Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december...

24
Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) u Cover_ankeiler_1 Cover_ankeiler_11 u Cover_ankeiler_2 Cover_ankeiler_22 u Cover_ankeiler_2 Cover_ankeiler_22 13de jaargang, nummer 6 december 2010 Water spiegel Bezuinigingen op EHS S chrappen ecologische verbindingszones Samenwerking binnen waterketen Dijkgraaf Patrick Poelmann u Tweede Kamer en drinkwater Nieuwe parlementaire waterwoordvoerders

Transcript of Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december...

Page 1: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

Opin ieblad van de Verenig ing van waterbedr i jven in Neder land (Vewin)

uCover_ankeiler_1

Cover_ankeiler_11uCover_ankeiler_2

Cover_ankeiler_22uCover_ankeiler_2

Cover_ankeiler_22

13de jaargang, nummer 6 december 2010

Waterspiegel

Bezuinigingen op EHSSchrappen ecologische verbindingszones Samenwerking binnen waterketen

Dijkgraaf Patrick Poelmann

uTweede Kamer en drinkwater

Nieuwe parlementaire waterwoordvoerders

Page 2: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

Colofon inhoudCoLoFon

Waterspiegel is een periodieke uitgave van Vewin, de Vereniging van waterbedrijven in Nederland. Waterspiegel brengt nieuws, achtergronden en opinies uit de wereld van water en aanverwante sectoren.

uiTGEVER

Rinus VissersNijgh Periodieken B.V.Postbus 1223100 AC SchiedamTel. 010-4274100Fax 010-4739911 E-mail [email protected]

hooFdREdACTiEVewinMarco Zoon ([email protected])

(Eind)REdACTiENijgh Periodieken B.V.

dRuK En LAY-ouTDeltaHage grafische dienstverlening, Den Haag

REdACTionELE BiJdRAGEnPhilip Reedijk/Maas CommunicatieAlexander Vos de Wael jr.

AAn diT nuMMER WERKTEn MEEHendrik Jan IJsinga, Mathijs van Schaik en Cees Verkerk

FoToGRAFiE En iLLuSTRATiES

ANPCees DekkerLuit Jan DijkhuisDuneaEvidesHoogheemraadschap De Stichtse RijnlandenMichel Groen (Aardwarmte Den Haag)Nationale BeeldbankNatuurmonumentenOasenPWNRijkswaterstaatShutterstockTamar UiterwijkenVitensWMD

ABonnEMEnTEn

Waterspiegel wordt toegezonden aan personen die beroepsmatig bij de watersector betrokken zijn. Adreswijzigingen kunnen worden gericht aan Vewin (Postbus 1019, 2280 CA Rijswijk). Verzoeken om een gratis abonnement zijn ter beoordeling van de uitgever.

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever.

2 W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

JAn JAAp dE GRAEFF (nATuuRMonuMEnTEn)

14 Bezuinigen op EhS is kapitaalvernietiging

sinds 1990 wordt gebouwd aan de ecologische Hoofdstructuur (eHs). de eHs

vormt een netwerk van onderling verbonden natuurgebieden. dit netwerk be-

schermt de soortenrijkdom van de Nederlandse natuur. daar hebben planten,

dieren en mensen veel baat bij. de voltooiing is gepland in 2018. Het nieuwe

kabinet trekt echter plots de stekker uit het programma, niet alleen door

zwaar te bezuinigen, maar ook door de verbindingen te schrappen. Jan Jaap

de graeff, directeur van Natuurmonumenten, spreekt hierover zijn verbijste-

ring uit. “Nu stoppen is kapitaalvernietiging.”

pATRiCK poELMAnn, diJKGRAAF STiChTSE RiJnLAndEn

8 Samen op zoek naar winst in waterketen

gevraagd naar zijn visie op de samenhang tussen het werk van de wa-

terschappen en de drinkwatersector is dijkgraaf patrick poelmann van

Hoogheemraadschap de stichtse rijnlanden duidelijk: “We werken beiden in

de waterketen, zij het elk in een ander deel. Natuurlijk komen we elkaar vaak

tegen, al is het maar omdat onze technici dezelfde taal spreken. maar wat mij

betreft mag het puur functioneel blijven. echt inhoudelijk liggen waterschap-

pen toch van oudsher dichter bij gemeente- en provinciebesturen.”

hARRY BuYTEn En WEndY VAn dER VEEn (pWn)

10 Slimme watermeters komen eraan

in 2020 moet 80 procent van alle europese huishoudens een digitale en op

afstand uitleesbare energiemeter hebben, een zogeheten slimme meter.

in Nederland zijn de energiebedrijven volop in de weer om uiterlijk in 2014

landelijk slimme meters – ofwel smart meters – te gaan installeren. Voor de

drinkwatersector is het nu de hoogste tijd om serieus na te gaan denken over

deze ontwikkeling. aanhaken of afwachten? Harry buyten en Wendy van der

Veen van pWN over de stand van zaken.

poRTEFEuiLLEVERdELinG TWEEdE KAMERFRACTiES

12 Wie zijn de nieuwe waterwoordvoerders?

in de nieuwe tweede Kamer hebben de meeste partijen nieuwe waterwoord-

voerders. aanleiding om hen in deze Waterspiegel kort voor te stellen. bij

het cda en de sp behouden respectievelijk ad Koppejan en paulus Jansen

de waterportefeuille. de overige waterwoordvoerders: Johan Houwers en

anne-Wil lucas-smeerdijk (VVd), lutz Jacobi (pvda), richard de mos (pVV),

stientje van Veldhoven en Wouter Koolmees (d66), liesbeth van tongeren

(groenlinks), arie slob (christenUnie), elbert dijkgraaf (sgp) en esther

Ouwehand (partij voor de dieren).

Page 3: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

3W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

VooRWooRd

Over een andere waterboegrichting durban

Nauwelijks elf maanden na Kopenhagen maakt de wereld zich op voor een nieuwe klimaattop:

COP16 in Cancun (Mexico). Gelukkig minder beladen dan vorig jaar toen de wereldleiders

bleven steken in ruzies en vage oplossingen. Sindsdien hebben de weergoden ons keihard

geconfronteerd met de gevolgen van hogere temperaturen op zeeën en oceanen. Moeder natuur

heeft alle continenten de kracht van haar explosieve zoons en dochters laten voelen:

van vuurspuwende vulkanen tot modder brakende rivieren.

Vele tientallen jaren nog zullen India, Chili, Filippijnen, Congo, Haïti, Pakistan en Indonesië

moeten zwoegen om schades te herstellen en rivierdalen en deltavlaktes terug te ploegen tot

vruchtbare landbouwgrond. Ook rijke landen als de Verenigde Staten, Hongarije en België

kennen intussen de soms tomeloze kracht van steeds onrustiger regenrivieren.

Met meer ontij op komst snakt de wereldbevolking naar concrete daden om waterrampen te

beperken. Het is niet de vraag óf die er komen, maar wáár ze komen. Veel tijd zal in Cancun

verloren gaan aan IPCC-cijfers en Climate Gates. Verdeeldheid over emissiereductie mechanismen

drukt het tempo nu al, net als gedoe over wat/wie rampen als ontbossing en bosdegradatie

veroorzaakt. Door de financiële crisis kunnen weinig landen – Nederland als uitzondering –

zich veroorloven om een klimaatfonds te vullen. En ga zo maar door. Wacht Cancun eenzelfde

lot als Kopenhagen: een illusionaire slotverklaring over mondiale afspraken op weg naar

COP17 in Durban (2011)?!

Nederland zou in Cancun de vergadering eigenlijk moeten kantelen: niet praten over

emissiereducties (mitigatie) maar over wateroplossingen (adaptatie). Internationale afspraken

en oplossingen aandragen om rivieren te beheersen, van bron tot zee. Op weg naar 9 miljard

aardbewoners inzetten op regenopvang, hergebruik van zoetwater en duurzamere gewassen

voor de voedselvoorziening.

Nederland is dat ook aan zijn stand verplicht. Als top water adapters hebben wij alle kennis aan

boord inzake deltawerken en (drink)watertechnologie. Laat Deltares en de ingenieursbureaus

uitleggen hoe onze waterinfrastructuur werkt. Bevraag drinkwaterbedrijven en waterschappen

maar over polders en waterzuiveringen.

Dat zou nog eens echte H2OLLAND BRANDING zijn voor de eeuw van onze kinderen.

Stand by and… overstag!!

Theo Schmitz

Page 4: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 04

‘slag naar markt maken met innovaties’Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens) over innovatieprogramma

Watertechnologie

Het Innovatieplatform heeft water als een van de speerpunten benoemd. Middels het

Innovatieprogramma Watertechnologie (IPW) heeft de drinkwatersector deze uitdaging

opgepakt. “Nederland heeft internationaal een sterke positie in watertechnologie en

daar kunnen de drinkwaterbedrijven hun voordeel mee doen”, zegt Rik van Terwisga,

voorzitter van de Raad van Bestuur van drinkwaterbedrijf Vitens en lid van de stuurgroep

Watertechnologie van het Netherlands Water Partnership. De watersector heeft veel

innovatiepotentieel; exportkansen zijn er genoeg. Van Terwisga benadrukt het belang

van krachtenbundeling tussen waterketenpartijen, kennisinstituten en bedrijven,

alsmede een stimulerende rol van de overheid.

Met het Innovatieprogramma

Watertechnologie 1.0, dat

volgens Van Terwisga meer

gericht was op kennisontwikkeling, is de

afgelopen jaren een eerste basis gelegd

voor de versteviging van de concurrentie-

positie van de Nederlandse watersector.

Eind 2011 loopt IPW 1.0 af.

Inmiddels wordt de opvolger IPW 2.0

ontwikkeld, waarbij de focus meer op de

markt ligt, onder het motto: van techno-

logy push naar market pull.

Valorisatie

“Er gebeurt veel op bijvoorbeeld het

gebied van zuiveringstechnologie en

membranen”, zegt Van Terwisga. “Maar

de vertaling naar producten die op de

markt worden geïntroduceerd, is nog

beperkt. Bij IPW 2.0 staat valorisatie van

ontwikkelde kennis centraal. Er zijn veel

investeringen gedaan in fundamenteel

onderzoek; nu moeten we de slag naar de

markt maken. Dat doe je door als sector

beter naar de vraag van marktpartijen te

luisteren. Als drinkwaterbedrijven

hebben wij een unieke rol doordat wij

zelf geen marktpartij zijn en opereren op

het grensvlak van push en pull.”

Naast exportkansen maken ontwikkelin-

gen als toenemende verzilting en vervui-

ling van drinkwaterbronnen innovatieve

oplossingen noodzakelijk. Vanuit het

oogpunt van veiligheid wijst Van

Terwisga op het belang van een goede

monitoring van de waterkwaliteit, zowel

van de bronnen als in het distributienet.

“We moeten waarschuwingssystemen

ontwikkelen om zo snel mogelijk inzicht

te krijgen in eventuele risico’s.”

Kijkend naar de waterketen van inzame-

ling, zuivering, distributie en lozing, zijn

volgens Van Terwisga op verschillende

plekken innovaties nodig. “Voor de drink-

watervoorziening zijn zuiver grond- en

oppervlaktewater van groot belang. Voor

het gehele watersysteem moet je monito-

ringsystemen ontwikkelen. We weten

precies welke kwaliteit water we in het

distributienet stoppen en welke kwaliteit

eruit komt. Met het monitoren van de

kwaliteit van het water en de leidingen

tussen deze punten, moeten we een slag

maken.”

Zuiveringstechnologieën

Daarnaast ziet van Terwisga kansen in

het hergebruik van afvalwater, ook in het

buitenland, en noemt hij het naar elkaar

toegroeien van technologieën in drink-

‘Van nederland een show case maken door te laten zien hoe watertechnologie werkt’ rik Van terwisga

Page 5: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

5W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

water- en afvalwaterzuivering. “Op dat

gebied heeft Nederland een voorsprong.

Daar moeten we meer mee doen.

Veelbelovend zijn ook de ontwikkelingen

aan de huishoudelijke kant. Water komt

met een temperatuur van 8 graden het

huis binnen en gaat eruit met 20 graden.

Met slimme apparaten kun je die energie

uit water terugwinnen. Daar liggen grote

kansen.”

Op een andere manier naar afvalstromen

kijken en bruikbare materialen herge-

bruiken, biedt eveneens perspectieven.

“Voor afvalstromen moeten we betere

bestemmingen vinden. Valorisatie dus.

Restmaterialen in de drinkwatersector,

zoals kalk en ijzerslib, kennen al diverse

toepassingen (bouwmaterialen, flessen).

Er zijn ook toepassingen in de landbouw

mogelijk. Op productiebedrijf Spannen-

burg ontkleurt Vitens het water en

vangen we methaangas af, dat we weer

verkopen aan het gasbedrijf. De geconcen-

treerde zwarte reststroom bevat materi-

aal dat bruikbaar is in de landbouw.”

Voor het realiseren van waterinnovaties

in het kader van IPW 2.0 ziet Van

Terwisga een stimulerende rol weggelegd

voor de Nederlandse overheid, naast

investeringen vanuit het bedrijfsleven en

de watersector zelf. “Wil Nederland weer

meetellen als innovatieland, dan is dat

noodzakelijk. De overheid kan bijvoor-

beeld een ondersteunende rol spelen bij

het toegankelijk maken van buitenlandse

markten.”

Krachtenbundeling

Van belang voor innovaties in watertech-

nologie is ook een bundeling van krach-

ten, benadrukt Van Terwisga. “Innovatie

begint bij kennisinstituten, waterbedrij-

ven en commerciële bedrijven. De

overheid heeft een faciliterende rol in het

bij elkaar brengen van de partijen, zodat

iedereen elkaar weet te vinden. De

Nederlandse watersector is versnipperd.

De waterketen telt veel partijen en water

is ook bij de overheid een versnipperd

beleidsthema. Er is meer bundeling

nodig, zowel in bestuurlijke zin als bij de

toedeling van taken binnen de waterke-

ten. Om het merk Nederland te verster-

ken is meer samenwerking binnen de

waterketen nodig.”

Volgens Van Terwisga zouden de industrie

en de drinkwaterbedrijven het initiatief

moeten nemen tot innovaties en daarin

investeren, ondersteund door gerichte

overheidssubsidies die nog vaak te

‘gefragmenteerd’ zijn. Rik Thijssen,

manager Business Development van

Vitens, voegt eraan toe: “Je moet kijken

naar mondiale ontwikkelingen. Naar

welke watertechnologie is vraag? De

innovatie unie

De Europese Commissie heeft in oktober de Innovatie Unie voorgesteld, waarin de innovatie-

doelen uit de EU2020-agenda worden uitgewerkt. Eurocommissaris Maire Geoghegan-Quinn

(Onderzoek, Innovatie) onderstreepte de noodzaak van innovatie voor de concurrentiepositie

van de EU. “Als we Europa niet omvormen tot een Innovatie Unie, zullen onze economieën ver-

welken terwijl ideeën en talenten verloren gaan.” De doelstelling om 3 procent van het BBP te

investeren in onderzoek en ontwikkeling is niet gehaald. Het is nu 1,9 procent. Een stijging naar

3 procent kan 3,7 miljoen nieuwe banen opleveren en leiden tot een verhoging van het BBP met

795 miljard euro (2025).

Belangrijke elementen van de nieuwe strategie:

• Introductie van Europese innovatiepartnerschappen;

• Betere toegang tot financiering (regeling voor grensoverschrijdend durfkapitaal);

• Versterking van de huidige onderzoeksinitiatieven;

• Lancering van een onderzoeksprogramma rond de publieke sector (2011);

• Verzoek aan lidstaten om middelen beschikbaar te stellen voor overheidsaankopen van innovatie-

ve producten/diensten;

• Modernisering van EU-regeling voor intellectuele eigendomsrechten;

• Herziening van structuurfondsen ter bevordering van innovatie.

markt is bepalend voor de keuzes die

gemaakt zullen worden.

Drinkwaterbedrijven kunnen de markt-

partijen actiever benaderen. Vitens heeft

een afdeling Business Development

opgezet, met een eigen cultuur.

Drinkwaterbedrijven zijn traditioneel

gericht op veiligheid en continuïteit en

dat moet ook zo blijven. Maar innovaties

vragen juist om het nemen van risico’s.

Vaak is het een kwestie van tien keer iets

proberen, waarvan één poging lukt.

Daarom hebben wij een aparte club die

zich bezighoudt met innovaties.”

Exportkansen

Vooral op het gebied van zuiveringstech-

nologie – “Daar zijn we hartstikke goed

in” – ziet Thijssen exportkansen voor de

Nederlandse watersector. “Nederland is

daarnaast goed in sensortechnologie en

diagnostiek van de waterkwaliteit, het

meten van chemische stoffen.

Deltatechnologie en watertechnologie

kunnen elkaar goed helpen bij ontwikke-

ling van kennis en het marktrijp maken

van producten.” Van Terwisga: “We

moeten van Nederland een show case

maken door hier te laten zien hoe de

(nieuwste) watertechnologie werkt. Op

die manier kunnen we bedrijven en

onderzoekstalent, uit binnen- en buiten-

land, aantrekken. De grenzen openstel-

len dus en niet te veel naar protectio-

nisme neigen.” ■

Page 6: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 06

biodiversiteit: 1 seconde voor 12Janez potoc̆cnik: ‘Wij mensen zijn de bad guys’.

Politieke belangstelling en inzet voor biodiversiteit zijn noodzakelijk. Juist nu de

klok bijna twaalf uur slaat. De tijd die symbool staat voor een alarmerend snelle

teruggang van wat biodiversiteit inhoudt: de natuurlijke soortenrijkdom van de

wereld. EU-milieucommissaris Janez Potoc̆ nik zei eerder dit jaar heel treffend:

“In Europa wordt één op de zes zoogdiersoorten met uitsterven bedreigd. En

60 procent van de nuttige diensten die ecosystemen ons opleveren is de laatste

vijftig jaar aangetast.” Wij mensen zijn de bad guys, voegde hij er aan toe. De

drinkwatersector en biodiversiteit hebben in Nederland een wederzijds belang.

Als biodiversiteit afneemt is dit slecht voor drinkwater.

Biodiversiteit is behalve mooi ook

economisch nuttig en noodzake-

lijk. Gezonde ecosystemen zorgen

voor vruchtbare grond, een stabiel klimaat

en schoon drinkwater. Juist in de laatste

functie zit veel dynamiek verscholen,

want drinkwaterbedrijven doen daar veel

voor terug. “Naast het leveren van schoon

drinkwater, zetten de waterbedrijven zich

ook in als natuurbeheerder. Zo beheren de

waterbedrijven als derde partij van Neder-

land 23.000 hectare natuur.”

Dit stelde Vewin-directeur Theo Schmitz

bij de overhandiging van de brochure

‘Biodiversiteit en Waterwinning’ aan

staatsecretaris van Economische Zaken,

Landbouw en Innovatie, Henk Bleker en

aan Janneke Snijder-Hazelhoff, voorzitter

van de vaste Kamercommissie voor

Infrastructuur & Milieu. In de publicatie

komt een breed scala aan stakeholders

aan het woord die hun visie geven op

biodiversiteit. De brochure is samenge-

steld ter gelegenheid van het

Internationale Jaar van de Biodiversiteit

en onderstreept de boodschap dat het van

belang is nu in te zetten op biodiversiteit,

voordat het te laat is.

Stakeholders

Een van de stakeholders die aan het

woord komt in bovengenoemde Vewin-

publicatie is Esther de Lange. Zij is

Europarlementariër namens het CDA en

ziet dat de brede terugloop van biodiversi-

teit in Europa ook economische gevolgen

heeft. De Lange: “Op dit moment zijn de

kosten van het soortenverlies één procent

van het bruto binnenlands product per

jaar. Als we niets doen, kan dat oplopen

tot zeven procent.”

In de uitgave zegt Hans Alders, voorzitter

van de Taskforce Biodiversiteit hierover:

“Ik begrijp best dat de economie veel

aandacht heeft getrokken in Nederland,

maar we moeten niet vergeten, dat econo-

mische ontwikkeling en duurzaamheid

samen moeten gaan; sustainable develop-

ment. Ga de crisis niet te lijf vanuit een

beperkte financieel-economische invals-

hoek, maar neem meteen ook de crisis op

het gebied van klimaat en biodiversiteit

bij de kop.”

Page 7: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

7W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

overheid aan zet

Voor het uitvoeren van de hoofdtaak van

de drinkwatersector, het leveren van

schoon drinkwater, is een stabiele natuur

van groot belang. Theo Schmitz: “De

dubbele taak van waterbedrijven van

enerzijds waterwinning en anderzijds

natuurbeheer heeft in de afgelopen

decennia de biodiversiteit terzijde

gestaan. De sector stimuleert bijvoor-

beeld boeren verantwoord om te gaan

met bestrijdingsmiddelen, met minder

watervervuiling als gevolg. Een van de

resultaten van deze jarenlange inzet is,

dat ongeveer 80 procent van de in

Nederland aanwezige dier- en planten-

soorten op terreinen van de drinkwater-

sector wordt aangetroffen. De inzet van

de overheid moet op dit vlak niet verslap-

pen en is juist nu daarbij dringend nodig

voor schone drinkwaterbronnen en een

gezond ecosysteem.” ■

Page 8: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 08

‘samen op zoek naar winst voor de maatschappij’Waterschappen historisch gezien dichter bij gemeenten en provincies

Die tendens werd vorig jaar weer

eens onderstreept bij de invoe-

ring van de nieuwe Waterwet.

Daarin wordt van de waterschappen een

inhoudelijke inbreng gevraagd bij

ruimtelijke plannen. Gemeenten zijn

dus wettelijk verplicht rekening te

houden met de waterhuishouding bij het

maken van structuurvisies of bestem-

mingsplannen.

Poelmann: “Nauwere samenwerking

tussen gemeenten en waterschappen is

daardoor onontbeerlijk geworden. In

onze praktijk zie ik daar al fraaie

voorbeelden van. Zo zijn wij vanaf het

begin inhoudelijk betrokken bij de

planontwikkeling voor de nieuwe

woonwijk Rijnenburg in Utrecht. Dat

werkt voor alle betrokken partijen heel

goed. Water is belangrijk in de ruimte-

lijke ordening. Het nieuwe wettelijke

stelsel helpt ons erbij om dat uitgangs-

punt ook in de praktijk toe te passen.”

Zoeken naar win-winsituaties

Poelmann vervolgt: “Een ander voorbeeld

zijn onze rioolwaterzuiveringsinstalla-

Gevraagd naar zijn visie op de samenhang tussen het werk van de

waterschappen en de drinkwatersector is dijkgraaf Patrick Poelmann van

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden duidelijk: “We werken beide in de

waterketen, zij het elk in een ander deel. Natuurlijk komen we elkaar vaak tegen,

al is het maar omdat onze technici dezelfde taal spreken. Maar wat mij betreft

mag het puur functioneel blijven. Echt inhoudelijk liggen waterschappen toch

van oudsher dichter bij gemeente- en provinciebesturen.”

ties, de rwzi’s. Ook daar zie je de aandacht

voor de parallelle belangen van

gemeenten en waterschappen groeien.

Een aantal jaar geleden was onze zuive-

ringsinstallatie in Nieuwegein aan

vernieuwing toe. Een optimalisatiestudie

wees uit dat als je een deel van het

aangevoerde regenwater zou afkoppelen,

dit 12 miljoen euro zou schelen in de

investeringskosten. Met andere woorden:

wanneer de gemeente Nieuwegein in een

bestaande of nieuw te bouwen wijk

ruimte of technische mogelijkheden zou

vinden om regenwater te bergen, konden

wij een enorm bedrag aan gemeen-

schapsgeld besparen. Om de hogere

bouwkosten voor de gemeente te

compenseren hebben wij hun hiervoor

6 miljoen euro subsidie verstrekt: netto

voordeel voor de belastingbetaler nog

steeds 6 miljoen. En dat is precies waar

wij samen met de gemeenten steeds meer

naar op zoek moeten gaan: win-winsitua-

ties.”

Winnet

Is dat ook de achterliggende gedachte van waterinnovatienetwerk Winnet, dat u

samen met de provincie Utrecht en veertien gemeenten heeft opgericht?

Poelmann: “Inderdaad. In Winnet willen

we de samenwerking in de afvalwaterke-

ten vergroten en streven we naar

optimale kwaliteit tegen de laagst moge-

lijke maatschappelijke kosten voor de

waterketen. De samenwerkende partijen

gaan de mogelijkheden en meerwaarde

onderzoeken van zaken als gezamenlijk

databeheer, monitoring, storingsdienst

en modulaire samenwerking bij overige

rioleringstaken. Er wordt onder andere

gekeken naar de ontwikkeling van een

meetnet voor ondiep grondwater.”

Zou het niet logisch zijn als je ook de drink-waterbedrijven bij Winnet betrekt? De analogie van de samenwerking in Waternet rondom Amsterdam dringt zich toch op?

“Ik ontken niet dat innige samenwerking

tussen waterproductie en waterzuivering

soms best goed kan werken. In

Amsterdam is sprake van een bijzondere

situatie, die vooral historisch zo is

‘technische samenwerking tussen waterschappen en drinkwaterbedrijVen Vind ik prima’ dijkgraaf patrick poelmann

Page 9: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

9W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

gegroeid. Ook in andere landen, zoals in

Spanje, zie je dat drinkwaterproductie en

rioolwaterzuivering vanuit de historie bij

één partij zijn belegd. Maar het is geen

model dat je overal kunt toepassen. Ik

denk dat voor de waterketen meer

efficiencyvoordeel is te behalen bij

afstemming tussen het werk van water-

schappen, gemeenten en provincies.”

oproep ipo

Iets wat onlangs nog is onderstreept door

Jan Franssen, voorzitter van het Inter

Provinciaal Overleg (IPO). Hij riep de

voorzitters van de Vereniging van

Nederlandse Gemeenten en Unie van

Waterschappen op om samen te bekijken

‘hoe er, schouder aan schouder, gezamen-

lijkheid kan worden georganiseerd bij het

maken van afspraken met het nieuwe

kabinet’.

Poelmann, die zelf twaalf jaar statenlid

en vier jaar gedeputeerde is geweest in

Noord-Holland, is blij met de oproep van

IPO-voorzitter Franssen. “Want het

nieuwe regeerakkoord bevat veel open

einden over wie wat moet gaan doen. Ook

hangt nog steeds het voorstel van het IPO

boven de markt, waarin werd gezegd dat

met samenwerking tussen provincies en

waterschappen zo’n 350 miljoen euro aan

efficiencyvoordelen te behalen valt. En

dan is er nog de opgave van het nieuwe

kabinet aan de waterschappen om 100

miljoen extra te leveren voor het onder-

houd van de dijken. Omdat we tegelijk-

ertijd de tarieven niet mogen verhogen,

kan dat soort bedragen alleen worden

opgebracht door efficiënter en meer

samen te werken met de gemeenten en de

provincies.”

Technische samenwerking

“Dat past ook in onze opgave als publiek

orgaan dat wordt bekostigd van belas-

tinggeld: wij moeten de maatschappij

optimaal dienen tegen de laagst moge-

lijke kosten. Wij zorgen ervoor dat het

rioolwater zo schoon mogelijk wordt

geloosd op het oppervlaktewater.

Daarmee beperken we de kosten voor een

drinkwaterbedrijf dat oppervlaktewater

gebruikt voor de productie van drinkwa-

ter. Zo zie ik de samenhang.”

Natuurlijk lijken de technische processen

van waterwinning en waterzuivering op

elkaar, zegt Poelmann. “Op dat vlak kom

je elkaar dan ook vaak tegen. Maar winst-

punten? Wij hebben nu zeventien rwzi’s;

dat aantal zie ik niet minder worden als

we gaan samenwerken met een drink-

waterbedrijf. Onze installaties zijn sterk

lokaal gebonden omdat het veel te veel

geld kost om dat vervuilde water te gaan

rondpompen naar centrale productieloca-

ties. De waterbedrijven hebben zich

vooral horizontaal ontwikkeld; schaalver-

groting door grotere verzorgingsge-

bieden. Rioolwaterzuivering leent zich

daar niet voor; dat is een lokale activiteit

die dicht bij de betrokken gemeente staat.

Dus, technische samenwerking: prima.

Maar integratievoordelen op bestuurlijk-

inhoudelijk gebied tussen waterschappen

en drinkwaterbedrijven zie ik niet.” ■

Page 10: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 010

de slimme watermeters komen eraan

het is geen kwestie van of, maar van wanneer!

In 2020 moet 80 procent van alle Europese huishoudens een digitale en op afstand

uitleesbare energiemeter hebben, een zogeheten slimme meter. In Nederland zijn de

energiebedrijven volop in de weer om uiterlijk in 2014 landelijk slimme meters – ofwel

smart meters – te gaan installeren. Voor de drinkwatersector is het nu de hoogste tijd

om serieus te gaan nadenken over deze ontwikkeling. Aanhaken of afwachten? Harry

Buyten en Wendy van der Veen van PWN over de stand van zaken.

De dagen van de per post verstuurde

papieren meterkaart waarop een

eindgebruiker zijn waterverbruik

aangeeft, zijn geteld. Althans, dat is de

verwachting van Harry Buyten, sectorma-

nager Klant & Markt bij PWN Waterleiding-

bedrijf Noord-Holland en tevens voorzitter

van de Stuurgroep Online Metering.

“Er zijn verschillende redenen waarom

slimme meters letterlijk de toekomst zijn”,

vertelt Buyten. “Ten eerste bespaart het

papier, porto en veel menskracht.

Daarnaast geeft het ons – maar vooral ook

de consument – meer inzicht in het

verbruik. Met die kennis kun je mensen

helpen anders met water om te gaan en

hun verbruik terug te dringen. Pilots in de

Verenigde Staten wijzen uit dat mensen

met een beetje begeleiding hun waterge-

bruik flink verminderen, ook na afloop

van de proef. Goed voor hun eigen porte-

monnee dus, maar ook voor het milieu.”

Waarschuwen bij fluctuaties

Voor de waterbedrijven hebben de

slimme meters volgens Buyten verder

enkele duidelijke voordelen. “Je ontvangt

de werkelijke en exacte meterstanden,

geen foute meldingen doordat mensen de

verkeerde getallen invullen of onjuist

aflezen. De slimme meters zijn minder

fraudegevoelig en je hebt minder

controles achteraf op vreemde uitkom-

sten. We kunnen straks mensen snel

waarschuwen als we plotselinge veran-

deringen in hun verbruik zien; dat kan

dan bijvoorbeeld duiden op een lekkage.

Ook op die manier besparen we onze

klanten geld en sparen we het milieu.”

Bent u niet bang dat mensen het een inbreuk op hun privacy vinden, zo’n Big Brother-apparaat in huis?

Buyten: “Het wetsvoorstel dat de slimme

meter voor elektriciteit en gas moest

invoeren, is vorig jaar in de Eerste Kamer

inderdaad op privacyoverwegingen gesneu-

veld. Breekpunt was dat er standaard elke

15 minuten gegevens over het verbruik

werden doorgestuurd. Dat vond men te ver

gaan. Sindsdien is het voorstel in overleg

met onder andere de Consumentenbond

aangepast. De kern is nu: elke twee

maanden meten, tenzij de gebruiker zelf

aangeeft dat de frequentie omhoog mag.”

Hoe ver is de drinkwatersector met het nadenken over deze nieuwe techniek?

“Wij zijn in 2006 begonnen met de

Stuurgroep Online Metering. Inmiddels

is het grootste deel van de waterbe-

drijven daarin vertegenwoordigd. Doel

van de samenwerking is kennis vergaren

en ervaringen delen. Inmiddels is er

onder andere een business case voor de

zakelijke markt doorgerekend en nemen

we deel aan standaardisatieoverleg van

het normeringinstituut NEN. Ook

hebben we technisch adviesbureau

KEMA gevraagd een maatschappelijke

business case op te stellen voor de uitrol

op de particuliere markt.”

Zakelijke markt positief

Buyten vervolgt: “De business case voor

‘slimme meters leiden tot minder waterVerbruik en besparingen Voor klanten en het milieu’ harry buyten (pwn)

Page 11: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

11W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

de zakelijke markt, op basis van slimme

watermeters met een gsm-verbinding,

laat een positief beeld zien. Vitens en

Evides hebben op deze manier al enkele

honderden aansluitingen gerealiseerd bij

de grotere klanten. Bij PWN beginnen we

nu met een pilot bij honderd grote zake-

lijke klanten. De informatie die dit gaat

opleveren, gebruiken we bij het verder

optimaliseren van de techniek en van

onze dienstverlening. Sommige zakelijke

klanten hebben bijvoorbeeld een gebouw-

beheersysteem, waarbinnen ze de actuele

waterverbruikgegevens willen kunnen

monitoren. Anderen willen misschien

alleen een melding bij plotseling hoger

gebruik. Aan PWN de taak om samen met

de klant te bekijken hoe we deze voorde-

len kunnen benutten.”

pilots in particuliere markt

In de particuliere markt is de situatie

anders volgens Buyten. “Tot nu toe is het

niet gelukt de business case hier sluitend

te krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat we

moeten gaan samenwerken met

bestaande initiatieven in de energiesec-

tor, dus met de netbeheerders. Op die

manier kunnen we gebruikmaken van

bestaande technologie. Wij bereiden nu

samen met netbedrijf Liander enkele

pilots voor in woongebieden in Noord-

Holland. Het is de bedoeling dat we de

komende zes maanden bij zo’n 600

particuliere eindgebruikers slimme

meters gaan installeren. De eerste resul-

taten verwachten we medio 2011 te

kunnen melden.”

Is geldbesparing een belangrijke prikkel voor de consument?

Wendy van der Veen, als senior adviseur

Marketing & Communicatie bij PWN ook

betrokken bij de pilots: “Bij afname van

drinkwater is het besparen van geld

geen grote prikkel. Uit ons klantenon-

derzoek blijkt dat meer dan 90 procent

van de mensen helemaal niet weet wat

ze aan water uitgeven. In de communica-

tie zetten we daarom sterk in op

duurzaamheid. Als je weet wat je

gebruikt, kun je ook bewuster omgaan

met water. Zo kan de consument geld

besparen en actief bijdragen aan een

duurzame leefomgeving.”

Wat nu?

Buyten: “We kijken reikhalzend uit naar

het KEMA-rapport over de maatschappe-

lijke business case. Zo’n zelfde plan is

eerder al opgesteld voor de energiesector

en daar kwam uit dat slimme meters voor

de klant uiteindelijk goedkoper uitvallen.

Wij verwachten dat de bewuste consu-

ment ook op watergebied een besparing

kan behalen. Als KEMA medio 2011 met

een positief rapport komt, zouden wat

ons betreft de drinkwaterbedrijven

kunnen meedoen met de uitrol in de

energiesector, die gepland staat voor 2013

en 2014. Dat wordt een enorme klus, die

flink wat voorbereiding vergt. Dus we

zullen als sector volgend jaar een positie

moeten innemen en knopen moeten

doorhakken. Snel aanhaken bij de opera-

tie van de energiebedrijven of wat meer

tijd nemen en de uitrol later zelf uit-

voeren. Wordt vervolgd dus!” ■

Slimme watermeter van PWN Werkingsprincipe slimme meter

Page 12: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 012

tweede KamerMet de gewijzigde samenstelling van de Tweede Kamer hebben de meeste politieke

partijen nieuwe waterwoordvoerders. Aanleiding om hen kort voor te stellen. In

deze Waterspiegel worden vier Kamerleden voorgesteld die water in hun portefeuille

hebben en kort hun visie op water geven. De overige waterwoordvoerders komen

aan bod in de volgende editie van Waterspiegel. In een apart kader worden de

kernpunten van Vewin bij de begroting van het ministerie van Infrastructuur & Milieu

aangegeven.

Lutz Jacobi (pvdA)

Geboorteplaats en -datum: Katlijk (Heerenveen),

13 december 1955

“Het Nederlandse drinkwater is van hoge kwaliteit. Dat moeten we

zo houden. In het kader van de Deltawet is het daarom belangrijk

om de waterveiligheid en de drinkwatervoorziening in balans te

brengen. Het lijkt soms of het Deltaprogramma alleen over watervei-

ligheid gaat, maar de zoetwatervoorziening is net zo belangrijk.

De komende jaren is een integrale benadering nodig van water-

veiligheid, natuur en zoetwatervoorziening. Dat geldt ook voor land-

bouw en water. We leven in een klein land, met veel water en een

intensieve landbouwsector. We moeten het beleid met betrekking

tot de waterkwaliteit uitvoeren. De Kaderrichtlijn Water is er niet

voor niets.”

Laatste functie

• directeur GGD Fryslân en geneeskundig functionaris

grootschalige geneeskundige hulpverlening bij rampen

in Fryslân (1999-2007)

Kamerlid sinds

juni 2010

Johan houwers (VVd)

Geboorteplaats en -datum : Winterswijk,

4 oktober 1957

“Het drinkwater in Nederland is van goede kwaliteit. Het is belang-

rijk dat we de benodigde randvoorwaarden hiervoor in stand hou-

den. Vanuit het oogpunt van vermindering van de bestuurlijke druk-

te en het waarborgen van voldoende slagkracht moeten maximaal

twee bestuurslagen zich bezighouden met water. Bij het waterbe-

heer zijn dat provincie en waterschap; bij de riolering en zuivering

zijn het gemeente en waterschap. Het voorstel van de waterschap-

pen om een efficiencyslag te maken en 100 miljoen euro te bezuini-

gen op de Rijksuitgaven, moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd.

Het mag niet leiden tot een lastenverschuiving en hogere water-

schapsheffingen voor burgers.”

Laatste functie

• lid gemeenteraad Winterswijk (vanaf maart 2010)

• voorzitter bestuurdersoverleg Achterhoek (2000-2010)

• lid partijraad VVD (2008-2010)

Kamerlid sinds

juni 2010

Page 13: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

13W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

Ad Koppejan (CdA)

Geboorteplaats en -datum: Zoutelande,

2 oktober 1962

“Grootste uitdaging voor de komende tien jaar is de zoetwaterstra-

tegie binnen het Deltaprogramma, het op orde houden van de zoet-

watervoorziening. Belangrijk is de discussie rond het IJsselmeer en

de zuidwestelijke delta: verzilting versus het behoud van voldoende

zoetwaterreservoirs voor de drinkwatervoorziening. De Nederlandse

drinkwaterbedrijven doen het heel goed, qua prijs-kwaliteitverhou-

ding en waterkwaliteit. Daarom is drinkwater hier geen politiek

issue, maar politici waarderen het wel. Burgers beschouwen de rela-

tief lage prijs en hoge kwaliteit van het drinkwater als vanzelfspre-

kend en letten niet op het verbruik. Zo zuinig mogelijk omgaan met

water verdient aandacht. Duurzaamheid is het komende decennium

een belangrijk thema.”

Laatste functie

• ondernemer/directeur Swinth en E-Grant (1999-2006)

Kamerlid sinds

November 2006

paulus Jansen (Sp)

Geboorteplaats en -datum: Roermond, 2 maart 1954

“Het niveau van de drinkwatervoorziening is goed.

Er zijn aandachtspunten. Dit kabinet wil het tempo in de uitvoering

van de KRW-doelstellingen verlagen. De waterkwaliteit is vooruit-

gegaan de afgelopen decennia, maar de vervuiling door diffuse

bronnen – bijvoorbeeld vanuit de landbouw – blijft een hardnekkig

probleem. Het beleid moet gericht zijn op een aanpak bij de bron,

zodat aan het eind van de pijp geen problemen ontstaan voor

drinkwaterbedrijven. Preventie van legionella door verbeterd toe-

zicht is een ander aandachtspunt, evenals kwaliteitsborging en

steekproefsgewijze controles van collectieve leidinginstallaties. Bij

ondergrondse activiteiten als geothermie en warmte-koudeopslag

moeten we uitkijken dat drinkwaterleidingen niet opwarmen.”

Laatste functie

• fractievoorzitter gemeenteraad Utrecht (2001-2006)

Kamerlid sinds

november 2006

Kernpunten Vewin bij begrotingsbehandeling infrastructuur & Milieu

1. Kaderrichtlijn Water onverkort uitvoerenDe Kaderrichtlijn Water eist: hoge kwaliteit van de rivieren en het

grondwater als bron voor drinkwater, die uiterlijk eind 2015 moet zijn

gehaald. Vewin verzet zich tegen temporisering die de drinkwatersector

op hoge kosten jaagt. De regering moet in Brussel aandringen op juiste

implementatie van de KRW in de bovenstroomse landen. Vewin vraagt

de regering aan de doelen van de EU Kaderrichtlijn Water onverkort

vast te houden. Als delta moet Nederland niet het putje worden van

Europa. Vastgehouden moet worden aan het principe de vervuiler

betaalt.

Tevens is Vewin bezorgd voor de vereenvoudiging van de milieuvergun-

ningverlening voor bedrijven. Bij onvoldoende emissiebeperkende

maatregelen zullen chemische stoffen vaker voorkomen in drinkwater-

bronnen. Daardoor worden drinkwaterbedrijven genoopt hogere kosten

te maken voor extra zuivering en dit leidt tot hogere kosten voor de

drinkwaterconsument.

2. Zoet-zoutgrens bewakenSchoon zoet water is een essentiële voorwaarde voor gezondheid en

welvaart. De zoetwaterstrategie moet binnen het Deltaprogramma als

cruciale pijler worden. Vewin vraagt aandacht voor bescherming van de

zoetwatervoorraden door:

– verzilting van zoetwaterbekkens tegengaan;

– strikte internationale afspraken over de rivieren;

– de drinkwatervoorziening moet een plaats krijgen in de 1e categorie van

de verdringingsreeks;

– drinkwaterbronnen beschermen tegen vervuiling inclusief temperaturen

boven de 25 graden.

3. Bodem beschermenBodemverontreiniging bedreigt drinkwaterbronnen. Vewin vraagt daar-

om aandacht voor:

– de status van grondwaterbeschermingsgebieden in ruimtelijke plannen;

– verankering van ruimtelijke beschermingszones;

– gebiedsdossiers wettelijk verankeren als taak van de Provincie;

– drinkwaterwinningen als humane spoedlocatie aanwijzen respectievelijk

in het afgesproken tempo saneren.

4. Meer samenwerking in de waterketenVerzelfstandiging en verzakelijking en opschaling zoals in de drinkwa-

tersector is gebeurd, stimuleert bedrijfsmatig werken. Wij voorzien dat

ook bij rioolbeheer en waterzuivering aanzienlijke voordelen te behalen

zijn wanneer bestuurlijk toezicht en uitvoering worden gescheiden.

Vewin ziet goede mogelijkheden in het sluiten van de keten, waar nodig

ondersteund door wettelijke impulsen.

Page 14: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 014

‘eHs moet en kan anders’Jan Jaap de Graeff over schrappen van ecologische verbindingen

Sinds 1990 wordt gebouwd aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS vormt

een netwerk van natuurgebieden die onderling verbonden zijn. Dit netwerk beschermt

de soortenrijkdom van de Nederlandse natuur. Daar hebben planten, dieren en mensen

veel baat bij. De voltooiing is gepland in 2018. Het nieuwe kabinet trekt echter plots

de stekker uit het programma, niet alleen door zwaar te bezuinigen, maar ook door

de verbindingen te schrappen. Jan Jaap de Graeff, directeur van Natuurmonumenten,

spreekt hier zijn verbijstering over uit. “Nu stoppen is kapitaalvernietiging.”

Met een pennenstreek in het

regeerakkoord zijn de nog aan

te leggen ecologische verbin-

dingen geschrapt. “Daarna schreef staats-

secretaris Henk Bleker aan de provincies

dat alle verplichtingen rondom de EHS

‘op eigen risico en rekening’ zijn”, stelt De

Graeff. Dat schept grote onzekerheid over

hoe het verder moet: “Alles is voorlopig op

één oor gelegd.”

Gevolgen

Het kabinetsbesluit leidt tot grote

maatschappelijke schade. Omdat natuurge-

bieden kleiner en geïsoleerd blijven, gaan

biodiversiteit en recreatiemogelijkheden

verloren. “Het is slecht voor planten, slecht

voor dieren, slecht voor mensen, en in

strijd met internationale afspraken.”

Bovendien wordt door het schrappen een

hoop geld weggegooid. De Graeff noemt

een voorbeeld: “Op de Veluwe zijn al

honderden hectares verbindingszones

gekocht en zeven ecoducten gebouwd.

100 miljoen euro is al geïnvesteerd, en nu

zou dit werk volgens het kabinet moeten

worden stopgezet.” Omdat een halve

ecologische verbinding geen verbinding

is, vindt een grote kapitaalvernietiging

plaats.

Alles uitstellen is ook niet reëel. “We

kunnen niet pas over tien jaar verder,

want dan liggen er andere ruimtelijke

claims zoals wonen op de gebieden.”

het kan beter

“Ik begrijp dat er bezuinigd moet worden

en dat de natuur daarop geen uitzonde-

ring kan zijn. Maar ik ben verbijsterd

door de manier waarop er bezuinigd

wordt.” Er zijn vanuit de maatschappij

Jan Jaap de Graeff

Page 15: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

15W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

alternatieven aangedragen om én te

bezuinigen én de EHS te voltooien. De

Graeff: “Acht maatschappelijke organisa-

ties, van LTO tot ANWB, stellen in een

gezamenlijk manifest voor om het met de

EHS rustiger aan te doen, maar niet te

stoppen.” Door nog eens goed te kijken

naar wat er allemaal nodig is en door de

planning te verruimen tot na 2018 kan

nu bezuinigd worden zonder de ecologi-

sche verbindingen te schrappen.

Het regeerakkoord stelt echter dat het

met de EHS in 2018 afgelopen moet zijn.

“Het kabinet zegt: ‘Het is af in 2018’. Daar

zijn nu de planologische ruimte en midde-

len niet voor. Het kan dan nog niet klaar

zijn. Hoe kan iets af zijn als het niet af is?”

Baten van de natuur

Natuurbeleid is niet overal populair. De

Graeff legt uit hoe dat ontstaan is: “De

overheid en ook natuurorganisaties

hebben het de afgelopen jaren ingewik-

keld en ondoorzichtig gemaakt. Het

beleid was voor velen niet te volgen,

vooral rond Natura 2000. Dat heeft in de

beeldvorming geleid tot het idee dat

Nederland op slot zit.”

Het idee dat natuur de economische

ontwikkeling alleen maar beperkt, is

echter onjuist. De natuur heeft vele

baten, zoals waterberging, waterzuive-

ring, recreatie en het versterken van de

regionale economie. Ook zijn mooie

natuur en een mooi landschap van

belang voor ons vestigingsklimaat.

“Natuur is niet zomaar een hobby van

enkelen, maar is ook van groot econo-

misch belang”, stelt De Graeff.

Wel is het moeilijk om die waarde te

verzilveren. “Het is altijd duidelijk bij

welke organisaties de kosten vallen, maar

de baten vallen bij zeer veel partijen. Juist

omdat er veel baathebbers zijn kan

gesproken worden van een collectief

belang, waar je als overheid voor moet

staan.”

Over het natuurbeheer van waterbedrij-

ven is De Graeff positief: “Er is al lange

tijd een ommekeer bij waterbedrijven. Zij

erkennen de noodzaak van zorg voor de

natuur, zoals het tegengaan van verdro-

ging.” Er is ook sprake van samenwer-

king. “Het beheer van waterwingebieden

en omliggende natuur stemmen water-

bedrijven en Natuurmonumenten op

elkaar af.”

het moet beter

De strijd om het aanleggen van de ecolo-

gische verbindingen is nog niet gestre-

den. “Het natuurbeleid wordt gedecentra-

liseerd naar de provincies. Zij hebben

integrale plannen voor landschap en

natuur. Dat gaat niet alleen om natuur,

maar ook om waterberging, landbouw,

waterwinning en recreatie. De provincies

kunnen doorgaan, maar de financiering

is nu wel moeilijker.”

“Er zijn ook internationale afspraken

zoals de Habitatrichtlijn waaraan

Nederland zich heeft te houden.

Afrondingsaankopen en ecologische

verbindingen kunnen nodig zijn om ons

aan die afspraken te houden. Als dat niet

gebeurt krijgt Nederland een Europese

tik op zijn vingers.”

Natuurmonumenten roert zich zelf ook.

Een actie voor behoud van de ecologische

verbindingen leverde in een week tijd

40.000 steunbetuigingen op. Er zijn ook

advertenties gepubliceerd, interviews

afgegeven en debatten in de media

gevoerd. De Graeff hoopt dat een beter

resultaat voor de natuur behaald kan

worden. “Natuurmonumenten wil best

met het kabinet om tafel, maar alleen als

er iets te halen valt voor de natuur.”

Page 16: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 016

‘Een stukje erosie op de toekomst’Karst hoogsteen (WMd) over de baten van natuur

Waterbedrijven staan in de top-3 van natuurbeheerders in Nederland. Zij dragen hiermee bij aan de soortenrijk-dom in de natuur. Zo ook bij Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD). In het Drents landschap gaat bij uitstek de zorg voor natuur, waterhuishouding en recreatie samen. Het schrappen van de ecologische verbindingen door het nieuwe kabinet leidt daarom tot veel discussie. Karst Hoogsteen, directeur van WMD, betoogt dat het werk aan het landschap door moet gaan. “We moeten ons hard maken voor het blijven reserveren van ruimte voor natuur.”

Natuur is in ons land geen vanzelfsprekend-

heid. “In Nederland is elke vierkante meter op

de schop geweest. Er is geen ongerepte natuur

meer”, betoogt Hoogsteen. Gelukkig kan de

mens de natuur ook vooruit helpen, bijvoor-

beeld met het EHS-netwerk: “Verbindingszones

zijn belangrijk om de biodiversiteit terug te

krijgen.”

WMD heeft altijd actief bijgedragen aan natuur-

ontwikkeling. Dit komt goed tot uitdrukking in

de functiecombinatie in waterwingebied

Breevenen. Niet alleen zijn zo nieuwe natuurge-

bieden ontstaan, maar ook nieuwe corridors in

het EHS landschap. “Tien jaar geleden is een

verbinding aangelegd tussen de hoge, droge

Hondsrug en het natte, lager gelegen Hunzedal.

Daar zien we nu spontaan nieuwe plantensoor-

ten groeien, waaronder verschillende Rode Lijst

soorten.”

Om de natuur verder te helpen gebruikt WMD

natuurgestuurde waterwinning. Hoogsteen:

“We hebben een seizoensgebonden onttrek-

king. ’s Zomers onttrekken wij geen water uit

het hoger gelegen gedeelte. Daar heeft de

natuur baat bij. Ook zijn delen van onze andere

wingebieden door de provincie aangewezen als nieuwe onderdelen in de EHS. Waterbedrijven zijn prima partners in het ontwikkelen en in stand

houden van natuurdoelen in Nederland.”

Natuurgebied levert meer op dan alleen biodiversiteit. Zo beschermt het tegen overstromingen en droogtes. “Natuurgebieden maken een hoger

grondwaterpeil mogelijk. Het vermogen om water te bufferen is van belang om Noord-Nederland duurzaam van drinkwater te voorzien.”

Bovendien levert het veel recreatiemogelijkheden op. “Wij zijn trots op het Drentse coulissenlandschap. Het trekt veel vakantiegangers”, stelt

Hoogsteen.

De vele baten van natuurgebieden betekenen dat het landschap met een integrale visie ingericht moet worden. Hoogsteen geeft een voorbeeld:

“Kijk naar de veenkoloniën. Als je daar doorheen rijdt ziet het er leeg en naargeestig uit. Als je dat wilt ontwikkelen, moet je recreatie, zandwin-

ning, waterbuffering en drinkwaterwinning integraal combineren om gezamenlijk fondsen te werven voor natuurontwikkeling.” Een integrale aan-

pak gaat echter niet zonder slag of stoot. “Die discussie is moeilijk omdat het over bestuurlijke grenzen heen gaat.”

Natuur is en blijft van groot belang voor de toekomst van Drenthe. “Het geven van een andere ruimtelijke bestemming aan natuurgebied is een

stukje erosie op garanties voor de toekomst.” Daarom pleit Hoogsteen ervoor de planning van de ecologische verbindingen te verruimen: “Tijdelijk

een pas op de plaats. We begrijpen de nood om te bezuinigen. Tegelijk moeten we de middelen die er zijn inzetten.” Uitstel mag daarbij geen afstel

betekenen. “We moeten ons hard maken voor het blijven reserveren van ruimte voor natuur.” ■

Karst Hoogsteen

Page 17: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

17W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

asbestcement veilig en tegeneen redelijke prijs afvoerenVewin: Asbestcement waterleidingen aanmerken als monostroom

Het tarief van de Afvalstoffenbelasting voor de afvoer van oude asbestcement

waterleidingen is per 1 januari van dit jaar verzesvoudigd. Vewin vindt dat een

slechte zaak. Het opruimen en veilig storten van dit afvalmateriaal dat al in

het milieu aanwezig is, vraagt juist om stimulering van de overheid.

Voor de drinkwatervoorziening

ligt in Nederland een omvang-

rijke infrastructuur in de onder-

grond. In totaal heeft het netwerk van

transport- en hoofdleidingen een lengte

van 116.000 kilometer, waarvan nog zo’n

30.000 kilometer aan asbestcement water-

leidingen die in het verleden zijn aange-

legd. In geval van lekkage, leidingbreuk

of verplaatsing van leidingen wordt

asbestcement vervangen door ander

leidingmateriaal (zoals PVC).

Op jaarbasis vormen asbestcement water-

leidingen een afvalstroom van zo’n 5.000

ton. Eenmaal bovengronds en in contact

met de lucht, wordt asbesthoudend

materiaal aangemerkt als gevaarlijk

afval. De sanering van dit materiaal

dreigt door de aanzienlijke tariefverho-

ging te worden vertraagd.

Extra kosten

De tariefverhoging is het gevolg van het

door de Tweede Kamer aangenomen

amendement-Tang, waardoor voor storten

van gevaarlijk afval sinds januari 2010

niet langer het lage tarief (16,79 euro per

ton) maar het reguliere tarief (107,49 euro

per ton) geldt. De extra kosten voor de

drinkwatersector kunnen oplopen tot

circa 80 miljoen euro. Het uit het milieu

halen, opruimen en veilig afvoeren van

dit materiaal moet worden gestimuleerd

door de overheid, vindt Vewin.

Vewin heeft minister Jan Kees de Jager

(Financiën) daarom verzocht om asbestce-

ment waterleidingen te kwalificeren als

‘monostroom’, zodat ze onder het lage

tarief blijven vallen. De Wet belastingen

op milieugrondslag biedt die mogelijk-

heid. Vewin heeft de minister erop

gewezen dat de afvalstroom van asbestce-

ment waterleidingen aan de wettelijke

criteria voor de kwalificatie als monos-

troom voldoet.

Asbesthoudend afval is namelijk niet

verbrandbaar in de reguliere afvalver-

brandingsinstallaties, aangezien de

temperatuur in verbrandingsovens te

laag is om de asbestvezel te vernietigen.

Asbestcement waterleidingen zijn

daarnaast niet geschikt voor hergebruik

vanwege het verbod om dit materiaal te

verwerken of in voorraad te houden.

Eenduidige bron

Ook aan het derde criterium – onver-

mengde afvoer, gescheiden van andere

afvalstromen – voldoen asbestcement

leidingen. Tot slot is de afvalstroom

rechtstreeks afkomstig van een eendui-

dige bron, namelijk de tien drinkwater-

bedrijven. Deze zijn bevoegd asbestce-

ment leidingen te verwijderen en aan

stortplaatsen aan te bieden, conform de

geldende Arbo-wetgeving.

Alle reden dus voor de minister om voor

asbestcement waterleidingen een uitzon-

dering te maken en deze aan te wijzen als

monostroom. Op grond van de Wet

belastingen op milieugrondslag heeft de

minister bij ministeriële regeling deze

mogelijkheid. ■

asbestcement waterleidingen Voldoen aan criteria Voor kwalificatie monostroom

Page 18: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 018

‘minder warmte lozen op rivieren’Fokko Mulder over hergebruik restwarmte, duurzame energie en opslagmediums

Oppervlaktewater wordt gebruikt

als koelwater voor energiecentra-

les en bijvoorbeeld ook in de

(petro)chemische industrie. Energiecen-

trales maken gebruik van de expansie

van hete gassen door een turbine. Voor

een efficiënte omzetting van thermische

energie in elektriciteit is het van belang

dat het temperatuurverschil tussen de in-

en uitlaatgassen zo groot mogelijk is.

Daartoe wordt de uitlaat gekoeld met

oppervlaktewater. Ondanks de hoge mate

van efficiëntie vergeleken met bijvoor-

beeld een benzinemotor gaat bij energie-

centrales veel warmte verloren.

Energierendement

“Het gemiddelde energierendement is

ongeveer 50 procent”, vertelt Fokko

Mulder, hoogleraar van de sectie

‘Fundamental aspects of Materials and

Energy’ van de TU Delft. “De overige 50

procent verdwijnt via de schoorsteen en

gaat in het koelwater zitten. Daar kun je

op zich weinig aan doen, want energie-

centrales zijn geoptimaliseerd. Gas

gestookte centrales, bijvoorbeeld, zijn

zeer efficiënt en halen een rendement

van maximaal 60 procent.”

Het lozen van koelwater leidt tot hogere

temperaturen van oppervlaktewateren,

wat nadelig is voor de ecologie en de water-

kwaliteit bij innamepunten voor drinkwa-

ter. Dit vanwege mogelijke microbiologi-

sche risico’s bij een watertemperatuur van

boven de 25 graden Celsius. Koeltorens die

warmte van een energiecentrale afvoeren,

waardoor het oppervlaktewater niet wordt

belast, kunnen soelaas bieden. Of energie-

centrales nabij de kust, die de veel grotere

en koudere volumes zeewater als koelwa-

ter gebruiken.

Zijn er volgens Mulder nog andere opties,

bijvoorbeeld hergebruik van de

restwarmte die in het koelwater gaat

zitten? “Ja, deze ‘afvalwarmte’ van een

centrale kun je gebruiken voor de

verwarming van bedrijfsgebouwen of

van bijvoorbeeld nabijgelegen huizen en

kassen van tuinders.”

“In de chemische industrie wordt

behoorlijk veel restwarmte hergebruikt

met behulp van warmtekrachtkoppe-

ling, voor de verwarming van gebouwen

en toepassing in chemische processen.

Daardoor stijgt het energierendement en

is het bedrijfseconomisch rendabeler.”

Wat betreft het hergebruik van

restwarmte in koelwater wijst Mulder

erop dat de watertemperatuur niet te

laag mag zijn. “Beneden de 70 graden

kun je er niet veel meer mee doen.”

Algenvijver

Andere toepassing zou volgens Mulder

de aanleg van een algenvijver kunnen

zijn. “Het warme koelwater gebruik je

dan voor de verwarming van de vijver.

In combinatie met zonlicht en CO2 van

de centrale gedijen de algen, die toege-

past kunnen worden in biodiesel.” Er

zijn dus diverse mogelijkheden voor een

nuttige aanwending van thermische

energie die anders geloosd zou worden

op oppervlaktewater. Maar volgens

Mulder blijft restwarmte bij de huidige

energiecentrales nou eenmaal ‘een

gegeven’.

CV Fokko Mulder

Prof. Dr. Fokko Mulder is in 2008 aan de TU

Delft benoemd tot hoogleraar op het gebied

van materialen voor hernieuwbare energie.

Mulder studeerde natuurkunde aan de

universiteit van Leiden en promoveerde op

de fysica van permanente magnetische

materialen en nanoschaal metaaldeeltjes.

Na een postdoctoraal in de fysica van ‘high

performance’ polymeren startte Mulder aan

de TU Delft met een onderzoek naar funda-

mentele eigenschappen van energiegerela-

teerde materialen. Hij hield zich onder meer

bezig met elektriciteitsopslag, waterstofop-

slag en materialen in brandstofcellen.

Gemiddeld 50 procent van de restwarmte van energiecentrales gaat zitten in koelwa-

ter. Dat wordt geloosd op oppervlaktewater, met nadelige gevolgen voor de ecologie

en de kwaliteit van deze drinkwaterbron. Gesprek met Fokko Mulder van de TU Delft

over de mogelijkheden van hergebruik van deze restwarmte, bijvoorbeeld voor de

verwarming van gebouwen, huizen en kassen. En over het groeiende belang van alter-

natieve energiebronnen en de uitdagingen voor de opslag van duurzaam opgewekte

energie. “Je kunt energie opslaan in waterstof.”

Page 19: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

19W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

Wat zijn daarom de alternatieven en

welke innovaties zijn te verwachten?

“Van ons energiegebruik komt 80

procent uit fossiele brandstoffen. Gezien

de eindigheid van de voorraden en de

uitstoot van broeikasgassen zul je in de

toekomst moeten overschakelen op

andere, duurzamere energiebronnen als

wind en zon.”

In dat licht noemt Mulder het steeds

goedkoper worden van zonnecellen

veelbelovend. Hierdoor komt ‘grid parity

– het punt waarop zonne-energie even

duur is als traditioneel opgewekte

energie – binnen een aantal jaren ook in

Nederland in zicht. Bronnen als zon en

wind hebben wegens de hoeveelheid

beschikbare energie veel potentie.

Voorwaarde voor toepassing op grote

schaal is wel dat rendabele methoden

worden ontwikkeld voor de opslag van

deze energie, zo benadrukt Mulder.

Stuwmeren

“Je kunt energie bijvoorbeeld opslaan in

stuwmeren door het waterpeil te verho-

gen, zoals bij Noorse waterkrachtcentra-

les gebeurt. Andere optie is het opslaan

van energie in de vorm van elektriciteit

en daaraan elektrische auto’s koppelen.

De overcapaciteit kun je opslaan in statio-

naire accu’s. Je kunt er ook allerlei

apparaten aan koppelen met slimme in-

en uitschakelsystemen.”

Volgens Mulder is opslag van alternatief

opgewekte energie in de vorm van

elektriciteit heel efficiënt. “Van een

windmolen kun je op deze wijze 95

procent van de opgewekte elektrische

energie opslaan en later weer terugkrij-

gen.” Goede accu’s met een voldoende

grote capaciteit zijn daarbij onmisbaar.

“De uitdaging is dan om alternatieven

– bijvoorbeeld natrium en ijzer – toe te

passen voor dure materialen die in accu’s

worden gebruikt, zoals koper en

lithium.”

Zeker bij een energiebron als de zon, die

Europa in de zomer zesmaal zoveel

energie levert als in de winter, is

voldoende opslagcapaciteit essentieel.

Voor de heel grote schaal is waterstof als

opslagmedium een veelbelovende optie,

denkt Mulder. “Je kunt energie centraal

opslaan in waterstof in gasvorm – onder-

gronds of in grote cilinders – of in

ammonia, eventueel in grote tanks.

Andere mogelijkheid voor de consument

is waterstofopslag via magnesiumhy-

dride; dat is goedkoop en er is veel van

aanwezig.”

Elektriciteit

Mulder verwacht dat voor de toekomstige

energievoorziening in toenemende mate

gebruik gemaakt zal worden van elektri-

citeit uit zon en wind. Voor accu’s als

efficiënte elektriciteitsopslag op de schaal

van dagelijkse fluctuaties in elektrici-

teitsaanbod is een belangrijke rol wegge-

legd; voor de langere termijn opslag is

waterstof mogelijk een belangrijke

energiedrager. Het resultaat is een

hybride systeem. “Denk aan waterstoflei-

dingen van centrale opslag naar huizen

en bedrijven, waar ook een batterij voor

het huishoudelijk gebruik staat. De oplos-

singen zijn afhankelijk van in hoeverre je

de systemen centraal dan wel decentraal

inricht.”

Het onderzoek naar potentiële opslagme-

diums voor wind- en zonne-energie is in

volle gang. Maar het hoge wereldwijde

energiegebruik vraagt om een grote

opslagcapaciteit. Vandaar ook dat Mulder

aantekent dat nog veel winst te behalen

is bij het reduceren van het energiever-

bruik. Ter illustratie: “Het energiegebruik

van een gemiddelde aardbewoner staat

gelijk aan de energie die twintig mensen

leveren als ze continu fietsen. Voor de

Westerse wereld is het nog meer:

ongeveer tachtig fietsers.” ■

Page 20: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 020

een cel als werkplaatsCees dekker over nieuwste mogelijkheden nanotechnologie

Nano betekent letterlijk ‘dwerg’ en staat in de wetenschap voor een miljardste

meter. Nano mag dan minuscuul zijn, maar het zal grote veranderingen

betekenen voor de zuivering van (afval)water. Nu al klaren microben klussen

bij het wegwerken van verontreinigingen als industrieel afvalwater en slib.

Gen-aanpassingen (met nano innovaties) zullen bioreactoren verbeteren en

versnellen. Nano-materialen zullen de huidige generaties membraanfilters doen

vergeten qua kwaliteit, effectiviteit en efficiency. Samen met Prof. Dr. Cees Dekker

kijken we naar de nieuwste mogelijkheden op nanogebied. Nu nog kleinschalig,

wellicht in de toekomst ook breed inzetbaar bij hightech drinkwaterproductie.

Prof. dr. Cees Dekker is een van de

meest vooraanstaande nanotechno-

logen ter wereld en sinds kort

directeur van het Kavli Institute of Nanos-

cience in Delft. Het liefst plakt hij

moleculen zodanig aan elkaar met zijn

elektronisch pincet dat ze allerlei nuttige

taken gaan uitvoeren in de cel. Een

nanopincet die moleculen kan sorteren,

uit elkaar kan halen en kan combineren.

Zijn nano-voertuigen kunnen medicijnen

op een exacte plaats in een cel brengen,

heel gericht kankercellen binnendringen

of sleutelen aan DNA. Er is ‘at the bottom’

genoeg plek voor Dekkers nano-instru-

menten tot 100 nanometer, want een cel

is 15.000 nanometer groot. De verhouding

van een moersleutel tot een garage, zeg

maar. Nanotechnologie gaat overigens

veel breder dan werken met cellen.

Gereedschapskist

Voor Cees Dekker is nanotech het meest

fascinerend waar het grenst aan biologie:

“Nanotechnologie geeft ons een nieuwe

gereedschapskist. We kunnen als

ingenieurs aan de gang gaan in de biolo-

gie. De ontwikkelingen zijn het spectacu-

lairst op DNA-gebied. We kunnen binnen-

kort DNA niet alleen lezen, maar ook

‘schrijven’. Mijn voorspelling is dat u over

een paar jaar bij de huisarts komt met

een bepaalde klacht en dat hij dan ter

plekke uw DNA in kaart brengt.”

Een levende cel zit tjokvol natuurlijke

Cees Dekker: “Nanotechnologie geeft ons een nieuwe gereedschapskist”

Page 21: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

21W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

nanotechnologie, die nanotechnologen

graag willen aanpakken. “Als je de natuur

beschouwt als een machine, zie je dat hij

niet perfect is en dat hij kan worden

gereviseerd en verbeterd.” Deze uitspraak

uit 2005 van synthetisch bioloog Drew

Endy, voerde Dekker op om aan te geven

hoe hij de grenzen opzoekt tussen

levende en dode materie: “In hoeverre

kun je een levende cel uitkleden of optui-

gen en waar begint en eindigt het leven?

We moeten vooral over de mogelijkheden

praten. Nanotechnologie zal brede

maatschappelijke impact hebben, en de

discussie daarover is al gestart.”

Waternano

Ook Dekkers Delftse collega Urs Staufers

houdt zich dagelijks met nano bezig. Als

hoogleraar bouwde Staufer onder meer

een microscoop waarmee zandkorrels op

Mars zijn bekeken. Van water op Moeder

Aarde zegt hij: “Er bestaan op dit moment

op laboratoriumniveau goed werkende

prototypes van nano-sensoren die

vervuiling van water door chemische

stoffen en nanopartikels heel nauwkeurig

kunnen meten. Ik verwacht dat deze

technologie binnen een paar jaar in de

praktijk te gebruiken is. Vanuit de

politiek zullen er echter beslissingen én

financiële middelen moeten komen om

deze technologie praktisch toepasbaar te

maken.”

Wat u er ook van vindt, er is geen

ontkomen aan: nanotechnologie zal in de

nabije toekomst een grote rol gaan spelen

in ieders leven. ■

over Kavli institute of

nanoscience

Het Kavli Institute of Nanoscience is in 2004

opgericht in Delft. De oprichting werd mede

mogelijk gemaakt door de Amerikaanse

Kavli Foundation. Een stichting die inves-

teert in vooruitstrevende wetenschappen,

met wereldwijd vier vestigingen: drie in de

Verenigde staten (Cambridge, Californië en

Ithaca) en één vestiging in Delft. Bij het

Kavli Institute in Delft werken 16 hooglera-

ren en 90 promovendi met Prof. Dr. Cees

Dekker als directeur. Het instituut doet

onderzoek naar nieuwe fysica en men

bestudeert de mogelijkheden om nano-

gestructureerde apparaten nieuwe functies

te geven.

nano supermarkt

In de komende maanden trekt een nano

supermarkt door Nederland. Bedenker

Koert van Mensvoort trekt daarmee door

het land om mensen te laten zien wat er

allemaal mogelijk zou kunnen zijn met

nanotechnologie. Wat dacht u van nano-

wijn? Druivensap met alcohol en nanodeel-

tjes die bij een juiste magnetronbereiding

wijn naar keuze oplevert. Een Merlot of een

Cabernet Sauvignon, en welk jaar had u

gewenst? Of een implantaat van uw zorg-

verzekeraar dat doortwittert of u gezond

leeft en op tijd uw medicijnen slikt.

Page 22: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 022

Aardwarmte voor verwarming haagse woonwijk

Eureau-conferentie Brussel:

Klimaatverandering en water, een gezamenlijke uitdaging

KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS

KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS

Samen met het Belgische voorzitterschap van

de Europese Unie heeft Eureau op 14 oktober

in Brussel de conferentie ‘Climate change and

water: a common challenge’ georganiseerd.

Vewin en de Unie van Waterschappen zijn

aangesloten bij Eureau, de Europese koepel-

organisatie van nationale water- en afvalwa-

terorganisaties. De Europese Commissie heeft

in 2009 DG ‘Climate Action’ ingesteld om de

uitdagingen aan te gaan. Dit jaar is een adap-

tatie stuurgroep opgericht, waarbij Bureau

Brussel van Vewin en de Unie van

Waterschappen is aangesloten.

Tijdens de goedbezochte conferentie – met

ambtenaren, politici van Europese instellingen

en stakeholders – werd het belang van water

in het beleid rond klimaatverandering onder-

streept. Water is geen apart thema, maar

moet een belangrijk onderdeel vormen van

het beleid voor klimaatverandering en -adap-

tatie. Het IPCC-rapport benadrukt immers dat

water het primaire medium is waardoor men-

sen de effecten van klimaatverandering zullen

ondervinden.

Peter Gammeltoft, hoofd van de afdeling Water

van DG Milieu, noemde tijdens de Eureau-

conferentie de belangrijkste benodigde maatre-

gelen in het kader van klimaatverandering: het

schoon houden van waterbronnen, verbeteren

van waterefficiëntie en waterbesparing, behou-

den en bevorderen van natuurlijke opslagcapa-

citeit van water, bescherming tegen overstro-

mingen en erosie, alsmede beleidsafstemming

rondom gebruik van land, water en biodiversi-

teit. Klara Szatkiewitz, president van Eureau,

verklaarde dat de leden van Eureau al betrok-

ken zijn bij diverse mitigatiemaatregelen: ener-

gie-efficiëntie, vermindering van directe emis-

sies van broeikasgassen, het stimuleren van

hernieuwbare energie en behandeling en her-

gebruik van slib.

In de Europese wetgeving zijn in relatie tot

klimaatverandering en water belangrijke stap-

pen gezet met de Drinkwaterrichtlijn,

Afvalwaterrichtlijn en Kaderrichtlijn Water. In de

nabije toekomst neemt de Commissie aanvul-

lende initiatieven: herziening van de lijst van

prioritaire stoffen en van de Drinkwaterrichtlijn,

alsmede het maken van een blauwdruk voor het

Europese waterbeleid (2012).

Komend jaar ligt in Brussel veel nadruk op

water. Het Hongaarse voorzitterschap van de

EU (vanaf januari 2011) heeft het onderwerp

hoog op de agenda geplaatst. De Commissie

werkt de ‘Blueprint’ ter bescherming van

Europese wateren verder uit en brengt deze uit

in 2012. Belangrijke elementen zijn: beoorde-

ling van de stroomgebiedbeheerplannen (KRW),

herziening van de strategie voor waterschaarste

en droogte en herziening van de strategie

omtrent de kwetsbaarheid van water en andere

hulpbronnen voor de impact van klimaatveran-

dering. Ook wordt de balans tussen de vraag

naar en levering van water onderzocht, in rela-

tie tot de effectiviteit van huidig beleid.

Daarnaast komt er een ‘fitness test’ voor de

uitvoerbaarheid van waterwetgeving.

Aardwarmte benutten voor de verwarming van woningen. Daaraan wordt gewerkt in Den

Haag. ‘Aardwarmte Den Haag’ – waarin de gemeente, Haagse woningbouwcorporaties en de

energiebedrijven Eneco en Eon participeren – heeft in oktober met succes een diepe boring

van de tweede aardwarmteput uitgevoerd in het zuidwesten van Den Haag. Via deze injec-

tieput gaat het aardwater terug de aarde in nadat de warmte aan de klant is geleverd.

De eerste put is in september al getest, met positief resultaat. Deze productieput kan een

hoeveelheid aardwater van 150 kubieke meter per uur met een temperatuur van 75 graden

leveren. De tweede put kan de beoogde hoeveelheid aardwater verwerken. Met deze duur-

zame energiebron kunnen 4.000 woningen en 20.000 vierkante meter aan bedrijfsruimte

verwarmd worden. De aardwarmtecentrale is naar verwacht medio 2011 gereed. Het is voor

het eerst dat in Nederland aardwarmte op een dergelijke schaal midden in een woonwijk zal

worden toegepast voor de verwarming van huizen.

Page 23: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

23W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS

KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS –– KoRT niEuWS

deltacommissaris

bezoekt Evides

Waterbedrijf

Deltacommissaris Wim Kuijken heeft eind

oktober een werkbezoek gebracht aan de

spaarbekkens die worden geëxploiteerd

door Evides Waterbedrijf in de Biesbosch.

Doel van het bezoek was om inzicht te

krijgen in de ontwikkelingen waar Evides

– als drinkwaterleverancier aan 2,5 miljoen

klanten in Zuidwest Nederland en leveran-

cier van water-op-maat aan de industrie

– mee te maken heeft.

De Deltacommissaris heeft per wet

(Deltawet) de opdracht het

Deltaprogramma uit te voeren. Het betreft

het uitvoeringsprogramma van de voor-

stellen van de commissie-Veerman om het

watersysteem van Nederland te equiperen

voor toekomstige ontwikkelingen, zoals

klimaatverandering. Daarbij gaat het om

het creëren van een evenwicht tussen

waterveiligheid (droge voeten) en zoetwa-

tervoorziening.

In 2014 zullen belangrijke beslissingen

worden genomen, onder andere over de

hoogte van de dijken en de zoetwaterver-

deling in Nederland. In de jaren daarna zal

het programma worden uitgevoerd.

Daartoe zal een speciaal Deltafonds in het

leven worden geroepen. Voor Evides is het

– zowel voor de drinkwater- als industrie-

watervoorziening – belangrijk dat het

waterbedrijf ook in de (verre) toekomst

kan blijven beschikken over voldoende en

kwalitatief goede bronnen.

Water Search and

Rescue Team in

haaglanden

Binnen 24 uur na alarmering inzetbaar zijn

in een rampgebied. Daarvoor is het zogehe-

ten ‘Water Search and Rescue Team’ opge-

richt. De Veiligheidsregio Haaglanden

beschikt sinds kort samen met de brand-

weer van Merseyside (Liverpool) en Ostrava

(Tsjechië) over een internationaal reddings-

team dat wereldwijd inzetbaar is bij over-

stromingen. Het team bestaat uit 35 perso-

nen, van wie 24 reddingswerkers, en heeft

de beschikking over zes boten en drie vlot-

ten. De Nederlandse reddingswerkers zijn

afkomstig van politie, brandweer, ambulan-

cedienst en reddingsbrigade en hebben

ervaring als hulpverlener op het water. Het

team is opgezet in het kader van het project

WaterSave en werkt met

EU-subsidiegelden. Doel van het project is

de ontwikkeling van een gezamenlijke

standaard voor internationale hulpverlening

bij overstromingen.

Monteurs dunea gaan digitaal

delft Blue Water

Op de afvalwaterzuiveringsinstallatie Har-

naschpolder in Midden-Delfland onderzoekt

‘Delft Blue Water’ de mogelijkheden om op

duurzame wijze zuiver water te produceren

voor de omgeving (oppervlaktewater) en de

glastuinbouw (gietwater). Op 24 november

gaf hoogheemraad Pleun van der Ende van

het Hoogheemraadschap van Delfland hier-

voor het officiële startsein.

In Delfland is een toenemende behoefte aan

zoet water wegens verzilting en een groei-

ende vraag in het Westland naar kwalitatief

goed gietwater. Nu pompt de glastuinbouw

brak grondwater op en ontzout dit; de gecon-

centreerde zoute stroom (brijn) wordt terug-

gebracht in de bodem. De awzi Harnasch-

polder voert effluent af naar de Noordzee.

Delft Blue Water – een samenwerkingsver-

band van het Hoogheemraadschap van Delf-

land, Delfluent Services, Evides Industrie-

water, Rossmark Waterbehandeling en Veolia

Water – onderzoekt de mogelijkheden voor

nuttige inzet van dit effluent. Met innovatieve

technologieën wordt getest of betrouwbaar

en duurzaam oppervlaktewater en gietwater

kunnen worden geproduceerd.

Het ene moment wordt een hoofdkraan gere-

pareerd, het volgende moment is er een

lekkage. Geplande en ongeplande werkzaam-

heden volgen elkaar dagelijks in rap tempo

op bij een drinkwaterbedrijf. Om beschikbare

mensen en middelen efficiënter te kunnen

inzetten heeft Dunea sinds deze maand al

haar monteursbussen uitgerust met een

nieuw digitaal informatiesysteem.

Wanneer een lek wordt gemeld geeft het

systeem aan wie de dichtstbijzijnde monteur

is. “Een monteur kan zo sneller ter plekke

zijn om het lek te verhelpen en heeft direct

informatie beschikbaar over de omgeving”,

licht directeur Piet Jonker van Dunea toe.

“En op zijn beurt kan de monteur makkelij-

ker en sneller aan onze binnenorganisatie

alle relevante informatie doorgeven, zoals

de omvang van de lekkage, de benodigde

materialen, de reparatietijd en welke ver-

volgacties nodig zijn. Sneller ter plaatse zijn,

met minder kilometers en minder papier-

werk. Kortom, een waardevolle investering

voor zowel klanten als eigen medewerkers.”

Page 24: Opinieblad van de Vereniging van waterbedrijven in ... 06-2010.pdf · 4 Waterspiegel / december 2010 ‘slag naar markt maken met innovaties’ Rik van Terwisga en Rik Thijssen (Vitens)

24 W a t e r s p i e g e l / d e c e m b e r 2 0 1 0

DRI

NKW

ATER

BED

RIJV

EN O

VER

DE

GRE

NS

Aan schoon drinkwater is een enorme behoefte onder de vluch-

telingen na de uitbarsting van de Merapi (eind oktober), de

actiefste vulkaan op het Indonesische eiland Java. Vandaar dat

Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) in de eerste week

van november een mobiele zuiveringsinstallatie naar het getrof-

fen gebied heeft gestuurd.

De Perfector-E (de E staat voor emergency) is een compacte,

mobiele zuiveringsinstallatie om onbetrouwbaar oppervlakte-

water geschikt te maken voor consumptie. De zuivering is geïn-

stalleerd bij het vluchtelingenkamp in het Maguwoharjo

Stadion in Yogyakarta. Het water wordt verspreid over verschil-

lende vluchtelingenkampen in het gebied van de vulkaan

Merapi op Java. De installatie zuivert per uur ruim 1.000 liter

water uit een waterreservoir van het lokale waterbedrijf.

Medewerkers van het lokale drinkwaterbedrijf hebben een

korte training gehad, zodat zij de installatie kunnen bedienen.

Vrijwilligers zorgen voor het distribueren van gevulde gallon-

flessen water. De vluchtelingen bivakkeren onder moeilijke

omstandigheden in publieke gebouwen, zoals scholen en kan-

toren.

WMD ondersteunt diverse waterbedrijven in Indonesië. Het

drinkwaterbedrijf levert een bijdrage aan het opzetten van een

goede drinkwatervoorziening in Sumatra, Noord-Sulawesi, Irian

Jaya en de Molukken. WMD gebruikt daarvoor onder meer de

Perfector-E, die ook al zijn waarde heeft bewezen in Atjeh na de

tsunami van 2004 en in Padang na de aardbeving van septem-

ber 2009. De installatie kon dus snel ter plaatse zijn na de

uitbarsting van de Merapi. “Toen we op 6 november aankwa-

men in het vluchtelingenkamp in Sleman, in de provincie

Yogyakarta, werden we enthousiast verwelkomd door ongeveer

vijfhonderd gelukkige overlevenden”, laat een medewerker van

ingenieursbedrijf Inowa per email vanuit Indonesië weten.

Dit bedrijf uit Bandung, dat is opgericht door WMD en dat ook

heeft meegewerkt aan herstelprojecten in het door de tsunami

getroffen Atjeh, coördineert de hulpactie samen met het lokale

waterbedrijf. “Onze banden met Indonesië zijn hecht. Wij wer-

ken in onze drinkwaterprojecten altijd samen met Indonesische

waterbedrijven en andere lokale partners. Het is belangrijk om

met lokale mensen het werk te doen, zodat zij kennis en vaar-

digheden opdoen”, vertelt Annemoreen Ooms, woordvoerder

van WMD. “Inowa doet veel projecten voor ons en inmiddels is

ook Witteveen+Bos bij dit ingenieursbedrijf betrokken.”

De Perfector-E werd begin dit jaar ook met succes ingezet na de

zware aardbeving in Haïti. De vijf mobiele zuiveringsunits die

PWN na de ramp had geïnstalleerd, voorzagen een gebied met

250.000 mensen van water. De recente vulkaanuitbarsting op

Java is weliswaar een ramp van minder grote omvang, maar

ernstig genoeg voor de Indonesische president om de uitbar-

sting uit te roepen tot nationale ramp. Tienduizenden mensen

zijn inmiddels opgevangen in vluchtelingenkampen met beperk-

te faciliteiten. Er is onder meer een gebrek aan schoon water.

In het vluchtelingenkamp zal de Perfector-E zeker een maand in

bedrijf zijn om de mensen te voorzien van een primaire levens-

behoefte als drinkwater. “Mooi dat de Perfector daar zo snel is

aangekomen en direct in bedrijf is”, aldus Ooms.

WMd helpt slachtoffers vulkaanuitbarsting Java