Op bosklassen met zesdeklassers van Sint-Lodewijkscollege · Web view2.1Met behulp van het kompas...

21
Inhoud DAG 1:............................................................2 1.1 De grot van Dinant: ‘La Merveilleuse’.......................2 1.2 De citadel.................................................. 3 DAG 4:............................................................5 2.1 Met behulp van het kompas weet ik waar ik ben...............5 2.2 Muzische activiteit: Collage met gedroogde bladeren en schilderen met waterverf......................................... 8 2.3 Activiteiten om met twee te doen:.........................11 Wandeling rond/ in het domein..................................11 Kaartspelletjes:...............................................12 Spelletjes voor binnen:........................................13 BIBLIOGRAFIE:..................................................14

Transcript of Op bosklassen met zesdeklassers van Sint-Lodewijkscollege · Web view2.1Met behulp van het kompas...

InhoudDAG 1:21.1De grot van Dinant: ‘La Merveilleuse’21.2De citadel3DAG 4:52.1Met behulp van het kompas weet ik waar ik ben.52.2Muzische activiteit: Collage met gedroogde bladeren en schilderen met waterverf82.3 Activiteiten om met twee te doen:11Wandeling rond/ in het domein11Kaartspelletjes:12Spelletjes voor binnen:13BIBLIOGRAFIE:14

DAG 1:1.1 De grot van Dinant: ‘La Merveilleuse’

La Merveilleuse werd ontdekt in 1904 en wordt beschouwd als een van de mooiste grotten van het land. In de grot kan je vele stalagmieten, stalactieten, watervallen en kleurrijke rotsgordijnen bewonderen.

Wat is een stalagmiet, stalactiet en kolom?

Stalactieten zijn uitsteeksels die aan het dak van de grot hangen. Het water komt door het plafond en het blijft dan als een druppel hangen. In de druppel zit een beetje kalk. Het water droogt op maar de kalk blijft zitten. En dat gaat eeuwenlang zo door. En er komt steeds meer kalk. Ze beginnen lang en dun maar hoe langer ze groeien hoe breder ze worden. Maar het kan ook andersom. Als het water te snel naar beneden komt dan blijft de druppel niet hangen maar dan valt hij natuurlijk op de grond. Het water droogt op maar de kalk blijft liggen. En als dit maar lang genoeg blijft gebeuren dan wordt het langzamerhand een punt en die wordt ook steeds groter en breder en dat noem je dan een stalagmiet. Precies hetzelfde als een stalactiet dus maar dan andersom. Soms ontmoeten stalactieten en stalagmieten elkaar en dan groeien ze samen verder. En dan noem je het een zuil/ kolom.

1.2 De citadel

Routeplan van de grot naar de citadel:

DAG 4:2.1 Met behulp van het kompas weet ik waar ik ben.

Tip om je windstreken te helpen onthouden:_____________________________________________________________

_____________________________________________________________

Teken een windroos met de hoofd-en tussenwindstreken in het kader. Schrijf de gebruikelijke afkortingen erbij.

Schrijf hier de afkortingen met hun betekenissen.

___= _______________________________

___= _______________________________

___=_______________________________

___= _______________________________

___= _______________________________

___= _______________________________

Hoe gebruik je een kompas? Nummer de zinnen in de juiste volgorde.

Ik draai het kompas voorzichtig tot de N van de windroos onder de gekleurde punt van de naald ligt.

Ik wacht tot de naald niet meer draait.

Ik leg het kompas horizontaal.

Ik kan de windstreken nu van de georiënteerde windroos aflezen.

Kaarten

Omcirkel het juiste:

Op een kaart is het noorden bijna altijd links-bovenaan-rechts-onderaan.Indien de kaart niet zo georiënteerd is staan de windstreken er altijd bij getekend zodat jij weet hoe je je kaart moet vasthouden.

Hoe kan je je nog oriënteren?

1) Met behulp van de zon

Waar komt de zon ongeveer op?.........................................................

Wanneer de zon het hoogste punt bereikt dan is het op ons uurwerk……………….uur (zomertijd) of ……………………uur (wintertijd). Dan is de zon in het …………………………………….

In de namiddag bevindt de zon zich in het ………………………………….;

2) Met behulp van de pooster.

Je zoekt de ‘grote beer’ die is in een vorm van een ‘steelpan’. Als je het steeltje vastneemt dan heb je 2 sterren die daar het verst van staan.

De afstand tussen die die sterren van elkaar hebben 5 keer neemt dan kom je uit bij de Pooster. De Pooster duidt altijd het Noorden aan.

3) Aan de hand van het mos op de bomen.

Mos groeit gemakkelijker in het (Z)W. Als je dus bomen ziet waar er aan de ene kant meer mos zit, dan is die kant van de boom het…………………………………………………………………… .

4) Aan de hand van de oriëntatie van een kerk

Het altaar van een kerk is altijd naar het ……………………………………………..…… gericht. Dat is omdat we Jezus als lichtpunt in ons leven zien (Het kruisbeeld van Jezus hangt altijd boven het altaar) en aangezien de zon daar opkomt symboliseert het Jezus die ons licht geeft.

2.2 Muzische activiteit: Collage met gedroogde bladeren en schilderen met waterverf

De opdracht:

1) Bekijk de boslandschappen

2) Kies er je favoriet uit

3) Maak een ruwe schets van het landschap zoals in de onderstaande voorbeelden.

Zorg dat je een eenvoudig vlakverdeling doet zoals in de voorbeelden anders maak je het voor jezelf moeilijker in de volgende stap.

4) Nu ga je de bladen kleven op je blad. De kleuren van de stukjes bladeren zijn belangrijk bij het respecteren en vulling geven aan de vlakverdeling.

5) Als je daarmee klaar bent dan gaan we een stukje uit je collage met bladeren knippen.

6) We kleven terug een stukje blad achter het gaatje. Dat blanco gaatje gaan we dan verven zoals het stukje dat we er hebben uitgeknipt. De uitdaging is het stukje zo te verven dat mensen van op afstand niet merken dat het een ander stukje is.

Enkele extra keuzes:

Voorbeeld afgewerkt product:

2.3 Activiteiten om met twee te doen:Wandeling rond/ in het domein

Kaartspelletjes:

· Even of oneven

Haal alle boeren, dames en heren uit het kaartspel. Schud de overige kaarten en leg ze met de beeldzijde naar boven naast elkaar op tafel. Als je 2 aangrenzende kaarten ziet die beide even of oneven zijn, haal je ze weg en zoek je een volgend even of oneven paartje. Hoe lang duurt het voordat de tafel leeg is?

· Manillen (met 2 personen)

Er wordt gespeeld met 32 kaarten. Eerst worden er 4 kaarten per speler met de achterkant naar boven op tafel gelegd. Daarna komen daar 4 kaarten per speler op, met de waarde van de kaart zichtbaar. Daarna worden de resterende kaarten gedeeld.

De deler bekijkt zijn kaarten en kiest daarmee troef.

 Iemand komt uit en de ander legt er een kaart op. Volgende slag. De kaarten die op tafel liggen mogen ook gebruikt worden. Als er een kaart gespeeld wordt, wordt de onderliggende kaart naar keuze omgedraaid. Net zoals bij patience mag je, bij het leegspelen van het 4e stapeltje, een kaart van een ander stapeltje naar de 4e lege plaats leggen.

· Uno

· Zenuwen( met 2 personen)Elke speler moet de kaarten die hij of zij heeft gekregen in 5 patience-stapels leggen: de eerste stapel bestaat uit slechts één kaart, de tweede uit twee, enzovoort. De bovenste kaart mag omgedraaid worden, en als er twee kaarten dezelfde waarde (bijvoorbeeld zes) hebben, mag men één van de twee op de andere leggen, zodat men de weer de bovenste kaart mag omdraaien op de stapel van de verplaatste kaart. Als er zo een stapel volledig opraakt, mag je daar de zichtbare kaarten van een andere stapel leggen.

De kaarten die overblijven worden rechts in het midden tussen de spelers in geplaatst. Wanneer beide spelers klaar zijn, draaien ze gelijktijdig de bovenste kaart van hun stapel (met de afbeelding wegdraaiend naar de tegenstander) om en leggen deze tussen de stapels in. Hierop kunnen ze hun eigen speelkaarten neerleggen. Op elke kaart kan een kaart, waarvan de waarde grenst aan de kaart die er ligt, gelegd worden. Ligt er bijvoorbeeld een acht, dan mag daar een zeven of een negen op gelegd worden, de kleur doet er niet toe. Op een heer mag een aas en een dame, op een aas een heer en een twee. Hierbij gelden geen beurten, spelers kunnen in hun eigen tempo, op elk moment op elke stapel spelen.Beide spelers spelen totdat ze beiden niet meer f kunnen spelen Wanneer de stapel kaarten van een van beide spelers op is, dan draait hij geen kaart meer om. Enkel zijn tegenstander blijft draaien.Wanneer men maar drie kaarten overheeft bij zijn stapels, mag men deze in de hand nemen, zodat deze niet zichtbaar zijn voor de tegenstander(s). Let wel op dat als men speelt met één hand, men steeds met de hand waarmee men de kaart van zijn stapel omdraait, moet afleggen!Als een van de spelers al zijn kaarten kwijt is, zijn er wederom drie varianten. In de ene variant mogen beide spelers tot drie tellen en zo snel mogelijk afkloppen op één van de twee stapels in het midden (waarop gespeeld werd) en dan krijgt diegene die eerst was de stapel naar keuze. In sommige varianten mag de winnaar zelf kiezen welke stapel hij wil (al dan niet na tellen van de stapels, want men wil natuurlijk de stapel met het minste kaarten).Na het spel wordt dus een van de stapels in het midden genomen, en de kaarten die een speler eventueel nog moest zien kwijt te raken. Deze worden dan bij de eigen stapel gevoegd. Daarmee wordt het spel opnieuw gespeeld. De winnaar is degene die na het uitleggen van de kaarten in patiencestapels, geen extra kaarten meer overheeft, en dan nog eens het spel dat dan wordt gespeeld wint. Dan kiest men dus een niet-bestaande (en dus lege) stapel kaarten, waardoor alle kaarten kwijt zijn en de speler wint.

· Kaartenmemorie:

Een spel kaarten wordt met de beeldzijde naar beneden op tafel uitgespreid. Om beurten draaien de spelers 2 kaarten om. Hebben die kaarten dezelfde waarde, bijvoorbeeld 2 heren of 2 achten (de kleur is niet van belang), dan mag de speler de kaarten bij zich leggen en opnieuw 2 kaarten omdraaien. Horen de kaarten niet bij elkaar, dan worden ze gewoon weer omgedraaid. Wie het meest paren vindt, wint. (hiervoor moet je een goed geheugen hebben!)

Spelletjes voor binnen:

· Baas en knechtMateriaal: 2 boeken (& 2stoelen)Twee spelers zitten tegenover elkaar en houden elk een boek vast. De ene speler is de baas, de andere is de knecht die de baas moet nadoen. Maar de knecht is ongehoorzaam en doet steeds het tegenovergestelde. Wanneer de baas het boek opendoet, doet de knecht het dicht. Wanneer de baas het boek in zijn linkerhand houd, neemt de knecht het in zijn rechterhand, en zo verder. Wanneer de knecht erin slaagt het 10 keer achter elkaar het tegenovergestelde te doen, wordt hij de nieuwe baas. Lukt dit hem niet, dan blijft hij knecht.

· Breinbreker:materiaal: potlood & papierDe eerste speler schrijft een woord op van 4 letters. De tweede speler moet dit woord proberen te raden. Dat doet hij door zelf een vierletterwoord op te schrijven. De eerste speler zegt dan hoeveel letters van dat woord op de juiste plaats in het te raden woord staan. Hij zegt ook hoeveel letters wel goed zijn, maar nog niet op de juiste plaats staan. Vervolgens schrijft de tweede speler een tweede woord op waarmee hetzelfde gebeurt.

· Blind schrijven:

Materiaal: potlood, papier en blinddoek

Een speler gaat geblinddoekt aan tafel zitten. De andere speler gaat achter hem staan., pakt zijn hand en schrijft daarmee een woord op papier. Wanneer de geblinddoekte speler kan raden welk woord dit is, worden de rollen omgedraaid. Anders moet hij nog eens raden…tot hij weet wat er geschreven is. De bedoeling is natuurlijk zo vlug mogelijk te raden wat je zelf geschreven hebt!

BIBLIOGRAFIE:

· Google afbeeldingen. Geraadpleegd op 6 oktober 2013, op https://www.google.be/search?q=grot+dinant&newwindow=1&espv=210&es_sm=122&tbm=isch&tbo=u&source=univ&sa=X&ei=u5VXUprvAeOd0QWE8oGYCA&ved=0CFIQsAQ&biw=1517&bih=741

· Informatie over de grot La Merveilleuse. Geraadpleegd op 6 oktober 2013, op http://www.ardennes-etape.be/vakantie-ardennen-Grotten-45/Grotte-la-Merveilleuse-562.html

· Routebeschrijving met kaart. Geraadpleegd op 7 oktober 2013, op https://maps.google.be/maps?q=maps&ie=UTF-8&ei=dpdXUu9e5aDRBfqLgJgB&ved=0CAoQ_AUoAg

· Pazmany, Jef; Vertommen, Kris; Mertens, Sofie; Demaertelaere, Sven; E.a.(2009). Ankers! 5 : handleiding : ankerlessen bij wereldoriëntatie. Wommelgem : Van In.

· Tyberghein F. en Tyberg Son. 1001 reuzeleuke spelletjes : voor binnen en buiten. België-Nederland: Deltas.

· Kaarspelletje zenuwen. Geraadpleegd op 9 oktober 2013, op http://nl.wikipedia.org/wiki/Zenuwen_(kaartspel)

· Kaartspelletje manillen. Geraadpleegd op 9 oktober 2013, op nl.wikipedia.org/wiki/Manillen