Onze levensbodem om mens te worden - Cranio-Sacraal voor...
Transcript of Onze levensbodem om mens te worden - Cranio-Sacraal voor...
Onze levensbodem om mens te worden :
de psoas
Anna Nys en Veerle Magnus
Eindwerk cranio-sacraal opleiding
September 2013
2
Voorwoord.
’t zo triest, geloof me lady,
Als je geen leeuw bent maar een baby,
gespeend van heldenbloed.
Maar dat zou wel anders wezen, mocht ik van mijn angst genezen,
Als ik branie had en moed !
Ik zou dagelijks moeten trainen, ik mis de power in mijn genen,
Ik ben mak en veel te zoet !
Ik zou klauwen, ik zou brullen, ‘k hoorde niet meer bij de sullen,
Als ik branie had en moed !
Lied van de Leeuw, uit “de Tovenaar van Oz”.
3
Na enkele jaren geconfronteerd te zijn met oorsuizingen, besloot ik met veel
overtuiging mijn eindwerk voor de opleiding te maken rond dat thema. Ik
beloofde mezelf dat mijn eindwerk ook mijn zoektocht zou zijn naar
antwoorden op het waarom van dat continu gefluit in mijn oren.
Ik was ervan overtuigd dat ik mijn oorsuizingen zou benaderen via het
alarmsysteem in ons hoofd. Waar anders in mijn lichaam zou de oorzaak te
vinden zijn van iets dat zich in mijn oren voordeed. Maar de maanden
verstreken, en er gebeurde niets. Geen inzichten, geen zin om eraan te
werken… En vooral niet echt veel verandering.
Ik deed wel één belangrijke ontdekking. Door omstandigheden zorgde ik
gedurende enkele maanden voor een paard. In de vrieskou van de winter
stond ik alle dagen met haar in de piste, en als niet-ruiter was het voor mij een
hele uitdaging. Ik moest mij helemaal op haar focussen, en was op die
momenten ook heel goed geaard. Ik ontdekte dat ik tijdens die uren met
Moneta helemaal niets hoorde in mijn oren. Daar waar ik op alle andere
momenten van de dag, wat ook de activiteit was waar ik mee bezig was,
steeds gefluit in mijn oren hoorde.
Een jaar later kwam heel onverwacht het levensgeheim van mijn moeder
aan het licht. Een geheim dat ze een leven lang verzwegen had. De
boodschap die ik kreeg veranderde mijn leven in één klap. Van een 1000-
stukjespuzzel, vielen er 950 stukjes in elkaar. Ik kon opeens helemaal
aanvaarden wie mijn moeder geworden was en hoe we ons leven gedeeld
hadden. Ik begreep dat ze mij geen levensbodem had kunnen geven.
Gebrek aan gronding was een groot thema in mijn leven.
Op datzelfde moment kwam bij mij het inzicht dat ik mijn oorsuizingen niet
moest benaderen via het alarmsysteem in het hoofd, maar via het
alarmsysteem in de buik, de psoasspieren. Daaraan werken en deze
versterken, zou uiteindelijk alles in beweging kunnen brengen.
Vanaf dan stroomde alles. Ik ontmoette mensen die mij erover spraken, kreeg
inzichten over de nood aan gronding in mijn leven. In dit werk heb ik
geprobeerd mijn zoektocht daarin te beschrijven.
Ik wil daarbij graag mijn kinderen bedanken, die doorheen al die jaren mij
vertrouwen gaven, en het geloof dat deze opleiding iets in mijn leven zou
betekenen. Ik wil ook Veerle bedanken. De ongedwongen manier waarmee
we samen door deze tocht gaan, de manier waarop we elkaar aanvullen,
zonder woorden, en zo anders… dat is echt liefde of cranio-sacraal.
Anna
4
Cranio-sacraal therapie is een weg voor mij geweest, al van voor ik in de
opleiding terechtkwam. Een zachte weg van bevrijding. Door een donkere
periode heen opnieuw licht zien en leven voelen opborrelen, alsmaar meer.
Misschien is dat de reden waarom ik mijn eindwerk niet eerder heb
geschreven. Ik heb het gevoel nog steeds op weg te zijn en dat ook te zullen
blijven…
Ik liet het dan maar wat aanmodderen, ook al had ik de verplichte modules
afgewerkt in 2010 en mijn eindtoets succesvol volbracht in 2012.
Blij verrast was ik met de vraag van Anna om samen te werken aan een
eindwerk. We zouden samen op weg gaan met de psoas en ervaring
opbouwen. Een hele intense weg van oefenen en bijleren…
Het thema van de psoas triggerde me. Voor mij was de cursus “diep
spierwerk” van een andere orde geweest dan de andere cranio-cursussen.
Was dat wel iets voor mij? Had ik het niet goed begrepen dan? Vanwaar die
weerstand tegen het spierwerk? Ik nam de uitdaging aan om me hierin te
verdiepen en te ervaren wat het met me zou doen.
Anna en ik gingen actief met de psoas aan de slag, en we verdiepten ons
nog een weekend in de verbinding tussen psoas en hart (bloedsomloop),
onder de deskundige begeleiding van Bhaven Heeremans.
Zo is er een boeiende wereld verder opengegaan: de wereld in mezelf.
Dankbaar voel ik me t.a.v. allen die me in de school van Etienne Peirsman op
deze weg begeleid hebben. Heel speciaal wil ik Marijke Baken bedanken
omdat zij me vele jaren geleden op deze boeiende weg heeft gezet.
Nog lang niet ten einde gegaan, neem ik jullie mee op een stukje weg die ik
samen met Anna mocht gaan:
een weg van verdieping,
een weg van verbinding,
een weg van openbaringen,
een weg van ruimte innemen,
een weg van Liefde.
Veerle
5
Inhoudstafel.
Voorwoord
1. Inleiding p. 6
2. De fysieke beschrijving van de spier p. 8
3. De energetische beschrijving van de spier p. 15
4. De psoas als boodschapper van de middellijn p. 21
5. De psoas oefeningen om alleen te doen p. 30
6. Cranio-technieken die verbinding maken tussen hart en psoas p. 35
7. Ervaringen van Anna p. 39
8. Ervaringen van Veerle p. 48
9. Brief van Yvette p. 55
10. Besluit p. 57
Boekenlijst
6
1. Inleiding.
Voor een gezond lichaam, een blij hart en heldere gedachten, moet je naar
binnen, naar je fysieke midden. Daarnaast is gronden een “must” als je je
bewustzijn wil vergroten.
De spieren die gronding mogelijk maken zijn
de psoasspieren. Ze lopen vanaf het middenrif
aan weerszijden van de wervelkolom naar het
bovenste deel van de dijbeenbotten. Ze gaan
dwars door de buikhersenen naar de benen
toe.
De psoasspieren stellen je in staat om te lopen.
Ze werken zowel synchroon samen, als
afzonderlijk, om het been “vrij” te maken zodat je kan lopen. De psoas vormt
een diagonale overbrugging dwars door het midden van de buikholte schuin
naar voren. Zo ondersteunt de psoas met haar ligging alle buikorganen.
Naast de psoas liggen de nieren, ervoor liggen de blaas, buikorganen en
voortplantingsorganen. Samen met de adembeweging van het middenrif,
masseert de psoas de buikorganen en de ruggengraat.
Het bovenste deel van de psoas komt bij het middenrif op een plek van
samenkomst die we de Solar Plexus noemen (of 3de chakra). Energetisch
wordt deze plek beschouwd als een centrum voor persoonlijke kracht, maar
het is ook de plek waar we onze emoties controleren. In dit chakra ligt de
sleutel tot het vinden van evenwicht en het beslissen hoe we ons levensdoel
zullen bereiken, in plaats van alleen vanuit ons karma of oude emoties te
leven. Zowel de fysieke beschrijving (hoofdstuk 2) als de energetische
beschrijving (hoofdstuk 3) krijgen een plek in dit werk. Daarnaast hebben we
ook ontdekt in een tele-class van Liz Koch dat de psoas de boodschapper
van de middellijn wordt genoemd. Daar gaan we in hoofdstuk 4 verder op in.
De psoas heeft ons maandenlang bezig gehouden en geboeid. We zijn met
eenvoudige oefeningen aan de slag gegaan en ontdekten al snel dat we
letterlijk anders in het leven gingen staan. Vanuit een grote nieuwsgierigheid
nodigden we Bhaven Heeremans uit om ons nog dieper in de effecten van
de psoas mee te nemen. We ontdekten linken met het hart en onze
bloedsomloop. Hiermee zijn we verder aan de slag gegaan om te ervaren
wat het met ons doet. De basisoefeningen hebben we beschreven in
hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 hebben we een aantal sessies uit de cursus met
7
Bhaven Heeremans weergegeven die de link met het vloeibare en het hart
maken.
En dan zijn we na maanden werken met onze psoas gaan opschrijven wat
we zelf doorheen die tijd hebben ervaren. Een boeiende weg van vallen en
opstaan opent zich in hoofdstuk 7 bij Anna en in hoofdstuk 8 bij Veerle.
In hoofdstuk 9 laten we Yvette even aan het woord. Zij is een stukje weg met
ons meegegaan op zoek naar haar eigen psoas.
We besluiten met wat ons het meest geraakt en bewogen heeft in hoofdstuk
10. Nog lang de weg niet ten einde gegaan gaan we door.
De oorsuizingen van Anna waren de
ingangspoort om deze boeiende weg te gaan
en we hopen dat jullie nieuwsgierigheid gewekt is
om dit stukje van de wonderlijke wereld die we
allemaal zijn met ons verder te ontdekken.
Veel leesplezier!
8
2. Fysieke beschrijving en functie van de psoas.
Omdat dit eindwerk niet de bedoeling heeft een wetenschappelijke beschrijving te geven
van de psoas, zullen we dit hoofdstuk beperken. Er zijn andere studenten die voor ons een
zeer uitgebreid en waardevol werk hierover gemaakt hebben en waar we jullie zeker naar
verwijzen.
De plaats.
De psoas is een massieve spier, ongeveer 40 centimeter lang, die de
ribbenkast en de romp rechtstreeks met de benen verbindt. Aan beide zijden
van de wervelkolom zit een psoasspier. Beiden bestaan uit een psoas major
en een psoas minor. Verder is
er de iliacus, een
waaiervormige spier, die aan
de binnenkant van het
bekken vastzit. De iliacus en
psoas worden samen de
iliopsoas spiergroep
genoemd. De tonus
(spierspanning) van de psoas
beïnvloedt het hele
bekkengebied via de iliacus.
En andersom beïnvloeden
de iliacus en ingewanden de
gezondheid en vitaliteit van
de psoas.
De psoas major begint bij de wervelkolom. Zij is verbonden met de12e
thoracale wervel en alle 5 de lumbale wervels. Het Ze gaat door het bekken,
over de heupgewrichten en hecht zich aan de binnenzijden van de trocanter
minor (= uitsteeksel van het dijbeen, femur, voor spieraanhechtingen). De
lumbale wervelkolom zit in het centrum van het lichaam, dus kunnen we
zeggen dat de psoas onze diepste kern vormt.
De psoas minor is een spier die aan het verdwijnen is. Ze begint bij T12 en zit
met de dunne pees aan de bekkenbodem vast. Het is waarschijnlijk een
overblijfsel van een spier die verdween toen we evolueerden van een half
gebogen naar een rechtopstaand wezen. Het is mogelijk om slechts aan één
kant een psoas minor te hebben, aan beide kanten, of helemaal geen.
De lumbodorsale verbinding (tussen de lumbale wervels en de thoracale
wervels) is bijzonder belangrijk. Hier begint de psoas, achter het diafragma,
9
aan de zijkant van T12. Aan de achterkant van T12 begint ook de massieve
trapeziumspier die omhoog gaat naar de schedel.
Het diafragma is een spierstructuur die de borst scheidt van de buik. Het
vormt een vloer voor de borstkas. Het hart rust bovenop het diafragma. Het
vormt een dak voor de buikholte, met lever, maag en milt direct eronder.
De heupkom zit aan de voorzijde van het bekken, daar waar de kom van het
bekken en de bal van het dijbeen samenkomen en een (kogel-) gewricht
vormen. Bij deze gewrichten wordt het gewicht overgebracht van één enkele
structuur (de romp) naar twee benen. Beweging van de benen gebeurt in de
heupgewrichten. Omdat de psoas over de heupgewrichten loopt, beïnvloedt
deze spier rechtstreeks de bewegingsmogelijkheden en rotatie in het bekken
en de benen. De psoas reageert op de subtiele verschuiving van de
zwaartekracht en het been volgt.
De functie.
De psoasspier is aan zes gewrichten (wervels) vastgehecht en loopt over
twee andere (heup) gewrichten. Zij kan samentrekken of verkorten, zowel als
uittrekken of verlengen. Zij is een heupbuigspier en ondersteunt de vrije
schommeling van de benen tijdens het lopen en speelt een belangrijke rol in
het overbrengen van gewicht van de romp in de benen en de voeten. In het
bekken heeft de psoas een schelpachtige vorm die ervoor zorgt dat de
bekkenorganen comfortabel in het bekken kunnen rusten.
De psoas verleent steun aan ingewanden en organen. Of er genoeg ruimte
in de bekkenkom is voor de organen om zich comfortabel te voelen en
normaal te functioneren, wordt bepaald door de lengte en de tonus van de
psoas.
Een soepele psoas heeft invloed op de werking van verschillende andere
spieren:
- de obturatoren: dit zijn kleine spieren die aan het bekken vastzitten, en
die in samenwerking met de psoas de bekkenbasis en de benen
bewegingsvrijheid geven,
- de erector spinae spieren die het gewicht van de ribbenkast
ondersteunen,
- De rechte buikspieren: in stand houden van de voorkant-achterkant,
10
De psoas functioneert als een hydraulische pomp. De beweging duwt
vloeistof in en uit de cellen. Bij normaal lopen wordt de psoas geactiveerd,
trekt samen en rekt uit bij elke stap. Wanneer de psoas zich vrij beweegt,
stimuleert zij een ononderbroken, onbelemmerde stroom van bloed door de
belangrijkste slagaders in de benen en de voeten. Ook speelt zij een
belangrijke rol in het activeren van endeldarm en anus, zowel als in de
doorstroming van de seksuele organen.
In onze cultuur besteden we zoveel aandacht aan het versterken van de
buikspieren dat we het contact verloren hebben met de diepere lagen van
onze structuur. Veel buik- en opdrukoefeningen verzwakken of verkorten de
psoas, en veroorzaken stress aan de rugspieren, het middenrif en de
buikorganen, waardoor we nog moeilijker in de diepere lagen van onszelf
kunnen voelen. De natuurlijke harmonie en het ritme zijn verloren, en de
mens, zoals die in het lichaam wordt weerspiegeld, is versplinterd.
Effecten
Het skelet zorgt ervoor dat het gewicht in staat is de zwaartekracht te
weerstaan. De verhouding tussen de botten onderling zorgt ervoor dat de
gewrichten het gewicht goed kunnen overbrengen.
De belangrijkste functie van de spieren is om de botten in beweging te
brengen. De spieren zijn niet bedoeld om het gewicht te dragen. Doen ze
dat wel, dan wordt hun bewegingsvrijheid beperkt en ontstaat er moeheid in
de spieren. Uiteindelijk kunnen daardoor de botten beschadigd geraken en
zelfs hun vorm veranderen. De bloedsomloop in de omliggende weefsel, de
ligamenten en de gewrichten zal verminderen.
De psoas is een kernspier. De tonus en lengte van deze spier in rust, samen
met de zwaartekracht, beïnvloeden rechtstreeks de verhouding van de
beenderen tot elkaar. Deze beïnvloeden op hun beurt de bewegingsvrijheid
van de gewrichten.
Een verkorte psoas is het resultaat van voortdurende samentrekking en
misbruik. Een verkorte psoas veroorzaakt een voorwaartse kanteling van het
bekken. Dit zorgt voor rotatieverschillen in de wervelkolom, het bekken en de
benen. Door de jaren heen ontstaan krommingen en verdraaiingen die het
skelet uit elkaar trekken en het lichaam een onsamenhangend voorkomen
geven.
11
En niet alleen onze houding, maar ook onze bewegingsvrijheid wordt
daardoor beperkt. Als ons skelet niet volledig in evenwicht zit, zullen onze
gewrichten ook vast komen te zitten. Als bv de heupgewrichten vastzitten,
bewegen het bekken en de benen als één geheel, en niet meer als
afzonderlijk en coördinerende delen. In plaats van de dijbeenknop die in het
bekkengewricht roteert, zal het draaien plaatsvinden in de wervelkolom en in
de knieën. Dit resulteert in verkrampte spieren op bepaalde plaatsen, en
andere spieren die als vervanging functioneren, waardoor een algehele
uitputting van de spieren kan optreden.
Door een verkorte psoas zal ook de ribbenkast te veel naar voren steken, en
eerder de borst- dan buikademhaling bevorderen. De bewegingsvrijheid van
het diafragma komt daardoor in het gedrang. Wanneer het diafragma zijn
taak niet meer kan uitvoeren (het stimuleren en het masseren van de
organen, zenuwen en het bloed), kan het circulatiesysteem worden
belemmerd.
Door de verkorte psoas en het verstrakte diafragma verkleint de ruimte die in
de romp beschikbaar is voor de organen en ingewanden. De
voedselabsorptie en -excretie worden verstoord aangezien de
stofwisselingssnelheid niet optimaal is. (door de lumbale zenuwvlecht en zijn
autonome buren wordt beïnvloed).
Hoe de autonome ganglia (zenuwknopen) en de lumbale zenuwvlecht
functioneren, is weer van invloed op de werking van de bijnieren en de
nieren. Het voortplantingssysteem wordt ook beïnvloed, niet alleen door de
zenuwen, maar ook door de organen in het bekken.
De aorta, die met de psoas en het middenrif in aanraking komt, beïnvloedt
de staat van de psoas en wordt zelf ook beïnvloed door de beweeglijkheid
van het middenrif en de psoas.
Samenwerking van de psoas en het diafragma – het verwerken van emoties.
De nieren liggen tegen de voorkant van de psoas. In de nieren blijven
volgens de holistische Chinese geneeskunde negatieve emoties, zoals angst,
vastzitten en maken de nieren strak. Een vloeibare psoas maakt deze emoties
los waardoor ze kunnen wegvloeien. De nieren hebben verder een directe
samenhang met het hart en haar emoties. De Yang-energie van het hart
moet de nieren verwarmen en de zachte koele Yin-energie van de nieren
hoort de “hitte” van het hart te temperen.
12
Een belangrijke spiergroep is het diafragma of het middenrif. Het vormt de
scheiding tussen buik- en borstholte en maakt onze ademhaling mogelijk.
Daarom noemen de Chinezen het ook de spier van de spirit. Het is een grote
platte koepelvormige spier met een centraal peesblad.
Het middenrif is aangehecht aan de onderribben en komt omlaag bij de
inademing. Blokkades en kou in deze zone geven een slechte ademhaling /
longfunctie, meer stress en een slechte samenwerking nieren-hart, zoals we al
gezien hebben. En andersom geldt hetzelfde, het middenrif reageert
negatief op stress. Een goede ademhaling zoals die gepaard gaat met de
oefeningen, verbetert de zuurstoftoevoer naar alle cellen van het lichaam en
geeft kracht aan de getrainde spieren. Een goede ademhaling helpt ook
sterk bij de afvoer van gifstoffen en negatieve emoties.
Niet goed afgevoerde gifstoffen zijn een belangrijke oorzaak van spier- en
gewrichtsproblemen. De ademhaling bij de oefeningen heeft daardoor ook
een gunstig effect op aandoeningen van het bewegingsapparaat en op het
bevorderen van positieve emoties.
Verbinding psoas met hart en mediastinum
De psoas loopt naar boven nog even door, langs de achterkant van de
wervels naar het diafragma toe. Het hart ligt met de onderste puntzijde in
een trosje in de bovenste binnenzijde van het diafragma, een beetje als een
anker. Hart en diafragma zijn sterk verbonden. Volgens nieuwere fysiologische
en psychologische inzichten blijkt dat iedere adem die ik neem een invloed
heeft op mijn hart. Bij iedere stemmingswisseling, gevoelswisseling past een
eigen ademhaling of ieder gevoel brengt een andere adem. Dus ieder
gevoel brengt ook een ander hart, een ander tempo, een ander ritme…
Aan de bovenzijde van het diafragma, tussen de longvliezen
door, loopt een koker, een soort brede snelweg van zacht
bindweefsel waarin belangrijke grote bloedvaten rusten en
belangrijke zenuwen lopen. We noemen dit het mediastinum.
Het is de ruimte tussen de beide longen in, die ventraal
begrensd wordt door het borstbeen en dorsaal door
de wervelkolom.
(In het mediastinum bevinden zich onder andere het hart,
de luchtpijp, de slokdarm, de aorta, een aantal
grote bloedvaten, een groot aantal zenuwen, de thymus en
vele lymfeklieren.)
13
Vanuit de psoas die aan het diafragma gehecht is, is er ook een verbinding
met het mediastinum en in die zin ook met het hart.
Het sympathische systeem.
De sympathicus, onderdeel van het autonoom zenuwstelsel, zorgt voor
aanpassing van het lichaam aan inspanning en stresssituaties. Wanneer er
gevaar dreigt, wordt dit systeem in werking gezet. Het stelt je in staat om te
overleven in een al dan niet reële levensbedreigende situatie, om zo te
kunnen vechten of vluchten. Het lichaam wordt in paraatheid gebracht door
een verhoogde bloeddruk, een versnelde ademhaling, verhoogde
zweetproductie, etc. Hormonen die hier vooral voor zorgen zijn norepinefrine,
epinefrine en cortisol. Het sleutelwoord is: actie.
De psoas vormt een onderdeel van het sympathische systeem, ze reageert
spontaan op de enige angst die puur instinctief is - niet afhankelijk van je
persoonlijke ervaringen – en dat is de angst om te vallen. Wanneer je bang
bent om te vallen krijgen de buigspieren de opdracht om samen te trekken.
De psoas is een buigspier. Het organisme sluit zichzelf middels de buigspieren
af, trekt naar binnen als bescherming, reikt naar buiten, naar een steunpunt,
of bevriest ter plekke: de bevries-, vecht-, en vluchtreflex.
Vluchten of vechten: hierbij is het hele organisme verbonden. De strekspieren
zijn gestrekt, de bloeddruk stijgt, en er stroomt adrenaline in de bloedbanen.
In een normale situatie geef je gevolg aan je angst en je vecht of vlucht.
Daarna kan je terugkeren naar ontspanning en balans. In het hedendaagse
leven zijn er echter zoveel stressoren dat de stress voortduurt. Uiteindelijk gaat
het lichaam zich steeds voorbereiden op de volgende aanval en gaat het
een permanente spanning handhaven. Omdat het lichaam de staat van
ontspanning niet meer kent, zal het zich niet meer herstellen, en zal het
voeding missen. Het centrale zenuwstelsel geeft dan voortdurend de
alarmfase “spanning” door aan de organen – nu kunnen er heel gemakkelijk
emoties ontstaan, gevoelens die “vast” gezet worden in de orgaanvliezen en
de hersenen.
Bevriezen: Wanneer iemand niet kan reageren door zich uit een
angstaanjagende of vijandige situatie te vechten, of eruit weg te vluchten,
gebeurt het dat het individu eruit stapt door zijn verbeelding te gebruiken.
Het individu verwijdert zich psychisch van wat hij als een levensgevaarlijke
situatie ervaart. Deze fantasie is een krachtige vorm van ontsnappen, maar
de prijs is hoog. Zich verbeelden dat de situatie niet bestaat zal de
14
angstreflex niet stimuleren, tevredenstellen of uitputten. In plaats daarvan zal
de persoon geen contact hebben met het gevoel en zal het
bewustzijnsniveau dalen. Uiteindelijk verlies je contact met je diepe zelf dat je
zou aanzetten om actie te ondernemen. De prikkeling is nochtans steeds
aanwezig, en de kleinste herinnering aan de levensgevaarlijke situatie zal dat
gevoel van angst uitlokken. De psoas speelt daarin een belangrijke rol: door
naar binnen samen te trekken, sluit het organisme kwetsbare organen (en het
hoofd met de zintuigen) af. De angst spant de ruggengraat rond als een
boog, waardoor die zich versterkt tegen eventuele klappen. De psoas
verkort, de ademhaling wordt oppervlakkig. Toch blijft de angst permanent
door het lichaam circuleren en er is telkens een grotere spierspanning nodig
om dat gevoel onder controle te houden. Dit resulteert in starheid in steeds
diepere lagen van het lichaam.
Besluit
De psoas is door zijn centrale ligging in het lichaam een kernspier. Het vormt
een belangrijk weefsel dat bijdraagt aan het goed functioneren van
organen, botten, structuren (bloedsomloop, spijsvertering) en helpt ons vlot te
bewegen. Vaak wordt deze spier misbruikt als compensatie voor gebreken in
andere delen van het lichaam. Ook stress zet zich makkelijk vast op deze spier
waardoor zij onder voortdurende spanning komt te staan.
Hierdoor kan de psoas haar werk niet meer naar behoren uitvoeren en raakt
ze uitgeput, overspannen. Het uit zich in een verkorte psoasspier.
Het gevolg is een lichaam dat niet meer goed functioneert met allerlei
klachten tot gevolg.
Werken aan de psoas is werken aan het welbevinden van het lichaam in zijn
geheel. In de twee volgende hoofdstukken komt dit ook tot uitdrukking.
15
3. De energetische beschrijving van de spier
Met dit stukje willen we ingaan op het verband tussen energetisch werk ,
fysieke oefeningen en anatomie. Als we het krachtcentrum van ons lichaam,
de bewegingen en het evenwicht willen onderzoeken dan komen we bij de
psoas major spier als een vitale kracht in ons.
Het spirituele chakra-systeem, meer bepaald de drie laagste chakra’s, is ook
in het gebied van de psoas gelegen, meer bepaald de drie laagste chakra’s.
Als de psoas correct wordt gebruikt dan houdt deze het spiritueel proces niet
tegen, maar vult het net aan.
Dit willen we in dit eindwerk verder verkennen via onze ervaringen.
Het chakra-systeem
We baseren ons hier op de leer uit het hindoeïsme, met zeven chakra’s. Deze
bevinden zich ter hoogte van het stuitje, net onder de navel, bij de maag, bij
het hart, bij de keel, tussen en net boven de wenkbrauwen en bij de kruin.
Chakra’s (letterlijk: wielen) zijn ervaarbaar als knooppunten van
levensenergie.
Van onder naar boven hebben ze een steeds hogere trilling, ze werken dus
verfijnder. Het eerste chakra, het basis-chakra, is heel aards; het zevende, het
kruinchakra, gaat over het hogere, over spirituele ontwikkeling. Onderling
staan de chakra’s in contact via een energiebaan (nadi) die door de
wervelkolom stroomt. Chakra’s hebben een essentiële functie: ze zijn bronnen
van energie.
We nemen constant levensenergie (prana) op uit onze omgeving en we
geven energie terug. Letterlijk als we in- en uitademen, maar ook via onze
chakra’s. Zij nemen levensenergie van buitenaf op, uit de natuur, de kosmos,
zetten dit om in energie die ons kan voeden en verspreiden dit door het
lichaam. Op deze manier worden we ‘geladen’: spiritueel, maar ook fysiek,
mentaal en emotioneel. Je kunt de zeven energiecentra vergelijken met
transformatorhuisjes: de prana komt binnen, de chakra’s zetten deze
levensenergie om en geven het weer af aan het lichaam, maar ook aan de
buitenwereld.
16
Van fysiek naar spiritueel
Hoe werken die chakra’s nu in ons lichaam?
Elk chakra is verbonden met bepaalde zenuwknopen, organen en klieren, en
ook met bepaalde emoties en
gemoedstoestanden. Op die manier
heeft de ‘gezondheid’ van een chakra
invloed op onze lichamelijke, geestelijke
en emotionele gezondheid.
Chakra’s zijn gevoelig voor
energiestromen zoals gedachten,
emoties en overtuigingen. Zij kunnen de
energiecentra beïnvloeden en maken
dat ze goed of minder goed werken.
Op hun beurt kunnen de chakra’s zelf
ook onze gedachten en emoties
beïnvloeden.
Omdat alles met elkaar in verbinding
staat, heeft de toestand van het ene chakra ook effect op de andere
chakra’s: een geblokkeerd chakra kan maken dat een ander chakra gaat
‘overwerken’. Ben je helemaal gezond en in balans, dan kan de energie
onbelemmerd van je stuitje naar je kruin doorstromen; dit wordt kundalini
genoemd.
In onze levensloop is er een ontwikkeling van onder naar boven; van fysiek
naar emotioneel naar geestelijk naar spiritueel. De onderste chakra’s hebben
te maken met onze basisbehoeften: een veilig onderkomen, voedsel,
voortplanting, je thuis voelen. Als die basis stevig en gezond is, kun je de
kwaliteiten van de hogere chakra’s makkelijker in praktijk brengen: je
verbinden met andere mensen, psychologische groei, spiritualiteit.
Op die onderste 3 chakra’s willen we verder doorgaan omdat zij in het
gebied van de psoasspier te vinden zijn en van fundamenteel belang als
basis voor een gezond en evenwichtig leven. We nemen er ook het
hartchakra bij omdat de verbinding met de psoas doorheen de cursusdagen
met Bhaven Heeremans voor ons zo duidelijk en voelbaar zijn geworden.
17
Het eerste chakra: basischakra
Kleur: rood
Element: aarde
Ligging: onder aan de wervelkolom, ter hoogte van
het stuitbotje in het perineum tussen anus en
geslachtsorgaan
Lichaam: de bijnieren, die onder andere adrenaline en
het stresshormoon cortisol aanmaken, bloed,
botten
Thema’s: basis, veiligheid, lichaam, gezondheid, conditie, materiële
manifestatie, leefomgeving, vertrouwen
Mantra: Ik ben hier, ik weet wie ik ben, ik ben thuis, waar ik ook ben.
Dit chakra wordt ook wel het stuit- of wortelchakra genoemd. Het heeft te
maken met onze basis en basisveiligheid, overlevingsdrang en aanwezig zijn
in de wereld en je lichaam. Is dit chakra gezond dan voel je je geaard, veilig
en gewenst. Is het een tikje op hol geslagen dan kun je last hebben van
territoriumdrift of materiële hebzucht. Is het te weinig ontwikkeld dan ben je
niet geaard, niet helemaal thuis in je lijf, bang, nerveus of wantrouwend. Een
van de hormonen die bij dit chakra horen is adrenaline, die de primitieve
vecht- of vluchtreactie oproept, een reactie die helpt te overleven. Je
versterkt je eerste chakra door een veilige, aangename basis te creëren in je
lichaam. Goed leren gronden kan hierbij helpen.
In onze samenleving ligt de nadruk op het mentale en intellectuele
vermogen, waardoor we voornamelijk in ons hoofd zitten. We zijn niet zo
geneigd om aandacht te besteden aan onze basis. Omdat we meestal niet
direct in ons overleven worden uitgedaagd, voelt dit niet als een probleem.
Maar ondertussen putten we wel onze basisenergie uit; we voelen ons moe,
doelloos en overgeleverd aan de grillen van andere mensen of onverwachte
situaties. We hebben vage fysieke klachten, durven niet voor onszelf op te
komen en zijn het contact met ons lichaam kwijt. We missen een stevige basis
en een goede gronding, maar beseffen dit niet of nauwelijks.
Het eerste chakra nodigt ons uit om goed voor ons eigen lichaam te zorgen
en er naar te luisteren.
18
Tweede chakra: Heiligbeenchakra
Kleur: oranje
Element: water
Ligging: rond het bekken; iets onder de navel bij
het heiligbeen
Lichaam: geslachtsorganen, blaas, bekken,
onderrug
Thema’s: emoties, seksualiteit, voelend waarnemen, soepelheid,
verlangen, lust, plezier, overvloed
Mantra: Ik houd van mijn leven, ik eer mijn lichaam, ik ontvang bij elke
inademing plezier, genot en overvloed.
Het tweede chakra wordt ook wel het sacraal- of geslachtschakra genoemd.
Het eerste chakra zorgt voor de basis zodat je vanuit het tweede chakra in
beweging kunt komen. Een thema dat bij deze energie hoort is het vermogen
te genieten op lichamelijk gebied. Dit chakra beïnvloedt de emoties en wordt
zelf sterk beïnvloed door je ideeën over plezier, genieten en seksualiteit. Een
gezond tweede chakra geeft het gevoel dat de dingen redelijk vanzelf gaan
in je leven, vergelijkbaar met een gevoel dat alles stroomt. Je vloeit als het
ware van de ene in de andere emotie of situatie. Dit chakra is het centrum
van creativiteit, genot, verlangen, emoties, lust en voelen. Ook het dualisme
tussen mannelijke en vrouwelijke (seksuele) energie wordt hier het meest
direct ervaren.
Is het te ver geopend dan geeft dat overdaad: aan eten, drinken, seks, geld
uitgeven… Bij een geblokkeerd tweede chakra ontzeg je jezelf plezier en
sensuele genoegens. De gulden middenweg is goed voor jezelf zorgen,
weten waar je behoefte aan hebt en jezelf dat geven en gunnen:
ontspanning, beweging, voeding, geld. En uiteraard ook weten wanneer het
genoeg is.
19
Derde chakra: zonnevlechtchakra
Kleur: geel
Element: vuur
Ligging: net onder het borstbeen bij de
maag (de solar plexus)
Lichaam: maag, lever, alvleesklier, nieren, milt en galblaas
Thema’s: verdeling van je levensenergie, wilskracht, macht, ego, vitaliteit,
spontaniteit en eigenwaarde
Mantra: Ik ben het waard: liefde, vriendschap en respect, ik gebruik mijn
kracht met wijsheid, ik vertrouw op de goedheid van het leven.
Dit chakra gaat over je kracht en energie en staat voor transformatie en
verandering. Het zorgt voor brandstof, energie en voeding – het regelt je
energiehuishouding en je stofwisseling. Vanuit dit chakra kom je in actie en
verricht je handelingen waarmee je jouw identiteit aan de wereld laat zien:
dit ben ik! Het wordt als centrum van ego, gedrag en eigenwaarde gezien.
Een gezond en evenwichtig derde chakra zorgt ervoor dat je genoeg
energie gedurende de dag hebt, dat je een goede balans hebt tussen in- en
ontspanning en voldoende voeding tot je neemt - zowel voeding uit eten als
voeding die je haalt uit activiteiten die je doet, uit de waardering die je jezelf
geeft en die je haalt uit de omgeving. Omring je jezelf met liefdevolle mensen
of sta je steeds bloot aan kritiek? Voel je je verbonden met je omgeving of
trek je je eruit terug?
Heb je weinig energie of daadkracht, voel je je uitgeput of overspannen, vind
je het moeilijk om dingen los te laten en probeer je alles onder controle te
houden, dan kan dit duiden op een blokkade in je derde chakra. Ook
problemen met je stofwisseling, maag of lever kunnen samenhangen met dit
chakra.
Onze maatschappij is erg gericht op het derde chakra: presteren, controle,
macht, kracht en overmatig egogedrag. De uitdaging die we hebben is om
macht te vervangen door innerlijke kracht, controle door vertrouwen en
kritiek door liefdevol handelen.
20
Vierde chakra: hartchakra
Kleur: groen/roze
Element: lucht
Ligging: bij het hart
Lichaam: hart, longen, thymusklier, armen ,
handen
Thema’s: liefde voor jezelf en de wereld, brug tussen ondersten en
bovenste chakra’s, zelfbeeld en eigenliefde, evenwicht,
mededogen, relaties, harmonie
Mantra: Alle liefde woont in mijn hart, ik ben verbonden met alles wat
leeft, ik zie vreugde in alle dingen.
Dit chakra is de grote verbinder: het verbindt de onderste drie chakra’s met
de bovenste drie; onze instincten met onze hogere vermogens. En het
verbindt ons met de grote bron van liefde en met andere wezens. Het zorgt
voor een gevoel van innerlijke heelheid, eenheid en balans.
Is dit chakra geblokkeerd dan kost het moeite om liefde toe te laten; staat
het te ver open, dan kun je jezelf te makkelijk ‘weggeven’. Een gezond open
hart zorgt ervoor dat je liefde, verbondenheid en diepe vreugde kunt ervaren
en die ook met anderen kunt delen. Je bent in staat je persoonlijkheid te
overstijgen, pijn uit het verleden te vergeven en te helen.
Besluit
De psoas loopt langs heel wat chakrapunten en heeft ook een sterke
verbinding met het hart. Een gezonde psoas heeft dan ook een positieve
invloed op onze gronding, ons geaard zijn; op onze creativiteit en seksualiteit;
op onze levensenergie en eigenwaarde. Een uitgeputte psoas kan dan ook
negatieve gevolgen teweegbrengen in al deze domeinen van ons leven…
21
4. De psoas als boodschapper van de middellijn.
“De Psoas is de boodschapper van de middellijn. Als de psoas niet goed
functioneert, dan moet je vooral luisteren naar de boodschap en niet de
boodschapper (in dit geval de psoas)veroordelen.”
“Don’t shoot the messenger”
Deze uitspraak komt van Liz Koch. Deze vrouw heeft jarenlang ervaring
opgebouwd in het werken met de psoas. Zij kijkt met andere ogen naar het
lichaam dan de meeste mensen doen.
De psoas ligt centraal in ons lichaam en is gegroeid vanuit de middellijn.
Vanuit het embryologisch model kan men zeggen dat de middellijn het
centrum van ons organisme is, de as rond dewelke ons gans lichaam zich
opbouwt. De psoas wordt daarom ook de boodschapper van de middellijn
genoemd. Om de boodschappen die de psoas ons geeft goed te kunnen
begrijpen, is het belangrijk om vanuit een juist beeld naar ons eigen lichaam
te kijken. Niet het gangbare ‘bio-mechanisch’ beeld vertelt ons iets over de
boodschap, maar wel het – vrij nieuwe – ‘bio-intelligent’ beeld.
Wanneer de psoas een boodschap geeft (pijnlijk aanvoelen), wil dat niet
zeggen dat er iets misgaat met de psoas. Hij laat ons enkel weten dat de
integriteit van onze middellijn gecompromitteerd is. Manipulatie van de psoas
is dan niet de juiste reactie om herstel te bewerkstelligen, wel de psoas
opnieuw vloeibaar maken. Pas nadien kan gewerkt worden aan het herstel
van de tonus van de psoas.
Het bio-mechanisch beeld tegenover het bio-intelligent beeld.
In het bio-mechanisch beeld is ons lichaam een object. Binnen in ons
lichaam wordt de psoas aanzien als een spier die samentrekt om het been te
laten bewegen. De psoas is een heupflexor. Het is een spier die helpt bij de
ondersteuning van de wervelkolom. Er wordt vooral gefocust op de
mechaniek van het lichaam (zoals de naam het ook al zegt).
In een bio-mechanisch beeld zal een psoas die signalen geeft aanzien
worden als zwak. Als remedie worden allerlei fitnessoefeningen
voorgeschreven om deze spier te versterken. In plaats van een gezonde
psoas krijgt men jammer genoeg een spier die nog verder verkrampt en
22
uitgedroogd geraakt. Men probeert de symptomen te bestrijden zonder de
oorzaak aan te pakken.
Daarnaast staat het bio-intelligent beeld waarin ons lichaam één vloeibaar
geheel vormt. De psoas wordt gezien als een intelligent weefsel, een
bindweefsel, dat in contact staat met het skelet, de organen, het
ademhalingssysteem, het spierstelsel en het zenuwstelsel. De psoas vangt de
vibraties van al deze onderdelen van ons lichaam op en fungeert als
spreekbuis naar buiten. De psoas is m.a.w. de boodschapper van de
middellijn.
In een bio-intelligent beeld wordt een psoas die signalen geeft aanzien als
uitgeput. Er is niets mis met de psoas, hij geeft alleen de boodschap dat de
diepe integriteit van ons organisme gecompromitteerd is. De psoas heeft
nood aan rust, ontspanning en voeding om opnieuw soepel en vloeibaar te
worden. Oefeningen die rust en ontspanning van de psoas teweegbrengen
zullen hier warm aanbevolen worden. Het resultaat is dat niet alleen de psoas
hier baat bij heeft, maar dat het hele organisme, de hele mens zich opnieuw
gedragen weet en op kracht komt.
Hoe geraakt een psoas uitgeput?
Wanneer een systeem in ons lichaam niet voldoende in evenwicht
functioneert, gaan we dit compenseren door onze psoas in te schakelen als
ondersteuning. Daar is de psoas niet voor bedoeld. De psoas is eigenlijk een
neutraal weefsel, of bindweefsel dat een dragende functie heeft. Door deze
spier actief te gaan gebruiken als compensatie voor niet-functionerende
lichaamsdelen, raakt deze uitgeput. We gaan m.a.w. de psoas misbruiken.
Hieronder beschrijven we 2 voorbeelden bij uitstek waarin de psoas verkeerd
gebruikt wordt:
- Een eerste voorbeeld betreft het skelet. Een skelet dat niet volledig in
evenwicht staat, zal vaak de psoas inschakelen als ondersteuning voor
de wervelkolom.
Na de geboorte worden de botten verder gevormd door de
zwaartekracht. Ze dienen om op de aarde te kunnen rondlopen. In
onze botten resoneren we de frequentie van de aarde en daardoor
zijn we geaard. Als we geen connectie zouden hebben met de
zwaartekracht, dan zouden onze beenderen zich oplossen. Dat is de
reden waarom astronauten speciale medicatie moeten nemen tijdens
een vlucht in de ruimte. Onvoldoende aarding hebben; onvoldoende
23
connectie hebben met de zwaartekracht, zal ervoor zorgen dat de
botten verzwakken. Hierdoor zal de psoas ingeschakeld worden ter
compensatie. Het gevolg is uiteindelijk een uitgeputte psoas.
- Een tweede voorbeeld betreft onze proprioceptie of het vermogen
van ons organisme om de positie van het eigen lichaam en de
lichaamsdelen waar te nemen. Prikkels uit het milieu worden door de
zintuigcellen via de sensibele zenuwen naar het centrale zenuwstelsel
(CZS) geleid. De proprioceptieve waarneming verschaft het individu
daarmee informatie over het eigen lichaam, zoals de stand, beweging
en tonus van de ledematen, gewrichten en pezen, het gevoel van
"zwaarte" in sommige lichaamsdelen en vermoeidheid of alertheid van
de spieren. De proprioceptieve waarneming speelt bijgevolg een
belangrijke rol in de opbouw van het lichaamsbesef en maakt
terugkoppeling van de lichaamspositie naar het CZS mogelijk.
Proprioceptie is een zelfregulerend systeem. Het balanceert,
organiseert en informeert.
In het skelet zit proprioceptie in de gewrichten. De ligamenten
verbinden alle gewrichten. Wanneer de ligamenten verzwakt zijn,
ontstaat er een verstoring in het circuit dat de gewrichten met elkaar
verbindt. De proprioceptie zal niet optimaal functioneren, en de psoas
zal ingeschakeld worden om het evenwicht te bewaren. De psoas krijgt
dan de functie van een ligament om de zwakte te compenseren.
Aarding, contact met de zwaartekracht kan alleen ontstaan wanneer
weefsels in ons lichaam soepel zijn, het skelet goed in evenwicht staat
en de ligamenten en gewrichten op een harmonieuze manier met
elkaar verbonden zijn. Wanneer dit evenwicht niet bestaat in ons
lichaam, gaat ons lichaam het tekort compenseren door spieren aan
te spreken. Spieren verliezen daardoor hun elasticiteit, en gaan
uiteindelijk strak worden en aanvoelen als botten. Het zenuwstelsel dat
door deze spieren heen loopt zal ook geklemd geraken.
De psoas maakt deel uit van het sympathisch stelsel. De mens heeft dus
geen enkele controle op het al dan niet inschakelen van de psoas ter
compensatie van een onevenwicht in ons lichaam. Het gebeurt
gewoon. Zo wordt de psoas ingeschakeld als onderdeel van het
vlucht-, vecht-, bevriessysteem.
24
De invloed van ons parasympatisch stelsel op de psoas
We nemen trauma’s als voorbeeld om dit toe te lichten.
Trauma is een toestand bij de mens waarbij het centraal zenuwstelsel
overvraagd wordt. Dat wil zeggen dat het CZS méér informatie ontvangt dan
het kan verwerken. Trauma is een universeel fenomeen dat niet bepaald
wordt door cultuur, religie, ras of leeftijd. Iedereen reageert op een trauma
volgens hetzelfde biologisch patroon. Alleen de capaciteit van het CZS om
de overvloed aan informatie te verwerken is verschillend.
Dieren reageren op een trauma, een onverwachte gevaarlijke gebeurtenis
door de vlucht-, vecht- of bevriesreactie. Nadien, wanneer ze opnieuw
veiligheid ervaren, zal het lichaam beven, zweten en huilen om de spanning
die opgebouwd was opnieuw los te laten en het lichaam te herorganiseren.
Daardoor wordt de chemische cascade die gestimuleerd was door het
trauma stopgezet en komt er opnieuw volledige rust in het lichaam.
Wij, mensen, houden ons vast aan ons verhaal en daardoor gaat het verhaal
ook deel uitmaken van het trauma en wordt het normaal ontladingsproces
verstoord.
We kunnen 2 soorten trauma’s onderscheiden:
- Het harde trauma: is een ervaring die zich éénmalig heeft voorgedaan
zoals een ongeval, diefstal, aanval, enz. en in plaats en tijd kan
bepaald worden. Het veroorzaakt een fysiek of emotioneel letsel
waarvan de oorzaak duidelijk gekend is.
- Het zachte trauma: zijn traumatische ervaringen die zich voordoen
gedurende een lange periode en waarvan we ons vaak niet bewust
zijn. Toch leeft de persoon in een permanent gevoel van angst. Het zijn
25
meestal subtiele en doordringende ervaringen die zich voorgedaan
hebben tijdens de kindertijd. Pas jaren later zal het trauma het leven
van de volwassen persoon saboteren. Voorbeelden zijn armoede,
oorlog, allerlei misbruik in het gezin, enz.
Bij elke vorm van trauma wordt het sympathisch zenuwstelsel aangesproken.
Dit sympathisch zenuwstelsel schakelt de vlucht-, vecht-, bevriesreactie in. Het
geeft ons de mogelijkheid om te ontsnappen, te vluchten, rechtop te staan
en ons te verzetten, terug te vechten of verlamd te geraken. Tegelijkertijd
ontstaat er een chemische cascade die ons lichaam in gang zet om te
reageren.
Het parasympatisch zenuwstelsel is het systeem dat na de crisis ons lichaam
terug in rust zal brengen, de crisissituatie helpt verteren en het organisme
waar nodig zal herstellen. Het parasympatisch stelsel geeft ons de capaciteit
om van het moment te genieten zonder beleving van angst. Het treedt
vooral in werking tijdens de nacht. Slaaptijd is ook hersteltijd van weefsels en
organen.
Het sympathisch en parasympatisch stelsel zijn geen verschillende
onderdelen van het zenuwstelsel, het zijn complementaire systemen die
functioneren zoals een “8”, het ene stelsel vloeit in het andere over.
Elke vorm van trauma veroorzaakt een verstoring van de vloeiende
samenwerking tussen het parasympatisch en het sympathisch stelsel. Door
deze verstoring zal de psoas die eigenlijk bedoeld is als neutraal weefsel in
ons lichaam aangesproken worden door het sympathisch stelsel (waar het
wel deel van uitmaakt) en mee ingezet worden in de vlucht-, vecht-,
bevriesreactie. Daardoor geraakt de psoas uitgeput, dan droogt hij uit, wordt
korter en verkrampt.
De beste manier om de psoas opnieuw vloeibaar en soepel te maken is door
eerst het parasympatisch stelsel te ondersteunen. Dat is in elk geval wat
dieren doen….! Dieren doen geen oefeningen om hun spieren en hun
lichaam te versterken maar dieren gaan na een grote inspanning zichzelf
volledige rust geven.
Voeding geven aan ons parasympatisch stelsel kan via verschillende wegen:
1. Spel: geen wedstrijd of prestatie maar spel waarin de uitkomst geen
belang heeft, enkel de ontspanning
2. Rust: laat het lichaam toe zichzelf te reorganiseren
3. Opnieuw structuur creëren in het leven
26
4. Klank: klank maken of naar klank luisteren kan heel voedend zijn om
ons organisme tot een diepe rust te brengen.
5. Bepaalde lichaamshoudingen en zachte bewegingen. Een oefening
om het parasympatisch stelsel tot rust te brengen is bv de
foetushouding.
De foetus leeft met een veilig gevoel gekruld in de baarmoeder. De rups (zie
ook ons wormenbrein) krult zodra er gevaar is. Wanneer wij vallen zal ons
lichaam spontaan krullen. Het is een natuurlijke reactie om de wervelkolom
soepel te houden en de vitale organen te beschermen. Doordat we het
hoofd spontaan hierbij intrekken, beschermen we ook de zintuigen.
Door te krullen creëren we stabiliteit in ons organisme, herstellen we de diepe
connectie met onze middellijn.
Het herstel van de psoas.
Een volgende stap om de psoas te herstellen is ervoor zorgen dat het bekken
goed in evenwicht is. Het bekken kunnen we weer centeren door
aandachtig te zijn op de manier waarop we zitten. We leven nu eenmaal in
een maatschappij waarin we een groot deel van de dag al zittend
doorbrengen.
Als we zitten wordt de zwaartekracht verdeeld over onze 2 zitbeentjes. Je kan
geen goed evenwicht in de wervelkolom hebben, als je niet het
lichaamsgewicht op een gelijke manier over de 2 zitbeentjes laat rusten.
27
Om correct te zitten:
- Verdeel het lichaamsgewicht op een gelijke manier over de 2
zitbeentjes, dat wil zeggen dat je recht zit op een stoel
- De benen niet kruisen, daardoor geraken de gewrichten en ligamenten
geklemd
- Niet in een holle stoel zitten, waarbij ons gewicht op het sacrum terecht
komt. Het sacrum is het einde van onze middellijn, en door erop te
zitten verstoren we de energiecirculatie
- Knieën en enkels moeten in een rechte lijn over elkaar staan
- Voor mannen, laat niets in je achterzakken zitten, dat onevenwicht
veroorzaakt bij het zitten
De weg naar het hart.
De psoas is de spier van het “zijn” en niet de spier van het “doen”. Het maakt
deel uit van het parasympatisch zenuwstelsel, een systeem in ons lichaam dat
ontstaan is vanuit ons wormenbrein en waar we geen controle op kunnen
uitoefenen. Anderzijds moeten we er ook geen moeite voor doen. We
kunnen zeggen dat de psoas ons de capaciteit geeft om aanwezig te zijn in
het nu, bewust, ontspannen, open en ontvankelijk te zijn. Hoe meer we ons
durven open te stellen, hoe meer we van het leven mogen ontvangen.
Ons organisme is een vloeibaar energetisch systeem. Wij leven op een
elektromagnetisch systeem: de aarde. En de aarde behoort tot een nog
groter kosmisch systeem.
Het is belangrijk dat we durven herkennen dat wij mensen deel uitmaken van
dat vloeiende kosmisch geheel, en door die verschillende vloeibare systemen
gevormd worden.
Hoe meer een mens in staat is om zijn lichaam te zien als een vloeibaar en
levend organisme, hoe meer die mens zal groeien in het besef dat er niet
zoveel hoeft gedaan te worden om te leven.
We moeten niet ademen, we zijn adem!
Er zijn veel dingen waar we ongelofelijk veel moeite voor doen in het leven,
die eigenlijk helemaal niet nodig zijn. Vele van onze patronen zijn ons alleen
ingefluisterd door een overlevingsdrang, gestimuleerd door angst, trauma’s of
onverwerkte emoties.
28
Velen onder ons leven daardoor met een defensief hart, geopend aan de
voorkant en gesloten aan de achterkant. We nemen energie uit onze
omgeving binnen, maar hebben geen doorstroom naar de aarde toe via de
middellijn. Als we ons hart achteraan openen dan maken we verbinding met
ons diafragma en via het mediastinum met de psoas en onze middellijn. (zie
hoofdstuk 2). Wat we opnemen kan op die manier opnieuw wegvloeien naar
de aarde. Daarom is het noodzakelijk om de achterkant van ons lichaam, de
achterkant van ons hart te openen.
Ons hartbrein is eigenlijk de impuls van ons leven. Het geeft de toon aan ons
bestaan en stuurt de resonantie uit waarop alle andere organen van ons
lichaam functioneren. Ons hart stuurt meer signalen uit naar de hersenen in
ons hoofd, dan onze hersenen signalen uitsturen naar ons hart. Het hart
organiseert ook het centraal zenuwstelsel.
Door oefeningen kunnen we de achterkant van ons hart openen.
Ga in rustpositie op de mat liggen, met de benen gebogen, zie oefening 1 uit
hoofdstuk 5.
Leg een half opgeblazen bal onder de rug, net iets onder het hart, op de
plaats waar de psoas zich vasthecht aan de wervelkolom. Laat de bal onder
de rug stilletjes rollen, geef wat tegendruk met de voeten.
Door deze beweging wordt het weefsel uitgenodigd om in beweging te
komen, zachter te worden. Daardoor wordt stilaan de achterkant van het
hart geopend. Dit zal ook zorgen voor opening in de mond, de keel en zo
doortrekken tot in het bekken.
29
De psoas verspreidt de resonantie van het hart doorheen heel het organisme.
Het hart openen is de eenvoudigste en snelste manier om vloeibaarheid te
bewerkstelligen. Dit maakt dat ons hartbrein opnieuw de zuivere en
vloeiende impuls van ons leven wordt.
In hoofdstuk 6 hebben wij samen met Bhaven Heeremans de weg
bewandeld van de psoas naar het hart, via cranio sacrale handelingen.
Besluit
Wanneer de mens het contact verliest met kosmische zuivere energie en met
de zwaartekracht van de aarde, kan de doorstroming van de energie via de
middellijn blokkeren.
Het hart is het centrum van onze middellijn. De trilling van ons hart stimuleert
onze organen, onze hersenen en ons centraal zenuwstelsel. Wanneer onze
middellijn in volledige verbinding met de kosmos en de aarde is, dan stroomt
zuivere energie via ons hart naar alle onderdelen van ons organisme. De
psoas is de spier die deze trilling verspreidt. Een gezonde en dus vloeibare
psoas zorgt voor verbinding tussen de kosmische energie en ons fysieke
lichaam.
30
5. Oefeningen die je alleen kan toepassen.
Met rust en ruimte werken aan de psoasspier zal in eerste instantie ongrijpbare
angsten en een algehele gevoel van onrust opleveren. Trillingen in de
onderste helft van je lichaam, wippende benen en spasmen in het bekken.
Angst- en paniekaanvallen waarbij je je adem inhoudt. Ook vluchtreacties.
Het is niet voor niets dat de psoas de vecht-, vlucht- en bevriesspier
genoemd wordt. Al wat deze spier jarenlang heeft ingehouden komt in
zekere mate nu naar boven.
Blijf je rustig door oefenen, dan gaat het bekken zich meer en meer
ontspannen en de opwindingsprikkels worden gewaarwordingen die zacht
door het lichaam gaan stromen. Je wordt je meer en meer bewust van de
bekkenbodem, waarbij de spanningen losgelaten kunnen worden en energie
van de aarde en Jing van de seksuele organen aan de lichaamsenergie kan
worden toegevoegd. Je kan je in dit stadium heel kwetsbaar voelen maar
langzaamaan word je emotioneel stabieler. Al je organen krijgen meer
adembeweging en ontspanning. Je gaat steeds meer, verfijnder en “in het
moment” voelen, gewaarworden wat er in je lichaam gebeurt in antwoord
op de buitenwereld of op je eigen gedachten. Je wordt je steeds bewuster
van een diepe kracht die in je leeft, waarbij je niet hoeft na te denken, maar
die je door het leven loodst als een sterke beschermer.
Ga op een matje op de grond liggen. In bed kan ook, maar dan moet de
matras vrij stevig zijn.
Oefening 1. – Psoasontspanning
Leg je handen op je heupbeenderen en trek je benen op. Sluit je ogen.
Stel je voor dat een energielijn zich verplaatst naar beneden langs je
ruggengraat, dan naar voor komt tussen je benen en terug omhoog langs de
voorkant van je lichaam. Adem in terwijl de energielijn naar beneden gaat,
adem uit terwijl ze naar boven gaat. Adem net iets langer uit dan in. Na de
uitademing hou je heel even stil, voor dat je lichaam spontaan zichzelf opent
om in te ademen.
Ontspan en laat de ruggengraat en het bekken neerliggen op de mat,
zonder dat je daarvoor je spieren gebruikt. Voel alsof je knieën over een
31
kapstok hangen. Stel je voor dat er een waterval loopt vanuit je knieën naar
je lies, en dat die daar de spieren ontspant. Stel je daarna voor dat er een
waterval loopt vanuit je knieën naar je enkels.
Neem je tijd.
Langzaamaan zal het gewicht van het onderste deel van je ruggengraat
ervoor zorgen dat je je ontspant, zonder dat je je best hiervoor doet. Je gaat
langzamer ademen. Naarmate je langer ligt zal je bekken zich ruimer
neerleggen. Je zal het gevoel hebben dat je bekken dieper in de grond gaat
liggen. Er komt meer bewustzijn en openheid in de heupgewrichten, links en
rechts van je schaambeen. Leg je vingers hier om er al je aandacht naartoe
te brengen. Als de psoas zich ontspant, kan je voelen dat het gewicht van je
lichaam zich verplaatst naar je voeten.
Oefening 2. – Psoas release
Je bent nu klaar om het been los te maken van het torso. Dit doe je in het
heupgewricht.
Je ligt met je knieën opgetrokken. Je tilt één knie verder omhoog om het
bekken te stabiliseren. Breng het been niet naar de borst, maar houd het op
armlengte. Niet trekken, laat je armen en je schouders hangen tegen de
grond.
Je gaat werken met het andere been. Langzaam laat je dit been naar de
grond glijden, in kleine stapjes kan je het been nu strekken. Let op: beweeg
alleen je been, niet je bekken, en zet geen kracht. De hele rug (inclusief
bekken) blijft op de grond liggen. Als je je rug kromt, beweeg je het bekken
met het been mee, en dat is niet de bedoeling. Hou je aandacht in de
heupgewrichten. Als de psoas helemaal ontspant, kun je het been bewegen
32
zonder dat de rest van het torso beweegt. Stop als je voelt dat het genoeg is.
Het gaat er niet om dat je het been volledig gaat strekken, maar dat je
psoasspier versoepelt en zo je been vrijer gaat bewegen in je heupkom.
Je kan dit een paar keer herhalen.
Oefening 3. – Arm release
Ook de armen moeten helemaal los van de torso kunnen bewegen, zodanig
dat de psoas ontspannen blijft.
Breng je aandacht naar je heupgewrichten. Voel je gewicht door je bekken
heen, naar je benen en voeten gaan. Breng je armen naar omhoog, met de
handpalmen naar elkaar toe. Voel het gewicht van je armen als ze zich
ontspannen in de schouderkommen. Laat je armen langzaam naar achteren
zakken , richting vloer. Houd je armen evenwijdig met je schouderkommen.
Als je je gewicht in je bekken houdt, zijn de armen net een hefboom: door
hun gewicht strekt de psoas. Je armen hoeven niet helemaal tot op de vloer
te komen. Druk ze in elk geval niet tegen de vloer door je onderrug te buigen.
Stop de beweging van je armen, zodra je voelt dat je je rug hol trekt. Je
hoofd mag meebewegen, je kan met je ogen je armen volgen. Hou je
aandacht steeds op je heupgewrichten. Kom dan terug naar de
oorspronkelijke positie.
Je kan dit een paar keer herhalen.
Oefening 4. – Versterkende psoasoefeningen
Aandachtspunten: hou te allen tijde je bekken stabiel, geen verdraaiingen
van het bekken als je één been oplicht. Je moet eerst de psoas ontspannen,
33
dan pas versterken, anders gebruik je de verkeerde spiergroepen. Je kan pas
de psoasversterkende oefeningen beginnen doen, als je één been languit
kan laten glijden zonder dat je bekken kantelt. (zie oefening 2)
Begin in de rustpositie, bekken tegen de grond, benen opgetrokken. Ontspan
je heupkom. Strek één been. Hef het uitgestrekte been zo hoog als je
heupkom (ongeveer 15 cm) en voel tegelijkertijd je gewicht in je gebogen
been en de voet die op de grond staat. Het optillen van je been gebeurt
door je andere voet (van je gebogen been) in de grond te duwen. Beweeg
nu langzaam het gestrekte been op en neer, naar links en rechts en
diagonaal. Let op: Als je je been opheft, visualiseer dan dat de psoas als een
lepel vanuit je wervelkolom naar je bekken gaat en het been van de vloer
schept.
Andere oefening:
Ga op knieën en ellebogen zitten, verdeel het gewicht over alle vier de
contactpunten. Zorg ervoor dat je rug niet hol of bol staat, door je knieën en
ellebogen evenwijdig en op de juiste afstand van elkaar te zetten.
Strek één been zodanig dat je bekken evenwijdig met de grond blijft. Hou het
been stabiel en beweeg het gestrekte been naar links en naar rechts en op
en neer. (ca 10-15 cm). Het voelt alsof je been verlengt en vrijkomt in de
heupkom.
De onderrug en het bekken mogen niet kantelen om het gestrekte been te
bewegen. Hou het bekken recht en ontspan vanuit de heupkom.
Oefening 5. – Verlengen van de psoas
Om de psoas te kunnen verlengen via stretchen is allereerst
psoasontspanning nodig. Door de ontspanning komen de beenderen in een
gewichtdragende positie. Het is niet de bedoeling dat onze spieren ons
dragen, maar wel onze beenderen. Door de ontspanning gaan de
gewrichten in het bekken zich vrijer bewegen. Het verlengen van de psoas
maakt het been vrij van de romp en geeft het een grotere
bewegingsvrijheid.
Hou je aandacht in je heupkom. Span en strek de onderrug niet. Het bekken
moet stabiel zijn en op één lijn met de romp.
Begin in de rustpositie, bekken tegen de grond, benen opgetrokken. Ontspan
je heupkom.
34
Breng één been naar je borst. Trek het been tegen de borst. Hou met je 2
armen je been dicht tegen je borst. Zorg ervoor dat dit been zo op zijn plaats
blijft tijdens de oefening. Laat je andere been langzaam omlaag glijden, leg
het niet neer op de grond maar hou het even boven de grond. Blijf
ontspannen in beide heupkommen. De psoas zal aan de kant van het
gestrekte been uitrekken. Zij kan alleen stretchen als het bekken niet met het
been mee beweegt. Hou het ene been volledig gestrekt, hou het andere
been vast en bied weerstand.
Om terug te komen naar de rustpositie, zet je eerst het gebogen been terug
op de grond.
Oefening 6. - In contact komen met de psoas.
Laat je benen nu op de grond rusten, leg je handen op de rand van je
heupbeenderen. Heel losjes erop leggen. Ga met je adem en je aandacht
onder je handen. Adem diep en regelmatig. Adem net iets langer uit dan in.
Na de uitademing, hou je heel even stil, tot wanneer je lichaam vanzelf weer
inademt.
Voel hoe de heupbeenderen zichzelf ontspannen, en misschien in je handen
zichzelf gaan kenbaar maken met een langzaam (ver)schuivende beweging.
Soms voelt het aan als een poes die zich heel subtiel in alle richtingen rolt om
gestreeld te worden.
Je kan je handen om je bekken leggen met de duim om de rand van je
heupbeenderen. Voel hoe door gewoon aanwezig te zijn op die plek, je
bekken heel zachtjes breder wordt. Het gebeurt als vanzelf, je hoeft niet te
trekken.
Je kan ook je vingers over de rand van je bekkenrand leggen en voelen hoe
je contact maakt met de psoasspier die binnenin je bekken ligt. Laat alles
heel rustig en langzaam gebeuren. Geniet van de vertraging. Je zal dieper
gaan ademen, je hoofd zal zichzelf legen, en je krijgt een gevoel van
stroming binnenin jezelf.
Je kan ook elke bekkenrand apart benaderen, en het andere hand dan
gewoon losjes op de maagstreek leggen.
35
6. Cranio-technieken die verbinding maken tussen hart en psoas
Sessie 1
- Ga met je rechterhand zacht onder thoracale 12 (T12) en voel waar
voor jou het midden is. Leg daar je vingers rustig onder. Breng je
bovenhand heel zachtjes aan de schouder. Zoek de middellijn in jezelf,
ook het 3de ventrikel, het midden in je brein en laat een loodlijn naar je
perineum zakken.
Onder je vingerkootjes rusten de uitsteeksels van de gewrichten van de
cliënt. Zie of je je handen vloeibaar kan maken en hou je aandacht
aan de rugzijde van je hand. Des te vloeibaarder jouw handen kunnen
worden, des te meer de uitnodiging bij de cliënt binnenkomt om
vloeibaar te worden.
- Verplaats de bovenhand van de schouder naar T3-4 tussen de
schouderbladen.
- Verplaats de ene hand
opnieuw naar de
schouder maar
handpalm verticaal
tegen schouder en de
andere hand losjes op
de knie. Gebruik hiervoor
kussentjes zodat je het
zelf makkelijk en
comfortabel hebt.
- Eindig zacht aan de voeten. Open je handen onder de benen, net
even boven de enkels en voel hoe je het hele lichaam in de
achterzijde draagt.
Sessie 2
- Cliënt vragen om rechtop op tafel te gaan zitten en achter hem gaan
zitten (smalle stuk van de tafel). Plaats je vingers op de heupbeenderen
en vraag aan de cliënt om in je handen te ademen en in je vingers te
zakken. Voel waar het bekken opent en geef daar ruimte. Vraag dan
om zachtjes naar links te hellen en hou zelf goed contact met beide
36
heupbeenderen. Terug naar het midden
uitnodigen en dan zacht naar rechts laten
hellen. Opnieuw naar het midden
terugkomen (is belangrijk om je midden te
voelen!) en dan langzaam uitnodigen om
naar achter over te hellen. Als therapeut
kan je je hoofd naar voren brengen als
steun voor je cliënt. En dan nodig je terug
naar het midden uit. Als er ontladingen
komen dan onderbreek je ze niet, maar
bevestig je ze. De bedoeling is om in een
steeds rustiger tempo van ademen te komen, in long-tide.
- Plaats nu je volle handen aan de onderzijde van de ribben, rond het
diafragma. Zorg dat je als behandelaar in die wijdte van je eigen
diafragma kan ademen. Maak een zachtvol contact, niet induwen,
maar wel wat steun geven.
- Dan ga je opnieuw naar het bekkendiafragma dat ook een
dwarsstructuur is.
- Dan leg je één hand op het sacrum en de andere tussen de
schouderbladen. Je voelt contact tussen sacrum en hart.
- Tot slot kan je even zachtjes de dura strelen van boven aan de
wervelkolom tot aan het sacrum.
Sessie 3
- Neem met je hand de pols van de cliënt en leg je vingers op de
onderkant van de pols waar je contact maakt met een bloedvat, een
arterie. Je andere hand leg je los op de enkel.
37
- Aan de binnenzijde van alle bloedvaten zit fascia. Dus als je contact
maakt met een bloedvat, heb je contact met vloeistof maar ook met
fascia. Door zachtjes hiermee te spelen (zoals je op een gitaar speelt)
help je om de baroreceptoren in de arteriële vaatwand meer tot rust te
brengen. Het lichte spel van je vingertoppen geeft een signaal dat er
ontspanning mag komen. Rust zelf zoveel mogelijk in je eigen
vatenstelsel, in je hart, je bloed.
- Ga nu aan de rechterkant van je cliënt zitten voor het buikgebied. Stel
je de psoas voor en de aorta die eerst één is en op een gegeven
moment splitst in twee bekkenslagaders, de arteria illiaca. Leg je
vingers op de buikarterie, de aorta. Je hoeft geen druk te gebruiken.
Met een lichte aanraking bereik je al genoeg. Als er wat meer ruimte
komt, dan kan je daarin wat spelen. Het maakt het weefsel wat meer
open.
Sessie 4
- Plaats je hand zacht onder T2-3-4. In het borstbeen bovenaan zit een
richeltje (in het manubrium, bovenste deel van het borstbeen),
waarachter de aorta loopt. Ga met je duimmuis tegen het richeltje en
laat je vingers en hand verder over de rest van het hart rusten. Zie ook
hier weer of je je aandacht aan de achterzijde van je hand kan
brengen. Als er beweging onder je hand plaats vindt, laat bewegen,
neem er notie van, maar doe verder niets. Laat in je aanwezigheid
ruimte. Je hoeft niet te verdwijnen; je blijft aanwezig maar met je
aandacht, een mindful aandacht.
- Plaats allebei je vingers, allebei je handen (niet de handpalmen) over
de bovenrand van het schouderblad heen en laat het schouderblad
helemaal in je vingertoppen, je vingerkussentjes liggen. Als het hart nog
een embryonisch hart is dan is het zo groot als de ruimte van je
borstbeen tot aan je schaambeen. En in deze houding hier draag je
dat embryonische hartveld. Het is nog een bloedveld eigenlijk. Het is
nog geen gevormd hart. Het is een stadium van de ontwikkeling van
het hart naar het hart toe zoals wij het kennen. Dus je draagt hier ook
eigenlijk het hele bloedsysteem, het vatensysteem in de schouders.
- Dan breng je (best met kussentje en voldoende ruimte nemen)
middelvinger, ringvinger en pink – wijsvinger blijft er gewoon bij langs de
38
zijkant en de duim is vrij – zachtjes aan de rand van de schedel
(occiput) overlappend naar cervicale 1-2-3 (rusten gewoon in de
vingertoppen). Hou je hand open. Honoreer door jouw aanraking dat
weefsel als zacht (ook al is dat niet zo) en dan komt de arterie
tevoorschijn. Je oordeelt niet over de nek. Stilaan kan je dan de
vloeistofstroom daar gaan voelen. Tegelijk ga je zoeken hoe je je hand
nog vloeibaarder kan maken. Kan je het nog iets meer laten smelten?
- Cliënt vragen om op zijn/haar zij te gaan liggen
(eventueel kussentje tussen de knieën en onder het
hoofd). Ene hand zacht over de schedel en de wijs- en
middenvinger van de andere hand leg je heel zachtjes
net onder de kaaklijn. De halsslagader (carotis) loopt hier
en door die zacht te benaderen en aandacht te geven,
ontspant er in het bloedveld letterlijk een stuk spanning,
een stuk stress. Heel zacht en met de aandacht aan de
buitenzijde van je hand blijven.
39
7. Ervaringen van Anna
Het ontstaan van de oorsuizingen –
ontdekkingstocht van mijn leven naar mijn lichaam.
Het had die dag geregend, en het wegdek lag nat. Het gebeurde op een
lange oprit van de autosnelweg, in een bocht. Ik reed nog niet snel, en toch
te snel, zodat ik de controle over mijn stuur verloor. Eerst hield ik mijn stuur
krampachtig vast, en probeerde de auto terug in de juiste richting te
brengen. Het duurde maar enkele tellen voor ik alles losliet. Toen had ik maar
één gedachte: “dit is het geweest”, met een diep gevoel van aanvaarding
en overgave.
Uiteindelijk stond mijn auto stil, op de pechstrook, in de tegengestelde
rijrichting (nl die waar ik vandaan kwam), met mijn bumper netjes tegen de
vangrail. Er was geen materiële schade, alleen een stel flanellen benen onder
mijn lijf.
In de weken nadien hoorde ik voor het eerst geruis in mijn oren op momenten
van stilte. Geruis werd gefluit, af en toe werd dagelijks en later permanent.
Vanaf toen leefde ik elke dag met een scherpe fluittoon in mijn oren. Die
minderde iets tegen zondagmiddag (met de rust van het weekend) en was
tegen maandagmiddag weer helemaal aanwezig.
Mijn hoofd woog zwaar, mijn gedachten waren niet meer helder, elk geluid
van buitenaf weergalmde in mijn hoofd als een echo. In mijn hoofd botsten
gedachten permanent tegen elkaar aan, maar over iets simpels helder
nadenken was niet meer mogelijk.
Lang dacht ik dat het ongeval schade had veroorzaakt in mijn oren. Vaak
beschreef ik mijn oorsuizingen als de knop van een alarminstallatie die
geblokkeerd stond, waardoor een sirene niet meer af te zetten was. Alarm,
gevaar!
Ik leerde verschillende situaties herkennen, zonder er echter verklaringen aan
te kunnen geven.
- Geruis of gefluit. De verandering van geruis naar gefluit kon plotseling
opkomen . Maar het duurde dagen vooraleer het gefluit terug
wegebde.
40
- Ik leefde met een groot gevoel van vermoeidheid, precies alsof het
gefluit al mijn energie uit mijn lichaam haalde. Uit frustratie greep ik
naar de verkeerde voeding (brood, vet en suiker) om mezelf vooruit te
helpen in het leven.
- Ik kon niet toegeven aan mijn vermoeidheid, en verplichtte mezelf tot
allerlei nieuwe activiteiten en taken, precies om mezelf te bewijzen dat
ik nog leefde.
- Het gefluit kon opeens scherper toenemen zonder een duidelijke
aanleiding, zowel wanneer ik alleen was als onder de mensen.
Stilaan werd ik mij bewust dat het ongeval niet de oorzaak van mijn oorsuizen
was, maar alleen de druppel die in mijn lichaam een toestand aan het licht
gebracht had die er al jaren leefde.
Doorheen de jaren was ik het evenwicht verloren tussen mijn werk, mijn gezin
en mezelf. Als moeder was de band met mijn kinderen essentieel, echter
werd die steeds moeilijker. Daardoor groeide in mij een sterk gevoel van
angst en schuld en daardoor geraakte mijn lichaam totaal uitgeput.
Op het moment dat ik een keuze maakte om mezelf daarin te herstellen en
opnieuw een waardig leven aan mezelf te geven, klapte het ganse
kaartenhuisje dat ik had opgebouwd in elkaar. Ik geraakte bijna alles kwijt:
gezondheid, gezin, familie, vrienden en inkomen.
Na een periode van intense emoties kwam er een tijd dat ik mezelf helemaal
niet meer voelde, ik functioneerde alleen nog om te overleven.
Ik probeerde alleen mijn verloren veiligheden te herwinnen, maar stond niet
open voor de nieuwe kansen die het leven mij bood. Ik wou verantwoorden
waarom ik zoveel onrecht niet verdiende en leefde heel sterk om het
verleden te behouden.
Ik zat in die periode alleen nog in mijn hoofd oplossingen te zoeken. Dat
hoofd van mij was onophoudelijk aan het werk en toch vond het geen
oplossingen of antwoorden. Ook voor de meest simpele dagelijkse situaties
kon mijn hoofd geen heldere gedachten meer opbrengen.
Naast mijn eigen dagelijkse strijd was er ook het beeld dat ik uitstraalde naar
de anderen. Gedrevenheid en uitgelaten lachbuien, ofwel een
ondoorgrondelijk masker op mijn gezicht om mijn gevoel van verdriet zeker
niet door te laten schemeren. Zeldzaam waren de mensen die dit begrepen
41
als een onderdrukking van de extreme angst waarin ik leefde. Het beeld van
de sterke Anna trok de last van anderen nog aan, en die nam ik plichtsmatig
bij op mijn schouders.
Mijn zoektocht naar antwoorden draaide op niets uit, maar putte mij meer en
meer uit. Ik bestond vanbinnen enkel nog uit angst en verlatenheid, zonder
contact met mezelf noch met mijn lichaam, en vanbuiten gedroeg ik mij als
een clown.
In die stressperiode gebeurde het ongeval. Ik interpreteerde het toen als een
boodschap van het leven: “zie eens hoeveel hulp je van het leven kan krijgen
als je bereid bent je angsten los te laten”. Tegelijkertijd was het een startknop
die ingedrukt werd om mijn lichaam te laten vragen om aandacht van mij.
Jarenlang heb ik naar mijn oren geluisterd als “alarm, er is gevaar”. Eigenlijk
zeiden mijn oren “luister naar jezelf, wat heb je nodig om je nu veilig te
voelen?”
Pas op het moment dat ik heb leren kijken en leren zorgen voor mijn eigen
innerlijke rust en mijn eigen noden, is er verandering gekomen in de vicieuze
cirkel van mijn leven.
In die periode werd ik mij ervan bewust dat ik mijn oorsuizingen niet moest
benaderen vanuit het alarmsysteem, maar wel vanuit het systeem in ons
lichaam dat voor onze innerlijke integriteit zorgt; de psoas.
Stilaan zie ik mij beslissingen nemen vanuit een diep bewustzijn dat in mij leeft
maar dat met geen woorden uit te leggen is. Dat doet deugd, want ik moet
niet meer zoveel moeite doen om antwoorden te vinden. Het antwoord
komt, al is het voor mijn hoofd niet altijd duidelijk “waarom” het een juist
antwoord is. Maar ik heb ondervonden dat handelen vanuit die innerlijke
antwoorden altijd tot een goed resultaat leidt.
Nu ik mijn hoofd heb opgeruimd van oude
emoties en nutteloze beelden is er weer ruimte
vrij om gewone dagelijkse vraagstukken op te
lossen die even de aandacht van mijn hoofd
vragen en niet langer dan nodig moeten
vastgehouden worden. Creativiteit en een
beter gevoel voor eigenwaarde begeleiden
voortaan mijn leven.
42
De oefeningen van Liz Koch -
de veranderingen van mijn lichaam naar mijn leven.
In januari van 2013 werd ik mij bewust dat ik het thema “oorsuizen” niet zou
benaderen via het alarmsysteem in het hoofd maar wel via het alarmsysteem
in het lichaam, of de spier die intens verbonden is met ons diep en instinctief
gevoel van veiligheid, de psoas.
Ik begon dagelijks de oefeningen te maken uit het boek van Liz Koch, zoals ze
beschreven zijn in hoofdstuk 4 van dit werk. Later kwam ik in contact met de
psoasspier vanuit de cranio-sacraal therapie, en leerde handelingen die op
een hele zachte manier het contact herstellen tussen de psoas, het
diafragma, het vatenstelsel (het hart) en het hoofd.
In het begin was er enkel de dagelijkse aandacht voor de oefeningen. Ik
ontdekte dat ik eerst op een verschillende manier contact maakte met de
linker- en de rechterkant van de psoas. Zie oefening 1. Met de linkerkant
maakte ik contact, ik kon de spier voelen bewegen en ontspannen onder
mijn hand. Aan de rechterkant gebeurde er niets. Maar ik kon aanvaarden
dat het zo was, en probeerde enkel mijn aandacht in mijn handen te
houden, en niet na te denken over wat daaronder gebeurde.
Daarnaast maakte ik dagelijks de andere oefeningen uit de reeks. In het
begin als een kind dat oefeningen maakt in de turnles, zonder veel voeling te
hebben met de spieren die aangesproken worden, strekkend en bewegend,
zonder de energie te voelen binnenin mijn lichaam.
Stilaan kwam er verandering. Ik ging de bewegingen zachter en subtieler
maken. Ik ging meer aandacht besteden aan de energie die zich verplaatste
in mijn lichaam door een beweging, en niet meer zozeer aan de beweging
zelf. Ik kwam in contact met beide kanten van mijn psoas, en genoot van
rustig luisteren, met mijn aandacht enkel in mijn handen. Vele malen viel ik ’s
avonds zo in slaap, of vond ik zo de slaap tijdens wat vroeger onrustige
nachtelijke waakmomenten waren.
Onder mijn handen voelde ik mijn bekken zich ontwinden. Het voelde als een
kat die zich in alle richtingen kronkelt en overal over haar lijf vraagt om
aangeraakt te worden. Ik genoot van het groeiende contact met de
binnenkant van mijn bekken. Als ik mijn handen op de rand van mijn bekken
legde voelde het na een tijdje alsof mijn vingers langer werden en ik zo de
binnenkant van mijn bekken kon aanraken en strelen. Die energetische
aanraking was zo subtiel en intiem dat ik steeds een diep gevoel van
43
thuiskomen ervaarde. Mijn bekken opende zich en ik voelde een zachte
stroom van beneden naar boven opkomen. Mijn hart werd ruimer en ging
steviger maar ook rustiger kloppen.
Ik kreeg contact met de botten van mijn bekken, met mijn dijbenen, met de
spieren die dit alles verbinden. Ik voelde elk onderdeel apart bewegen.
De eerste verandering die ik in mijn dagelijks leven ervaarde, was dat ik
anders ging stappen. Meer bewust van de beweging van het dijbeen in mijn
bekken, ging ik mijn bekken anders kantelen, en had op die manier de indruk
dat mijn benen zich op een vrijere manier bewogen in mijn bekken. Die
manier van stappen is iets trager, maar elke stap is meer gedragen. Ik bedoel
daarmee dat bij elke stap mijn voet een voller contact maakt met de grond.
Mijn enkel en kuit strekken zich languit. Bij de beweging van mijn dijbeen
(naar voor) draait mijn bekken zich om de beweging van het been meer
ruimte te geven. Mijn bekken en dijbeen zijn niet meer één blok die zich bij
elke stap beweegt, maar aparte botten die bij elke stap hun eigen functie
uitvoeren.
De spier die dit alles verbindt, de psoas, voelt voortaan als een soepel
kussentje dat zich tussen de verschillende botten bevindt, en niet meer, zoals
vroeger, integraal deel uitmaakt van een blok. Ook als ik een tijd zo stap, voel
ik een zachte stroom ontstaan in mijn lichaam waarbij mijn hart als voller
aanvoelt. Nu is het bijna een gewoonte geworden om op deze nieuwe
manier te stappen.
De volgende verandering die ik ervaarde, was de manier waarop ik
projecten ondernam die ik in jaren niet meer had aangedurfd. Met twijfels,
maar zonder teveel nadenken, voorzichtig vooruit glijdend. Het eindresultaat
is niet meer mijn doel, maar wel de kleine stappen die ik zet in de richting van
een te bereiken doel. Daardoor geef ik mezelf veel meer tijd en ruimte om te
ervaren welke mogelijkheden zich aanbieden en welke mogelijkheden voor
mij haalbaar zijn. Het heeft niet meer zoveel belang hoe het eindresultaat zal
zijn, ik geniet van elke stap die mij vooruit brengt bij dat doel. Voorbeelden
zijn: het plannen van een zomervakantie, het organiseren van een cursus imv
de psoasspier (met een aantal medestudenten) bij mij thuis.
Meer en meer krijg ik het vertrouwen dat het project dat ik opstart op één of
andere manier wel een goede uitkomst zal hebben. Ik heb minder het gevoel
dat ik het alleen moet verwezenlijken, maar kan vertrouwen dat ik de nodige
44
mensen en omstandigheden zal tegen komen die mij vooruit helpen om dat
project te verwezenlijken. Elke stap vooruit staat los van het einddoel, en ik
merk na een tijd dat al die stappen tezamen geholpen hebben aan het
verwezenlijken van mijn project. Het komt dan niet altijd uit op de manier
zoals ik het mij oorspronkelijk heb voorgesteld, maar ik kan ervaren dat het
resultaat uiteindelijk heel goed bij mij past, en mij in de omstandigheden van
het moment de meeste voldoening geeft.
Deze nieuwe ervaringen geven mij meer vertrouwen in het leven, en in de
manier waarop ik door het leven evolueer. Mijn nieuw gewonnen vertrouwen
maakt dat ik ook anders ga reageren in mijn omgang met de mensen om mij
heen.
Al die beschreven nieuwe ervaringen zien er wel fantastisch uit. Maar het
ging niet allemaal zo gemakkelijk, en de weg was geplaveid met veel twijfels
en verwarrende ervaringen. Zo kwam er ook, tussen de goede ervaringen
door, een vluchtdrang in mij naar boven. Ik ervaarde tot in het diepste van
mijn wezen de drang om alles zomaar te laten vallen en zo ver mogelijk weg
te vluchten. Met mijn hoofd wist ik wel dat ik zoiets niet zou doen, maar mijn
ganse handelswijze ging uit vanuit die nieuwe vluchtdrang. Nieuw is misschien
niet de juiste uitdrukking. Ik besefte na een tijd dat de drang om uit bepaalde
situaties te stappen al jaren in mij geworteld zat; ik had het alleen al die tijd
onderdrukt. Door meer aandacht te geven aan de psoasspier kwam die
onderdrukte impuls opeens aan het licht. Maandenlang zocht ik naar
mogelijke uitwegen in mijn leven. Verhuizen, van werk veranderen, met de
rugzak naar de andere kant van de wereld vertrekken, mij afzonderen van de
rest van de wereld.
Ik kon niet anders dan dat gevoel in mezelf toelaten, er aandacht aan
geven, en tegelijk besefte ik dat het niet de juiste manier zou zijn om
bepaalde situaties op te lossen.
Mijn zoektocht naar een nieuw huis heeft mij nochtans veel geleerd.
Gedurende 3-4 maanden ging ik een paar keer per week op Immoweb
uitkijken naar een ander huis. Na een hele tijd kon ik enkele conclusies
trekken:
- ik had niet zozeer nood aan de materie van een nieuw huis, wel aan
ruimte
- ik had zin in creatief bezig zijn aan de herinrichting van mijn leven
- ik had nood aan meer beweging
45
- ik had nood om meer tot inkeer te komen en minder afhankelijk te zijn
van de buitenwereld
De vluchtdrang beheerste zo sterk mijn wezen dat ik in bepaalde situaties
mijn innerlijke stem niet meer kon onderdrukken. Ik kon niet meer zwijgen en
over mij heen laten gaan zoals ik zovele jaren had gedaan. Mensen die mij
lang kenden waren verbaasd, ze kenden Anna niet als diegene die
ontevredenheid toont. Ook ik herkende mezelf niet meer en zocht steeds een
evenwicht tussen mijn nieuw besef van eigen veiligheid en mijn oude angst
om opnieuw mensen te verliezen.
De evenwichtsoefening was wel deugddoend. Stilaan gaf ik mezelf in alle
opzichten van het leven meer ruimte. In mijn lichaam, in mijn omgang met
mensen en met situaties. Gelukkig reageert niet iedereen negatief op die
veranderende Anna, sommigen appreciëren mijn manier om ruimte te
scheppen. Door ruimte te geven aan mezelf, kan ik op een andere manier
ruimte geven aan anderen.
Bij de keuze die mijn dochter zou maken rond dagelijks pendelen naar de
universiteit of op kot gaan, kon ik beide wegen met haar bewandelen met
evenveel nieuwsgierigheid en enthousiasme, zonder op enige manier mijn
eigen verlangens of mening de bovenhand te laten nemen. Gedurende
enkele weken bewandelden we beide paden, zonder dat de eindbeslissing
belang had. Ik zag dat ze genoot van het onderzoeken van beide opties.
Uiteindelijk kwam het antwoord, helemaal duidelijk, zonder dat één van ons
er nog aan twijfelde. Nadien vertelde ze mij hoe verwarrend het eerst was om
mijn volle aandacht te ervaren en toch te voelen dat het helemaal haar
eigen keuze zou zijn. Eenmaal de eerste verwarring voorbij, kon ze genieten
van elke stap die we zetten, en van haar uiteindelijke beslissing.
Uiteindelijk gaf ik mezelf de toestemming eens helemaal te vluchten onder de
vorm van een vakantie. Ik vertrok voor 2 weken alleen, in een huisje op een
berg, ver weg van toeristen of enige attracties. Als een kind genoot ik van
mijn gewonnen vrijheid en leefde helemaal mee met het tempo van mijn
lichaam. Ik kon ervaren hoe het echt is om moe te zijn, honger te hebben, in
iets zin of geen zin te hebben. Ik plande niet verder dan mijn neus lang is.
Doordat ik enkel en alleen voor mezelf leefde kon ik goed voelen wat ik
nodig heb om helemaal in contact te blijven met mezelf op elk moment.
46
Ik heb door die ervaring een diepe kracht herwonnen en een hele hoop
oordelen achterwege gelaten.
Nu, terug thuis, zie ik een Anna met een grote humor en een herwonnen
creativiteit. Mensen die mij plagen staan verbaasd van mijn spontane
humoristische reactie, en gaan dan vanzelf gewoon verder zonder in een
strijd om energie te vervallen zoals het vroeger vaak gebeurde.
Mijn verlangen om te verhuizen is helemaal verdwenen, wel heb ik
veranderingen ondernomen aan mijn huis, en ben ik zelf aan het uittekenen
hoe ik bepaalde ruimtes ga herinrichten.
Ook mijn voedingspatroon is aan het veranderen. Tijdens die jaren van
oorsuizingen liep de energie op bepaalde momenten zo uit mij weg. Zonder
dat ik daarvoor enige verklaring had. Ik had vaak behoefte om te
compenseren met eten, wat dan uiteindelijk geen goede compensatie bleek
te zijn, en de energiestroom vaak nog verstoorde ook, omdat ik dan juist naar
een voeding greep die ook nog eens te veel energie van mijn lichaam vroeg
om te kunnen verteren – brood, vet en suiker. Na een maaltijd, die dan
bedoeld was om mij beter te voelen, was mijn lichaam vaak nog meer
uitgeput, wat maakte dat ik mij nog slechter voelde en vaak boos omdat ik
niet in staat was om die vicieuze cirkel te doorbreken.
Nu begrijp ik beter de boodschappen van mijn lichaam. Wanneer mijn
lichaam moe is, of bijkomende energie nodig heeft, of gewoon mij het
signaal wil geven dat ik niet in respect voor mijn eigen veiligheid aan het
handelen ben, krijg ik signalen die ik nu duidelijker kan onderscheiden. Ik
plaats niet meer zoals vroeger alles onder de noemer van “ik heb honger”.
Mijn leven lang heb ik nog nooit zoveel vrijheid gevoeld als nu. Niet omdat ik
nu alleen maar mijn goesting doe, maar omdat mijn leven nu veel meer
ingericht is volgens keuzes die echt bij mij passen. Als het leven mij een
moeilijke situatie voorlegt, dan neem ik ze aan, maar op mijn manier. Ik
onderzoek de manier waarop het voor mij veilig, aanvaardbaar en zelf
aangenaam kan zijn. En ik ga dan aan de slag om de situatie te creëren,
stap per stap, in een veel vollere communicatie met de mensen om mij heen.
Gebrek aan bodem was mijn groot levensthema. Ik zal zeker niet beweren
dat ik nu al helemaal op een stevige levensbodem kan berusten, maar ik heb
47
de laatste weken ervaren hoe het is om een levensbodem te hebben, en hoe
het voelt om vanuit die levensbodem keuzes te maken en beslissingen te
nemen. En dat laat ik voor niets nog los. Ik leef voortaan met een sterk
contact tussen mijn lichaam en mijn ziel.
Op zoek gaan naar die vollere manier van leven en van “mens zijn” is mijn
nieuw doel in het leven. En niet meer zoals vroeger, mijn best doen om door
iedereen aanvaard te worden.
Mijn dochter vertelde mij enkele dagen geleden: “Mama, die nieuwe “ik”
van u, ik mag dat wel graag…”. Meer hoeft er niet gezegd te worden…….
En mijn oorsuizingen?..... Want daarmee is het allemaal begonnen.
Wel, ik kan niet beweren dat ze helemaal weg zijn. Maar vroeger waren er de
oorsuizingen en ik. Nu is er ik en mijn diepe integriteit en mijn oren die af en
toe van zich laten horen.
Dat af en toe kan wel dagelijks zijn. Vaak is het zo dat ik opeens in de loop
van de dag het geruis hoor, en dan besef dat ik het die dag helemaal nog
niet gehoord heb. Daardoor ben ik veel meer bereid om te luisteren en op
die momenten even stil te staan. Vaak besef ik dan vrij snel waar ik mijn
energie weer onzorgvuldig heb verspild, en dan is het mijn keuze om er
verandering in te brengen.
Die sterke fluittoon hoor ik niet vaak meer. En als hij er is, heb ik nu ook het
vertrouwen dat ik er geen dagen moet blijven inhangen, zoals het vroeger
gebeurde.
Ik ben blij dat mijn oorsuizingen er nog zijn. Zonder die oren van mij, had ik
nooit de noodzaak gevoeld om zo diep te gaan zoeken naar de oorzaken.
En dan was er, na nog enkele jaren van alleen overleven, misschien iets veel
ergers op mijn pad gekomen om mij bij mezelf te brengen.
Ik geloof erin dat er een dag komt, dat de oorsuizingen helemaal niet meer
nodig zijn, op dat moment ben ik helemaal in staat te leven in volle contact
met de diepe kern in mezelf en het mooie lichaam dat ik meekreeg om die
ziel een thuis te geven.
48
8. Ervaringen van Veerle
Op weg…
Ik ben op weg al jaren lang
de weg van mijn leven
tracht ik het Leven
op het spoor te komen…
Met vallen en opstaan
ren ik alsmaar verder
in een niet weten
tot ik helemaal leeggelopen
plat val…
Ik lig stil in
niet kunnen
niet weten
op de grond van mijn bestaan
beland…
Er is geen willen
er is geen kunnen
er is niets meer…
Leeg lig ik
op de bodem van mijn ziel
broos te wezen
en voel me gedragen
tussen de frustratiegolven
om het niet kunnen door…
Ik lig en lig en lig
tot mijn ogen zich openen
en ik kijken kan
en ik zie mezelf doorheen de jaren
knokken en vechten
om gezien te worden…
Ik zie mezelf doorheen de jaren
een harnas van sterk zijn aantrekken
in de hoop het gekwetst worden
te vermijden
49
niet wetende
dat de kwetsures reeds lang
in me zitten…
Ik zie mezelf vastlopen
in een alsmaar beter willen
zijn en kunnen.
Ik aanvaard me niet
zoals ik ben…
Ik begrijp pas nu
dat niets anders
dan platvallen
de razernij van
zelfvernietiging
kon doen stoppen…
Ik mag gewoon zijn
en laat de pijn
van onmacht
uit mijn ogen stromen…
Tranen bevrijden
tranen zalven
tranen luchten op
tranen verzachten mijn ziel…
En ik kijk opnieuw
met nieuwe ogen
die dankbaar glimlachen
om het Leven mij gegeven…
Ik kijk het landschap open
dat mijn weg omgeeft
en zie de ander/Ander
die naast me loopt…
En zo is het goed nu
gewoon wandelend
in het nu
verbonden…
- Veerle -
50
Het begin…
Cranio kwam op mijn weg toen een burn-out nabij was. Het zachte aanraken
met heel veel respect voor wat was, hielp me door de donkere nacht heen.
Geen gemakkelijke tijd van werkelijk tot stilstand komen en maanden liggen
zonder energie en zonder levenslust.
Maar ik kwam stilaan weer op kracht en kon vanuit mijn bodem weer het
leven gaan opbouwen. Ik was door de cranio geprikkeld geraakt en voor ik
er erg in had, zat ik in de opleiding tot cranio-sacraal therapeute.
Geboeid door de wereld die voor me open ging, leerde ik voelen met zachte
handen naar het diepe ritme waarop het cerebro-spinaal vocht zich
vernieuwt. En vanuit die diepte was het mogelijk om alle organen en cellen te
bereiken en deze ruimte te geven om los te laten wat niet meer nodig was.
Doorheen de verschillende modules opende zich in mij een bewustzijn van de
wereld in mij. Ook werd duidelijk hoe alles rondom mij beïnvloed was door
wat in mij speelt en omgekeerd. Het lichaam en het functioneren ervan werd
– hoe meer ik erover te weten kwam – alsmaar een groter mysterie dat me
deed hongeren naar nog meer informatie.
Na de verschillende modules en het inoefenen van alle technieken in
voorbereiding van de praktische eindproef, voelde ik hoe mijn aanraken zich
ook verdiepte. “Warme zachte handen die voelbaar aanwezig waren”, zo
verwoordde Tina haar ervaring tijdens de eindproef. Het was een bijzonder
gebeuren geworden voor ons allebei.
En toen kwam Anna terug op mijn pad om nog een tijd later aan te kloppen
met de vraag samen een eindwerk te maken over de psoas. Niet zomaar
een theoretisch werk, maar een werk dat moest groeien door zelf met de
psoas aan de slag te gaan. We waren toen half april en ik zei volmondig ja!
We gingen van start met de basisoefeningen van Liz Koch die we in de cursus
diep spierwerk terugvonden. Het duurde een paar weken vooraleer ik
werkelijk contact kreeg met mijn psoasspier en de illiacus. Maar eens het
zover was, voelde ik ook verandering in mijn staan en mijn doen.
Het zette meteen ook een heel proces in gang van gronden, kiezen voor het
leven, staan op eigen benen. Ik werd me bewust van wat ik zelf in handen
had om hetgeen om me heen gebeurt al dan niet een positieve wending te
geven. En ook al had ik dat met mijn hoofd al langer begrepen, toch bleef
het moeilijk om vat te krijgen op mijn doen en laten in bepaalde situaties.
51
Op weg met de psoas…
Op het werk diende zich al snel een uitgelezen “kans” aan om te oefenen. Te
doen met mannen die alleen hun eigen ding willen doen en geen rekening
houden met het geheel, was het verrassend hoe ik uit de hoek kon komen. In
felle discussies liet ik me niet omver blazen, maar bleef ik rustig ademen. Ik
kon ook zeggen wat ik te zeggen had en rake woorden spreken. Ik leek in de
storm van het gesprek overeind te blijven en niet van mijn standpunt af te
brengen. Niet dat het mij ging om gelijk te halen. Het ging mij vooral om het
uitdrukken van de zorg voor het geheel dat maar haalbaar is als iedereen zijn
of haar taken naar behoren opneemt en de juiste plaats in het geheel
inneemt.
En toch bleef het gebeuren van vrij agressief gedrag en vooral het ontbreken
van de zorg voor de ander (“als ik er maar beter van word, is het enige dat
telt”) in mijn lijf zitten als een onrust die me ’s nachts wakker hield. Hoe kon ik
me hierin staande houden en het geheel in goede banen leiden?
Op die onrustige momenten ging ik aan de slag met de psoas-oefeningen. Ik
voelde me regelmatig vanuit mijn “zorgenhoofd” zakken naar mijn veilige
basis. Ik ging maar terug naar bed als ik helemaal in contact met de psoas
gekomen, weer rust vond in mezelf. Alsof ik gedragen werd door mijn eigen
zijn, in een warme schoot geborgen. Het voelde goed om in mezelf te vinden
wat ik nodig had.
Maar het proces ging door van altijd opnieuw in onrust en onevenwicht
komen, zoeken en voelen naar mijn psoas en opnieuw rust vinden… soms vrij
snel, soms heel langzaam of niet. Het besef dat er een ruimte in me zit die
draagt en waar ik ten allen tijde naartoe kan gaan of tasten, deed de rust in
me toenemen.
Een ander iets dat die tijd ’s nachts opdaagde waren dromen over mijn
kindertijd. Ik leerde zien hoe ik met één van mijn zussen vooral in een rivaliteit
vast was komen te zitten. Niet dat ik beter of sterker wou zijn, maar vergelijken
was vaak aan de orde. Toen ik dat snapte, ben ik systematisch in de
contacten met die zus uit de rivaliteit gestapt (voor zover ik het in het begin
door had). Ik voelde me voldoende op eigen benen staan om los te kunnen
komen van de verwachtingen die ik zolang naar haar gekoesterd had. Het
gaf en geeft nog een gevoel van vrijheid. Zijn wie ik ben en ook de ander
kunnen laten zijn wie zij is. Ik hoop dat ik het vast kan houden of het telkens
opnieuw mag ontdekken als het weer weg is.
52
Vloeibaar worden…
En toen kwam een tweedaagse over de psoas in verbinding met het hart en
de bloedsomloop. Een heel nieuw gegeven van vloeiende aanwezigheid in
mij naast de vaste structuren. Ik begon meer ruimte in te nemen, de ruimte
die me gegeven is. En de verbinding met wat rondom mij was, nam ook toe.
Het deed me denken aan een tekstje van Toon Hermans: “ik ben maar een
stipje, een stipje in het geheel, maar zonder dat stipje was de wereld niet
compleet.”
Het vloeiende in mezelf voelen en toelaten was een opening naar meer
vrijheid in mij en om me heen. De psoas loopt door de buikholte het bekken in
en hecht zich aan het bovenbeen. Hoe vloeiender de psoas hoe meer ruimte
de organen in dat gebied krijgen om hun werk te doen. Ook dat voelde ik bij
het dagelijks uitvoeren van de basisoefeningen. Er kwam ruimte vrij in mijn
buikholte, meer ontspanning ook waardoor los kon komen wat niet meer
nodig was. Mijn adem verdiepte zich op momenten dat ik bewust met de
psoas bezig was. Mijn darmen werkten lustig door zodat het gevoel van
zwaarte in mijn buik verdween. Maar was er geen contact meer, geen
aandacht, dan kreeg ik opnieuw dat gevoel van zwaarte in de buik. Met
grote regelmaat (best dagelijks) bewust bezig zijn met de psoas is broodnodig
om vaste patronen in jezelf te doorbreken. De oefeningen zijn daarin een
goed hulpmiddel gebleken en volhouden is de boodschap.
Zetel van de ziel…
“De psoas wordt ook wel de zetel van de ziel genoemd.” Die uitspraak raakte
me diep en bracht verbinding met wat ik op een andere plek in andere
woorden had gehoord. En ook toen gaf het me een schok. Alsof er iets in me
samenviel, een soort puzzel die in mekaar valt.
Om mijn ervaring hierover beter te kunnen weergeven neem ik je even mee
in de wereld van de psalmen. De psalmen zijn eeuwenoude teksten (meer
dan 2500 jaar oud) die in het oude testament te vinden zijn. Ik ben er al jaren
mee vertrouwd en schrijf wekelijks wat in me leeft of opborrelt bij het lezen
van één van de psalmen. Het zijn teksten waarin mensen ooit uitdrukking
gaven aan wat in hen leeft: hoop, vreugde, verdriet, angst, wanhoop, geloof,
nijd, vijandigheid, liefde, …
Het is in een studieweek over psalm 119 te Nijmegen bij Kees Waaijman dat ik
het woord troost op een nieuwe manier ingevuld kreeg.
53
Het woord komt een paar keer terug in de psalm:
v. 50: Dit is mijn troost in gebogenheid:
ja jouw zegging laat mij leven.
v. 76: Weze toch jouw gunst mij tot troost,
als jouw zegging voor jouw knecht.
v. 82: Ten einde zijn mijn ogen om jouw zegging,
ze zeggen: ‘Waarom troost Jij mij?’
Troost is het fundamentele vertrouwen (vanuit het engelse “trust”), dat
weerbaar maakt. Het vormt als het ware een soort vlechtwerk waarop je kan
bewegen, een basis, een grond. Hier kan je best heel veel zorg voor dragen
want als dat begint te lekken, verlies je jezelf tot in je ziel…
Voor mij vormt de psoas als het ware mijn “troost”, een vlechtwerk in de
diepte van mijn ziel gelegd waardoor ik gedragen ben. Voor het eerst heb ik
een concreet aanknopingspunt gevonden waarmee ik kan werken aan mijn
vertrouwen, mijn weerbaarheid. Daarmee aan de slag kunnen gaan en er
actief contact mee zoeken, is dan ook van fundamenteel belang geworden
voor mij. Want als het vlechtwerk lekt, gespannen staat, scheurt, dan is dat
rampzalig voor mij. Ik zak dan helemaal weg; verlies mezelf tot in mijn ziel…
Mijn psoas verdient dan ook de nodige zorg en aandacht van me en is
levensbelangrijk voor me geworden om tot leven te komen. Levensbelangrijk
geworden om te kunnen worden wie ik in wezen ben.
De weg verder gaan…
Ik zou er dan ook meer aandacht aan besteden en zorg voor dragen en ging
verder aan de slag. En door de momenten van verbinding heen, voelde ik
sterker aan wat ik wilde en wat nodig was in mijn leven. Alleen bleek het niet
zo vanzelfsprekend om in contact met anderen dan ook duidelijk te zijn
hierover. En wat nog opviel was dat anderen niet altijd konden horen wat ik
te zeggen had. Ik ging ervoor maar kreeg heel veel weerstand te verduren
van mensen die zich terechtgewezen voelden. De weg was waardevol maar
verdomd moeilijk te gaan.
Gelukkig voelde ik gaandeweg ook in mij een ruimte opengaan; een
dragende ruimte waarin ik vertoeven mocht en tot rust kon komen. En in die
ruimte kon ik gewoon zijn met mijn mooie en kleine kanten. Licht kwam in de
duisternis en ik kon zien wie ik in wezen ben en hoe ik me beweeg doorheen
54
het leven. En gaandeweg kwam ik mezelf ook telkens weer tegen. Heel veel
vragen bleven onbeantwoord, maar dat voelde ok. Ik had de oefeningen
om mee aan de slag te gaan. Ze haalden me opnieuw uit mijn hoofd en
deden me opnieuw gronden. En zo groeide door de dagelijkse herhaling, het
contact met mijn eigen psoas waar ik altijd naartoe kon.
Er kwamen dagen van verbinding en gedragen zijn, maar ook nachten van
woelende onrust en akelige dromen. Ik besefte dat ik vanuit de duisternis
naar het licht wou. Te lang mezelf verborgen, weggecijferd voor anderen,
weggezonken in het duister… Ik wil leven in het licht; zien en gezien worden;
er ten volle mogen zijn. Ik wil bestaansrecht en heb ervaren dat alleen ikzelf
me dit nu geven kan.
Het doet er niet meer toe vanwaar de dingen komen. Het doet er wel toe
wat ik ermee doe en waar ik voortaan voor kies. Van kromgebogen vrouw
kom ik traagweg wat rechterop te staan. Stap voor stap, met vallen en
opstaan. En ik sta op in het besef dat het uiteindelijk niet om mij gaat maar
om datgene dat me stuurt doorheen het leven. Ik noem het God – Licht.
Daarop vertrouwen en me daaraan toevertrouwen is het enige wat ik te
doen heb. Er is geen twijfel meer, er is een weten. Want alles wordt dan pas
duidelijk en loopt zoals het moet. Die verbinding koesteren en bewaren is
levensbelangrijk geworden voor mij. De psoas vormt hierin een basisgegeven.
Zorgen voor mijn psoas is zorgen voor mijn ziel. En zonder die zorg kan het
allemaal dramatisch fout gaan lopen. Ik hoop dat ik verder op weg deze
ervaring alsmaar intenser mag beleven, alsmaar dieper en subtieler. Wetende
dat de weg nog lang niet ten einde is, ga ik rustig voort in vertrouwen dat
nog af en toe wankelt, maar diep in mij dragend voelbaar is geworden.
“Stilaan groeit gedragenheid in mij;
stilaan groeit ‘er mogen zijn’
stilaan richt ik me op
en sta voluit
in de zon
te stralen
tot vreugde
van velen”
55
9. Brief van Yvette
Dag Anna,
Op 28/4/2013 en 07/05/2013 kwam ik op consult voor verzwakte beenspieren
en lumbale pijn evenals een zeurende pijn in linkerknie en -kuit dat mij veel
moeheid gaf. Na 20 minuten wandelen was ik uitgeput en moest uren tot een
halve dag recupereren; dus niet normaal want verder ben ik gezond.
Jij voelde vooral een storing in het rechter heupgewricht en – been. Er kwam
in de sessie bijzonder veel spanning en fysiologische stress los (volgens wat
mijn organisme op dat moment aankon). Dit was al voelbaar na de 1ste
behandeling met verbetering in de volgende dagen. Maar vooral na de 2de
keer, waar borrelende buikgassen en zeer veel ongecontroleerde
zenuwtrekkingen aan de rechterkant zich aandienden en bijna niets aan de
linkerzijde, was er beterschap voelbaar. Resultaat om te juichen want: op
zondag 11/05 kon ik zonder problemen samen met vrienden 5,5 km gaan
wandelen zonder pijn noch moe te zijn.
En het strafste van al was de ervaring op zaterdag 25/5. Toen ben ik met een
groep op culturele stadswandeling getrokken in Luik. We hebben de ganse
dag rondgelopen en ik voelde geen pijn. Luik is niet Oostende aan zee als je
mij begrijpt in mijn vreugde om het behaalde resultaat. Wel daags nadien
‘gezond’ moe natuurlijk.
Het zijn vooral de been/voetoefeningen die je mij leerde voor de psoas-
release en die ik ook dagelijkse deed, die mij het mooie resultaat als cadeau
hebben gegeven. Iedere dag kwam die psoas losser en voelde soepeler.
Bij deze oefening voelde ik rechts andere spiergroepen méér gespannen dan
aan de linker lichaamskant.
vb:1) op en neer, en heen en weer was OK langs beide kanten maar de
spanningsmoeheid minderde na dagen oefenen (’s morgens en ’s avonds in
bed) met als gevolg een groter uithoudingsvermogen.
vb:2) de schuine beweging was rechts moeilijker bij: boven links naar onder
rechts (als je verstaat wat ik bedoel) met spanning aan buitendijspier. En aan
de linkerkant gaf de volgende beweging; / spierpijn aan de lies.
Arm release was OK van in het begin, buiklig oefening gaf geen resultaat, dus
deed ik ze niet meer.
56
Wat ik wel nuttig vond en nu nog verder doe is de rusthouding met beide
handen op de heupbeenkam. Ik zie dit als vorm van meditatie.
‘s Avonds geeft het duidelijk stress-release en…’s morgens net omgekeerd, nl:
gezond dynamisme om de dag te beginnen.
Zo zie je maar hoe één zelfde houding dieper doorwerkt in het organisme die
WEET hoe zelfregulatie werkt.
God schiep de mens en dat was een perfecte creatie, zeg ik dan !!!
Yvette
57
Besluit
De psoas is gedurende bijna een jaar onze gids geweest op weg naar ons
eindwerk. Dat deze spier zoveel invloed zou hebben op verschillende
domeinen van ons leven, konden we bij aanvang nauwelijks vermoeden.
We gingen deze spieren bestuderen vanuit verschillende invalshoeken en
kwamen al snel te weten dat de psoas een kernspier is. Onze gronding, onze
aarding, ons evenwicht, onze spijsvertering, ons zenuwstelsel, ja zelfs onze
bloedsomloop worden door deze spier sterk beïnvloed. En omgekeerd geeft
de psoas een stem aan al deze organen en stelsels in ons lichaam. De
toestand van deze spier zegt dus vooral iets over de toestand van het
lichaam. De vraag is of we hier kunnen naar luisteren.
Wij gingen aan de slag met oefeningen om zelf aan den lijve te ervaren wat
o.a. psoas release met ons zou doen. Het resultaat was een weg van vallen
en opstaan; vluchten, vechten, bevriezen. We voelden gronding toenemen
en leerden onze ruimte innemen. We gingen anders lopen en reageren. We
voelden ook heftig weerstanden in ons naar boven komen, angst de nachten
beheersen en af en toe de grond even onder onze voeten wegzakken. Maar
we vonden telkens weer troost, “trust” in onze psoas. En stap voor stap
verdiept het vertrouwen zich in ons leven dat we alsmaar meer in eigen
handen nemen. We zijn helemaal nog nergens, maar wel op de goeie weg.
En die weg blijven verder zetten, is de uitdaging die we met plezier aangaan.
Ons eindwerk is geen theoretisch stuk geworden maar een doorleefd verhaal
van twee vrouwen die, geboeid door een spier in het buik- en bekkengebied,
op onderzoek zijn gegaan. We hopen dat we ook jou hebben weten te
boeien met ons verhaal. Wie weet is een nieuwsgierigheid naar je eigen
psoas in jou wakker geworden. Wij gaan alleszins verder op ontdekkingstocht
om te ervaren welke wonderlijke dingen het werken met de psoas nog
teweeg mag brengen.
Er mag nog iets gezegd worden om dit besluit af te ronden. We
ontmoetten elkaar jaren geleden bij het begin van de cranio-
sacraal opleiding, en verloren elkaar na een tijd terug uit het
oog.
58
Maar de ondoorgrondelijke fratsen van het leven brachten onze
paden weer tezamen.
Na enkele losse ontmoetingen op de tafel van Veerle kwam de
vraag van Anna: “Wil je mij helpen om deze psoas-weg te
bewandelen? Het zal een weg zijn van ontdekken, oefenen en
samenwerken.”
Als we er nu naar kijken, zien we dat we iets verwezenlijkt hebben
dat veel grootser is dan dit hoopje papier, gestuwd door een
kracht van goddelijke liefde.
We hebben bij elkaar iets gevonden dat woorden overstijgt…
Met z’n tweeën is geen contrabas te groot !
… en we hebben ons daar beide aan overgegeven.
Dank u,
Anna en Veerle
59
Boekenlijst
Dr. Bercelli David, Soft versus hard trauma, article from EFT Trauma help center
Dale Cyndi, Het subtiele lichaam, Altamira-Becht Haarlem, 2009
Draaijer Hetty, Chakra’s, aura’s en energieën: het licht in ons, Mirananda
uitgevers Wassenaar, 1983
Feitsma Elske, Chakra lifestyle, over persoonlijke ontwikkeling, chakra’s en
yoga, uitgeverij Unieboek/Het Spectrum Houten-Antwerpen, 2012
Koch Liz, The psoas book , vertaald en bewerkt door Anja van Leeuwen,
eindwerk 2010
Koch Liz, Summer 2013 Psoas teleclass.
Maassen Inge, folder over psoas – Den Haag.
Pond David, Chakra’s voor beginners, BBNC uitgevers Rotterdam, 2010
Staugaard-Jones Jo Ann, The vital psoas muscle, connecting physical,
emotional and spiritual well-being, Lotus Publishing Chichester England, 2012
Happinez, mindstyle magazine, nummer 1, 2012, p.61 – 64
Waaijman Kees, Hoe streelt jouw zegging mijn gehemelte, de spiritualiteit van psalm
119, Uitgeverij Ten Have, 2012
Internet en eigen archieven voor de foto’s