Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en...

27
Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 Patricia Dijkstra Hoe werk ik toe naar uitdagend onderwijs? Krachtige leeromgeving Basisbehoeften van de leerling

Transcript of Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en...

Page 1: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013

Patricia Dijkstra

Hoe werk ik toe naar uitdagend onderwijs?

Krachtige leeromgeving

Basisbehoeften

van de leerling

Page 2: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Inleiding Tijdens het blok ‘ontwerpen van onderwijs’ ben ik aan de slag gegaan met het docentschap, competentiegericht onderwijs, leerstijlen en het ontwikkelen van onderwijs. Ik heb ik mijzelf de ontwikkelingsvraag gesteld; “Hoe werk ik toe naar uitdagend onderwijs”. Een veelomvattend onderwerp, kwam ik al snel achter. Want wat is uitdagend onderwijs eigenlijk? Wat zijn de voorwaarden voor uitdagend onderwijs? Ik realiseerde mij dat de basis van uitdagend onderwijs ligt in een krachtige leeromgeving. Om een krachtige leeromgeving te kunnen realiseren hebben zowel de docent, als de cursist, een bepalende rol. Dit heb ik dan ook als startpunt genomen voor mijn ontwikkelingsvraag. Vanuit hier ben ik op onderzoek uit gegaan. Mijn eerste stap was het onderzoeken van de verschillende leertheorieën. Het inlezen in de verschillende leertheorieën zijn voor mij een grote hobbel op de weg geweest. De stof beklijfde niet. Ik kon de verschillende leertheorieën niet goed onthouden, vanwege de verschillende uitgangspunten van de bedenkers en de vele aftakkingen bedacht door andere deskundigen. Meermalen heb ik de theorie ingelezen, filmpjes op internet bekeken, opnieuw ingezien en er mee geworsteld. Ik heb toen het besluit genomen dat ik dit even zou laten voor wat het was, ik het later vast wel zou begrijpen. Achteraf blijkt dat ik beter had kunnen beginnen bij het onderzoeken van een krachtige leeromgeving. Door te onderzoeken aan welke voorwaarden een krachtige leeromgeving dient te voldoen, kon ik dit spiegelen aan mijn eigen onderwijspraktijk. Ik ontdekte dat ik intuïtief gezorgd had voor een krachtige leeromgeving. Doormiddel van een minionderzoek, op basis van de vijf niveaus, heb ik de intensiteit van de leeractiviteit gemeten in mijn klas. Ik kwam er achter dat in mijn les een positief leerklimaat heerst. Tevens heb ik onderzocht welke basisbehoeften een leerling nodig heeft om zich prettig te kunnen voelen in de leeromgeving. Hierin heb ik als docent een grote rol. Op basis van een uitgebreide vragenlijst heb ik dit in mijn klas onderzocht. Ik kwam er achter dat het merendeel van mijn leerlingen goed kan gedijen in mijn lessen, een enkele leerling heeft aandacht nodig. Juist omdat ik in bovenstaande als docent een grote rol speel, vind ik het belangrijk om te weten hoe ik competent ik daarin ben. Komt de feedback van de cursisten overeen met het beeld dat ik van mijzelf als docent heb, of heb ik een blinde vlek voor bepaalde eigenschappen? Welke waarden vind ik eigenlijk zelf belangrijk? Komen de onderwijstheorieën overeen met wat ik belangrijk vind? En welke persoon zit er achter de docent? Vanuit die vraagstelling ben ik een onderzoek naar mezelf gestart. Door het onderzoek ben ik erachter gekomen welke waarden ik belangrijk vind in onderwijs en heb ik mij een goed beeld kunnen vormen van hoe ik op dit moment als docent functioneer. Dit zal mij helpen bij mijn verdere ontwikkeling als docent. Voor dit blok heb ik gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

- Handboek voor leraren (Walter Geerts en Rene van Kralingen, 2011)

- De samenhang tussen waargenomen docentgedrag en de ervaren sociale veiligheid in de klas (Carolien Henckel, 2011)

- www.onderwijscoöperatie.nl

Page 3: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Leertheorieën Als docent dien je er voor te zorgen dat je leerlingen bereiken wat jij wilt, dat ze iets leren. Voor de wijze waarop dit gebeurt ben je als docent verantwoordelijk. Er zijn veel ideeën over de wijze waarop je als docent het beste voor elkaar kan krijgen dat de leerling iets leert. Hieronder de meest algemene stromingen die sinds de vorige eeuw een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van het denken rondom leren:

Het is constructivisme is een vorm die ik herken vanuit het PDG traject. Het brengt bij mij te weeg dat ik soms even de draad kwijt raak wanneer aangedragen kennis niet aansluit bij wat ik al weet. Vanuit mijn perfectionisme ben ik dan van mening dat ik met alles wat ik aangedragen krijg, iets moet doen. Het bezorgt mij veel werk, kopzorgen en brengt mij regelmatig in de paniekzone (Vygotsky). Wanneer echter alle puzzelstukjes op z’n plaats vallen, kan ik genieten van de succesbeleving naar ten gevolge van mijn inspanningen. Het behaviorisme maakt mijn nieuwsgierig. Vanuit de gedachte dat positieve bekrachtiging van leergedrag effectiever blijkt te zijn dan een negatieve bekrachtiging. De herkenning van de positieve- en negatieve bekrachtiging in mijn eigen onderwijspraktijk en dat van mijn collega’s is groot. Ik vind het een uitdaging om hier op zeer korte termijn nog mee aan de slag te gaan. Ik kan op dit moment nog niet zeggen welke leertheorie op dit moment mijn voorkeur geniet. Wel stel ik vast dat mijn eigen onderwijspraktijk een vervlechting is van bovengenoemde leertheorieën, voor zover ik op dit moment kan beoordelen wijst het niet op één specifieke richting.

Behaviorisme Waarneembaar

gedrag Maakbaarheid van

de mens

Cognitieve leertheorie

Verwerven en verwerken van

kennis

Leerproces in het brein

Handelingspsychologische theorie

Interactie met de omgeving

Mentale handeling, dialoog

met zichzelf

Constructivisme

Eigen nieuwe kennis construeren

Structureren en herorganiseren

Page 4: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Herkennen van een krachtige leeromgeving Leerlingen leren meer wanneer ze gemotiveerd zijn en zich er bij betrokken voelen. Om het leerproces te optimaliseren heeft de docent dus een duidelijke rol in het welzijn van de leerling en in de mate van betrokkenheid van de leerling in het leerproces. Welzijn van de leerling Hoe herken je het welzijn van de leerling? Ik heb hiervoor een korte checklist gemaakt. De waardering voor elk criterium is als aanwijzing meer een gevoel dan een hard criterium. Daarnaast heeft de docent rekening te houden met ervaringen van buitenaf (leefomgeving) die meespelen in het welzijn van de leerling. Betrokkenheid van de leerling Daarnaast valt de betrokkenheid van de leerling, ofwel de intensiteit van de leeractiviteit van de leerling, te meten. De mate van betrokkenheid kan beschreven worden aan de hand van vijf niveaus. Ik heb een checklist gemaakt om de kwaliteit van de leeromgeving te meten. Een totaal van de scores van individuele leerlingen vormt een goed beeld van de betrokkenheid van de klas als geheel.

Page 5: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Drie basisbehoeften Adaptief onderwijs, Luc Stevens (1994). Adaptief onderwijs is onderwijs dat voorziet in de drie basisbehoeften van een leerling. Door hierin te voorzien zal een leerling zich prettig voelen en kan deze gedijen in de leeromgeving en geeft dit het resultaat dat de leerling optimaal gemotiveerd is om te leren. Competentie In deze les voelen de leerlingen zich bekwaam. In deze les wordt duidelijk wat er van hen verwacht wordt en welke doelen de les heeft. Daarnaast krijgt de leerling door deze les het gevoel dat hij de opdracht kan, wat er van hem gevraagd wordt. De docent zorgt er voor dat de leerling plezier heeft en geloof in eigen kunnen van de leerling versterkt door op verschillende manieren te motiveren. Een leermethode of boek met oefeningen is niet regerend maar ondersteunend aan een les. De docent dient er voor te zorgen dat het leerproces stapsge-wijs transparant gemaakt wordt en dat het eindresultaat altijd is dat er een aantal basisdoelen behaald wor-den. Wanneer iets lukt, bevordert dit de motivatie van de leerling. Wanneer iets herhaaldelijk mislukt geeft dit de leerling een moedeloos gevoel en werkt daarom als demotiverend. Docent: competentie bewust inbouwen. 1. Leerproces stapsgewijs transparant maken. 2. Denkstappen analyseren. 3. Aan elkaar laten uitleggen.

de leerling op verschillende manieren motiveren.

4. Het enthousiasme van de leerkracht. 5. Betekenis geven aan de lesstof. 6. Verwachtingen van de leerkracht. Autonomie In de les mogen leerlingen eigen besluiten nemen. De leerling mag en kan zelf iets ondernemen en krijgt zijn taken niet opgedragen. Autonomie zegt dus iets over de keuzevrijheid van de leerlingen. Docent: keuzevrijheid inbouwen.

- Wat ze gaan doen. - Hoe ze iets willen doen. - Eigen route bepalen.

Docent: krachtige leeromgeving.

- Differentiëren. - Aansluiten bij individuele kenmerken

van de leerling. - Leerstijlen. - Meervoudige intelligenties.

competentie

autonomie relatie

Page 6: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Leerstijlen Vier fasen van het leerproces, Kolb (1939). Meervoudige intelligenties Gardner (1983)

Page 7: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Relatie In de les horen alle leerlingen erbij. De leerlingen krijgen door deze les het gevoel dat ze welkom zijn in de klas, bij de betreffende docent of dat ze onderdeel uitmaken van een groepje. In deze les kunnen leerlingen elkaar en de docent vertrouwen. Docent: gedrag van de docent.

- Het sociale proces stimuleren en benutten. - In een grote groep alle leerlingen erbij te betrekken. - Communicatieadviezen ter harte nemen.

Docent: sociale proces.

- Gezelligheid benutten om leerlingen te motiveren in hun leerproces. - Goede werksfeer creëren; participeren en hun best doen. - Interactie zorgt voor leren. - Uitwisselingsproces zorgt voor herstructureren en verbinden aan nieuwe inzichten (sociaal

constructivisme). Docent: omgaan met een grote groep.

- Iedereen erbij betrekken. - Gezien worden - Oog voor de individu - Alle leerlingen bij de les betrekken - Investeren in het groepsgevoel - Elkaar vertrouwen - Samenwerking - Activerende didactiek

Communicatie-adviezen: 1. Volg de klas en de leerlingen 2. Nadrukkelijk oogcontact 3. Geef de klas en de individuele leerling een ontvangstbevestiging 4. Benoem het handelen van de leerlingen instemmend. 5. Zorg dat je de gehele klas betrekt bij de vragen die jij aan de individuele leerling stelt

Page 8: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Minionderzoek krachtige leeromgeving Welzijn van de leerling Ik heb tijdens één van mijn praktijklessen het welzijn van de leerlingen gemeten aan de hand van de korte checklist. Tijdens deze praktijkles heb ik, zonder de leerlingen hiervan op de hoogte te brengen, een inschatting gemaakt van het welzijn van de leerling. De groep waarin het minionderzoek plaats heeft gevonden betreft een klas bestaande uit 11 (niveau 2, basis kok) leerlingen uit het eerste leerjaar. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat ik in schatte dat;

- Alle leerlingen zich prettig voelen - Zes van de 11 leerlingen tevredenheid ervaren - Alle leerlingen plezier hebben in het werk

Daarnaast heb ik het volgende kunnen observeren;

- 9 leerlingen laten ontspannen gedrag zien - 10 leerlingen laten energiek gedrag zien - Alle leerlingen zijn benaderbaar - 6 leerlingen staan open voor hun omgeving

Hieruit kan ik concluderen dat ik het welzijn van de leerlingen gedurende deze praktijkles over het algemeen kan beoordelen als voldoende. Daarnaast zijn er vijf leerlingen die geen tevredenheid ervaren. Dit geeft voor mij aanleiding om mijn gedrag daardoor aan te passen. Ik zou hierin verbetering aan kunnen treffen door de leerlingen vaker te belonen voor positief gedrag. Dit is dan ook iets waarin ik mij als docent herken. Betrokkenheid van de leerling Ik heb tijdens deze zelfde praktijkles tevens de intensiteit van de leeractiviteit gemeten. Dit heb ik gedaan aan de hand van de checklist die ik daarvoor gemaakt heb. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat ik beoordeelde dat;

- 4 leerlingen een activiteit met enkele intense momenten vertoonden - 7 leerlingen een ononderbroken, intensieve activiteit vertoonden

Hieruit kan ik concluderen dat ik de betrokkenheid van de leerlingen gedurende deze praktijkles kan beoordelen als voldoende. Iedere leerling is overwegend intensief bezig met zijn/haar activiteit. Hierdoor veronderstel ik dat de kwaliteit van de leeromgeving goed is. Ik wil als docent graag toe werken naar een omgeving waarin alle leerlingen een ononderbroken, intensieve activiteit vertonen. Door te zorgen voor boeiend onderwijs waarin ik als docent zorg draag voor een groot aandeel van de leerling binnen de activiteit. Daarnaast zal ik nog beter in moeten spelen op de belevings- en ervaringswereld van de leerling.

Page 9: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Basisbehoeften van de leerling Ik heb tijdens één van mijn praktijklessen de leerlingen een vragenlijst in laten vullen over het functioneren van mij als docent. Ik heb er nadrukkelijk voor gekozen de vragenlijst in te laten vullen tijdens dezelfde les als mijn beoordeling van welzijn/betrokkenheid van de leerlingen. Zodoende kon ik direct toetsen of het beeld dat ik van de leerlingen heb, overeen komt met het beeld dat de leerlingen zelf hebben. De groep waarin het minionderzoek plaats heeft gevonden betreft een klas bestaande uit 11 (niveau 2, basis kok) leerlingen uit het eerste leerjaar. Voorafgaand aan het invullen heb ik iedere leerling uitleg gegeven over het doel van de vragenlijst. De vragenlijst (zie volgende pagina) is gesplitst in twee onderdelen, te weten; vragenlijst interpersoonlijk lerarengedrag (deel A) en vragenlijst leerklimaat (deel B). De resultaten uit dit onderzoek heb ik, per vraag, weergegeven in een grafiek. Deel A Dit deel maakt inzichtelijk welke perceptie de leerlingen hebben van het gedrag van de docent. (VIL, Wubbels, Créton & Hooymayers, 1985). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de perceptie die leerlingen van mijn gedrag als docent hebben positief is. De uitkomsten geven duidelijk weer welke waarden ik belangrijk vind in mijn docentschap, dat mijn leerlingen dit ook in mijn gedrag herkennen vind ik positief. Dit geeft mij de bevestiging dat ik op weg ben een goede docent te worden. Over de uitkomst van vijf specifieke vragen ben ik ontevreden. Hierin wil ik mij in gaan verbeteren. De vragen hebben betrekking op humeur, kwaad worden, dreigen met straf, ontevreden zijn, driftig zijn. Deze punten herken ik en komen voor mij dan ook niet als onverwacht. Toch ben ik teleurgesteld in mijzelf. Dat een aantal leerlingen aangeven geen tevredenheid ervaren is voor mij een bevestiging dat ik persoonlijk meer moet stilstaan bij wat goed gaat in plaats van wat niet goed gaat. Hier was ik tijdens het uitwerken van mijn karaktereigenschappen ook al achter gekomen. De andere punten hebben betrekking op mijn humeur. Ik weet dat ik humeurig kan zijn, vooral wanneer ik tegenslagen te verwerken krijg. Ik probeer mijn emoties vaak te verbergen voor anderen, echter lukt me dit niet altijd. Ik vind dat een leerling geen boodschap heeft aan mijn negatieve humeur, dit kan het leren belemmeren. Dit is iets waaraan ik hard wil- en zal moeten werken, ook al weet ik nu nog niet zo goed hoe. Ik ben van mening dat mijn humeur tevens sterk beïnvloed wordt door het functioneren van mijn huidige team. In dit team voel ik mij op dit moment niet op mijn plaats, ik ben er van overtuigd dat dit doorwerkt in mijn dagelijkse functioneren in de klas. Dit probleem kan ik niet zelf oplossen, hierin heeft mijn leidinggevende een grote verantwoordelijkheid die hij tot op heden nog onvoldoende neemt. De vraag over het dreigen met straf wekt mijn interesse, dit vanwege specifieke gebeurtenissen in de klas van de laatste tijd en vanwege de sancties die daarop al dan niet betrekking hadden. Hierdoor ben ik er van overtuigd dat dit verband heeft met elkaar. Doordat ik mij onlangs ingelezen heb in de Behavioristische leertheorie heb ik gelezen over het effect van straffen/belonen. Ik wil graag nog eens testen hoe dit er in de praktijk aan toe gaat en wat dit kan betekenen voor mijn docentschap.

Page 10: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Deel B Dit is een vragenlijst die ingaat op de psychologische basisbehoeften van een leerling. Deze vragenlijst is een vertaalde versie van ‘The Learning Climate Questionnaire’ (LCQ). De LCQ is een vragenlijst die voortkomt uit de zelf-determinatietheorie (Deci & Ryan, 1985). Deze theorie gaat ervan uit dat de sociale context de motivatie en het leren van diegene die zich in deze context bevinden, beïnvloedt. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de leerlingen het leerklimaat als positief ervaren. Hiermee ben ik tevreden. Ik had niet verwacht dat de leerlingen op relationeel vlak zo positief over mij zouden zijn. Dit omdat het iets is waar ik zelf soms veel moeite mee heb. Er is mij in mijn leven vaak verweten dat ik hard, bot en direct over kom. Dit heeft veel indruk op mij gemaakt en dat doet het nog steeds. Het is tevens iets waar ik continu aan probeer te werken, ook al ben ik me er niet bewust van dat ik zo overkom op anderen. Hierover heb ik tijdens dit blok ook een gesprek gehad met mijn coach, Wout van der Leest. We kwamen toen samen tot de conclusie dat wanneer ik intensief bezig ben met een proces (dit kan zowel inwendig als uitwendig plaats vinden), ik het als storend ervaar wanneer iemand mij aanspreekt. Daarnaast heb ik er moeite mee wanneer iets niet zo gaat, zoals ik had verwacht. Dit kan mijn reactie verklaren. Er zijn drie specifieke vragen waarover ik ontevreden ben, naast dat ik verbaasd ben over de uitslag van één vraag en ben ik nieuwsgierig naar achtergrondinformatie. Ik merk dat ik direct wil weten welke motivatie er achter het antwoord op de vraag ligt en hoe ik mijn gedrag en de mening van de leerling zou kunnen verklaren. Relationeel De vraag over of leerlingen zich begrepen voelen door de docent is positief ingevuld. Toch had ik daar graag gezien dat de leerlingen zich volledig begrepen voelen door mij als docent. Ik vraag mijzelf af hoe het komt dat een leerling zich wel of niet begrepen voelt, op welk gebied een leerling zich precies begrepen wil voelen en wat ik daar als docent aan zou kunnen doen om dit te verbeteren. Hier wil ik in een later stadium nog aandacht aan besteden. Dat een aantal leerlingen aangeeft dat de manier waarop ik als docent over hun praat niet goed voelt, voelt ongemakkelijk. Ik probeer in mijn werk zeer discreet om te gaan met praten over een ander, dit omdat ik er van overtuigd ben van dat je met iemand moet praten en niet over iemand moet praten. Ook de wijze waarop ik over iemand spreek heeft specifiek mijn aandacht. Dit doordat ik bij voorkeur niet wil dat er een oordeel in mijn spreken zit. Ook hierover heb ik gesproken met mijn coach gedurende dit blok. Het is lastig om niet te oordelen en het is absoluut iets wat ik beter zal moeten leren beheersen. Autonomie De vraag over of leerlingen het gevoel hebben dat ik ze als docent keuzes biedt is positief ingevuld, wat mij verbaast. Ik vind dat ik op dit gebied nog meer kan groeien. Dan denk ik aan de verschillende didactische vaardigheden die ik in kan zetten en de variatie daarin en de keuze die ik ze biedt in de wijze waarop ze leren. Competent De leerlingen geven aan dat ik als docent over het algemeen luister naar de wijze waarop zij dingen zouden willen aanpakken. Ik vind dat ik hierin verbetering kan aantreffen door minder vast te houden aan planning of route die ik mij voorgenomen had als docent. Ik ervaar dit zelf als leerling tijdens het PDG, daar trainer Margriet van der Werff soms erg vasthoudend is aan haar eigen ideeën. Dit zorgt ervoor dat het mijn leren in de weg staat of zelfs stopt. Dit kan nooit de bedoeling zijn en ik kan mij voorstellen dat het voor mijn leerlingen net zo werkt. Daarom vind ik het belangrijk dat ik in mijn docentschap laat zien dat ik open sta voor de ideeën van leerlingen en in ieder geval zal luisteren naar hoe zij dingen aan zouden willen pakken. De leerlingen geven tevens aan dat ze positief zijn over de wijze waarop ik zorg dat leerlingen het doel van het vak en de opdracht begrijpen. Toch ben ik zelf van mening dat ik hierin nog kan verbeteren. Door aan het begin van de les specifiek het leerdoel te benoemen en daarbij het leerproces transparant maken door de verschillende stappen specifiek te benoemen.

Page 11: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

5

10

2. Deze docent kan goed leiding geven

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

3. Deze docent is iemand waarop je kan

vertrouwen

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

5

10

1. Deze docent ziet wat er in de klas gebeurt

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

2

4

6

8

4. Deze docent is geduldig

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

5

10

5. Deze docent laat leerlingen hun gang gaan

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

7. Deze docent is uit haar humeur

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

2

4

6

8. Deze docent kan kwaad worden

Deel A, perceptie van de leerling m.b.t. docentengedrag

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

5

10

6. Deze docent treedt slap op

Page 12: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

10. Deze docent heeft gezag

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

11. Deze docent heeft gevoel voor humor

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

12. Deze docent leeft mee met de leerlingen

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

5

10

13. Deze docent maakt een onzekere indruk

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

14. Deze docent is ontevreden

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

15. Deze docent dreigt met straf

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

16. Bij deze docent moet het stil zijn in de les

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

5

9. Deze docent bepaalt of leerlingen wat mogen

zeggen

Page 13: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

17. Deze docent treedt zelfverzekerd op

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

18. Deze docent heeft een prettige sfeer in de

klas

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

5

10

19. Deze docent is soepel voor leerlingen

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

5

10

20. Deze docent vindt veel goed

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

5

10

21. Deze docent treedt aarzelend op

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

5

10

22. Deze docent maakt een sombere indruk

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

8

10

23. Deze docent is driftig

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

24. Deze docent houdt streng orde

Page 14: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

26. Ik voel me begrepen door mijn docent

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

27. Ik kan open zijn naar mijn docent tijdens de

les

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

28. Mijn docent geeft aan vertrouwen te

hebben

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

29. Ik heb het gevoel dat mijn docent mij

accepteert

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

32. Ik heb veel vertrouwen in mijn

docent

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

35. Mijn docent gaat goed om met emoties

van mensen

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

36. Ik heb het gevoel dat mijn docent om me geeft

als persoon

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

37. De manier waarop mijn docent over mij praat voelt niet goed

Deel B, de psychologische basisbehoeften van een leerling Relationeel

Page 15: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

39. Ik voel me in staat mijn gevoelens te delen

met mijn docent

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

5

25. Ik heb het gevoel dat mijn docent me keuzes

biedt

Nooit Soms Meestal Bijna altijd

Altijd

0

2

4

6

31. Mijn docent moedigt me aan vragen te stellen

Autonomie

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

5

38. Mijn docent probeert eerst te begrijpen hoe ik ergens tegenaan kijk, …

Page 16: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

30. Mijn docent heeft ervoor gezorgd dat ik de doelen van het vak en …

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

34. Mijn docent luistert naar hoe ik dingen zou

willen aanpakken

Competent

Nooit Soms Meestal Bijna altijd Altijd

0

10

33. Mijn docent beantwoordt mijn

vragen volledig en …

Page 17: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Wat vind jij van jouw docent? (Vragenlijst) Kleur per uitspraak één bolletje in. Fout gemaakt? Kruis erdoor en een nieuw bolletje inkleuren.

Naam: ……………………………………………………………………….. Klas: ……………………………………………………………………….. Leeftijd: ……………………………………………………………………….. Geslacht: man / vrouw Deel A nooit altijd 1. Deze docent ziet wat er in de klas gebeurt o o o o o 2. Deze docent kan goed leiding geven o o o o o 3. Deze docent is iemand waarop je kunt vertrouwen o o o o o 4. Deze docent is geduldig o o o o o 5. Deze docent laat leerlingen hun gang gaan o o o o o 6. Deze docent treedt slap op o o o o o 7. Deze docent is uit haar humeur o o o o o 8. Deze docent kan kwaad worden o o o o o 9. Deze docent bepaalt of leerlingen wat mogen zeggen o o o o o 10. Deze docent heeft gezag o o o o o 11. Deze docent heeft gevoel voor humor o o o o o 12. Deze docent leeft mee met de leerlingen o o o o o 13. Deze docent maakt een onzekere indruk o o o o o 14. Deze docent is ontevreden o o o o o 15. Deze docent dreigt met straf o o o o o 16. Bij deze docent moet het stil zijn in de les o o o o o 17. Deze docent treedt zelfverzekerd op o o o o o 18. Deze docent heeft een prettige sfeer in de klas o o o o o 19. Deze docent is soepel voor leerlingen o o o o o 20. Deze docent vindt veel goed o o o o o 21. Deze docent treedt aarzelend op o o o o o 22. Deze docent maakt een sombere indruk o o o o o 23. Deze docent is driftig o o o o o 24. Deze docent houdt streng orde o o o o o Deel B 25. Ik heb het gevoel dat mijn docent me keuzes biedt o o o o o 26. Ik voel me begrepen door mijn docent o o o o o 27. Ik kan open zijn naar mijn docent tijdens de les o o o o o 28. Mijn docent geeft aan vertrouwen te hebben o o o o o 29. Ik heb het gevoel dat mijn docent mij accepteert o o o o o 30. Mijn docent heeft ervoor gezorgd dat ik de doelen van het vak en wat ik moet doen echt begreep o o o o o 31. Mijn docent moedigt me aan vragen te stellen o o o o o 32. Ik heb veel vertrouwen in mijn docent o o o o o 33. Mijn docent beantwoordt mijn vragen volledig en nauwkeurig o o o o o 34. Mijn docent luistert naar hoe ik dingen zou willen aanpakken o o o o o 35. Mijn docent gaat goed om met emoties van mensen o o o o o 36. Ik heb het gevoel dat mijn docent om me geeft als persoon o o o o o 37. De manier waarop mijn docent over mij praat voelt niet goed o o o o o 38. Mijn docent probeert eerst te begrijpen hoe ik ergens tegenaan kijk, voordat zij een nieuwe manier aandraagt. o o o o o 39. Ik voel me in staat mijn gevoelens te delen met mijn docent o o o o o

Bedankt voor het invullen!

Page 18: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Conclusie De vergelijking tussen mijn kijk op de leerlingen (betrokkenheid, welzijn) en uitkomst van de vragenlijst (docentengedrag, drie basisbehoeften van een leerling). Ik heb er nadrukkelijk voor gekozen beide onderzoeken tegelijktijdig plaats te laten vinden. Zodoende kon ik ook direct toetsen of het beeld dat ik van de leerlingen heb, overeen komt met het beeld dat de leerlingen zelf hebben. Daar waar ik vragen had aan de leerlingen over de antwoorden was ik in de gelegenheid ze hierover vragen te stellen. Direct heb ik de uitslag van de vragenlijst per individu bekeken en gekeken of het gedrag van de leerling overeenkomt met de antwoorden op de vragenlijst. Daar waar ik meer informatie over hun antwoordkeuze wilde, ben ik in gesprek gegaan met de leerling, dit vanuit het oogpunt om ook direct gezamenlijk in te kunnen zetten op verbetering. Doordat de leerlingen nieuwsgierig waren naar waar ik precies mee bezig was, heb ik ze ook inzicht gegeven in de inschatting die ik van hun gemaakt had m.b.t. betrokkenheid en welzijn en dit bij hun gecontroleerd. Alle leerlingen konden zich goed vinden in mijn beoordeling. Sommigen vonden het verbazingwekkend hoe goed ik inzicht had in hun gedrag. Mijn beoordeling van het welzijn en betrokkenheid van de leerling kwam nagenoeg overeen met de uitkomsten van de vragenlijsten per individu. Daarna heb ik alle uitkomsten verzameld en ze, per vraag, in een grafiek weergegeven. Vanuit de weergave van de grafiek heb ik een reflectie geschreven. Op basis van dit minionderzoek kan ik zeggen dat mijn kijk op de leerlingen overeenkomt met de uitkomsten van de vragenlijsten die ingevuld zijn door de leerlingen en dat ik op dat gebied geen blinde vlek heb. De uitkomst van mijn minionderzoek over mijn gedrag als docent. Het analyseren van eigen gedrag heeft er voor gezorgd dat ik op dit moment goed zicht heb op eigen gedrag. Ik kan concluderen dat ik geen blinde vlek heb voor eigen gedrag. Aan een tweetal punten zal ik nog moeten werken om een goede docent te kunnen worden. Deze twee punten hebben betrekking op mijn humeur en straffen/belonen. De uitkomst van mijn minionderzoek over het leerklimaat. Het analyseren van het leerklimaat heeft er voor gezorgd dat ik op dit moment goed kan inschatten hoe effectief de leersituatie is, daar ik kennis heb genomen van de drie basisbehoeften. Daarnaast kan ik met behulp van de uitslag van het minionderzoek concluderen dat ik nog verbetering aan kan treffen op alle drie de basisbehoeften. Zo dien ik er voor te zorgen dat leerling zich beter begrepen voelt en dien ik aandacht te besteden aan de wijze waarop ik over leerlingen spreek in de klas. Daarnaast ben ik van mening dat ik in mijn lessen bewust meer momenten in moet bouwen dat ik leerlingen de kans geef iets te kiezen zodat ze zelf sturing krijgen over hun leergedrag. Uiteraard dien ik aansluitend, maar ook buiten de keuzemomenten om te luisteren naar de wijze waarop de leerling iets aan wil pakken. Relatie tot ontwerpen van onderwijs Doordat ik al een hele serie lessenreeksen ontworpen heb (dit altijd intuïtief, met behulp van feedback van collega’s, leidinggevende en het bedrijfsleven en op basis van wat ik als persoon belangrijk vind in onderwijs), heb ik in dit blok de keuze gemaakt terug te gaan naar de kern van ontwerpen. Ik heb onderzocht hoe mijn huidige ontwerpen in de praktijk resulteert in leeractiviteit. Met als doel dat te analyseren en op eigen gedrag en handelen te reflecteren. Deze verbeterpunten kan ik nu als vertrekpunt nemen voor de verdere verbetering van mijn onderwijsontwerpen. Aansluitend hierop zal ik in de nabije toekomst een les ontwerpen volgens een lesformat en met behulp van één specifieke leertheorie.

Page 19: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Karaktereigenschappen Wanneer we spreken over individuele verschillen, hebben we het over het begrip persoonlijkheid. Persoonlijk-heid wordt ook wel aangeduid als karakter of aard. De term persoonlijkheid doelt op dat wat kenmerkend is voor een mens: de stabiele kenmerken waarin hij verschilt van anderen (Larsen & Buss, 2010). Ik kwam er tijdens de lessen van het PDG achter dat ik veel raakvlakken heb met de andere docenten uit mijn groep, maar op sommige vlakken ook ontzettend verschil. Dit maakte mij nieuwsgierig naar wie eigenlijk ben als persoon en in hoeverre dit verschilt van mij als docent.

Ik heb een beeld gekregen van wie ik ben door met een open en kritische blik te kijken naar welke karaktereigen-schappen kenmerkend zijn voor mij. Daarna heb ik geke-ken wanneer ik deze kenmerken laat zien; als persoon of als docent. Ik ben er achter gekomen dat ik sommige karaktereigen-schappen als persoon wel laat zien maar niet in mijn do-centschap en vice versa. Wat mij opvalt is dat ik op mijn werk weinig spontaniteit, vrolijkheid, humor en openheid laat zien. Dit krijg ik ook wel eens terug van cursisten of collega’s. Het is echter niet iets wat ik bewust niet laat zien. Ik denk dat het een gevolg is van één van mijn grootste struikelblokken binnen onderwijs; perfectionisme. Door mijn perfectionisme en de grote drang om dingen goed of volgens een bepaalde structuur, vergeet ik vaak te genieten. Daarnaast grijp ik vaak te vroeg in binnen een leersituatie waardoor ik cursisten de kans ontneem om te leren. Doordat ik hoge eisen aan mezelf stel en een groot verantwoordelijkheidsgevoel heb, ben ik stressgevoelig. Daarnaast speelt mee dat ik mij niet op mijn gemak voel binnen het huidige team waarvan ik deel uitmaak. Dit zorgt ervoor dat ik mezelf niet kan zijn en binnen

bepaalde kaders weinig zelfvertrouwen heb. Als ik mezelf zou kunnen zijn, zou het werk mij minder energie kosten. Dat ik deze karaktereigenschappen (vrolijk, open, spontaan en humoristisch) niet vaak laat zien binnen mijn docentschap vind ik een groot gemis. Ik denk dat dit juist de karaktereigenschappen zijn die helpen bij het zijn van een goede docent. Ik zou moeten leren om vaker stil te staan bij de dingen die wel goed gaan en dit ook specifiek te benoemen, waardoor ik meer kan genieten van het onderwijsproces.

Page 20: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Persoonlijkheidstest Big five; Goldberg, Norman en Schwartz (1980). “Wie ben ik eigenlijk?” Omdat deze vraag zo belangrijk is, ontwikkelden psychologen verschillende theorieën en instrumenten om de persoonlijkheid in kaart te brengen en te meten. Een daarvan is het zogenaamde Big Five -model. Dit model onderscheidt vijf persoon-lijkheidsdimensies. Deze dimensies zijn het resultaat van een veelheid aan studies naar persoonskenmerken, waarbij deze vijf de meest stabiele en betekenisvolle dimensies bleken te zijn: Extraversie (E), Mildheid (M), Zorgvuldigheid (Z), Emotionele stabiliteit (S) en Open-heid (O). De persoonlijkheidstest die ik uitgevoerd heb is geba-seerd op een betrouwbare test van een Amerikaanse psycholoog Allan Shafer (1999). Uit onderzoek (Lewicki, 1983) blijkt dat bijna iedereen een vertekend beeld heeft van zichzelf, doordat we vooral onze positieve of negatieve eigenschappen zien. De kans is daarom groot dat ook ik een vertekend zelf-beeld heb. Om te ontdekken of mijn zelfbeeld realistisch is, heb ik drie personen in mijn directe omgeving ge-vraagd de test over mij in te vullen. Uit de persoonlijkheidstest is het volgende gebleken; Extraversie Gemiddeld extravert, niet meer of minder dan andere personen. Spontaan, praat graag, graag in gezelschap van anderen en vrolijk. Mildheid Gemiddeld mild persoon. Maakt eigen keuzes, behulpzaam en houdt over het algemeen ik rekening met ande-ren. Zorgvuldigheid Heel zorgvuldig persoon. Netjes, betrouwbaar en gaat gestructureerd te werk. Emotionele stabiliteit Redelijk stabiel persoon. Ervaart soms emotionele ups en downs. Soms gevoelig, soms stressbestendig. Openheid: Open persoon. Staat oven voor nieuwe ervaringen, andere denkbeelden en andere mensen en culturen.

Uit dit minionderzoek blijkt dat ik over het algemeen genomen een realistisch zelfbeeld heb. Op gebied van emotionele stabili-teit verschillen de meningen enigszins. Ik kwam er achter dat het grootste verschil zit in de vergelijking tussen ‘ontspannen’ en ‘gespannen’. Dit herken ik wel, doordat ik soms ontzettend gespannen kan zijn en soms niet. Echter wanneer ik de uitkom-sten vergelijk met de testuitslag dan behoud ik dezelfde beoor-deling. Ik heb hierdoor ontdekt dat ik geen blinde vlek heb voor bepaalde eigenschappen van mezelf.

Page 21: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Zelfvertrouwen test De Rosenberg Self-Esteem Scale, Rosenberg (1965).

Vaak voel ik mij om mijn werk gestrest, op hele zeldzame momenten zelfs ongelukkig. Ik twijfel dan veel aan mijzelf, ben bang om initiatief te tonen, vind het moeilijk om ‘nee’ te zeggen en om op te komen voor mijn eigen gevoelens en wensen. Kritiek voelt vaak als een persoonlijke aanval. Dit zou ik graag anders ervaren. Juist doordat ik weet dat feedback helpt ontwikkelen en ik erg opensta voor ontwikkeling. Ik kwam er achter dat zelfvertrouwen voor een groot deel mede bepaalt hoe ik mij voel. Daarom heb ik een test gedaan om er achter te komen hoeveel zelfvertrouwen ik heb. Mijn testuitslag is 36 punten. Daaruit blijkt dat ik ge-middeld veel zelfvertrouwen heb. Mijn gevoel beves-tigd dit. Ik merk dat ik vaak twijfel of iets goed doe. Om dit te checken vraag ik collega’s, mijn leidinggevende of cursisten om feedback. De feedback die ik ontvang is altijd overwegend positief. Toch blijven vaak bij mij de verbeterpunten hangen en vergeet ik stil te staan en te genieten van de complimenten. Vaak ben ik niet te tevreden over mezelf en het klopt dat ik moeite heb met sommige eigenschappen of tekortkomingen. Doordat ik zelf vind dat ik hard werk aan tekortkomingen en open sta voor verbetering en ontwikkeling voelt het als een tegenslag wanneer ik weer herinnerd word aan een bepaalde eigenschap die ik liever kwijt dan rijk zou zijn. Een voorbeeld hiervan is per-fectionisme. Een mooie eigenschap omdat het mij veel brengt maar eveneens ook tegenwerkt op de werkvloer en in mijn persoonlijke ontwikkeling. Andere voorbeelden zijn; beledigend en afschrikwekkend. Dit zijn karak-tereigenschappen waaraan ik een grondige hekel heb. Het is in alle oprechtheid, niet mijn bedoeling iemand te kwetsen of bang te laten zijn voor mij. En toch, gebeurt het. Dat ik deze karaktereigenschap niet per direct kan laten verdwijnen is een leerproces en doet soms veel pijn. Ik zou graag meer zelfvertrouwen hebben, zodat ik op mijn werk energieker, ontspannen en vrolijk ben. Ik herken hierin een verband met de eigenschappen die ik wel bezit, maar niet op mijn werk laat zien. Ik denk dat wanneer ik met meer zelfvertrouwen naar mijn werk ga ik een meer ontspannen en vrolijker persoon ben. Wanneer ik mijzelf kan zijn op het werk, kost het mij minder energie.

Page 22: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Competentietest Tijdens dit blok hebben we het meermalen gehad over competentie. Het woord competentie was voor mij tot op heden een redelijk vaag begrip. Inmiddels begrijp ik wat het betekend en wat dit voor de cursist of docent betekend. Competentie betekend kortweg de bekwaamheid van een leerling om in een specifieke context te handelen in een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes. Binnen onderwijs wordt de bekwaamheid van een docent getoetst aan de hand van de zeven SBL competen-ties. Aan de hand van een vragenlijst op onderwijsco-operatie.nl, de zogenaamde quick scan, heb ik ge-meten hoe competent ik als docent ben. De vragen-lijst maakt, naast de zeven competenties, een on-derverdeling in ‘doen’ en ‘weten’. Op basis van de uitslag denk ik een goed beeld te hebben van waar ik nu sta als docent. Wat mij opvalt is de uitslag van deze zelfde test, voor de start van mijn PDG traject. Toen zijn de scores betrekkelijk hoger uitgevallen. Dit heeft er mee te maken dat ik steeds meer door krijg hoe veelomvattend het docentschap eigenlijk is. Nu leer ik onderliggende theorieën, denkwijzen en onder-wijsmodellen kennen en realiseer ik me dat ik nog veel meer uit mijn docentschap kan halen, dan ik tot nu toe gedaan heb. Met name op Pedagogisch en vakinhoude-lijk/didactisch vlak kan en wil ik mij ontwikkelen. Met betrekking tot de samenwerking met collega’s en omgeving merk ik dat ik daar nog weinig over weet doordat mijn do-centschap zich tot voor kort alleen beperkte tot het geven van praktijkles. Nu ik sinds 10 weken een coachgroep heb, merk ik dat er nog veel te leren is. Ik wil mij de komende periodes voornamelijk gaan richten op het pedagogische, vakinhoudelijk en didactische vlak. Door een competentietest in te vullen kwam ik achter mijn top lijst van competenties. Mijn grootste competen-tie is: Doorzettingsvermogen.

Page 23: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Waarden Het maakt me trots om te kunnen concluderen dat ik in mijn onderwijstijd van de afgelopen drie jaar eigenlijk altijd trouw aan mezelf ben gebleven. Ik sta in onderwijs zoals ik denk dat het goed is. Ik behandel cursisten op een manier waarvan ik denk dat het goed is. Ik bewandel een weg met hun, waarvan ik denk dat het goed is. Hierdoor zet ik onbewust, soms bewust, een kader uit van waarden die voor mij belangrijk zijn binnen onderwijs. Hierbij voel ik me zeker en op mijn gemak. Het komt dan ook zelden tot nooit voor dat ik mij afvraag waarvoor ik het eigenlijk allemaal doe. Maar komt het eens voor, dan merk ik al gauw dat ik niet trouw aan mezelf ben gebleven. Om erachter te komen welke waarden ik belangrijk vind binnen onderwijs, heb ik ze op een rijtje gezet. Uit onderstaand profiel heb ik er tien gekozen, vervolgens gerangschikt van 1 tot 10, van belangrijkste waarde naar minst belangrijkste.

1. Zelfontplooiing 2. Plezier 3. Vooruitgang 4. Waardering 5. Rechtvaardigheid 6. Zelfstandigheid 7. Betrokkenheid 8. Passie 9. Betrouwbaarheid 10. Samenwerken 11. Structuur

Bovenstaand rijtje laat zien dat ik samenwerken in deze context het minst belangrijkst vind. Hierin zit een sterke persoonlijke overtuiging verborgen. Ik vind het leuk om alles zelf uit te vinden en hecht waarde aan de dingen die ik zelf ontdekt heb. Daarnaast zegt het iets over mijn persoonlijke leerstijl. Dat echter ontzettend belangrijk is om te leren samenwerken binnen onderwijs, ontdek ik tijdens het PDG steeds vaker en is daarmee dan ook een gebied waarin ik me zou kunnen/moeten ontwikkelen. Een waarde welke niet terug te vinden is in bovenstaand profiel maar wel degelijk een grote rol speelt in mijn onderwijs is; structuur. Ik merk dat ik hier veel waarde aan hecht, alsmede mijn cursisten van niveau 2. Zij ervaren dit als prettig. Daarom heb ik structuur op nummer elf toegevoegd.

Page 24: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie
Page 25: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Reflectie op het blok ontwerpen van onderwijs Op basis van het reflectiemodel van Bateson. Omgeving Gedurende het blok ‘ontwerpen van onderwijs’ ben ik in aanraking gekomen met de verschillende facetten van het ontwerpen van onderwijs. De eerste les stond dan in het teken van o.a. onderwijscompetenties, inzicht in eigen onderwijs, werkvormen, regels in het ontwerpproces en leer theorieën. De overige lessen stonden in het teken van verdieping op de verschillende onderwerpen. Ik heb mijn ontwikkelingsvraag in één van de eerste lessen bepaalt, deze had betrekking op het onderzoeken van een krachtige leeromgeving. Gedurende vijf weken heb ik gewerkt aan de uitwerking van mijn ontwikkelvraag en mijn persoonlijke ontwikkeling tot een betere docent. Dit heb ik gedaan doormiddel van het inlezen van theorie (wat is leren, leertheorieën, krachtige leeromgeving, de relatie tussen waargenomen docentengedrag en de ervaring van sociale veiligheid in de klas, lagen van reflectie volgens Bateson, het ui model). Verder heb ik onderzoek gedaan naar mijn interpretatie van het gedrag van mijn leerlingen (welzijn en betrokkenheid bij de leeractiviteit), feedback gevraagd van leerlingen en gesprekken met mijn coach gevoerd. Mijn ondervindingen heb ik in een verslag weergegeven. Gedrag Door dat het onderwerp mijn direct erg aansprak, kwam ik al in het eerste blok tot een ontwikkelingsvraag. Ik heb deze besproken met collega’s vanuit het PDG en daardoor bijgeschaafd. Vervolgens heb ik een mindmap gemaakt van de onderwerpen die volgens mijn inzien betrekking hadden op het gekozen onderwerp van mijn ontwikkelingsvraag. Door het maken van de mindmap kwam ik er achter dat de vraag veel te groot was en dat ik moest gaan destilleren, dit heb ik eerst zelfstandig getracht te doen. Doordat dit niet het gewenste resultaat gaf heb ik vervolgens drie collega’s individueel om hun visie gevraagd. Daarna ben ik in gesprek gegaan met mijn coach, dit heeft mij uiteindelijk gebracht bij de ontwikkelvraag ‘hoe werk ik toe naar uitdagend onderwijs’. Ik heb vervolgens een globale planning gemaakt met de stappen die ik wilde ondernemen met betrekking tot mijn ontwikkelingsvraag. Daarnaast heb ik een logboek bijgehouden. Ik heb veel tijd besteed aan het inlezen in de theorie en het verwerken van het geleerde tot een verslag. Tot slot heb ik een reflectie geschreven op basis van het reflectiemodel van Bateson. Vaardigheden Gedurende dit blok ben ik behoorlijk vasthoudend geweest aan het gekozen onderwerp. Ik heb moeite met destilleren en het lezen van de theorie. De ontwikkeling tot een betere docent heeft voornamelijk vorm gekregen door mijn in te lezen in de theorie, door zelfonderzoek, reflectie en door het checken van de feiten middels een minionderzoek. Het vormgeven van dit leerproces, het onderzoek naar mijzelf, het analyseren van de gegevens uit het minionderzoek en het schrijven van de reflectie zijn mij gemakkelijk afgegaan. Overtuiging Ontwerpen van onderwijs is iets waaraan ik veel plezier beleef. Ik kan hierin laten zien dat ik goed kan organiseren en structureren. Daarnaast kan ik er een stuk creativiteit in kwijt. Als dat wat ik bedacht heb ook nog blijkt te werken, iets wat ik merk doordat collega’s werken met een lessenreeks die ik bedacht heb en ik concreet resultaat zie bij de cursisten, is dat mijn beloning en het vele werk dat ik er van gehad heb meer dan waard. Dat ik al de nodige lessenreeksen heb ontworpen, is de reden dat ik er voor gekozen heb mij te verdiepen in de basis, met als doel uiteindelijk beter onderwijs te kunnen ontwerpen. Ik heb weinig plezier beleefd aan het doorlezen van de theorie, dit doordat de theorie niet goed beklijfde. Ik ben tevens van mening dat concrete ervaring mij beter helpt leren dan het lezen van uitgebreide theorieën. Hier ben ik dan ook veel tijd aan verloren, deze tijd had ik beter kunnen besteden. Hierdoor ben ik uiteindelijk niet toegekomen aan het ontwerpen van een nieuwe les om het geleerde toe te passen.

Page 26: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Het schrijven van de reflectie is iets wat mij gemakkelijk afgaat, ik merk dat ik het niet moeilijk vind om boven de situatie te gaan hangen en kritisch te kijken naar eigen gedrag en handelen. Hoewel het een kenmerk van mij is waar ik mij al langer bewust van ben en tevens ook aan werk, ben ik gedurende de uitwerking van mijn ontwikkelvraag wederom meermalen aangelopen tegen mijn perfectionisme/controlegedrag. Dit uitte zich voornamelijk in; het kiezen van een ‘klein’ onderwerp, het verwerken van de uitslagen van het minionderzoek en het aanleveren van een eindproduct. Tijdens het ontwerpen van een goede ontwikkelingsvraag vind ik het moeilijk het onderwerp klein te houden, doordat ik van mijzelf eis overal kennis van te hebben en eruit te willen halen wat er in zit. Het verwerken van de uitslagen van mijn minionderzoek was voor mij een hobbel op de weg omdat ik vind dat ik de perfecte docent moet zijn en ik teleurgesteld ben in mijzelf met de uitkomsten. Daarnaast wil ik direct verbetering of verandering aantreffen in mijn eigen gedrag, wat een irreëel doel is. Het (op tijd) aanleveren van een eindproduct was voor mij moeilijk en een grote uitdaging omdat ik mijzelf voorspiegel dat ‘dit niet genoeg zou zijn’, ‘ik er te weinig energie in gestopt had’ en dat ‘het eindresultaat af en perfect moet zijn’. Tot op heden had ik niet gedacht dat het onderwijs zo veelomvattend was. Ik had gedacht dat ik al aardig op weg was een goede docent te worden. Ik ben me er nu van bewust geworden dat ik nog immens veel te leren heb. Identiteit Gaandeweg kom ik er steeds meer achter dat ik mijn eigen leren en functioneren erg belemmer. Dit heeft er mee te maken dat mijn dagelijkse zorgen (concerns) sterke invloed hebben op mijn gedrag en emotionele gesteldheid. Ik zal er voor moeten zorgen dat ik mijn onbewuste irrationele gedachten omzet naar een bewuste gedachte. Vanuit de bewuste gedachte en het herkennen van bepaalde patronen, kan ik een oplossing zoeken. Dit inzicht dat ik gevonden heb in deze ontwikkelvraag heeft mij op weg geholpen een betere docent te worden. De uitkomsten van het onderzoek hebben samen met het onderzoek naar mijzelf, ervoor gezorgd dat ik mijn eigen gedrag beter leer begrijpen en kan analyseren. Ik ben tijdens de uitwerking van deze ontwikkelingsvraag steeds dicht bij mezelf gebleven, hierdoor kan ik eerlijk tegen mezelf zijn en mezelf ontwikkelen. Zingeving Perfectionisme is een groot struikelblok in mijn eigen leren en dat van anderen.

Page 27: Ontwerpen van onderwijs PDG traject, februari 2013 ... fileCognitieve leertheorie brein Verwerven en verwerken van kennis Leerproces in het Handelingspsychologische theorie Interactie

Nog te ontdekken

- Hoe ga ik om met tegenslagen? - Functioneren als team en de relatie tot functioneren van de individu (ikzelf binnen mijn huidige team). - Straffen/belonen (Behaviorisme). - Welke voorwaarden zijn er voor een leerling om zich begrepen te voelen? - Aanpreken van- en spreken over iemand zonder oordeel. - Als docent keuzes bieden binnen het leerproces (differentiëren, leerlingen competent laten voelen) - Intervisie met collega’s op dit onderwerp.

Logboek

Datum Tijd Uren Bezigheden

21.01.2013 09.00 – 11.00 2 Mindmap en onderzoeksvraag formuleren blok 3

22.01.2013 07.15 – 08.00 0,75 Stappenplan

28.01.2013 18.30 – 21.30 3 Lezen theorie leertheorie

29.01.2013 15.00 – 17.00 2 Lezen theorie leertheorie

30.01.2013 18.00 – 21.30 3,5 Lezen theorie krachtige leeromgeving

04.02.2013 15.00 – 20.00 5 Zelftesten, verwerken uitkomsten zelftesten

05.02.2013 12.00 – 14.00 2 Verwerken uitkomsten zelftesten

06.02.2013 12.00 – 14.30 2,5 Verslag ontwikkelingsvraag

06.02.2013 18.30 – 22.00 3,5 Verslag ontwikkelingsvraag

07.02.2013 18.00 – 21.30 3,5 Verwerken uitslagen grafieken

11.02.2013 20.30 – 22.00 1,5 Verslag

13.02.2013 10.30 – 12.00 1,5 Verslag

13.02.2013 15.00 – 17.00 2 Verslag analyseren en reflecteren onderzoek DEEL A

21.02.2013 14.00 – 17.00 3 Verslag analyseren en reflecteren onderzoek DEEL B

21.02.2013 19.00 – 21.00 2 Verslag, conclusie, logboek

22.02.2013 15.00 – 17.30 2,5 Reflectie volgens Bateson

TOTAAL 40,25