekschool voor enkele jaren vaststelt.

Prof. dr. P. Hooimeijer is wetenschap-pelijk directeur. Prof. dr. S. Musterd is voorzitter van het bestuur van NETHUR. Ook prof. dr. P.J. Boelhou-wer en prof. dr. W.K. Korthals Altes maken namens de TU Delft deel uit van het NETHUR-bestuur. Het Onderzoeksinstituut OTB brengt in NETHUR het promotieonderzoek, de nadoctorale opleiding Housing, Urban and Mobility Studies en senior onder-zoekscapaciteit in.In NETHUR zijn in 2008 ingebracht:nprof. dr. P.J. Boelhouwer 0,2 ftendr. H.J.F.M. Boumeester 0,1 ftenprof. dr. T.V. Blokland 0,3 ftenmw. dr. ir. M.G. Elsinga 0,4 ftenprof. dr. A. Faludi 0,4 ftendr. R.W. Goetgeluk 0,4 ftenmw. dr. M.E.A. Haffner 0,4 ftenprof. dr. W.K. Korthals Altes 0,4 ftendr. M. van der Land 0,4 ftendr. F.M. Meijer 0,4 ftenprof. dr. ir. H. Priemus 0,2 ftenmw. dr. ir. M. Spaans 0,4 fte

ndr. ir. A. Straub 0,4 ftenprof. ing. A.F. Thomsen 0,1 ftenprof. dr. ir. H.J. Visscher 0,4 ftenmr. dr. ir. J.A. Zevenbergen 0,4 ftenprof. dr. W.A.M. Zonneveld 0,8 fte

De volgende OTB-promovendi voeren hun dissertatieonderzoek in NETHUR-verband uit:nmw. drs. C.C.M. Adriaansenmw. drs. W. Bohtendrs. ing. R. Dankertnmw. drs. G. van Eijknmw. E. Heinen MScnir. J.J. van der Heijdenndrs. J.S.C.M. Hoekstrandrs. H. Koertenndrs. M.J. Koopmannmw. drs. W. v.d. Laan Bouma-Doffndrs. C. Maatnmw. ir. J. Meestersndrs. J.H. van Mossel (gepromoveerd

26 juni 2008)ndrs. D. Muñoz Gielenndrs. P. Neuteboom (gepromoveerd

27 oktober 2008)ndrs. L.G.A.J. Reindersnmw. mr. ir. H.E. van Rij (gepromo-

veerd 12 december 2008)nmw. drs. J. Toussaintndrs. F.A.G. Wassenbergndrs. B. Waterhout (gepromoveerd

16 juni 2008)nir. H.W. de Wolff

Page 69: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

67

B i j l a g e n

TRAIL

In de Netherlands Research School for Transport, Infrastructure and Lo-gistics (TRAIL) participeren de Tech-nische Universiteit Delft, de Eras-mus Universiteit Rotterdam, de Rijks-universiteit Groningen, de Universi-teit van Twente en de Radboud Uni-versiteit Nijmegen. Vanuit de TU Delft participeren het Onderzoeks-instituut OTB en een aantal facultei-ten in TRAIL. Prof. dr. H.J. van Zuy-len is wetenschappelijk directeur en dr. ir. A.J. van Binsbergen is zakelijk directeur. TRAIL wordt gevormd door wetenschappers die zich gespeciali-seerd hebben in transport, infrastruc-tuur en logistiek. Het doel van TRAIL is de wetenschapsbeoefening te be-vorderen. Het heeft een geïnstituti-onaliseerde opleiding tot zelfstandig onderzoeker en ontwerper op het ge-bied van transport, infrastructuur en logistiek. De onderzoekschool omvat alle vervoermodaliteiten. Verder be-horen zowel de technische en econo-mische als de veiligheids- en milieu-aspecten en de juridische en sociale aspecten van verkeer en vervoer tot het terrein van de onderzoekschool. Men streeft naar algemene theorie-vorming en naar de ontwikkeling van toepasbare technologie vanuit de-ze algemene theoretische kaders. De volgende OTB-onderzoekers partici-peren in TRAIL:nprof. dr. M. Janic 1,0 ftendr. J. Vleugel 1,0 ftendr. B. Wiegmans 0,2 ftenNam Seok Kim MSc 1,0 fte (promovendus)ndrs. J.W. Konings 0,4 fte (promovendus)nir. E. Kreutzberger 0,2 fte (gepromoveerd 8 december 2008)Ze voeren onderzoek uit op het ter-rein van het stedelijk goederenver-voer, multimodale netwerken en ter-minals, de benutting en de ruimtelij-ke inpassing van infrastructuur.

SENSE

De wetenschappelijke missie van de Onderzoekschool voor Socio-Econo-mics and Natural Sciences of the En-vironment (SENSE) is het bevorde-ren van een geïntegreerd begrip van veranderingen in het milieu. Zij doet dit door bestudering van de mecha-nismen die de veranderingen teweeg brengen en de consequenties die de veranderingen met zich mee brengen. Om deze missie te volbrengen zijn de onderwijs- en onderzoekprogram-ma's van SENSE gericht op de ont-wikkeling en verbetering van weten-schappelijke concepten en methoden die nodig zijn voor een effectief mo-nodisciplinair en multidisciplinair be-grip van milieuveranderingen. SENSE streeft ernaar om zowel in de weten-schappelijke gemeenschap als in de bredere maatschappij het bewustzijn te bevorderen van de noodzaak voor interactie en samenwerking tussen de sociaal-economische wetenschap-pen en de natuurwetenschappen op het gebied van het milieu, zowel na-tionaal als internationaal. De volgen-de OTB-promovendi volgen cursussen bij SENSE:nmw. ir. I.S. Blom 0,8 fte.nmw. O. Guerra Santin MSc 1,0 fte.

Ius Commune

De Onderzoekschool Ius Commu-ne (Gemeenschappelijkheid) is opge-richt in december 1995 door de uni-versiteiten uit Leuven, Maastricht, Utrecht en Amsterdam en deze is in 1998 door de Koninklijke Nederland-se Akademie van Wetenschappen er-kend. Het onderzoek van Ius Com-mune wordt geleid door de volgende drie globale probleemstellingen:1. Welke rol vervult het recht in de

politiek (beleid) en de praktijk (im-plementatie) van internationale in-tegratieprocessen en in welke mate is internationale integratie afhanke-lijk van gemeenschappelijkheid van recht?

2. Welke positieve en negatieve effec-ten heeft internationale integratie op de gemeenschappelijkheid en de eigenheid van nationale rechts-culturen en rechtssystemen?

3. Kunnen de beginselen van demo-cratie en rechtsstaat dienen als lei-dend gezichtspunt en beoordelings-maatstaf bij processen van interna-tionale integratie, zowel op het ter-rein van het publiekrecht als dat van het privaatrecht?

Het programma Goederenrecht be-oogt inzicht te verkrijgen in mogelijk-heid en wenselijkheid van harmoni-satie van goederenrecht. Binnen de-ze meest overkoepelende doelstelling tracht het onderzoek inzicht te ver-krijgen in de mate waarin nationaal goederenrecht in staat is zowel (in-ternationale rechts)praktijk als supra-nationale regelingen te accommode-ren. De volgende OTB’ers participe-ren in Ius Commune:nmw. prof. mr. dr. J. de Jong (senior

onderzoeker)nprof. dr. H.D. Ploeger (onderzoe-

ker)nprof. dr. ir. J.A. Zevenbergen

(onderzoeker)nmr. drs. M. van der Veen (promo-

vendus).

Page 70: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

68

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

Bijlage 8 Maatschappelijke dienstverlening en nevenactiviteiten

Asperen, P. vannAdviseur Data en ICT Dienst, Rijks-

waterstaatnLid Editorial Board GIM Internatio-

nal

Besemer, J.W.J.nVoorzitter Raad van Toezicht Stich-

ting Advisering BestuursrechtspraaknVoorzitter Raad van Toezicht ITCnVoorzitter Bestuur Nicolette Brui-

ningfonds/Fonds Iets voor Niets/ Spelberg-Stokmanfonds

nVoorzitter Bestuur Kamphuizen Her-tekolk en Hooghalen

nVice-voorzitter Raad van Toezicht Centraal orgaan Opvang Asielzoe-kers

nSecretaris Bestuur Oude en Nieuwe Gasthuis

nLid Nederlandse Commissie voor Geodesie

nLid Raad van Toezicht Maritiem Mu-seum Rotterdam

nLid WaarderingskamernCommissaris GeodeltanAdviseur FACTOnAdviseur Geotax & WOZSupportnLid Raad van Advies SAV€nLid Raad van Advies Stichting Goed

BestuurnLid Raad van Advies USBO

Blokland, T.V.nLid Editorial Board SociologynBook reviews editor, International

Journal of Urban and Regional Re-search

nLid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)

nLid bestuur Stichting Experimentele Volkshuisvesting (SEV)

nLid College van Toezicht op het Op-bouwwerk

nLid Raad van Commissarissen Com. Wonen

nLid Adviescommissie Werken aan Leren, gemeente Rotterdam

nLid Panel van Wijzen, Sociale Agen-da, De Volkskrant

Boelhouwer, P.J.nLid VROM-raadnLid Management Board European

Journal of Housing PolicynCo-chairman Coordination Commit-

tee European Network for Housing Research

nBestuurslid onderzoekschool NETHUR

nEditor-in-chief Journal of Housing and the Built Environment (HBE)

nLid adviesraad VastgoednLid Advisory Board Centre for Hous-

ing Policy, University of YorknLid European Housing ForumnLid Adviesraad Prijzenstatistiek van

het CBSnMedecoördinator ENHR working

group Home ownership and globali-sation

nVice-voorzitter Raad van Commis-sarissen woningbouwvereniging Vecht en Omstreken

nLid Raad van Toezicht Woningcor-poratie De Goede Woning, Zoeter-meer

Bohte, W.nLid Network on European Commu-

nicatons and Transport Activity Re-search (NECTAR)

Boumeester, H.J.F.M.nLid onderwijscommissie Onderzoek-

school NETHUR

Coolen, H.C.C.H.nCoördinator ENHR Working Group

Residential environments and people

Dilo, A.nCo-organisator van de International

Workshop on Computational GeoIn-formatics

nLid Program Committee van de Soft Methods in Statistical and Fuz-zy Spatial Information Processing 2008 workshop

nLid Program Committee van de 3d International Workshop on Flexible Database and Information Systems Technology

nReviewer voor Information Sys-tems; International Journal of Geo-graphic Information Science, Geo-Informatica, International Journal of Applied Earth Observation & Geoinformation en Computers, Environment and Urban Systems

Dol, C.P.nLid Klachtencommissie woonruim-

teverdeling gemeente Zoetermeer

Dubbeling, D.J.nRedacteur tijdschrift BouwmarktnRedacteur Tijdschrift voor Bouw-

kostenkunde en Huisvestingseco-nomie (TBH)

Eijk, G. vannBestuurslid Promovendi Overleg

Delft (PROMOOD)

Elsinga, M.G.nLid Raad van Toezicht Woningstich-

ting PWS RotterdamnLid redactie Tijdschrift voor de

VolkshuisvestingnLid bestuur Nederlandse WoonbondnVoorzitter redactie Onderzoeksdos-

sier Tijdschrift voor de Volkshuis-vesting

nReview editor European Journal of Housing Policy

nMedecoördinator ENHR working group Home ownership and globali-sation

Faludi, A.nPromotor één promovendus aan de

Radboud Universiteit NijmegennDeelname 'Habilitation à Diriger

des Recherches' Dr. Anna Geppert, Université de Reims-Champagne-Ardennes

nGasthoogleraar Technische Univer-siteit Wenen, Université de Reims-Champange-Ardennes, Blekinge In-stitute of Technology Karlskrona

nAdvisory Board, Swedish School of Planning, Blekinge Institute of Technology

nBeirat für Kommunalentwicklung, Rheinland Pfalz

nGetuige-deskundige, Europees Par-lement, Commissie regionaal be-leid, over territoriale cohesie

nLid Redactieraad Built Environment; Journal of Planning Education and Research; European Planning Stu-dies; International Planning Stu-dies; Journal of European Spati-al Development; disP Planning The-ory; Scienze regionali; Journal of Housing and the Built Environment

nLid benoemingscommissie deel-tijdhoogleraar Regionale Planning, Technische Universiteit Wenen

nLid Delft International Advisory Board ingesteld door de Gemeente Delft

Page 71: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

69

B i j l a g e n

nKringcap kring 'Delft in Europa -Europa in Delft', Delftse Sociëteit Het Meisjeshuis

Fendel, E.M.nLid Program Committee 27th Urban

Management Symposium & Execu-tive Secretary Urban UDMS

nLid Sectieraad Vastgoedinformatie en Geo-ICT van Geo-Informatie Ne-derland (GIN)

nRedactie GDMC Nieuwsbrief in Vi Matrix

nErasmuscoördinator MSc Geoma-tics, TU Delft

nRedactie Geomatics Newsletter, TU Delft

Goetgeluk, R.W.nCoördinator ENHR-working Group

Migration, Residential Mobility and Housing Policy

nLid stuurgroep Nederlands Consor-tium LUMOS (Land Use Modelling)

Groetelaers, D.A.nLid redactie tijdschrift Vast-

goedrecht

Haffner, M.E.A.nLid Advisory Board Journal of Hous-

ing and the Built Environment (HBE)

nReview editor European Journal of Housing Policy

nLid International Editorial Advisory Board van Housing Studies

Hasselaar, E.nLid International Society for Indoor

Air Quality (ISIAQ)nLid VIBA en VIBA-werkgroep Duur-

zaam en Gezond Bouwen en WonennLid ontwikkelingskring ROMBO-tac-

tiek van de gemeente Den Haag

Heijden, H.M.H. van dernLid expertgroep Bouwnijverheid

van het CBSnVoorzitter Commissie Taxaties (te-

rug)koop Woonbron

Heinen, E.nLid redactie Rooilijn

Itard, L.C.M.nBestuurslid International Building

Performance Simulation Associati-

on, afdeling Nederland (IBPSA-nvl)nLid Redactieraad Nederlandse

Technische Vereniging voor Instal-laties in Gebouwen (TVVL)

nLid American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers (ASHRAE)

nLid Society of Environmental Toxi-cology and Chemistry Europe (SET-AC Europe)

nLid Technische commissie BRL 9501 (KOMO-attest voor energiegebruik-berekeningsmethoden)

nLid International Society of Indoor Air Quality (ISIAQ)

Jong, J. denLid van de Mijnraad, Adviesraad

van de Minister van Economische Zaken

nLid Raad van Advies Instituut voor Bouwrecht

nLid Redactieraad tijdschrift Bouw-recht

nLid Raad van Advies, Vereniging van jonge onroerend-goed juristen

nLid Raad van Toezicht Stichting maatschappelijke locatieontwikke-ling t.b.v. de bijzondere leerstoel van prof. G. de Kam, Radboud Uni-versiteit Nijmegen

nLid Bestuur Vereniging Natuurmo-numenten

nLid Bestuur Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting

Kim, N.S.nLid Network on European Commu-

nications and Transport Activity Re-search (NECTAR)

nLid Programmaraad Onderzoek-school TRAIL

Klaufus, C.J.nLid redactie tijdschrift Agora

Kleinhans, R.J.nLid Student Advisory Board van het

Graduate Journal of Social Science

Kok, B.C.nAdviserend lid van de Stichting Na-

tionaal Clearingshouse Geo-Infor-mation (NCGI)

nLid Board of Directors GSDInChairman Legal and Economic

Working Group GSDInGeneral Board member Eurogi

nAdvisor INSPIRE LMOnLid van de Expert group X border

Nederland-Nord Rhein Westphalen

Konings, J.W.nLid Benelux Interuniversitaire

Groepering van Vervoerseconomen (BIVEC)

nLid Network on European Commu-nications and Transport Activity Research (NECTAR)

Korthals Altes, W.K.nWetenschappelijke directeur Bsik-

project Vernieuwend RuimtegebruiknLid Bestuur onderzoekschool

NETHURnVoorzitter redactie Handboek

Grondbeleid en LocatieontwikkelingnLid dagelijks bestuur platform

Duurzame Ontwikkeling TU DelftnLid Review Board Nordic Journal of

Surveying and Real Estate ResearchnLid Raad van Advies Nederlandse

Vereniging van Rentmeesters

Kreutzberger, E.D.nLid Programmagroep en Ver-

voerslink van GOVERA (Goederen-vervoer Randstad)

nLid Benelux Interuniversitaire Groe-pering van Vervoerseconomen (BIVEC)

nLid Network on European Commu-nications and Transport Activity Research (NECTAR)

nSenior beleidsmedewerker (part-time) Dienst Stedelijke Ontwikke-ling (afd. Verkeer, Strategie) ge-meente Den Haag

Land, M. van dernLid van de Programmaraad Wonen

van het NIROVnLid van International Research Net-

work on Housing, Ethnicity and Po-licy (IRNHEP)

Ledoux, H.nLid Program Committee 4th ISVD

International Symposium on Voro-noi diagrams in science and engi-neering

nCo-organisator van de International Workshop on Computational GeoIn-formatics

nLid Onderwijscommissie Geomatics, TU Delft

Page 72: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

70

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8 B i j l a g e n

nLid Intakecommissie Geomatics, TU Delft

Lemmens, M.J.P.M.nEditor GIM International

Loenen, B. vannVoorzitter oud-ledenvereniging L.G.

SnelliusnLid GSDI legal and economic wor-

king group

Louw, E.nLid Forum Ruimte en Leefomge-

ving, Stichting Natuur en Milieu

Maat, C.nLid Network on European Commu-

nicatons and Transport Activity Re-search (NECTAR)

Meer, A.J. van dernHoofdredacteur Geo-Info

Meesters, J.nRedactiesecretaris Journal of Hous-

ing and the Built Environment

Meijer, A.nLid UNEP/SETAC Life Cycle Initia-

tive Workgroup on Indoor ExposurenLid SETAC Europe (Society of Envi-

ronmental Toxology and Chemistry)

Meijer, F.M.nLid Working Commission W113:

Laws and Dispute Resolution

Meijeren, M. vannEindredacteur Ruimtevolk

Meijers, E.nLid Regional Studies AssociationnLid Netherlands Graduate School

of Housing and Urban Research (NETHUR)

Mossel, H.J. vannLid onderwijscommissie onderzoek-

school NETHUR

Muñoz Gielen, D.nNederland-correspondent voor

Spaans tijdschrift Ciudad y Territo-rioEstudios Territoriales

nNederland-correspondent voor Spaans tijdschrift Architecture, City and Environment (ACE)

nLid Jong Onroerend goed Amster-dam (JOA)

Nieboer, N.E.T.nMede-coördinator ENHR working

group Housing Renewal and Main-tenance

Oosterom, P.J.M. vannLid Scientific Council ITCnLid EU INSPIRE Core drafting team

Data Specification and Harmoniza-tion

nLid EU INSPIRE Thematic Working Group Cadastral Parcels (TWG-CP)

nLid Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG-KNAW)

nLid Subcommissie Ruimtelijke Ba-sisgegevens, Nederlandse Commis-sie voor Geodesie (KNAW)

nLid Bestuur MSc GIMA (Geographical Information Management and Appli-cations) (Universiteit Utrecht, Wage-ningen Universiteit, ITC, TU Delft)

nLid Adviesraad Wetenschap (ARW) van het Bsik-programma Ruimte voor Geo-Informatie (RGI)

nLid Sectieraad Geo-ICT van Geo- informatie Nederland (GIN)

nEuropean Editor Computers, Environment and Urban Systems (CEUS)

nLid Review Board Nordic Journal of Surveying and Real Estate Research (NSJR)

nMede-organisator Dagstuhl seminar Generalization of spatial informa-tion

nLid Program Committee Interna-tional Symposium on Spatial Data Handling

nLid Program Committee Workshop on Semantic and Conceptual Issues in GIS (SeCoGIS)

nLid Program Committee Internatio-nal Conference on Geographic In-formation Science (AGILE)

nLid Program Committee GI-SciencenLid Program Committee UDMSnReviewer for Computers & Geosci-

ences, GeoInformatica, IJGIS and JAG

nExternal examiner of several MSc students ITC

nNational representative Urban Data Management Society (UDMS)

nLid Open Geospatial Consortium (OGC)

Ouwehand, A.L.nRedactielid Vitale StadnLid Raad van Commissarissen Wo-

ningbedrijf RotterdamnLid SEV-programmacommissie Keer

de verloedering

Pal, A.nEditor Housing Notes (ISA, RC43)

Pennen, A.W. van dernRedactielid Handboek Lokaal Soci-

aal BeleidnLid Klachtencommissie Woonruim-

teverdeling regio LeidennLid workshop Modern Urban History

EHUH

Penninga, F.nVoorzitter bestuur promovendiraad

OTB

Ploeger, H.D.nLid Onderzoekschool Ius CommunenMedewerker WPNRnMedewerker Stichting ter bevorde-

ring van de notariële wetenschapnLid boekenraad uitgeverij Ars

Aequi, sectie privaatrechtnVoorzitter Working group on 3D Ca-

dastre of FIG Commission

Priemus, H.nLid Bestuur Hudig StichtingnLid Curatorium NIROV Netwerk

Bouwen en WonennLid SER-Commissie Ruimtelijke In-

richting en BereikbaarheidnLid Think Tank ministerie van VROM nDeelnemer Kenniskamer ministerie

van Verkeer en WaterstaatnLid Raad van Commissarissen NV

Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft

nLid SER-Commissie van Sociaal-Economische Deskundigen Advies Woonlastenbeleid

nOnafhankelijk deskundige Project Ontwikkeling Openbaar Vervoer-au-toriteit Randstad

nLid NWO-Programmacommissie Duurzame Bereikbaarheid Randstad

nVoorzitter Klankbordgroep Maat-schappelijke Kosten-Batenanalyse ministerie van VROM

nVisitator woningcorporaties voor Raeflex, Utrecht

nOnafhankelijk deskundige Uitvoe-

Page 73: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

71

B i j l a g e n

ringsalliantie Den Haag, stad van Recht, Vrede en Veiligheid

nLid onderzoekscommissie AWV Ei-gen Haard, Velzen

nLid Klimaatraad AmsterdamnAdviseur gemeente Almere inzake

Nota Grondbeleid AlmerenAdviseur LUMOS-onderzoek ‘Drij-

vende krachten woningvraag en ruimtegebruik wonen’, Planbureau voor de Leefomgeving

nLid Beoordelingscommissie Almere Hout Noord

nLid Visitatiecommissie Bestuurlijke Samenwerking Regio Eindhoven

nOnafhankelijk deskundige MIRT-verkenning Rotterdam Vooruit (lid Reflectiegroep, resp. Toetsings-commissie MKBA)

nMember Advisory Board Journal of Housing and Built Environment (HBE)

nAssociate of Queensland University of Technology, Brisbane, Australië

nMember Steering Group OMEGA Centre for Megaprojects and De-velopment, Bartlett School of Plan-ning, University College Londen

nMember Editorial Advisory Board, The International Encyclopedia of Housing and Home

nMember Scientific Committee INFRA 2009 Conference Chennai (India)

Quak, C.W.nLid Subcommissie Geo-Informatie

Infrastructuur, Nederlandse Com-missie voor Geodesie (KNAW)

nLid TOP-10 gebruikersgroepnLid Commissie NEN351 240 Geo-in-

formatie

Reinders, L.G.A.J.nLid redactie Stedenbouw & Ruimte-

lijke OrdeningnLid Kring Leidse Urbanisten (KLU)nLid adviesgroep project MijnStories

Romein, A.nLid steunfractie Centrumraad

GroenLinks, afdeling RotterdamnLid Vrijetijdsnetwerk-VVS (Vereni-

ging voor de Vrijetijdssector)nBestuurslid VvE Noordmolenwerf

15-157 (Rotterdam-Centrum)

Stead, D.nLid redactiecommissie European

Journal of Transport and Infrastruc-ture Research

nLid NECTAR, Network on European Communications and Transport Ac-tivity Research

nCo-leader of Cluster 2 (Policy and Environment) of the Network on European Communications and Transport Activity Research (NEC-TAR)

nInvited keynote speaker at the Se-cond International Congress on Ci-tizens and Mobility Management, Madrid, 29 september – 1 oktober 2008.

nInvited speaker at the EU Technical Workshop on the European Green Paper on Urban Mobility, Brussel, 6 maart 2008.

nInvited speaker at the Energie-Cités Congress, Cork, 9-11 april 2008.

nInvited speaker at the PROGRES-DEC project final conference, Rome, 5 juni 2008.

nInvited participant at the ARL Workshop on Comparative Spatial Planning Research, Dortmund, 22-23 mei 2008.

nInvited participant at the Seminar on European Territorial Governan-ce, Delft, 17 juni 2008.

nCo-organiser and co-chair of the NECTAR Cluster 2 Workshop Tran-sition towards Sustainable Mobility, Rotterdam, 15-16 mei 2008.

Straub, A.nLid Scientific Committee CIB W070

Facilities Management and Main-tenance

nLid Working Commission W70 Fa-cility Management and Maintenan-ce van de International Council for Building Research and Documenta-tion (CIB)

nLid NEN-Commissie 351261 Condi-tiemeting van bouw- en installatie-delen en 351265 Onderhoudscon-tracten

nLid NEN-commissie 351266 Termen en definities beheer en onderhoud vastgoed

nLid Klankbordgroep EPI-CREM, Eu-ropean Research Project Rijksge-bouwendienst

nLid Klankbordgroep Leidraad re-sultaatgericht vastgoedonderhoud FUSAG/NVB

nVoorzitter Beheercommissie Voor-straat 60 Delft, Motiv

Suddle, S.I.nAdviseur externe veiligheid Stads-

gewest Haaglanden

Sunikka, M.M.nLid CIB Task Group TG55 – Smart

and Sustainable Built Environment

Tasan-Kok, M.T.nEditor and review editor Journal of

Housing and Built Environment (HBE)nLid COST A26, European city-regi-

ons in an age of multi-level gover-nance – reconciling competitiven-ess and social coherence?

Thomsen, A.F.nLid Overleg Platform Bouwregelge-

vingnVoorzitter jury Nationale Renovatie

PrijsnVice-voorzitter Stichting Nationale

Renovatie PrijsnCommissaris Woonbron, RotterdamnCoördinator ENHR Working Group

on Housing & Urban RenewalnVoorzitter European Reward Net-

work (Goldservice)nVisitator woningcorporaties voor

RaeflexnVoorzitter Raad van Toezicht, Stich-

ting Verbetering Rustenburg-Oost-broek, Den Haag

nLid Editorial Board Journal of Build-ing Appraisal

nVoorzitter Centraal College van Deskundigen, Stichting Certificatie Technisch Vastgoedbeheer

nLid NEN-commissie 351262 Harmo-nisering Woningkeur

nAdviseur Nederlandse Woonbond

Tijssen, T.P.M.nLid Werkgroep Onderwijs en Onder-

zoek, Nederlandse Vereniging voor Kartografie

nLid SIM-commissie (Spatial Infor-mation Management) van OGH (Oracle Gebruikersclub Holland

Visscher, H.J.nLid Working Commission W113:

Laws and Dispute ResolutionnLid College van deskundigen BRL

5019, Procescertificaat voor bouw-plantoetsingen aan het Bouwbesluit

Page 74: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

72

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

nLid Editorial board, Open House In-ternational

Visser, J.G.S.N.nLid Benelux Interuniversitaire Groe-

pering van Vervoerseconomen (BIVEC)

nLid Network on European Commu-nications and Transport Activity Re-search (NECTAR)

nDirectielid Institute for City Logis-tics

Vleugel, J.M.nLid Network on European Commu-

nications and Transport Activity Re-search (NECTAR)

nLid Thematic Netwerk Sustainable Transport in Europe and Links and Liaisons with America (STELLA), fo-cus Group 1: Globalisation, E-Eco-nomy and Trade

nLid Regional Science Association International (RSAI) en RSA Neder-land (RSA-N)

Vries, M.E. denLid WFS Revision Working Group

Vries, P. denLid Raad van Commissarissen van

Patrimonium RotterdamnBestuurslid Nivon RotterdamnExternal reviewer Property Re-

search QuarterlynExternal reviewer Housing Studies

Wassenberg, F.A.G.nCoördinator van ENHR-working

group Large Housing EstatesnLid IFHP-Working Party Housing

and Urban SettlementsnLid Platform Spoortunnel Delft

Waterhout, B.nLid Werkgroep Omgevingsplanning

van de Beroepsvereniging van Ne-derlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP)

nLid Bestuur Planologische Diskus-siedagen, organisatie PlanDag

Wiegmans, B.nLid Programmaraad Onderzoek-

school TRAILnLid Programmaraad ACTPnLid Network on European Commu-

nications and Transport Activity Re-search (NECTAR)

Wolff, H.W. denLid Editorial board International

transactions in land managementnLid redactie Handboek Grondbeleid

en Locatieontwikkeling,nLid Raad van Advies, Instituut voor

BouwrechtnLid Binnenstadsforum gemeente

Delft

Zevenbergen, J.A.nVoorzitter Opleidingscommissie

MSc GIMA (Geographical Informa-tion Management and Applications)

nPenningmeester Vereniging Aladin (Associaton of Law and Administra-tion in developing and transition countries)

nRegional editor Nordic Journal of Surveying and Real Estate Research

nLid redactie Module Pacht/Landelijk Gebied

nMedewerker tijdschrift Agrarisch Recht

Zlatanova, S.nVoorzitter ISPRS WG 8 3D Spati-

al data integration for disaster ma-nagement and environmental moni-toring (2008-2012)

nVice-voorzitter Intenational Syposi-um Gi4DM

nLid bestuur UDMSnLid OGC-CAD/GIS/BIM working

groupnLid 3SIGnLid Ad-hoc group JBGIS Risk and

Disaster management nLid Program Committee Interna-

tional Symposium on Spatial Data Handling

nLid Program Committee UDMSnLid Program Committe 3D GeoInfonReviewer voor Computers & Geo-

sciences, CEUS, GeoInformatica, IJGIS, Sensors, Journal PE&RS, JIS-PRS, Journal of AEDM and JVLS.

nLid promotiecommissie verschillen-de PhD-studenten

nExternal examiner of several MSc students at ITC

nReviewer and advisor voor EC, the-ma Security en thema ICT

nMaster thesis coördinator MSc GIMA (Geographical Information Management and Applications) (Universiteit Utrecht, Wageningen Universiteit, ITC en TU Delft)

Zonneveld, W.A.M.nLid Onderwijscommissie Beroeps-

vereniging voor Nederlandse Ste-debouwkundigen en Planologen (BNSP)

nLid Periodiek Overleg Planologie (POP) Nederlandse Universiteiten

nCo-redacteur European Journal of Spatial Development

Page 75: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

O n d e r z o e k s i n s t i t u u t O T B J a a r v e r s l a g 2 0 0 8

Page 76: OTB e k s i n s t i t u u t · 2017-03-23 · Daarnaast hebben een vijftal mede-werkers van het OTB een leerstoel die buiten de TU Delft is verankerd. Een centraal kenmerk van het

Onderzoeksinstituut OTBTechnische Universiteit DelftJaffalaan 9, 2628 BX DelftPostbus 5030, 2600 GA DelftTelefoon (015) 2783005Fax (015) 2784422E-mail [email protected]://www.otb.tudelft.nl

j a a r v e r s l a gO T BOnde r zoe k s i n s t i t u u t

J

aa

rv

er

sl

ag

2008

On

de

rz

Oe

ks

in

st

it

uu

t OTB