Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van...

12
1 Op weg naar een nieuwe behandelwijze van burnout Een pilotstudie betreffende het effect van de augmentatie van een regulier burnout- coachingstraject met behulp van biofotonen-regulerende apparatuur Auteurs: Drs. V.A.C. Campman, Ir. J. Schewe, beiden Charité Klinikum der Humboldt Universität te Berlijn, afdeling psychiatrie; R. Verstappen, Gezondheidscentrum Weert; Drs. D.A. van Mulligen, Aurum B.V. Amsterdam. Samenvatting In deze prospectieve, open, ongecontroleerde pilotstudie, die in het Gezondheidscentrum Weert tussen April en November 2002 werd doorgevoerd, werd het effect van een nieuwe combinatietherapie van een psychotherapeutisch coachingstraject en biofotonen-regulerende apparatuur op het welbevinden van een groep van patienten (N=26, m=10, f=16) met burnout (Emotional Exhaustion Syndrome) bepaald. De meting van veranderingen in het psychische en lichamelijke welbevinden van de deelnemers werd verricht aan de hand een standaard-inventaris aan depressieve beoordelingsscala's, de Hamilton Depression Rating Scale en de Burnout Symptom Questionnaire. Na een behandelingsduur van zes weken met een behandelingsfrequentie van één patiëntencontact à 1½ uur per week voor zowel coaching als applicatie van de biofotonen- apparatuur, werden bij de afsuitende interviews een gemiddelde verbetering van 60% voor de HMDRS-scores en 59% voor de BSQ gevonden. Gezien de beperkte hoeveelheid behandelingscontacten, de ambulante setting van de studie en de gelijke spreiding van verbetering over alle patienten, onafhankelijk van leeftijd, geslacht of ernst van de symptomen bij studieaanvang, schatten wij deze resultaten bij gering situatief placebo-effect als opmerkelijk en zeer positief in. Verder onderzoek in dubbelblinde, gecontroleerde vorm is wenselijk. Introductie 1. Burnout (ook:Emotional Exhaustion Syndrome): een ziektebeeld zonder gevalideerde therapie Het Emotional Exhaustion Syndrome 1 , ook bekend onder de naam Burnout, is een combinatie van aspecifieke vegetatieve symptomen, die gepaard gaan met een gevoel van psychische uitputting ten gevolge van chronische stress op de arbeidsvloer. EES en verwante aandoeningen zoals RSI en Sick Building Syndrome behoren tot een categorie van ziektebeelden, die door het New England Journal of Medicine in 2001 als Stress Related Syndromes betiteld zijn. Deze groep van ziektebeelden is op dit moment één van de voornaamste redenen voor arbeidsverzuim in Nederland. Voor EES zijn verschillende behandelingsmethoden in omloop, die variëren van medicamenteuze behandelingen met antidepressiva tot psychotherapeutische behandelingen en daaraan verwante coachingstrajecten. Voornoemde therapiemogelijkheden worden in alle mogelijke combinaties ingezet en leiden tot wisselende resultaten. Over een effectieve behandelingsstandaard bestaat geen consensus en over het algemeen wordt het natuurlijke ziekteverloop met een ziekteduur van ongeveer een half jaar niet substantieel beinvloed. 1 Drs. M.M.A. de Valk, Emotional Exhaustion Syndrome, 1999 - definitie erkend en toegepast door het International Committee on Occupational Health (ICOH) en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)

Transcript of Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van...

Page 1: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

1

Op weg naar een nieuwe behandelwijze van burnout Een pilotstudie betreffende het effect van de augmentatie van een regulier burnout-coachingstraject met behulp van biofotonen-regulerende apparatuur Auteurs: Drs. V.A.C. Campman, Ir. J. Schewe, beiden Charité Klinikum der Humboldt Universität te Berlijn, afdeling psychiatrie; R. Verstappen, Gezondheidscentrum Weert; Drs. D.A. van Mulligen, Aurum B.V. Amsterdam.

Samenvatting In deze prospectieve, open, ongecontroleerde pilotstudie, die in het Gezondheidscentrum Weert tussen April en November 2002 werd doorgevoerd, werd het effect van een nieuwe combinatietherapie van een psychotherapeutisch coachingstraject en biofotonen-regulerende apparatuur op het welbevinden van een groep van patienten (N=26, m=10, f=16) met burnout (Emotional Exhaustion Syndrome) bepaald. De meting van veranderingen in het psychische en lichamelijke welbevinden van de deelnemers werd verricht aan de hand een standaard-inventaris aan depressieve beoordelingsscala's, de Hamilton Depression Rating Scale en de Burnout Symptom Questionnaire. Na een behandelingsduur van zes weken met een behandelingsfrequentie van één patiëntencontact à 1½ uur per week voor zowel coaching als applicatie van de biofotonen-apparatuur, werden bij de afsuitende interviews een gemiddelde verbetering van 60% voor de HMDRS-scores en 59% voor de BSQ gevonden. Gezien de beperkte hoeveelheid behandelingscontacten, de ambulante setting van de studie en de gelijke spreiding van verbetering over alle patienten, onafhankelijk van leeftijd, geslacht of ernst van de symptomen bij studieaanvang, schatten wij deze resultaten bij gering situatief placebo-effect als opmerkelijk en zeer positief in. Verder onderzoek in dubbelblinde, gecontroleerde vorm is wenselijk.

Introductie 1. Burnout (ook:Emotional Exhaustion Syndrome): een ziektebeeld zonder gevalideerde therapie

Het Emotional Exhaustion Syndrome1, ook bekend onder de naam Burnout, is een combinatie van aspecifieke vegetatieve symptomen, die gepaard gaan met een gevoel van psychische uitputting ten gevolge van chronische stress op de arbeidsvloer. EES en verwante aandoeningen zoals RSI en Sick Building Syndrome behoren tot een categorie van ziektebeelden, die door het New England Journal of Medicine in 2001 als Stress Related Syndromes betiteld zijn. Deze groep van ziektebeelden is op dit moment één van de voornaamste redenen voor arbeidsverzuim in Nederland. Voor EES zijn verschillende behandelingsmethoden in omloop, die variëren van medicamenteuze behandelingen met antidepressiva tot psychotherapeutische behandelingen en daaraan verwante coachingstrajecten. Voornoemde therapiemogelijkheden worden in alle mogelijke combinaties ingezet en leiden tot wisselende resultaten. Over een effectieve behandelingsstandaard bestaat geen consensus en over het algemeen wordt het natuurlijke ziekteverloop met een ziekteduur van ongeveer een half jaar niet substantieel beinvloed.

1 Drs. M.M.A. de Valk, Emotional Exhaustion Syndrome, 1999 - definitie erkend en toegepast door het International Committee on Occupational Health (ICOH) en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)

Page 2: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

2

Over etiologie en pathogenese van EES is weinig bekend. Fenomenologisch vertoont het beeld verrassend veel overeenkomst met de psychiatrische diagnose van de reaktieve (vroeger: neurotische) depressie, d.w.z. een klinische depressie ten gevolge van een duidelijk aanwijsbare externe oorzaak (in dit geval chronische stress). De symptomatologie is ongeveer dezelfde: slaapstoornissen, fysieke en mentale uitputting, gevoelens van angst of paniek, sexuele dysfunctie, in extreme gevallen zelfs levensmoeheid tot het punt van zelfmoordgedachten. Voorts treden bij beide beelden aspecifieke vegetatieve symptomen, zoals hartkloppingen, maagzuurbranden, kortademigheid of polyurie op. Tot slot zijn ziekteduur, verloop en prognose identiek. De verregaande overeenkomsten tussen de twee beelden is dan ook de rationale achter de behandeling met antidepressiva. Het doel van deze ongecontroleerde open pilotstudie, die tussen april en november 2002 in het Gezondheidscentrum Weert aan 26 patienten met de diagnose burnout of reaktieve depressie werd doorgevoerd, is de bepaling van het effect van een nieuwe therapeutische combinatie van een coachingstraject gericht op bewuste en onbewuste aspecten van gedrag en een augmentatieve (=versterkende) therapie met de Foton Field Therapeutic-apparatuur. Het principe van deze apparatuur berust op de biofotonen-hypothese, waardoor zij om hieronder nader toe te lichten redenen bij uitstek geschikt is als augmentatieve therapie bij burnout coachingstrajecten. 2. De biofotonen-hypothese Ons lichaam heeft een intern messenger system voor intercellulaire en intracellulaire signaaloverdracht. Middels dit systeem wordt de cellulaire interactie en coordinatie zowel op orgaanniveau als ook op systemisch niveau geregeld. Lange tijd werd gedacht dat biochemische transmitterstoffen deze rol vervulden. Gebleken is echter dat deze niet het totaal van communicatieve functies op alle niveaus kunnen vervullen, omdat ze daarvoor te traag zijn. Ons lichaam maakt per dag 600 miljard nieuwe cellen aan. Deze moeten allemaal op de juiste plaats, met de juiste vorm en functie actief worden. Ook moeten tijdig verouderde en ontspoorde cellen worden gesignaleerd en opgeruimd. Fysiologische rekenmodellen hebben aangetoond, dat de hiervoor benodigde snelheid gelijk moet zijn aan die van het licht. Geen proteïnerge transmitter kan deze snelheid ook maar bij benadering halen. Alleen het licht zelf komt voor deze veelheid van coördinatieve functies in aanmerking. Wat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is met laserlicht in een glasvezel-netwerk2.De Duitse onderzoeker prof. Fritz-Albert Popp heeft met behulp van experimenteel onderzoek aangetoond dat de mens zelf op een pulserend wijze licht uitstraalt3. De cellen van ons lichaam produceren met andere woorden zelf een vorm van licht, waarbij het energetische fotonenaspect van het licht op de voorgrond staat. Deze fotonen zijn in staat de coördinatieve messengerfunctie wél met de benodigde snelheid te vervullen en worden derhalve biofotonen genoemd.

Het menselijk biofotonenveld is zeer gevoelig voor storingen. Zo heeft de Nederlandse onderzoeker dr. Roeland Van Wijk4 aangetoond dat stress, ongezond eten en elektromagnetische straling het systeem kunnen ontregelen. Er ontstaat interferentie, waardoor de juiste informatie niet meer op de juiste plek aankomt of verkeerd gedecodeerd wordt. Storingen in het biofotonensysteem liggen op deze manier ten grondslag aan de vele ziektebeelden, waarbij de regulatie op cellulair niveau ontregeld is. De hedendaagse mens staat continu bloot aan een stortvloed van schadelijke invloeden die het hele systeem aan dystress blootstellen. Bij de in de inleiding reeds genoemde diagnostische categorie van Stress Related Syndromes is speelt systeem-stress waarschijnlijk een

2

Prof. Dr. F.A. Popp: About the Coherence of Biophotons, 1997

3 Prof. Dr. F.A. Popp: Biologie des Lichts, 1984

4 Dr. R. van Wijk, Dr. D.H.J. Schamhart: Regulatory aspects of low intensity photon emission, 1988

Page 3: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

3

belangrijke, zo niet de belangrijkste rol. Dit is de reden waarom vele onderzoekers de oorzaken voor SRS op het gebied van de intra- en intercellulaire communicatie zoeken. Bij EES worden door het optreden van psychische problemen deficieten in de regulatie van neurotransmitters vermoed. De hierboven beschreven biofotonen-hypothese laat echter de conclusie toe, dat een structurele therapie niet op het niveau van proteinerge messenger-systeem, maar slechts middels een herstel van het biofotonen-systeem effectief kan zijn. Een fundamentele aanpak van aan stress gerelateerde systeemproblemen vereist het herstel van het natuurlijke biofotonen-veld. De Foton Field Therapeutic van Aurum BV is op dit moment één van de weinige op de markt beschikbare apparaten, die op het niveau van het menselijke biofotonenveld werkzaam zijn. Het oorspronkelijke patroon van de lichaamseigen biofotonenproductie wordt hersteld. Het effect van de Foton Field Therapeutic is door middel van experimenteel onderzoek op celniveau reeds gevalideerd5. De aanwending van de apparatuur in experimentele setting veroorzaakte een meetbare reductie van het stressniveau. Verder werd tijdens het onderzoek geobserveerd, dat de bereikte resultaten na beëindiging van de applicaties in het kader van de studie stabiel bleven, hetgeen het vermoeden deed ontstaan, dat er tevens van een soort cytoprotectief effect sprake was. Het voornaamste doel van deze pilotstudie was, het cytoregeneratieve effect van de Foton Field Therapeutic naar een konkreet, semi-kwantitatief therapeutisch resultaat in een klinische setting te vertalen.

Methoden De prospectieve studie werd doorgevoerd tussen april en november 2002. Aan de studie namen 26 personen deel, f=16, m=10. De leeftijd van de deelnemers varieerde van 30 tot 59 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 46 jaar. De opbouw van de studie was als volgt: intakegesprek, behandelingstraject, controlegesprek na afloop van het traject. De duur van de studie voor iedere individuele deelnemer bedroeg 6 weken, met een gemiddelde behandelingsfrequentie van één contact per week. Het behandelingscontact bestond uit een coachingsgesprek (zie kader 1) van ca. 45 minuten, gevolgd door een applicatie van de biofotonen-apparatuur. De applicatieduur bij de eerste behandeling bedroeg een half uur, bij de verdere sessies eveneens 45 minuten. De applicatie vond in liggende houding op een normale behandelingsbrits plaats, terwijl de deelnemer de contacthandvatten van de Foton Field Therapeutic zelfstandig vast moest houden (zie kader 2).

Kader 1

5 International Institute of Biophysics: onderzoek werking Foton Field apparatuur, 1999

Page 4: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

4

Toelichting op de gebruikte coachingsmethodiek: aandacht voor bewust en onbewust niveau

Mensen hanteren strategieën om te komen tot bepaald gedrag. Sommige strategieën staan ons ten dienste, andere kunnen ons echter beperken. Mensen met een burnout hebben vanuit het verleden strategieën ontwikkeld, waarbij zij de waarschuwingssignalen van overbelasting onderdrukken of ontkennen. Hierdoor vind er een langdurige overprikkeling van het sympatisch zenuwstelsel en het hormonaal-stress-regulatiemechanisme plaats. Gevolg is dat het ontspannings- en herstelmechanisme van het lichaam niet geactiveerd kan worden op het moment dat de persoon wil gaan rusten. De coach-technieken die in het kader van de studie gehanteerd worden zijn gericht op het analyseren van de strategieën die de cliënt hanteert. Deze analyse omvat niet alleen het gedrag en (on)vermogens, maar tevens de waarden, normen en overtuigingen. Samen bepalen ze de identiteit van een persoon. Door externe omstandigheden kunnen één of meer waarden, normen en overtuigingen met de identiteit botsen. Vroeg of laat veroorzaakt dit incongruenties tussen gevoel en verstand en is er sprake van een aanpassingsstoornis. De interventies zijn erop gericht deze incongruenties op te sporen en op te heffen, zodat de persoon weer optimaal leert te functioneren volgens zijn eigen waarden, normen en overtuigingen. Het gedrag wordt doelgericht en is niet langer vermijdend. Toegepaste coaching maakt onder meer gebruik van de inzichten van Neuro-Linguïstische Programmering, ook wel de ´studie van de structuur van de subjectieve ervaring´ genoemd. De basisprincipes hiervan zijn te vinden in: Neuro-Linguistic Programming, Vol.I - R. Dilts, R. Bandler, J. Ginder & J. DeLozier; Meta Publications, 1990 ISBN 0916990079

Kader 2

Page 5: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

5

Toelichting op de gebruikte apparatuur: herstel van het biofotonenveld De werking van de Foton Field apparatuur berust op een regeneratief omzettingsprincipe. De Foton Field Therapeutic vangt een breed spectrum aan energieën uit de omgeving op (o.m. de vrijwel volledige bandbreedte aan elektromagnetische straling en andere stralingsvormen plus fotonen van de zon en de kosmos, als aangegeven met de zwarte pijlen). Deze worden met behulp van een speciaal door Aurum BV ontwikkelde optische chip en middels bewerkingen met een serie elementen en materialen, omgezet in een veld met een specifieke therapeutische functie. Het opgewekte veld (als aangegeven met de violette pijlen) gedraagt zich als een fotonenveld en is daardoor in staat te interacteren met het menselijk biofotonenveld. Op deze wijze draagt het bij aan het herstel van het menselijk biofotonenveld.

Tijdens de behandeling vindt de initiële interactie met het biofotonenveld plaats via handvatten en een geleidingsmat die op de behandelingsbrits is gelegd. De patiënt ligt op de geleidingsmat en houdt de handvatten in de hand. De effecten blijven echter niet beperkt tot het lichaamsgebied dat in direct contact komt met de apparatuur. Behandeling van het biofotonenveld op een specifieke plaats van het lichaam is ook op andere plekken merkbaar6. Dit worden de non-lokale overdrachtseffecten genoemd. Dit is in overeenstemming met karakter van de inter- en intracellulaire informatieoverdracht door middel van het biofotonenveld. De therapeutische werking is derhalve zowel direct lokaal als indirect op het gehele biofotonenveld. De ontwikkeling van deze apparatuur door Aurum BV is het resultaat van een tiental jaar onderzoek en ontwikkeling. Aanvankelijk met veel trial en error, later steeds gerichter door een toenemend begrip van de materie. Ook de toegenomen wereldwijde stroom aan onderzoek op het gebied van biofotonen heeft bijgedragen aan onze benadering van ziekte en gezondheid in termen van inter- en intracellulaire communicatie. Een overzicht van recente ontwikkelingen op dit gebied is te vinden in: Integrative Biophysics - Biophotonics, edited by F-A. Popp, International Institute of Biophysics, Neuss, Germany, L.V. Beloussov Faculty of Biology, Moscow State University, Russia Kluwer Academic Publishers, Dordrecht ISBN 1-4020-1139-3

De beoordeling van de deelnemers geschiedde middels de in de klinische psychiatrie meest gebruikte beoordelingsscala voor depressieve toestandsbeelden, de Hamilton Montgomery

6 S. Cohen, F.A. Popp, Y. Yan: Nonlocal effects of biophoton emission from the human body, 2003

E l e m e n t

O p t i s c h e C h i p

E l e m e n t

Page 6: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

6

Depression Rating Scale (21 items). Inschatting en verloop van de vegetatieve symptomatiek werden bepaald aan de hand van de Burnout Symptom Questionnaire (gemodificeerde versie, zie kader 3). Kader 3

Burnout Symptom Questionnaire - aangepaste versie (20 items)

Op de volgende bladzijde staat een lijstje met bepaalde lichamelijke gevoelens, die kunnen voorkomen, wanneer u gespannen of angstig bent. Geef aan hoe vaak deze gevoelens voorkomen. Omcirkel één van de cijfers 1 tot en met 5 volgens de hieronder aangegeven beschrijving: 1. Komt niet voor 2. Komt zelden voor (<1x per week) 3. Komt soms voor (1-2x per week) 4. Komt vaak voor (bijna dagelijks) 5. Komt (bijna) altijd voor (meerdere malen per dag) Totaalscore min: 20 Score max: 100 1. Algemeen (3 items)

-Vaker optredende misselijkheid (Zonder overmatig tafelen!) -Vermeerd zweten (Hypertranspiratie) -Sexuele Dysfunctie (“Niet kunnen”, “geen zin hebben”)

2. Hoofd (4 items)

-Duizeligheid (Zwart zien voor de ogen, geen draaiduizeligheid!) -Wazig of gestoord zien (Accommodatie) -Slikstoornissen, brok in de keel (Globusgevoel, aspecifiek) -Droge keel of juist vermeerde speekselproductie (Zonder geneesmiddelen!)

3. Borst (3 items)

-Hartkloppingen (Tachykardie) -Druk of zwaar gevoel op de borst (Bandgevoel, aspecifiek) -Gevoel van kortademigheid (Hyperventilatie)

4. Buik (5 items)

-Onrustgevoel in de buik (Vermeerde Darmmotiliteit, Flatulentie, IBS) -Vermeerde maagzuurproductie (Zuurbranden, Hyperacidose) -Onregelmatige stoelgang (Obstipatie of Diarrhee) -Zwaar gevoel of druk op de maag (Opgeblazen gevoel, aspecifiek) -Vaker en/of onnodig druk op de blaas (Poly- en/of Dysurie)

5. Extremiteiten (2 items)

-Verdoofd gevoel in armen of benen of elders in het lichaam (Hypaesthesieën) -Tintelingen in voeten of vingertoppen (Paraesthesieën, geen houding of temperatuur)

6. Dissociatieve Verschijnselen (3 items)

-Gevoel de wereld om je heen als door een glazen stolp waar te nemen (Derealisatie) -Gevoel vreemd te zijn in, of los te zijn van je lichaam (Depersonalisatie) -Automatisch verrichten van (foutieve) handelingen zonder herinnering (Dysmnesie)

Insluitingscriteria voor de studie: diagnose EES of reaktieve depressie, leeftijd <60 jaar, HMDRS score van 17 punten of hoger, BSQ score van 30 punten of meer.

Page 7: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

7

Uitsluitingscriteria voor de studie: internistische ziektebeelden, vooral hart- en vaatziekten, endocrinologische ziekten, neurologische of psychiatrische ziektebeelden (andere dan het

depressieve syndroom) in de voorgeschiedenis. Medicamenteus stabiel ingestelde internistische risicofactoren (hypercholesterolaemie, hypertensie) werden daarentegen niet als uitsluitingscriterium gehanteerd. Een medicamenteuze antidepressieve therapie was geen uitsluitingscriterium, indien zij 1. meer dan acht weken voor het begin van de studie begonnen was en 2. het psychische bevinden sinds drie weken stabiel was.

Page 8: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

8

Resultaten De statische analyse van de verschillen in de gemeten beoordelingsscala's tussen intake- en controlegesprekken geschiedde aan de hand van het statische pakket SPSS 10.0 en leverde volgende resultaten op: De verbeteringen in HMDRS en BSQ (verschil intake-controle) werden op significante verschillen in hun middelwaardes getest. De parametervrije statistische analyse toonde aan dat deze intake-controleverschillen als standaardnormaal verdeeld te beschouwen waren. Daarna werd een t-test voor paarsgewijze steekproeven gedaan. De gemeten waarden van de klinische verbetering van HMDRS en BSQ voor de groep als geheel (n=26) waren statistisch hoog significant (p<0.001). Een onderverdeling naar geslacht wees uit, dat er een verschil in de verbeteringen tussen vrouwen en mannen kon worden vastgesteld, maar ook voor beide geslachten apart bleven de significante verschillen tussen intake en controle behouden.(Zie tabel 1, figuren 1 en 2. NB: In de staafdiagrammen zijn de 20 basispunten, die de minimale score op de BSQ-Scala vormen, zijn van het totaal afgetrokken, zodat de waarden tussen 0 en 40 varieren, i.p.v. tussen 20 en 60.) Tabel 1: Alle Patienten (n=26)

Parameters Mean sd P

HAMD_intake 23,14 4,20 <0,001* HAMD_controle 9,15 5,08 BSQ_intake 46,12 8,12 <0,001* BSQ_controle 31,32 5,51

Toelichting statistiek: p-waarden na t-test tussen intake en controle Fig. 1

HMDRS BSQ

30

20

10

0

Scores

intake

controle

Page 9: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

9

Fig. 2

Discussie 1. Inschatting van de resultaten

De HMDRS geldt als gouden standaard voor de meting van de ernst van een depressief syndroom. Zij wordt bijvoorbeeld door pharmaceutische bedrijven bij Fase-3 klinische studies voor de introductie van nieuwe antidepressiva algemeen gebruikt. Over het algemeen geldt dat een antidepressieve therapie klinisch effectief is, zodra er gemiddelde verbeteringen in de HMDRS van 30 tot 40% na zes weken therapie vastgesteld worden. Zodra het medicament in een dubbelblinde gecontroleerde studieopzet ten opzichte van de totale groep 20% beter scoort dan het placebo, is de kans bij adequate sample-omvang groot, dat het resultaat dan ook als statistisch significant uit de bus zal komen.

males females

30

20

10

0

HM

DR

S

intake

controle

males females

40

30

20

10

0

BS

Q

intake

controle

Page 10: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

10

De in onze studie behandelde patiëntengroep van 26 deelnemers is te klein en de open, ongecontroleerde studieopzet is natuurlijk ongeschikt om een vergelijking met dit soort standaarden te kunnen doorstaan. Maar dan nog zijn de gemeten resultaten, die een gemiddelde verbetering van 60% voor de HMDRS tonen en (voor het subjectief welbevinden van de patienten vaak nog belangrijker) een gemiddelde verbetering van 59% voor de BSQ, spectaculair te noemen. Drie aspecten aan onze patientengroep verdienen in vergelijking met een gebruikelijke patientenpopulatie uit de kliniek extra aandacht. De invloed van het placebo effect, dat in klinische behandelingen verantwoordelijk is voor verbeteringen van 10 tot 15% in de depressieve symptomen, wordt hierdoor namelijk duidelijk beperkt. 1. De patientengroep werd getest in een ambulante setting. Enige patienten werkten dagelijks en waren als zodanig in de omgeving, die tot het ontstaan van de oorspronkelijke diagnose EES/reaktieve depressie actief had bijgedragen. De praktijk van Fase-3 medicamentenstudies wijst uit, dat de acute patient die in de beschermde omgeving van de kliniek is aangekomen reeds door het feit van de opname zelf een ontlasting ervaart. Ook als deze ontlasting niet direkt wordt waargenomen, maakt zich de patient in de eerste twee weken toch met de nieuwe omgeving, waarin hij of zij geheel door anderen wordt verzorgd, vertrouwd. Op deze situatieve vertekening is een zeker deel van het placebo-effect terug te voeren. Dit effect trad in de groep die aan deze studie heeft deelgenomen niet op.

2. Bij ongeveer 50% van de patienten waren de depressieve symptomen akuut. Bij 30% bestond zij reeds twee tot drie maanden. Deze patienten hadden vaak reeds andere ambulante behandelingen meegemaakt, die echter niet tot verbetering van de situatie hadden gevoerd. De overige 20% kon als chronisch depressief (in de zin van een dysthymie) beschouwd worden, omdat de symptomen een half jaar tot soms zelfs meer dan een jaar bestonden. Bij Fase-3 klinische studies voor nieuwe antidepressiva wordt deze groep patienten vaak uitgesloten (vaak op gronden van de veranderde diagnose, dysthymie), omdat zij het resultaat negatief beinvloedt. Het is deze groep die de meeste aandacht verdient. Deze deelnemers onderscheidden zich, ondanks het feit dat hun symptomen gefortificeerd waren en hun gedrag zich hieraan reeds volledig had aangepast, in de omvang van hun verbeteringen niet wezenlijk van de rest.

3. Vooral bij mannelijke deelnemers aan de studie bestond een zekere scepsis tegenover de in de studie gebruikte behandelingsmethode, die uit een combinatie van psychotherapie (alleen maar praten) en het liggen op een bank met twee handvatten in de hand bestond (hokus pokus). Het was zeer interessant om bij het controlegesprek te zien, dat er bij de mannelijke deelnemers vaak een duidelijke discrepantie tussen subjectief gevoelde verbetering en objectieve verbetering bestond. Het afnemen van het HMDRS- en het BSQ-interview leidde vaak tot het verrassende inzicht, dat er bij nadere analyse wel degelijk zeer veel verbeterd was. In de klinische setting liggen deze verhoudingen volledig anders. Door het dagelijkse contact met diverse behandelaars (psychotherapeuten, ergotherapeuten, verplegend personeel en artsen) worden de verbeteringen op de voet gevolgd. De patient krijgt voor iedere subjectief waargenomen verandering een positieve feedback van het team. Negatieve ervaringen worden door het team daarentegen met logische verklaringen en parolen, de moed niet te verliezen, opgevangen. Onzekerheden omtrent bijwerkingen kunnen meteen besproken en weggenomen worden. Het placebo-effect, dat bij vele klinische patienten optreedt, laat zich voor een groot deel tot dit therapiebevorderende complex van omstandigheden herleiden: “die Droge Arzt” (“het medicijn Dokter”). In vergelijking daarmee kan de begeleiding, die onze patienten ten deel gevallen is, in ieder opzicht als uiterst karig beschouwd worden. Ons inziens worden de methodologische tekortkomingen van deze pilotstudie door deze argumenten voor een zeker deel teniet gedaan. Zij heeft ten opzichte van gangbare studies zogezegd onder verzwaarde randvoorwaarden plaatsgevonden. Overigens hebben deze negatieve factoren geen invloed op de therapietrouw (zgn. compliance) gehad. Die mag namelijk naar alle standaards opvallend genoemd worden. Van degenen, die in de studie werden ingesloten, heeft 100% de studie ook afgemaakt.

Page 11: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

11

2. Subjectieve waarnemingen bij de deelnemers

Hiermee komen we tot één van de belangrijkste thema's, die besproken dienen te worden: werking en bijwerking van de therapie. Bijwerkingen, in de zin van nieuw opgetreden, lichamelijke of psychische complicaties, die door de patienten als bedreigend werden ervaren, zijn niet opgetreden, hetgeen ook in de optimale compliance tot uitdrukking kwam. De patienten hebben tegenover het behandelend personeel van het GCW nadrukkelijk melding gemaakt van alle veranderingen, die zij subjectief ervaren hebben. Van deze zijde komt dan ook de inschatting van het effect van therapiezitting tot therapiezitting. Over het algemeen werd vastgesteld, dat patienten met psychische en lichamlijke symptomen, die reeds lange tijd bestonden, gedurende de eerste vier weken een duidelijke toename van die klachten hebben vastgesteld. Dit werd als ongemakkelijk, soms zelfs confronterend ervaren, maar doordat de problemen in principe bekend waren, heeft geen van de deelnemers dit als bedreigend aangezien. 3. Aanbevelingen voor verder onderzoek

Dit beeld werd in het afsluitende controlegesprek met de studiearts nadrukkelijk bevestigd. Uit de som van de behandelingen kwam zelfs een duidelijk patroon te voorschijn:

� Een subjectieve verbetering trad gemiddeld tussen de vierde en vijfde behandeling op. � Voor die tijd voelden de meeste deelnemers zich eerder slechter dan beter. Het gevoel

werd beschreven als een grotere “emotionele kwetsbaarheid” dan daarvoor. Zij voelden zich juist minder bestand tegen de eisen van het leven van alledag.

� Meer dan één behandeling per week werd niet als zinvol ervaren. Het genezingsproces werd daardoor ook niet versneld. Enige deelnemers, die door omstandigheden een behandeling hadden moeten overslaan en die in de daarop volgende week door een dubbele behandeling hebben ingehaald, bevestigden dit. De “doorbraak” kwam bij deze deelnemers dan pas tussen de vijfde en zesde zitting.

Tot slot moeten we nog stilstaan bij een laaste aspect. Hoewel het onmogelijk is de relatieve aandelen van het behandelingsresultaat kwantitatief met zekerheid aan elk van de twee constituenten van de therapeutische combinatie toe te schrijven, is de kwalitatieve conclusie van het behandelend personeel, dat de resultaten van de combinatietherapie die van de gebruikelijke monotherapie duidelijk overstijgen. Verder onderzoek, ditmaal dubbelblind gecontroleerd is daartoe noodzakelijk.

Conclusie De pilotstudie “Naar een nieuwe behandelwijze van burnout” heeft een nieuwe behandelingscombinatie van psychotherapie en behandeling naar het principe van de biofotonenhypothese klinisch getest. De resultaten waren opmerkelijk en toonden klinische verbeteringen van gemiddeld 60% op gangbare beoordelingsscala's. Negatieve complicaties werden niet vastgesteld, de compliance lag bij 100%. Verder onderzoek in dubbelblinde gecontroleerde vorm bij een grotere groep patienten is noodzakelijk, om het relatieve effect van de psychotherapie en de apparatuur vast te stellen. Het zou hierbij aanbeveling verdienen, een derde gesprek twee maanden na afsluiting van de studie in te plannen om de persistentie van het effect van de nieuwe methode te bepalen. Experimenteel onderzoek wijst op een cytoprotectief effect van de biofotonenapparatuur, zodat een lang aanhoudend klinisch effect niet ondenkbaar is. © Berlijn, Juni 2003. Niets uit dit onderzoek mag worden overgenomen of gekopieërd zonder schriftelijke toestemming van drs. V.A.C. Campman of drs. D.A. van Mulligen.

Page 12: Op weg naar een nieuwe behandelwijze van · PDF fileWat hiervoor nodig is, is een vorm van licht die een zeer hoge informatiegraad bezit en in zijn werking vergelijkbaar is ... Mensen

12

Glossarium

1. Vegetatief (vegetatief zenuwstelsel, vegetatieve symptomen): alle onbewust gestuurde processen in ons lichaam, die noodzakelijk zijn voor het overleven ervan, zoals ademhaling, temperatuur, bloeddruk, spijsvertering, worden vegetatief genoemd.

2. Etiologie (ook: aetiologie): reeks van oorzakelijke factoren die gezamelijk bijdragen tot het ontstaan van een ziektbeeld.

3. Pathogenese: het proces, volgens hetwelk bepaalde uitwendige factoren (bijvoorbeeld bacteriën) een ziekteverwekkende (=pathogene) uitwerking op het lichaam hebben.

4. Polyurie: vermeerd aandrang tot plassen, bijv. meer dan vijf tot zes keer per dag. Individueel ook: duidelijke toename van de aandrang tot plassen (bijv. Van zes tot twaalf keer per dag.)

5. Prognose: verwacht verloop van een bepaald ziektebeeld. 6. Rationale: logische gedachtengang, bijvoorbeeld bij het aanwenden van een bepaalde

behandeling voor een bepaalde ziekte. 7. Pilotstudie: wetenschappelijke studie met een voorlopig karakter, voorafgaand aan

andere studies. 8. Prospectieve studie: wetenschappelijke studie, waarin nieuwe patienten naar bepaalde

criteria opgenomen worden. (i.t.t. retrospectief, waarbij studiedeelnemers achteraf aan de hand van aktenmateriaal worden opgenomen.)

9. Augmentatief (augmentatieve behandeling): ondersteunend. Een augmentatieve behandeling is een specifieke behandelingsstrategie, die op basis van bepaalde eigenschappen uiterst geschikt voor een combinatie met een andere behandeling. (Voorbeeld: Lithiumaugmentatie bij medikamenteuze antidepressieve therapie.)

10. Fysiologie: leer van de natuurkundige, quantitatieve en qualitatieve manier, waarop vitale processen in ons lichaam plaatsvinden.

11. Biochemie: leer van de scheikundige, molekulaire stofwisselingsprocessen in ons lichaam.

12. Interferentie: (storende) wisselwerking tussen twee of meerdere natuurkundige verschijnselen. In het lichaam leidt interferentie ertoe, dat het oorspronkelijke vitale proces door uitwendige inwerking beinvloed wordt. Daardoor wordt het vitale proces minder effectief of zelfs schadelijk voor het lichaam.

13. Proteinerge transmissie: signaaloverdracht op het niveau van functionele eiwitten in ons lichaam.

14. Validatie: bevestiging van de geldigheid na wetenschappelijke beoordeling. 15. Cytoprotectief effect: celbeschermend effect. 16. Applicatie: aanwending, toepassing 17. HMDRS of HAMD: Hamilton Montgomery Depression Rating Scale, een voor

wetenschappelijke studies met depressieve patienten gebruikte semi-quantitatieve beoordelingsscala met symptomen aan de hand van een standaardinterview.

18. BSQ: Burnout Symtom Questionnaire, een beoordelingsscala voor de bepaling van de ernst en de frequentie van vegetatieve symptomen.

19. Dysthymie: depressieve verandering van het stemmingsbeeld, die over het algemeen niet zo sterk is als die van een major depression, maar die per definitie langer duurt dan een half jaar (standaardduur van een depressie). Ook bekend als chronische depressie.

20. Compliance: de trouw, of betrouwbaarheid die een patient aan de dag legt tegenover zijn of haar therapie. Vaak afhankelijk van de ingrijpendheid van de behandelmethode tegenover het leven van alledag.

21. Fenomenologisch: zoals het er naar buiten toe uitziet, de symptomen van een ziektebeeld zelf.