Op het snijvlak van angst en pijn
-
Upload
paul-lieverse -
Category
Documents
-
view
217 -
download
1
description
Transcript of Op het snijvlak van angst en pijn
Op het snijvlak van angst en pijn
05-07-2005 | Huib de Vries
Drs. Paul Lieverse: „De sociale kant van mijn vak wordt vaak onderschat.” Foto RD
Een deel van zijn patiënten wordt gekweld door angst voor narcose, een ander deel door pijn.
Voor een goede behandeling van beide groepen zijn medische kennis en technische
vaardigheid niet voldoende, weet anesthesioloog drs. Paul Lieverse. „De sociale kant van mijn
vak wordt vaak onderschat.”
Lange tijd aarzelde Paul Lieverse tussen anesthesiologie en psychiatrie, op het eerste gezicht
tegenpolen. De Rotterdamse specialist ziet vooral overeenkomsten. „In beide specialismen
heb je met crisissituaties te maken. En net als in de psychiatrie is het binnen de anesthesie
heel belangrijk dat je je met mensen kunt verstaan op voor hen moeilijke momenten. Toen ik
aan de opleiding begon, leefde vrij breed de gedachte dat communicatie in dit vak niet zo
belangrijk is. Veel anesthesiologen kwamen uit het buitenland en spraken gebrekkig
Nederlands. Ze behielpen zich met vage aantekeningen van andere specialisten. Dat maakte
de angst van patiënten voor narcose bepaald niet minder.”
De praktijk kwam gedeeltelijk voort uit het feit dat anesthesiologie tot halverwege de jaren
tachtig een relatief simpel specialisme was. „Een kwestie van bepaalde medicijnen toedienen,
via een bloedvat of in de vorm van gas. In de achterliggende twintig jaar is er wat dat betreft
veel veranderd.”
Tentenmaker
Na de afronding van zijn specialisatie werkte Lieverse tweeënhalf jaar in een ziekenhuis in
China. Als ’tentenmaker’, om in persoonlijke contacten het Evangelie te kunnen uitdragen.
Vakmatig leerde hij er omgaan met medische en technische beperkingen. „Dat is een ervaring
waar je je leven lang wat aan hebt.”
Terug uit China vond de anesthesioloog werk in de Daniël den Hoedkliniek, onderdeel van
het Erasmus Medisch Centrum. Zijn takenpakket is in de loop der jaren aanmerkelijk breder
geworden. „Voor- en nazorg zijn sterk verbeterd, onze inbreng op de intensive care is veel
groter dan destijds en we hebben de pijnbestrijding erbij gekregen.”
Op het terrein van de anesthesie hadden geen revolutionaire ontwikkelingen plaats. De
vooruitgang is vooral geboekt door verbeterde narcosegassen, een doelmatiger toepassing van
medicamenten en verfijnde meetapparatuur. „De moderne apparatuur werkt nauwkeurig en
sneller. Daardoor kun je in kritieke situaties ook sneller en effectiever bijsturen. In combinatie
met de vergrote kennis van medicijnen is het nu mogelijk om mensen met een zeer zwakke
conditie van hart, longen, nieren en zenuwstelsel toch te opereren.”
Pijnbestrijding
Kenmerk van de hedendaagse narcosegassen is dat ze minder bijwerkingen hebben. Bij grote
operaties wordt de algehele anesthesie vaak gecombineerd met verdoving via het ruggenmerg:
de zogenaamde spinale of epidurale anesthesie. Die is met name van belang voor de
pijnbehandeling na de operatie.
Pakweg eenderde van zijn werktijd is Lieverse bezig met pijnbestrijding, een vaardigheid die
hij zich in de praktijk eigen maakte. „Tijdens mijn opleiding had dit onderdeel van het vak
nog geen plaats in de specialisatie. Wat dat betreft liep Nederland achter, maar inmiddels is
een grote inhaalslag gemaakt.”
De Rotterdamse anesthesioloog vindt pijnbestrijding het boeiendste onderdeel van zijn werk,
door de combinatie van medisch-technische en sociale aspecten. „In de pijnbehandeling heb je
vaak te maken met mensen die niet meer te genezen zijn. Belangrijk is dan dat je hen toch
weet te motiveren, door een goede voorlichting. Die is van essentieel belang voor het
resultaat. Iemand die goed is voorbereid op bepaalde bijwerkingen, kan veel meer aan. Het
omgekeerde geldt ook. Als mensen het idee hebben dat ze niet meer te helpen zijn, wórdt het
ook heel moeilijk om hen te helpen. Je moet dat idee eerst zien weg te nemen.”
Morfine
Negentig procent van de pijnklachten is vandaag te bestrijden met medicamenten. Niet zozeer
door een toename van middelen, maar door verbeterde kennis over bestaande middelen. „We
weten nu dat bepaalde combinaties veel effectiever zijn dan toediening van een van beide
middelen. Er is ook meer kennis over de verschillende soorten pijn. Pijn door beschadiging
van zenuwen is iets heel anders dan botpijn door uitzaaiing van een tumor. Elk type pijn
vraagt een eigen behandelwijze. Helaas is er nog steeds een gat tussen de theoretische
mogelijkheden en het feitelijke resultaat. Bij zowel arts als patiënt zie je vaak een schroom
om bepaalde middelen te gebruiken. Bekend voorbeeld is morfine. Het gebruik daarvan wordt
sterk geassocieerd met de allerlaatste levensfase. Onterecht. Ook voor chronische pijnklachten
zijn morfineachtige preparaten heel effectief.”
Als in te nemen medicamenten geen soelaas bieden, resteert de toediening van medicamenten
via het ruggenmerg, door middel van een pompje, en het uitschakelen van zenuwen. De
laatste behandeling vereist zorgvuldige afweging. „Uitschakelen betekent vaak kapotmaken.
Een zenuw die kapot is, kan ook pijn gaan veróórzaken. Dan ben je nog verder van huis.
Vandaar dat zenuwblokkades aanmerkelijk minder worden toegepast dan pakweg vijftien jaar
geleden.”
Euthanasie
In autonome pijnklinieken ziet Lieverse weinig. „Ernstige pijn gaat bijna altijd samen met
andere problemen. Hoe moet het verder met mijn gezin? Krijg ik straks nog andere klachten?
Dat vraagt een nauwe samenwerking van verschillende disciplines. In dit ziekenhuis hebben
we regelmatig overleg, onder meer in de vorm van wekelijkse pijnbesprekingen. Een pijnpoli
moet geen prikpoli worden.”
De dagelijkse confrontatie met kankerpatiënten ervaart de specialist van het oncologisch
centrum niet als een zware belasting. „Het is normaal voor een dokter dat de patiënt ziek is.
Hier is het normaal dat de patiënt kanker heeft. De aard van de ziekte geeft wel een bepaald
gevoel van urgentie aan je werk.” Dat wordt voor de evangelische anesthesioloog nog
versterkt door zijn levensovertuiging. „Al zie ik het niet als mijn taak om steeds op zoek te
zijn naar gelegenheden om mensen te confronteren met bijbelse waarheden. Als ze zich
voordoen, moet je ze gebruiken. En dat komt vrij geregeld voor, zowel bij patiënten als onder
collega’s.”
In zijn afwijzing van euthanasie, zoals onlangs nog neergelegd in de studie ”Dood gewoon?”
van de Lindeboomreeks, weet Lieverse zich volledig door zijn collega’s gerespecteerd. „Als
mijn standpunt in het verleden aanleiding gaf tot discussie, had dat te maken met mijn eigen
onhandigheid in het ter sprake brengen ervan. Het belang van een goede palliatieve zorg leeft
vandaag onder alle collega’s. De vraag naar euthanasie is daardoor in dit centrum aantoonbaar
afgenomen.”