Open Brief Aan Henk Binnendijk
Click here to load reader
-
Upload
ruben-hadders -
Category
Documents
-
view
407 -
download
0
description
Transcript of Open Brief Aan Henk Binnendijk
‘Beste Henk, laat ons alsjeblieft niet zwijgen’ Een open brief van uitgever Ruben Hadders aan Henk Binnendijk
Beste Henk,
Met veel plezier en heimwee denk ik terug aan die jongerenreis naar Israël, een paar jaar geleden.
Het is het hoogtepunt uit mijn jonge leven tot nu toe. Wat heb ik er van genoten om naar je
overdenkingen te luisteren. Aan het meer van Tiberias of in de Hof van Gethsemane op de Olijfberg,
met op de achtergrond het oude Jeruzalem. Nooit zal ik die momenten meer vergeten. Zoals jij sprak
over Israël heb ik maar weinig predikers gehoord. Vanuit je hart sprak je, met een liefde voor Israël
die waarschijnlijk nog groter is dan die van de meeste Joden.
Net als jij verbaas ik mij erover dat de meeste christenen niets met Israël hebben en de Bijbel vooral
toepassen op zichzelf. Hoe kan iemand zeggen God lief hebben, zonder Gods liefde voor Zijn volk te
delen? Je hebt gelijk: Israël leeft niet. Natuurlijk wel in Gods ogen, maar vreemd genoeg niet in die
van de kerk. De vervangingstheologie mag inmiddels dan grotendeels verworpen zijn door de kerk,
de liefde voor Israël is er nauwelijks groter op geworden. Dat maakt verdrietig.
Maar er is iets dat mij misschien nog wel verdrietiger maakt. In een interview met collega Ruben
Ridderhof voor Israël Aktueel vertelde je niet meer de drang te hebben om Joodse mensen over Jezus
te vertellen. Je zei: “Dat had ik vroeger. Dan kon ik op een verjaardagsfeestje wel even over koetjes
en kalfjes praten, maar stuurde ik het gesprek altijd naar Jezus. Ik heb daar niet veel goeds van
gezien. Het is als met een baby die niet wil drinken. Je kunt knijpen in de fles wat je wilt, maar je kunt
het er gewoon niet in gieten. Het Joodse volk kent het christendom, zij weten wat hun is aangedaan
door het christendom en ik weet hoe gevoelig de naam van de Here Jezus daarom ligt bij Joden. In de
naam van Jezus is hun veel kwaad aangedaan. Dat betekent dat wij – ik tenminste – een grote
terughoudendheid in acht moeten nemen als het gaat om de naam van Jezus. Ik heb vrienden die
naar Israël gaan om daar over Jezus te vertellen. Dat respecteer ik. Maar... niet voor mij. Hou van ze.
Doe iets voor ze. Laat ze weten dat je christen bent, maar wees heel voorzichtig met de naam van
Jezus, want die ligt heel gevoelig.”
Dit doet pijn. Juist omdat ik veel respect voor je heb en weet dat jij, in tegenstelling tot veel andere
christenen, écht bewogen bent met Gods volk. Jouw liefde voor Israël komt voort uit een oprecht en
warm hart, maar ik ben zo bang dat het tegelijkertijd een valkuil is geworden.
Neem het mij alsjeblieft niet kwalijk dat ik dit schrijf. Ik kan niet anders. Toch valt het mij zwaar
omdat je als een geestelijk vader voor mij bent. Op dit punt kan ik het echter onmogelijk met je eens
zijn. Zou het om ‘slechts’ een theologisch verschil van inzicht gaan, dan zou ik zwijgen. Maar het gaat
hier om een zaak die van levensbelang is voor het Joodse volk!
Je zegt namelijk dat we heel voorzichtig moeten zijn met de naam van Jezus. Het is waar dat ‘in Naam
van Christus’ het Joodse volk veel onrecht is aangedaan door christenen. Dit is nooit goed te praten!
Maar het bewust verzwijgen van Christus en Zijn Evangelie is – en dat meen ik in alle oprechtheid –
een nog veel groter onrecht!
De Here Jezus Christus is in de eerste plaats de Joodse Messias. Wij hebben het recht niet om het
Joodse volk de Messias en Zijn Woorden te onthouden. Het Nieuwe Testament is immers geschreven
door Joodse mensen, in de eerste plaats als een levensbelangrijke boodschap aan hun eigen
volksgenoten. Ook in die tijd lag de Naam van Jezus al heel gevoelig. Maar hadden zij dan moeten
zwijgen?
Uiteindelijk is er maar één Naam door Wie mensen behouden kunnen worden: ‘de Naam van Jezus
Christus, de Nazaréner’ (Hand. 4:10-12). Petrus zegt zelfs dat deze Naam bekend moet zijn bij het
hele volk Israël! Hoewel hij, net als jij, ook constateerde dat er Joden zijn die niets met Hem te maken
willen hebben. Niet voor niets spreekt hij over ‘de Steen die door de bouwlieden veracht is’ (vs. 11)
en die tot een ‘hoeksteen’ en ‘steen des aanstoots’ is geworden (1 Petr. 2:7), precies zoals tevoren
gezegd was (Ps. 118:22, Luk. 20:17).
De apostelen werden van alle kanten bedreigd toen zij spraken over Jezus. Ik begrijp dus best dat je
hier moeite mee hebt. Juist voor wie een brandend hart voor Israël heeft, zoals jij, moet het
hartverscheurend zijn om zoveel tegenstand, zoveel koppigheid te ervaren. Paulus schreef: “Ik heb
een grote smart en een voortdurend hartzeer. Want zelf zou ik wel wensen van Christus verbannen
te zijn ten behoeve van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees; immers, zij zijn Israëlieten…”
(Rom. 9:2-4).
Ik zou het Paulus niet na kunnen zeggen, als ik heel eerlijk ben. Voor geen goud zou ik van Christus
verbannen willen zijn! Maar hij maakt hierdoor wel heel duidelijk dat het hier gaat om een zaak van
het allergrootste belang! “Want niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël” (vs. 6). Het ware
Israël is het Israël van Christus. Joodse mensen die Zijn Naam verwerpen dreigen voor eeuwig
verloren te gaan, Henk! Laat je alsjeblieft niet verbinden door een theologie zoals die van de
tweewegenleer, die stelt dat Joodse mensen ook zonder een persoonlijk geloof in Christus behouden
kunnen worden.
Moet ik mij niet wat voorzichtiger uitdrukken? Nee, God verhoedde! Ik hoop dat je begrijpt waarom
mij dit zo aan het hart gaat. Het is een ernstige boodschap. Jesaja zei al: “Al was het getal der
kinderen Israëls als het zand der zee, het overschot zal behouden worden!” (Rom. 9:27). O, laat het
toch een groot overschot zijn, een overschot dat niemand tellen kan! Laten we ons als christenen
toch dit lot aantrekken zodat we straks niet beschaamd voor de Heere zullen staan, omdat we Zijn
volk, Zijn oogappel, het Evangelie onthouden hebben!
God zei in het Oude Testament: “Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis,
en wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen” (Jes. 8:14, 28:16). Deze steen is
Christus! En “al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden” (Rom. 10:13). Maar: “Hoe
zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet
gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker?” (vs. 14).
Tijdens onze reis heb ik het ook een aantal maal gezegd, ook al is mij dat niet door alle reisgenoten in
dank afgenomen, en ik zeg het nu opnieuw: wie écht liefde heeft voor het Joodse volk – en daar is bij
jou geen twijfel over mogelijk – moet ook tégen haar durven getuigen. Dit deden de profeten ook, in
het bijzonder Jesaja! Dat is niet liefdeloos, verre van dat zelfs, maar wel het moeilijkste wat er is. Er is
goddelijke kracht en goddelijke liefde voor nodig, zonder enige twijfel! Want wie kan prediken met
een hart dat verscheurt dreigt te worden? Wie kan trouw blijven aan de opdracht om Gods Woord te
verkondigen, als hij daardoor alle liefde en vriendschap van mensen verliest? Niemand anders dan
Christus in ons!
Natuurlijk is het ook belangrijk goed te doen en er te zijn voor onze Joodse broeders, die opnieuw
geconfronteerd worden met een groeiend antisemitisme. Je moet het ene doen, maar het andere
niet nalaten. Woord en daad horen samen te gaan. Waarbij we niet moeten vergeten dat Christus
het Woord is. Hij is het ook Die Zijn volk tot jaloersheid wekt, niet wij en niet door onze eigen
woorden en daden.
Henk, ik weet dat je liefde voor Israël oprecht is en waarschijnlijk vele malen groter dan die van mij.
Voor mij ben je een wijze broeder en ik hoop nog veel van je kennis en levenservaring te mogen
leren. Neem het mij dus niet kwalijk dat ik je tegen moet spreken, want ik kan niet anders.
Alsjeblieft, laat ons ‘om Sions wil’ de Naam van Jezus niet verzwijgen. Hij is het hart van Israël, zonder
Hem is er geen Israël. Ja, ooit zal heel Israël behouden worden en ik zie uit naar die dag. Maar
vandaag dreigen velen Joden te sterven zonder Christus ooit ontmoet te hebben!
Vergeet niet, er zijn vele mensen die naar jou luisteren. Jij bent een voorbeeld voor de gelovigen.
Maar als je zegt dat we niet met Joodse mensen moeten spreken over Jezus en Zijn Evangelie dan is
dat naar mijn mening juist een slecht voorbeeld. Daarom ook deze open brief, die ik liever niet had
geschreven.
Henk, laat ons alsjeblieft niet zwijgen!
Je jongere broeder in Christus,
Ruben Hadders