OnsRecht nummer 8 oktober 2012

32
Maandblad van de landelijke bediendencentrale - nationaal verbond voor kaderpersoneel 4-5 Werklozen krijgen het moeilijker 116DE JAARGANG | NUMMER 8 | OKTOBER 2012 © FOTO: DANIËL RYS 11 KLIKLIJN BIJ CASA 22-23 VAKANTIEREGELING

description

Ons Recht is het maandelijkse ledenblad van de christelijke bediendenvakbond LBC-NVK

Transcript of OnsRecht nummer 8 oktober 2012

Maandblad van de landelijke bediendencentrale - nationaal verbond voor kaderpersoneel

4-5Werklozen krijgen het moeilijker

116de jaargang | nummer 8 | oktober 2012

© f

oto:

dan

iël

rys

11

K L I K L I J N B I J C A SA

22-23

VA KA N T I E R EG E L I N G

RUBRIEKSNAAM

2 | OKTOBER2012|116dejaargang|OnsRecht

StandpuntSociaal

OverlegEconomie

ServiceFinanciën

DistributieService

In de margeOver de grenzen

WelzijnCampagne

Arbeids-gericht

InboxSociaalService

DistributieWCOWCOFilmFilm

BoekDe lezer schrijft

Uitbetaling vakbondspremieIndexaanpassing

AchterklapVanmol

3

4

6

7

8

10

11

12

13

13

14

15

15

16

17

18

19

19

20

22

24

26

27

28

28

29

30

30

30

31

32

FatsoenstaatoprantsoenWerkloosheidsuitkeringenzakkensnellervanaf1novemberVakbondwileenIPAenneemtwélzijnverantwoordelijkheid‘Competitiviteit’gaatlangnietalleenoverloonkostenWerknemersuitprivésectorhebbenrechtopeducatiefverlofHervormingbanksectoropnieuwoppolitiekeagendaKetenCasabedenktpersoneelmet‘kliklijn’InteressevoorvakbondgroeitbijkaderledenCampagnetegenpsychosocialerisico’sophetwerk

GezondheidszorgmoethoogopontwikkelingsagendaMeerdan300werknemerssterveninfabrieksbrandinPakistanWerkenaandegekwetstebinnenkantWatalsergeenonthaalouderswaren?

NeerwaartsespiraalbijCoca-ColaEnterprises

MeerdanhonderdparticulierensponsorenVluchtelingenhuisBelgiëmoetvakantiewetgevingaanpassenZelfstandigekleinhandelvindtmaarmoeilijkpersoneelNieuweregelingnoodlijdendeondernemingennadriejaarweerindesteigers“WetContinuïteitOndernemingenschietdoelgrotendeelsvoorbij”DanslamaisonAmourAbsurdeovervloed

INhOUD

Opkomenvoorvluchtelingen,hetisnietsimpelindezetijd.MaarPolVanCampenzijnmedestandersdoenprachtigwerkinLeuven.DaaropendenzeonlangshetVluchtelingenhuis.Meerdanhonderdmensenstortenelkemaandeenfinanciëlebijdrage.Aldiegiftensamenmakenhetmogelijkomhethuistehurenendevastekostentebetalen.EenprachtigvoorbeeldvansolidariteittussenBelgenenvluchtelingen.Leeserallesoveropp.20-21.

© f

oto:

PAt

RICK

VER

toM

MEN

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 3

stan

dp

unt.

ferre wyckmans

algemeen secretaris

Voortgaand op de patronale klaag-zangen allerhande, die met een onge-ziene gretigheid in de pers breedvoe-rig aandacht krijgen, lijkt het wel of de werknemers niet de slachtoffers maar de veroorzakers van de crisis zijn. Zelfs wanneer werknemers bij een ontslag nog een redelijke opzegvergoeding willen worden ze nog voorgesteld als de haaien van het economisch bestel.

Pieter Timmermans van het VBO beweert dat de – nochtans rechtmatige – eis om de arbeiders eindelijk een degelijke ontslagregeling te geven betekent dat ‘de Belgische industrie wordt kapot gemaakt’. Een wedervraag: ligt het misschien aan de redelijke opzegregeling voor bedienden dat de vooruitzichten voor de industrie weinig floris-sant zijn? Systematisch wordt geïnsinueerd dat de bedienderegelingen onaanvaardbaar gunstig en onhoudbaar zijn.Of het nu over opzegregelingen gaat, over de pensioenen (bedoeld wordt de aanvullende stel-sels), over het gewaarborgd maandloon, over de barema’s en de classificaties, altijd opnieuw is de boodschap hetzelfde. Het ‘te genereuze’ bediende-statuut zal bij een debat over het wegwerken van de discriminaties tussen arbeiders en bedienden moeten sneuvelen. Een merkwaardige logica die daarbij gevolgd wordt.Het Grondwettelijk Hof vond op 7 juli 2011 dat ‘de discriminaties tussen arbeiders en bedienden’ niet langer aanvaardbaar zijn. Bedoeld werd daar-bij dat de arbeiders gediscrimineerd worden ten opzichte van de bedienden. Concreet ging het over de bedroevend slechte opzegtermijn voor een arbeider en het onbegrijpelijke systeem van de carensdag, waardoor een zieke arbeider voor zijn eerste ziektedag geen loon krijgt.Die discriminaties wegwerken betekent de rech-ten van arbeiders verbeteren. Niet de rechten van bedienden elimineren. Een onaanvaardbaar slecht statuut voor alle werknemers is niet wat de vak-bond wil. Het Grondwettelijk Hof is daar evenmin op uit. Enig sociaal fatsoen langs de kant van de werkgevers is dus écht wel op zijn plaats.

rechtvaardige fiscaliteit

Dat het fatsoen op rantsoen staat is ook zonne-klaar in het debat over een rechtvaardige fiscali-teit. In de voorbije weken werd met statistieken

en praktijkvoorbeelden aangetoond dat wie voor zijn brood moet werken ettelijke keren slechter af is dan wie inkomsten haalt uit kapitaal of vermo-gen. Er is niet het geringste bewijs dat die stelling kan onderuit halen. Alle macroanalyses duiden trouwens aan dat er sinds jaren een verschuiving aan de gang is waarbij de inkomsten uit arbeid lager liggen dan die uit kapitaal of vermogen.Het zou dan toch de politieke en sociaalecono-mische logica zelve moeten zijn dat echt alles, maar dan ook alles, in het werk wordt gesteld om die trend te keren? Je moet dus de lasten op arbeid verminderen en de fiscale druk op kapitaal en vermogen verhogen. Om dat te bereiken zijn geen maatregeltjes in de marge nodig maar heuse Maatregelen.

Schuldig verzuim

Europa blijkt het toverwoord om alles bij het oude te laten. Met Europa als alibi wordt er soci-ale afbraak en dumping georganiseerd. Nationaal worden geen fiscale ingrepen gedaan ‘omdat dat alleen maar zin heeft op Europees niveau’. Zo laten onze politieke bestuurders de onrechtvaar-dige fiscale verhoudingen ongemoeid. Dat is regel-recht schuldig verzuim.Ook de huidige federale regering volhardt in de boosheid. De minister van Financiën, Steven Vanackere, verklaarde onlangs dat de regering helemaal niet werkt aan een vermogensbelas-ting en een vermogenskadaster. Mensen met veel kapitaal en grote vermogens kunnen op beide oren blijven slapen.Tegelijkertijd roept iedereen wel dat arbeid veel te zwaar wordt belast. Waarbij wordt voorgehouden dat de werkgevers die belasting op arbeid betalen. Niets is minder waar. De fiscale heffing op inko-men op arbeid wordt betaald door de werknemer, de werkgever houdt die in als bedrijfsvoorheffing en stort het geld door naar de fiscus. Het is wel degelijk de werknemer die belasting op zijn arbeid betaalt.De werkgevers betalen wel vennootschapsbelas-ting, in theorie 33,99 procent en in de praktijk elf procent. Slechts een fractie van de lasten op arbeid. Op kapitaal en vermogens wordt veel min-der of geen belasting betaald. Daar zit het funda-menteel fout.Voor de LBC-NVK en het ACV moet ons belas-tingstelsel ten gronde veranderen. De fiscaliteit moet rechtvaardiger worden. Een strijd die nog niet gewonnen is. Maar de aandacht voor deze gigantische onrechtvaardigheid is duidelijk aan het groeien. Inzet loont.  

Fatsoen staat op rantsoen

je moet de lasten op arbeid

verminderen en de fiscale

druk op kapitaal en vermogen

verhogen.

4 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

Werkloosheidsuitkeringen zakken vanaf 1 november sneller in tijd

Vooral alleenstaanden en gezinshoofden dreigen het heel moeilijk te krijgen

Denis Bouwen

De werkloosheidsuitkeringen zullen per 1 november nog sneller ver-minderen in de tijd dan voordien al het geval was. Het acV is bang dat die maatregel de armoede in ons land nog zal vergroten. “Je moet de werkloosheid aanpakken, niet de werklozen”, zegt karim Dibas van de acV-arbeidsmarktwerking. “als we niet uitkijken, wordt de rVa een rijksdienst voor armen. en dat kan toch niet de bedoeling zijn.”

Volgens Karim heeft de maatregel weinig te maken met de wil om werkzoekenden vlot-ter aan een job te helpen. Het draait vooral om besparen.

“In de oude regeling werden gezinshoofden nog ontzien”, stelt Karim. “Met de nieuwe regels zullen ook gezinshoofden én alleen-staanden uiteindelijk terugvallen op een minimumdop.”Na elke periode van twee tot drie maanden zal de uitkering zakken tot een bepaalde drempel is bereikt. De daling wordt wel afgeremd naarmate je meer jaren aan de slag was.

“Vooral alleenstaanden dreigen meer en meer in de miserie te belanden”, vreest Karim. “Als je een uitkering krijgt van pak-weg 900 euro en een huur van 600 euro moet betalen, hou je amper 300 euro over voor alle andere uitgaven. Met zo weinig centen kan je geen kant meer uit.”Werkzoekenden die het systeem belaze-ren, moeten ook voor het ACV worden aan-gepakt. “Uiteraard moet je het kaf van het koren scheiden. Maar de meeste werkzoe-kenden valt helemaal niets te verwijten. Het gaat niet op om de verantwoordelijkheid

volledig bij de werklozen te leggen. Ook de overheid moet haar deel doen. Net zoals de werkgevers. Maar die laatsten laten het al te vaak schromelijk afweten ondanks alle reto-riek over ‘activering’ en vijftigplussers die langer aan het werk moeten blijven.”Het ACV wil niet dat werknemers en werk-zoekenden tegen elkaar worden uitgespeeld, want een werkzoekende is tenslotte een werknemer die tijdelijk zonder werk zit. De vakbond wil al evenmin dat jongeren en ouderen als elkaars vijanden worden neer-gezet.

“Over werklozen circuleren veel vooroorde-len. Soms gaat het om pertinente leugens die je met harde feiten moet weerleggen. Er zijn nogal wat politici en werkgeversorgani-saties die vooroordelen misbruiken om hun standpunten kracht bij te zetten.”

Activering

Karim wijst erop dat er sinds geruime tijd een ‘activeringsbeleid’ bestaat dat werkzoeken-den flink aanport om een andere job te vin-den. “Wie het spel niet eerlijk speelt, wordt bestraft. De RVA en de VDAB checken zeer zeker of mensen effectief naar werk zoeken. We kennen heel wat situaties van werkzoe-kenden die al diverse keren uitleg moesten geven aan de RVA en waarbij hun zoekacties positief beoordeeld werden. Omdat ze wel degelijk naar werk hadden gezocht.”Tijdens de moeizame aanloop naar een nieuwe federale regering gingen in de poli-tiek stemmen op om de duurtijd van werk-loosheidsuitkeringen te beperken. Na een bepaalde termijn zou de werkloze het dan moeten stellen met een leefloontje van het OCMW. “Zoiets is natuurlijk geen oplossing”, weet Karim. “Je verschuift gewoon het pro-bleem, meer niet.”De hard-liners in de politiek wilden toch

één of andere trofee binnenhalen. En zie-daar het resultaat: de werkloosheidsuitke-ringen worden nog ‘degressiever’ gemaakt. In gewonemensentaal: de werkloosheids-uitkeringen worden nog sneller dan vroe-ger verminderd.In werkgeverskringen was te horen dat werkzoekenden soms een hogere uitkering genieten dan iemand met het minimum-loon. En ook dat Europa erop aandrong om de uitkeringen te reduceren. De vak-bond antwoordt daarop dat het dan zaak is om de minimumlonen op te trekken en niet de uitkeringen naar beneden te halen. En wat Europa aangaat, is het ook zo dat van België juist verwacht wordt dat het de armoede onder de bevolking verkleint en niet vergroot.

Vakbondsverzet

ons recHt: Van meet af aan was het ACV tegen de plannen om de werkloosheidsuitke-ringen te verminderen?karim DiBas: “Uiteraard. Eerst voerden we actie bij parlementsleden met brieven en getuigenissen van werkzoekenden. Zo wil-den we op zijn minst een bijsturing van de plannen afdwingen. We reageerden ook met feiten wanneer er nieuwe proefballonnetjes werden opgelaten. En we voerden actie bij de RVA omdat we bang waren dat die zou verworden tot een Rijksdienst voor Armen. De overheid moet werklozen niet de grond instampen maar hen ondersteunen en bege-leiden naar werk.”

“Onze inspanningen hadden toch effect. Zo zal de verlaging van de werkloosheidsuit-keringen niet worden toegepast op perso-nen die een loopbaan van minimum 20 jaar achter de rug hebben, 55 jaar zijn of een arbeidsongeschiktheid van minstens 33 procent hebben.”

© f

oto:

dan

iël

rys

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 5

SOCIAAl

ons recHt: In de volksmond is al snel sprake van ‘werklozen die zich in hun situatie schikken en het systeem uitmelken’. De werkelijkheid is veel genuanceerder natuurlijk.karim: “Ook onder leden van de vakbond zijn er vooroordelen over werklozen. Maar die vooroordelen smelten vaak als sneeuw voor de zon als mensen zelf hun werk verlie-zen en bij sollicitaties altijd opnieuw worden afgewezen. Er zijn zeker misbruiken maar langdurig werklozen zijn lang niet allemaal profiteurs. Alleen al in Vlaanderen zijn er elke maand 32.000 werklozen die opnieuw werk vinden. Er is veel in- en uitstroom in de werkloosheid. Mensen die uitzendwerk doen zijn uiteraard af en toe werkloos. De VDAB blijkt 87 procent van haar vacatures te kunnen invullen, wat toch wijst op een grote werkwilligheid.”

Oudere werkzoekenden

ons recHt: Sommige groepen hebben het extra moeilijk?karim: “Kijk bijvoorbeeld naar oudere werk-zoekenden. De VDAB signaleert in haar eigen jaarrapport dat er bij werkgevers ‘torenhoge vooroordelen’ bestaan over vijf-tigplussers. Als vijftigplusser heb je amper drie kansen op honderd om een job te vin-den. Werkgevers moeten zeker niet beweren dat vijftigplussers veel te duur zijn. Er zijn diverse subsidies voor werkgevers om werk-zoekenden uit die categorie aan te werven. Maar dat haalt allemaal weinig of niets uit.”

“Er zijn nog andere groepen die het erg zwaar hebben. Werkzoekende allochtonen zijn ook vaak het slachtoffer van vooroordelen. En jongeren hebben dikwijls ‘niet genoeg erva-ring’. Het is altijd wel iets.”

ons recHt: De term ‘activeren’ is sinds een aantal jaar erg populair bij onze politici?karim: “Je moet werklozen op hun verant-woordelijkheid wijzen maar ook uitgaan van hun talenten en mogelijkheden. Ze alleen maar opjagen leidt nergens toe. Als vakbond kanten wij ons tegen een verhaal van ‘eigen schuld, dikke bult’ dat alle ver-antwoordelijkheid bij de werkzoekenden legt. Natuurlijk hebben werkzoekenden een eigen verantwoordelijkheid maar die mag ook niet worden overdreven. Er is al con-trole op misbruiken. En de overheid moet alternatieven zoeken om mensen te steu-nen en te begeleiden naar gepast kwalita-tief werk.”

“Bij de werkgevers zien we al bij al maar wei-nig vooruitgang, al zijn er ook die wel hun best doen. Hoe vaak gebeurt het niet dat mensen na 40 of 50 keer solliciteren nau-welijks of geen antwoord krijgen? Aan de mentaliteit van een deel van de werkgevers moet nog veel veranderen. Essentieel is het inzicht dat er een gedeelde verantwoorde-lijkheid is.”

ons recHt: Hoe gaat dit verhaal nu verder?karim: “Het ACV zit zeker niet stil. Om te beginnen blijven we aandringen op nieuwe bijsturingen. Verder zullen we de werkzoe-kenden over de nieuwe regels voorlichten via onze dienstencentra en informatiemo-menten. Als ACV zullen we er ook op toezien dat de begeleidingsdiensten VDAB en Actiris en andere spelers nog meer moeite doen om werkzoekenden naar volwaardig werk te begeleiden en waar nodig bij te scholen.”  

Geen simpele slogans graageen uitzendbureau pakte in het

najaar van 2011 uit met een enquête

waaruit moest blijken dat bijna de

helft van de belgen de werkloos-

heidsuitkeringen ‘te hoog’ vond.

tachtig procent was van mening dat

mensen een lagere uitkering moes-

ten krijgen naarmate ze langer zon-

der werk zaten. Maar je lost de pro-

blemen van de arbeidsmarkt niet op

met simpele slogans, beklemtoont

het aCV.

“de uitkeringen zijn helemaal niet

riant”, zegt karim dibas. “Voor een

langdurig werkloos gezinshoofd –

dus zonder enig ander inkomen in

het gezin – zal de uitkering zakken

richting 1.090 euro per maand. dat

is 31 procent onder de europese

armoedenorm. en voor een alleen-

staande valt het bedrag uiteindelijk

terug tot 916 euro. twaalf procent

onder de europese armoedenorm.”

In november vorig jaar voerde het

aCV actie bij de rVa in brussel. door

de werkloosheidsuitkeringen te ver-

lagen zal je het zwart werk alleen

maar aanzwengelen of mensen naar

het oCMW jagen, klonk het toen

waarschuwend.

bij de actie werden onder meer de

ervaringen van thomas janssens

in de verf gezet. thomas (48) werd

werkloos door een reorganisatie bij

de textielgroep domo. drie jaar later

en honderden sollicitatiebrieven later

zit hij nog altijd zonder job. Het lukte

thomas om af en toe een interimjob

te doen. een vast contract vinden zat

er niet in.

“op veel sollicitaties krijg ik nooit ant-

woord”, getuigt thomas. “Ik krijg wel

vaak te horen dat mijn profiel niet

past. of ik als oudere werknemer te

duur ben? Ze hebben me nog nooit

gevraagd hoeveel ik wil verdienen. er

is gewoon een heel negatieve beeld-

vorming rond oudere werkzoeken-

den.”

thomas voelt zich nu een stuk meu-

bilair. Hij vindt het misdadig dat de

uitkeringen zakken. “Ik heb nooit om

deze situatie gevraagd. dit kan ieder-

een overkomen.”

6 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

OVERlEG

Vakbond wil een IPA en neemt wél zijn verantwoordelijkheid

uitspraken werkgevers komen neer op oorlogsverklaring

ferre wyckmans

Het drieletterwoord iPa zal in de komende maanden niet uit de lucht zijn. iPa staat voor ‘inter-professioneel akkoord’. Het is een akkoord tussen de vakbonden en de nationale werkgeversorganisa-ties. Daarin wordt geprobeerd om afspraken te maken voor alle werk-gevers en alle werknemers uit de privésector, los van de sector of het bedrijf of de instelling. als lBc-nVk zijn we vragende partij voor zo’n iPa omdat die manier van wer-ken een solidaire methode is die vooral aan de zwakke groepen van werknemers algemeen geldende minimumvoorzieningen garandeert.

De besprekingen over een nieuw inter-professioneel akkoord zijn nog niet bezig of het ziet er al bij voorbaat erg, om niet te zeggen extreem moeilijk, uit. Werkgeversverenigingen verdringen elkaar voor camera’s en microfoons om te verkon-digen dat iedereen – lees natuurlijk de werk-nemers – gematigd moet zijn, dat de vak-bonden verantwoordelijkheid moeten tonen, dat er geen heilige huisjes kunnen overeind blijven en dat er een sereen overleg moet plaatsvinden.

Heilig huisje

Tegelijkertijd springen de werkgevers kwis-tig om met oude en nieuwe voorstellen waar-bij één heilig huisje als een kathedraal moet overeind blijven: de bedrijven hebben niet de minste eurocent om wat dan ook te hand-haven, laat staan om nieuwe afspraken te maken. De index voor werknemers en soci-aal verzekerden moet worden afgeschaft, van enige loonsverhoging kan er geen sprake zijn, de belastingen voor bedrijven moeten naar omlaag, overuren moeten goedkoper worden en, als klap op de vuurpijl, we moe-ten allemaal opnieuw 40 uur per week wer-ken. Minstens twee uur langer dan nu. En we moeten dat vooral gratis doen. Met permissie, maar zoiets kan je zeker geen aanzet tot een debat noemen, laat staan tot een sereen debat. Wel integendeel. Eigenlijk is dit een regelrechte oorlogsverklaring. Pieter Timmermans van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en KMO-baas Karel Van Eetvelt (Unizo) hebben met hun verklaringen en voorzetten voor het

nieuwe IPA meteen blijk gegeven van een immens groot gebrek aan verantwoordelijk-heidsgevoel. Hun straffe uitspraken vallen nog enigszins te snappen omdat ze nu een-maal bij de eigen of andermans achterban wat witte voetjes moeten zien te halen. Maar geen van beide heren moet in de komende maanden nog de woorden ‘redelijk’ of ‘ver-antwoordelijkheid’ in de mond nemen.

redelijke bonden

Stelden de vakbonden zich ondertussen onredelijk op? Zijn hun voorstellen zo onaanvaardbaar dat ze het niet verdienen om te worden besproken? Beste lezer(es), oordeel zelf. Op 11 september gaf het ACV resoluut aan waarover het komende IPA-overleg zou moeten gaan.1. De index moet blijven. Het gaat niet om

een nieuwe eis of een nieuwe verworven-heid. De index garandeert dat de koop-kracht van de mensen beschermd wordt. Het systeem is goed voor burgers én voor bedrijven. Mensen met genoeg koop-kracht kunnen genoeg uitgeven zodat de producten en diensten die bedrijven leve-ren kunnen worden gekocht. Het adagium van de economie zelf.

2. De wet op de loonnorm uit 1996 zegt dat de sociale partners moeten overleggen over zo’n loonnorm. Die loonnorm is dan ‘indicatief’. Er zijn nu eenmaal sectoren en bedrijven die heel goede resultaten boe-ken. Mogen de werknemers daar ook een deel van krijgen?

3. In de loonnormwet staat dat de andere inkomenstrekkers – andere dan werkne-mers – ook een normering van inkomens-groei moeten kennen. Sinds 1996 is dat luik van de wet nog nooit toegepast. De wet is de wet, maar dan wel graag voor iedereen.

4. In de regeringsverklaring staat een voor-stel om de minimumbrutolonen te ver-hogen. Dat luik willen we dan ook graag besproken en uitgevoerd zien.

5. De welvaartsvastheid van de sociale uit-keringen is ook bij wet voorzien. Kan die wet dan ook aub worden uitgevoerd?

6. De werkgevers én de overheid pleiten voor een aanvullende pensioenpijler of ‘tweede pijler’. In veel sectoren en ondernemin-gen zijn daar al afspraken over. Wij willen inderdaad meer solidaire afspraken, maar willen voor alles dat het wettelijk pensi-oen, dat zelfs bij een volledige loopbaan in België erg laag is, wordt opgetrokken.

7. Innoveren en werknemers opleiden en

bijscholen. De vakbond is daar beslist niet tegen. Maar dan wel graag afspraken over een algemeen recht op vorming en opleiding en niet nog eens doelstellingen afspreken die jaar na jaar niet worden gehaald.

8. Tewerkstellingsmaatregelen, onder meer via kortingen allerhande. In orde, maar dan ook maatregelen die garanties bie-den voor het behoud van jobs of de groei van de tewerkstelling. Kortingen die dat niet garanderen zijn gewoon inefficiënt en duur.

9. De kosten van de woon-werkverplaatsing zijn momenteel redelijk goed geregeld. Maar er zijn ontegensprekelijk verbete-ringen aan te brengen, bijvoorbeeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren.

10. De regels over specifieke brugpensioen-stelsels moeten worden verlengd.

Heeft u het lijstje goed overlopen? Is er ook maar iemand die nog durft te beweren dat de vakbond onredelijk en onverantwoord bezig is?  

Tewerkstellingsmaatregelen zijn prima. Maar ze moeten wel het behoud van jobs of een groei van de tewerkstelling garanderen.

© f

oto:

iMag

Eglo

bE

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 7

ECONOMIE

‘Competitiviteit’ gaat lang niet alleen over loonkosten

Plaatje van werkgevers is al flink grijs gedraaid

frans geerts

‘Belgen erg negatief over eigen land’, kopte de krant De standaard op 6 september. Voor wie niet verder leest het zoveelste bewijs dat het in België ‘erg slecht gaat’. wie toch de euvele moed heeft om even verder te lezen komt te weten dat België een sterke repu-tatie heeft in het buitenland, maar dat de Belgen zelf de reputatie van hun land veel slechter inschat-ten dan de inwoners van de g8, de groep van vooraanstaande indus-trielanden. Het is dus lang niet zo erg als de titel deed vermoeden.

Moeten we dit de brave Belg kwalijk nemen? Dat het slecht, zelfs heel slecht gaat met ons land werd er de voorbije jaren met de regelmaat van de klok ingehamerd door kritiekloze opiniemakers, die elke gele-genheid aangrepen om ons nog maar eens onder te dompelen in het ‘neoliberale bad’. Wie een andere mening heeft, wordt afge-daan als populist of gewoon dood gezwe-gen. Tegenwoordig lijkt het zelfs taboe om

diverse ‘studies’ en ‘onderzoeken’ op hun waarheidsgehalte te onderzoeken of andere meningen uit te spreken.Altijd opnieuw gaat het over onze concur-rentiepositie en de competitiviteit. En altijd opnieuw wordt ons voorgehouden dat de loonkosten te hoog zijn, dat de arbeids-markt te weinig flexibel is en dat er te veel belastingen worden betaald.

Genoeg flexibiliteit

Te weinig flexibiliteit? In een land met een systeem van technische en economi-sche werkloosheid voor alle werknemers, twee- en meerploegenstelsels, nachtarbeid, weekendarbeid, uitzendwerk, deeltijdse contracten, contracten van bepaalde duur, gesplitste uurroosters, overuren, volcon-tinu-arbeid? Hoe kan een verstandig mens dan nog volhouden dat er hier, in vergelij-king met andere ontwikkelde landen, niet genoeg flexibiliteit bestaat?Hoge belastingen? Voor ondernemingen? Als je het officiële tarief van de vennoot-schapsbelasting 33,9 procent neemt, lijkt dat misschien zo. Maar de werkelijke belas-tingdruk voor bedrijven bedraagt gemid-deld 10,3 procent. De honderd grootste

ondernemingen betalen gemiddeld nog minder. Niet voor niets staat België aan-geschreven als een belastingparadijs voor ondernemingen en vermogenden.

“Een goede infrastructuur is van funda-menteel belang voor toekomstige groei en concurrentiekracht”, verklaarde professor Leo Sleuwaegen (KU Leuven) in het econo-misch weekblad Trends. “Van de overheid, die altijd eerst bespaart op investeringen in bakstenen, moeten we niet veel heil ver-wachten”, lezen we verder. Maar koken kost geld. Als de overheid wil investeren, dan heeft ze geld nodig. Dus moeten er belas-tingen worden betaald, ook door vennoot-schappen en vermogenden. Zelfs de werkge-vers erkennen dat de belastingdruk op lonen in België al bij de hoogste van Europa is.Als de overheid de competitiviteit moet opkrikken, dan moet ze kunnen investeren en onderzoek en opleiding ondersteunen. Ook dat gaat alleen als de overheid genoeg middelen heeft.

mensen niet voorliegen

“Competitiviteit, meer dan loonkosten”, rea-geerden professor Paul Degrauwe (London School of Economics) en ex-Nationale Bank-gouverneur Fons Verplaetse in de pers. Verplaetse stelde het nog krasser: “Als je de lonen naar voor schuift als de oplossing om onze concurrentiekracht te herstellen, dan lieg je de publieke opinie eigenlijk voor.” Verplaetse en andere economisten zien het verlies van marktaandeel voor onze uitvoer als het grote probleem. België exporteert te weinig naar de grote groeilanden en brengt te simpele producten op de markt. We voe-ren veel minder hightechproducten uit dan onze buurlanden. Uit recente cijfers van de Nationale Bank blijkt dat we met onze export marktaandeel blijven verliezen. “Te simpele producten en te weinig uitvoer naar groei-markten”, zegt ook de Nationale Bank. Hoog tijd dat de werkgevers al hun energie richten op meer uitvoer naar groeimarkten en een ombouw van onze economie naar meer high-techproducten die we kunnen exporteren.De vakbonden kunnen niet anders dan de klemtoon te leggen op innovatie, high-techinvesteringen, toekomstgerichte pro-ducten en een eerlijke spreiding en strikte inning van de belastingen. Die piste zal op lange termijn meer dan waarschijnlijk een grotere welvaart brengen. Het alterna-tief is inleveren, wat zal leiden tot grotere armoede en slechtere sociale voorzienin-gen.  

8 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

iVo Verreyt

werknemers die cursussen vol-gen in het kader van een beroeps-opleiding of een algemene vor-ming kunnen sinds september 1985 met behoud van hun nor-male loon afwezig blijven op hun werk. in de loop der jaren werd het recht op ‘betaald edu-catief verlof’ regelmatig aange-past. ons recht geeft een bondig overzicht van de huidige regels.

Wie komt voor betaald educatief verlof in aanmerking? Alle werknemers uit de privésector die, ongeacht hun leeftijd, voltijds werken en een algemene of beroepsopleiding volgen, komen in aanmerking voor betaald edu-catief verlof. Wie diverse deeltijdse banen combineert (eventueel bij diverse werkge-vers) en zo voltijds werkt, komt eveneens in aanmerking. Het volstaat dat de werknemer voltijds werkt. Er wordt ook geen onder-scheid gemaakt tussen overeenkomsten van onbepaalde of bepaalde duur. Werknemers uit de openbare sector, onderwijzend perso-neel, leerlingen met een leerovereenkomst enzovoort zijn uitgesloten.

Hebben deeltijdse werknemers recht op betaald educatief verlof?Deeltijdse werknemers kunnen alleen onder bepaalde voorwaarden gebruik maken van het recht op betaald educatief verlof en dan nog in verhouding tot de ‘breuk van hun tewerkstelling’. Alleen de volgende deel-tijdse werknemers hebben er recht op:

- werknemers die minstens vier vijfde wer-ken en die een algemene of een beroeps-opleiding volgen;

- werknemers die minder dan vier vijfde deeltijds werken met een variabel werk-rooster en een algemene of een beroeps-opleiding volgen;

- werknemers die minstens halftijds wer-ken met een vast werkrooster en die tij-dens de werkuren een beroepsopleiding volgen.

Welke opleidingen geven recht op betaald educatief verlof?Alleen opleidingen die minstens 32 uur per schooljaar duren en die door de wet zijn opgesomd of door een paritair samenge-stelde Erkenningscommissie erkend wor-den komen in aanmerking. Er wordt verder een onderscheid gemaakt tussen cursussen in het kader van een beroepsopleiding en algemene vorming. Cursussen voor beroepsopleiding worden in de wetgeving nauwkeurig omschreven. Het gaat hier vooral om bepaalde opleidingen

in het onderwijs voor sociale promotie, cur-sussen in avond- of weekendonderwijs in het hoger niet-universitair of universitair onderwijs, het kunstonderwijs, sommige middenstandsvormingen, opleidingen die door paritaire comités in bedrijfstak-ken georganiseerd worden of door de Erkenningscommissie als dusdanig erkende opleidingen.Algemene opleidingen zijn cursussen die georganiseerd worden door de erkende vakbewegingen, jeugd- en volwassenenor-ganisaties en instellingen voor werknemers-vorming opgericht door de vakbonden of cursussen die als dusdanig erkend worden door de Erkenningscommissie.

Hoeveel uren betaald educatief verlof kan je voor een opleiding nemen?De voltijdse werknemer die een opleiding volgt, heeft recht op een aantal uren verlof gelijk aan het aantal uren dat hij de lessen effectief heeft gevolgd, met een maximum aantal dat afhangt van het soort opleiding

Werknemers uit privésector hebben recht op educatief verlof

regels en voorwaarden in een notendop

© f

oto:

dan

iël

rys

Soort opleiding Basisregeling Tijdens werkuren (Buiten werkuren)

beroepsopleiding 100 120

algemene opleiding 80

taalcursussen 80

beroepsopleiding + algemene opleiding 100 120

beroepsopleiding + taalcursus 100

bachelor of masteropleiding 120

knelpuntberoepen 180

Secundair onderwijs 180

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 9

SERVICE

en van het feit of die al dan niet tijdens de werkuren gevolgd wordt. Nieuw sinds 1 sep-tember 2012 is dat er voor opleidingen die leiden naar een knelpuntberoep of naar een diploma van secundair onderwijs extra ver-lofuren voorzien worden. Een overzichtje vind je in de tabel op p. 8.

Hoe moet het educatief verlof worden gepland?Het betaald educatief verlof is een gewaar-borgd recht dat aan de werknemer moet worden toegekend. Nochtans bestaan er enkele regels over het nemen en de plan-ning van het verlof. Het betaald educatief verlof voor opleidingen die per schooljaar zijn georganiseerd, moet worden genomen tussen het begin van het schooljaar en het einde van de eerste examenzittijd van elk

schooljaar. Bij een tweede zittijd wordt die periode verlengd tot het einde daarvan, op voorwaarde dat de werknemer effec-tief deelneemt aan de examens. Het verlof voor opleidingen die niet per schooljaar zijn georganiseerd, moet worden genomen tus-sen het begin en het einde van die oplei-dingen.Wanneer het educatief verlof op willekeu-rige wijze wordt genomen, kan dat nadelige gevolgen hebben voor de arbeidsorganisa-tie in het bedrijf. Een goede werking van de onderneming vereist een planning van het verlof, zowel individueel als collectief.De collectieve planning van het educatief verlof wordt opgesteld door de onderne-mingsraad. Voor ondernemingen zon-der ondernemingsraad wordt de planning gemaakt in overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging. Ontbreekt ook een vakbondsafvaardiging, dan stelt de werkgever de planning op in overleg met de werknemers.Bij de planning van het verlof moet worden rekening gehouden met de vereisten inzake de arbeidsorganisatie in de onderneming en de belangen en specifieke situatie van elke werknemer. Om daaraan zoveel mogelijk te beantwoorden, worden in de wetgeving regels geformuleerd die variëren naargelang de grootte van de onderneming.De collectieve planning vormt het kader waarbinnen de verschillende aanvragen tot educatief verlof worden behandeld. De collectieve planning heeft voorrang op de

individuele planning. Rekening houdend met die collectieve planning, moet er wor-den van uitgegaan dat het de werknemer is die beslist hoe hij zijn educatief verlof wil opnemen: bijwonen van lessen, examens voorbereiden of afleggen, werkcolleges bij-wonen enzovoort.Van de collectieve planning kan ook worden afgeweken als er onvoorziene omstandig-heden of omstandigheden van dwingende aard zijn.

Welke formaliteiten moeten worden vervuld?De werknemer die educatief verlof wil nemen, moet zijn werkgever op de hoogte brengen door het inschrijvingsbewijs te bezorgen dat afgeleverd wordt door de school of de organisatie waar hij de oplei-ding volgt. Het attest moet normaal ten laatste op 31 oktober van elk schooljaar worden inge-diend. Bij een laattijdige inschrijving of een opleiding die later begint moet het attest binnen de vijftien dagen na de inschrijving worden bezorgd. Het aantal verlofuren wordt bij laattijdige inschrijving wel verhou-dingsgewijs verminderd. De werknemer zal bovendien ook attesten moeten voorleggen aan de werkgever waaruit blijkt dat hij de lessen regelmatig volgt. Zo’n attest moet driemaandelijks worden ingediend.

Kan je het recht op betaald educatief verlof verliezen?De werknemer kan in bepaalde situaties zijn recht verliezen:- gedurende zes maanden als hij gedurende

meer dan tien procent van de lestijd onge-rechtvaardigd afwezig bleef;

- gedurende twaalf maanden als hij tijdens het betaald educatief verlof een winstge-vende bezigheid als zelfstandige of loon-trekkende uitoefende;

- voor dezelfde cursus of hetzelfde cursus-jaar als hij voor de tweede keer niet slaagt (tenzij door omstandigheden buiten zijn wil);

- vanaf het moment dat hij aan zijn werk-gever meldt dat hij zijn opleiding onder-breekt of opgeeft. Deze kennisgeving moet binnen de vijf dagen gebeuren.

Op welk loon heb je recht bij betaald educatief verlof?Wanneer een werknemer betaald educatief verlof neemt, moet de werkgever zijn loon doorbetalen, weliswaar tot de loongrens die ieder jaar tegen september opnieuw bepaald wordt. Voor het schooljaar 2012-2013 (dus sinds 1 september 2012) blijft die loongrens 2.653 euro. De werkgevers kunnen het door hen betaalde loon en de daarop betrekking hebbende sociale bijdragen terugvorderen van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Alleen de werkelijk opgenomen uren worden terugbetaald.Een werknemer die betaald educatief ver-lof opneemt, is beschermd tegen ontslag door de werkgever, tenzij die kan aanto-nen dat de redenen voor het ontslag niets te maken hebben met het educatief verlof. De beschermingsperiode begint op de dag waarop het inschrijvingsbewijs aan de werk-gever werd overhandigd en eindigt bij het einde van de vormingscyclus. Bij overtre-ding van het ontslagverbod moet een bijko-mende schadevergoeding van drie maanden loon worden betaald.  

een goede werking van de onderneming vereist een planning van het verlof, zowel individueel als collectief.

10 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

FINANCIëN

hervorming banksector opnieuw op politieke agenda

Vraag naar scheiding tussen zaken- en depositobanken

stefaan Decock

“Zakenbanken en depositobanken moeten worden gescheiden van elkaar.” Dat is zowat het speer-punt van de debatten geworden op het hoogste politieke niveau wanneer het gaat over de hervor-ming van de banksector. De posi-tie van het personeel lijkt daar-bij zelden van tel te zijn. maar de lBc-nVk wil als vakbond uiter-aard ook dat de belangen van de werknemers worden beschermd.

Er mag geen twijfel over bestaan dat de her-vorming van de financiële sector in de eer-ste plaats moet dienen om de burgers en hun zuurverdiende spaarcenten te bescher-men. Maar de werkzekerheid van het perso-neel mag evenmin nog te grabbel worden gegooid. Veiligheid voor iedereen moet dus voorop staan. Dat is de kern van het debat.De financiële sector zal nooit zichzelf her-vormen als ze zich daarmee te veel beper-kingen oplegt. Het is aan de politiek om het heft in handen te nemen en orde op zaken te stellen. Maar politici moeten dan wel geen halfslachtig werk leveren. Ze moeten dus ook minstens rekening houden met de belangen van de werknemers.Moet er nu een scheiding komen tussen zaken- en depositobanken? Als zo’n split-sing de beste weg is, moet er maar in die zin worden beslist. Wel op voorwaarde dat er flankerende maatregelen komen die het personeel beschermen.

Veel versnippering

Het financiële landschap is sinds jaar en dag erg versnipperd. Als werknemer kan je in wel zeven verschillende sectoren terechtko-men, telkens met andere loon- en arbeids-voorwaarden. Al jarenlang doen de werkge-vers hun zin en parkeren ze personeel waar het hun goed uitkomt. Ze weigeren op soci-aal vlak een grondige hertekening te maken. De werkgevers bepalen zelf of ze al dan niet tot de banksector willen behoren. En ze bepalen ook wat wel of geen bankactivi-teit is. Als de wet al iets dicteert, hebben ze doorgaans stevig mee de pen vastgehouden.Nu is er dus een allegaartje. Onoverzichtelijk, totaal willekeurig en allerminst rechtvaardig. Gaat het om een financieel contactcenter? Een beursactiviteit? Betalingsverkeer? De ontwikkeling en distributie van financiële

producten? Het beheer van rekeningen? Iedere financiële instelling beslist of dit nu wel of niet onder de noemer ‘bank’ valt. Sociale inspecties hebben daar geen snars over te vertellen.

Werkgevers weigeren

De vakbonden zetten al herhaaldelijk in hun eisenprogramma’s dat er een nieuwe ‘bevoegdheidsomschrijving’ moet komen. Maar de werkgeversvereniging Febelfin wei-gert de sector te hertekenen. Waarom? Dat is wel duidelijk. ‘Vrijheid, blijheid’, is het motto van de werkgevers. Zij zien de werk-nemers liever versnipperd en hebben graag ongebreidelde mogelijkheden om sociale dumping te organiseren.

Willen we transparantie en een betere con-trole, ook vanuit werknemershoek? Dan moet de politiek willen werk maken van een eenduidige, transparante financiële sector die niet alleen door toezichthouders maar ook door de werknemers kan worden gecon-troleerd. Als de financiële activiteiten voort worden opgesplitst, moet de bescherming van de werknemers ook worden geregeld.Maar de hervorming van de financiële sector gaat wel verder dan de discussie over het al dan niet splitsen in zakenbanken en depo-sitobanken. Er staat veel meer op het spel.Als de sector veiliger moet worden, moeten er strengere eisen worden gesteld aan het eigen vermogen van financiële instellingen. Dat is onvermijdelijk. Het moet wel gaande-weg worden opgebouwd.

eigen middelen

Het moet worden uitgesloten dat banken of financiële instellingen met een kapitaal van honderd miljoen euro hun balanstota-len opkloppen tot enkele miljarden. Er zijn hierrond al stappen gezet maar het blijft veel te weinig. Dat je zoiets niet brutaal kan aanpakken, beseft iedereen. De eisen op het gebied van eigen vermogen moeten syste-matisch worden opgedreven. Essentieel om de bevolking, de overheidsfinanciën en het personeel in bescherming te nemen.Ook erg belangrijk is dat het toezicht op internationale financiële spelers suprana-tionaal wordt gecentraliseerd, om te begin-nen in Europa, bij de Europese Centrale Bank. Nationale en internationale toe-zichthouders moeten de middelen krijgen om genoeg gekwalificeerde mensen aan te werven die de macht van grote kapitaalgroe-pen in toom kunnen houden.Zowel de nationale als internationale (Europese) wetgeving moet worden aange-past zodat werknemersafgevaardigden via de ondernemingsraden vanuit deze toe-zichthouders dezelfde informatie krijgen als hun werkgevers. Op die manier zijn ze een eerste buffer en helpen ze het eigen bedrijf, de jobs en de samenleving te beschermen.Of personeelsleden bij een depositobank of een zakenbank werken, maakt voor ons weinig uit. Zolang ze maar dezelfde bescher-ming genieten.We hebben nog geen enkele politicus horen zeggen dat flankerende maatregelen nodig zijn om te vermijden dat het personeel straks verdeeld wordt in witte en zwarte schapen. De LBC-NVK klopt daarom nu al graag op die nagel.  

De hervorming van de financiële sector moet de burgers en hun zuurverdiende spaarcenten beter beschermen. Maar de werkzekerheid van het personeel is ook van groot belang.

© f

oto:

dan

iël

rys

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 11

DIStRIBUtIE

Keten Casa bedenkt personeel met ‘kliklijn’

gezellige winkels maar duistere omgang met werknemers

lieVeke norga

Pannenlappen, theelichtjes, rieten manden: gezelligheid troef voor wie gaat shoppen bij de casa. maar het personeelsbeleid van de keten straalt heel wat minder gezellig-heid uit. ook al doen de werkne-mersvertegenwoordigers daar ver-woede pogingen om het tij te keren.

Casa werd geconfronteerd met een aantal kassaverschillen en raadsels in de boekhou-ding. De directie vond er niets beter op dan de werknemers aan te moedigen om elkaar nauwgezet in het oog te houden. Twijfelt een werknemer aan de goede bedoelingen van een collega? Ziet hij iets wat verdacht lijkt? Vermoedt hij dat een verkoopster haar tante wel eens een al te vette korting kan gunnen bij de aankoop van een fraaie vaas? Geen probleem: er is nu een speciaal gsm-nummer om zoiets te melden. Een kliklijn dus.

Slecht voor werksfeer

Je werknemers stimuleren om elkaar te con-troleren en te spioneren zou wel eens slecht kunnen zijn voor de werksfeer en de goede werking van een team in een winkel. Maar daar hebben ze bij de werkgever nog niet bij stilgestaan.Casa is een grote en bekende onderneming. Anno 2012 mag je in zo’n bedrijf toch een enigszins professioneel personeelsbeleid verwachten. Bij de internationale keten wer-ken zowat 800 mensen. In tal van Vlaamse winkelstraten vind je wel een Casa. Maar van het welzijn van de mensen op de werk-vloer ligt het bedrijf blijkbaar niet wakker. Klanten voelen zoiets feilloos aan wanneer ze in een zaak binnenwandelen. Maar ook dat wil de directie liever niet weten.Voor een moderne vakbond als de LBC-NVK is het welzijn op het werk een heel belang-rijke kwestie. In een sector als de distribu-tie, waar niet zo riant wordt vergoed, is het uiteraard sinds lang een prioriteit om de lonen te verbeteren. Maar naast het loon zijn er nog veel andere factoren die bepalen of je job een lust of een last is. Zijn de werk- omstandigheden aangenaam en stimule-rend, dan maakt dat een heel verschil voor werknemers.

Oog voor welzijn

De LBC-NVK moedigt zijn vakbondsmili-tanten dan ook aan om oog te hebben voor

alles wat de werkomstandigheden kan ver-beteren. Of verslechteren. Bij het sociaal overleg vraagt de vakbond aandacht voor punten die het welzijn van werknemers bevorderen. Dat gaat niet alleen over vei-ligheid of lichamelijke gezondheid. Als een directie bepaalde keuzes maakt, kan ze het psychisch en psychosociaal welbevinden op het werk bevorderen of juist ondermijnen.Vakbondsafgevaardigden kunnen een ver-schil maken door te overtuigen en argumen-teren. Zeker in bedrijven waar werknemers uitdrukkelijk het vakbondswerk steunen door zich consequent bij de vakbond aan te sluiten. Zonder wettelijke stok achter de deur legt een directie het advies van een personeelsvertegenwoordiging soms zonder boe of bah naast zich neer. Dat gebeurde ook bij Casa, waar via het sociaal over-leg intensief werd geprobeerd om de per-soneelsnota over de kliklijn weer te laten intrekken.

Door niet te luisteren naar de vertegenwoor-digers van het personeel snijdt Casa in eigen vlees. In de pers was er heel wat aandacht voor de kliklijn. Zo namen het ongenoegen en de frustraties onder het personeel nog toe. De werknemers worden eventjes neer-gezet als ‘dieven’ en ‘onbetrouwbare lumme-laars’. Een teken van waardering voor hun dagelijkse inzet en klantvriendelijkheid kan je dat moeilijk noemen.

Alternatieven

Nochtans zijn er alternatieven om het aan-tal misbruiken en uitzonderlijke gevallen van diefstal of fraude zoveel mogelijk te beperken. Zo zijn er handelszaken die came-ratoezicht invoeren na erg grondig overleg met het personeel. Camera’s kunnen het veiligheidsgevoel vergroten voor werkne-mers. Heel wat verkopers en verkoopsters worden geconfronteerd met agressieve klan-ten, niet ideaal om ontspannen je werk te kunnen doen.De directie van Casa moet tot bezinning komen en de beruchte kliklijn snel terug-sturen naar het rijk van de malle ideeën. Met de nodige vindingrijkheid mag het geen probleem zijn om een betere oplossing te bedenken.  

Bij een grote keten als Casa mag je toch een enigszins professioneel personeelsbeleid verwachten.

12 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

SERVICE

Interesse voor vakbond groeit bij kaderledenJan De PaePe

met het ‘nationaal Verbond voor kaderpersoneel’ mikt de vakbond lBc-nVk op kader-leden. onder ‘kaderleden’ verstaan we werknemers die hoger opgeleid zijn, zowel jonge starters als meer erva-ren professionals. in een aantal gevallen hebben ze leiding-gevende taken. meestal zijn het werkgevers die, net voor de sociale verkiezingen, hun ‘kaderpersoneel’ benoemen.

De vakbond wil solidariteit tussen àlle werknemers. Hen opdelen in catego-rieën doen we niet graag. De kader-werking van de LBC-NVK wordt dan ook afgestemd op wat we voor andere werknemers doen. Voor kaderleden houden we wel rekening met de speci-fieke jobkenmerken van professionals, hoger opgeleiden en leidinggevenden. In een ver verleden stonden kaderle-den een beetje sceptisch tegenover de vakbond. Maar het tij keerde. In de loop der jaren kregen de traditionele vakbonden almaar meer voet aan de

grond. Het NVK is nu de grootste vak-bond voor kaderleden. De verwachtin-gen zijn hooggespannen en de ambi-ties zijn groot. Heb je waardevolle voorstellen die inspelen op de arbeidsproblemen van moderne hoger opgeleiden, leidingge-venden, professionals en kaderleden? Dan ben je bij ons aan het juiste adres. Welke thema’s keren geregeld terug in de contacten met leden en mili-tanten? Thema’s zoals passie voor de job, leidinggeven, ethische gedrags-codes, inkomen, intellectuele eigen-domsrechten en deelnemen aan het sociaal overleg. Maar de kaderwer-king gaat ook over ‘het nieuwe wer-ken’, diversiteit, arbeidsduur, verant-woordelijkheid & aansprakelijkheid en grensoverschrijdend werken.Veel meer over de kaderwerking lees je op www.nvk.be. In de rubriek ‘Wie zijn wij?’. Het NVK wil veel netwer-ken en de achterban de kans geven om meningen en ervaringen uit te wisselen. Kennissen of collega’s zijn welkom op de activiteiten. Niet-leden zijn ook welkom maar moeten een bijdrage betalen.Wil je graag meer informatie krijgen? Meld je dan aan via www.nvk.be.   

Drie workshops Het nVk plant drie workshops waarin de zorg

voor de eigen loopbaan centraal staat. de work-

shops gaan over burn-out, interviewtechnieken

bij aanwervingen en eerste feedback en leiding

geven.

Interviewtechnieken en feedbackgesprekken

als leidinggevende moet je soms sollicitan-

ten voor je dienst of afdeling interviewen. de

‘juiste’ persoon aanwerven is de kunst en zoiets

voorkomt later veel moeizame gesprekken en

momenten. In de workshop is er ook aandacht

voor andere personeelsgesprekken, zoals de

eerste feedback- en andere opvolgingsgesprek-

ken en functionerings- of evaluatiegesprekken.

Wanneer? op vrijdag 30 november van 10.00u

tot 16.00u in het bondsgebouw van de LbC-

nVk, Sudermanstraat 5, 2000 antwerpen.

Maximaal 22 inschrijvingen. gratis voor LbC-

nVk-leden en 100 euro deelnamegeld voor niet-

leden (inclusief middaglunch). Schrijf vandaag

nog in via www.nvk.be. Inschrijven kan tot 23

november. Vragen? Mail gerust naar [email protected].

Leiding geven kan je leren

Leiding geven, hoe pak je dat aan? een work-

shop op vrijdag 14 december van 13.30u tot

16.30u bij LbC-nVk Mechelen, aCV-gebouw,

onder den toren 5 (zaal 2-3). Maximaal 25

inschrijvingen. gratis voor LbC-nVk-leden en

100 euro deelnamegeld voor niet-leden (inclu-

sief middaglunch). Schrijf vandaag nog in via

www.nvk.be. Inschrijven kan tot 7 december.

Vragen? Mail gerust naar [email protected].

Burn-out

Zowel managers als administratieve krachten

lijken meer en meer met burn-out te worden

geconfronteerd. Loopbaanbegeleiding kan hel-

pen om het probleem de baas te kunnen. op

donderdag 18 oktober 2012 krijg je de nodige

uitleg over burn-out en een passende persoon-

lijkheidstest. bij de LbC-nVk, Sudermanstraat 5,

2000 antwerpen.

Herken je het probleem bij jezelf of in je nabije

omgeving? dan is er een interactieve workshop

op vrijdag 16 november, van 10.00u tot 16.00u

bij de LbC-nVk in gent, Poel 7 (zaal Stillemans).

Maximaal twaalf inschrijvingen. gratis voor LbC-

nVk-leden, 100 euro voor niet-leden. Schrijf

vandaag nog in via www.nvk.be. Vragen? e-mail

gerust naar [email protected]. Inschrijven kan

tot 9 november.

ben je kaderlid maar nog niet als dusdanig

geregistreerd? Signaleer het ons via [email protected]. nVk-leden krijgen het ledenblad kader.

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 13

RUBRIEKSNAAM

Campagne tegen psychosociale risico’s op het werk

De foD werkgelegenheid heeft in september een campagne gelan-ceerd om het grote publiek te doen inzien dat het noodzakelijk is actie te ondernemen tegen ‘psychosoci-ale risico’s’. Het kan gaan om stress of feiten van geweld. of over onge-wenst gedrag op het werk. allemaal elementen die de lichamelijke en geestelijke gezondheid van een werknemer kunnen ondermijnen.

De meeste mensen gaan graag naar het werk, maar sommigen trekken elke dag met veel tegenzin naar de werkplek omdat ze het slachtoffer zijn van psychosociale risico’s, zo verklaarde federaal minister Monica De Coninck (Werk) bij de voorstelling van de campagne. Uit een nationale enquête blijkt dat 28 pro-cent van de werknemers meestal of altijd te maken heeft met stress op het werk. Dertien procent zei recent te zijn gecon-fronteerd met verbaal geweld, terwijl zeven procent moest afrekenen met bedreigingen of vernederend gedrag. In het voorbije jaar kreeg negen procent naar eigen zeggen te maken met intimidatie of pesterijen en drie procent met fysiek geweld. Psychosociale risico’s zijn niet alleen kwalijk

voor de werknemer, maar ook voor de werk-gever en voor de omgeving van het slacht-offer. Ze kunnen bijvoorbeeld resulteren in migraine, slaapstoornissen en depressie voor de betrokkene, terwijl de productiviteit en de kwaliteit van het geleverde werk kun-nen verminderen.De FOD Werkgelegenheid wil het probleem bespreekbaar maken via enkele tv-spotjes, folders en affiches en een website. In 2013 wordt een praktische gids uitgebracht voor onder meer werkgevers en werknemersver-tegenwoordigers. Minister De Coninck heeft ook de ambitie om de antipestwet te ver-ruimen. Zo zou het beter mogelijk moeten worden om bepaalde problemen informeel op te lossen.  

Lees meer op www.voeljegoedophetwerk.be.

14 oktober

In mijn directe en ruimere omgeving sta

ik niet meteen bekend als de man met

de groene vingers. Mijn floradeskundig-

heid is niet baanbrekend. Het is geen

bron van trots, maar ook geen aanleiding

tot depressieve gevoelens. een beetje

intermenselijke vakkundige taakverde-

ling houdt het allemaal in evenwicht, dat

geldt voor het tuingebeuren net zoals

voor zoveel andere aspecten in en van

het leven.

Ik ken het verschil tussen een rododen-

dron en een rozenstruik en heide weet ik

blindelings van geraniums of viooltjes te

onderscheiden. en met graagte zie ik in

het echt en op foto’s parken, tuinen en

alle daarbij horende variaties. diversiteit

is niet alleen in tuinen of serres iets aan-

trekkelijks, lijkt me. Smaken, niet alleen

qua eten, durven nogal eens te verschil-

len en dat is maar goed ook.

Muzikaal ben ik niet eenkennig. bach

weet me absoluut te boeien, maar Van

Morrison beroert me evenzeer. en ik geef

toe – daar gaat mijn ‘street credibility’ -

er zijn videobeelden van andré Hazes die

me ontroeren. Wat voor mij geldt, geldt

– zo durf ik te veronderstellen – voor

velen, zo niet iedereen. We hebben in de

regel wat met ‘anders’, gelukkig willen

en durven we uit het autistische carcan

van steeds hetzelfde en de voorspel-

baarheid te breken. al blijven er remmen.

belgische restaurants in het buitenland,

van barcelona tot new York, draaien

meer op belgen op vakantie dan op

barcelonezen of new Yorkers.

de gemeenteraadsverkiezingen van 14

oktober en wat ik daaromtrent aan pro-

gramma’s en folders zag appelleren aan

dat lokale gevoel. Het is goed dat er

een democratische invulling aan lokaal

beleid wordt gegeven. en verkiezingen

op gemeentelijk niveau dienen daar ook

voor. natuurlijk woon je in een gemeente

of stad en is een behoorlijke beleidsvoe-

ring op dat niveau noodzakelijk.

Maar tegelijkertijd bekruipt me telkens

het gevoel dat het een verenging is van

de leefwereld. dat bezittelijk ‘onze’ komt

er telkens bij te pas: onze gemeente,

onze straten, onze veiligheid, onze sport-

verenigingen, ons cultureel centrum… Ik

heb een rationeel antwoord op dat span-

ningsveld, maar het wringt tegelijkertijd.

Het belet niet dat ik met overtuiging van

mijn stemrecht/-plicht gebruik zal maken

op zondag 14 oktober. benieuwd wat

mijn volgend gemeentebestuur zinnens is

met de gigantische rododendrons in ‘ons’

park. niets over gelezen in de program-

mafolders.

IN DE MARGEwf

14 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

OVER DE GRENzENannick aerts

Sociale onrust in zimbabwe

In Zimbabwe schorste het energiebedrijf ZESA, een staatsonderneming, 135 werk-nemers omdat ze een stakingsaanzegging hadden gedaan. Via de rechtbank werd het bedrijf verplicht om aan alle werknemers een loonsverhoging toe te kennen. ZESA weigert de uitspraak van de rechtbank uit te voeren. Nochtans werken hun werkne-mers tegen een hongerloon. Zelfs met de voorgestelde loonsverhoging van 145 tot 210 euro voor de minstbetaalden zouden ze nog te weinig verdienen. Volgens de Zimbabwaanse consumentenorganisatie heeft een inwoner een inkomen van omgere-kend bijna 400 euro nodig om te overleven. Onder de geschorste werknemers bevindt zich de voorzitster van de vakbond ZEWU, Angeline Chitambo. Zij is erg actief in de mondiale industrievakbond IndustriALL Global Union waar ook de LBC-NVK lid van is. Het management van ZESA wil dat de recht-bank Angeline gedurende één jaar verbiedt om met de media te praten. Op die manier kan ze natuurlijk onmogelijk haar rol als vakbondsvoorzitster uitoefenen. Het bedrijf verwijst naar uitspraken die Angeline zoge-zegd zou hebben gedaan in de pers.IndustriALL ziet redenen genoeg om een solidariteitscampagne te voeren en de baas van ZESA onder druk te zetten. Het bedrijf ondermijnt tal van fundamentele werkne-mersrechten zoals het recht op collectief overleg en de vrijheid van vereniging. ZESA moet dringend het bemiddelingsvoorstel van de rechtbank respecteren en de lonen verhogen. Alle geschorste personeelsleden moeten weer aan de slag mogen gaan.Surf naar www.industriall-union.org en e-mail mee naar de baas van ZESA.

Sociaal pact voor Europa

De vakbonden in Europa zijn ongerust. Er is toenemende ongelijkheid, stijgende armoede en uitsluiting, massale werkloos-heid, een werkonzekerheid die jonge men-sen treft en een groeiende ontgoocheling over het Europese project. De naoorlogse economische en sociale compromissen die tot de Europese Unie hebben geleid, wor-den bedreigd. Daarom staat het Europees Vakverbond (EVV) erop dat fundamentele sociale rechten voorrang hebben op econo-mische vrijheden. We hebben nood aan sociaal stabiele eco-nomieën, een duurzame economische groei en financiële instellingen ten dienste van de reële economie. Het EVV wil dat deze piste wordt uitgewerkt, met een sterke rol voor het Europees Parlement en het

sociaal overleg. Er moet een sociaal pact voor Europa komen. Drie elementen moe-ten deel uitmaken van zo’n pact: collectieve onderhandelingen en sociaal overleg; duur-zame groei en werkgelegenheid; en econo-mische en sociale rechtvaardigheid. De soci-ale partners worden te weinig betrokken bij het Europese economische bestuur en de nationale hervormingsplannen. Nochtans zou dat in de diagnosefase moeten gebeu-ren. Dringende maatregelen zijn nodig om een einde te maken aan de staatsschuldencrisis. De Europese centrale bank heeft hierin een belangrijke rol. Een Europees industrie- en

investeringsbeleid moet rekening houden met economische uitdagingen én ecologi-sche aspecten. Er moet een garantie komen dat alle jongeren in Europa die hun baan verliezen of de school verlaten, binnen de vier maanden een fatsoenlijke baan of pas-sende opleidingskansen krijgen. Tal van maatregelen moeten een duurzame groei en rechtvaardigheid garanderen. Het EVV zal campagne voeren om de eisen bekend te maken en een debat met Europese werkgeversorganisaties, EU-instellingen, nationale regeringen en ondersteunende organisaties op gang te brengen. Meer lezen: www.etuc.org

heel wat doden bij conflict in zuid-Afrika

Bij de mijnen van Lonmin in Zuid-Afrika was er op 17 augustus een grote vak-bondsactie. Onverwachts liep dat uit op een bloedbad toen de politie begon te schieten op de stakers. Daarbij stierven 34 werknemers. De schietpartij kwam er nadat de politie tal van pogingen had ondernomen om de betogers uiteen te drijven met traangas en waterkannonen. Eerder die week waren al tien andere mensen vermoord toen het geweld esca-leerde. De Internationale vakbondsconfederatie IVV riep op tot kalmte en sprak de hoop uit dat de overheid zou onderzoeken wie de verantwoordelijken voor de feiten zijn. Volgens het IVV moeten de Zuid-Afrikaanse vakbonden en het manage-ment opnieuw aan tafel schuiven om te

onderhandelen over betere lonen. De zware spanningen hebben te maken met de verschrikkelijke leefomstandigheden van veel mijnwerkers. Op 18 september bood de Lonmin-directie een premie van 1.500 rand (140 euro) aan de stakende mijnwerkers. Maar de premie werd alleen gegeven als de sta-kers de voorstellen voor loonsverhoging zouden aanvaarden en spoedig het werk zouden hervatten.De overheid wil op een hoger niveau de werkgevers en bonden van de platinasec-tor bijeenbrengen om afspraken te maken over lonen en onderaannemers. Er zijn heel wat loonverschillen voor werkne-mers die hetzelfde werk doen maar voor diverse bedrijven werken. Verder zou een derde van de werknemers via een onder-aannemer werken en zo 60 procent min-der verdienen dan de vaste werknemers.

© f

oto:

iMag

Eglo

bE

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 15

Gezondheidszorg moet hoog op ontwikkelingsagenda

De ngo wereldsolidariteit trok begin septem-ber, samen met zijn bondgenoten, naar de federale minis-ter van ontwikkelings-samenwerking Paul magnette. niet minder dan 73.499 mensen had-den een petitie onderte-kend om gezondheids-zorg opnieuw hoog op de ontwikkelingsagenda te zetten. De minister zette ook zijn handtekening en zo stonden er 73.500 namen in de petitie.

Wereldwijd hebben 2,5 mil-jard mensen geen toegang tot basisgezondheidszorg. En dat kost levens. Elke dag sterven 30.000 kinderen aan ziekten die te voorkomen zijn, zoals

diarree, malaria en mazelen. Wereldsolidariteit ondersteunt organisaties in het Zuiden die werken aan toegang tot gezondheidszorg voor iedereen. Het ACV, CM, Okra, Kazou en Ziekenzorg steunen het werk van Wereldsolidariteit.Volgens Wereldsolidariteit en fos- socialistische solidari-teit moeten de partnerlanden van België ook luisteren naar mutualiteiten en organisaties die mensen verenigen. Enkele jaren geleden besloot België zelf de steun voor de gezondheids-zorg in de DR Congo terug te draaien. Magnette beloofde recent aan de ngo’s om die kwes-tie opnieuw te bekijken met de Congolese overheid. Hij erkende ook dat vakbonden en zieken-fondsen heel belangrijk zijn om een land te ontwikkelen.

www.wereldsolidariteit.be

Meer dan 300 werknemers sterven in fabrieksbrand in Pakistan

meer dan 300 werk-nemers zijn op 11 sep-tember omgekomen bij een allesverwoestende brand in een textielfa-briek in karachi en een schoenfabriek in lahore Pakistan. Pure horror. De mondiale industrie-vakbond industriall is woest over de nalatigheid van de overheidsinstan-ties. er moet dringend een serieus onderzoek komen naar de bran-den. De verantwoorde-lijken moeten worden gestraft. werknemers en hun familie moeten een compensatie krijgen.

De brand bij het textielbedrijf Ali Enterprises doodde meer dan 289 werknemers. Zij stier-ven door verstikking toen ze vastzaten in de kelder. Tal van andere werknemers raakten zwaargewond toen ze van het gebouw afsprongen om in vei-ligheid te komen. Diverse rap-porten geven aan dat veel werk-nemers niet konden ontsnappen aan de brand. Er was geen enkel brandblusapparaat te vinden in het gebouw. Slechts door één

uitgang kon het personeel naar buiten geraken. Trappen en gan-gen stonden vol met half afge-werkte producten. Bovendien was het bedrijf er illegaal omdat ze niet de wettelijke registratie-procedure gerespecteerd hadden. Op de dag van de brand waren 1.000 werknemers aanwezig omdat hun loon werd uitbe-taald. De slachtoffers identifice-ren bleek moeilijk omdat de kel-der onder water gezet werd om de brand te blussen. Bovendien waren velen in dienst van een derde partij, zonder enig con-tract of registratie bij de sociale zekerheid.Bij de schoenfabriek stierven 25 werknemers. Uit voorlopig onderzoek bleek dat daar de brand uitbrak toen een noodge-nerator werd gestart als gevolg van een stroompanne. Vonken van de generator kwamen in contact met chemische produc-ten die werden gebruikt bij het maken van schoenen.Doe mee aan de solidariteitsac-tie van industriAll. Samen met de Pakistaanse vakbonden wil-len ze de overheid onder druk zetten. De arbeidsomstandighe-den van werknemers moeten in Pakistan dringend verbeteren.

www.labourstart.org© f

oto:

jurg

En d

ooM

16 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

Denis Bouwen

generatiearmoede is een ingewik-keld probleem om aan te pak-ken. “mensen die sinds generaties met armoede af te rekenen heb-ben, zitten vast in een kluwen van miserie”, zeggen Heidi Degerickx en samira castermans. “Ze vin-den moeilijk werk, gaan gebukt onder schulden en moeten ook hun kinderen zien opgevoed te krijgen.” in aalst zochten ze naar een manier om generatiearmoede doortastender te bestrijden. Zo ontstond het waw-project.

Heidi Degerickx werkt al een jaar of tien bij de Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen in Aalst, de stad waar ooit priester Daens de katholieke arbeiders mobiliseerde. Samira Castermans is stafmedewerkster bij het Netwerk tegen Armoede.In Aalst vind je vooral op de rechteroever van de Dender nogal wat armoede. Maar ook op de linkeroever zijn er kernen van armoede. “Gemiddeld hebben we 15 procent arme mensen in België”, vertelt Heidi. “Als je dat doortrekt naar Aalst, praat je al gauw

over 11.000 inwoners die onder of net op de armoedegrens leven.”

“Generatiearmen hebben eigen waarden en normen die gebaseerd zijn op hun leefwe-reld en ervaring”, weten Heidi en Samira.

“Ze geloven bijvoorbeeld niet snel dat hun kinderen kunnen vooruitkomen door te stu-deren. ‘Nieuwe armen’ denken heel anders. Die staan minder veraf van de samenleving en de arbeidsmarkt, net omdat ze vaak wel een diploma hebben en in een middenklas-segezin zijn opgevoed.”

“Bij generatiearmen zit de gekwetstheid dik-wijls erg diep”, stelt Samira. “Wij noemen dat de gekwetste binnenkant. Ze zijn loyaal aan hun ouders maar hebben er vaak geen goede verstandhouding mee. Er is ook een ingebakken wantrouwen tegenover zowat iedereen die niet in armoede leeft.”

Werk, armoede en welzijn

In Aalst experimenteerden ze een jaar lang met het WAW-project, waarbij de afkorting staat voor werk, armoede en welzijn. Die drie domeinen werden geïntegreerd aange-pakt. Na afloop kreeg de Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen een jaar lang geld om de bevindingen te promoten in de rest van Vlaanderen.

Generatiearmen kregen op elk van de drie domeinen een begeleider. “Op het vlak van werk was er een trajectbegeleider waarmee een vertrouwensband werd opgebouwd. Dat was nodig want de mensen waren heel bang van diensten als de VDAB en de RVA. Voor hen is dat ook één pot nat.”Het ‘armoedetraject’ speelde in op de gekwetste binnenkant van de deelnemers.

“Generatiearmen gaan gebukt onder gevoe-lens van schuld, schaamte en minderwaar-digheid. Via een intensief groepsproces ont-dekten de deelnemers hoe ze dachten en hoe ze hun gedachten konden veranderen om zo te komen ander gedrag. Ze ondervon-den dat anderen hetzelfde meemaakten en dat werkte heel verlossend. Zo zagen ze dat armoede eigenlijk ingebakken zit in onze samenleving.”Op het vlak van welzijn was er een ‘anker-figuur’ die hielp om alle ‘hulpverlenings-trajecten’ op elkaar af te stemmen. “Soms geven hulpverleners tegenstrijdige advie-zen. Een schuldbemiddelaar wil graag dat zijn cliënt vlug werk vindt om zijn schul-den te kunnen aflossen. Terwijl een psycho-loog eerder zal zeggen dat de cliënt nog niet klaar is om aan de slag te gaan. Om maar één voorbeeldje te geven.”

Het WAW-project maakte de deelnemers een stuk mondiger. Ze geloven nu sneller dat verandering mogelijk is.

Werken aan de gekwetste binnenkant

“generatiearmoede is een kluwen van miserie”

WElzIjN

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 17

CAMPAGNE

Wat als er geen onthaalouders waren?

nettovergoeding van drie euro per uur

fatiHa DaHmani

niet minder dan 7.000 onthaalou-ders vangen elke dag 30.000 kin-deren op. maar het aantal onthaal-ouders is wel aan het teruglopen. geen wonder als je weet dat ont-haalouders nog altijd geen volwaar-dig werknemersstatuut hebben.

De onthaalouders vechten al meer dan tien jaar voor gelijke rechten. Nochtans beloof-den en beslisten diverse regeringen om werk te maken van een werknemersstatuut. Tot nu toe is van al die beloftes en beslissin-gen niets in huis gekomen.Onthaalouders werken meer dan 50 uur per week. Zij krijgen geen loon maar een onkos-tenvergoeding. Met die vergoeding moeten ze ook bedjes, parkjes, kinderstoelen, twee maaltijden per dag en nog veel meer betalen. Omgerekend houden onthaalouders netto zo’n drie euro per uur over. Ze hebben geen

recht op betaalde vakantie of vakantiegeld. Onthaalouders hebben maar een armzalig pensioen en een beperkt ziekteverlof. Ze krijgen geen dertiende maand en geen ein-dejaarspremie. De getuigenissen van onthaalouders zijn schrijnend. Zo vertelt onthaalouder Karine bijvoorbeeld dat ze voor haar zieke zoon zorgde en het moest zien te rooien met 300 euro.Binnenkort krijgen wielrenners een statuut. Goed voor hen. De onthaalouders wachten nog altijd.Daarom start de LBC-NVK nu met een heuse campagne. We vragen aan de Belgische bevolking om de onthaalouders te helpen aan een volwaardig statuut. Met de actie willen we dat de bevoegde ministers aan onthaalouders dezelfde rech-ten geven als aan alle andere werknemers.  

Lees meer op www.watalsergeenonthaalouderswaren.be.

Werken aan de gekwetste binnenkant

“generatiearmoede is een kluwen van miserie”

resultaten

“De aanpak leverde resultaten op”, stelt Heidi. “Natuurlijk is het niet eenvoudig om de cultuur en de mentaliteit bij en het beleid te veranderen. Logge structuren als de VDAB of het OCMW krijg je niet zomaar in beweging.”Via WAW werden in Aalst 17 generatiearmen begeleid. Eén jaar na het einde van het project bleken nog altijd zes van hen aan het werk te zijn. Drie waren een opleiding aan het volgen. En acht deelnemers hadden op dat moment geen werk of opleiding. “De resultaten waren niet voor iedereen waw maar voor velen was er wel vooruitgang. We zagen de deelnemers veel mondiger worden. Ze geloven nu sneller dat verandering mogelijk is.”WAW is nu achter de rug. Maar in Aalst hopen ze wel dat heel wat steden en gemeenten de aanpak zullen oppikken. “Als we echt iets willen doen aan het feit dat er ‘langdurig werklozen’ zijn, zullen we daar als samenleving ook moeten in investeren”, besluit Heidi.

Op 17 oktober is het opnieuw Wereldarmoededag. Interessante sites om te bezoeken zijn www.vierdewereldgroepaalst.be en www.vlaams-netwerk-armoede.be.

18 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

Sollicitatieverlof bij opzegging

Een werknemer is al sinds 1994 in dienst van een bedrijf. In 2008 besluit hij zijn loop-baan een andere wending te geven en zegt hij zijn arbeidsovereenkomst op. Tijdens de opzegtermijn neemt hij sollicitatiever-lof. Na het einde van het contract maakt de werkgever bezwaar en houdt hij bij de eind-afrekening het loon in voor de halve dagen sollicitatieverlof. De werkgever beweert dat de werknemer geen recht had op dat verlof om ander werk te zoeken omdat hij zelf zijn arbeidsovereenkomst opgezegd had.Het arbeidshof van Brussel hakte op 21 februari 2012 de knoop door. Een werkne-mer heeft recht op sollicitatieverlof, ook al zegde hij zelf op. Het verlof moet wel wor-den gebruikt waarvoor het is bedoeld: om te zoeken naar een andere baan.

Gelijke behandeling sollicitanten

Een Russische sollicitante stelt zich in Duitsland kandidaat, maar wordt niet uit-genodigd voor een sollicitatiegesprek. Ze krijgt gewoonweg geen enkel teken van leven van het bedrijf. Nochtans voldoet ze aan de formele aanwervingsvoorwaarden: haar Russisch ingenieursdiploma werd in Duitsland officieel erkend. Korte tijd later maakt het Duits bedrijf dezelfde vacature opnieuw bekend. De Russische sollicitante stelt zich ook deze keer kandidaat. Opnieuw laat het bedrijf niets van zich horen.De sollicitante vermoedt dat ze niet werd uitgenodigd wegens haar Russische origine. Daarom vraagt ze aan het bedrijf om het sollicitatiedossier te kunnen inkijken. Het bedrijf weigert dat. De vrouw stapt naar de rechter en beroept zich op de Europese anti-discriminatierichtlijnen. Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg oordeelde op 19 april van dit jaar dat een sollicitant geen rechtstreeks toegang heeft tot het sollicitatiedossier van het bedrijf. De rechters voegden er wel fijntjes aan toe dat de weigering van de werkgever in het geheel van de concrete feiten toch kan doen ver-moeden dat er sprake was van discriminatie.

Grenzen aan tuchtsancties in het arbeidsreglement

Elke onderneming moet een arbeidsregle-ment hebben. De meeste werknemers weten niet precies wat daar allemaal in staat, maar in heel wat van de reglementen zijn sanc-ties opgenomen. Zo kan de werkgever een

straf opleggen aan een werknemer die – vol-gens zijn mening – in de fout gaat. In het algemeen moet de vraag worden gesteld of zo’n sanctiesysteem nog wel van de tijd is. Hoe dan ook zijn er grenzen aan die tucht-sancties.Het arbeidshof van Bergen deed op 8 decem-ber 2011 een interessante uitspraak. Een controleur van het openbaarvervoerbedrijf TEC had een schadegeval en verzweeg dat

voor zijn werkgever. Toen zijn fout toch boven water kwam, werd hij gestraft en voor drie jaar teruggeplaatst in rang met het bij-behorende loonverlies.De rechters vonden dat de straf onwettig was omdat ze een essentieel element van de arbeidsovereenkomst veranderde, ook al was dat tijdelijk. En TEC moest een vergoe-ding betalen gelijk aan het gederfde loon.

ARBEIDS-GERIChtmarc weyns

Werkaanbod na ontslag wegens dringende reden

Sinds 1996 is een werknemer in dienst bij zijn bedrijf. Op 29 november 2008 wordt hij ontslagen wegens dringende reden. De man betwist zijn ontslag en in januari 2009 biedt de werkgever aan dat hij opnieuw in dienst kan komen. Maar de werknemer bedankt voor dat aanbod: zijn werkgever had immers enkele weken voordien laten weten alle vertrouwen in hem kwijt te zijn. De werknemer eist de ontslagvergoeding, maar de werkgever weigert die te betalen.

Het arbeidshof van Bergen was op 8 febru-ari 2012 heel duidelijk. Er kan geen sprake zijn van een dringende reden als de werk-gever nadien een nieuw werkaanbod doet. De werkgever werd veroordeeld en moest de opzegvergoeding uitkeren.Enkele weken nadien, op 28 maart 2012, deed het arbeidshof van Brussel een uit-spraak in een gelijkaardige zaak. Er is geen dringende reden in het spel als de werkge-ver nadien een andere baan aanbiedt, ook al gaat het over een andere functie en zegt hij uit humanitaire redenen te handelen. Ook in dit geval werd de werkgever veroor-deeld om de opzegvergoeding te betalen.

© f

oto:

dan

iël

rys

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 19

RUBRIEKSNAAMINBOxmonique Braam

Index

Iedere twee jaar wordt in het najaar onderhandeld over een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA). Ook dit jaar is dat het geval. Het IPA is een raamakkoord dat nut-tig is voor de sectoronderhandelingen die daarop vol-gen. Ofwel, cao-onderhandelingen over jouw loon- en arbeidsvoorwaarden. De index zal zeker op de onder-handelingstafel liggen.De jongste tijd is er veel kritiek op de index: het systeem zou onze concurrentiepositie aantasten. We zouden moeten evolueren naar een sociale, intelligente, afge-topte of uitgestelde index. De index zou een taboe van de vakbonden zijn. Dat laatste is alvast niet het geval: we hebben er zelfs een campagne rond gemaakt. Het ACV en de werknemers weten maar al te goed dat het systeem van automatische loonindexering ons in deze crisistijden goed beschermt op het vlak van welvaart en binnenlandse consumptie. Op www.indexo.be vind je meer informatie over de wer-king van de index en kan je berekenen hoeveel je zou verliezen als er bijvoorbeeld een indexsprong zou plaats-vinden. Je kan proberen het grote lot te winnen of op alles en nog wat te besparen. Of je kan mee ijveren om de index te bewaren.www.indexo.bewww.mijnindex.be

Publicaties

Duidelijke en correcte informatie verstrekken vindt de LBC-NVK erg belangrijk. Vandaar dat we veel tijd en mid-delen steken in het vervaardigen van goede folders en brochures rond thema’s die werknemers aanbelangen. Op www.lbc-nvk.be vind je een reeks voorstellingsfolders die onze ledenvoordelen in de verf zetten en meer uit-leg geven over ons lidmaatschap. Daarnaast vervaardigt de bediende- en kadercentrale een flink aantal sectorale folders en nieuwsbrieven. Je kan die online bestellen of direct downloaden. En natuurlijk kan je onze ledenbla-den online doorbladeren. Zowel Ons Recht als het tijd-schrift Kader vind je op onze site terug.www.lbc-nvk.be (publicaties en documentatie)

Militantensite

Ben je vakbondsafgevaardigde? Dan moet je zeker eens naar het militantendeel surfen op www.lbc-nvk.be. LBC-NVK-afgevaardigden registreren zich best op de site (rechterbovenhoek). Je krijgt dan toegang tot extra informatie op maat van vakbondsafgevaardigden. Zo lees je meer over het sociaal overleg en de overlegorga-nen. Je kan grasduinen in publicaties en andere down-loads over diverse vakbondsthema’s. De recent door de LBC-NVK gemaakte Arbeidsovereenkomstengids is ook op het afgesloten militantendeel terug te vinden.http://militanten.lbc-nvk.be

Sociale media

Word fan op www.facebook.com/vakbondlbcnvkTwitter mee via www.twitter.com/lbcnvk Bekijk onze video’s op www.youtube.com/vakbondlbcnvk

Neerwaartse spiraal bij Coca-Cola Enterprisestina De greef

Het personeel van coca-cola enterprises in anderlecht kreeg op woensdag 5 sep-tember het onzalige nieuws dat de europese direc-tie de financiële diensten wilde samenbrengen in de Bulgaarse hoofdstad sofia. Door die maatregel staan 54 van de circa 600 jobs in anderlecht op de tocht.

In acht Europese landen gaan in totaal rond de 200 jobs verloren. Slechts een deel van die jobs zal weer opduiken in Bulgarije. België wordt keihard getroffen door de reorgani-satie.De werknemers in Anderlecht zijn helaas al wat gewend op het vlak van herstructureringen. Maar nu zijn ze wel heel onthutst. In 2008 werd de helft van het financieel departement daar al overgeheveld naar Polen en Azië. Met kwalijke gevolgen voor de service en de klantentevredenheid. Voor de Europese directie telt maar

één ding, zoveel mogelijk de kosten drukken.

“Waar zal dit eindigen?”, vragen de mensen in Anderlecht zich af. “Welke departementen zullen er later nog volgen? En wanneer zullen ook de werknemers in Sofia aan de kant wor-den gezet omdat er in Aziatische lan-den nog lagere lonen worden betaald?”Het verhaal van Coca-Cola toont nog maar eens aan hoe belangrijk inter-nationaal vakbondswerk wel is. Er is nood aan veel betere lonen in landen waar de mensen nu nog tegen een hongerloontje moeten werken.De LBC-NVK kant zich resoluut tegen de neerwaartse loonspiraal. Het is ook onaanvaardbaar dat het perso-neel bij Coca-Cola voortdurend met nieuwe onheilsboodschappen wordt geconfronteerd. De directie heeft een kortetermijnvisie die alleen maar draait rond besparingen.Voor de LBC-NVK wordt het zaak het jobverlies maximaal te beperken en alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat de overblijvende perso-neelsleden nog een bepaalde zeker-heid behouden en zo gemotiveerd kunnen blijven.

ELKE MAAND EEN SAMSUNG TABLET

TE WINNEN!Maak ook kans en surf naar http://onsrecht.lbc-nvk.be om je in te schrijven voor de digitale versie van het ledenblad van jouw vakbond LBC-NVK!Elke maand verloten we onder de inschrijvers voor Ons Recht digitaal een Samsung tablet. Je inschrijving wordt maar één keer geregistreerd, dus kan je maar één keer meedingen voor een tablet.

© f

oto:

dan

iël

rys

20 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

RUBRIEKSNAAM

monique Braam

als de deur opengaat bij het Vluchtelingenhuis in leuven kij-ken twee nieuwsgierige kin-derogen mij aan. artem, een russisch jongetje van vier, is één van de vier bewoners van het hagelnieuwe Vluchtelingenhuis.

“goedendag”, zegt hij in gebroken nederlands, op de voet gevolgd door Pol Van camp van de orga-nisatie recht op migratie (rom). Pol is de initiatiefnemer achter het Vluchtelingenhuis, dat tijdelijk opvang geeft aan dakloze vluch-telingen, met en zonder papieren.

Opvallend is het particuliere karakter van dit bijzondere initiatief: meer dan honderd mensen storten elke maand een financiële bijdrage. Al die giften samen maken het mogelijk om het huis te huren en de vaste kosten te betalen. Een prachtig voorbeeld van solidariteit tussen Belgen en vluchtelin-gen.

Pol Van camP: “Ik kreeg pas nog twee e-mails van Leuvenaars die het project financieel willen steunen. Dat brengt het aantal mensen dat financieel bijdraagt of praktische hulp biedt op 173. Sommige men-sen doneren eenmalig een behoorlijk bedrag, andere mensen storten een maandelijkse bijdrage via een bestendige opdracht. De maandelijkse bedragen schommelen tussen

Meer dan honderd particulieren sponsoren Vluchtelingenhuis

eendracht maakt macht in leuven

Pol Van Camp, met de kleine Artem op zijn arm: “Met het Vluchtelingenhuis willen we vooral een concreet en positief verhaal brengen, als tegengewicht voor de negatieve bijklank die de term ‘vluchteling’ tegenwoordig heeft.”

bij ons kunnen de mensen even tot rust komen en bekijken hoe ze hun toekomst verder vorm willen geven.

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 21

SOCIAAl

enkele euro’s en een paar tientallen euro’s. Alle beetjes helpen. Dankzij alle bijdragen samen hebben we het budget om het huis te huren en de vaste kosten te betalen. Verder wordt het project gedragen door de vele vrij-willigers. Zo zijn er mensen die Nederlandse les geven, meewerken in de tuin of als klus-jesman functioneren.”

recht op opvang

Het huis opende zijn deuren in juli en biedt tijdelijk opvang aan vier tot vijf vluchtelin-gen. Pol Van Camp beklemtoont het tijde-lijke karakter ervan: “Het Vluchtelingenhuis is een vorm van crisisopvang. Vluchtelingen kunnen maximaal drie maanden blijven, eventueel verlengbaar. We richten ons bij voorrang op de zwaksten: vrouwen, al of niet met kinderen, minderjarigen en men-sen zonder papieren. En het liefst mensen uit de Leuvense regio. Tijdens de opvang krijgen ze begeleiding. We werken samen met het OCMW, het CAW en andere instan-ties. Zij verstrekken professioneel juridisch advies en geven psychologische bijstand. De uiteindelijke bedoeling is om met de bewo-ners een traject voor de toekomst uit te bou-wen.”Momenteel leven er vier vluchtelingen in het huis: een Russische moeder met haar zoontje, een Turks-Koerdische vrouw en een jongeman uit Bhutan. Binnenkort volgen er ‘intakegesprekken’ met een Braziliaanse en een Senegalees. “Meestal krijgen we via instanties als het CAW de namen door”, vertelt Pol. “De mensen in kwestie zijn bijvoorbeeld uitgeprocedeerd en kunnen niet langer een beroep doen op de officiële instanties. Bij ons kunnen ze even tot rust komen en bekijken hoe ze hun toekomst verder vorm willen geven. “

ons recHt: Is opvang geen bevoegdheid van de overheid? Moeten particulieren daarvoor zorgen?Pol Van camP: “Het idee om een Vluchtelingenhuis uit te bouwen komt voort uit onze ideeën rond migratie. Het comité Recht op Migratie (ROM) vindt dat ieder-een het recht heeft om op zoek te gaan naar een menswaardig bestaan. Wie dat niet in eigen land vindt, heeft het recht te vluchten en niet alleen naar de even arme buurlan-den maar ook naar het rijke Westen. Zulke mensen niet opvangen of, erger nog, ze opsluiten in een gesloten centrum, is een beschaafd land onwaardig. Vluchtelingen hebben hoe dan ook recht op opvang.”

“Als vluchtelingen in de reguliere asiel- of regularisatieprocedure zitten, moeten ze een beroep kunnen doen op de overheid. Maar iedereen herinnert zich vast wel de beelden van op straat bivakkerende asiel-zoekers tijdens de barre winters van 2011 en 2012. Blijkbaar kan de overheid het recht op opvang niet voor iedere vluchteling

garanderen. Wij waren geschokt door die beelden. Toen de sociale huisvestings-maatschappij Dijledal in Leuven een door vluchtelingen gekraakt sociaal apparte-ment liet ontruimen, was voor ons de maat vol. We moesten iets doen, een signaal geven. Uiteindelijk zijn alle goede bedoe-lingen en ideeën samengekomen in het Vluchtelingenhuis.”

Huismoeder

Het comité ROM voerde de voorbije jaren al diverse acties en nam ook initiatieven. Zo ging er bijvoorbeeld steun naar de honger-stakingen in de Brusselse Begijnhofkerk. Pol Van Camp kwam ook in contact met pater Dirk De Vis. De pater was juist op zoek naar een nieuwe woonst en toonde zich direct bereid om naar Leuven te verhuizen.

“De hulp van pater Dirk was meer dan wel-kom en kwam op een goed moment”, zegt Pol. “Het gaf het project de nodige stabili-teit. Dirk brengt zoveel kennis en ervaring mee. Hij houdt zich bezig met de dagelijkse leiding en het samenleven in de leefgemeen-schap die het Vluchtelingenhuis is. (lachend) Je zou hem de huismoeder kunnen noemen. Het vluchtelingenhuis is immers geen dui-venkot. De bewoners maken deel uit van een leefgemeenschap met duidelijke afspra-ken. Zo wordt er om beurten gekookt door de bewoners en maken ze zelf het huis schoon. Verder vinden we het heel belang-rijk dat de mensen een bezigheid hebben. Door Nederlands te leren, vrijwilligerswerk te doen of uit werken te gaan.”

ons recHt: Volstaan de giften om alle kosten te dekken?Pol: “Helaas zijn de giften niet toereikend. We kunnen er alle vaste kosten mee betalen maar om het eten en drinken te bekostigen zijn we aangewezen op het loon van de pater. Dat is geen oplossing voor de lange ter-mijn. Extra steun is dan ook altijd welkom. Daarnaast zoeken we zelf naar alternatie-ven. Via de vzw Wonen en Werken kwamen we in contact met ‘Leren Ondernemen’ en de Sociale Kruidenier. De Sociale Kruidenier

koopt en krijgt via allerlei fondsen en instanties voedsel. Arme mensen kunnen er elk week voor drie euro als klein gezin of vijf euro als groot gezin wat boodschappen doen. Wij werden als ‘groot gezin’ aanvaard. Dat scheelt weer een paar centen.”

ons recHt: Begin september organiseerde het Vluchtelingenhuis een feest voor zijn sympa-thisanten, de vrijwilligers, hulpverleners en de buurt. Waarom een feest?Pol: “Na één jaar denkwerk en zes maanden praktische voorbereiding ging het huis in juli open. Iets waar ik en alle leden van het comité eigenlijk wel heel fier op zijn. Zoveel mensen die op korte termijn het project mogelijk maakten, dat was zeker een feestje waard. Maar natuurlijk ging het er vooral om al die sympathisanten samen te brengen. Op het feest leerden mensen elkaar kennen en zagen ze met eigen ogen waar hun steun toe leidde. En natuurlijk wilden we via het feest al die mensen oprecht bedanken voor hun steun.”

Signaal

Voor Pol is het Vluchtelingenhuis geen doel op zich. Natuurlijk lost één Vluchtelingenhuis het complexe probleem van de migratie en de vluchtelingen niet op. “Het Vluchtelingenhuis is een middel om mensen bij deze kwestie te betrekken, om het probleem een gezicht te geven en om te informeren en te sensibiliseren. Met het Vluchtelingenhuis willen we vooral een con-creet en positief verhaal brengen, als tegen-gewicht voor de negatieve bijklank die de term ‘vluchteling’ tegenwoordig heeft. Wie weet kan het een lichtend voorbeeld voor anderen zijn.” De nood aan structurele oplossingen blijft.

“De zogeheten ‘verplichte migratie’ moet stoppen zodat mensen niet meer vluchten wegens vervolging, oorlog, te voorziene milieurampen en armoede. Dat kan door een beleid van duurzame ontwikkeling op sociaal, economisch, financieel en ecolo-gisch vlak. Mee dankzij een beleid van vrede, onder meer door ontwapening, kom je zo tot structurele oplossingen. Zoiets reali-seer je niet van vandaag op morgen, maar we moeten er wel aan beginnen en vooruit-gaan. Op die beleidsterreinen kunnen poli-tici stappen zetten. Maar tot nu toe ont-breekt het aan politieke wil.  

Steun het Vluchtelingenhuis

ook jij kunt het Vluchtelingenhuis

steunen. eenmalig of structureel.

Meer info lees je op www.rechtop-

migratie.be. je kan ook mailen naar

[email protected].

de bewoners maken deel uit van een leefgemeenschap met duidelijke afspraken. Zo wordt er om beurten gekookt door de bewoners en maken ze zelf het huis schoon.

22 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

SERVICE

België moet vakantiewetgeving aanpassen

regels in strijd met europese richtlijn

iVo Verreyt

iedere werknemer heeft recht op vier weken betaalde vakantie per jaar. Dat recht wordt gegaran-deerd door een europese richt-lijn over arbeidstijd uit 2003. in België hadden werknemers niet zomaar recht op die vier weken: dat was alleen het geval als zij in het voorgaande kalenderjaar effectief prestaties hadden gele-verd. werknemers die een activi-teit aanvatten of hervatten hadden tijdens hun eerste werkjaar of jaar van werkhervatting geen recht op vakantiedagen noch vakantiegeld.

De Europese Commissie stelde ons land eind 2008 in gebreke omdat de Belgische wetge-ving strijdig is met de Europese arbeidstijd-richtlijn. Door een wet van 29 maart 2012 en een koninklijk besluit van 19 juni 2012 krijgen werknemers nu de mogelijkheid om dagen aanvullende vakantie te nemen bij het aan- of hervatten van een activiteit. Ze kunnen de aanvullende vakantie nemen na uitputting van de gewone wettelijke vakan-tie, met inbegrip van de jeugd- en senior-vakantie.

Wie heeft er recht op aanvullende vakantie?

Alleen werknemers die een activiteit aanvat-ten of hervatten in België kunnen gebruik maken van het nieuwe recht. Werknemers die van arbeidsregime veranderen zonder onderbreking – bijvoorbeeld van deeltijds naar voltijds – hebben geen recht op aan-vullende vakantie. Voorbeelden van werk-nemers die aanvullende vakantie kunnen nemen zijn:- jongeren die na hun studie voor de eerste

keer aan het werk gaan;- een volledig werkloze die weer aan de slag

gaat;- een langdurig zieke werknemer die zijn

werk hervat;- een werknemer die het werk hervat na

een volledig tijdkrediet;

- een werknemer die in België begint te werken na een tewerkstelling in het bui-tenland;

- een zelfstandige die een loontrekkende werknemer wordt;

- een ambtenaar die een loontrekkende werknemer wordt.

Hoe kan je gebruik maken van de aanvullende vakantie?

Je moet de aanvullende vakantie zelf aan-vragen, en je kan ze maar nemen als je nog in actieve dienst bent. Bedienden moeten een aanvraag doen bij hun werkgever, arbei-ders bij hun vakantiekas. Om ervan te kun-nen genieten moet je gedurende minstens drie maanden (90 kalenderdagen) een acti-viteit hebben uitgeoefend. De drie maanden moeten vallen binnen de twaalf maanden volgend op het aan- of hervatten van een activiteit. Maar het hoeft geen ononder-broken periode of een periode van voltijdse prestaties te zijn. Deze aanloopperiode van drie maanden moet vallen in eenzelfde kalenderjaar. Als de twaalf maanden die volgen op de aan- of hervatting van de activiteit gespreid zijn over twee kalenderjaren, moeten er in elk kalenderjaar drie maanden in acht geno-men worden. Voor de berekening van deze drie maanden aanloopperiode wordt rekening gehouden met de dagen waarop gewerkt werd en met de inactiviteitsdagen die, volgens de regels van het stelsel van jaarlijkse vakantie, hier-aan gelijkgesteld worden.Na de aanloopperiode van drie maanden kan je verder aanvullende vakantie krij-gen op basis van je prestaties. Je moet dan niet langer telkens drie maanden wachten. Omdat de nieuwe wet in werking is getre-den op 1 april 2012 konden de eerste aan-vullende vakantiedagen genomen worden vanaf 1 juli 2012.

Aantal dagen

De berekening van de duur van de aanvul-lende vakantie is dezelfde als voor wette-lijke vakantie met dit verschil dat er nu al na drie maanden activiteit zes vakantiedagen

– in de zesdaagse werkweek – gegarandeerd worden. Per maand tewerkstelling bouwt een bediende dus twee dagen aanvullende vakantie op.Wel opletten! Het totaal van de wettelijke plus aanvullende vakantie mag niet hoger

zijn dan het aantal vakantiedagen dat bere-kend wordt op basis van de al in het vakan-tiedienstjaar geleverde prestaties. Een voor-beeld zal dit misschien duidelijker maken.Piet begint te werken op 1 juli 2012. Hij heeft in 2012 geen wettelijke vakantie, maar kan na de aanloopperiode van drie maanden vanaf 1 oktober 2012 twee weken aanvul-lende vakantie nemen (uiterlijk op 31 decem-ber 2012). In 2013 heeft hij recht op twee weken wettelijke vakantie want hij heeft in

aanvullende vakantie moet je zelf aanvragen.

© f

oto:

Pho

tonE

ws

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 23

2012 zes maanden gewerkt. Hierdoor kan hij genieten van vier weken vakantie tij-dens de eerste twaalf maanden na de start van zijn arbeidsovereenkomst. Hij heeft in 2013 nog recht op twee weken aanvul-lende vakantie, maar die kan hij pas opne-men vanaf 1 juli 2013, want anders zou hij zes weken verlof hebben gekregen binnen de twaalf maanden na de aanvang van zijn werk. Tegelijkertijd zal hij toch recht hebben op vier weken vakantie in één kalenderjaar (twee weken wettelijke en twee weken aan-vullende vakantie), wat in verhouding staat tot de geleverde prestaties in het jaar 2013.

Welk vakantiegeld krijg je?

Hier is het uitkijken geblazen. Je hebt wel recht op aanvullende vakantiedagen, maar niet op extra vakantiegeld. Het geld dat je

krijgt tijdens de aanvullende vakantieda-gen is namelijk de vervroegde betaling van het dubbel vakantiegeld dat je het volgende kalenderjaar normaliter zou krijgen. Je financiert met andere woorden zelf je aan-vullende vakantiedagen, want het vakan-tiegeld dat je krijgt wordt afgetrokken van het dubbel vakantiegeld. De berekening is dezelfde als voor het wettelijk vakantie-geld. Je krijgt als bediende dus de doorbe-taling van het normale loon door de werk-gever voor elke dag aanvullende vakantie, en dit (bruto-) bedrag wordt in mindering gebracht op het dubbel vakantiegeld van het vorige jaar.

nog werk op de plank

Vaste rechtspraak van het Europees Hof van Justitie – het Pereda-arrest uit 2009

en recent het Anged-arrest uit 2012 – stelt dat een werknemer die ziek wordt tijdens een vakantieperiode altijd het recht moet hebben om die vakantiedagen achteraf te recupereren. Ook dat vloeit voort uit de Europese arbeidstijdrichtlijn van 2003. In België is het echter zo dat een werknemer die ziek wordt terwijl de vakantie al begon-nen is, zijn vakantie niet meer op een ander moment kan nemen. De Belgische wetge-ving zal met andere woorden ook op dat punt nog moeten worden aangepast.  

Door een wet van 29 maart 2012 en een konink-lijk besluit van 19 juni 2012 krijgen werknemers nu de mogelijkheid om dagen aanvullende vakantie te nemen bij het aan- of hervatten van een activiteit.

24 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

RUBRIEKSNAAM

cHris Van DroogenBroeck

werken in de kleinhandel is niet vanzelfsprekend. Hoewel er ruim 200.000 mensen in de sector wer-ken, staan de beroepen ‘verkoper’, ‘kassierster’ en ‘filiaalleider’ toch op de lijst van knelpuntberoepen. meer dan je misschien zou verwachten, worden er vacatures uitgeschre-ven voor deze jobs. Zulke vacatu-res staan langer dan gemiddeld open en raken moeilijk of helemaal niet ingevuld. kijk maar eens om je heen. Bijna elke winkelketen is op zoek naar winkelbedienden.

Ook de zelfstandige winkeliers klagen steen en been. Hun vacatures raken al evenmin ingevuld. In die kringen wordt dan al snel verwezen naar de ‘te hoge werkloosheidsuit-keringen’ en het ‘sociale vangnet’ dat ertoe leidt dat werklozen ‘niet meer willen wer-ken’. Die bewering wordt dan onderbouwd met verhalen over sollicitanten die alleen maar een bewijsje komen vragen. Over sol-licitanten die te veeleisend zijn omdat ze niet ’s morgens vroeg, ’s avonds laat of in het weekend willen werken. En over sollici-tanten die alleen willen werken als dat niet botst met hun kinderen of hun hobby’s.De conclusie is dan al gauw dat de werkloos-heidsuitkeringen naar omlaag moeten, moe-ten worden beperkt in de tijd of in sommige gevallen koudweg moeten worden afge-schaft. “Voor wie wil werken is er immers werk genoeg.” Werklozen zijn in deze krin-gen dan ook ‘losers’ of, erger nog, profiteurs die parasiteren op de rijkdom en de welvaart die de middenstand creëert.Ligt het echt zo eenvoudig? Of is er meer aan de hand?Bij nader inzien blijkt dat het voor de geci-teerde knelpuntberoepen niet zo is dat er te weinig mensen op een werkaanbieding

afkomen. Wel blijkt de kwaliteit van de kan-didaten niet te voldoen. De sollicitanten hebben vaak niet de gevraagde competen-ties. Het is ook waar dat veel sollicitanten afhaken wegens de arbeidsomstandigheden in deze beroepen.En laat nu nét dat het grote probleem zijn waar zelfstandige ondernemers hele-maal aan voorbij gaan. Zo ook Luc Ardies, de directeur van Buurtsuper.be, de belan-genorganisatie van de zelfstandige super-marktuitbaters. Ardies schreef onder de titel ‘Winkelpersoneel vinden, houden en motiveren’ een handleiding voor zijn leden.De LBC-NVK verkondigt al jaren dat je goed personeel alleen kan houden als er een ste-vige basis is. Winkeliers moeten interes-sante jobs aanbieden met goede werkom-standigheden en fatsoenlijke lonen.

Werkomstandigheden

Buurtsuper.be beklemtoont graag het familiale karakter van de onderneming en de eigen sfeer die er daardoor heerst. Die punten spelen zij uit als de grootste troef, samen met het ‘lekker dicht bij huis werken’.Uiteraard zijn dat belangrijke troeven, op voorwaarde dat alles gesmeerd loopt. En op voorwaarde dat de zaak wordt uitgebouwd zonder onderscheid tussen familieleden en anderen.Het plaatje kan veel minder idyllisch zijn. Een werkgever die autoritair optreedt en controleert, die de eigen inbreng van het personeel fnuikt. Of een deeltijds contract met een variabel uurrooster dat slechts één week vooraf wordt geafficheerd en dan nog wordt veranderd. Extra uren door overwerk wanneer het druk is, of te weinig uren door-dat je naar huis gestuurd wordt wanneer het te kalm blijft. Uren en uurroosterwijzigin-gen die niet altijd genoteerd, geregistreerd, laat staan betaald worden. De werkgever die van zijn machtspositie gebruik of misbruik maakt en afspraken of sociale regels naar

zijn hand zet.Zulke situaties doen zich nog te veel voor. Het zijn die situaties die worden onder de mat geveegd door de werkgeversorganisa-ties. Maar het zijn ook die situaties die nog te vaak bij de vakbond terechtkomen en dan dikwijls een juridische staart krijgen. Zulke praktijken zetten de sector in een kwaad daglicht. De werkgeversorganisaties nemen minder geschikte zelfstandige zaakvoerders blijvend in bescherming door de vakbond op de werkvloer te weren.

Lonen

De lonen liggen het laagst in de zelfstandige kleinhandel. Alleen de textiel- en de schoon-maaksector maken het even bont.Een beginnende bediende verkoper start tegen een brutoloon van 1.440 euro. Na vijf jaar dienst heeft diezelfde winkelbediende 1.605 euro, voor voltijdse prestaties wel te verstaan.Voor identiek werk in een ketenwinkel die niet door een zelfstandige wordt uitgebaat, heeft die winkelbediende een aanvangsloon van 1.540 euro en na vijf jaar 1.750 bruto voor voltijdse prestaties. Met de periodieke extra’s die in de ketenwinkel nog worden toegekend bovenop het maandloon, loopt het loonverschil op jaarbasis makkelijk op tot 20 procent in het nadeel van de winkel-bediende die voor een zelfstandige uitbater werkt.Het hoeft toch helemaal geen betoog dat je wel degelijk een probleem hebt aan de basis wanneer je zulke lage lonen combineert met deeltijds werk in de aanbieding. Op die manier heb je toch geen degelijke basis die het werk in de sector aantrekkelijk maakt?De LBC-NVK kan dus niet anders dan op dezelfde nagel te blijven kloppen. Werkgevers, zorg asjeblieft eerst voor goede lonen en degelijke arbeidsvoorwaarden. Gun je eigen personeel een menswaardig bestaan. Engageer je voor je personeelsleden zodat

zelfstandige kleinhandel vindt maar moeilijk personeel

Dikwijls lage lonen en deeltijds werk

© f

oto:

dan

iël

rys

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 25

DIStRIBUtIE

zij niet in de armoede moeten terecht komen. Regel dat via een voldoende hoog loon op basis van een contract met genoeg contracturen. Doe al die dingen en je zal zien dat je mensen vindt die ook blijven.  

maria: “Het was alsof het mijn winkel was”

Vijf jaar geleden verliet Maria de sector van de zelfstandige kleinhandel. Maar ze werkte wel jarenlang in de sector.

“na de middelbare school ben ik gestopt met studeren”, legt Maria uit. “Ik ging op zoek naar een job en kwam zo bij de plaatselijke supermarkt terecht. Sindsdien is de winkel al een paar keer van uithang-bord veranderd en is de zaak overgeno-men door één van de kinderen van de eer-ste zaakvoerder.”roger en annie, de uitbaters die Maria aanwierven, waren echte dorpsmensen.

“In de gemeente was roger een bekende figuur, haast iedereen kwam bij hem over de vloer. toen ik begon, draaiden de zaken ongelooflijk goed en heerste er een fijne sfeer. Ik schoot goed op met roger en annie en groeide ook door. Van de groenten naar de charcuterie, later chef van de charcuterie. toen die in zelfbedie-ning overging, werd ik secretaresse: ik gaf bestellingen door, stelde uurroosters op, deed betalingen en roomde kassa’s af. Wanneer roger er niet was, kwam het personeel naar mij.”de vier kinderen van de uitbaters wer-den volwassen maar niemand van hen leek de winkel te willen overnemen. op een bepaald moment besliste één van de zonen toch om samen met zijn lief barbara in de zaak te stappen. “Voor mij was dat een heel moeilijke tijd omdat er familie in de winkel kwam werken. aanvankelijk had roger de touwtjes nog stevig in handen. Maar naarmate Marc en barbara meer ingewerkt geraakten, en vooral barbara almaar meer mijn werk overnam en er commentaar op gaf, voelde ik dat ik op een zijspoor werd gezet. barbara kreeg steeds meer het echte beheer van de zaak in handen. Intussen was ik ook niet meer van de jongste en was de sfeer ook lang niet meer goed. Personeel kwam en ging. Iedereen klaagde over de aanpak van barbara en ik voelde mij zo een beetje de moederfi-guur die het voor hen moest opnemen. er werd voortdurend nieuw en jonger perso-neel aangeworven, de winkel ging ook op zondagvoormiddag open en op den duur werd mij een vermindering van uren voor-gesteld. Ik kon aanvaarden of weggaan. Uiteindelijk ben ik opgestapt.”Maria deed haar job heel graag en werkte erg veel. “Zes dagen op zeven, van ’s mor-gens tot ’s avonds. Voor mij waren uren van geen tel. Het leek alsof het mijn win-kel was. Ik wilde dat die er telkens weer als een juweeltje bij lag. geen moeite was mij te veel. Ik ging niet uit, trouwde rede-lijk laat en was al bijna veertig toen mijn dochter geboren werd. Mijn man heeft een stabiele job als handelsvertegenwoor-diger. Mijn inkomen was op een bepaald moment aardig meegenomen maar niet langer noodzakelijk.”

Jana: “nog nooit een vast contract en altijd deeltijds werk”

jana is 24 jaar oud en heeft een rela-tie. Ze is al vijf jaar van school af.

“Ik heb al in verscheidene winkels gewerkt”, vertelt jana. “Maar nooit met een vast contract en altijd voor deeltijds werk. Ik werk inmiddels wel met een vast contract bij een trai-teurdienst die maaltijden aan huis bezorgt. daar werk ik als chauffeur met een contract van 30 uur in de week, werk van maandag tot vrijdag van 9.30u tot 14.30u, en ik werk ook één zaterdag op drie. Ik heb nu wel vaste uren en kan zo mijn leven naast het werk plannen. en verdien een stuk méér dan ik in de winkel had. Mij zie je alleen nog als verkoopster naar de winkel terugkeren als het echt niet anders kan.”

Sandra: “Ik voelde me een kip zonder kop”

“Ik ben in de zelfstandige klein-handel terecht gekomen als 16-jarig meisje”, vertelt Sandra.

“bij de nopri in de buurt deed ik een vakantiejob.”Sandra vond haar vakantiejob erg tof. “Ik vond het gewoon fijn om de hele tijd in de winkel te staan, onder de mensen te zijn, rekken te vullen, leeggoed te stapelen, karton te trekken. Het was heel tof en afwisselend werk. Ik ben trouwens na die vakantiejob in de nopri blijven werken, als zaterdagkracht.”als tiener zag Sandra de cent-jes goed binnenkomen. “Ik had meer zakgeld dan mijn leef-tijdgenoten en liet mijn centen rollen. extra kleding kopen en uitgaan natuurlijk. al snel leerde ik iemand kennen. Ik was nog maar 18 toen ik trouwde. Van school af met niet eens een diploma middelbaar onderwijs en plots getrouwd met een vent die geen werk had, wonen op een klein appartementje in de stad en moeten rondkomen met mijn loon van de nopri, waar ik intussen dan wel een contract van 27 uur gekregen had. Ik kan u verzekeren, de romantiek was er snel af.”de relatie liep spaak. Sandra en haar man konden gewoon geen stabiel leven uitbouwen met hun inkomen. “en in de winkel waar ik werkte, liep het fout. op den duur kreeg ik het aan de stok met de baas. Hij stond erop dat alles altijd gebeurde zoals hij het wilde en wanneer hij het wilde. Ik voelde mij gewoon een kip zonder kop die van hier naar daar werd gejaagd. Zelf dingen regelen en zelf verantwoorde-lijkheid nemen zat er niet in.”toen Sandra’s huwelijk op de klippen liep, stapte ze op bij nopri. Ze ging opnieuw thuis wonen en trok weer naar school.

“Ik wist wel heel zeker dat ik dat werk niet mijn hele leven lang wilde blijven doen.”

Diane werkt al 26 jaar bij dezelfde modewinkel

de nu 58-jarige diane werkt nog altijd bij de modewinkel waar ze 26 jaar geleden aan de slag ging. “Ik studeerde voor etalagiste”, vertelt diane. “na de school werkte ik eerst in brussel in een modezaak. toen ik zwanger was van onze eerste zoon, ben ik thuis gebleven. Maar toen ik na de geboorte van de tweede zoon weer aan de slag wilde, zocht ik werk dicht bij huis.”diane ging in haar streek langs een aantal winkels. een job te pak-ken krijgen lukte niet meteen. Ze werd wel af en toe gevraagd om te helpen op een braderij of avond-markt of om eens in te springen als er ergens te veel werk was. “Zo ben ik dan uiteindelijk terecht gekomen bij mijn huidige werkgever. de uit-baters hadden de zaak enkele jaren voordien geopend en waren op zoek naar een hulp. Vermits ik al een paar keer bij hen had geholpen, wisten ze wat ze aan mij hadden. en zo kon ik er uiteindelijk aan de slag met een uurrooster dat overeenstemde met mijn verwachtingen. op dinsdag en donderdag van 10.00u tot 15.00u, op vrijdag van 13.30u tot 19.00u en één zaterdag op twee de hele dag. die vrijdag was geen probleem omdat mijn echtgenoot dan ’s middags thuis was. Ik werk nu nog altijd zo, al doe ik er inmiddels ook de woens-dagnamiddag bij.”Samenwerken met haar bazin was voor diane nooit een probleem. “Wij verstaan elkaar goed en er zijn nooit grote spanningen geweest, vooral omdat het respect wederzijds is. dat voel je. de winkel is in al die jaren al twee keer verhuisd, en ik ben telkens gewoon mee verhuisd.”

26 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

WCO

Nieuwe regeling noodlijdende ondernemingen na drie jaar weer in de steigers

Personeel en andere schuldeisers in erg oncomfortabele positie

Peter tierens

Brink’s, santens, waegener,… de lijst van de ondernemingen die al gebruik maakten van de nieuwe gerechtelijke reorganisatieproce-dure is lang. Bedoeld om onder-nemingen te redden, mondt die procedure in 70 procent van de gevallen uiteindelijk toch uit in een faillissement. en dat cijfer kan nog oplopen tot 80 of zelfs 90 procent, waarschuwt het statis-tiekenbureau graydon. Hoog tijd dus voor een grondige evaluatie.

Op 1 april 2009 trad de wet op de conti-nuïteit van de ondernemingen (WCO) in werking. De WCO, een geesteskind van de werkgeversorganisatie VBO, moest het oude gerechtelijk akkoord vervangen. Dat was nooit een echt succes geworden, onder meer wegens te duur, te rigide en te weinig toegankelijk. In 2008 werden nog amper 78 gerechtelijke akkoorden aangevraagd. Dat cijfer staat in schril contrast met de spec-taculaire cijfers die de WCO kan voorleg-gen: sinds 2009 werden al meer dan 4.000 gerechtelijke reorganisatiedossiers geopend.De WCO voorziet in een laagdrempelige pro-cedure die erop mikt om de economische activiteit en de tewerkstelling te behouden. Het noodlijdende bedrijf kan met het oog hierop een tijdelijke bescherming tegen zijn schuldeisers krijgen. Een afdwingbaar afbetalingsplan kan worden opgesteld en, indien nodig, kan de onderneming of een deel ervan worden overgedragen. De wet bepaalt bovendien uitdrukkelijk dat de werknemers en hun vertegenwoordigers bij de diverse stappen in de procedure moeten worden betrokken.

eenzijdige benadering

Op het eerste zicht oogt de WCO bijzon-der fraai. Maar de praktijk wijst uit dat de nodige kanttekeningen op hun plaats zijn. Naast een hele rits procedurele en techni-sche mankementen van de wet, is vooral de eenzijdige benadering van de opstel-lers erg storend. De gerechtelijke reorga-nisatieprocedure werd in 2004 ontwikkeld

door het VBO, waarbij de klemtoon werd gelegd op de onderneming in moeilijkhe-den. Schuldeisers, onder wie de werknemers, worden daarentegen in een erg oncomfor-tabele positie geplaatst. Niet alleen zien ze vaak hun schuldvordering helemaal of gedeeltelijk in rook opgaan, ook kan het meer dan zeven jaar duren voor ze het ver-schuldigde (rest-) bedrag hebben ontvangen. Bij kleinere leveranciers dreigt hierdoor een cashflowprobleem te ontstaan, wat ook deze bedrijven in moeilijkheden brengt en een sneeuwbaleffect creëert. Bovendien worden de schuldeisers tegen elkaar uitgespeeld. ‘Strategische schuldei-sers’ zoals banken en verzekeringsmaat-schappijen krijgen dan een erg voordelige behandeling, terwijl andere schuldeisers, zoals de RSZ en de fiscus, met een aalmoes worden afgescheept. Die georganiseerde én legale oplichting van de sociale zekerheid en de staatskas werkt vanzelfsprekend concur-rentievervalsing in de hand.

Beproefd recept

Hoewel de WCO veel aandacht besteedt aan het informeren van de werknemers, mogen die toch hun hart vasthouden wanneer

hun onderneming ‘de WCO aanvraagt’. Het beproefde recept bestaat uit een mix van inkorting van achterstallige lonen, loonin-levering, ontslag met ‘supersolden’ op de verbrekingsvergoeding – tot 90 procent of meer – en een overdracht van de onder-neming met beperkt behoud van rechten. Anders dan bij een faillissement komt het sluitingsfonds bij een WCO niet tussenbeide om de achterstallen van de werknemers te waarborgen. Zulke zaken stuiten niet alleen op veel onbegrip bij de betrokken werkne-mers, maar zijn bovendien op tal van pun-ten manifest in strijd met de Europese regels. De WCO biedt de werknemers – en andere schuldeisers – nauwelijks verweer-middelen. Misbruiken zijn dan ook legio. Het ACV pleit daarom voor een grondige aanpassing van de WCO, een bijsturing waarbij rekening gehouden wordt met de Europese regels, de rechten van de werkne-mers, de eigenheden van het arbeidsrecht en de mogelijke controle door de recht-bank. Op het kabinet van de minister van Justitie, Annemie Turtelboom, wordt naar-stig gewerkt aan een bijsturing van de wet. Afwachten nu of de bekommernissen van de vakbond daar gehoor zullen vinden.   

u41dvd
Oval

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 27

WCO

“Wet Continuïteit Ondernemingen schiet doel grotendeels voorbij”

Handelsrechter stelt simpele aanpassingen voor

Denis Bouwen

De wet continuïteit ondernemingen schiet haar doel grotendeels voorbij. Volgens Jacques maes, de voorzitter van de rechtbank van koophandel in turnhout, was de oude wetge-ving over het gerechtelijk akkoord eigenlijk beter dan haar opvolger.

Bij de Turnhoutse rechtbank van koophan-del werd, gespreid over zowat drie jaar, 170 keer gevraagd om de WCO toe te passen. Voorzitter Maes is weinig enthousiast: “De bonafide dossiers vormen één vierde van de aanvragen. In de helft van de gevallen is er sprake van misbruik van de wetgeving. En in een ander kwart van de gevallen kan je zonder meer spreken van fraude.”De cijfers tonen aan dat de WCO het aan-tal faillissementen niet terugdringt. Op 170 dossiers zijn nu al 84 bedrijven failliet of gerechtelijk ontbonden.Volgens Jacques Maes is er een wetge-ving nodig om te voorkomen dat noodlij-dende ondernemingen per definitie failliet gaan. “Ze moeten de kans krijgen om uit de problemen te geraken. Een groot pro-bleem met de WCO is dat de toepassing van de wet gevraagd wordt via een eenzijdig

verzoekschrift zonder toezichthouder. De rechtbank van koophandel hoort dus maar één klokje luiden. En er is voor de recht-bank maar weinig ruimte om verzoeken af te wijzen.”

Geen toezicht

Anders dan bij een faillissement of collec-tieve schuldenregeling – de andere insol-ventiewetten – blijft de aanvrager volkomen ‘handelingsbekwaam’. De onderneming kan kopen en verkopen, personeel aanwerven en ontslaan, leningen en kredieten aangaan of toestaan en betalingen doen of ontvan-gen. Zonder enig toezicht. “Volgens de WCO kan er wel een gedelegeerd rechter wor-den aangesteld maar die heeft geen enkele bevoegdheid.”De schuldenaar krijgt dus alle kansen om zijn zaakjes te regelen, terwijl de schuldei-sers in de kou staan en meestal nergens van weten. Vervelend voor de aanvrager is wel dat het bedrijf dat de WCO wil toepassen voor de buitenwereld ‘melaats’ wordt. Zo’n bedrijf moet leveringen contant betalen en moet waarborgen dat orders zullen worden uitgevoerd. Voor zover er nog orders wor-den geplaatst.Volgens Maes is de WCO ‘geschreven op maat van de misbruiker, fraudeur of crimineel’.

“De rechten van de schuldeisers, zeker de

gewone schuldeisers, worden op geen enkel punt beschermd. Het evenwicht is in deze wetgeving volkomen zoek.”

Veel misbruiken

Er zijn zeker bonafide WCO-dossiers maar rechter Maes ziet vooral misbruiken en fraude. Aan misbruiken geen tekort. Kleine bedrijven vragen de toepassing van de WCO aan terwijl ze beter meteen failliet zouden worden verklaard. Bedrijven die slecht wor-den gerund of onder de prijs werken, wor-den tijdelijk gered door een WCO maar er is geen enkele garantie dat zij nadien niet in dezelfde fouten hervallen. Er worden sterf-huisconstructies opgezet. Schuldeisers wor-den benadeeld. Rechten van werknemers en de RSZ worden ondergraven. Fraudeurs zien hun kans schoon om activa te laten verdwij-nen, geld in eigen zak te steken en schulden waarvoor ze borg staan eerst te betalen.Ondanks alle kritiek wil voorzitter Maes de WCO nu ook weer niet afschaffen. “Het uit-gangspunt is en blijft zinvol. Met eenvou-dige ingrepen kan de WCO wel goed werken.”

Aanbevelingen

Maes doet zelf drie aanbevelingen. Om te beginnen zou hij de toepassing van de WCO beperken tot ondernemingen met een zekere omvang. Met dat eerste voorstel zijn ze bij Unizo niet zo gelukkig. Hoe dan ook moet de rechtbank de mogelijkheid krijgen om op ieder moment de WCO te beëindigen en alsnog het faillissement uit te spreken en zo fraudeurs en criminelen de pas af te snijden. Er is een voorstel tot wijziging van artikel 41 van de wet dat toch min of meer in die richting gaat.Een andere aanbeveling bestaat erin om de rechtbank ambtshalve toe te laten een gerechtsmandataris met een algemene bevoegdheid aan te stellen, op kosten van de aanvrager. “Dat is essentieel”, stelt Maes.

“Je moet ervoor zorgen dat de procedure toch redelijk wat kost en dat er voortdu-rend controle is op het reilen en zeilen van het bedrijf. Zo kan je het aantal aanvragen drastisch verminderen en het gefraudeer en de misbruiken indammen. In het voorstel tot wijziging van de Wet is dat niet opge-nomen: een ambtshalve aanstelling door de Rechtbank van een gerechtsmandataris wordt als ‘politiek kansloos’ omschreven. Werk aan de winkel voor de vakbonden?”  

Heel wat bedrijven hebben de Wet Continuïteit Ondernemingen (WCO) al toegepast. Eén van die bedrijven was Brink’s, gespecialiseerd in geldtransporten.

de cijfers tonen aan dat de WCo het aantal faillissementen niet terugdringt. op 170 dossiers zijn nu al 84 bedrijven failliet of gerechtelijk ontbonden.

© f

oto:

iMag

Eglo

bE

u41dvd
Oval
u41dvd
Oval

28 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

FIlMkarin seBerecHts

Dans la maisonmijn achterbuurvrouw in ciné aventure had pijlsnel een verdict klaar voor françois ozons nieuw-ste: “c’est un casse-couil-les!” laten we het een beetje fatsoenlijk verta-len als “hij is een treite-raar”. françois is inder-daad zijn eigen treiterige zelve in ‘Dans la maison’. en dat levert een over-heerlijk anderhalf uur film op. over vertellen, mee-slepen én vasthouden.

Ozon pakt ons bij het handje naar ‘le Lycée Gustave Flaubert’, een respectabele school waar net een revolutionaire nieuwig-heid is ingevoerd: terug naar het uniform! Leraar Frans Germain zal het worst wezen. Uniform of niet, slijt maar eens Flaubert aan jongelui die in het week-end “een pizza hebben gegeten, tv hebben gekeken en de dag daarna niks hebben uitgevoerd omdat ze moe waren”.

Maar dan levert een stille leer-ling op de achterste rij een intri-gerend opstel af. Hij is via een weloverwogen vriendschap met een klasgenoot het huis van diens ‘typisch middenklassege-zinnetje’ binnengeraakt.

Germain vindt Claudes los-lippige werkstukje nogal

onbetamelijk, maar hij kan het lezen niet laten. En ook Mme Germain, galerie-uitbaatster op zoek naar inspiratie, raakt verslingerd. De leraar neemt zijn leerling apart en instrueert hem in de kunst van het vertel-len. Op school wordt getwijfeld aan de kiesheid van hun onder-onsjes. En in de zaal is het op den duur niet meer zo duidelijk wie er precies wie op sleeptouw neemt…

Ozon bewijst met ‘Dans la mai-son’ dat hij zelf de kunst van het verhalen vertellen bijzonder goed onder de knie heeft. Hij manoeuvreert zijn personages én zijn publiek slim, smalend en lichtvoetig van een lichtjes pedant spotschrift naar een voy-euristische soap. Halverwege de film heb je Ozons trukendoos wel grotendeels door, maar afhaken is dan echt geen optie meer. Dan moet je gewoon mee met de vermakelijke Fabrice ‘Germain Germain’ Luchini, die van gereserveerd cabotineren een handelsmerk heeft gemaakt. En met de rest van het onver-kwikkelijke gezelschap.

Als je wil, kan je elk huis binnen-dringen, zegt verteller Claude op het einde van de film aan zijn leermeester. Welja, als je François Ozon heet dan toch…

‘Dans la maison’ komt op 10 oktober in de Belgische zalen.

De kunst van het verhalen vertellen (Fabrice Luchini, Emmanuelle Seigner en Ernst Umhauer).

Beklemmend, confronterend drama over afscheid nemen (Jean-Louis Trintignant en Emmanuelle Riva).

Amour Het begin van het leven is een rijkelijk bespeeld thema. tot zowat een jaar geleden waren de barensweeën niet te tel-len op tv. Dan ligt het einde van het leven ons toch minder, om het zo te stellen. De weeën van het afscheid nemen wor-den iets minder gretig uitgesmeerd. Zeker als dat afscheid niet net-jes afgelijnd is, maar een nauwelijks merkbare uit-monding van een fysieke en geestelijke kaalslag.

I n ‘A m o u r ’ d r i n g t d e Oostenrijker Michael Haneke binnen in de slinkende leefwe-reld van een bejaard echtpaar. Dat leverde hem op het Festival van Cannes een tweede Gouden Palm op. En de kijker één van de meest confronterende films van de voorbije jaren.

Haneke opent ‘Amour’ met een inval van de Parijse politie in een mooi, wat verweerd appar-tement. Eigenlijk weet iedereen al ongeveer wat die daar zal aan-treffen…

Terug in de tijd dan. Anne en Georges, gedistingeerde tach-tigers, wonen een pianoconcert bij van een vroegere leerling van Anne. Een avond genie-ten en dan met de metro terug naar huis. ’s Anderendaags bij het ontbijt is Anne plots een moment ‘afwezig’. Of is het Georges, die paniekerig door het

appartement zwalkt en de kraan laat openstaan?

Een mislukte routine-ingreep later keert Anne in een rolstoel terug naar huis. Georges neemt de zorg over zijn vrouw liefde-vol op zich. Hun relatie wordt intenser, maar hun bestaan gaat zich meer en meer tussen vier muren afspelen. Gaandeweg verloopt hun realiteit volgens eigen codes, die voor buiten-staanders – ook hun eigen doch-ter – niet te ontcijferen, en nog minder te begrijpen zijn.

Michael Haneke bruuskeerde zijn publiek vroeger nogal eens met kille analyses en onthut-send geweld. Nu leidt hij ons met glasheldere blik en ont-nuchterende menselijkheid binnen in de laatste fase van het leven. Dat die fase zo onver-hoeds en onontkoombaar bin-nensluipt, is misschien nog het pijnlijkst in dit beklemmende drama, dat door Haneke meticu-leus maar met veel tact in beeld is gezet.

Jean-Louis Trintignant en Emmanuelle Riva zijn fenome-naal als bejaard stel dat zelfs in hun stilaan tot paramedische biotoop herschapen woonst waardigheid blijft uitstralen. ‘Amour’ is harde, innige cinema over een thema dat niemand graag aanraakt. Een magistrale film.

‘Amour’ komt op 24 oktober in de Belgische bioscopen.

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 29

RUBRIEKSNAAM

Absurde overvloedmichael foley

michael foley noemde zijn nieuw-ste boek ‘the age of absur-dity’. in het nederlands werd dat ‘absurde overvloed, waarom het zo moeilijk is om gelukkig te worden’. als het boek bij ons een bescheiden bestseller is gewor-den, heeft dat alles te maken met de accentverschuiving in de titel.

Iedereen is het erover eens dat er te veel van alles is, en dat dat teveel ons geluk niet bevordert. Maar wie van Foley een lofzang verwacht op eenvoud en onthechting, komt bedrogen uit. Door de nadruk te leggen op de absurde aspecten van onze tijd, komt hij veeleer in de buurt van Albert Camus, maar dan een Camus met wie al eens te lachen valt.Foley beschrijft zichzelf als ‘een bloemen-kind uit de jaren ‘60 (...) dat ontspoord is door ontevredenheid, rusteloosheid, verlan-gen en wrok’. Net als veel van zijn tijdge-noten vindt hij dat hij recht heeft op méér en beter en is hij verongelijkt wanneer dat er niet komt. Hij stelt zichzelf de voor de hand liggende vragen: waar komen die bui-tenproportionele verwachtingen vandaan? Wat is het alternatief? Hoe kunnen we dat bereiken? Kunnen we voor advies terecht bij briljante geesten uit het verleden? Inderdaad hebben veel schrijvers en filoso-fen nagedacht over het begrip ‘geluk’. Voor de één is het de afwezigheid van pijn, voor een ander is het geen permanente toestand maar slechts af en toe bereikbaar. Voor een lange rij artiesten heeft geluk te maken met een combinatie van liefde en werk (Woody Allen: ‘Work is more fun than fun.’)

Bijproduct

Foley besluit dat geluk misschien niet moet worden nagestreefd maar dat het een bij-product is, bijvoorbeeld bij nuttige en zin-volle arbeid. En zodra het geluk er is, wordt het een stijgende spiraal waarin het geluks-gevoel de wil versterkt, wat op zijn beurt het geluk versterkt en zo voort naar boven. In tegenstelling tot een depressie, waarbij ongeluk de mens naar beneden haalt.

Voor wie zich gelukkig voelt, is de wereld betoverd en betoverend en wordt alles rijker, vreemder en interessanter. “Het oog ziet helderder, de geest denkt scherper en het hart voelt dieper”, zegt Foley, “en deze drie verenigen zich in enthousiasme, vreugde en animo.”In een volgend deel gaat de auteur op zoek naar wat ons tegenhoudt om gelukkig te zijn. Er is om te beginnen de belachelijke nadruk van de commercie op overconsump-tie. Om de onbetaalbare rentes te kunnen blijven betalen moet de economie blijven groeien en moeten er dus almaar meer producten gemaakt en gekocht worden, gestimuleerd door schaamteloze reclame. Natuurlijk heeft de Boeddha gelijk als hij zegt dat het onze wensen en hunkeringen zijn die ons ontevreden maken. Maar kan Boeddha het ooit halen tegen Sigmund Freud, die heeft beweerd dat begeerte – niet alleen seksuele begeerte – nu eenmaal de essentie van de mens is?

Ondanks alles is de betovering van het potentieel, van wat er allemaal mogelijk is in een welvarende samenleving, een dorst die blijkbaar met geen water te lessen valt, ook al hebben talrijke psychologische stu-dies aangetoond dat na een bepaald punt nog méér bezit geen effect meer heeft en dat succes en voorspoed alleen nog nie-mand gelukkig hebben gemaakt. De oude Schopenhauer zei het al: “We scheppen alleen vreugde in het bestaan zolang we iets nastreven. Zo gauw ons verlangen vervuld is, ontdekken we hoe leeg het was.”

Geloof en familie

Een betere kans om gelukkig te worden ligt volgens Foley en zijn slimme woordvoerders in geloof en familie. Gelovige mensen zijn gelukkiger dan ongelovigen, getrouwden gelukkiger dan alleenstaanden. Alleen, zegt Foley, is het jammer dat de inspirerende stichters van een religie een bron van gêne worden voor hun kleingeestige volgelingen,

‘die ideeën veranderen in dogma’s, principes in voorschriften en initiatieven in rituelen’. In de overige delen van zijn boek heeft de auteur het onder meer over computergames en het verlangen om iemand anders te zijn, exaltatie en mystiek, het voordeel van wan-delen, het verschil tussen verliefdheid en gehechtheid en de voordelen van ouder wor-den. Hij hakt in op de verwerpelijke trend om ons af te keren van de wetenschap (‘zo, koud, zo afstandelijk’) en om de emotie te omarmen (‘zo warm, zo menselijk’). Het onderwijs heeft het volgens Foley opge-geven ‘moeilijk’ te zijn en de autoriteit van de leraar is verdwenen. Het alternatief voor denken is niet emotie, waarschuwt hij, maar onnadenkendheid. Als de rede eenmaal in diskrediet is gebracht, is het hek van de dam. ‘Absurde overvloed’ is geen pasklaar recep-tenboek om gelukkig te worden maar wel een interessant verslag van een jarenlange persoonlijke zoektocht naar manieren om een zinvol, gezond en evenwichtig leven te leiden.   

abSUrde oVerVLoed

Michael Foley

Uitgeverij atlas/Contact

320 blz.

BOEKgutenBerg

Zo gauw ons verlangen vervuld is, ontdekken we hoe leeg het was.

30 | oktober 2012 | 116de jaargang | ons recht

Ontslag in voedingsindustrieWie in een bedrijf uit de voedingsindustrie ontslagen wordt,

kan sinds kort een opleiding volgen tot een maximumbe-

drag van 2.500 euro per persoon. een opleiding die samen-

hangt met het zoeken naar een nieuwe baan. je las het al

in ons recht van september. Maar de zetduivel speelde ons

parten. Wie meer informatie wil over de voorwaarden, kan

surfen naar deze plek op internet: www.ipv.be/ontslag.

Lezersbrieven dienen te worden gestuurd aan: redactie Ons recht · Sudermanstraat 5 • 2000 Antwerpen · [email protected]

Anonieme brieven worden niet gepubliceerd. Naam en adres van de steller moeten ons bekend zijn. De brieven worden in de regel gepubliceerd met vermelding van de initialen en de woonplaats van de schrijver, hoewel die op uitdrukkelijk verzoek kunnen worden weggelaten. De redactie behoudt zich het recht voor te lange lezersbrieven eventueel in te korten zonder aan de essentie ervan te raken. De publicatie van lezersbrieven betekent niet dat de redactie in alle opzichten akkoord gaat met de inhoud ervan.

DE lEzER SChRIjFt

ZeLFSTAnDIGenT.H. - Per e-mAIL

Ons Recht valt bij ons sinds jaren in de brievenbus, via mijn echt-genoot. Ik lees het blad op die manier. Het stoort me mateloos dat al te vaak de indruk wordt gewekt dat zelfstandigen in het geld zwemmen en frauderen. In het artikel over de index, ver-schenen in het septembernum-mer, gebeurde dat nog maar eens. Maar de kleine zelfstandige voelt het ook wanneer de lonen wel of niet worden geïndexeerd. Wij kleine zelfstandigen leven van wat onze klanten consumeren. Als bij de klanten de vinger op de knip gaat, hebben wij minder inkomsten.Ik werk al sinds mijn twintigste. Op mijn 65ste zal ik 400 euro pensioen krijgen. Ik werk min-stens 50 uur per week en heb veertien dagen vakantie. Voor de rest werk ik zes dagen op zeven. Ben ik ziek, dan krijg ik de eerste maand niets. Ik heb geen vakan-tiegeld of eindejaarspremie.Nu moet ik worden geopereerd. Twee dagen in het ziekenhuis en veertien dagen om te herstel-len. Ik werk alleen, dus zal de winkel tijdelijk moeten sluiten. Veertien dagen lang heb ik geen inkomsten. Er is ook geen tege-moetkoming van het ziekenfonds.Ik heb zelf gekozen voor een bestaan als zelfstandige en ben happy in mijn job. Maar een beetje respect voor zelfstandi-gen die al dan niet ook andere mensen tewerkstellen is toch op zijn plaats.

N.v.d.r.Goed om vast te stellen dat in de bus vallende exemplaren van Ons Recht worden gelezen,

ook door ‘zelfstandige’ echtge-notes van leden. Fijn ook dat de lezeres beklemtoont dat de koopkracht van werknemers en burgers van belang is voor de binnenlandse consumptie. Het is een verhaal dat we te weinig horen bij de zelfstan-digenorganisaties. Nooit zullen we zeggen dat alle zelfstandigen in het geld zwemmen en daarbij nog frau-deren. Wel stellen we vast dat de belastingdruk op beide inkomens uit arbeid – ook zelfstandigen leveren arbeid, u zal het ons nooit anders horen vertellen – behoorlijk ver-schillend worden behandeld. Vooral de vennootschapsbe-lasting ziet er anders uit dan de personenbelasting. Een niet altijd even duidelijke veelheid van aftrekposten, met soms aardig stuitende voorbeelden, leidt tot een ongelijke behan-deling.De verschillen in de sociale zekerheid in de stelsels van werknemers en zelfstandigen zijn inderdaad vaak groot. Als LBC-NVK hebben we al meer dan eens op het lamentabel slechte socialezekerheids-statuut van zelfstandigen gewezen, niet alleen wat de pensioenen betreft. Maar we hebben er altijd bij gezegd dat de eigen bijdragen van de zelfstandigen ook te laag zijn om aan een degelijk statuut te werken. Ziekte, pensioen… het is ook voor zelfstandigen een inkomensprobleem, maar zonder een flink bijgestuurde financiering van het stelsel raakt dat niet opgelost. We wensen u toch graag het aller-beste, met uw gezondheid.

216.00 notarisbedienden vorige lonen x 1,0075 308.00 maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie vorige lonen x 1,0014 309.00 beursvennootschappen vorige lonen x 1,001428 310.00 banken vorige lonen x 1,0014

INDExAANPASSING SEPtEMBER 2012

Vakbondspremie banken

In alle ondernemingen van de banksector (paritair comité 310) kunnen LBC-NVK-leden voortaan een stukje van hun vakbondsbij-drage terugbetaald krijgen. Het gaat om een vakbondspremie van 35 euro.Om de vakbondspremie te krij-gen moet je aan diverse voor-waarden voldoen. Zo moet je minstens zes maanden aange-sloten zijn bij de LBC-NVK op het ogenblik waarop de vakbonds-premie wordt uitbetaald. Je moet ook minstens zes maanden in de sector hebben gewerkt in de peri-ode van 1 januari tot 31 decem-ber 2011.Vertrek je met brugpensioen of heb je een andere uitstaprege-ling? Dan blijf je recht hebben op de premie als je in 2011 nog minstens één maand werkte en als je nog altijd lid bent van de LBC-NVK op het ogenblik van de betaling. Ook wie met tijdkrediet is of arbeidsongeschikt is, blijft recht hebben op de vakbonds-premie.De vakbondspremie wordt uit-gekeerd tussen 15 september en 15 november 2012. Het bedrag wordt gestort op je bankrekening.Het enige wat je moet doen is controleren of de gegevens op het premieattest kloppen. Bezorg het ondertekende en eventueel gecorrigeerde attest bij voorkeur aan je LBC-NVK-afgevaardigde.

Vakbondspremie verzekeringen

In de sector van de verzeke-ringsmaatschappijen (paritair comité 306) wordt de vakbonds-premie uitgekeerd tussen 15 september en 15 november 2012.Om de vakbondspremie te krij-gen moet je minstens zes maan-den aangesloten zijn bij de LBC-NVK op het ogenblik waarop de vakbondspremie wordt uit-betaald. Je moet in orde zijn met de betaling van het lid-geld. Verder moet je minstens zes maanden in de sector heb-ben gewerkt in de periode van 1 januari tot 31 december 2011.Vertrek je met brugpensioen of heb je een andere uitstaprege-ling? Dan blijf je recht hebben op de premie als je in 2011 nog minstens één maand werkte en als je nog altijd lid bent van de LBC-NVK op het ogenblik van de betaling. Ook wie met tijdkre-diet is of arbeidsongeschikt is, blijft recht hebben op de vak-bondspremie.De vakbondspremie wordt gestort op je bankrekening. Het enige wat je moet doen is controleren of de gegevens op het premieattest kloppen. Bezorg het ondertekende en eventueel gecorrigeerde attest bij voorkeur aan je LBC-NVK-afgevaardigde.

UItBEtAlING VAKBONDSPREMIE

ons recht | 116de jaargang | oktober 2012 | 31

mISSIe VAn De LBC-nVK

de Landelijke bediendecentrale – nationaal Verbond voor kaderpersoneel (LbC-nVk) is een vakbond die als deel van het algemeen

Christelijk Vakverbond (aCV) opkomt voor meer en sterkere rechten voor werknemers (m/v). de LbC-nVk is een onafhankelijke demo-

cratische organisatie met leden en militanten, die streeft naar solidariteit onder werknemers. nationale en internationale solidariteit is een

belangrijk doel en bindmiddel. de LbC-nVk staat voor een democratische kijk op de samenleving. Samen met gelijkgezinde bewegingen

wil ze een strijdbare tegenmacht zijn.

Vlaamse gaaiik had ronald in tijden niet gezien. Hij woont anders niet ver uit mijn buurt en hij staat vaak zijn haag te snoeien wanneer ik langskom voor mijn wandeling, maar in de mooie zomermaan-den lopen we elkaar soms mis.

Nu was hij er weer, gebruind en getaand, met rollende spierballen en een stoppel-baard van drie dagen. Hij zag er gezond en energiek uit, een man in de kracht van zijn tweede jeugd, een voorbeeld voor elke vroeggepensioneerde. Hij schoor zijn haag en groette me hartelijk.

“En?” Ik wist meteen wat hij met ‘En?’ bedoelde. In het voorjaar hadden we allebei staan opscheppen over onze vakantieplannen. Bij die van hem waren oceanen eraan te pas gekomen en uitgestrekte vlakten en ik dacht zelfs een vulkaan. Ik weet nog dat ik hem nauwelijks durfde te vertellen wat mijn vooruitzichten voor september waren: een huurhuisje in la France profonde, twee stapels boeken en magret de canard in een dorpsrestaurant met vrienden en plaatse-lijke wijn. Hij had geknikt en mij veel ple-zier gewenst, maar nu kreeg ik de volle laag. eilandje boven Berlijn

“Fantastisch,” zei hij met een verzaligde glimlach, “het is weer fantastisch geweest.”Hij legde zijn haagschaar neer en begon te vertellen. Over zijn wandelingen in het grensgebied tussen Pakistan en India (“de mooiste mensen die ik ooit heb gezien”), zijn zeiltocht naar New York (“wel een storm gehad, toen scheelde het echt niet veel”) en zijn ontdekking van een eilandje boven Berlijn dat niemand kende, behalve de Duitsers zelf dan, en waar je in de bossen nog herten en everzwijnen kon tegenkomen. Ronald vertelde het allemaal met smaak en ik benijdde hem wel een beetje om zijn avontuurlijke instelling, maar ik had nu eenmaal zijn spierballen niet, noch zijn geld en als ik me een dag niet schoor, moest ik het horen van mijn vriendin.

“En jij?” vroeg hij, meer uit beleefdheid dan uit interesse. Ik haalde mijn schouders op. “Je kent me.

Liever lui dan moe. We wilden een dag naar Biarritz rijden, maar het was te warm. Maar herten hebben we ook gezien.”

“Reeën,” zei Ronald streng. “Een ree is klei-ner dan een hert en heeft een korter gewei. Misschien dat we in de winter nog eens naar Lapland trekken, maar dat staat nog niet vast. Anke is niet zo’n langlauftype.”

mislukkeling

Ik nam afscheid en voelde me een misluk-keling. Het grensgebied tussen India en Pakistan... Al jaren nam ik me voor om dwars door de Ardennen te wandelen of als dat niet kon door de Kempen, maar zelfs daar was ik te tam voor, te bang, te veel gesteld op mijn comfort. Ik was nog nooit in New York geweest, laat staan in een zeilboot, na een woeste storm. Alleen dat eilandje boven Berlijn leek me haalbaar, maar mijn Duits was dan weer niet je dat. Misschien was het beter maar nooit meer met Ronald over reizen te praten. Na een kwartier kreeg ik bij hem altijd het gevoel dat het bestaan in vierde versnelling aan mij voorbij ging, dat ik als een bejaarde met een rollator langs de kant van het leven schui-felde. Waarom had ik niet zijn guts, zijn ongebreidelde levensdrift, zijn onderne-mingszin? En toen zag ik de Vlaamse gaai.In Frankrijk had ik hem ook gezien, de wat plompe, prachtig gekleurde zangvogel met wat Peterson schrijft ‘de moeizame vlucht’. Hoe dikwijls was hij niet bang de weg over-gevlogen, van de ene boom naar de andere, klokkend en schrèèkend, zonder dat ik hem op mijn gemak had kunnen bekijken? En hier, op mijn onnozele dorpswandeling zat hij zomaar voor me in een ratelpopulier! De Vlaamse gaai, le geai of le gai, zoals ze hem ginder noemen, met zijn blauw-witte vleu-gelspiegel en zijn witte stuit. Een prachtige vogel én de titel van de beste bundel kran-tenartikelen die Johan Anthierens ooit had geschreven.Ik dankte de god van de burgerlijkheid – pijpje, pet, geruite pantoffels – voor zijn troostende teken en stapte opgelucht ver-der. Nee, ik had niets gemist. En thuis wist ik weer meteen wat ik moest lezen.

AChtERKlAPwalter

ONS REChtverantwoordelijke uitgever: Marc WeynsSudermanstraat 5 • 2000 antwerpenhoofdredacteur: denis bouwenredactiesecretaris: jan deceunynckvormgeving: Peer de Maeyerdrukkerij: Corelio Printingredactie en administratie:Sudermanstraat 5- 2000 antwerpen tel. 03/220.87.11 • Fax 03/[email protected]

lBC-NVK-SECREtARIAtENEN -StEUNPUNtEN

• LBC-nVK AALST Hopmarkt 45 - 9300 aalst tel. 053/73.45.20 - fax 03/220.88.01 [email protected]• LBC-nVK AnTWerPen nationalestraat 111-113 - 2000 antwerpen tel. 03/222.70.00 - fax 03/220.88.02 [email protected]• LBC-nVK BruGGe-OOSTenDe kan. dr. L. Colensstraat 7 - 8400 oostende steunpunt: oude burg 17- 8000 brugge tel. 059/55.25.54 - fax 03/220.88.15 [email protected]• LBC-nVK BruSSeL Pletinckxstraat 19 - 1000 brussel tel. 02/557.86.40 - fax 03/220.88.05 [email protected]• LBC-nVK DenDermOnDe oude Vest 146 - 9200 dendermonde tel. 03/765.23.71 - fax 03/220.88.19 [email protected]• LBC-nVK GenT-eeKLO-ZeLZATe Poel 7 - 9000 gent tel. 09/265.43.00 - fax 03/220.88.08 [email protected]• LBC-nVK HALLe Vanden eeckhoudtstraat 11 - 1500 Halle tel. 02/557.86.70 - fax 03/220.88.06 [email protected]• LBC-nVK HASSeLT Mgr. broekxplein 6 - 3500 Hasselt tel. 011/29.09.61 - fax 03/220.88.09 [email protected]• LBC-nVK KemPen korte begijnenstraat 20 - 2300 turnhout tel. 014/44.61.55 - fax 03/220.88.20 [email protected]• LBC-nVK KOrTrIJK-rOeSeLAre-IePer President kennedypark 16d - 8500 kortrijk steunpunten: H. Horriestraat 31 - 8800 roeselare St. jacobsstraat 34 - 8900 Ieper tel. 056/23.55.61 - fax 03/220.88.12 [email protected]• LBC-nVK LeuVen Martelarenlaan 8 - 3010 kessel-Lo tel. 016/21.94.30 - fax 03/220.88.13 [email protected]• LBC-nVK meCHeLen-ruPeL onder den toren 5 - 2800 Mechelen-rupel tel. 015/71.85.00 - fax 03/220.88.14 [email protected]• LBC-nVK OuDenAArDe koningsstraat 5 - 9700 oudenaarde tel. 053/73.45.25 - fax 03/220.88.03 [email protected]• LBC-nVK SInT-nIKLAAS H. Heymanplein 7 - 9100 Sint-niklaas tel. 03/765.23.70 - fax 03/220.88.18 [email protected]• LBC-nVK VILVOOrDe toekomststraat 17 - 1800 Vilvoorde tel. 02/557.86.80 - fax 03/220.88.07 [email protected]

AlGEMEEN SECREtARIAAt

Sudermanstraat 5 - 2000 antwerpentel. 03/220.87.11, Fax 03/[email protected] | www.lbc-nvk.be

Ons recht wordt gedrukt op verbeterd krantenpa-pier. dit papier wordt gemaakt op basis van gerecy-cleerd materiaal.