Opname schalen vegetatiekunde

12
Protocol ‘Vegetatieopname’ Stephan Hennekens Alterra, Wageningen versie 8-10-2009 Een vegetatieopname is een opsomming van een aantal plantensoorten die op een bepaald tijdstip met een bepaalde hoeveelheid samen voorkomen op een bepaalde afgebakende plek (proefvlak). Een dergelijke vegetatiebeschrijving is meer dan alleen een opsomming van een aantal soorten. Door ecologische kenmerken te koppelen aan de soorten kan bijvoorbeeld van de onderzochte locatie de abiotische omstandigheden vrij nauwkeurig worden beschreven. De methodiek die al decennia lang wordt gehanteerd in Nederland voor het opnamen van vegetatieopnamen vindt zijn oorsprong in de zogenaamde Frans-Zwitserse school die in het begin van de vorige eeuw is opgezet door Braun-Blanquet. Onder andere wordt hierover uitvoerig geschreven in Schatten voor de natuur. Achtergronden, inventaris en toepassingen van de Landelijke Vegetatie Databank (Schaminée et al. 2006). http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/lvd/schattenvoordenatuur.pdf De methodiek die worden gehanteerd bij het opnemen van vegetatieopnamen behelst ten eerste het uitzetten van een proefvlak in een zo homogeen mogelijk stuk vegetatie. Afhankelijk van het soort vegetatie kan de grootte van het proefvlak variëren van enkele vierkante decimeters tot enkele honderden vierkante meter. In een bos worden doorgaans proefvlakken uitgezet van zo’n 100 à 200 m 2 , terwijl op een hoogveen proefvakken van hooguit 1m 2 geen uitzondering zijn. Binnen de grenzen van het proefvlak worden alle plantensoorten genoteerd en wordt van iedere soort geschat met welke hoeveelheid deze voorkomt. Voor het schatten van de hoeveelheid van een soort zijn in de loop van tijd diverse zogenaamde opnameschalen bedacht die echter onderling wezenlijk nauwelijks van elkaar verschillen. De meest gebruikte schaal is die van de oprichter van de Frans-Zwistese school, de Braun-Blanquet schaal. Deze schaal kent 7 schaaldelen en is als volgt ingedeeld: r Zeer weinig exemplaren < 5% 1% + Weinig exemplaren < 5% 2% 1 Talrijk en < 5% 3% 2 Zeer talrijk of willekeurig <5% 5-25% 13% 3 Willekeurig 25-50% 38% 4 Willekeurig 50-75% 68% 5 Willekeurig 75-100% 88% In deze schaal wordt gebruik gemaakt van een gecombineerde schatting . Bij bedekkingen lager dan 5% wordt de focus gelegd op aantallen individuen. Bij hogere bedekkingen wordt alleen nog maar

description

Verschillende opname schalen uit de vegetatiekunde. Door Stephan Hennekes, Alterra

Transcript of Opname schalen vegetatiekunde

Protocol VegetatieopnameStephan HennekensAlterra, Wageningenversie 8-10-2009Een vegetatieopname is een opsomming van een aantal plantensoorten die op een bepaald tijdstipmet een bepaalde hoeveelheid samen voorkomen op een bepaalde afgebakende plek (proefvlak).Een dergelijke vegetatiebeschrijving is meer dan alleen een opsomming van een aantal soorten.Door ecologische kenmerken te koppelen aan de soorten kan bijvoorbeeld van de onderzochtelocatie de abiotische omstandigheden vrij nauwkeurig worden beschreven.De methodiek die al decennia lang wordt gehanteerd in Nederland voor het opnamen vanvegetatieopnamen vindt zijn oorsprong in de zogenaamde Frans-Zwitserse school die in het beginvan de vorige eeuw is opgezet door Braun-Blanquet. Onder andere wordt hierover uitvoeriggeschreven in Schatten voor de natuur. Achtergronden, inventaris en toepassingen van deLandelijke Vegetatie Databank (Schamine et al. 2006).http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/lvd/schattenvoordenatuur.pdfDe methodiek die worden gehanteerd bij het opnemen van vegetatieopnamen behelst ten eerstehet uitzetten van een proefvlak in een zo homogeen mogelijk stuk vegetatie. Afhankelijk van hetsoort vegetatie kan de grootte van het proefvlak variren van enkele vierkante decimeters totenkele honderden vierkante meter. In een bos worden doorgaans proefvlakken uitgezet van zon100 200 m2, terwijl op een hoogveen proefvakken van hooguit 1m2geen uitzondering zijn.Binnen de grenzen van het proefvlak worden alle plantensoorten genoteerd en wordt van iederesoort geschat met welke hoeveelheid deze voorkomt. Voor het schatten van de hoeveelheid vaneen soort zijn in de loop van tijd diverse zogenaamde opnameschalen bedacht die echter onderlingwezenlijk nauwelijks van elkaar verschillen. De meest gebruikte schaal is die van de oprichter vande Frans-Zwistese school, de Braun-Blanquet schaal. Deze schaal kent 7 schaaldelen en is als volgtingedeeld:r Zeer weinig exemplaren < 5% 1%+ Weinig exemplaren < 5% 2%1 Talrijk en < 5% 3%2 Zeer talrijk ofwillekeurig