OPLEGGER - Regio Gooi en Vechtstreek · focus van het Transformatieplan Jeugd. Hiervoor kan de...
Transcript of OPLEGGER - Regio Gooi en Vechtstreek · focus van het Transformatieplan Jeugd. Hiervoor kan de...
Pagina 1 van 1
OPLEGGER
Algemeen Omschrijving Onderwerp Transformatieplan Jeugd 2019-2021 Verspreiden Ja Contactpersoon Geurt van den Broek Eenheid Sturing E-mail [email protected] Kenmerk 18.0005534 Datum 15 juni 2018
Voorstel
Nummer Omschrijving Voorstel 1. Kennisnemen van het projectplan Transformatieplan Jeugd 2019-2021. Voorstel 2. Kennisnemen van de presentatie ‘AnalyseJeugd’ Voorstel 3. De gewenste inzet en focus van het Transformatieplan Jeugd bespreken.
Behandeling
Onderwerp Overleg Doel 26 juni 2018 Uitvoeringsoverleg sociaal domein Bespreken 28 juni 2018 Directie sociaal domein Vaststellen (projectplan) 19 juli 2018 Portefeuillehoudersoverleg sociaal domein Bespreken
Toelichting
Beknopte toelichting Om de vernieuwing van het jeugdhulpstelsel een extra impuls te geven, is een transformatiefonds opgericht. Gemeenten kunnen door een transformatieplan op te stellen, aanspraak maken op deze impulsmiddelen. In dit plan moeten gemeenten moeten gemeenten in jeugdzorg verband een transformatieplan opstellen waarin zij beschrijven hoe ze invulling geven aan de doelstellingen uit het programma Zorg voor de Jeugd. De middelen moeten op het niveau van jeugdzorgregio worden ingezet. Voor onze jeugdzorgregio is dit circa 1,5 miljoen voor 3 jaar. In het bijgevoegd projectplan schetsen wij de aanpak om tot een transformatieplan jeugd Gooi en Vechtstreek te komen. Wij vragen het portefeuillehoudersoverleg Jeugd en Onderwijs om kennis te nemen van het projectplan Transformatieplan en om richting mee te geven ten aanzien van de gewenste inzet en focus van het Transformatieplan Jeugd. Hiervoor kan de presentatie ‘Analyse Jeugd’ die op vrijdag 29 juni besproken is in het bestuurlijk overleg Jeugd en Onderwijs, als onderlegger worden gebruikt. De presentatie ontvangt u bijgevoegd ter kennisname.
Bijlage(n)
Nummer Omschrijving Bijlage 1. Presentatie ‘Analyse Jeugd’ Bijlage 2. Projectplan Transformatieplan Jeugd 2019-2021
1
Directieoverleg 28 juni 2018 (aangepast na klankbordgroep, 12 juni)
Analyse Jeugdhulp 2017
2 Regio Gooi en Vechtstreek
Inhoudsopgave
1. Overzicht uitgaven 2017 vs inkomsten gemeentefonds
a. Invloed hard afsluiten DBC’s
b. Van subsidie naar inkoop
2. Analyse:
a. Ambulante jeugdhulp
b. 24-uurs verblijf
c. Jeugdbescherming en jeugdreclassering
d. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde
e. Verwijzers
3. Resultaten
3 Regio Gooi en Vechtstreek
Overzicht uitgaven 2017 en inkomsten gemeentefonds
1. Op basis van verantwoording 2017 (mei)
2. Declaraties en onderhandenwerk (geen PGB, uitvoeringskosten,
bijdragen crisis VT)
Blaricum Gooise Meren Hilversum Huizen Laren Weesp Wijdemeren Totaal
Begeleiding 133.373 1.523.316 2.097.508 1.285.307 119.453 316.901 500.140 5.975.998
Jeugd GGZ 444.974 3.403.180 5.534.480 2.087.017 735.691 867.004 1.045.576 14.117.922
Jeugdhulp 202.919 1.553.429 3.552.656 1.435.685 153.796 809.240 542.075 8.249.800
Jeugdhulp verblijf (exclusief BW) 117.961 612.657 2.220.355 1.463.286 33.944 354.044 139.627 4.941.874
Kinderbescherming, reclassering en drang 97.968 571.110 1.306.027 773.914 112.697 200.292 182.655 3.244.664
Landelijk transitiearrangement 112.008 239.067 839.565 201.973 99.173 135.014 77.933 1.704.733
Totaal uitgaven incl OHW 1.109.204 7.902.759 15.550.590 7.247.182 1.254.754 2.682.496 2.488.006 38.234.991
Inkomsten gemeentefonds 2017 825.547 7.108.755 14.905.038 6.822.652 991.496 2.695.745 2.529.332 35.878.566
Verschil -283.657 -794.004 -645.552 -424.530 -263.257 13.250 41.325 -2.356.424
4 Regio Gooi en Vechtstreek
Invloed afsluiten DBC’s op resultaat 2017
1. Declaraties en OHW van de jaren bij elkaar opgeteld en gedeeld door 3 (jaren 2015,
2016 en 2017). Hiermee is er een gemiddelde van de jeugd GGZ per jaar, zie kolom
gewogen gemiddelde
Jeugd GGZ
Uitgaven
2015 Uitgaven 2016
Uitgaven
2017
OHW
2015/2016
OHW
2017
Gewogen
gemiddelde
Blaricum 177.829 364.601 365.438 27.661 79.536 338.355
Gooise Meren 1.309.526 1.837.173 2.203.453 449.006 1.199.727 2.332.962
Hilversum 1.791.793 3.112.018 3.796.389 699.566 1.738.091 3.712.619
Huizen 966.383 1.369.606 1.642.319 224.761 444.698 1.549.256
Laren 197.581 354.992 474.544 71.598 261.147 453.287
Weesp 151.609 715.395 867.004
Wijdemeren 384.827 660.749 1.045.576
5 Regio Gooi en Vechtstreek
Overzicht uitgaven 2017 en inkomsten gemeentefonds
1. Invloed hard afsluiten DBC’s = circa 4 miljoen op regionaal niveau. Van -2,5 miljoen
ten opzichte van gemeentefonds naar +1,5 miljoen
2. Op basis van verantwoording 2017 (mei)
3. Declaraties en onderhandenwerk (geen PGB, uitvoeringskosten, bijdragen crisis VT)
Blaricum Gooise Meren Hilversum Huizen Laren Weesp Wijdemeren Totaal
Begeleiding 133.373 1.523.316 2.097.508 1.285.307 119.453 316.901 500.140 5.975.998
Jeugd GGZ 338.355 2.332.962 3.712.619 1.549.256 453.287 867.004 1.045.576 10.299.059
Jeugdhulp 202.919 1.553.429 3.552.656 1.435.685 153.796 809.240 542.075 8.249.800
Jeugdhulp verblijf (exclusief BW) 117.961 612.657 2.220.355 1.463.286 33.944 354.044 139.627 4.941.874
Kinderbescherming, reclassering en drang 97.968 571.110 1.306.027 773.914 112.697 200.292 182.655 3.244.664
Landelijk transitiearrangement 112.008 239.067 839.565 201.973 99.173 135.014 77.933 1.704.733
Totaal uitgaven incl OHW 1.002.585 6.832.540 13.728.729 6.709.421 972.350 2.682.496 2.488.006 34.416.127
Inkomsten gemeentefonds 2017 825.547 7.108.755 14.905.038 6.822.652 991.496 2.695.745 2.529.332 35.878.566
Verschil -177.038 276.215 1.176.309 113.232 19.146 13.250 41.325 1.462.439
6 Regio Gooi en Vechtstreek
Van subsidie naar inkoop
1. Jeugdhulp; ambulante jeugdhulp, behandelingsgerichte dagbesteding en
pleegzorg
2. 24-uurs verblijf: alleen subsidie (dus niet BW en gesloten jeugdhulp)
Geschatte
omvang van de Uitgaven 2017 Verschil
Jeugdhulp 9.750.000 8.249.801 1.500.199
24 uurs verblijf 3.000.000 4.113.329 -1.113.329
Kinderbescherming, jeugdreclassering en drang 3.000.000 3.244.668 -244.668
Totaal 15.750.000 15.607.798 142.202
7 Regio Gooi en Vechtstreek
Ambulante jeugdhulp
- Jeugd GGZ meeste
kinderen
- Verschillen tussen
gemeenten in
verdeling van de
zorgvormen
- Geen
referentiecijfers
2015, 2016 ivm
subsidie
8 Regio Gooi en Vechtstreek
Procentuele verdeling per gemeente
Basis GGZ SGGZ
Jeugdhulp Begeleiding/dagbesteding
Blaricum 32% 37% 15% 6%
Gooise Meren 35% 33% 13% 19%
Hilversum 21% 38% 21% 20%
Huizen 26% 31% 19% 24%
Laren 33% 44% 10% 13%
Weesp 22% 28% 28% 22%
Wijdemeren 26% 36% 19% 19%
9 Regio Gooi en Vechtstreek
24-uurs verblijf
- Aandeel vorm verblijf is
verschillend per gemeente
- Gemiddelde verblijfsdagen
jeugd GGZ van 54 in 2015 naar
34 in 2017
- Gemiddelde verblijfsdagen
JenO is in 2017 240
10 Regio Gooi en Vechtstreek
Procentuele verdeling (vormen verblijf) per gemeente
Pleegzorg 24 uurs verblijf
Jeugd GGZ Gesloten jeugdhulp
Blaricum 40% 40% 13% 7%
Gooise Meren 59% 23% 16% 3%
Hilversum 53% 34% 10% 3%
Huizen 49% 40% 5% 6%
Laren 14% 29% 29% 29%
Weesp 86% 14% 0% 0%
Wijdemeren 60% 20% 16% 4%
11 Regio Gooi en Vechtstreek
Kinderbescherming, reclassering en drang
12 Regio Gooi en Vechtstreek
Verwijzers
Jeugdhulp zonder verblijf Jeugdhulp met verblijf
1. Groot aandeel huisarts
2. Groot aandeel gemeentelijke toegang
1. Groot aandeel GI
2. Groot aandeel gemeentelijke toegang
13 Regio Gooi en Vechtstreek
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde
1. Recente cijfers CBS, https://www.cbs.nl/benchmark-jeugdzorg
2. Exclusief Weesp en Wijdemeren
3. Iedere gemeente zit op of onder het landelijk gemiddelde in 2017
4. Huizen zit bij OTS boven landelijk en heeft percentueel meeste kinderen in
hulp ten opzichte van andere regiogemeenten (+0,6%)
Jeugdregio GV Landelijk gemiddelde
Jeugdhulp totaal 7,10% 8,90%
Jeugdhulp ambulant 6,80% 8,40%
Jeugdhulp met verblijf 0,70% 1,10%
Kinderbescherming 0,70% 0,90%
14 Regio Gooi en Vechtstreek
Resultaten
1. Financieel:
a. Hard afsluiten DBC bij de GGZ heeft “aanzienlijke” invloed op financieel resultaat 2017
b. Meeste uitgaven gaan naar de SGGZ en Jeugdhulp
c. Van subsidie naar inkoop; minder uitgegeven dan geschat voor ambulante jeugdhulp en meer voor verblijf, jb, jr en drang. In totaal ‘voordeel’ van circa 1,5 ton
2. Inhoudelijk:
a. Alle gemeenten zitten onder of op het landelijk gemiddelde van het kinderen dat gebruik maakt van jeugdhulp
b. De meeste kinderen ontvangen specialistische GGZ. Hierbij zien we een aanzienlijk verschil in procentuele aandeel van deze zorgvorm per gemeente
c. Verschillen bij gemeenten aandeel 24-uurs verblijf / pleegzorg. Pleegzorg is in sommige gemeenten ‘laag’ en 24-uurs verblijf ‘hoog’
d. Huisarts heeft hoger dan landelijk gemiddeld rol bij verwijzingen
e. Gemeentelijke toegang heeft een grotere rol bij verwijzingen dan landelijk gemiddeld
Pagina 1 van 3
PROJECTPLAN
Algemeen Omschrijving Onderwerp Transformatieplan Jeugd 2019-2021 Verspreiden Nee Contactpersoon Geurt van den Broek Eenheid Sturing E-mail [email protected] Kenmerk 18.0005531 Datum 14 juni 2018
Opdrachtgever en –nemer Opdrachtgever Directieoverleg Sociaal Domein Opdrachtnemer RVE Sturing
Projectgroep Liesbeth de Groot, Saloua Chaara, Geurt van den Broek
Achtergrond Naar aanleiding van de evaluatie van de Jeugdwet heeft het Rijk het Programma Zorg voor de Jeugd opgesteld. Dit programma geeft aan op welke manier de transformatie aan de hand van onderstaande doelen tot stand moet gaan komen:
1. Betere toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen; 2. Meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien; 3. Alle kinderen de kans bieden zich optimaal te ontwikkelen; 4. Kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden; 5. Jeugdigen beter beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt; 6. Investeren in vakmanschap van jeugdprofessionals.
Om de vernieuwing van het jeugdhulpstelsel een extra impuls te geven, is een transformatiefonds opgericht. Om aanspraak te maken op deze impulsmiddelen moeten gemeenten een transformatieplan opstellen waarin zij beschrijven hoe ze invulling geven aan de doelstellingen uit het programma Zorg voor de jeugd. De middelen worden op het niveau van jeugdzorgregio uitgekeerd en ingezet. In dit projectplan schetsen wij de aanpak om tot een transformatieplan jeugd Gooi en Vechtstreek te komen.
Resultaat Dit project levert voor de gemeenten Gooi en Vechtstreek (Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp, Wijdemeren) een Transformatieplan Jeugd 2019-2021 op wat volgens de volgende outline wordt ingedeeld1.
1. Inleiding 2. De staat van de jeugd(hulp) in de Gooi en Vechtstreek (Waar staan we nu?) 3. Van transitie naar echte transformatie (waar willen we naartoe?) 4. Transformatieagenda 2019-2021 (acties en maatregelen) 5. Monitoring en Sturing 6. Financieel kader
Om invulling te geven aan bovenstaande voeren we activiteiten uit. In bijlage 1 is de activiteitenagenda opgenomen.
Beschrijving project(en) In bijlage 2 is opgenomen waar het transformatieplan aan moet voldoen en welke voorwaarden gelden om aanspraak te maken op het transformatiefonds.
Betrokkenheid inwoners Inwoners worden via Samenkracht! betrokken om input te leveren. Tevens maken we gebruik van
1 Maximaal 15 pagina’s, zie Spelregels (bijlage 2)
Pagina 2 van 3
resultaten uit eerdere Samenkracht! bijeenkomsten om het inwonerperspectief mee te nemen in de uitwerking van het transformatieplan. Ook voor de adviesraden Sociaal Domein wordt een bijeenkomst georganiseerd, zodat zij input kunnen leveren en hun lokale adviesrol kunnen invullen.
Betrokkenheid gemeenten Beleidsadviseurs worden betrokken via de klankbordgroep. De beleidsadviseurs worden daarnaast gevraagd om (inhoudelijke) input te leveren op teksten en teksten aan te vullen/aan te scherpen/ intern te toetsen.
Betrokkenheid direct belanghebbenden Er worden bijeenkomsten georganiseerd voor aanbieders en samenwerkingsverbanden onderwijs (Unita, Qinas). Ook wordt gebruik gemaakt van de input die het afgelopen jaar is opgehaald uit diverse bijeenkomsten.
Planning en besluitvorming
Wat Waar Wanneer 1. Projectplan
vaststellen Directieoverleg Sociaal Domein
28 juni 2018
2. Richtinggevende discussie waarbij het concept transformatieplan wordt besproken
Directieoverleg Sociaal Domein
13 september 2018
Uitvoeringsoverleg Sociaal Domein
19 september 2018
Stuurgroep 18 min 27 september 2018* 3. Transformatieplan
vaststellen Uitvoeringsoverleg Sociaal Domein
30 oktober 2018
Directieoverleg Sociaal Domein
22 november 2018
Stuurgroep 18 min 29 november 2018 Colleges van BenW Voor 1 januari 2019
*Na akkoord van de Stuurgroep 18min wordt het transformatieplan onder voorbehoud van bestuurlijk vaststelling in de Colleges BenW uiterlijk 1 oktober 2018 naar het ministerie gestuurd. Het is namelijk een verplichting om voor 1 oktober het plan naar het ministerie te sturen om een bijdrage te ontvangen uit het transformatiefonds. In de maanden oktober en november kunnen er nog aanpassingen worden doorgevoerd.
Pagina 3 van 3
Tijdsinvestering Projectmedewerkers In totaal 16 uur pw, 10 weken (een inschatting waar voornamelijk in de
zomermaanden de meeste tijdsinvestering wordt verwacht)
Financiën Voor de jaren 2019, 2020 en 20212 is er per jaar 488.535 beschikbaar (zie ook bijlage 1, pagina 6). Deze middelen zijn berekend op basis van het aantal jeugdigen tot 23 jaar in de gemeenten Gooi en Vecht.
Transformatiebudget 2019
Transformatiebudget 2020
Transformatiebudget 2021
Totaal
G&V 488.535 488.535 488.535 1.465.605 Het transformatiebudget wordt, indien er voor 1 oktober 2018 een transformatieplan wordt ingediend, in de decembercirculaire 2018 aan de grootste gemeente (inwoneraantal) in desbetreffende jeugdregio uitgekeerd. De Regio zal na instemming door gemeenten de verwerking van de middelen in de Regiobegroting met de gemeente Hilversum afwikkelen. Hierover wordt afgestemd met de werkgroep financiën. Het transformatiebudget is als volgt opgebouwd:
- het Rijk heeft via het regeerakkoord extra middelen beschikbaar gesteld (50%) - gemeenten hebben op basis van een hernieuwde berekening bij de overheveling van de
taken te weinig budget gekregen. Dit bedrag wordt overgemaakt en gekoppeld aan het transformatiebudget. Hiermee is de bijdrage van gemeenten aan het transformatiebudget 50%. Dit zijn dus extra middelen waar eerder geen rekening mee is gehouden
Aandachtspunten/randvoorwaarden De planning om het transformatieplan op te stellen is krap en vindt grotendeels in het zomerreces plaats. Dit zorgt ervoor dat afstemming pas mogelijk is in de maand september.
Voor het opstellen van het plan wordt gebruik gemaakt van bestaande projecten. Naast het project jeugdhulp in gezinsvormen worden de projecten zoals opgenomen in het projectplan Doorontwikkeling jeugdhulp gebundeld en opgenomen in het transformatieplan. Hierdoor zijn er diverse bouwstenen waardoor de verwachting is dat het transformatieplan grotendeels in het reces kan worden opgesteld. Om uiterlijk 1 oktober een plan in te dienen wordt flexibiliteit in het proces gevraagd. Zo wordt het transformatieplan na afstemming met bestuurders jeugd en onderwijs en vooruitlopend op vaststelling door colleges naar het ministerie gestuurd. Wanneer er zich afwijkingen voordoen ten opzichte van de planning/activiteitenagenda, zullen wij hierover communiceren met het directieoverleg en waar nodig met de bestuurders jeugd en onderwijs.
De maatregelen uit het transformatieplan jeugd lopen door tot en met in ieder geval 2020.
Bij de opstelling van het Uitvoeringsprogramma 2019-2020 worden de maatregelen uit het transformatieplan verwerkt zodat de sturing op deze maatregelen nadrukkelijk binnen het directieoverleg en de stuurgroep ligt.
Bijlagen: 1. Activiteitenagenda 2. Spelregels transformatiefonds
2 Budget van 2018 wordt overgeheveld naar 2019
Spelregels
Transformatie
fonds
Spelregels
Transformatiefonds
Inhoud
1. Inleiding 4
2 Het Transformatiefonds - De reikwijdte 5
3. Het transformatieplan - De inhoudelijke voorwaarden 8
4. Het transformatieplan - De beoordelingscriteria en de toetsingscriteria 11
5. Het Transformatiefonds - De governance 13
6. Bijlage 1 - Modelformulier 14
4 | Spelregels Transformatiefonds
1. InleidingSinds 2015 bundelen gemeenten, jeugdhulpaanbieders en Gecertificeerde Instellingen, brancheorganisaties,
cliëntenorganisaties en het Rijk de krachten om een grote maatschappelijke opgave te realiseren: de jeugdhulp dichter naar de
leefwereld van het kind en het gezin te brengen. Gemeenten en aanbieders hebben de ambitie en verantwoordelijkheid om
hulp en ondersteuning voor kinderen, jongeren en gezinnen in samenhang, op maat en dichtbij het gezin te organiseren. In de
afgelopen jaren zijn mooie stappen gezet in het realiseren van deze ambitie, en is ook het besef gegroeid dat het inhoudelijke
veranderproces dat met de Jeugdwet meekwam - de transformatie - tijd kost. Tegelijkertijd is en blijft vernieuwing een continue
(leer)proces. Het is belangrijk om de transformatie blijvend aan de dagelijkse praktijk te toetsen én flexibel aan de
werkelijkheid te kunnen aanpassen, conform de uitgangspunten van de Jeugdwet.
Voor een succesvolle uitwerking van de Jeugdwet is de conclusie van het ‘Statement 24-uurssessie Zorglandschap’ dat een
regionale inrichting van het zorglandschap, (boven)regionale expertteams voor complexe zorgvragen, versterken van de
basisjeugdhulp met expertise uit de specialistische jeugdhulp, verbeterde ketensamenwerking en het leren van elkaar
noodzakelijke voorwaarden zijn.
Kortom; de Jeugdwet biedt belangrijke voorwaarden om het jeugdhulpstelsel te verbeteren. Voorwaarden die het mogelijk
maken om hulp meer integraal, dichter bij de leefwereld van kinderen, jongeren en gezinnen te organiseren en met meer
mogelijkheden tot maatwerk. Deze kansen voor vernieuwing benutten we alleen nog niet ten volle.
Om de vernieuwing van het jeugdhulpstelsel een extra impuls te geven, is gezamenlijk door gemeenten en het Rijk een
Transformatiefonds opgericht. Voor de periode 2018 tot en met 2020 is jaarlijks € 36 miljoen aan transformatiebudget
beschikbaar gesteld. Het gaat in totaal om een bedrag van € 108 miljoen, waarvan € 54 miljoen door gemeenten ter beschikking
is gesteld en € 54 miljoen door het Rijk ter beschikking is gesteld.
Jeugdzorgregio’s komen in aanmerking voor een bijdrage uit het Transformatiefonds door ‘Regionale deals Jeugd’ af te sluiten.
Hiertoe stellen jeugdzorgregio’s in 2018 een meerjarig transformatieplan op, voor ten minste de periode 2018 tot en met 2020.
Dit document licht de spelregels toe waar een aanvraag voor het Transformatiefonds aan moet voldoen en op welke
wijze een aanvraag zal worden gehonoreerd. Deze spelregels zijn in samenwerking tussen de VNG en het Rijk opgesteld.
Spelregels Transformatiefonds | 5
2. Het Transformatiefonds De reikwijdte
Jeugdzorgregio’sGemeenten hebben in de Jeugdwet een belangrijke verantwoordelijkheid. Waar nodig werken gemeenten samen in
jeugdzorgregio’s. De transformatie vindt zowel op lokaal niveau als op regionaal niveau plaats, en tevens in de uitwisseling en
afstemming tussen de jeugdzorgregio’s. Om impact te hebben met de inzet van het Transformatiefonds, is het nodig dat een
transformatiebudget voldoende toereikend is om daadwerkelijk te kunnen transformeren. Het Transformatiefonds wordt dan
ook op het niveau van de jeugdzorgregio’s ingezet.
Financiële verdeling TransformatiefondsBij de verdeling van de financiële middelen is als uitgangspunt genomen dat het rechtvaardig, eenvoudig en werkbaar moet
zijn. De hoogte van het transformatiebudget per jeugdzorgregio in 2018, 2019 en 2020 wordt daarom vastgesteld naar rato van
het totaal aantal kinderen tot 23 jaar op 1-1-2018. Daarnaast komt elke jeugdzorgregio in aanmerking voor een bijdrage uit het
Transformatiefonds. Dit betekent dat overal in Nederland een extra impuls voor het verbeteren van het jeugdhulpstelsel kan
worden gerealiseerd en deze acties elkaar versterken.
Uitgaande van 42 transformatieplannen, van 42 jeugdzorgregio’s, betekent dit dat per jeugdzorgregio vooraf bekend is hoeveel
een jeugdzorgregio jaarlijks aan transformatiebudget ontvangt. Tabel 1 geeft inzicht in hoeveel transformatiebudget per
jeugdzorgregio beschikbaar is. In het geval dat het beroep op het Transformatiefonds ziet op minder dan 42 jeugdzorgregio’s,
wordt het resterende transformatiebudget jaarlijks verdeeld over de jeugdzorgregio’s waarvan de aanvraag is gehonoreerd. De
eventuele toekenning hiervan vindt eveneens plaats naar rato van het totaal aantal kinderen tot 23 jaar op 1-1-2018 in
desbetreffende jeugdzorgregio.
Indien de (boven)regionale context hierom vraagt, kunnen jeugdzorgregio’s ook gezamenlijk één transformatieplan indienen
dat ziet op een bovenregionale aanpak. Bij een bovenregionaal gehonoreerd transformatieplan ontvangen deze
jeugdzorgregio’s een transformatiebudget ter hoogte van de som van het transformatiebudget dat per individuele
jeugdzorgregio beschikbaar is. Een voorbeeld hiertoe is in tabel 2 opgenomen.
6 | Spelregels Transformatiefonds
Tabel 1. Financiële verdeling van het Transformatiefonds per jeugdzorgregio in 2018, 2019 en 2020
op basis van 42 gehonoreerde transformatieplannen.
Jeugdzorgregio
Aantal jongeren
0 t/m 22 jaar
Transformatiebudget
2018
Transformatiebudget
2019
Transformatiebudget
2020
Achterhoek 73.419 € 595.068 € 595.068 € 595.068
Alkmaar (Noord-Kennemerland) 74.390 € 602.938 € 602.938 € 602.938
Amsterdam-Amstelland 254.510 € 2.062.829 € 2.062.829 € 2.062.829
Arnhem 117.811 € 954.870 € 954.870 € 954.870
Drenthe 122.463 € 992.575 € 992.575 € 992.575
Eemland 82.769 € 670.851 € 670.851 € 670.851
Flevoland 122.319 € 991.408 € 991.408 € 991.408
Food Valley 93.283 € 756.068 € 756.068 € 756.068
Friesland (Fryslân) 169.511 € 1.373.904 € 1.373.904 € 1.373.904
Gooi en Vechtstreek 60.275 € 488.535 € 488.535 € 488.535
Groningen 152.117 € 1.232.923 € 1.232.923 € 1.232.923
Haaglanden 296.540 € 2.403.486 € 2.403.486 € 2.403.486
Haarlemmermeer 41.026 € 332.520 € 332.520 € 332.520
Holland Rijnland 141.463 € 1.146.572 € 1.146.572 € 1.146.572
IJmond (Midden Kennemerland) 37.173 € 301.291 € 301.291 € 301.291
IJsselland 145.804 € 1.181.756 € 1.181.756 € 1.181.756
Kop van Noord-Holland 40.027 € 324.423 € 324.423 € 324.423
Lekstroom 49.134 € 398.236 € 398.236 € 398.236
Midden Holland 62.888 € 509.714 € 509.714 € 509.714
Midden IJssel / Oost Veluwe 87.537 € 709.496 € 709.496 € 709.496
Midden-Brabant 114.989 € 931.997 € 931.997 € 931.997
Midden-Limburg Oost 29.015 € 235.169 € 235.169 € 235.169
Midden-Limburg West 23.856 € 193.355 € 193.355 € 193.355
Nijmegen 82.810 € 671.183 € 671.183 € 671.183
Noord-Limburg 65.567 € 531.427 € 531.427 € 531.427
Noordoost Brabant 154.758 € 1.254.329 € 1.254.329 € 1.254.329
Noord-Veluwe 47.894 € 388.186 € 388.186 € 388.186
Rijnmond 339.170 € 2.749.007 € 2.749.007 € 2.749.007
Rivierenland 66.320 € 537.530 € 537.530 € 537.530
Twente 168.063 € 1.362.167 € 1.362.167 € 1.362.167
Utrecht Stad 97.317 € 788.764 € 788.764 € 788.764
Utrecht West 54.040 € 438.000 € 438.000 € 438.000
West Brabant Oost 93.074 € 754.374 € 754.374 € 754.374
Spelregels Transformatiefonds | 7
West Brabant West 82.459 € 668.338 € 668.338 € 668.338
West Friesland 55.566 € 450.368 € 450.368 € 450.368
Zaanstreek-Waterland 86.012 € 697.136 € 697.136 € 697.136
Zeeland 93.586 € 758.524 € 758.524 € 758.524
Zuid Kennemerland 58.173 € 471.498 € 471.498 € 471.498
Zuid-Holland Zuid 131.386 € 1.064.897 € 1.064.897 € 1.064.897
Zuid-Limburg 130.299 € 1.056.086 € 1.056.086 € 1.056.086
Zuidoost Utrecht 51.463 € 417.113 € 417.113 € 417.113
Zuidoost-Brabant 191.372 € 1.551.089 € 1.551.089 € 1.551.089
Totaal 4.441.648 € 36.000.000 € 36.000.000 € 36.000.000
Tabel 2. Voorbeeld van financiële toekenning van het Transformatiefonds bij een bovenregionaal transformatieplan.
Jeugdzorgregio
Aantal jongeren
0 t/m 22 jaar
Transformatiebudget
2018
Transformatiebudget
2019
Transformatiebudget
2020
Utrecht Stad 97.317 € 788.764 € 788.764 € 788.764
Utrecht West 54.040 € 438.000 € 438.000 € 438.000
Zuid-Oost Utrecht 51.463 € 417.113 € 417.113 € 417.113
Eemland 82.769 € 670.851 € 670.851 € 670.851
Lekstroom 49.134 € 398.236 € 398.236 € 398.236
Totaal 334.723 € 2.712.963 € 2.712.963 € 2.712.963
8 | Spelregels Transformatiefonds
3. Het transformatieplan De inhoudelijke voorwaarden Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Transformatiefonds dient een jeugdzorgregio een meerjarig
transformatieplan in. Dit plan dient ten minste de periode 2018 tot en met 2020 te beslaan.
Uitgangspunt van het Transformatiefonds is dat inzet hiervan bijdraagt aan de doelstelling van het ´Actieprogramma Zorg voor
de Jeugd’: ‘De jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering merkbaar en meetbaar steeds beter te maken voor kinderen, jongeren en gezinnen,
zodat ze op tijd passende hulp ontvangen´. Hiervoor is het nodig om kinderen, jongeren en gezinnen beter te ondersteunen tijdens
de levensloop van het kind thuis, uitwonend, op school en bij de overgang naar de volwassenheid.
Lerend jeugdhulpstelsel Er zijn in het land al goede voorbeelden die laten zien hoe het beter kan. Daarnaast is er bij de kennis- en opleidingsinstituten
veel kennis over ontwikkelingen in het jeugdhulpveld, effectieve interventies, instrumenten, werkwijzen en richtlijnen. Dit
betekent dat jeugdzorgregio’s niet altijd ‘het wiel opnieuw hoeven uit te vinden’. Bovendien heeft het Transformatiefonds ook
tot doelstelling om gezamenlijk op landelijk niveau een stap voorwaarts te zetten, naar een jeugdhulpstelsel dat zich steeds
beter ontwikkelt. Hiervoor is het belangrijk dat jeugdzorgregio’s gebruik maken van wat er al is, en dit ook verder versterken.
Dit vraagt bij het opstellen van het transformatieplan dat er, waar nodig, expliciet aandacht is voor bestaande kennis en
ervaringen over wat wel en niet werkt. Jeugdzorgregio’s dienen aantoonbaar resultaten te boeken in de transformatie. Uit het
indienen van een transformatieplan volgt dan ook de verplichting voor jeugdzorgregio’s om zowel op landelijk als op regionaal
niveau kennis en ervaringen actief te delen en hiervan te leren. Figuur 1, zoals in het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’ is
opgenomen, illustreert het realiseren van een lerende omgeving voor professionals, met samen leren doen wat werkt en het
maken van afspraken hierover. Centraal hierbij staat: steeds beter willen worden, benutten en doorontwikkelen van kennis, van
elkaar leren en reflectie van de cliënt.
Figuur 1. Het totale jeugdlandschap en haar ontwikkeling uit het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’.
Spelregels Transformatiefonds | 9
Inhoud transformatieplanDe doelen uit het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’, uitgewerkt langs zes inhoudelijke actielijnen, vormen de basis voor
het Transformatiefonds. Een jeugdzorgregio werkt minimaal één van de actielijnen uit in het transformatieplan. Daarbij is het
(boven)regionale vraagstuk leidend in het transformatieplan.
Het is vanzelfsprekend dat jeugdzorgregio’s stappen maken op alle actielijnen uit het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’. Dus
ook op de actielijnen die niet specifiek in het transformatieplan zijn uitgewerkt. Uit het indienen van het transformatieplan
volgt dan ook de verplichting dat jeugdzorgregio’s zich inspannen om op alle actielijnen stappen te maken, door elkaar te
volgen, opgedane kennis en ervaringen actief te delen en te leren van lessen van andere jeugdzorgregio’s. Hieronder worden de
actielijnen uit het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’ kort beschreven. Zie voor de exacte omschrijving van de zes actielijnen
het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’.
• Actielijn 1: Betere toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen
• In de jeugdzorgregio is helderheid over wat wel en niet mag worden verwacht van de basisjeugdhulp, het lokale team en
de toegang. Kinderen en gezinnen moeten weten waar ze voor hulp terecht kunnen en tijdig passende hulp ontvangen.
• Er is een goede samenwerking door de gehele keten van preventie tot specialistische zorg. Op deze manier vormt zich
een goedwerkende keten van basis- en specialistische zorg, waar professionals elkaar kennen en weten te vinden. Met als
gevolg dat de hulp effectief en efficiënt is.
• Actielijn 2: Meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien
• Elk kind heeft recht op een liefdevolle en stabiele omgeving om in op te groeien. Dit betekent dat er een kwalitatieve
versterking van preventie en/of ambulante hulp met ook een kwantitatieve toename van specialistisch ambulant aanbod
is, in goede samenhang met de basisjeugdhulp. Investeren hierin zorgt ervoor dat kinderen vaker thuis kunnen blijven
wonen c.q. dat de terugkeer naar thuis eerder op een verantwoorde wijze kan worden gerealiseerd.
• Elk kind heeft stabiliteit nodig. Dit betekent dat het kind zo min mogelijk heen en weer wordt geplaatst als het niet meer
thuis kan wonen. Hiervoor is het nodig dat de jeugdhulp zich naar het kind beweegt in plaats van andersom. Wanneer
verblijf noodzakelijk is, moet die zoveel mogelijk deel uitmaken van een ambulant traject.
• Als kinderen niet meer thuis kunnen wonen, worden kinderen zo veel mogelijk kleinschalig, gezinsgericht en in
perspectief biedende voorzieningen opgevangen, bij voorkeur in het eigen netwerk.
• Langdurig verblijf in een grote instelling is voor geen enkel kind wenselijk. Daarom is het nodig het aantal (gesloten)
plaatsingen terug te dringen en ook de duur van plaatsingen te verkorten.
• Actielijn 3: Alle kinderen de kans bieden zich te ontwikkelen
• Elk kind moet de kans hebben om zich in een doorgaande schoollijn naar vermogen te kunnen ontwikkelen en te
kunnen ontplooien. Hiervoor zijn concrete uitvoeringsafspraken nodig tussen de jeugdzorgregio en het
samenwerkingsverband passend onderwijs over hoe de inzet van onderwijs- en zorgmiddelen flexibel op elkaar af te
stemmen.
• Actielijn 4: Kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden
• De overstap van de jeugdhulp naar de volwassenzorg (18-/18+) en de voorbereiding daar naartoe sluiten op elkaar aan.
Hiervoor is het nodig dat iedere jongere die zorg krijgt, een instelling verlaat dan wel in een pleeggezin woont merkbaar
beter wordt voorbereid op de overgang naar de volwassenheid, met afspraken op maat. Op deze manier ontvangen
minder zelfredzame jongeren begeleiding in hun weg naar huisvesting, onderwijs, werk of andere zinvolle
dagbestedingen en het behoud daarvan.
• Er is een soepele overgang in het bieden van ondersteuning en zorg: iedere jongere die dat wil, kan in zorg blijven bij een
vertrouwde zorgverlener en ondervindt geen belemmering om zorg en ondersteuning op maat te krijgen.
• Bestaande mogelijkheden van verlengde jeugdhulp worden beter benut.
10 | Spelregels Transformatiefonds
• Actielijn 5: Jeugdigen beter beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt
• Het lokale team is de meest constante factor in de begeleiding van de gezinnen. Daarom is het nodig dat het lokale team
over voldoende kennis en vaardigheden beschikt voor het signaleren en aanpakken van problemen die kinderen kunnen
schaden. In het verlengde van actielijn 1 is het dan ook belangrijk dat binnen de jeugdzorgregio helderheid is over wat
van een lokaal team mag worden verwacht in het signaleren en aanpakken van onveilige opvoedsituaties en wat
aanvullend door gespecialiseerde instellingen (Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde
Instellingen) wordt ingezet. Betere samenwerking, minder overlap en gedeelde afwegingscriteria verhogen de snelheid
in de jeugdbeschermingsketen.
• Actielijn 6: Investeren in het vakmanschap
• De actielijn ziet op een lerende en samenwerkende houding waar het kind centraal staat. Hiertoe is het nodig om
gezamenlijk te investeren in kennis, tijd, ruimte, een lerende omgeving en veilige omgeving voor professionals.
Spelregels Transformatiefonds | 11
4. Het transformatieplan De beoordelingscriteria en de toetsingscriteria
De beoordelingscriteria Voorwaarde om te kunnen transformeren is het uitgangspunt dat ‘de basis op orde’ is in de jeugdzorgregio. Hier wordt bij de
beoordeling van de aanvraag bijzondere aandacht aan besteed. Dit betekent dat een jeugdzorgregio om in aanmerking te
komen voor een bijdrage uit het Transformatiefonds aan onderstaande beoordelingscriteria moet voldoen:
1. In de jeugdzorgregio is een (boven)regionaal expertteam aanwezig voor complexe zorgvragen.
• Dit betekent dat er in de jeugdzorgregio een werkwijze is ontwikkeld en er een plek is waar zorgvragen met complexe
problematiek worden besproken. Met als gevolg dat voor een jeugdige ongeacht de complexiteit van de zorgvraag tijdig
passende hulp wordt georganiseerd.
2. Binnen de jeugdzorgregio zijn (proces)afspraken gemaakt over de aanpak van wachtlijsten en wachttijden.
• In het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’ staat omschreven waar sluitende (proces)afspraken minimaal op moeten
zien c.q. toe moeten leiden. De bedoeling hiervan is dat gemeenten in samenspraak met jeugdhulpaanbieders hun
verantwoordelijkheid nemen. Dit betekent voor de jeugdigen en gezinnen dat zij tijdig passende hulp ontvangen en
professionals een handelingsperspectief wordt geboden indien zij de professionele inschatting maken dat het
onverantwoord is om langer te wachten met het bieden van hulp.
3. Binnen de jeugdzorgregio worden meerjarige inkoopcontracten afgesloten.
• Dit betekent dat de duur van het contract continuïteit biedt voor jeugdigen en jeugdhulpaanbieders. Tevens bieden de
meerjarige contracten voldoende tijd en ruimte om gezamenlijk te kunnen transformeren.
4. Binnen de jeugdzorgregio zijn de inkoopcontracten consequent vertaald in de uitvoeringsvarianten van het
programma Informatievoorziening Sociaal Domein.
• Dit betekent dat gemeenten en jeugdhulpaanbieders op een veilige manier gegevens met elkaar uitwisselen, vermijdbare
administratieve lasten worden beperkt en er een waarborg is dat publiek geld rechtmatig wordt besteed.
5. Binnen de jeugdzorgregio is er een visie op de doorontwikkeling van de lokale teams.
• De tussenevaluatie van de Jeugdwet laat zien dat er een cruciale rol voor de lokale teams is weggelegd. Het voeren van
een goede inhoudelijke dialoog over wat van de lokale teams verwacht mag worden en de doorontwikkeling daarvan is
essentieel voor een goed functionerend jeugdhulpstelsel. De aansluiting tussen specialistische jeugdhulp,
jeugdbescherming en de lokale teams, ingegeven door de evaluatie, is een belangrijk gespreksonderwerp tussen
gemeenten en aanbieders.
• Het hebben van een regionale visie heeft tot doel dat er meer duidelijkheid komt in iedere jeugdzorgregio over wat
lokale teams doen. Zodat het in elke regio voor iedereen – van burger, professional tot op beleidsniveau – helder is wat je
van het lokaal team wel of niet mag verwachten. Zie voor de specifieke aandachtspunten het ‘Actieprogramma Zorg voor
de Jeugd’.
• De regionale visie op de doorontwikkeling van de lokale teams is uiterlijk aan het einde van de zomer van 2019 gereed.
Het hebben van een regionale visie op de lokale teams is randvoorwaardelijk om het transformatiebudget voor het jaar
2020 te ontvangen.
12 | Spelregels Transformatiefonds
N.B.: In het geval dat een jeugdzorgregio niet aan de gestelde beoordelingscriteria voldoet, bestaat de mogelijkheid om een jeugdzorgregio, binnen de
financiële spelregels van het Transformatiefonds, alsnog transformatiebudget toe te kennen. Hierbij dient de jeugdzorgregio overtuigend te motiveren
waarom de regio (nog) niet aan de criteria voldoet, en aan te geven op welke wijze de regio alsnog aan de criteria gaat voldoen.
In uitzonderlijke gevallen, wanneer een jeugdzorgregio overduidelijk substantieel nadeel ondervindt van de beoordelingscriteria, kan eveneens worden
besloten alsnog transformatiebudget toe te kennen.
De toetsingscriteriaDe beoordeling van de inhoud van het transformatieplan vindt plaats aan de hand van toetsingscriteria. Dit betekent dat
jeugdzorgregio’s in hun transformatieplan overtuigend duidelijk maken dat zij voldoen aan onderstaande toetsingscriteria:
1. De inhoud van het transformatieplan ziet minimaal op één van de actielijnen uit het
‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’:
• Actielijn 1: Betere toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen.
• Actielijn 2: Meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien.
• Actielijn 3: Alle kinderen de kans bieden zicht te ontwikkelen.
• Actielijn 4: Kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden.
• Actielijn 5: Jeugdigen beter beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt.
• Actielijn 6: Investeren in vakmanschap.
2. Het transformatieplan is een meerjarig plan van de regio en ziet ten minste op de jaren 2018, 2019 en 2020.
• Dit betekent dat het transformatieplan realistisch is en overeenkomt met de tijd die nodig is om de gestelde
transformatiedoelen te bereiken.
3. Uit het transformatieplan blijkt dat de transformatiebeweging duurzaam is.
• Dit betekent dat de transformatiebeweging een structurele verandering tot resultaat heeft. Met als gevolg dat de
transformatie ook na 2020 blijft voortbestaan.
4. Uit het transformatieplan blijkt dat de acties zorggericht zijn en daarmee direct en merkbaar beter voor kinderen,
jongeren, opvoeders en leerkrachten.
• Dit betekent dat de doelgroep een verbetering ervaart, ook naar de toekomst toe. Zo kan het verbeteren van de
samenwerking of het voeren van meer onderling overleg geen doel op zich zijn, maar moet in het plan helder zijn hoe de
hulp daar beter van wordt.
5. Uit het transformatieplan blijkt aantoonbare betrokkenheid van, voor die actielijnen relevante
samenwerkingspartners, zoals jeugdhulpaanbieders, Gecertificeerde Instellingen, cliëntenorganisaties, kennis- en
opleidingsinstituten en het onderwijs die betrokken zijn bij de uitvoering van het transformatieplan.
6. Uit het transformatieplan blijkt dat een jeugdzorgregio en haar samenwerkingspartners onderdeel uitmaken van een
lerend jeugdhulpstelsel (zie figuur 1: Het totale jeugdlandschap en haar ontwikkeling uit het ‘Actieprogramma Zorg
voor de Jeugd’) dat groter is dan de eigen jeugdzorgregio. Dit brengt de verplichting voor jeugdzorgregio’s met zich
mee om opgedane kennis en ervaringen actief te delen met andere jeugdzorgregio’s en te leren van lessen van andere
jeugdzorgregio’s op alle actielijnen uit het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’.
• Dit betekent dat iedere jeugdzorgregio stappen maakt op alle actielijnen uit het ‘Actieprogramma Zorg voor de Jeugd’.
Dus ook op de actielijnen die niet specifiek in het transformatieplan zijn uitgewerkt.
Spelregels Transformatiefonds | 13
5. Het Transformatiefonds De governance
Indienen van het transformatieplan Het transformatieplan dient uiterlijk 1 oktober 2018 te zijn ingediend, via de postbus: [email protected].
Om voor transformatiebudget in aanmerking te komen, voor de periode 2018-2020, hoeft slechts eenmalig een
transformatieplan te worden opgesteld. Dit om voor iedereen zoveel mogelijk de administratieve lasten te beperken.
Richtinggevend voor de omvang van het transformatieplan wordt een maximale omvang van vijftien pagina’s geadviseerd.
‘De basis op orde’ Bij het indienen van het transformatieplan dient een modelformulier worden meegestuurd. Dit ziet op de beoordelingscriteria
die gericht zijn op de mate waarin een jeugdzorgregio ‘de basis op orde’ heeft. Dit betreft randvoorwaardelijk zaken die
noodzakelijk worden geacht voor een duurzame transformatiebeweging. Indien de uitzonderlijke situatie zich voordoet dat een
jeugdzorgregio (nog) niet voldoet aan de criteria, dient de jeugdzorgregio ten minste, in het formulier, gemotiveerd toe te
lichten waarom de jeugdzorgregio (nog) niet voldoet aan de gestelde criteria. Daarnaast dient de jeugdzorgregio inzicht te
geven in hoe de jeugdzorgregio alsnog hieraan gaat voldoen. Zie bijlage 1 voor het modelformulier hiertoe. Een invulversie van
dit formulier kan worden opgevraagd via de postbus: [email protected].
Beoordeling van het transformatieplanDe transformatieplannen worden door de Stuurgroep Zorglandschap (waarin Rijk, VNG, branches van aanbieders en
cliëntenorganisaties zitten) beoordeeld en goedgekeurd, of met aanbeveling teruggestuurd. Een werkgroep met daarin
minimaal een vertegenwoordiger vanuit gemeenten en jeugdhulpaanbieders (gedacht wordt aan de regio-ambassadeurs), de
cliënten en het Rijk, bereidt de besluitvorming in de Stuurgroep Zorglandschap voor. De werkgroep legt de
transformatieplannen met een advies voor aan de Stuurgroep Zorglandschap. Transformatieplannen die door de Stuurgroep
Zorglandschap met aanbevelingen worden teruggestuurd, kunnen door desbetreffende jeugdzorgregio worden aangepast en
opnieuw worden voorgelegd aan de Stuurgroep Zorglandschap ter goedkeuring. De gehonoreerde transformatieplannen zullen
op www.rijksoverheid.nl en op www.vng.nl worden gepubliceerd en daarmee openbaar toegankelijk zijn.
Uitkering TransformatiefondsIn de decembercirculaire 2018 zal het transformatiebudget worden verdeeld. Het transformatiebudget wordt via een
decentralisatie-uitkering aan de grootste gemeente in desbetreffende jeugdzorgregio uitgekeerd. Indien de jeugdzorgregio
hiervan wil afwijken, dient in het modelformulier te worden aangegeven aan welke gemeente dan jaarlijks (2018-2020) het
transformatiebudget kan worden uitgekeerd. Indien het transformatieplan met aanbeveling wordt teruggestuurd en niet voor
de decembercirculaire 2018 kan worden goedgekeurd, wordt de uitkering van het transformatiebudget voor desbetreffende
jeugdzorgregio tot aan de meicirculaire 2019 uitgesteld.
Kennisdelen en leren van elkaarGezamenlijk willen we met elkaar zicht krijgen op de voortang en de uitvoering van de transformatie(plannen), elkaar
ondersteunen en van elkaar leren. Het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ) zal gemeenten en aanbieders
ondersteunen en adviseren bij de jeugdhulpvernieuwing en de uitvoering van de transformatieplannen. Bijvoorbeeld door de
jeugdzorgregio’s met elkaar in verbinding te brengen bij inzet op dezelfde actielijnen uit het ‘Actieprogramma Zorg voor de
Jeugd’ en het bundelen van vergelijkbare lokale of regionale initiatieven.
Opmerkingen of vragen?Heeft u na het lezen van deze spelregels nog vragen of opmerkingen, dan kunt terecht bij het ministerie van VWS.
Vragen die een antwoord van de VNG vragen, zullen door de VNG worden beantwoord. Hiervoor kunt u eveneens een
e-mail sturen naar [email protected].
14 | Spelregels Transformatiefonds
6. Bijlage 1 - Modelformulier Dit formulier wordt gelijktijdig met het transformatieplan van de jeugdzorgregio ingediend.
Algemene gegevens
Naam jeugdzorgregio
Contactpersoon
Naam
Telefoon
E-mailadres
Datum
Uitgangspunt bij de uitkering van het transformatiebudget is dat de grootste gemeente in de jeugdzorgregio in de periode
2018-2020 jaarlijks het transformatiebudget krijgt uitgekeerd, ten behoeve van het regionale transformatieplan. Indien de
jeugdzorgregio hiervan wil afwijken, dient hieronder te worden aangegeven aan welke gemeente dan jaarlijks (2018-2020) het
transformatiebudget kan worden uitgekeerd.
Uitkering Transformatiefonds
Naam grootste gemeente in
de jeugdzorgregio
Indien van toepassing: naam gemeente
die transformatiebudget ontvangt
(niet zijnde de grootste gemeente in de
jeugdzorgregio)
Spelregels Transformatiefonds | 15
Geef hieronder aan of de jeugdzorgregio voldoet aan de criteria die zien op ‘de basis op orde’. In hoofdstuk 4 wordt een
toelichting gegeven op deze beoordelingscriteria. Indien op onderstaande criteria een ‘nee’ wordt aangegeven, dient
schriftelijk per criteria overtuigend gemotiveerd te worden waarom de jeugdzorgregio (nog) niet aan desbetreffende criteria
voldoet, en dient te worden aangegeven op welke wijze de jeugdzorgregio alsnog aan desbetreffende criteria gaat voldoen.
Beoordelingscriteria – ‘de basis op orde’
1. In de jeugdzorgregio is een (boven)regionaal expertteam aanwezig voor complexe zorgvragen.
Toelichting (verplicht indien het antwoord nee is)
Ja/Nee
2. Binnen de jeugdzorgregio zijn (proces)afspraken gemaakt over de aanpak van wachtlijsten en wachttijden.
Toelichting (verplicht indien het antwoord nee is)
Ja/Nee
3. Binnen de jeugdzorgregio worden meerjarige inkoopcontracten afgesloten.
Toelichting (verplicht indien het antwoord nee is)
Ja/Nee
4. Binnen de jeugdzorgregio zijn de inkoopcontracten consequent vertaald in de uitvoeringsvarianten
van het programma Informatievoorziening Sociaal Domein.
Toelichting (verplicht indien het antwoord nee is)
Ja/Nee
5. Binnen de jeugdzorgregio is er een visie op de doorontwikkeling van de lokale teams.
Toelichting (verplicht indien het antwoord nee is)
Ja/Nee
Dit is een uitgave van:
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
www.vng.nl
www.rijksoverheid.nl
juni 2018