Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

88
ONTWIKKELING VAN DE ONDERONTWIKKELING: OEGANDA ONDER MUSEVENI André Mommen 1

description

Since Presudent Museveni rose to power in the 1980s, economic and political stability was based on a one-sided development strategy of exporting agrarian products such as coffee, tea, cotton and fishery products. The country is still one of the poorest and most corrupt countries of Africa.

Transcript of Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Page 1: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

ONTWIKKELING VAN DE ONDERONTWIKKELING: OEGANDA ONDER MUSEVENI

André Mommen

Februari 2009

isbn 978-90-79885-02-2

1

Page 2: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Même un commerce “honnête”, s’il domine toute l’économie, ne peut que gêner le dévelopment. Car il recherche les exportations, surtout en vue d’augmenter les importations, qui lui rapportent encore plus.

René Dumont1

Sinds zijn onafhankelijkheid in 1962 heeft Oeganda, evenals andere Afrikaanse landen, enkele decennia van bloedige dictatuur, burgeroorlog en economische neergang gekend. Met het aan de macht komen van President Yoweri Museveni in 1986 is de toestand ogenschijnlijk definitief ten goede gekeerd. De economie herstelde zich langzaam en het land kende daarna weer een redelijke mate van politieke stabiliteit. Zeker toen ook in het noorden van Oeganda de rust terugkeerde en de lokale rebellen het zwijgen werd opgelegd. Vandaar dat Oeganda langzaam uit de wereldactualiteit verdween. Tot in december 2008 toen een gecombineerde militaire actie van het Oegandese en Kongolese leger met de hulp van het Sudan People’s Liberation Army (SPLA) uit Zuid-Soedan een gecombineerde aanval op het rebellenleger van Joseph Kony in het Noord-Oosten van de Democratische Republiek van Kongo pleegde. Deze Operation Lightning Thunder had tot doel om het militaire bolwerk van Kony’s Lord’s Resistance Army (LRA) in het naburige Kongolese oerwoud te vernietigen en eventueel Kony voor het International Criminal Court (ICC) in Den Haag te brengen op beschuldiging van misdaden tegen de menselijkheid.2

1 René Dumont, L’Afrique noire est mal partie, édition revue et corrigée, Parijs, Le Seuil, 1966, blz. 33.2 Kony ontsnapte met zijn manschappen in de richting van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

2

Page 3: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Joseph Kony

Met ruimhartige financiële en militaire steun van de Verenigde Staten vecht de Oegandese president Yoweri Museveni3 al ruim twintig jaar een hardnekkige oorlog tegen Kony’s LRA uit. Tot nu toe met relatief weinig succes. Joseph Kony heeft met enige logistieke steun van President Omar al-Bashir van Soedan altijd aan zijn belagers weten te ontsnappen. Maar zijn bewegingsvrijheid is inmiddels wel sterk ingeperkt, omdat hij Noord-Oeganda, waar hij ook enige sympathie onder de ontevreden bevolking zou genieten en waar hij zijn thuisland had, moest ontvluchten. Herhaalde vredesbesprekingen tussen Kony’s LRA en Museveni hebben tot nu toe niets opgeleverd. Kony weigerde sinds de eerste onderhandelingen in 2004 om de wapens neer te leggen. Slachtingen onder de plaatselijke bevolking bleven tot in 2005 aanhouden.

Kony had al heel wat misdaden op zijn geweten, gaande van verminken en verkrachten tot en met het ontvoeren van kinderen. Dat bracht stromen van vluchtelingen in beweging. Men schat vandaag dat gedurende het aanslepende conflict de LRA ongeveer 22.000 kinderen heeft ontvoerd, o.a. om ze als dragers, seksslavinnen en soldaten te gebruiken. Nog altijd zijn vele Oegandese en Soedanese kinderen vermist.4 Meer dan een

3 Museveni (1944) werd in het zuidelijke Kyamate geboren. Na de val van Milton Obote in 1971 – hij was tot dan stafmedewerker van de president geweest - was hij naar Tanzania gevlucht, waar hij ook aan de universiteit van Dar es Salaam een BA in de economie had behaald. Hij was voordien al actief geweest in de radicale studentenbeweging en betrokken bij de bevrijdingsbewegingen in de regio. Hij verschilde nadien van mening met Obote over de wijze waarop Idi Amin ten val moest worden gebracht. Na de val van Amin 1979 verloor hij in 1980 echter de presidentsverkiezingen van Obote. Hij begon daarna een guerrilla tegen hem. 4 Journaliste en NGO-ster Els De Temmerman, die tevens de levensgezellin van Johan Van Hecke is en intussen ook eigenaar van Cassia Lodge op Buziga Hill, Kampala, rapporteerde hierover. De dankbare Museveni

3

Page 4: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

miljoen mensen zijn alleen al tussen 2002 en 2004 gevlucht. Ook zou Kony sinds 1986 de dood van minstens 22.000 mensen op zijn geweten hebben.5

Het net lijkt zich nu rond Kony te sluiten. De intussen aan de macht gekomen SPLA in Zuid-Soedan heeft het eigen territorium dat aan Noord-Oeganda grenst,6 goeddeels afgegrendeld en aangedrongen op het vinden van een definitieve oplossing voor de rebellie. Dat zou o.a. kunnen door aan de aanhangers van de LRA amnestie te verlenen of zelfs door ze te integreren in het Oegandese leger. Voorts zou men dan Kony en zijn harde kern voor het gerecht kunnen slepen. Deze strategie faalde tot op heden, daar Kony zich in Kongo in het ondoordringbare oerwoud kon verschansen. Vandaar de mislukking van Operation Lightning Thunder in december 2008.

Kwatongen beweren dat dit Museveni goed uitkomt. Want zolang Kony met steun uit Khartoem overleeft, heeft Museveni uitzicht op onbeperkte Amerikaanse militaire en financiële steun om zijn elitesoldaten op voet van oorlog te houden. De tandeloze oppositie heeft goed protesteren tegen dit autocratisch optreden, maar ze is verdeeld en machteloos zolang ze voor Museveni geen alternatief kan bieden. Voorts is Museveni altijd een trouwe bondgenoot van Washington geweest. Allicht heeft hij de fout gemaakt om zich als een herboren christen te presenteren en daardoor de machtige katholieke kerk die in Noord-Oeganda sterk staat, te schofferen.

benoemde haar daarna tot hoofdredactrice van het dagblad The New Vision. Els De Temmerman, De meisjes van Aboke, kindsoldaten in Noord-Oeganda, Gent: Globe, 2000.5 Charles Kazooba, “Uganda seeks nation’s backing to fight LRA”, in The EastAfrican, nr. 739, 29 december 2008 - 4 januari 2009, blz. 8.6 Mareike Schomerus, “ The Lord’s Resistance Army in Sudan: A History and Overview”, Small Arms Survey, September 2007.

4

Page 5: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Het probleem met de LRA is typisch voor een aantal Afrikaanse landen waar opstandige bewegingen als gevolg van etnische, religieuze en economisch-regionale tegenstellingen overal de kop opstaken. Het langdurige karakter van Kony’s terroristische activiteiten is echter uitzonderlijk en niet goedschiks tot manipulaties vanuit Khartoem te herleiden. Ten eerste kon Kony van meet af aan voortbouwen op een ruim verspreide millenaristische heilsverwachting. Zijn “regeringsprogramma” vatte hij dan ook graag samen door naar de Tien Geboden te verwijzen. Voorts was er het in het collectieve geheugen gegrifte terroristische activisme van de Arabische slavendrijvers in de negentiende eeuw. Die praktijken van dorpen overvallen en mensen gevankelijk meevoeren nam hij over. Daarbij kwam nog de ontwrichtende politieke en economische nasleep van het bloedige regime van dictator Idi Amin (1971-79).7 Deze factoren zorgden, samen met de economische implosie van de nationale economie en daarna het opleggen van structurele aanpassingsprogramma’s (SAP’s) door de internationale financiële instellingen, voor een snelle daling van de levensstandaard en het heropleven van etnische en regionale tegenstellingen.

Vanaf 1986, toen Museveni de macht in Kampala greep, heeft het noorden van Oeganda praktisch alleen maar oorlogen en terrorisme gekend door de activiteiten van de drie opeenvolgende bewegingen van de Heilige Geest. De eerste Holy Spirit Movement (HSM) was door Alice Auna (1956-2007) in het noordelijke Acholiland opgericht om individuele soldaten en vrouwen van hun zonden te “helen”. Al in augustus 1986 ontstonden hieruit de Holy Spirit Mobile Forces (HSMF) die de oorlog aan het regime in Kampala, de heksen en de “onzuivere”

7 Mahmood Mamdani, Imperialism and Fascism in Uganda, Nairobi, Ibadan en Londen: Heinemann, 1983.

5

Page 6: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

soldaten verklaarden. Een disparaat volksleger trok daarna op naar de hoofdstad Kampala, maar het werd in het naburige Jinja door de troepen van Museveni verslagen. Alice Auna verdween over de grens naar een vluchtelingenkamp in Kenia. De fakkel werd door haar vader Severino Lukoya overgenomen.8 Met weinig succes. De HSMF waren geen guerrilla’s, maar eerder een christelijke herlevingsbeweging, die op de capaciteit van de plaatselijke bevolking een beroep deed voor het leveren van manschappen, voedsel en wapens. Daarin verschilde ze niet van de andere rivaliserende verzetsbewegingen in de regio.

Kony’s avontuur begon rond 1987 nadat de geesten van Alice Auna, ook de Lakwena geheten, en Idi Amin hem hadden bezocht.9 Deze ex-misdienaar beweerde de “neef” van Alice Auna te zijn. Hij bouwde in het noordelijke Acholiland zijn beweging naar het guerrillamodel op. De Heilige Geest had hem inmiddels al verlaten en daarom veranderde hij de naam van zijn beweging van Uganda People’s Democratic Christian Army (UPDCA) in dat van de Lord’s Resistance Army (LRA).

Uiteraard is Kony niet de enige rebellenleider. In noord-oost Oeganda is nog altijd onrustig wegens het optreden van de Karimojong10 die als semi-pastoralisten veediefstallen op hun geweten zouden hebben. Er is voorts nog de moslimrebel Janil Mukulu – een bekeerde katholiek overigens - die onder de vlag van de Allied Democratic Forces (ADF) in het naburige Kivu in

8 Heike Behrend, “War in Northern Uganda”, in Christopher Clapham (red.) African Guerrillas, Oxford: James Currey, Kampala: Fountain Publishers, Bloomington en Indianapolis: Indiana University Press, 1998, blz. 107-118.9 “Uganda Alice Lakwena: Lakwena is not Dead!” uganda.blogspirit.com/archive/2007/02/02/lakwena-is-not-dead.html - 35k -10 Een traditionalistische Nilotische stam met ongeveer 370.000 leden in het noord-oosten die ook van de wapenhandel leeft. Sylvester Onyang en Jeremy O'Kasick, Karamoja: Uganda's Land of Warrior Nomads, Stafa: Little Wolf Press, 2007.

6

Page 7: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Kongo actief is.11 Het betreft hier een afsplitsing van de Tabliqi Jamaat-beweging die sinds de jaren 1920 in Oeganda actief is. De ADF hielden tussen 1996 en 2001 ooit lelijk huis in het verarmde Bundibugyo in het westelijke Rwenzori-gebied. Duizenden mensen moesten toen hun dorpen ontvluchtten.12

Ook Mukulu, die naar verluid door Bin Laden en door Khartoem zou worden gesteund, is nu met Muzeveni over een vredesverdrag in “gesprek”.

Mukulu’s ADF ontstond in de nasleep van Museveni’s machtsovername in januari 1986 toen de laatste met het National Resistance Army (NRA) het kortstondige bewind van generaal Tito Okello van de macht had verdreven. De harde kern van Museveni’s NRA werd gevormd door Rwandese Tutsi’s die omwille van de repressie door de Hutu-meerderheid in hun geboorteland niet meer welkom waren.13 Verkiezingen hield

11 Els De Temmerman, “ADF rebellion: Guerilla to urban terrorism”, in The New Vision, 21 mei 2007.12 “Oil and Jihad in Central Africa: The Rise and Fall of Uganda’s ADF”, in Terrorism Monitor, jg. 5, nr. 24, 20, december, 2007. http://www.jamestown.org/single/?no_cache=1&tx_ttnews%5Btt_news%5D=4624 13 De Tutsi Paul Kagame was inmiddels hoofd van de inlichtingendienst van Museveni’s leger geworden. Hij zou het Rwandan Patriotic Front (RPF) vormen en een leger trainen om daarna in 1990 Rwanda binnen te vallen. In augustus 1993 werden de fameuze Arusha-akkoorden tussen de strijdende partijen ondertekend. Maar in april-juni 1994 vermoordden het Hutu-leger en de verbonden milities ongeveer 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s. In juli en augustus 1994 trok het RPD van Kagame Kigali binnen. Ongeveer 2 miljoen Hutu’s namen de wijk naar Zaïre. Kagame had inmiddels een verbond met de opstandelingen van Laurent Kabila in Oost-Zaïre gesloten. Museveni liet dan zijn troepen via het noord-oosten van Zaïre binnenrukken in de hoop zo Mobutu ten val te brengen. Noch de troepen van Kagame, noch die van Museveni hadden de bedoeling daarna Zaïre te verlaten, waarna een tweede oorlog uitbrak, waarbij Kabila de steun kreeg van troepen uit Angola en Zimbabwe tegen de Tutsi’s van Kagame en de troepen van Museveni die daarna weer onderling slaags zouden raken.

7

Page 8: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Museveni tijdens het eerste decennium van zijn bewind alsnog niet. Van iemand die aanvankelijk met marxistische denkbeelden was behept, werd hij al snel een goede leerling van het IMF en de Wereldbank. Op aanraden van de internationale instellingen begon hij in 1996 met een schuchter democratiseringsproces. Hij liet zich in dat jaar voor het eerst “democratisch” tot president verkiezen. Met de vaste wil om daarna niet meer de macht af te staan. Voor het einde van zijn tweede presidentiële ambtstermijn in 2006 liet hij de grondwet aanpassen om alsnog te kunnen worden herkozen. Van verdere democratisering was daarna geen sprake meer. Het leger, niet het parlement, is in Oeganda nog altijd de belangrijkste machtsfactor. De kliek rond Museveni controleert het. Omdat Museveni een tegenstander is van het regime in Khartoem, komt dat Washington goed uit. Voorts heeft Museveni zich al een palmares bij elkaar gevochten bij het plunderen van Oost-Kongo. Ook heeft hij jarenlang de activiteiten van de gewapende bendes van Jean-Claude Bemba, nu aangeklaagd door het ICC in Den Haag, gesteund. Met de wisseling van de wacht in Washington en het aantreden van de ook in Oeganda populaire Barack Obama, zal Museveni graag anders zingen.

De wereld van de NGO’s

NGO’s allerhande die zich als global stakeholders14 ontpopten, hebben Oeganda letterlijk overspoeld. In 2000 waren er 2.655 geregistreerd en in 2003 al meer dan 4.000.15 De meeste NGO’s zijn in het rijke centrum rond Kampala gevestigd, dus liefst niet in de arme regio’s, gewoon omdat ze graag kiezen voor

14 Terry Macdonald, Global Stakeholder Democracy. Power and Representation Beyond Liberal States, Oxford: Oxford University Press, 2008.15 Tina Wallace met Lisa Bornstein en Jennifer Chapman, The Aid Chain. Coercion and Commitment in Development NGOs, Kampala: Fountain Publishers, en Scottsville: University of Kwazulu-Natal Press, 2007, blz. 77.

8

Page 9: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

veiligheid en bereikbaarheid en voor streken waar de basisdiensten en de communicatiemiddelen goed functioneren.16

Het Oegandese staatsbudget is vandaag voor 60 procent van NGO’s en andere vormen van ontwikkelingshulp afkomstig. De hulporganisaties ondersteunen ook in toenemende mate de lokale structuren. De nadruk van de donorlanden en hun NGO’s is sinds 2000 steeds meer komen te liggen op het bestrijden van slechte bestuurspraktijken, op democratisering en emancipatie van de vrouw (“gender”), op onderwijs en gezondheidszorg en uiteraard op “duurzame ontwikkeling”, vooral in samenwerking met lokale organisaties ofwel de “civiele maatschappij”.

De doelstelling van Broederlijk Delen luidt bij voorbeeld: “Het beleid van Broederlijk Delen in Oeganda spitst zich toe op drie thema’s, namelijk rurale ontwikkeling, gemeenschapsversterking en mensenrechten en democratisering. Wat betreft rurale ontwikkeling ligt de focus vooral op de ontwikkeling van organische landbouw: productie, verwerking, vermarkting, certificatie van bedrijven en vorming van coöperatieven. De doelstelling is om lokale boeren in Oeganda meer inkomen te doen verwerven met hoogwaardige producten en duurzame landbouwmethoden. Gemeenschapsversterking en mensenrechten en democratisering liggen in het verlengde van elkaar. Door gemeenschappen te versterken, te organiseren en hen te vormen op allerlei gebieden, wordt een bewustzijn onder de bevolking gecreëerd over hun (mensen) rechten en de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de eigen omgeving en daarbuiten. Bovendien zijn sterke en goed georganiseerde gemeenschappen beter in staat om op economisch vlak een vuist te maken. Doorheen het beleid en de werking van Broederlijk Delen en de partnerorganisaties in Uganda worden gender- en

16 Ibidem, blz. 79.

9

Page 10: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

generatiegerechtigheid en bewustwording rond HIV-Aids centraal gesteld en gepromoot.”17

Uiteraard doen al deze ontwikkelingsorganisaties erg nuttig werk en aan hun grenzeloze ijver valt niet te twijfelen. De hele Afrikaploeg van Broederlijk Delen kwam bij voorbeeld in januari 2008 – het droge seizoen - zelfs graag vanuit Brussel naar Oeganda over om er o.a. over het probleem van het microkrediet aan de lokale boeren te overleggen.18 Echter, deze afhankelijkheid van NGO’s holt ook de legitimiteit van het regime uit. Heeft de staat zich niet uit de samenleving teruggetrokken ten voordele van NGO’s zonder enige democratische legitimiteit? De plaatselijke bevolking wordt voorts geconfronteerd met horden internationale en ook lokale ontwikkelingstechnocraten19 in hun landrovers die het straatbeeld bepalen en die, veelal voorzien van goedkoop huispersoneel, in kapitale villa’s wonen.20 Zonder dat enige mate van democratische controle over hun activiteiten wordt uitgeoefend of dat de vicieuze cirkel die ontwikkeling van de onderontwikkeling heet, wordt doorbroken.

17 http://www.broederlijkdelen.be/SharedPubli/WebObjects/SharedPubli.woa/wa/PDA/s?s=1001064 18 “Lut en Frans in Oeganda”, 27 maart 2008. www.broederlijkdelen.be/SharedPubli/WebObjects/SharedPubli.woa/wa/PDA/19 Henry Zakumumpa van de Makerere University in Kampala in Daily Monitor, 29 december 2008, blz. 6.20 Volgens Marcia Luyten, freelance journaliste in Oeganda, moet iemand minimaal 165.000 shilling (66 euro) verdienen om te kunnen overleven. Dat gezin eet natuurlijk geen vlees, verse groenten of fruit. Maar de internationale hulporganisaties betalen wel schandalig lage salarissen aan hun inlands bewakingspersoneel. Het Deense Danida of de Norwegian Refugee Council in Kampala bij voorbeeld 47 euro, Artsen Zonder Grenzen 52 euro, SNV en Oxfam International 60 euro. De Europese Commissie spant de kroon met 100 euro. NRC Handelsblad, zaterdag 20 en zondag 21 december 2008 in Opinie & Debat.

10

Page 11: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Hoewel men over de NGO’s struikelt die het einde van de armoede prediken, is Oeganda nog altijd straatarm. Aan zowat aan alles heeft de bevolking te kort. Behalve dan aan gevechtshelikopters, automatische wapens en legertrucks. Museveni is er ook in geslaagd om zijn eigen aanhangers in het meer ontwikkelde zuiden met allerlei gunsten te bevoordelen, wat elders voor kwaad bloed heeft gezorgd. De meeste opposanten van het regime stellen dat niet Kony, maar de armoede de kern van het probleem is en ze daarom voor nationale verzoening in plaats van militaire confrontatie om zo de economische ontwikkeling van het noorden een kans te geven. Zolang er geen orde en rust in het noorden is teruggekeerd, zullen de kampen van Internally Displaced Persons (IDP)21 niet leeglopen.

Het internationale kapitaal

Museveni heeft vanaf het begin van de jaren 1990 systematisch alles geprivatiseerd en geliberaliseerd om buitenlands kapitaal aan te trekken. Oeganda zit immers verlegen om investeringen in elektriciteitscentrales, watersystemen, telecommunicatie en olieraffinaderijen. Door de liberalisering kwamen de internationale banken terug aan bod, zoals Barclays, Standard Chartered Bank22 of Citibank. Ook Afrikaans bankkapitaal werd

21 Oeganda telt ongeveer 1,5 miljoen geregistreerde IDP’s die verspreid over meer dan 250 kampen leven. Hun werkelijke aantal is onbekend, omdat alleen met hulpgoederen bevoorrade personen worden geteld. De IDP’s vindt men vooral onder de Acholi, de Langi en de Teso. Tim Allen, Trial Justice. The International Criminal Court and the Lord’s Resistance Army, Londen en New York: Zed Books, 2006. De laatste tijd zouden vluchtelingen bezig zijn terug te keren naar hun dorpen nu er relatieve rust heerst in Langi, Teso, Karamoja en de West-Nijl. In Otuke hebben personen al de kampen verlaten.22 Standard Chartered Group was het resultaat van een fusie in 1969 tussen Standard Bank of British South Africa (1863) en Chartered Bank of India, Australia and China (1853).

11

Page 12: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

actief met de Stanbic Bank (Standard Bank Group) uit Zuid-Afrika en de Kenya Commercial Bank, naast enkele lokale banken zoals de Centenary Rural Development Bank die zich specialiseerde in microkredieten, of de Crane Bank Uganda die uit initiatieven van lokale zakenlieden is voortgekomen. Het is nu wachten op Chinees kapitaal dat Oeganda binnenkomt.23

De invloed van de Arabische wereld is in Oeganda toegenomen. De Arabische oliestaten financieren niet alleen ruimhartig de bouw van moskeeën, maar laten ook hun economische macht via de oliekraan gelden. Dat maakt het des te noodzakelijker om op duurzame energiebronnen over te schakelen. Zoals batterijen gevoed door zonnecellen en vooral door het bouwen van waterkrachtcentrales op de Nijl. In de buurt van twee reeds bestaande dammen bij het Victoriameer wordt nu de Bujagali Dam gebouwd. Echter, door de daling van het waterpeil van het Victoriameer zijn er problemen met de voeding van deze waterkrachtcentrales, waardoor oliegestookte elektriciteitscentrales toch nog voor extra capaciteit zullen moeten zorgen. Voor de massa van de bevolking zelf maakt dit alles bitter weinig uit. Ongeveer 95 procent heeft toch geen toegang tot elektriciteit en zou aansluiting op het net zelfs niet kunnen betalen.24

Meer concurrentie zou de energieprijzen doen dalen. Hebben Shell of Total, die beide tot in de verste uithoek van de savanne

23 In januari 2009 werd bekend dat China voor 77 miljoen US$ aan ontwikkelingshulp zou verlenen. www.chinadaily.com.cn/china/2009-01/14/content_7395891.htm - 11k -24 Dat probleem wordt door de Wereldbank erkend: "No more than 7% of the total population can afford unsubsidized electricity… It is unrealistic to think that more than a fraction of the rural population could be reached by a conventional, extend–the–grid approach." www.internationalrivers.org/en/africa/bujagali-falls-dam-nile-river-uganda - 32k -

12

Page 13: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

zichtbaar aanwezig zijn, echter wel baat bij een sterkere concurrentie? En hoe zit het met de bestaande concurrentieverhoudingen? Feit is dat in 2008, toen de olieprijzen op de internationale markten snel stegen, Oeganda een energieschaarste gecombineerd met hoge benzineprijzen kende. Die prijzen daalden evenwel niet toen daarna de prijs voor ruwe olie onder de grens van 50 dollar per vat zakte. De regering dreigde, maar greep niet in, ook al morde de bevolking en sprak ze van gemanipuleerde prijzen door het wangedrag van de oliemaatschappijen. Museveni wierp daarna in zijn eindejaarsboodschap van 31 december 2008 wat neoliberale olie op de golven door te hopen dat alle problemen zich vanzelf zouden oplossen nu de internationale olieprijzen daalden als gevolg van de recessie in de wereld.

Veel hoop is sindsdien ook gevestigd op de booractiviteiten van de oliemaatschappijen. Het Petroleum Exploration and Production Department (PEPD) waarin de staat participeert, heeft het gebied rond het Edward- en Albertmeer en de Nijl in zes concessies opgesplitst en ter exploratie vrijgegeven, ook al liggen die te midden van de natuurparken zijn de safarileeuwen en dito apen er onrustig van geworden.25 Hier is geen sprake meer van microkrediet, maar wel van grootkapitaal. Er wordt geboord dat het een lieve lust is. Door vooral vanuit het westen overgevlogen wazungu (blanken) die dagelijks hulp krijgen van met vrachtwagens aangevoerd zwart werkvolk. ’s Avonds is de einder verlicht door de megawattlampen van hun compounds. In enkele concessies is al olie gevonden.26 Echter, men weet nu ook al dat deze olie slecht van kwaliteit is en enkel voor het stoken van thermische elektriciteitscentrales kan dienen.27

25 www.ugpulse.com/articles/daily/Business.asp?id=629 - 34k - 26 De Canadese Heritage Oil and Gas Company zegt olie te hebben gevonden rond het Edwardmeer. The Economist, 25 augustus 2007.27 Daily Monitor, 8 januari 2009.

13

Page 14: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Het financiële kapitaal speelt sinds de liberalisering een bepalende rol in het accumulatieproces. Enkele geïnternationaliseerde telecommunicatiebedrijven domineren de markt van de draadloze telefonie. Zuid-Afrikaanse belangen zijn present in MTN en Libische in Uganda Telecom. Vooral de financiële sector raakte in de ban van buitenlandse investeerders, ook uit ontwikkelingslanden. Omdat de internationale ontwikkelingspolitiek het microkrediet aanprijst, heeft deze sector met de goedkeuring van de postkoloniale staat en de internationale instellingen de wind in de zeilen gekregen. Niet voor niets is de corrupte halfbroer van Museveni, Salim Saleh, minister van Microfinanciering.28 Microkredieten zijn “in”, want passen binnen de neoliberale filosofie van “alles naar de markt”. Hier moet men het hebben van de noeste vlijt van kleine boeren en hopeloze huisvrouwen die zich via een microkredietje aan hun eigen haren uit de armoede optrekken.29 Vandaar dat de Global Trust Bank, die onlangs Commercial Microfinance (CMF) overnam en die zelf eigendom van Industrial and General Insurance Company of Nigeria en National Insurance Corporation of Uganda is, zich enthousiast op de groeimarkt van het microkrediet heeft gestort.30

28 Salim Saleh (geboren als Caleb Akandwanaho) was opperbevelhebber van het leger (Uganda People’s Democratic Army, UPDA), maar hij werd door Museveni in 1989 wegens corruptie ontslagen. In 1998 moest hij ontslag nemen als Museveni’s adviseur wegens illegale aandelenhandel. Hij kreeg in 1998 800.000 US$ aan commissies bij een helikoptertransactie met het leger. Hij werd na de verkiezingen van 2006 minister.29 Deze ideologische terreur wordt ook in de locale pers opgemerkt. Zie bij voorbeeld het verhaal: “From housegirl to self employment. Kugonza was a timid young girl when she left her village in 1996 to work as a housegirl. She started with a meagre domestic servant salary and now owns a salon and divides her time between balancing books, paying taxes to KCC and attending beauty seminars”, in Sunday Vision, 21 december 2008, blz. 19.30 The New Vision, 19 december 2008; Daily Monitor, 1 augustus 2008.

14

Page 15: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Inmiddels heeft zich in de slipstream van deze buitenlandse investeerders een nieuwe compradore bourgeoisie gevormd. Voor deze nieuwe klasse is ongetwijfeld de corrupte Habib Kagimu31 een treffende voorbeeld. De in Libië opgegroeide Kagimu is een internationale en multiculturele manager die bij de hoogste regeringsechelons in Afrika, het Midden-Oosten, het Verre Oosten, Europa en de Verenigde Staten over de vloer komt. Hij is nauw bevriend met Khadaffi’s zoon, sponsort gul het plaatselijke voetbal en hij bezit bovenal 30 procent van het kapitaal in het filiaal van Tamoil East Africa Ltd. Niet toevallig wil Khadaffi nu een oliepijplijn van Mombasa-Eldoret naar Kampala laten aanleggen. Kostprijs 100 miljoen US$. De contractanten zijn de Oegandese en de Keniaanse overheid plus de Tamoil East Africa Ltd32. Deze nieuwe pijplijn zou voor “transparante prijzen” kunnen zorgen…

Corruptie is een erkend probleem. Oeganda staat immers hoog op de lijst van de meest corrupte landen. Daarom laat Museveni ook corrupte politici en ambtenaren voor de rechtbank slepen. Hun namen en foto’s verschijnen samen met hun wandaden in de kranten. De kosten van de corruptie worden intussen wel in beeld gebracht. Zo wordt geschat dat de Oegandese overheid jaarlijks 600 miljard shilling (1 dollar = 20.000 shilling) verliest door ambtelijke corruptie. Volgens onderzoeker Augustine Nuwagaba van de Makarere University in Kampala zou de corruptie ook andere sectoren aanvreten en daardoor de economische ontwikkeling van het land ernstig schaden. De uitvoering van het regeringsprogramma Prosperity for All of Bonna Bagaggawale33 zou erdoor in gevaar zijn gekomen.34

31 www.mathaba.net/0_index.shtml?x=54511132 www.africanoiljournal.com/12-28-2006%20tamoil_wins_uganda%20kenya%20oil%20pipe... - 9k – 33 Dit programma is - in de woorden van Museveni - gebaseerd op de volgende einddoelen:

15

Page 16: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Maar enige substantiële vooruitgang in de bestrijding van het verschijnsel corruptie heeft men alsnog niet geboekt. Het probleem is dat de strafmaat nogal meevalt en dat weinigen er van willen leren. Corruptie heeft hier te maken met onderontwikkeling, met een zwakke staat en vooral met armoede. Voorts is corruptie grotendeels een maatschappelijk aanvaard systeem omdat het tegemoet komt aan de algemene behoefte van patronage en aan het ontvangen van gunsten. Hoe is het anders te verklaren dat Museveni’s corrupte halfbroer al twee decennia lang zo gemakkelijk alle stormen heeft kunnen doorstaan?

Thee en koffie

Het probleem van Oeganda is dat het nauwelijks geïndustrialiseerd is. Na de onafhankelijkheid was de economische ontwikkeling goeddeels tot stilstand gekomen. In de jaren 1960 poogde het toenmalige regime van president Milton Obote nog wel door een gecombineerd beleid van nationalisering van de basissectoren en een politiek van importsubstitutie het land minder afhankelijk van het buitenland te maken. Maar dat plan mislukte.35 De op de ex-koloniale landbouw gerichte industrie verwerkt daardoor vandaag nog

1. Each household must have a daily income;2. Every household must have a periodic income (3-4 months);3. Every household must have a long-term income (1 year and beyond);4. Households be organized in marketing and savings/credit cooperative groups for purposes of achieving enough volumes to attract buyers, processors and for financial intermediation;5. Every household must have food security;6. Every household must use improved seeds, improved breeding stock and use modern agro-practices.www.statehouse.go.ug/news.php?catId=2&&item=64 - 40k -34 New Vision, 19 december 2008, blz. 3.35 Mahmoud Mamdani, Politics and Class Formation in Uganda, Kampala: Fountain Publishers, 1999.

16

Page 17: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

altijd granen en suikerriet (bloemmolens, bierbrouwerijen, suikerraffinaderijen) en verpakt exportgewassen (koffie, thee, katoen) zonder bepaald aan upgrading te doen. Thee of koffie uit Oeganda verdwijnt in de grote mengbak van de multinationale koffiebranders of theeverpakkers. Dat geldt ook voor de in het Victoriameer gevangen vis – een niet-traditioneel exportproduct - die naar Europa wordt overgevlogen.36 Voorts zijn de officiële statistieken over de uitvoer erg onvolkomen omwille van corruptie bij de douane en de enorme smokkelactiviteiten (“informal cross boarder trade”) in de grensgebieden. Men schatte de informele exportinkomsten in 2005 in 2005 op 200,3 miljoen US$,37 ofwel bijna zoveel als de officiële export van koffie en thee samen.

In de thee domineren vanouds de grote plantages in de 24.000 hectaren met theestruiken beplante gebieden. De lokale kleine boeren produceren slechts 20 procent van de totale output. Drie grote theeboeren monopoliseren vandaag de Oegandese theemarkt. Toro and Mitayna Tea Company (Tamteco) werd in de jaren 1980 door de teruggekeerde Brit Mitchell Cotts in samenwerking met de regering opgericht. James Finlay Rwenzori Commodities (voorheen Rwenzori Highlands Tea Company) produceert alleen al 10 miljoen ton op 3.600 hectaren, maar bezit ook nog grote plantages in Kenia en Sri Lanka. Rwenzori Commodities (Mukwano Group of Companies) behoort tot het conglomeraat van de Indische zakenfamilie Karmali die in Oeganda al een eeuw actief is. Ze heeft haar belangen gediversifieerd in transportbedrijven, de olie- en

36 De visvangst is een voorbeeld van traditionele koloniale roofbouw en dus een niet-duurzame activiteit. Het Victoriameer heeft nu last van overbevissing.37 “Uganda: Export Performance Analysis”. Prepared by Uganda Export Promotion Board, July 2006.

17

Page 18: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

vetindustrie, zeeppoeders en snoep en ze stelt vandaag ongeveer 10.000 mensen tewerk.38

Op de wereldmarkt voor thee, die goed is voor 2,6 miljard kilo, is Oeganda een kleine speler. Zelfs samen met de buurlanden Kenia, Tanzania en Oeganda blijft die invloed met slechts 11 procent van de totale wereldproductie gering. Daarom zou er plaats zijn voor meer theeboeren in Oeganda.39 Het Uganda Tea Development Agency spoort de kleine boeren aan meer theestruiken te planten. Er is immers een agrarisch potentieel voor een aanplant tot 200.000 hectaren. Oeganda exporteerde in 2007 43,6 miljoen kilo gedroogde thee, hetgeen naar schatting ongeveer 75 miljoen US$ opbracht. Ter vergelijking: Kenia exporteerde in 2007 360 miljoen kilo thee. Verdere investeringen in de theeverwerking zijn evenwel nodig. Het drogen van de blaadjes gebeurt vandaag in slechts 13 fabrieken. Intussen poogt de regering met de hulp van een internationale ontwikkelingsorganisatie als Danida (Danish International Development Agency) de verwerkingsinstallaties van de theeblaadjes afkomstig van de kleine boeren te moderniseren en de mogelijke stijging van de productie te volgen. De regering draagt 1,5 miljoen US$ bij aan dit project en helpt bij het subsidiëren van de aanplanting van betere soorten theeplanten. Ongeveer 70 procent van de Oegandese thee wordt in Mombasa geveild. Slechts 20 procent van de productie verlaat via de directe verkoop het land en de rest, veelal van inferieure kwaliteit, wordt lokaal geconsumeerd.

Tabel 1: De thee-uitvoer van Oeganda

38 Alykhan en Amirali Karmali staan bekend als de Mukwanos. De Mukwano Group of Companies omvat Mukwano Enterprises Ltd, A.K. Transporters Ltd, A.K. Oils & Fats (U) Ltd, A.K. Plastics (U) Ltd, A.K. Detergent (U) Ltd, Mukwano Sweets & Confectioneries (U) Ltd, Rwenzori Commodities Ltd en Mukwano Forex Bureau Ltd.39 Tea & Coffee Trade Journal, 20 mei 2005.

18

Page 19: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

2002 2003 2004 2005 2006 2007Kilo 30.400 36.669 36.874 36.532 30.584 43.636Miljoen US$ 31,3 38,3 37,2 34,5 50,8 75,0

Bron: Uganda Tea Association

De Oegandese koffiesector, die voor 20 tot 30 procent van de exportinkomsten zorgt,40 wordt gedomineerd door ongeveer 500.000 kleine boeren41 die meestal slechts tussen 0,5 en 2,5 hectaren aanplant (shambas) exploiteren. De koffiesector stelt in totaal 3,5 miljoen mensen tewerk. De geëxporteerde koffie (robusta en arabica), in totaal ongeveer 4,5 miljoen balen van 60 kilo per jaar, verdwijnt veelal via Mombasa of Dar-es-Salaam over de grens zonder eerst verder te worden bewerkt of van een brand voorzien. Hoewel de coöperatieve structuren eertijds goed waren ontwikkeld, is de handel in koffie een zaak van talloze particuliere handelaren. Om voor hun eigen voedselveiligheid te zorgen verbouwen de meeste boeren ook nog bananen, maïs, bonen, aardappelen en cassave, terwijl katoen in bepaalde gevallen hun tweede cash crop is. De combinatie van palmbomen en koffieteelt is ook goed om de koffiestruiken in de schaduw te houden. De koffieboeren worden bij het systematisch vernieuwen van hun koffiestruiken door de regering gesteund. De Uganda Coffee Development Authority (UCDA) zorgt sinds de liberalisering van de markt in 1991 voor toezicht. Men moet immers ook koffiebonen van ongeveer egale kwaliteit (fair average quality, FAQ) op de markt zien te brengen.42 Het grote knelpunt is dat de gemiddelde

40 Oeganda verdiende in 2007 265 miljoen US$ aan de koffie-export. http://www.newvision.co.ug/D/8/220/62820741 Wereldwijd zijn er 25 miljoen koffieboeren.42 De duurdere en mildere arabica, die op grotere hoogte – boven 1.500 meter - wordt geoogst, wordt via een droogproces uit de bolster gehaald, terwijl de goedkopere robusta van de lager gelegen plateaus via een nat proces wordt

19

Page 20: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

opbrengst per hectare laag blijft en de koffieteelt te lijden heeft van ziektes (Coffee Wilt Disease, CWD). Een boontje in de strijd dan maar? De ontwikkelingsorganisaties hebben zich de laatste decennia in het kader van Make Trade Fair als gieren op de producenten van koffiebonen, aardnootjes, bananen of maïs gestort. Om ze te moraliseren, te organiseren of te informeren?43

Met weinig structureel effect overigens. De hogere prijzen die de laatste jaren op de wereldmarkt voor koffie werden betaald, hebben samen met de regeringssteun de Oegandese boeren aangespoord om meer koffiestruiken aan te planten. Het gevolg hiervan zal echter prijsbederf zijn, zoals dat al een aantal jaren geleden het geval was toen Vietnam als grote producent op de wereldmarkt verscheen. De kleine boeren hebben daarbij, ondanks alle “eerlijke handelspraktijken”, nog altijd geen enkele greep op de internationale koffiemarkt gekregen.

Economische problemen

Door allerlei knelpunten, o. a. de energieschaarste en het slechte wegennet, is de economisch ontwikkeling van Oeganda achterop geraakt. Het produceren van complexe diensten en producten is erg moeilijk doordat de stroomvoorziening geregeld uitvalt. Wat bedrijven, middenstand en rijke particulieren aanzet zich te voorzien van eigen stroomgeneratoren en dus tot het morsen met dure diesel of benzine. Veel economische groei verdampt als gevolg van corruptie, criminaliteit en incompetentie. Hoewel de

behandeld.43 Oxfam probeert het in Oeganda aldus uit te leggen: “In order to enhance the ability of poor people to be able to influence national Trade policies, we are working to distribute relevant information to the public. Small-scale farmers, who are the main stakeholders, are usually disadvantaged because they never get to know about policy development processes – and yet they are the end-users.” www.oxfam.org.uk/oxfam_in_action/where_we_work/uganda.html - 30k -

20

Page 21: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

gemiddelde jaarlijkse economische groeicijfers aantonen dat de ontwikkeling voorspoedig verloopt (Tabel 2), suggereren andere indicatoren het tegenovergestelde: Oeganda is niet op weg naar duurzame economische groei.

De laatste jaren is vooral de dienstensector bovenmatig gegroeid ten nadele van de landbouw, terwijl de groei van de industrie ondermaats is. Ook is de economische groei per hoofd van de bevolking erg matig, terwijl de groei van de export (vooral landbouwproducten) de neiging heeft eerder te stagneren. Zo daalde het aandeel van de landbouw in het BBP van 56,8 procent in 1987 tot 29,0 procent in 2007, terwijl alle ontwikkelingsorganisaties zich juist op deze sector hebben gestort om die te “verduurzamen”. Deze relatieve neergang van de landbouwsector is ernstig omdat immers 82 procent van de bevolking van de landbouw leeft. In 1987, toen de economie nog totaal was ingestort, bedroeg het relatieve aandeel van de industrie in het BBP slechts 10,1 procent. In 2007 was dat nog maar tot 18,2 procent gegroeid, waarvan minder dan de helft voor rekening voor de verwerkende industrie kwam. Het aandeel van de diensten in het BBP steeg inmiddels van 33,2 procent in 1987 tot 52,8 procent in 2007 (zie Tabel 2). Deze fenomenale groei van het relatieve aandeel van de diensten in het BBP geeft aan dat het verstedelijkingsproces in en rond hoofdstad Kampala gepaard ging met de groei van een bepaald type “diensteneconomie” eigen aan een ontwikkelingsland.

Tabel 2: Economische groei in percentages

1987-97 1997 2006 2007BBP 6,9 5,8 5,1 6,5BB per hoofd 3,2 2,5 1,7 2,9

21

Page 22: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Export van goederen en diensten 11,2 6,5 4,0 4,4

Bron: Wereldbank

Economische en sociale stabiliteit kan men alleen door middel van voedsel- en energieveiligheid garanderen. Deze veiligheid is allerminst verzekerd. Door de gestegen prijzen voor granen en andere voedingswaren, kreeg de bevolking het moeilijk in 2008 om nog te overleven. De prijsstijgingen waren het effect van de export van landbouwproducten naar de buurlanden. Alles hangt immers met alles samen. De in de zomer van 2008 uitzonderlijk hoge olieprijzen op de wereldmarkt deden alle kosten snel stijgen. Alle brandstoffen, ook hout en houtskool die de plaatselijke bevolking massaal gebruikt om op te kunnen koken, werden fors duurder (een prijsverdubbeling in één jaar tijd). De economen wezen op het verschijnsel van de onvolmaakte concurrentie en de imperfecte markten. De politici riepen de boeren op om meer voedsel te produceren en ze spoorden de bevolking aan om vooral met een eigen moestuintje te beginnen. De tot 14 procent op jaarbasis toegenomen inflatie zorgde voor een bijkomende terugval in inkomen doordat de lonen de prijzen niet volgden. Oeganda daan de vooravond van een economische terugval nu ook de inkomsten uit overboekingen van Oegandezen in het buitenland als gevolg van de recessie dalen.

Arm en onderontwikkeld

22

Page 23: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Oeganda is erg afhankelijk van de internationale financiële instellingen voor zijn investeringen en overheidsuitgaven. De cijfers (zie Tabel 3) liegen er niet om.

Tabel 3: Buitenlandse schuld en financiële stromen (in miljoenen US$)

1987 1997 2006 2007Totale uitstaande schuld 1.936 3.908 1.264IBRD 50 0 0 0IDA 534 1.954 436 840

Totale schuldendienst 160 161 115IBRD 6 0 0 0IDA 5 22 40 5

Samenstelling van de netto stromenOfficiële donaties 96 342 4.326Officiële crediteuren 238 232 176Privé crediteuren 120 -11 -1Buitenlandse directe investeringen 175 392Portefeuille investeringen (netto instroom) 0 0 19

Programma's van de WereldbankToezeggingen 119 125 224 425Uitgekeerd 112 216 156 374Belangrijkste terugbetalingen 3 9 24 0Netto stromen 109 208 131 374Interestbetalingen 8 14 15 5Netto transfers 101 194 116 368Bron: Wereldbank

Zonder de programma’s van de Wereldbank zou elke economische groei onmogelijk zijn en de ernstig deficitaire

23

Page 24: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

handelsbalans voor onoverkomelijke problemen zorgen. Behalve dan de schuldafbouw, werden er onder Museveni weinig duurzame veranderingen gerealiseerd. Ondanks alle neoliberale ontwikkelingspropaganda tonen de naakte cijfers immers aan dat Oeganda een arm en onderontwikkeld land is gebleven (zie Tabel 4). Officiële bronnen stellen dat 38 procent van de inwoners onder de armoedegrens leeft. Het gemiddelde BNI per hoofd van de bevolking bedraagt slechts 340 dollar per jaar (volgens de Atlasmethode),44 tegen gemiddeld 800 dollar per jaar voor Sub-Sahara Afrika. De andere cijfers zijn navenant. De levensverwachting bedraagt vandaag gemiddeld 51 jaar, 19 procent van de kinderen is (zwaar) ondervoed, de kindersterfte is - ondanks alle geleverde inspanningen – veel te hoog (78/1.000 levende geboortes), slechts 64 procent van de bevolking heeft toegang tot drinkwater. De relatie tussen morbiditeit, sterfte en armoede geeft een rampzalig beeld van de ware toestand in Oeganda.

Volgens minister Syda Bhumba van Gender, Labour and Social Development is vooral de ongebreidelde bevolkingsgroei een groot probleem. In een goede halve eeuw vermenigvuldigde de bevolking zich zes maal (4,9 miljoen in 1948 en nu meer dan 30 miljoen). Het groeipercentage van de bevolking ligt op 3,4 procent per jaar. Ook zou het voorts onaanvaardbaar zijn dat vrouwen gemiddeld zeven kinderen baren, terwijl de vrouwen er volgens een onderzoek door de Uganda Demographic and Health Survey (UDHS) in 2006 zeggen er maar vijf te wensen.45

Gezinnen met twee kinderen zijn het model voor de middenklasse geworden. Het verlagen van het kinderaantal zou daarbij, wat in overeenstemming is met de ontwikkelingsagenda, ook de kosten van de gezondheidszorg, het onderwijs en de

44 Al naargelang de luimen van het moment beweert de regering dat het gemiddeld inkomen op 900 US$ ligt.45 The New Vision, 11 juli 2008, blz. 39.

24

Page 25: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

huisvesting verminderen. Echter, zoals in elk ontwikkelingsland is ook in Oeganda kinderrijkdom niet zo zeer het gevolg van alleen maar ongebreidelde seksuele activiteiten, maar ook en vooral van het ontbreken van een adequaat systeem van sociale zekerheid.

Hoe het dan zit met de geboortepolitiek van de kerken wordt in de hooggestemde regeringsverklaringen niet vermeld. Ook de relatie tussen gedwongen seksuele omgang van meisjes op zeer jonge leeftijd en het krijgen van te veel kinderen is bekend. Daar gebeurt alsnog weinig mee. Men focust liever op het onder controle krijgen van het HIV-probleem, omdat daarmee veel geld uit de ontwikkelingsfondsen is gemoeid.46 De NGO’s zijn uiteraard volop in dit segment van de gezondheidsmarkt present. Onder internationale druk nam Oeganda de zogenaamde ABC-aanpak over die van “onthouding”, “huwelijkse trouw” en “condooms” uitgaat. Echter, omwille van de lieve centen, schuwde men de contradicties niet toen President Bush in 2003 zijn President's Emergency Plan for AIDS Relief (PEPFAR) lanceerde. Dat leverde Oeganda immers in 2004 90,8 miljoen dollar, in 2005 148,4 miljoen US$ en in 2006 169,9 miljoen US$ aan voorwaardelijke hulp op. Voorwaardelijk, omdat deze Amerikaanse steun de nadruk op “onthouding” legde, niet op het door Bush zo verfoeide condoomgebruik. Hoewel de uitkomsten van alle onderzoeken bevestigen dat niet “onthouding”, maar wel condoomgebruik het aantal HIV-gevallen doet dalen, waren President Museveni en zijn vrouw Janet het met die aanpak roerend eens.

De vrije medische gezondheidswerkers hebben zich ook op deze

46 Met AIDS heeft ook Oeganda een probleem. Voor 2009 werd een grote mobilisatie door het ministerie van Gezondheid afgekondigd om de besnijdenis voor jongens te promoten. Dat zou helpen tegen het overdragen van HIV. Vandaag zou 6 procent van de bevolking officieel nog aan Aids lijden. Sunday Monitor, 4 januari 2009, blz. 7.

25

Page 26: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

lucratieve sector geworpen. In menig achterafstraatje biedt een huisarts vandaag zijn diensten aan. Grote reclameborden roepen de trouwlustige Oegandezen op zich op HIV te laten testen. De echo’s ervan duiken regelmatig op in de rijkelijk gestoffeerde huwelijksadvertenties in de kranten. Toch heet het HIV-virus niet de gemoederen erg te beroeren. De bevolking maakt zich vooral zorgen over het ebola-virus dat vanuit Kongo zou oprukken en in december 2007 al in Oeganda zou zijn gesignaleerd.47 De regering heeft dat tot nu toe altijd ontkend.

Tabel 4: Economisch profiel van Oeganda

1987 1997 2006 2007

BBP in miljarden US$ 6,3 6,3 9,5 11,2Bruto kapitaalvorming/BBP 9,7 18,2 23,4 24,5Export van goederen en diensten/BBP 8,2 13,4 14,8 13,3Bruto Binnenlandse Sparen/GDP -0,1 10,7 8,1 5,8Bruto Nationaal Sparen/GDP 2,6 10,8 12,9 11,7Lopende Betalingsbalans/GDP -2,2 -7,4 -8,5 -7,8Interestbetalingen/GDP 0,4 0,6 0,3Totale schuld/GDP 30,9 62,3 13,3Totale schulddienst/export 39,4 18,4 5,4 Bron: Wereldbank

Conclusies

Oeganda’s politieke en sociale problemen zijn het gevolg van een economische structuur die nog uit de koloniale periode stamt toen de koffie- en de theehandel voor inkomsten moesten zorgen. Voorts is er de nog altijd hardnekkige tegenstelling 47 The New Vision, 11 december 2007.

26

Page 27: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

tussen het minder ontwikkelde noorden en het meer ontwikkelde zuiden. Onder Milton Obote (1962-71) werd gepoogd om door een politiek van importsubstitutie Oeganda te industrialiseren en minder afhankelijk te maken van de handel in koloniale producten. Onder dictator Idi Amin (1971-79) volgde dan de economische ineenstorting, waarna onder de tweede periode van Obote (1980-85) elk herstel uitbleef. De huidige machthebber Museveni zou daarna al snel de neoliberale recepten van de internationale instellingen omhelzen en Oeganda openen voor het internationale kapitaal. De resultaten hiervan kan men vandaag bewonderen. De economische groei is wel teruggekeerd, maar dan wel op een zeer wankele basis daar Oeganda van de export van koffie en thee afhankelijk is gebleven. Om zijn regime enige ademtocht te geven heeft Museveni een groot deel van de economie – vooral de financiële sector en de telecommunicatie - aan buitenlandse kapitaal uitbesteed. Duizenden NGO’s zijn als sprinkhanen over het land uitgezwermd en ze hebben door het overnemen van staatsfuncties een schijn van “civiele maatschappij” tot leven weten te wekken. Van “duurzame ontwikkeling” is alsnog geen sprake, ook al adverteert men overal met emancipatie via het microkrediet. Alleen de schuldafbouw verliep alsnog succesvol. Dat hielp wel de financiële en monetaire stabiliteit garanderen, maar dat was allerminst voldoende om de instroom van directe investeringen in de productieve sector aan te moedigen. Vandaag heeft Oeganda nog grosso modo dezelfde economische structuur als ten tijde van de laatste jaren van de koloniale periode. Wat een trieste balans is van twintig jaar neoliberale ontwikkelingspolitiek onder Museveni.

27

Page 28: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Darfur: de genese van een getraumatiseerd proletariaat

André Mommen

Februari 2009isbn 978-90-79885-03-9

28

Page 29: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

De massamoord in Darfur heeft geregeld de wereldpers gehaald en daardoor de “internationale gemeenschap” behoorlijk

beroerd. Maar zonder alsnog tot een duurzame regeling van het etnische conflict te kunnen leiden. Echter, er is sinds kort weer

hoop op een regeling van het conflict. Of dat ook tot een normalisatie van de toestand in deze westelijke regio van

Soedan zal leiden, is onzeker. Zoals uit dit artikel moet blijken, zijn de internationale voorwaarden en de lokale verhoudingen

allerminst gunstig voor een snelle en voor iedereen bevredigende regeling.

Vooral doordat het conflict in Darfur de economische, politieke en godsdienstige structuren van Soedan raakt, zijn er te veel spelers en factoren in het geding om snel een regeling af te kunnen dwingen. Een oplossing kan men allicht alleen nog maar vinden door ook aan de fluïde staatsgrenzen van de postkoloniale staat te raken. Maar dat zou dan weer een domino-effect kunnen sorteren in het grensgebied tussen de Arabische wereld en Zwart Afrika, met hier als inzet de controle over de strategisch geachte wateren van de Nijl.

Soedan beschikt echter ook over belangrijke olievoorraden waar China en andere Aziatische opkomende grootmachten actieve belangstelling voor koesteren. Voorts is Soedan meer dan een gewone frontstaat van de Arabische wereld. Het zuiden dat immers grotendeels christelijk is, heeft sinds 2006 een autonoom statuut gekregen. Darfur voorlopig nog niet. Dat komt doordat een regeling van het etnische conflict in Darfur uiterst ingewikkeld.

Hoezo etnische conflicten?

Doch in welke mate is dat conflict in Darfur alleen maar etnisch of religieus? Het doordringen van het mondiale kapitalisme

29

Page 30: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

heeft ook hier voor veranderingen in de economische en sociale verhoudingen gezorgd, waardoor steeds meer mensen van hun traditionele bronnen van bestaan losraken. Ze worden van hun gronden verdreven en/of opgesloten in vluchtelingenkampen. Waardoor ze niet alleen de rangen van het zich inmiddels mondialiserende proletariaat met ettelijke miljoenen doen aangroeien, maar ook nog eens definitief armlastig dreigen te worden. Gewoon omdat hun transfer naar de vleespotten van het kapitalistische westen kundig wordt tegengehouden.

De koloniale geschiedenis van Darfur begint eigenlijk bij de komst van de Britten die in 1916 deze streek waar vooral de Fur (Darfur: land van de Fur) leefden onderwierpen. Tot dan was Darfur een onafhankelijk sultanaat geweest. De Britten regeerden daarna via een feodale toezichthouder of bewaker (nazir) en lokale chefs. Na de onafhankelijkheid van Soedan in 1956 werd deze situatie door de nationalistische machthebbers in Khartoem grotendeels zo gelaten. Men poogde wel een verkozen bestuur te installeren om de lokale chefs en despoten die van afpersing leefden, op zij te schuiven, maar met weinig effectief resultaat. Inmiddels hadden de Arabische elites de onafhankelijkheid gebruikt om hun politieke macht over het hele land te vestigen en in Khartoem te centraliseren. Zij waren daarbij, bij gebrek aan snelle economische ontwikkeling, allerminst bereid om veel middelen in Darfur in te zetten. Hierdoor kon het lokale despotisme zich in dit armlastige gebied in een sfeer van gedeelde verantwoordelijkheid en belangenbehartiging tussen de sedentaire en de nomadische stammen zelfs versterken. Kortom, de traditionele gemeenschappen werden alsnog niet beroerd door het moderniseringsoffensief vanuit Khartoem.

Darfur raakte voor het eerst in het nieuws toen in het midden van de jaren 1980 de hele Sahel en de Hoorn van Afrika door

30

Page 31: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

een periode van extreme droogte en een nooit eerder geziene hongersnood werden getroffen. Daar kon vooral de televisie met pakkende beelden uitstekend op inspelen om hulpprogramma’s mee te helpen financieren. Sindsdien is Darfur eigenlijk nooit meer helemaal uit het nieuws geweest. Vandaag telt deze regio minimaal 1,2 miljoen mensen op de vlucht en 3,5 miljoen mensen die permanent met de hongerdood worden bedreigd. Tienduizenden zijn inmiddels vermoord48 en talloze dorpen vernield. Dat zou grotendeels het werk zijn van Arabische milities die vanuit Khartoem worden gesteund of alleszins door het geregelde leger niets in de weg wordt gelegd. Men spreekt dan ook van “etnische zuiveringen” wegens het systematische karakter van het geweld waarvan vooral de zwarte bevolking het slachtoffer is. Maar hierover later meer.

De hongersnoden deden al in de jaren 1980 de etnische en religieuze spanningen tussen noord en zuid in Soedan toenemen. De conflicten draaiden dan vooral rond het gebruik van de landbouwgrond. De Arabische elites in Khartoem hadden er alle belang bij om in dit conflict de zijde van de gearabiseerde veeboeren te kiezen nu die op zoek naar nieuwe weidegronden moesten gaan. De niet-gearabiseerde zwarte boerenbevolking wilde uiteraard zijn landbouwgronden tegen de rondtrekkende kuddes afschermen. In deze tijd ontstond in het zuiden het Sudanese People’s Liberation Movement (SPLM) dat de belangen van de agrarische bevolking tegen de centrale machthebbers in Khartoem verdedigde. De SPLM kwam openlijk op voor de onafhankelijkheid van het zuiden. De spanningen tussen noord en zuid hadden dus niet zozeer een etnische of godsdienstige achtergrond, maar wel een economische basis. Weldra internationaliseerde het binnenlandse conflict doordat de Arabische wereld in de strijd tegen de SPLM het regime in Khartoem in de armen sloot,

48 De schattingen variëren van 70.000 tot 4 miljoen.

31

Page 32: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

omdat het toenmalige marxistisch-leninistische regime van Haile-Mariam Mengistu49 in Ethiopië de rebellen steunde.

De tegenstellingen tussen noord en zuid zorgden tijdens de periode van natievorming voor territoriale spanningen en dissidenties. Die namen sterk toe als gevolg van de droogte én wegens de structurele aanpassingprogramma’s die de Wereldbank en het IMF in die jaren begonnen op te leggen. Na een korte fase van democratisering nam in 1989 generaal Omar al-Bashir door een staatsgreep in Khartoem de macht over. Dit blijkbaar met de bedoeling om aldus het rebelse zuiden gemakkelijker met de wapens te kunnen verslaan. Omdat hij liever niet het geregelde leger bij deze actie wilde betrekken, begon hij lokale Arabische milities te bewapenen en aan te sporen om door middel van een jihad de rebellen in de zuidelijke Noeba vallei te onderwerpen. Deze tactiek zou daarna vanuit Khartoem ook elders, zoals in Darfur, worden gebruikt. Maar met weinig praktisch resultaat, daar de lokale bevolking in het zuiden van Soedan zich bleef verzetten tegen bepaalde maatregelen zoals het opleggen van de sjaria (islamitische wetgeving) en het politieke centralisme. Daar de opstandelingen niet alleen animisten, maar vooral christenen waren, konden zij weldra ook rekenen op de (informele) steun van een aantal westerse kerken, hun NGO’s en vooral de media. Dat markeerde de eerste fase van de internationalisering van het conflict in het zuiden van Soedan.

Het conflict kwam in 2001 na de aanslag op de Twin Towers steeds meer in de actualiteit. De christelijke lobby die vanaf dan de buitenlandse politiek van president George W. Bush ging domineren, zorgde ervoor dat de Amerikaanse buitenlandse

49 Christopher Clapham, “The Socialist Experience in Ethiopia and Its Demise”, in Arnold Hughes (ed.) Marxism’s Retreat from Africa, Londen: Frank Cass, 1992, blz. 105-125.

32

Page 33: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

politiek de Soedanese regering voortaan onder zware druk ging zetten om met de SPLM tot een vergelijk te komen. In 2004 werd daardoor een regeling voor meer autonomie voor het zuiden ondertekend. Dat was een grote overwinning voor de autonomisten. Het akkoord dat na moeizame onderhandelingen in Kenia werd bereikt, voorzag immers niet alleen in autonomie voor het zuiden, maar ook in een aandeel in de olie-inkomsten en op termijn zelfs in een afscheiding van het zuiden. Intussen was er in en rond Darfur een tweede conflicthaard ontstaan waarbij autonomisten en centralisten tegenover elkaar stonden.

Daud Bolad

Het akkoord tussen de Soedanese regering en de SPLM in het zuiden deed in het westelijk gelegen Darfur de hoop opleven dat een gelijkaardige regeling ook hier binnen handbereik was gekomen. De eisen waren analoog. Al in het begin van de jaren 1990 had de lokale bevolking voor pariteit in de politieke structuren van het land gepleit. In 1991 had de charismatische politicus Daud Bolad, die zijn carrière als islamiet was gestart, maar toen in Darfur aan het hoofd van lokale activisten stond, een opstand tegen het centrale gezag in Khartoum gelanceerd. De regering reageerde door het bewapenen van lokale Arabische milities. Bolad werd uiteindelijk gegrepen en in 1992 door de veiligheidstroepen vermoord. Zo kon Bolad uitgroeien tot een symbolische figuur voor de lokale verzetsbeweging die alle ondervertegenwoordigde minderheden groepeerde.

De groeiende onvrede in Darfur leidde ook tot het mobilisatie van de plaatselijke intellectuelen en tot het uitbrengen in 2000 van een “Black Book”50 waarin met statistisch materiaal werd

50 Abdullahi El-Tom, “The Black Book of Sudan: Imbalance of Power and Wealth in Sudan”, in Journal of African National Affairs, 2003, jg. 1, nr. 2, blz. 25-35.

33

Page 34: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

bewezen dat de etnische groepen in het noorden altijd al in de staatsstructuren oververtegenwoordigd waren en daardoor het meest profiteerden van het staatsbudget (zie tabellen 1 en 2). Dat moest veranderen door middel van een herverdeling van de macht.

Tabel 1: Bevolking en politieke vertegenwoordiging (1986)

Regio’s Bevolking % Vertegenwoordiging %

Noorden 1.026.406 5,4 58 79,5

Oosten 2.222.779 11,8 1 1,4

Centrum 4.908.038 26,5 2 2,8

Zuiden 4.407.450 23,7 12 16,4

Westen 6.072.872 32,6 0 0

34

Page 35: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Tabel 2: Regionale inkomen en uitgaven (gemiddelden voor 1996–2000 in percentages van de waarde voor het Noorden)

Regio’s

Totaleuitgaven

per capita

Totaleuitgaven

per capita

Effectievesubsidiesper capita

Ontwikkelingsuitgavenper capita

Noorden 100,0 100,0 100,0 100,0Centrum 104,0 134,1 16,8 245,5Khartoem 161,5 213,7 13,3 532,9Centrum ex.Khartoem

60,6 70,9 23,8 35,5

Oosten 73,7 98,4 1,6 79,5Westen 44,1 43,9 43,3 17,0Darfur 40,6 41,5 35,1 17,2Kordofan 49,9 47,6 57,5 15,5

Interessant is dat zich nu belangrijke parallelle politieke krachten konden ontwikkelen. Enerzijds was dat het Sudanese Liberation Army (SLA) en anderzijds de islamitische beweging Justice and Equality Movement (JEM) die in 2000 voor grotere autonomie opkwamen. De rebellenbeweging lanceerde gewapende aanvallen op het geregelde leger en ze slaagden er zelfs in om in 2004 de chef van de Soedanese luchtmacht gevangen te nemen. De regering in Khartoem bevond zich nu met de rug tegen de muur. Ze poogde ook nu weer door het rekruteren en bewapenen van Arabische milities het verzet te smoren. Deze milities werden gesteund door de lokale gearabiseerde elites die sinds de onafhankelijkheid van Soedan

35

Page 36: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

in Darfur hadden geregeerd. Zij kregen daarbij de steun van toegestroomde Arabische huurlingen die al in de jaren 1980 in Libië waren getraind en bewapend voor de oorlog in Tsjaad alwaar een analoog conflict tussen het noorden en het zuiden werd uitgevochten. Libië stookte toen het Arabisch nationalisme op door aan de eigen zuidgrens naar territoriale en politieke expansie te streven. Zo konden ook geld en wapens Darfur bereiken. Maar al in 1988 moest Libië alle ambities in de regio laten varen, waardoor ook de Arabische oorlogsheren zonder werkgever vielen.

De kaders van de huidige Arabische janjaweeds (letterlijk: ridders te paard جنجويد) die nu bekend staan als de uitvoerders van de slachtingen onder de lokale bevolking en die door Khartoem worden bewapend en gefinancierd, stonden aanvankelijk in dienst van Libië. Zij kregen inmiddels versterking van de Arabische Mahdi.51 Zij verdedigen de theorie van het Arabisch raciale superioriteit en hebben daardoor bij de regering van generaal al-Bashir veel krediet gekregen omdat zij het vuile werk wilden opknappen. Hierdoor werd tevens een etnische wig tussen de Arabische bevolking en de zurga (de negers) in Darfur gedreven. Al deze elementen zorgden ervoor dat het conflict in Darfur ook een sterk racistische component kon krijgen en daardoor de explosie van wreedheden kan helpen verklaren.52

Een conflict van landbouwers en veeboeren?53

51 Over de rol van de Mahdi in Soedan, zie Thomas Hodgkin, “Madism, Messianism and Marxism in the African setting”, in Peter Gutkind en Peter Waterman (red.) African Social Studies. A Radical Reader, New York en Londen: Monthly Review Press, 1977, blz. 306-323.52 Julie Flint en Alex de Waal, Darfur: A Short History of a Long War, London: Zed Books, 2006.

36

Page 37: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Honger, moorden, martelingen en verkrachtingen gaan hand in hand met de systematische vernietiging van de dorpen en de leefgemeenschappen in Darfur. Miljoenen mensen zijn inmiddels op de vlucht en leven in kampen waar ze grotendeels afhankelijk van buitenlandse hulp zijn geworden.

De janjaweeds kunnen de bevolking terroriseren, omdat ze samenwerken met het Soedanese leger en zich gesteund weten door delen van de Arabische wereld. Want zonder die steun zouden ze het niet zo lang kunnen uithouden. Het gaat hier immers om huurlingen die vrij mogen plunderen. Evenals in Rwanda kan men in Darfur spreken van etnische zuiveringen waarvan speciaal de lokale Fur, Massalit en Zaghawa het slachtoffer zijn. Daarbij worden deze bevolkingsgroepen door de activiteiten van de milities belet om economisch zelfstandig te overleven doordat hun voorraadschuren worden vernield of geplunderd en hun vee wordt gestolen. Irrigatiesystemen worden verwoest en bomen gekapt, waardoor de watervoorziening wegvalt en de bodemerosie toeneemt. Zo worden de economische voorwaarden voor het overleven van deze landbouwers verstoord in de hoop dat ze wel noodgedwongen vluchten en/of van honger sterven. Men kan hierin dus ook een uit de hand gelopen conflict tussen landbouwers en veeboeren zien daar de terroristen vooral uit de kringen van de veeboeren worden gerekruteerd.

De Fur en de Massalit zijn van oorsprong landbouwers die in gemeenschappen leven en die tot zeer recentelijk nog in een zekere harmonie met de veeboeren (kamelen), zoals bij voorbeeld de Jalul54, leefden. Deze nomaden hadden uiteraard geen eigen “dar” (land) om hun dieren te laten grazen, maar 53 Over deze problematiek, zie David Anderson en Vigdis Broch-Due (red.), The Poor Are Not Us: Poverty and Pastoralism in Eastern Africa, Athens: Ohio University Press, 2000.54 www.genocidewatch.org/SudanIdeologyInArmsTheEmer...

37

Page 38: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

waren wel beschermd door het gewoonterecht. Hun dieren konden grazen in streken waar de sedentaire landbouw domineerde in ruil voor het afstaan van de mest van hun dieren aan de dorpelingen. De dieren konden ook in de oases worden gedrenkt. Er bestond dus tussen veeboeren en landbouwers een onderhandelde ruilverhouding. Deze wederzijds afhankelijkheid functioneerde tot in het midden van de jaren 1980 vrij goed. Daarna echter niet meer. Waarom?

Een eerste verschijnsel was dat de landbouw een steeds groter areaal ging beslaan, waardoor er minder ruimte overbleef voor het vee, terwijl van de andere kant de veestapel voortdurend aangroeide. Kortom, veeboeren en landbouwers kwamen nu de ecologische en economische balans verstoord raakte met elkaar in conflict over de herverdeling van schaarse middelen zoals grond en water. Voor de veeboeren was het laten uitwijken van de kuddes naar andere minder bevolkte streken geen optie. De woestijnvorming maakte dat onmogelijk. Voorts begonnen de boeren in Darfur de doortocht van de kamelenkuddes en de toegang tot de waterbronnen te beletten. Een en ander had natuurlijk ook te maken met de toegenomen bevolkingsdruk én de noodzaak van de boeren om steeds meer voor de markt te produceren ten einde zich zo van cash te kunnen voorzien. Dat laatste was nodig om te betalen voor ingevoerde producten die de veranderde “behoeften” markeerde. Het maximaliseren van het inkomen vergde een verandering in de productiewijze: het invoeren van het kapitalisme in de landbouw door het produceren van cash crops. Vandaar dat de lokale gemeenschappen hun model van subsistentie-economie inruilden voor een markteconomie die gericht was op het maximaliseren van het inkomen.

Markt en geweld

38

Page 39: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Meer markt gaat veelal gepaard met meer geweld. Wegens de politiek van inkomensmaximalisering functioneerde de oude onderhandelingsprocedures rond de traditionele landrechten55

niet meer. Een nieuwe vorm van schaarste deed haar intrede nu voor de veestapel geen plaats meer op en rond de akkers en bij de waterbronnen was. De rechten op de gemeenschappelijke gronden vervielen hierdoor in de praktijk.

Hoe dat conflict oplossen?

In Darfur heeft men dat in 1989 nog door middel van een verzoeningsconferentie tussen veeboeren (pastoralisten) en landbouwers pogen op te lossen. Maar zonder praktisch resultaat. De conflicten tussen beide groepen werden steeds gewelddadiger en resulteerden in het stelen van dieren of het vernielen van voorraadschuren en het doden van tegenstanders. Goedkope vuurwapens droegen bij aan deze spiraal van geweld die zich in een sfeer van economische ontreddering en sociale ontworteling voltrok. Getuigenissen lieten bij voorbeeld zien hoe bijvoorbeeld kamelenfokkers als de Jalul, die van zichzelf altijd trots hadden beweerd dat zij geen landbouw bedreven omdat ieder stamlid kamelen bezat, nu ineens stamleden kenden die hun vee waren kwijt geraakt.56

De regering in Khartoem reageerde in 1994 door de oude inlandse raden te herstellen en de traditionele chefs weer territoriale bevoegdheden toe te kennen in de hoop zo bij te dragen aan een min of meer vreedzame regeling van de conflicten. Deze chefs mochten voortaan weer de grond

55 De landrechten vestigen is een recent ontwikkelde neoliberale strategie om kapitalistische verhoudingen in o.a. de Afrikaanse landbouw op te leggen. Ambreena Manji, The Politics of Land Reform in Africa. From Communal Tenure for Free Markets, Londen en New York: Zed Books, 2006.56 Alex de Waal, “Counter-Insurgency on the Cheap”, in London Review of Books, jg. 26, nr. 15, 5 augustus 2004.

39

Page 40: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

(her)verdelen en zich voorzien van zelfbewapende milities om de “orde” te handhaven. Na eerst de twee gemeenschappen toegestaan te hebben om zich vrijelijk te bewapenen, koos de centrale overheid uiteindelijk eenzijdig partij voor de geïslamiseerde veeboeren. Het gevolg was dat de etnische zuiveringen op lokaal niveau via de nu opgedoken janjaweeds pas goed op gang konden komen en daardoor de huidige proporties aannemen.

Wegens het falen van de staat bij het handhaven van de orde en het niet oplossen van de conflicten tussen de bevolkingsgroepen door middel van een proces van duurzame economische groei, nam het geweld de omvang van een genocide aan. De staat moet immers ten allen tijde de conflicten die voortspruiten uit mogelijke veranderingen in de lokale ruilverhoudingen, vreedzaam zien op te lossen. Zoniet dan kan enkel (interetnisch) geweld zorgen voor een herverdeling van macht en inkomen.

Ook in Darfur stond het interetnische geweld van meet af aan in functie van de economische herstructureringen en de veranderende sociale machtsverhoudingen tussen landbouwers en veeboeren. Onteigening speelde hier een cruciale rol. Het van de Fur en andere bedreigde minderheden gestolen vee werd door de janjaweeds gecentraliseerd en naar de Arabische landen geëxporteerd. De veedieven maakten uiteraard geen onderscheid tussen rijke en arme boeren. Integendeel. De verarming van de lokale bevolking kon hierdoor exponentiële vormen aannemen. Omdat de bevolking nu afgesneden werd van haar productiemiddelen, veranderde ook de sociale samenstelling van de bevolking. Het ineenstorten van de verzekerde toegang tot de productieve middelen leidde immers tot de exponentiële groei van het aantal landloze boeren, dus tot een snelle proletarisering van de agrarische bevolking. Deze mensen konden voortaan alleen nog maar door de verkoop van hun arbeidskracht

40

Page 41: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

overleven. Deze proletarisering staat evenwel in geen enkele verhouding tot de voorraad productiemiddelen in de lokale “gemeenschappen”. De centralisatie van de geproletariseerde agrarische massa’s in vluchtelingenkampen is dan het eindstation in dit proletariseringsproces.

De vluchtelingenkampen zijn overal ter wereld veelal centra van eenvoudige warenproductie, dus huisnijverheid, en ze worden door diverse formele en informele vormen van internationale solidariteit en transfers van inkomen in leven gehouden. Hoewel ze in niets verschillen van de sloppenwijken rond de miljoenensteden in de onderontwikkelde landen, heeft hun economie tevens een gettokarakter, omdat elke terugkeer naar de oorspronkelijke leefomgeving politiek of economisch door geregelde of ongeregelde geweldpleging van de milities onmogelijk wordt gemaakt. De kampen in Darfur of het naburige Tsjaad ontsnappen uiteraard niet aan deze vorm van repressie die uiteraard in vele opzichten sterk gelijkt op de toestanden in de Palestijnse kampen aan de grenzen van Israël.

Enclosures

Het verdrijven van de Palestijnse bevolking van haar gronden door de Israëli’s, een proces dat zich vandaag nog altijd voltrekt, gelijkt uiteraard op wat nu nog altijd in zwart Afrika gaande is. Ook de Palestijnen waren niet bij machte om zich, doordat ze geen formele staatsorganisatie kenden, tegen de binnenkomende Joodse kolonisten daadwerkelijk en succesvol te verzetten. In zuidelijk Afrika was dat eveneens het geval toen daar de blanke kolonisten verschenen en zich de beste gronden toeeigenden om een op de export gerichte grootschalige landbouw uit de grond te stampen. Om niet te spreken over de slachtingen die de blanke boeren in Noord- en Zuid-Amerika onder de indianen

41

Page 42: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

hebben aangericht en nog altijd in het Amazonegebied in de praktijk brengen.

Dit proces van het verjagen van een oorspronkelijke bevolking van haar landbouwgronden moet men zeker niet alleen maar met het begrip “etnische zuivering” of “etnische uitsluiting” omschrijven. Men mag zich ook de vraag stellen in welke mate deze (gewelddadige) vormen van etnische zuiveringen niet in functie staan van een “asset-transfer economy”.57 De misdaden (genocide) gepleegd tegen de zwarte bevolking in Afrika en de indianen in Amerika stonden en staan immers in het teken van het bezetten “of the territory to the exclusion of the purged group or groups”, zoals de UN Commission of Experts het in 1994 stelde in verband met de genocide in Rwanda.58 Deze “asset transfers” nemen vandaag zeer uiteenlopende vormen aan, gaande van zuivere plundering tot en met diefstal van de productiemiddelen (gronden en vee) en/of het in slavernij brengen van de lokale bevolking door bij voorbeeld de gedwongen rekrutering van “kindsoldaten” om de milities aan te vullen.

De “enclosure of the commons” in Engeland was ooit ook het werk van de veeboeren en de landeigenaren die de akkerboeren van hun gronden verjoegen om er daarna hun schapen op te kunnen laten grazen.59 De wol van de schapen bracht immers meer op dan de marginale landbouwbedrijfjes. Dit vormde een

57 Over deze problematiek en de rol van de NGO’s hierin: M. Duffield, “NGOs, disaster relief and asset transfer in the Horn: political survival in a permanent emergency”, in Development and Change, jg. 24, nr. 1, 1993, blz. 131-157.58 www.un.org/Pubs/chronicle/1994/issue4/0494p4.asp - 35k -59 Dev Natan werkte deze idee verder uit in “Darfur: Primary Accumulation and Genocide”, in Economic & Political Weekly, 30 augustus 2008, blz. 23-26; dezelfde, “Ethnic Cleansing as Primary Accumulation”, in Economic and Political Weekly, 9 juli 2005, blz. 3006-3007.

42

Page 43: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

onderdeel van de oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal waarbij tevens de landloos geworden boerenmassa gemakkelijker in loondienst kon worden gebracht en het proces van de accumulatie van het kapitaal in een hogere versnelling kwam. In Engeland verliep dat proces langzaam en zonder genocide of concentratiekampen (voor vluchtelingen).60 Er bestond nog geen “internationale gemeenschap” die zich hier “zorgen” over maakte. Maar de uitkomst was uiteraard niet zo verschillend. Ook toen werd de meeste boeren de toegang tot de productiemiddelen ontzegd.

In Engeland vormde dit uitsluitingsproces ook de aanzet tot een ongekende economische groei, ook wel de industriële revolutie genoemd. In Palestina konden de Israëli’s hun economische en militaire superioriteit eveneens vestigen op een politiek van systematische kolonisatie van Palestijnse gronden. In Amerika waren het de blanke vee- en graanboeren die de pampa’s en de prairies met behulp van vuurwapens bezetten.

Maar is in Darfur (en elders in Afrika) dan wel sprake van een proces van oorspronkelijke accumulatie zoals Marx dat ooit stelde voor Engeland? Dat is onduidelijk, omdat in Afrika het veroveren van een “rente” door roof met behulp van bewapende milities elke vorm van oorspronkelijke accumulatie onmogelijk maakt. Roof staat immers in functie van de consumptieve behoeften van de war lords en hun opdrachtgevers, niet in functie van investeringen in productieve capaciteit. Claude Ake heeft in dit verband de aandacht gevestigd op het fundamentele verschil met het toenmalige Engeland, omdat elders, zoals in Afrika, de staatsvorming het politieke equivalent van de oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal is, maar dan wel

60 Karl Marx, Das Kapital. Kritik der politische Ökonomie, Deel 1, Berlijn: Dietz Verlag, 1965, blz. 741-791.

43

Page 44: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

veel “gewelddadiger”.61 Gewelddadiger, omdat het uitdrijven van de lokale boerenbevolking door de nomaden en de milities niet alleen in functie staat van het bezetten van weidegronden, maar ook in functie van het beletten van de terugkeer van de oorspronkelijke bevolking naar deze gronden of het vormen van bevolkingsconcentraties in de onmiddellijke nabijheid ervan. De oorspronkelijke bevolking vluchtte dan door dat geweld ook noodgedwongen naar verre oorden en trok eventueel massaal de grens met Tsjaad over. Deze concentratie van vluchtelingen in kampen zal allicht de voorwaarden scheppen voor een toekomstige diaspora naar het model van de Palestijnse diaspora, ook al willen de internationale organisaties en de grote mogendheden dat door middel van hun vluchtelingenbeleid alsnog beletten.62

Een mislukte staat?

Het conflict in Darfur kan men ook uitleggen als een zoveelste voorbeeld van “tribalisme” en “state failure” in Afrika. De postkoloniale staten in Afrika waren bij hun onafhankelijkheid niet op een stevige economische, culturele en historische traditie gevestigd. De er levende volkeren werden binnen kunstmatige koloniale staatsgrenzen bij elkaar gehouden. Het territoriale nationalisme moest het er overal afleggen tegen de nomadische volkeren die met hun kudden een grenzeloos bestaan leidden, of tegen landbouwers die met hun primitieve technieken alleen maar in een subsistentielandbouw geïnteresseerd waren. Grootschalige landbouw, industrie en mijnbouw waren producten van het imperialisme en werden daarna onder

61 Claude Ake, Development and Democracy in Africa, Washington, DC: The Brookings Institution, 1996.62 De vergelijking met de Palestijnen is treffend. Ook zij gingen veelal massaal de grens over: Jordanië, Libanon, de Gaza-strip. De Palestijnse diaspora volgde later toen de economie in de Palestijnse kampen weinig sociale stijgingskansen konden beloven.

44

Page 45: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

staatscontrole gebracht om de politieke elites aan een inkomen te helpen, niet om er de verdere ontwikkeling van het land mee te financieren. De Afrikaanse naties waren dus constructies van de koloniale machten die na het verdwijnen van het kolonialisme en van de geprivilegieerde band met het “moederland” al snel in crisis raakten toen de internationale economische verhoudingen de export van bepaalde grondstoffen en voedingswaren steeds onvoordeliger maakten voor de producenten ervan.

De Afrikaanse staten kennen geen dominante etnische groepen die voor een gemeenschappelijke culturele basis kunnen zorgen. De dominante godsdiensten (islam en christendom) zijn van eerder recente datum en slechts gebrekkig geassimileerd. Ze vormen geen uitgesproken peilers van de politieke machtsoefening. De eerste generatie Afrikaanse leiders had dan ook de grootste moeite om de nationalistische schijn op te houden in een omgeving die werd gekenmerkt door grote concurrentie tussen de verschillende etnische groepen en belangen. Ze gingen daarom al snel over tot het vestigen van autoritaire regimes, die veelal door militaire dictaturen werden afgelost. Maar ook deze autoritaire leiders slaagden er niet in om via hun eenheidspartij of het militaire apparaat een natiestaat te vestigen. Julius Nyerere van Tanzania of Samora Machel van Mozambique waren, evenals Jomo Kenyatta van Kenia of Kenneth Kaunda van Zambia, er zich van bewust dat de “volksstammen” moesten verdwijnen, liefst door het voeren van een aangepast economisch beleid dat de nodige politieke en sociale modernisering kon beloven.63 Maar het tribalisme werd bestaan en bleef de basis van het al snel zo verfoeide patrimonialisme dat alle Afrikaanse regimes in zijn greep kreeg.

63 Nyerere ging zelfs over tot het moderniseren van de landbouw door het concentreren van de boeren in nieuwe dorpen.

45

Page 46: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Maar welke rol speelt nu de etniciteit concreet bij de vorming van een staat? Moet een staat wel noodzakelijk rondom een etnische kern zijn gebouwd, zoals sommigen – vooral dan de “volksnationalisten” van diverse pluimage – ons willen doen geloven? Succesvolle natiestaten hebben vaak een bevolking van zeer diverse etnische origine en ze zijn veelal niet direct voortgekomen vanuit een of andere mythische volksstam (zie maar de Verenigde Staten of Canada). Wél is het zo dat de koloniale staat zonder enige aarzeling door de Afrikaanse nationalisten goedschiks werd overgenomen omdat deze ook een onmisbaar machtsinstrument was.64 Wat hadden ze anders moeten doen? Autochtone elites vervingen daarom de koloniale bestuurders van de ene op de andere dag in de ambtelijke staatsstructuren, - maar nog niet bij de mijnmaatschappijen of op de plantages.65

Waarin mislukten de Afrikaanse nationalisten dan waar hun Amerikaanse, Europese of Aziatische dan wel in slaagden? Waarom heeft het tribalisme de natievorming zo dwars kunnen zitten?

Daarvoor zijn allerlei objectieve oorzaken aan te wijzen. De etnische banden zijn bij voorbeeld economisch van zeer grote betekenis in landen waar de massa van de bevolking agrarisch is gebleven en leeft van veeteelt. Stamverwantschap blijft immers een factor om de onzekerheid van het bestaan te verminderen.

64 Jean-François Bayart, The Illusion of Cultural Identity, Londen: Hurst, 2005.65 Toen in 1830 België ontstond, namen de nieuwe machthebbers de van de Franse Revolutie geërfde en door Willem I intact gelaten politieke en juridische structuren over. Ook al zijn er vandaag deelstaten ontstaan, ze tellen nog allemaal provincies, gemeenten, diverse soorten rechtbanken, etc. Ook al herinneren ze aan de jacobijnen van weleer.toch willen de flaminganten ze niet afschaffen..

46

Page 47: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

En om tot grotere sociale en culturele cohesie te komen heeft men de staat niet nodig, alleen maar stamverwantschap.

De staat kan in een dergelijke situatie geen natie scheppen, omdat de samenleving al voldoende heeft aan stamverbanden. Solidariteit met de stam, met “het eigen volk”, staat dan identificatie met de staat en meteen ook de natievorming in de weg. Het monopolie van het geweld verschuift hierdoor van de centrale staatsmacht naar de privé milities en de stamhoofden.

Men ziet ook dat de grootste problemen in het proces van natievorming in Afrika zich voordeden na de twee olieschokken van 1973 en 1979 toen de olieprijzen niet alleen pijlsnel stegen, maar ook dat de prijzen voor grondstoffen en agrarische producten daalden. Bijna alle Afrikaanse staten raakten toen door deze voor hen zeer nadelige prijsschaarbeweging verstrikt in financiële problemen als gevolg van tegenvallende exportopbrengsten en hoge energiefacturen die dan nog eens werden verscherpt door de hoge rente die de Verenigde Staten onder Ronald Reagan voor hun leningen aan de Derde Wereld aanrekende. De Afrikaanse economieën waren niet bestand tegen dergelijke gecombineerde externe schokken en implodeerden, met als gevolg hongeropstanden die, ook in de steden, veelal een tribaal karakter kregen. Ook in het urbane verzet blijft de volksstam nog altijd een geduchte primaire kracht.

De rol van de staat werd voorts nog ondermijnd door het binnenkomen van internationale actoren die nu, anders dan in de koloniale tijd, op indirecte wijze en door middel van externe reguleringen orde op zaken wilden stellen: internationale financiers en investeerders, de internationale financiële instellingen (Wereldbank en IMF) en de NGO’s allerhande die voortaan verantwoordelijk werden voor het welzijn van hele

47

Page 48: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

bevolkingsgroepen.66 Dit ondermijnde het gezag van de Afrikaanse politieke elites, terwijl de bevolking vooral in de steden de gevolgen merkte van de bezuinigingsprogramma’s en de liberalisering van de diensten en de voedselprijzen. In het geval van Soedan zien we dat de interetnische conflicten er synchroon met deze internationale economische conjunctuur verlopen. Het probleem van de “failed nations” ligt dus niet zozeer in het voortleven van etnische tegenstellingen besloten, maar wel in de postkoloniale economieën niet hun extreme afhankelijkheid van de buitenlandse grondstoffenmarkten en de kredietverschaffers.

In het geval Soedan werden de etnische conflicten nog aangescherpt door de plannen van het islamitische regime in Khartoem om de sjaria aan de hele bevolking op te leggen.67 Op die manier kregen de religieuze tegenstellingen ineens een extra regionaal politieke dimensie. De christelijke bevolkingsgroepen zagen in het opleggen van de sjaria een dwangmiddel om aan hen ook de islam in het dagelijks leven op te dringen. In plaats van het regime in Khartoem, te versterken, werd de invoering van de sjaria een element van verdeeldheid die de religieuze grenzen gemakkelijk overschreed. In Darfur gingen zelfs islamitische groepen in het verzet tegen Khartoem, omdat ze het despotisch karakter van het regime niet langer konden appreciëren en vooral omdat ze nu ook een groter aandeel in de olieopbrengsten eisten. Door de sjaria te willen invoeren,

66 De rol van de NGO’s werd voor het eerst opvallend in de Hoorn van Afrika waar ze in de jaren 1980 tijdens de grote droogte en de oorlogen optraden om de lokale bevolking van voedsel en gezondheidszorg te voorzien. M. Duffield, “NGO relief in war zones: towards an analysis of the new aid paradigm”, in Third World Quarterly, jg. 18, nr. 3, 1997, blz. 527-542.67 De sjaria was al in 1983 ingevoerd maar daarna weer opgeschort. In 1991 wilde de nieuwe machthebber al-Bashir dat weer wel en ditmaal ook in het christelijke zuiden, invoeren.

48

Page 49: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

verloor het regime in Khartoem de controle over zowel het zuiden als over het westelijke Darfur.

Vrede in Darfur?

De laatste jaren is er vanuit de internationale wereld de druk voor een vredesregeling in Darfur sterk toegenomen. Door de actieve betrokkenheid van de EU, de Verenigde Staten en de VN werd de eis van ruime autonomie, inclusief het eerlijker delen in de olieopbrengsten, in het vooruitzicht gesteld. Om een duurzame vrede af te dwingen, moesten dan ook de janjaweeds worden ontwapend.

In januari 2006 had president al-Bashir eerst een akkoord gesloten met de SPLM in het zuiden van Soedan, waardoor het al twee decennia lang aanslepende conflict daar eindelijk werd beëindigd. De hoop op een snelle regeling van het conflict in Dafur was dus gewettigd. Er waren tekenen dat de al drie jaar aanslepende burgeroorlog door bemiddeling van de Afrikaanse Unie (AU) kon worden beëindigd toen de fractie van Minni Minawi in het SLA zich tot onderhandelen bereid verklaarde. De islamitische JEM van Khalil Ibrahim en de fractie van Abdel Wahid Mohammed El-Nur van het SLA hielden zich evenwel buiten de besprekingen. Op 5 mei 2006 werd in Nigeria dan toch een akkoord ondertekend. De gevechten stopten in juli 2006 en op 31 augustus besloot de Veiligheidsraad van de VN tot het sturen van 26.000 soldaten van de UNAMID om er de slecht betaalde en bewapende 7.000 soldaten van de African Union Mission in Sudan Peacekeeping Force af te lossen. Dat was blijkbaar te veel voor President al-Bashir. Hij noemde de komst van deze vredesmacht meteen een buitenlandse invasie en hij lanceerde de dag erna weer een offensief in Darfur. De situatie werd hierdoor steeds minder duidelijk, waardoor een akkoord niet meer tot de mogelijkheden behoorde. De JEM bleef immers

49

Page 50: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

weigeren om de wapens neer te leggen, terwijl de janjaweeds nog altijd hun gang konden gaan.

President al-Bashir, die zich in dit conflict niet alleen maar door de meeste Arabische en Afrikaanse landen, maar die ook door China68 gesteund wist, voelde zich blijkbaar voldoende sterk om aan de druk van de zogenaamde “internationale gemeenschap” te weerstaan. Of dat allemaal voldoende zal zijn om zijn internationale positie veilig te stellen, mag men betwijfelen nu de rechters van het Internationaal Strafhof in Den Haag overwegen om hem aan te klagen op beschuldiging van genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Om zich wat meer ademtocht te verschaffen kondigde hij daarom eind 2008 een eenzijdig staakt-het-vuren in Darfur af. Dat maakte weinig indruk op het buitenland, want zolang zijn milities actief blijven, verandert er in Darfur niets aan het lot van plaatselijke bevolking.

Inmiddels is de rebellenbeweging als gevolg van het mislukte akkoord van 2006 compleet op drift geraakt. Ook sommige gearabiseerde groepen die vroeger de regering in Khartoem steunden, zijn voor eigen rekening begonnen en hebben inmiddels allianties met Afrikaanse stammen gesloten. Rebellenleiders zijn van kamp gewisseld. Minni Minawi verkeert in de omgeving van de president in Khartoem waar hij nu tot het groeiende legertje van presidentiële adviseurs behoort. De vluchtelingenkampen zitten nog altijd propvol. In Tsjaad kamperen aldus zo een 250.000 Dafuri. Zonder perspectief op een toekomst. Of een terugkeer naar hun verwoeste dorpen.

68 China heeft een aandeel genomen in de olie-exploitatie en is niet geneigd om eventueel met autonome deelstaten over royalties te onderhandelen. De Greater Nile Petroleum Operating Company (GNPOC) die in de Kordofan regio van Soedan actief is, is een door China geleid consortium dat het doelwit is van rebellenacties. Ook India en Maleisië hebben in de GNPOC een aandeel genomen. www.gnpoc.com/

50

Page 51: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

Wat nu?

Bij een eventuele vredesregeling voor Darfur blijft men natuurlijk zitten met het haast onoplosbare probleem van de “displaced persons” in de kampen. Waar moeten die naartoe? Of moeten die de rest van hun dagen samen met hun kinderen in de kampen blijven wonen waar ze voedsel en andere hulpgoederen kunnen krijgen? En hoe moeten de relaties tussen veeboeren en landbouwers institutioneel worden geregeld? Niemand schijnt het concreet te weten. Wegens de crisis van de ontwikkelingseconomie na de kaalslag aangericht door het neoliberalisme en de structurele aanpassingsprogramma’s wordt de “succesvolle” strijd tegen de wereldwijde armoede, de zogenaamde millenniumdoelstelling van de Verenigde Naties, gekoppeld aan marktwerking.

In die millenniumdoelstelling uit 2000 staat nochtans dat er inspanningen moeten worden geleverd om honger en armoede te bestrijden die vooral in situaties van conflicten voorkomen. Expliciet wordt hier gewezen naar de grootschalige conflicten die na 1994 in sub-Sahara Afrika zijn uitgebroken en waardoor honger en armoede aan de orde van de dag zijn. Van die millenniumdoelstellingen is tot op heden echter bitter weinig gerealiseerd. Om de armoede in Afrika te bestrijden is eerst en vooral vrede en veiligheid in de betrokken landen nodig. En die vrede is in de meeste Afrikaanse staten afwezig. Inmiddels is de proletarisering van de plaatselijke bevolking – inclusief de plattelandsvlucht naar de miljoenensteden – wel zodanig gevorderd, dat alle “pilootprojecten” van het Millenium Villages Project, ook die door de neoliberale professor Jeffrey Sachs69

69 Jeffrey Sachs was de architect van de economische hervormingen in Polen en daarna in Rusland, waar hij een voorstander van de big bang en het wilde kapitalisme van President Boris Jelstin was. Hij is nu advisuer van President Barack Obama geworden. Zijn populaire visie op het oplossen van armoede

51

Page 52: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

van het Earth Institute van de Columbia University worden geleid, niets anders dan het zoveelste luchtkasteel van de ontwikkelingshulp dreigen te worden.70

Zijn er dan geen oplossingen voor Darfur te vinden?

Concentraties van vluchtelingen in kampen zijn uiteraard geen oplossing op de langere termijn. Een terugkeer naar een regime van subsistentielandbouw in de oude vorm is voor deze landbouwers evenmin een toekomst. De jongere generatie vluchtelingen verliest daarbij snel elke expertise en affiniteit voor de landbouw of de veeteelt. Voor de veeboeren is het voortzetten van het fokken van kamelen en ezels evenmin een toekomstproject. De hele regio is inmiddels door motorvoertuigen van de legers en de hulporganisaties overspoeld. De geldeconomie is door deze buitenlandse interventies nu overal doorgedrongen en heeft de ruilverhoudingen, nu uitgedrukt in geld, van karakter doen veranderen.

De levensstandaard van de plaatselijke bevolking kan alleen maar stijgen door over te schakelen op andere producten en diensten, mede gefinancierd uit de inkomsten van de Soedanese olie-export. Vandaar dat het herverdelingsvraagstuk zich in Soedan meer dan ooit stelt. Dat is ook iets waar de naar meer autonomie strevende organisaties in Darfur voor willen vechten. Een meer rechtvaardige herverdeling van de assets vergt echter ook een machtsherschikking in Khartoem, het seculariseren van

ligt inmiddels ook in de supermarkt. Jeffrey Sachs, The End of Poverty. How e Can Make It Happen in Our Lifetime,Londen: Penguin Books, 2005.70 Kent Buse, “Is the Millennium Villages Project the magic bullit against extreme poverty?”, Overseas Development Institute (ODI), 3 november 2008.www.odi.org.uk/projects/details.asp?id=270&title=millennium-villages-project-

52

Page 53: Ontwikkeling van de Onderontwikkeling. Oeganda onder Museveni

het regime, het bestrijden van het racisme en het opstellen van economische en sociale ontwikkelingsplannen waarvan de meeste doelstellingen wel in het millenniumdoelstellingen te vinden zijn, maar waarvoor alsnog de middelen niet worden vrijgegeven als gevolg van de lokale oorlogshandelingen.

53