ontwerp fietsactieplan 2014 – 2018
Transcript of ontwerp fietsactieplan 2014 – 2018
ONTWERP
FIETSACTIEPLAN
2014 – 2018
Stadsbestuur Sint-Niklaas
Jurgen Goeminne, mobiliteitsambtenaar
Stefan Van den Branden, medewerker fietsbeleid
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 1
DOEL FIETSCONFERENTIE & STAND VAN ZAKEN
Met deze ‘Fietsconferentie II’ wordt een belangrijke 1e fase in het kader van de opmaak van het
‘Fietsactieplan 2014-2018’ afgerond. Op basis van dit ontwerp fietsactieplan vragen wij u aan te geven
wat voor u prioritair is en wat niet. Het doel van deze fietsconferentie is dan ook het aanleggen van
een prioriteitenlijst, zowel voor de thema’s onderling, als voor de acties binnen elk thema.
Ter voorbereiding van de fietsconferentie vragen wij u rekening te houden met de volgende zaken:
- Dit is een ruw ontwerp fietsactieplan dat als basis zal gebruikt worden om tot een gedetailleerd en
gestructureerd fietsactieplan te komen (2e fase – juni 2014). Het definitief fietsactieplan zal
geïntegreerd worden in het mobiliteitsplan (3e fase - oktober 2014);
- Bewust werd gekozen om de acties algemeen te houden en de koppeling met budget, timing,
doelstellingen, kaartmateriaal en specifieke dossiers nog niet te maken. Dit zal pas in de volgende fase
gebeuren;
- Bewust werd gekozen om de acties die bij elkaar horen nog niet bij elkaar te plaatsen en nog geen
visietekst te schrijven. Ook dit zal in de volgende fase gebeuren. Zo willen wij u niet beïnvloeden bij
uw prioriteitskeuze.
INHOUDSTAFEL
1. Algemeen beleid
2. Infrastructuur
3. Veiligheid, preventie & handhaving
4. Educatie & comfort
5. Evenementen & toerisme
6. Communicatie & participatie
7. Promotie & marketing
8. Inventarisatie & evaluatie
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 2
1. ALGEMEEN BELEID
Actie 1. Het aanstellen van een fietsambtenaar.
Het stadsbestuur stelt een fietsambtenaar aan die fungeert als coördinator en centraal
aanspreekpunt van het fietsbeleid. De fietsambtenaar waakt over de uitvoering en opvolging
van het fietsactieplan en zijn advies wordt gevraagd bij elk fietsgerelateerd dossier.
Actie 2. Een beleid vanuit het perspectief van de fietser voeren.
De fietser staat altijd centraal bij het uitvoeren van het fietsbeleid. Er moet een fietsvriendelijk
klimaat ontwikkeld worden door middel van een klantgericht beleid.
Actie 3. Het verbeteren van de lokale fietsmobiliteit in al haar facetten.
Het verbeteren van het lokale fietsbeleid moet altijd hoog op de agenda staan binnen het
mobiliteitsbeleid en het beleid van de stad. Fietsen is snel, comfortabel, milieuvriendelijk,
duurzaam en gezond.
Actie 4. Verticale en horizontale integratie op beleidsniveau.
Het fietsactieplan moet doorgang krijgen op elk beleidsniveau, zowel verticaal (Vlaams
Gewest, provincie, Agentschap Wegen en Verkeer,…) als horizontaal (betrokken
stadsdiensten).
Actie 5. Het streven naar een evenwicht tussen een resultaatgericht en
middelengericht fietsbeleid.
In deze financieel-economisch moeilijke tijden is het niet evident om veel projecten te
realiseren. Er moet dus een zorgvuldige keuze gemaakt worden en een duidelijke
prioriteitenlijst vastgelegd worden, zodat de vooropgestelde doelstellingen binnen het
beschikbare budget gerealiseerd kunnen worden.
Actie 6. Het streven naar een goede integratie van het fietsbeleid in het algemene
mobiliteitsbeleid.
Het fietsbeleid zal afgestemd worden op het algemene mobiliteitsbeleid om zo tot een
eenduidige visie te komen.
Actie 7. Het afstemmen van het fietsactieplan op de andere beleidsdocumenten.
Het definitieve fietsactieplan (najaar 2014) mag geen elementen bevatten die niet
corresponderen met elementen uit de andere beleidsdocumenten (witboek, mobiliteitsplan,
ruimtelijk structuurplan, masterplan publieke ruimte, klimaatactieplan, schoolvervoerplannen
basisscholen,…).
Actie 8. Lokale en bovenlokale fietsprojecten op elkaar afstemmen.
Lokale en bovenlokale fietsprojecten moeten parallel kunnen uitgevoerd worden en waar
nodig op elkaar afgestemd worden. Een open en duidelijke communicatie tussen de
verschillende beleidsniveaus is dus aangewezen.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 3
Actie 9. Het opbouwen van een ‘fietsnetwerk’ met de naburige gemeenten.
Het fietsbeleid is immers niet alleen beperkt tot de grenzen van Sint-Niklaas. Een nauwe
samenwerking met de buurgemeenten is nodig. Een ambtelijk en politiek overleg is dan ook
aangewezen. Het doel van dit overleg is om een overzicht van alle fietsinitiatieven te krijgen
en vervolgens bovenlokale voorstellen uit te werken. Vanuit deze samenwerking, ook met het
intergemeentelijk samenwerkingsverband Interwaas, zullen we trachten te wegen op de
hogere overheden om de realisatie af te dwingen van enkele belangrijke fietsinfrastructuur-
projecten.
Actie 10. Het uitvoeren van een ‘fietstoets’ bij alle fietsaangelegenheden.
Alle fietsgerelateerde dossiers zullen een ‘fietstoets’ ondergaan, d.w.z. een gunstig advies van
de dienst mobiliteit (de fietsambtenaar) krijgen. Zo wordt elk dossier getoetst aan het
fietsactieplan en wordt de continuïteit van het fietsbeleid gewaarborgd.
Actie 11. Veiligheid, duurzaamheid en leefbaarheid moeten als een rode draad
door het fietsbeleid lopen.
Duurzaamheid en leefbaarheid zijn geen aparte thema’s binnen het fietsactieplan. Toch is het
essentieel dat deze begrippen bij elke beleidsbeslissing in overweging genomen worden. Zij
moeten als het ware als een rode draad doorheen het fietsbeleid lopen. Veiligheid blijft echter
de absolute topprioriteit.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 4
2. INFRASTRUCTUUR
Actie 12. Financiële middelen voorzien voor de aanleg van nieuwe fietspaden.
Binnen het mobiliteitsbudget en het budget voor openbare werken moeten er voldoende
financiële middelen voorzien worden voor de aanleg van fietspaden.
Actie 13. Het realiseren van een bewegwijzering van de functionele
fietsroutenetwerken.
In het kader van het realiseren van een kwalitatieve fietsinfrastructuur op de functionele
fietsroutenetwerken is een gebiedsdekkende bewegwijzering en must. Functionele
fietsroutenetwerken zijn: het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF), Lange
AfstandsFietspaden (LAF) en het Gemeentelijk Lokaal Fietsroutenetwerk. De functionele
wegwijzers zullen bestaan uit blauwe borden met de aanduiding van een (deel)gemeente of
andere attractiepool (recreatiedomein, industriezone,…). De bewegwijzering zal na de
herziening van de functionele fietsroutenetwerken door de provincie worden geplaatst. Het
stadsbestuur ondersteunt de provincie waar nodig. Na oplevering wordt de bewegwijzering
eigendom van de stad.
Het evalueren en eventueel aanpassen van de bewegwijzering van het recreatieve
fietsroutenetwerk zal in samenwerking met de dienst toerisme gebeuren.
Actie 14. Het opmaken van een fietsparkeerplan.
Bij de opmaak van een fietsparkeerplan wordt rekening gehouden met het bestaande beleid
de beschikbare parkeerruimte en de bezettingsgraad per deelgebied, de beschikbare
fietsparkeersystemen, de nieuwe vormen van fietsenstallingen (fietskluizen, fietstrommels,…),
het invoeren van een fietsparkeernorm, evenementen, de aanwezigheid van stations, haltes
openbaar vervoer, openbare en commerciële gebouwen, schoolomgevingen, deelgemeenten,
wijken…
Actie 15. Het installeren van fietskluizen en/of fietstrommels.
Fietskluizen en fietstrommels zijn vrij recente vormen van fietsenstallingen. Zij kunnen zowel
aan drukbezochte openbare gebouwen, haltes openbaar vervoer, fietsverzamelplaatsen, als in
wijken worden geplaatst en hebben als doel het risico op diefstal, vandalisme en schade door
extreme weersomstandigheden tot een minimum te beperken. Bovendien kunnen ze een
oplossing bieden voor fietsers die thuis te weinig ruimte hebben om hun fiets te stallen. Er
moet onderzocht worden of het aangewezen en nuttig is dergelijke fietsenstallingen op
bepaalde locaties te installeren.
Actie 16. Het vervangen van autoparkeerplaatsen door fietsparkeerplaatsen.
Waar de autoparkeerplaatsen niet maximaal benut worden, moet de mogelijkheid bekeken
worden om deze, waar het aangewezen is, te vervangen door fietsparkeerplaatsen. In
centrumstraten waar de ruimte beperkt is, kan dit een oplossing bieden om de voetpaden
verkeersvrij te houden. Ook in het algemeen parkeerbeleid moet de aandacht voor de fiets
vergroten.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 5
Actie 17. Het fietsvriendelijker maken van landelijke wegen.
Deze actie wordt opgenomen bij de herziening van het mobiliteitsplan, meer bepaald bij de
herziening van het snelheidsplan en de routes zwaar vervoer.
Actie 18. Het inrichten van fietsverzamelplaatsen voor woon-werkverkeer.
Deze fietsverzamelplaatsen kunnen ingericht worden op mobiliteitsknooppunten waar
invalswegen het stadscentrum raken in functie van het woon-werkverkeer. Er moet
onderzocht worden hoe auto, bus en fiets aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Actie 19. Het inrichten van fietsverzamelplaatsen voor woon-schoolverkeer.
Deze fietsverzamelplaatsen kunnen ingericht worden op centrale plaatsen in de
deelgemeenten in functie van het woon-schoolverkeer.
Actie 20. Het wegwerken van hindernissen en obstakels op de functionele en
recreatieve fietsroutenetwerken.
Een goede fietsroute is samenhangend, snel, veilig, comfortabel en aantrekkelijk. Drempels,
paaltjes, beugels, steile hellingen en scherpe bochten verhinderen de vlotte doorgang. Ook
het voorrang moeten verlenen aan het autoverkeer kan als een hindernis beschouwd worden.
Hindernissen en obstakels enkel aanbrengen voor het garanderen van de veiligheid moet het
uitgangspunt worden.
Actie 21. Het realiseren van langzame verkeersdoorsteken / fietsdoorsteken.
Bij verkavelingen en andere bouwprojecten wordt gestreefd naar de realisatie van langzame
verkeersdoorsteken / fietsdoorsteken. Zo worden de reiswegen voor fietsers korter gemaakt
dan voor auto’s, wat kan aanzetten tot meer fietsgebruik.
Actie 22. Financiële middelen voorzien voor het onderhoud van fietspaden.
Binnen het mobiliteitsbudget en het budget voor openbare werken moeten er voldoende
financiële middelen voorzien worden voor het onderhoud van fietspaden.
Actie 23. Het wegwerken van de ‘missing links’ op het Bovenlokaal Functioneel
Fietsroutenetwerk (BFF).
Het bovenlokale functioneel fietsroutenetwerk fungeert als uitgangspunt om de fietsroutes te
optimaliseren en om sturend te werken ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen.
De non-stop fietsroutes in zeven richtingen zijn: de Waaslandroute richting Nieuwkerken en
Beveren enerzijds en richting Belsele en Lokeren anderzijds, de Polderroute, de Stropersroute,
de Schelderoute, de Heideroute en de Mercatorroute. Op deze routes zullen alle ‘missing links’
worden weggewerkt.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 6
Actie 24. Het evalueren en aanpassen van de verschillende fietsroutenetwerken.
Momenteel zijn de functionele fietsroutenetwerken in herziening. Na grondige evaluatie zullen
deze netwerken worden aangepast en aangevuld. Zo zullen belangrijke noord-zuid
verbindingen worden gerealiseerd en fietsroutes worden verknoopt.
Ook het recreatief fietsroutenetwerk en het schoolroutenetwerk zullen regelmatig geëvalueerd
en aangepast worden waar nodig. Het BFF wordt als basis gebruikt.
Actie 25. Alle fietsroutenetwerken op elkaar afstemmen.
De volgende fietsroutenetwerken zullen optimaal op elkaar afgestemd worden: de functionele
fietsroutenetwerken (BFF, LAF, lokaal netwerk), het recreatieve fietsroutenetwerk (lokaal en
bovenlokaal, zie thema 5 ‘Evenementen en toerisme’) en het schoolroutenetwerk (Waasland
en basisscholen). Het BFF wordt als basis gebruikt.
Actie 26. Het streven naar een uniforme fietsinfrastructuur.
Zowel voor het aanleggen en onderhouden van fietspaden, het inrichten van
fietsparkeerplaatsen, als het aanbrengen van bewegwijzering moet er naar een maximale
uniformiteit in de ruime zin van het woord gestreefd worden. De uniformiteit heeft betrekking
op het beslissingsproces, de gehanteerde criteria, de materiaalkeuze,… Het masterplan
publieke ruimte kan als leidraad gebruikt worden.
Actie 27. Het invoeren van een fietsparkeernorm.
De fietsparkeernorm is een minimumnorm die bepaalt hoeveel fietsparkeerplaatsen minimaal
gerealiseerd moeten worden, maar beperkt het aantal fietsparkeerplaatsen dat gerealiseerd
mag worden niet. Met de betrokken diensten moet onderzocht worden of het invoeren van
deze norm mogelijkheid is in onze stad. De fietsparkeernorm kan dan in de stedenbouw-
kundige vergunning voorzien worden. Wat voor auto’s kan moet voor fietsen ook kunnen.
Actie 28. Het inrichten van fietsstraten.
Op 31 oktober 2013 werden 4 centrumstraten als fietsstraat ingericht: Walburgstraat, Grote
Peperstraat, Kleine Peperstraat en Kalkstraat (vanaf huisnr. 65 tot Houtbriel). In het najaar
van 2014 zal de werking van deze fietsstraten geëvalueerd worden. Op basis van deze
evaluatie zal er beslist worden of er nog straten in aanmerking komen om als fietsstraat
ingericht te worden. Ook de criteria waaraan een straat moet voldoen om als fietsstraat te
worden ingericht, zullen dan opgelijst worden.
Actie 29. Het aanleggen van buurtparkings voor fietsers.
Gegroepeerd parkeren of buurtparkeren kan een oplossing zijn om meer ruimte te creëren. Straten kunnen hierdoor ook groener en fietsvriendelijker worden ingericht en de straat kan
weer een ontmoetingsplaats zijn. Er moet onderzocht worden waar er buurtparkings voor
fietsers (en auto’s) kunnen worden aangelegd.
Actie 30. Zo veel mogelijk vrijliggende fietspaden aanleggen.
Vrijliggende fietspaden verhogen de veiligheid en het comfort. Er zal onderzocht worden op
welke wegen met een snelheidsregime van 50 of 70 km/u dit mogelijk en verkeerstechnisch
aangewezen is.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 7
Actie 31. Het inspelen op de vraag naar een verkeersleefbare inrichting van de
fietsomgeving.
Fietsen in het groen is altijd aantrekkelijker dan fietsen langs een drukke verkeersas. Dit is
echter niet altijd mogelijk. Toch moeten we er naar streven de fietsroutes zo aantrekkelijk
mogelijk in te richten.
Actie 32. Rekening houden met ‘transportfietsen’ bij het aanleggen van
fietsinfrastructuur.
Door het stijgend aantal bakfietsen, fietskarren, fietsen met kinderstoeltje of fietstassen,…
moet de bestaande infrastructuur herbekeken worden. Bij de aanleg of het plaatsen van
nieuwe fietsinfrastructuur moet hier altijd rekening mee gehouden worden.
Actie 33. Meer aandacht voor de fietsinfrastructuur in de nabijheid van
vrijetijdslocaties.
Onder ‘vrijetijdslocaties’ worden de locaties gekoppeld aan jeugd-, sport- en
cultuurverenigingen verstaan.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 8
3. VEILIGHEID, PREVENTIE & HANDHAVING
- Actie 34. Meer aandacht voor oversteekbeveiliging aan drukke kruispunten.
Bij het kruisen van primaire en/of secundaire wegen (type 1 en 2) is het aangewezen om
ongelijkvloers te werken bij oversteekplaatsen. Ook waar er geen kruispunten zijn, moet er
voldoende aandacht aan oversteekbeveiliging gegeven worden.
- Actie 35. Meer aandacht voor het aanleggen van opgeblazen fietsopstelstroken.
Om de veiligheid van de wachtende fietsers aan drukke kruispunten te garanderen, moet er
meer aandacht gegeven worden aan het inrichten van opgeblazen fietsopstelstroken (OFOS).
- Actie 36. Het jaarlijks evalueren en bijsturen van het strooiplan voor fietspaden.
Aangezien een goed strooiplan voor sneeuw- en ijzelbestrijding essentieel is om de veiligheid
van de fietser te garanderen tijdens de winterperiode is een jaarlijkse evaluatie aangewezen.
- Actie 37. Het uitvoeren van een ‘veiligheidstoets’ op de bestaande
fietsinfrastructuur.
Tijdens de infrastructuurstudie (zie thema 8 ‘Evaluatie en inventarisatie’) is het aangewezen
een veiligheidstoets uit te voeren op de bestaande fietsinfrastructuur. Zo kunnen de ‘zwarte
punten’ in kaart gebracht en aangepakt worden.
- Actie 38. Het optimaliseren van de fietsdiefstalbestrijding en -preventie.
In samenwerking met de politie moet onderzocht worden hoe we het aantal fietsdiefstallen
kunnen terugdringen. Eén van de mogelijkheden is het inzetten op diefstalpreventie. Zo kan
er een infofolder opgemaakt en verspreid worden.
Daarnaast kunnen fietsers hun fiets laten labelen bij het Fietspunt De Versnelling (vzw Den
Azalee) op het Stationsplein en wordt er een foto van de gelabelde fiets gemaakt.
- Actie 39. Het uitvoeren van een jaarlijkse fietsongevallenanalyse.
Om het veiligheidsbeleid te verbeteren is een jaarlijkse fietsongevallenanalyse in
samenwerking met de politie aangewezen.
- Actie 40. Een verder doorgedreven controle op de fietsuitrusting.
Fietsers bewust maken van het nut van een conforme fietsuitrusting (verlichting, reflectoren,
remmen, bel,…) verhoogt de veiligheid. Regelmatige controles in het kader van sensibilisering
zijn dan ook aangewezen.
- Actie 41. Een strenger handhavingsbeleid voor alle weggebruikers.
Fietsers hebben soms het gevoel dat ze niet op gelijke voet met de autobestuurders
behandeld worden door de ordehandhavers. In overleg met de politie kan bekeken worden
hoe er een zo evenwichtig en transparant mogelijk handhavingsbeleid gevoerd kan worden.
De wegcode mag wel streng toegepast worden bij inbreuken.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 9
- Actie 42. De straatverlichting aansteken tijdens de ochtend- en avondspits.
In de winterperiode gaat de straatverlichting soms te vroeg uit. Dit verhoogt de onveiligheid.
- Actie 43. Het invoeren van de nultolerantie voor het parkeren op fietspaden.
Geparkeerde voertuigen op fietspaden kan de veiligheid van de fietser in het gedrang
brengen. Aangezien fietspaden zeer duidelijk aangegeven worden, zal aan de politie zal
gevraagd worden de nultolerantie te hanteren bij het foutparkeren op fietspaden.
- Actie 44. Het optimaliseren van de gerichte veiligheidsacties bij het begin van het
schooljaar.
De gerichte veiligheidsacties in september en januari kunnen in overleg met de politie verder
op punt gesteld worden om de efficiëntie te verhogen. Waar nodig zal intensiever met de
scholen worden samengewerkt.
- Actie 45. Sneller groen licht voor fietsers waar dit de veiligheid bevordert.
Op kruispunten waar sneller groen licht voor fietsers de veiligheid bevordert, moet onderzocht
worden of dit ook in de praktijk mogelijk is. Indien nodig wordt overleg gepleegd met het
Vlaams Gewest om de werking van de verkeerslichten te optimaliseren.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 10
4. EDUCATIE & COMFORT
- Actie 46. Het organiseren van de nodige fietsopleidingen en fietscursussen.
Fietsen in de stad is niet altijd eenvoudig. Je plaats vinden tussen het verkeer, je zichtbaar
maken, rekening houden met de andere weggebruikers,... Problemen waarmee fietsers
dagelijks geconfronteerd worden. Mits enkele voorzorgsmaatregelen is echter niets
onoverkomelijk. Dit kan aangeleerd worden tijdens georganiseerde verkeersopleidingen. Ook
de volgende zaken kunnen aan bod komen: de wegcode en preventief fietsgedrag, het woon-
werktraject, de basisuitrusting, fietsherstelling,…
Naast de fietsopleidingen kunnen er ook fietscursussen georganiseerd worden om goed te
leren fietsen, zowel voor jongeren, senioren, nieuwkomers,…
- Actie 47. Het opstarten van een verkeerseducatietraject voor basisscholen.
In samenspraak met de basisscholen zal een verkeerseducatietraject worden opgesteld
waarbij alle scholen dezelfde ondersteuning zullen krijgen. De doelstelling is dat
leeftijdsgenoten dezelfde leerstof krijgen. Idealiter zouden alle scholen gebruik maken van
hetzelfde lesmateriaal.
- Actie 48. De basisscholen aanmoedigen om alle leerlingen deel te laten nemen aan
‘Het Grote Fietsexamen’.
De eindtermen veronderstellen dat kinderen op het einde van het zesde leerjaar klaar zijn om
zich zelfstandig als fietser en als voetganger in het verkeer te kunnen verplaatsen. De
Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) biedt met het project ‘Het Grote Fietsexamen’ een
kant-en-klaar pakket met heel wat hulpmiddelen aan om zelf een fietsexamen te organiseren.
Om de veiligheid van de kinderen en derden te garanderen, moeten de basisscholen
aangemoedigd worden om ‘Het Grote Fietsexamen’ te organiseren en alle leerlingen eraan
deel te laten nemen.
- Actie 49. Het aanmoedigen van workshops in het kader van fietsherstellingen.
Er moet onderzocht worden waar er workshops voor fietsherstellingen kunnen gegeven
worden. Fietspunt De Versnelling (vzw Den Azalee) op het Stationsplein, lokale fietshandelaars
of scholen bieden hier misschien een oplossing.
- Actie 50. Het organiseren van een jaarlijkse educatieve fietsquiz.
Deze quiz kan voor verschillende doelgroepen georganiseerd worden en kan op een speelse,
plezante manier toch educatief zijn: de wegcode, rechten en plichten van de fietser,
hoffelijkheid, fietsherstellingen, basisuitrusting, fietsroutes,…).
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 11
- Actie 51. Het automatiseren van de bewaakte fietsenstalling ‘De Bareel’.
Op 14 april 2014 wordt de bewaakte fietsenstalling ‘De Bareel’ op het Stationsplein
geautomatiseerd. Zo krijgt de abonnementshouder 24/7 en dus altijd toegang tot de
bewaakte fietsenstalling. Het abonnementenbeheer wordt overgedragen aan Fietspunt De
Versnelling (vzw Den Azalee) op het Stationsplein. De dienst mobiliteit ziet erop toe dat de
samenwerkingsovereenkomst correct wordt uitgevoerd en evalueert jaarlijks de werking van
de bewaakte fietsenstalling.
- Actie 52. Het optimaliseren van de samenwerking met Fietspunt De Versnelling om
het fietscomfort te verhogen.
Momenteel verzorgt het Fietspunt De Versnelling (vzw Den Azalee), gelegen op het
Stationsplein, volgende diensten: het verkopen van tweedehands fietsen, fietsherstellingen,
functioneel fietsverhuur, fietsverhuur in samenwerking met de dienst toerisme, Blue-Bike
fietsverhuur in samenwerking met de NMBS, verhuur bedrijfsfietsen, het ophalen en stockeren
van verloren en gestolen fietsen, het labelen van fietsen tegen diefstal, het onderhoud van de
stedelijke fietspool, het meldpunt fietsdiefstal. In overleg met vzw Den Azalee zal onderzocht
worden hoe de samenwerking met Fietspunt De Versnelling geoptimaliseerd kan worden om
het fietscomfort te verhogen.
- Actie 53. Het organiseren van fietspoolen voor kinderen.
Fietspoolen is het onder begeleiding naar school rijden van een groep kinderen. Het bevordert
de veiligheid, de fietsvaardigheid, zet aan tot fietsen en vermindert de parkeerdruk aan de
scholen. Iedere school die wil starten met een fietspoolproject kan rekenen op ondersteuning
van het stadsbestuur.
- Actie 54. De wenselijkheid van een stedelijk fietsdeelsysteem onderzoeken.
Naar analogie met het Blue-Bike systeem van de NMBS, ‘Villo’ in Brussel en ‘Velo’ in
Antwerpen, moet er onderzocht worden of een dergelijk fietsdeelsysteem haalbaar en nuttig is
voor onze stad. Wat voor de auto kan (Cambio, Autopia,…) moet in principe ook voor de fiets
kunnen.
- Actie 55. Het evalueren en optimaliseren van de fietspompen en de elektrische
fietsoplaadpunten.
Momenteel zijn er 2 openbare oplaadpunten voor elektrische fietsen: H. Heymanplein en
parking stadsschouwburg. Uit de evaluatie blijkt dat deze oplaadpunten niet gebruikt worden.
Een onderzoek om deze service te verbeteren is dan ook aangewezen. Zo zouden bewaakte
oplaadpunten een oplossing kunnen bieden. Ook het gebruik en de plaatsing van de
bestaande openbare fietspompen (Grote Markt ter hoogte van het stadhuis en Hospitaalstraat
ter hoogte van KaHo Sint-Lieven) zullen geëvalueerd worden. Tevens zal er bekeken worden
hoe fietshandelaars en horecazaken hierbij betrokken kunnen worden.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 12
- Actie 56. Het vrijhouden van fietspaden en het voorzien van duidelijke signalisatie
bij wegen- en bouwwerken.
Soms wordt er te weinig rekening gehouden met de zwakke weggebruiker tijdens wegen- en
bouwwerken, hoewel het vrijhouden van de fietspaden niet altijd een struikelblok vormt voor
de aannemer. Ook het voorzien van duidelijke signalisatie is soms een pijnpunt.
- Actie 57. Het verbeteren van het comfort aan lichtengeregelde kruispunten.
De haalbaarheid van de volgende maatregelen aan lichtengeregelde kruispunten moet
onderzocht worden:
- sneller groen licht voor fietsers bij slechte weersomstandigheden;
- het voorzien van voetsteunen aan de verkeerslichten;
- een wachttijdvoorspeller voor fietsers aan verkeerslichten;
- een betere detectie van fietsers aan verkeerslichten;
- de verkeerslichten op de hoogte van de fietser plaatsen.
- Actie 58. Rechtsaf en rechtdoor bij rood licht.
Sinds 1 februari 2012 mogen fietsers rechtdoor en rechtsaf bij rood licht, waar dit mogelijk is.
Dit verkort de reistijd voor fietsers, waardoor ze een snelheidsvoordeel hebben ten opzichte
van de automobilisten. De politie heeft onderzocht welke kruispunten hiervoor in aanmerking
komen. Na overleg met de politie zal bekeken worden waar dit ingevoerd kan worden.
- Actie 59. Het opstarten van een pechverhelpingsdienst voor fietsers.
Er is een bestaande pechverhelpingsdienst (Bike-Assist), die fietsers uit de nood helpt
wanneer zij zelf hun fiets niet kunnen herstellen. Er kan onderzocht worden of een
samenwerking met een dergelijke dienst mogelijk is. Tevens kan de mogelijkheid onderzocht
worden om een lokale pechverhelpingsdienst op te richten in samenwerking met de lokale
fietshandelaars en met Fietspunt De Versnelling.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 13
5. EVENEMENTEN & TOERISME
- Actie 60. Het opmaken van een ‘fietsplan’ bij grote evenementen.
Naast een algemeen mobiliteitsplan zal er bij elk groot evenement ook een ‘fietsplan’
opgemaakt worden. Dit fietsplan zal informatie bevatten over de verkeerscirculatie,
bewegwijzering, stallingen,…
- Actie 61. Het optimaliseren van de inzet van mobiele fietsenstallingen bij grote
evenementen.
De inzet van mobiele fietsenstallingen bij grote evenementen zal geëvalueerd en
geoptimaliseerd worden. De mogelijkheid om bewaakte fietsenstallingen in te richten tijdens
grote evenementen zal onderzocht worden.
- Actie 62. De fiets promoten tijdens de diverse evenementen.
Er zal bekeken worden hoe we de fiets kunnen promoten tijdens de diverse
stadsevenementen (Vredefeesten, Dag van het Park, Openluchtfuif Nieuwkerken,…).
Tijdens de Autovrije Zondag zal er een fietsmarkt ingericht worden op de Grote Markt.
- Actie 63. Financiële middelen voorzien voor het onderhoud van de recreatieve
fietsroutes.
Binnen het mobiliteitsbudget en het budget voor openbare werken moeten er voldoende
financiële middelen voorzien worden voor het onderhoud van de recreatieve fietsroutes.
- Actie 64. Het optimaliseren van het fietsverhuur voor toeristische doeleinden.
In samenwerking met de dienst toerisme worden er in het Fietspunt De Versnelling (vzw Den
Azalee) op het Stationsplein fietsen verhuurd voor toeristische uitstappen in Sint-Niklaas. De
dienst toerisme werkt hiervoor ook samen met de NMBS. In overleg met de betrokken partijen
zal onderzocht worden hoe het toeristisch fietsverhuur geoptimaliseerd kan worden.
- Actie 65. Meer aandacht en promotie voor het recreatief fietsen, zowel lokaal als
bovenlokaal.
Vanuit het stadsbestuur wordt het recreatief fietsroutenetwerk beheerd door de dienst
toerisme. Zowel lokaal (Het Sint-Niklase Erfgoed, Kapelletjesroute, Goudenleeuwpad,
Landschapsroute, Leeuwerikenpad, Ettingpad, Sterroute, Kerkwegelroute,…) als bovenlokaal
(Nobelroute, Scheldeland, Waasland,…) is er een uitgebreid recreatief fietsroutenetwerk. In
samenwerking met de dienst toerisme zal bekeken worden hoe we de promotie kunnen
optimaliseren en hoe we de lokale fietshandelaars hierbij kunnen betrekken.
- Actie 66. De horecazaken betrekken bij het recreatief fietsen. In samenwerking met de horecacoach, de dienst toerisme en de dienst centrummanagement
zal bekeken worden hoe we de horecazaken kunnen betrekken bij het recreatief fietsen.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 14
6. COMMUNICATIE & PARTICIPATIE
- Actie 67. Het organiseren van fietsconferenties.
Jaarlijks zal er minstens één fietsconferentie georganiseerd worden waarbij de mening van de
stadsgenoten over het fietsbeleid in het algemeen en/of over specifieke fietsthema’s gevraagd
wordt. Deze fietsconferenties vormen de basis van het participatiebeleid.
- Actie 68. Het fietsbeleid aan bod laten komen in elke editie van het stadsmagazine
‘De Stadskroniek’.
Het stadsmagazine "De Stadskroniek" verschijnt om de twee maanden en heeft een oplage
van 35.000 exemplaren. Ieder nummer wordt bus aan bus geleverd bij de inwoners van Sint-
Niklaas. De Stadskroniek brengt het stedelijke nieuws rechtstreeks tot bij de Sint-Niklazenaar.
Iedere editie bevat tal van interessante artikels over initiatieven en projecten van de
stadsdiensten. In het kader van de communicatie- en promotiecampagne ‘De fiets…heeft iets’
zal er in elke editie van ‘De Stadskroniek’ een artikel over het fietsbeleid verschijnen.
- Actie 69. Het ontwikkelen van een website rond fietsbeleid.
In overleg met de dienst communicatie zal bekeken worden of het ontwikkelen van een
website / online webplatform nuttig kan zijn in het kader van de communicatie en participatie.
Ook voor de ondersteuning van de basisscholen hebben we de ambitie een webpagina te
ontwikkelen. Er zal onderzocht worden of dit aan elkaar gekoppeld kan worden.
- Actie 70. Het optimaliseren van de samenwerking met de fietshandelaars.
Fietshandelaars zullen nauwer bij het fietsbeleid betrokken worden en uitgroeien tot
kwaliteitsvolle ‘garagisten’ om het groeiend aantal fietsen veilig op de baan te brengen en te
houden.
- Actie 71. Optimaal gebruik van enquêtes en polls.
Net als bij het bedenken en selecteren van de slogan voor de promotiecampagne ‘De
fiets…heeft iets’ zal er meer gebruik gemaakt worden van enquêtes en polls om te vragen
naar de mening van de stadsgenoten.
- Actie 72. Het optimaliseren van de interne communicatie rond fietsbeleid.
Er zal een communicatiemodel worden uitgeschreven om de interne communicatie tussen de
verschillende stadsdiensten te bevorderen. Extra aandacht zal gegeven worden aan het
bilateraal overleg met de diensten communicatie, duurzaamheid, signalisatie, openbare
werken, toerisme en politie. Daarnaast zal de werkgroep fietsversterkende maatregelen op
regelmatige basis samenkomen om de vooruitgang van het fietsbeleid te bespreken.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 15
- Actie 73. Het optimaliseren van de externe communicatie rond fietsbeleid.
Er zal een communicatiemodel worden uitgeschreven om de externe communicatie met alle
betrokken partijen te bevorderen. Extra aandacht zal gegeven worden aan het bilateraal
overleg met de andere bestuursniveaus (Vlaams Gewest, AWV, provincie), NMBS, De Lijn,
Fietsersbond, VVSG, Intwerwaas, vzw Den Azalee, lokale handelaars, scholen,
jeugdverenigingen, wijkcomités, advies- en dorpsraden,…
Daarnaast zullen alle stedelijke communicatiekanalen maximaal ingezet worden: Stadskroniek,
persbericht, website, nieuwsbrief, stadstelevisie,…
- Actie 74. Het fietslogo in elke vorm van externe communicatie gebruiken.
Het fietslogo, gebruikt voor de promotiecampagne ‘De fiets…heeft iets’, zal door alle diensten
in elke vorm van externe communicatie gebruikt worden.
- Actie 75. Participatie via ‘fietspadvinders’.
Burgers die op wijkniveau de verantwoordelijkheid krijgen om de fietsproblemen in hun wijk
te signaleren en op te volgen.
- Actie 76. Sociale netwerksites gebruiken om jongeren te betrekken bij het
fietsbeleid.
Sociale netwerksites zijn zeer populair bij jongeren. Er zal onderzocht worden hoe we via deze
sites meer jongeren kunnen betrekken bij het fietsbeleid om hen bewust te maken van de
voordelen van de fiets t.o.v. de auto.
- Actie 77. Fietsers meer inspraak geven bij nieuwe projecten.
Er zal meer aandacht gegeven worden aan de fietser bij nieuwe infrastructuurprojecten. Dit
kan zowel via de website als via de gekende organisaties.
- Actie 78. Het verhogen van de participatie van de jongeren.
Jongeren zullen actiever betrokken worden bij het fietsbeleid via de stedelijke jeugddienst, de
jeugdraad, het scholierenparlement,…
- Actie 79. De oprichting van een mobiliteitsraad.
Begin 2015 zal er een stedelijke mobiliteitsraad opgericht worden. Deze adviesraad zal
jaarlijks minstens één keer samenkomen om de vooruitgang van het mobiliteits- en
fietsbeleidsplan te bespreken en evalueren.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 16
7. PROMOTIE & MARKETING
- Actie 80. Het promoten van ‘de fiets’ op de belangrijke mobiliteitsknooppunten.
Er zal onderzocht worden hoe we ‘de fiets’ kunnen promoten en nadrukkelijker in beeld
kunnen brengen op de belangrijkste mobiliteitsknooppunten (Grote Markt, stationsomgeving,
Waasland Shopping Center, nieuwe ziekenhuissite,…).
- Actie 81. Een jaarlijkse promotiecampagne in het kader van ‘De fiets…heeft iets’.
De promotiecampagne ‘De fiets…heeft iets’ wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd in
overleg met de dienst communicatie. Nieuwe initiatieven zullen gebundeld en ruim verspreid
worden via deze campagne. Net zoals de fietsconferenties de basis van het participatiebeleid
vormen, zal de promotiecampagne ‘De fiets…heeft iets’ als basis gebruikt worden voor elke
vorm van fietspromotie.
- Actie 82. Het fietslogo nadrukkelijk in het straatbeeld krijgen.
Het fietslogo, gebruikt voor de promotiecampagne ‘De fiets…heeft iets’, moet nadrukkelijker in
het straatbeeld verschijnen. Dit kan door het verspreiden van raamaffiches,
(bumper)stickers,…
- Actie 83. Het stimuleren van het woon-winkelverkeer.
Er zal bekeken worden hoe het woon-winkelverkeer kan gestimuleerd worden. Gerichte acties
als ‘Met belgerinkel naar de winkel’ zullen verder ondersteund worden. Ook het gebruik van de
bakfiets zal betrokken worden in de promotie rond woon-winkelverkeer
- Actie 84. Het stimuleren van het woon-werkverkeer.
Er zal bekeken worden hoe het woon-werkverkeer kan gestimuleerd worden. Gerichte acties
als ‘Bike to work’ en andere sensibiliseringscampagnes om het gebruik van bedrijfsfietsen te
promoten zullen onderzocht en ondersteund worden. Ook het gebruik van elektrische fietsen
zal betrokken worden in de promotie rond woon-werkverkeer.
- Actie 85. Het stimuleren van het woon-schoolverkeer.
Er zal bekeken worden hoe het woon-schoolverkeer kan gestimuleerd worden. Naast het
opmaken van schoolvervoerplannen en het organiseren van fietspoolprojecten voor
basisscholen, zullen de scholen nauw betrokken worden bij het promoten van het woon-
schoolverkeer.
- Actie 86. Het stimuleren van de vrijetijdsverplaatsingen.
Er zal bekeken worden hoe de vrijetijdsverplaatsingen kunnen gestimuleerd worden. Onder
‘vrijetijdsverplaatsingen’ worden de verplaatsingen gekoppeld aan jeugd-, sport- en
cultuuractiviteiten verstaan.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 17
- Actie 87. Het uitbrengen van een fietsgids.
Het is de ambitie om tegen het einde van de legislatuur (2018) een fietsgids samen te stellen.
Alle informatie die nuttig kan zijn voor alle types fietsers (woon-werk, woon-school, woon-
winkel, sportief, recreatief,…) zal hierin verwerkt worden.
- Actie 88. Het stimuleren van sporadische beloningsacties en wedstrijden.
Af en toe kunnen fietsers op de drukste fietspunten getrakteerd worden op bijvoorbeeld een
ontbijt of een vieruurtje. Deze acties kunnen zowel in de winter als de zomer gehouden
worden, waarbij het aangeboden product kan variëren naargelang het seizoen. Dergelijke
acties moeten fietsers ook blijven stimuleren om ongeacht de weersomstandigheden de fiets
te blijven nemen. Het feit dat hun doorzettingsvermogen beloond wordt kan een extra
stimulans zijn om te blijven fietsen.
Daarnaast kunnen er wedstrijden georganiseerd worden om de deelname aan enquêtes en
polls te bevorderen. De winnaar(s) maken dan kans op een waardebon of andere kleine
prijzen.
- Actie 89. Fietsrouteplannen uithangen en verspreiden aan en in openbare en
commerciële locaties.
Om het gebruik van de fiets aan te moedigen en de fietser beter te informeren zal bekeken
worden of er (meer) fietsrouteplannen verspreid en uitgehangen kunnen worden aan en in
openbare en commerciële gebouwen (stadsschouwburg, fietshandelaars,…)
- Actie 90. Het promoten van de fiets voor korte afstanden (< 5 km).
Algemeen wordt er geconstateerd dat voor vele korte verplaatsingen (< 5 km) vaak nog de
auto genomen wordt, hoewel die afstand zich uitstekend leent voor fietsverplaatsingen. Dit
heeft tot gevolg dat er (vooral tijdens de spitsuren) verkeerscongestie ontstaat op de
belangrijkste invalswegen en in het centrum van de stad, mede als gevolg van een verkeerde
transportmiddelkeuze. We zullen proberen te achterhalen waarom deze korte verplaatsingen
niet met de fiets gebeuren en oplossingen aanreiken om het aantal verplaatsingen met de
fiets stelselmatig te laten toenemen en veiliger te laten verlopen.
- Actie 91. De jaarlijkse ‘Strapdag’ promoten in overleg met de basisscholen.
De Strapdag is een leuk verkeersevenement voor basisscholen. Op deze autovrije dag worden
scholen, ouders en kinderen aangezet om te stappen of trappen naar school. In 2013 deden
meer dan 1000 Vlaamse scholen mee aan dit initiatief. Het Octopusplan, initiatiefnemer van
de campagne, richt zich niet alleen naar scholen maar ook naar ouders, gemeentebesturen,
provincies, organisaties, bedrijven en andere betrokkenen.
Het stadsbestuur zal dit initiatief promoten en ondersteunen waar mogelijk.
- Actie 92. Doelgerichte promotie in functie van de verschillende types fietsers.
De doelgroep moet bij elke promotiecampagne duidelijk afgelijnd worden. Niet elke fietser
gebruikt de fiets voor hetzelfde doel: woon-werk, woon-school, woon-winkel, sportief,
recreatief,…
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 18
- Actie 93. Het promoten van de andere fietstypes.
Onder ‘andere fietstypes’ wordt verstaan: elektrische fietsen, bakfietsen en vouwfietsen.
Aangezien deze fietsvarianten stuk voor stuk een functie vervullen waardoor de auto aan de
kant kan gelaten worden, horen ze thuis in deze categorie. De elektrische fiets biedt een
oplossing voor een deel van de senioren en de lange woon-werk afstanden. De bakfiets is
nuttig om kleine kinderen en boodschappen te vervoeren. De vouwfiets tot slot is ideaal voor
pendelaars om de afstand van en naar het station te overbruggen.
- Actie 94. Het ondersteunen van externe promotiecampagnes.
De mogelijkheid om deel te nemen aan externe promotiecampagnes (BtrackB, Mobiel21,…)
zal onderzocht worden. Tevens zal bekeken worden waar het mogelijk is om deze acties te
ondersteunen.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 19
8. INVENTARISATIE & EVALUATIE
- Actie 95. Het uitvoeren van een behoefte-analyse van de verschillende
fietsroutenetwerken.
De behoefte-analyse tracht op objectieve wijze potentiële locaties voor investeringswerken
binnen bepaalde beleidsdomeinen te rangschikken. De behoefte-analyse rangschikt
knelpunten zodat het investeringsprogramma van de fietspaden op objectieve gronden opgesteld kan worden.
De basis voor de behoefte-analyse is het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF).
Volgende criteria worden hierbij gebruikt:
- potentieel aantal verplaatsingen langsheen het fietsroutenetwerk (woon-school-, woon-werk-, woon-winkelverkeer,…);
- staat van de huidige fietsinfrastructuur (type knelpunt/prioriteitswaarden en onderscheid vrijliggend of aanliggend fietspad);
- verkeersveiligheid voor fietsers (aantal doden, zwaargewonden en lichtgewonden).
Het Vademecum Fietsvoorzieningen dient als uitgangspunt voor het bepalen van de
inrichtingsnormen voor fietsinfrastructuur in de behoefte-analyse. Wanneer het gaat om de aanpassing van bestaande fietsinfrastructuur wordt zowel
rekening gehouden met het potentieel als met de bestaande inrichting van de weg. Beide elementen, potentie en bestaande toestand, worden op evenredige basis ingebracht in de
potentieberekening.
- Actie 96. Organisatie van jaarlijkse verkeerstellingen en het plaatsen van
fietsentellers op de bovenlokale functionele fietsroutes.
Om tot een algemeen overzicht te komen van het fietsgebruik in onze stad zijn jaarlijkse
verkeerstellingen op de verschillende fietsroutenetwerken noodzakelijk. Tevens zullen er op de
7 bovenlokale functionele fietsroutes (BFF’s) fietsentellers geplaatst worden.
- Actie 97. Het uitvoeren van een CHAMP-analyse.
Het CHAMP-project onderzoekt waarom bepaalde steden in Europa zich ontwikkeld hebben tot
echte fietssteden terwijl het aandeel van de fiets in steden met vergelijkbare kenmerken
eerder beperkt blijft. Uitgangspunt van het CHAMP -project is de analyse van het beleid in een
aantal Europese topsteden op het vlak van fietsen: Groningen, Orebro, Bolzano,… Op basis
van successen en mislukkingen in deze steden kunnen lessen en aanbevelingen getrokken
worden voor lokale en andere overheden die hun fietsbeleid verder willen uitbouwen of
lacunes op bepaalde deeldomeinen willen wegwerken. Op 10 december 2013 werd in Brugge
een workshop georganiseerd met Vlaamse centrumsteden om de CHAMP-methodiek toe te
passen in Vlaanderen en zo ervaringen uit te wisselen en inzichten op te doen rond het verder
uitbouwen van een stedelijk fietsbeleid. We zullen onderzoeken of het mogelijk is een
dergelijke CHAMP-analyse uit te voeren in Sint-Niklaas.
FIETSACTIEPLAN 2014 - 2018 20
- Actie 98. Het uitvoeren van een grondige infrastructuurstudie.
Om de huidige infrastructuur beter te kunnen evalueren zal er per deelgebied een grondige
infrastructuurstudie uitgevoerd worden. Deze studie brengt de volledige fietsinfrastructuur van
het grondgebied in kaart en geeft de sterke en zwakke punten aan. Zo kunnen de
verschillende fietsroutenetwerken (functioneel, recreatief en scholen), het stadscentrum, de
deelgemeenten en de wijkontsluitingen grondig geëvalueerd en bijgestuurd worden. Tijdens
deze studie kan ook een veiligheidstoets uitgevoerd worden om de ‘zwarte punten’ in kaart te
brengen. De uitgevoerde fietspadenaudit ‘De meetfiets’ van de Fietsersbond kan hier als
handig werkinstrument gebruikt worden.
- Actie 99. Het inventariseren van het fietsgebruik in schoolomgevingen.
Hiervoor zal ook gebruik gemaakt worden van de op te maken schoolvervoerplannen of
schoolcharters. Dit project wordt in april/mei 2014 opgestart.
- Actie 100. Het linken van het geografische aspect aan de meetgegevens via GIS.
De beschikbare meetgegevens zullen gecentraliseerd en aan het beschikbare kaartmateriaal
gekoppeld worden via het GIS (Geografisch Informatie Systeem).
Voor vragen en/of opmerkingen met betrekking tot het fietsbeleid van onze stad, kan
u telefonisch (tel. 03 778 32 50) of via e-mail ([email protected]) contact
opnemen met de dienst mobiliteit van het stadsbestuur.