1977 - Nummer 56 - oktober 1977
-
Upload
faculty-association-sefa -
Category
Documents
-
view
249 -
download
7
description
Transcript of 1977 - Nummer 56 - oktober 1977
october 1977
LICHT OP !JSLA/JO
rostra iliad van dj! feonomisme 'aeu.teit 'aa .... n' '76..J77 ,.
~
redaefie Pieter Beematerboer Annegreet van Bergen Kee6 de Boer J . G. Lambooy Herman van Oorschot Ton van der Peet Paul Rupert Hein Vroli jk
adres Jodenbreestraat 23 Kamer 1324 te 1. 5254017 SEF , tel. 5254120
postadres Jodenbreestraat 23 Kamer 2167 Amsterdam
illustrator Onno Kratt van Ermel Ancira PiGka
Adreswijzigi ngen moe teD
gestuurd worden DaBr
Studentenadminiatratie
drukke r ij Kaal,
Nieuwe Herengracht 61
inboud I cag . 3 ge:=;preki~r; rr. i -: ,joenenrtota
pa~ . 4 Forum ~; .!! joenenno~a
pal} a 6 AfscL~id~co l lege prof . Vonk
pa t: . 7 Afsc:leidsco1 .ege prof. Star-
reve~ d
pa, : . 8 Ijs1ct ndf'e inf) F\ : ie
pa R. 10 Gil en du ~peru
pa~ . I? StuQjere i ~en
pal': . : 5 Rond/u: t ue r .... ad
2
NClaldioneel Dit is het begia . Het e erste nummer van Ro s tr: is ~ 0er van de persen . In dit nummer uiteraard aandacht voor de zaken, die ons ue ~aa tste ti j d hebben bezig gehouden , de prettige en de minder pretti ~e zaken .
IN MEMORIAM
Oak een dringend ver 7. oek om voora.' de oproep voor een docent-mede~ecker e n student-medewerke r te ~ezen , en te rea~ere n !
En niet vergcten om wanneer interessante gebeurtenissen het w ~ard zijn om aanjacht aa te besteden in Hostru , da~ rvan even berieht te doen bij de redaktie, post op kamer 1324 of fae . buro. Kopij is alt ijd welkom, uiterste inleverdatum volgende nummer: 1 NOVEMBER
RITA WANDERS
Ais je in de krant leest, dat elk jaar in ons land zo'n drieduizend mensen in het verkeer de dood vinden , dan is dat een gruwelijk statistiseh gegeven . Toch realiseer je je pas ho~ gruwelijk, wanneer iemand uit je naaste ongeving tot de slachtaffers behaart . Het was een gewoan berichtje , ap pagina za vee l. van de krant , dat bij het Cen traal Station een wielrijdster in batsing met een stadsbus de dood had gevanden . Je leest het, zoals je zoveel berichten l eest. Tatdat je apschrikt , omdat het slachtoffer een jau bekende naam heeft . En dan blijkt het onvoorstelba re te hebben plaats gevanden: Rita Wanders, een studente van drieentwintig jaar . Rita , voor velen een goede bekende . Zij heeft aan onze faculteit veel werk verzet. In hat studentenleven . En in de vakgroep r~icroecanomie ,
waaraan zij de laatste jaren verbonden is ge wee st . Vooral de l'18ori e van je centraal gel eide economie had haar belangstelling en toen aan onze fBculteit een l eerstoel in deze richting tot s tand kwam, is zij daarbij de eerste candidaat-assistent geworden . Oak aan het micro-ecanomisch onderwijs in de propedeuse heeft zij haar steentje bijgedragen en bij de coordinati e ervan heeft z!j een belangrijke rol gespeeld . In het menselijk contact WB~ Rita een vriendelijke , i nn emende persr, onlijkheid, ser ieu s , iemand van wie je op aan kon, een goede en la yale c011ega. Wij zu11en haar zeer missen.
A. Pais , Voorzitter vakgroep flicro - economie.
Het bericht van het plotael inge overlijden van Rita Wanders kwam voor velen van ons als een schok . Immers , door de akt iviteiten die Rita ontplaoid had genoot ze op de fakulteit een ruime bekendheid , en had ze ve l e vrienden weten te maken. We herinne r en ans het vele beatuur swerk dat ze heert gedaan, gedurende de jaren dat ze in de kandidaatsraad zat, en later in de fakulteitsraad . In daze periode heart ze zich vacral ingespannen am de 'paper-vervQngende werk groepen geacceptee rd te krijgen. In haar werk als kandidaatsassistente heert zij haar ideegn oak gestalte weten te geven . Vorig jaar heeft zij zich me t c r oat enthousiasme bezig gehouden met de orQanisatie van de SEF-studiereis naar Sri Lanka . Al deze aktiviteiten pakte ze aan me t een verfri ssende blijmoed i gheid . Maa r oak priv~ hebben velen met Rita ' s belangstelling en hartelijkheid kennis gemaek t . Ze was een tri jne kameraad . Degenen die haar het msest na standen weten zich ver zekerd van on ze steun en sympatie .
n~rnen5 ~~~r v~ien~c .:,
!'"ul Peosel;.ng ~·.~. T·i. ~ ta:r.
C:-:. :-: L'irl·{.C"\cr.
~B ESP R E K 111 G-",,---~~
MILJO EN ENlfOTA
De tradi tionele bespreking van de milj oenennota aan onze fakulteit heeft pl aatsgevonvonden op vrijdag 30 september. Deze bespreking bestond uit een ochtendzi ttin g , waarin Ben drietal inleidingen en een middagzitting die uit een forumdiscussie bestond. [en drietal ileiders ging op een aantal deelaspecten in van de pro bleman die momenteel onze natio-: 'i nale economie teisteren.
somber Drs, de Klerk trad op als voorzitter en begon de ochtendzitting, met ,na e~n welkomswoord aan de aanwezigen gericht te habben, met een opsomming van een aantal zaken die hem in de laatste miljoenennota opgevallen waren. Hij ~onstateerde onder meer dat in de laatste Macro- economische Verkenning (~EV) een somber toekomstbeeld geschetst wordt omtrent onze economie: oak in de nabije toekomst zal het investeringsniveau laag blijven en als gevolg daarvan zal de werkgelegenheid in de volgende jaren eerder afnemen dan t oenemen. De aanvankelijk gunstige ontwikkelingen in de Verenigde s taten, die zich kenmerkte door een behooilijk economisch her s tel a ls gevolg van een stijging van het binnenlandse can sump tie en investeringsniveau, is nu oak daar tot staan gebracht. De sterke positie van de gulden door de omvangrijke aardgasexporten die voor een behoorlijk overschot op onze lopende rekening zorgen is nog steeds een belemmering voor de exportgroei wat betreft de kostenkant. De binnenlandse vraagstijging is daardoor van groot belang geworden voor de economie als afnemer. De laatste ontwikkeling is dat, na een aanvankelijk lieht herstel, de binnenlandse vraagstijging afneemt en wellicht in de toekomst zal gaan dalen, Om de binnenlandse vraag weer een kans te gaven om weer aan te trekken heeft de regering geen bela stingverhoging in de directe sfeer aangekondigt, hiertegenover staan echter weI tamelijk omvangrijke verhogingen van de indirecte belastingen: verhogingen van de accijnzen op tabak en verhofing van de 8TW van zestien tot achtien procent. Een verdere daling ,van het consumptieniveau is dan oak te verwachten.
loonJrostenstiJll inll . De eerste inleider, 8. Thio. lichtte de aanwez~gen l.n over "stagnatie en de gevolgen hiervan voor de werkgelegenheid". Hij stelde vast dat een verdere stagnatie van de produktie, een uitblijven van nieuwe investeringen, hogs werkloosheid en een tot stilstand gekomen conjunctureel lierstel uit de krisis van
1974/l975,een diseussie over het gevoerde regerin gsbeleid nodig maakt.
, Ook Thio kwam met een diagnose van de huidige economische toestand. De pr~ ductiegroei zal dit jaar beperkt blijven tot 3%, ·de exportgroei zal D'f, bedragen, de stiJging van de winstkomponent van· het nationale inkomen zal verder vertragen en de werkloosheid zal oplopen tot boven de 250.000. uit het , apport van de Europese Commissie kunnen we lezen dat de economische groei overal in Europa en zelfs ook in de V. S. vertraagd'is en zelfs tot staan is gekomen of zal komen. Net als het . lMF vindt de [uropese Commissie dat nieuwe conjunctuur stimule -rende maatregelen genomen moeten worden: de importvraag dient verhoogt te worden, net als het binnenlandse consumptieniveau. Het probleem zit hem in het feit dat iemand hiermee moet beginnen. Thio vraagt zich af of deze methode evenwel een goade manier is om de economie weer op te krikken. In' Nederland heeft de werkloosheidsbestrijding gefaald, ondanks de conjunc-turele maatregelen zoals loonmatiging en bezuinigingen op de overheidsbestedingen en .een licht wereldwijd economisch herstel. Het in Nederland gevoerde beleid kenmerkt zich door het streven naar een beperking van de loonkostenstijging op grond van de gedachte, dat meer winst ook meer werk zou opleveren. Dit beleid heeft evenwel gefaald. Dit beleid is gebaseerd op de modellen van het planburo, de zogena~ jaargangen modellen, ook wel bekent onder de naam VlNTAF II. De doelmatigheid van dit model, dat vooral de nadruk legt op de kostenkant, is nu weI aangetoond. De kritiek van Driehuls en van der Zwan spitst zieh toe op de relatie, die in deze modellen wordt gel egd tus~en arbeldskosten en werkgelegenheid. Deze relatie zou vol gens hen niet direkt aan te tonen zijn. Doordat de regering haar beleid nog steeds afstemt op het voornoemde model, drinkt zich de vraag op of de regering de werkloosheidsbestrijding wel als eerste prioriteit stelt in het kader v~n haar economische politiek. Het lijkt er veeleer op dat de regering de ' voorrang geeft aan de inflatie bestrijding. Oit is weI in overeenstemming met wat de DECO aanbeveeld en wat in ' Duitsland de praktijk is. Nu weer terug naar de krisis. De ontoereikendheid van het conjunctuurherstel toont aan dat de resessie van 1974 nog steeds doorwerkt. De export stagneert zelfs zo, dat in 1977 voor het eerst de nederlandse exportstijging zal achterblijven bij de stijging van de wereldhandel.De stijging van de con sumptie stagneert al langer. De oorzaak voor deze stagna tie ligt volgens de MEV niet in de verzadigingsverschijnselen
die sommige sectoren van onze economie tei steren, maar eerder een achterblijven van de binnenlandse n buitenlandse vraag. De buitenlandse vraag is moeilijk te beinvloeden , de binnenij landse vraag blijft echter aehter omdat de beschikbare inkomens achter gaan blijven. Het gaat hier vooral om loonen overdrachtsinkomens. Sedert 1971 heeft dit al zijn gevolgen gehad voor de (uitbreidings)investeringen en het ontstaan van een behoorlijke overcapaciteit. De investeringen die wel plaats vonden hebben vooral betrekking op vervangingsin~esteringen en diepteinvesteringen, gericht op de vervanging van arbeid door kapitaal. Behalve de genoemde factoren. die tot stagnatie hebben geleid kunnen we ook nog de volgende factoren noemen: de gestegen aardolie- en grondstoffenprijzen (die al een verlaging van de koopkracht tot gevolg had), een rationalisatie in het bedrijfsleven sinds 1965 (w~ardoor steeds meer kapitaal geconcentreerd werd), concentratie op de markt (fusering en overname) en in het produktieproces (waardoor een sterke stijging van de arbeidsproduktiviteit plaatsvond en daardoor een vermindering van de werkgelegenheid , in de industrie~ Aanvankelijk werd deze uitstoot van arbeidsplaatsen nog gecompeAseerd door een stijging van arbeidsplaatsen in de dienstverlenende sector, bij de overheid en door uitbreidingsinvesteringen). De konsequentie van een regeringsbeleid die dergelijke ontwikkelingen in het bedrijfsleven heeft gestimuleerd, is het verloren gaan van arbeidskraehten en Qen toename van de werkloosheid. Een ander gevolg van de genomen maatregelen is wel dat de winstcijfers de nei9ing hebben 'iets aan te trekken of dat in iede r geval de schuld en liquiditeitsposities een gunstiger beeld gaan ver~onen. Een toenemende divergantie tussen stijgende winsten en dalende eJerkgelegenheid is dan ook waar te nemen. De oplossing van de krisis is voor vael economen een toenemende eonsumptie.ve vraag (door een verhoging van het besteedbaar inkomen) en aen lastenverlichtinQ voor het bedrijfsleven (la-gere sociale lasten en lagere loonkosten). Op zichzelf lijkt dit een tegenstrijdigheid. Theoretisch ligt de oplossing van dit vraagstuk in aen ralatiava verlaging van de winstinkomans. Het is immers wel gebleken dat een hoge arbeidsinkomenquote,opzichzelf niat ontoelaatbaar hoeft te zijn voor een gezonde economie. Thio ziet vrije loononderhan~elingen dan wel als een vereiste om bovengenoemde effekten te bereiken.
eoneurrentiepositie De tweede inleider, R. de Lange, ging in op de concurrent~epositie van cns
vervolg zie pag.5
FORUM Vrijdag 30 september stond de faculteit in 'het teken van een door de SEF en AGE insamenwerking met het tijdschrift voor poli.tieke economi,e georganiseerde studiedag met al~ t hema :"mil joenennota'78,achtergronden van een economisch beleid". Het geconsulteerde team van specialiste n,zoals dat achter de tafel zat ,be stond uit:(v . l.n . r . ) de heren de Klerk(wetenschappelijk medewerker aan de U. V. A. ),Peters(hoogleraar te Nijmegen)en vd Zwan(hoogleraar 'te Rotterdam).Het geheel stond onder v oorzitterschap van de heer Salverde(wetensca ppelijk medewerker te Groningen ) . Hoezeer de heren ook van mening verschilden over een ding waren z'ij het eens:de toe stand van de patient was zeer z orgelijk , en de pe rspectieyen waren al niet veel bete r. Iede r van de forumleden begon met een korte inleiding ,het doel hier van was enkele pun t en uit de miljoene nnot a en de macro-economische verkenning te lichten,hier de eraan ten grondslag liggende theoretische achtergronden te behandelen en er kri t iek op te leveren.Helaas kwam deze op: ',e t er in de inleidingen niet helemaa l uit.
INLEIDINGEN Rob de Kl erk beet de spits a f maar hield het kort,hij had immers die ochtend in de lezingenserie zijn standpunt al uitvoerig uiteengezet en memore e rde slechts een paar ' saillante punten uit de miljoenen nota .Het bevreemde deKlerk datbij een aarzelende internationale conjunc tuur de voorgeste lde maa tregelen grotendee l s conjurictureel van aard waren .Specia al noemde hij de ver hoging va n de indirekte bela s i ngen die een direkte terugs lag hebben op de koopkr,acht . Afsluitend pla a t s te hij de weinig opwekkende opmerking dat de zeventiger jaren gekenmerkt worden door stagnatie van investeringen,overheidsuit gaven ~n canjunc tuur.Het gevoerde beleid sluit hier volg ens de Kl erk niet voldoende bij aan .
oil.
Alfa betisch hierop a a nsluitend volg de professor Peters , sportief ogend doo r h a rdnekki g zijn suede jack a a n te houden . Qua volume kwam Peters iets beter uit de verf dan z ijn voorganger . Peters s prak voorna melijk over de ma c ro - economische ver kenni ng . Hij constateerue : een g rote tegenvaller in de ontwikkeling van de wereldhandel , hierdoor kop volgens hem ,Nederland zij n exportpositie niet handhaven . Hieraan koppelde'hij de vraag of we niet eens af moeten ' van d ie oversc hdtten op de beta J ings balans . Een ander punt waarop Peters de aand'act)t vestigde was de z,i. niet zo spectaculaire ont '.'/ikkeling van de loonkosten matiging , zoals werd ver wacht.De arbeids i nkom'ensquote daalde niet van 96 naar 92 maar ( z oals achteraf pas bleek)van 93 naar 92. De arbeidsinkomensquote z iet Petres als een zeei belangrijk cijfer zowel
4
• • Mi Ijoenen nota voor de effectieve vraag als voor de ' s trukturele werkgelegenheid. De grote tegenvaller .olgens Peters blijft de Werkeloosheid;dez'e daalt niet zoals verwacht en Peters vroeg zich af of alles eral gedaan was zowel op korte a l s op lange termijn . Op korte termijn is er volgens hem een kans gemist in de vorm van ver groting van de bijdrage uit de alge
mene middelen 'aan premie s en sociale verzekeringen.Peters ziet in het arbeidskostenbeleid e~n van de voornaamste instrumenten van de re ge ring om de werkgelegenheid te beho~den. Het bele id dient er tot 1980(voor wat betreft de vraagzijde)op gericht te zijn verder bij te springen i n de sfeer van premi es en sociale verzekeringen .Als we . dan de aanbod zijde ku~nen bekijken zullen we pas werke+ijk ~truktureel iets kunnen gaan doen.aldus Peters . V6er de inleiding van de heer vd Zwan toonde pr~f .vd Doel zich naast een be'kwaam welvaartstheoreticus ook een v'1ar'Ug amenuensis do<;>r de heer vd Zwan soepel over diens' microfoonproblemen heen te helpen.
• • Yd. Zwan begon zijn betoog met zijn conclusie ( een gewoonte daterend uit de Griekse oudheid , ook toen 'achtte men het niet verantwoord zijn gehoor te lang in grote spanning te laten verke ren) . Deze luidde :we zit ten in een diepe depressie en ondank" het gevoerde beleid en conju~ctureel optimisme a laona regen komt zonneschijn blijft de werkeloosheid stijgen met het sombere internationale gevolrr van internationaal economisch protectionisme . Hij signaleerde 4' tegenstellingen die niet allen n .• ast elkaar maar ook door elkaar lopen en hierdoor een welhaast ondoorgrondelijk complex netwerk van faktor en vormen waa r we ons op aan het s tukbijten zijn . De tegenstellingen zijn:
- , korte vers us lange termijn - collectieve versus marktsituatie - bestedingen v ersu s kosten - macDO ver sus sectoraal beleid
vd Zwa~ toonde zich ietwat mdralis~ tisch in zijn opvatting over de rol d ie hij in deze toeschrijft aan de e conomen : " Wij moe ten ons ervan bewust zijn dat onze kennis onvolledig i s en dat mede hierdoor onze instrumenten onstabiel ~ijn . De hieruit voortvloeiende on zekerheid maakt dat wij voorzichtiG moeten zijn reeds gevonden verbanden naar de toekomst te extrapoleren , Een vo<;>rbeeld : de relatie lonen -winst,zoals die in het verleden is gevonden hoeft nu lang niet dezelfde te zijn.Bovendien hebbe'n wij de ver plichting mnze furiktionele rol in de maatschappij te ve rvullen;nl :het ver rich ten van onderzoek . Oit betekent dat wij terughoudend moeten zijn met het verkopen van onze per s oonJijke voorkeuren.ln onze ro l a l s econoom dienen wij ons bezig te houden met struktureren explorer en en orde nen." Hierna lichtte hij (geluk~ig) toch zijn eigen stell ingname toe: - de huidige problemen zijn voorname
lijk sectoranl;de c ri sis is v06rna melijk een produkt va n sektorale
disproportiona liteit.In de eerste plaats dient er een h e rstel te komen .:in de "terms of trade"tussen industrie en dienstensektor door marktherstel (in dit kader noemde hij de volgend ,iaar door Carter georganiseerde internationale staa l conferentie) Er dient een opleving t e komen van de groei en hers tel i n he t g eschok te vertr6uwen in de economie .
- Er dient een kostenverlichting te komen maar dan weI door verhog ing van de opbrengst .
- Er dient een publiek i nvesteringsbeleid te komen uigaande van de c om plementariteit tussen industriele en diensten sektor(hoe'llel dit ook eventueel verliei va n a rbeidsplaa t s en kan betekenen ).
AKTIEI REAKTIE Hierna konde n de heren op elkaar reagern.
sehiJndilemma ~ wilde rea geren op de d i l e mma's van vd Zwan.Volgens Peters is het dilemma tussen kos ten en effectiev e vraag een schijndilemma en i s de stimulering va n het a n n tal arbeid s plaatsen verreweg het belang rijkste . Hij verkl a a rde di t als voIgt : Na 1960 heeft een voortdurende daling v . d economische levensduur v a n kapi taal g oederen plaatsgevonden . Dit had zijn gevolgen op de ontwikkeling van de arbeidsinkomensquote , Peters vermoedt du s dat er e e n posi tieve r e latie is tus sen de economisch~ levensduur van kapita a l goederen en de JTbeidsinkomensqoute . Het probleem ligt volgens hem hierin om de arbeidskos ~ en te verlagen zonder de r eeele lonen aan te tas ten en de effectieve vraa g op peil te houden. Het macro ~icro dilemma ziet Peters naa r de macro kant uitvallen ;als reden hiervoor no em de hij het feit dat de gegevens op sectoraal niveau vaak ongelooflijk moeilijk te krijg eri zijn . In de loop van het forum ontwikkelde Peters zich toch enig s zi~ zins als een macroeconornetrische cijferboer ,vaak refererend a an Nijmeeg se modelmatige onderzoekingen voor zover de cijfe r s daar waren doorgedrongen . Het coll ec tief - privaa t dilemma tenslotte was volgens 'Pe ters een zui ver poli tieke kwestie .
\ ~ Zwan reageerde hier weer op door ~l.en da t het niet zijn dil 'Lemma ' s zijn maar beleidsdilemma ' s .He t F,aat er volgens hem om de vragen in een ' logische, samenhang te plwltsen ;de verbu.n den 1 igr, en veel duidelijker. Hij ziet de tegenstelling macro -sector~le
problemen veel zwaarder . In teRenstelling tot Peters ~ telt h t dat ~: s
het nodi~ is oak voer een seGtorale aanpak f ~eko zen moet '.':ord.en oak .~ 1 is dut nog zo mo p. ilijk . Door een macro b nadering kan vaak het Vlezen van de sectora le problematiek niet wor dnn beschou"!u .
(vervolg z ie pag .
vervolg van pag.3
nederlandse bedrijfsleven. Hij begon met de konatatering dat volgens de MEV de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven zorgelijk is. Ook een aantal grote bedri jven verkeert in grote m oei lijkheden (Hoogovens, AKZO, KSH, ~enebe). Oi t zijn vooral ondernamingen die door fusie en overname groot geworden zijn. le zitten nu vaak met een aanz ienlijke overcapaci~it. Oit ia voor een deel te wijten aan een beleid dat vooral op afzetgroei gericht was en waarbij met verwachtte dat de winst dan op een gegeven moment wel vanzelf zou volgen. De structuurnota over de Nederlandae economie in 19BO, gaat van dezelfda modellen uit ala de MEV. Oeze modellen hebben weinig gevoel voor kwalitstieve verhoudingen en geven de nsdruk vooral op de kostenkant. Dit onder de veronderstelling det de vresgzijde moeilijk beinvloedbaar is. Zodoende wordt de k09-tenkant benadrukt en dus ook de nood- " zaak ·tot loonkoatenverlaging. De Jong stelt vast dat we oog moeten hebben voor , de dynamiek in onze concurrenti everhoudingen. Er zijn bedrijfstakken die groeien en er zijn er ook die stagneren. In de ,stagnerende b~ drijfstakken vinden vooral diepte i nvesteringen plaats, die in groeiende bedrijfstakken bestaan vooral uit uitbreidingsinvesteringen. De gehanteerde modellen gaan eigenlijk alleen maar op bij een behoorlijke economische groei. Over de gehele ecanomie kan er nam lijk sprake zijn van groei, maar dit hoert voor de individuele sectoren nog ni et zo te zi j n. De overheid zou ten aanzien van haar economische polltiek meer rekenlng moeteo houden met de veranderde krachtsverhoudingen in het bedrijfsleven. [en zogenaamde mezo-sconomische politiek is hiervoor een vereiste. Ter illustra-
, tie van het belang van zulk een politiek in 1910-1915 yond 10, tot 15% van de produktie plaats in de 100 grootste bedrijven, nu is dat 65- 70%. [en dergelijke politiek zou wel eens grote consequenties kunnen hebben voor de vrije ondernemingsgewij ze produktie. De Lange eindigde zij korte betoog met de konkluderende opmerking dat de huidige problemen voor het bedrij faleven minder een kostenkwestie is en meer een afzetprobleemen een struktuurpro-bleem. De ontwikkelingen in de con-currentiepositie van het nederlendse bedrijfsleven is niet meer loa te zien ven inatitutionele faktoron.
straWured Oe derde en laatate inleider van de ochtendzitting, r. van Klaver!", wi lde lets duideli jk maken over de nederlandse struktuurpolitiek en heratrukturering. In de laatste miljoenennota en MEV wordt weinig melding gemeakt ven de struktuurpolitiek. In de nota struotuurpolitiek van Lubbers wordt ala doelstelling van deze politiek genoemd, de heratrukturering en de handhaving van de werkgelegenheid in kwalitatieva en I{wantitatieve zin., In 1966 was er nog geen sprake van een atruktuurbeleid. [r was alleen Ben globssl beleid (Ten aanzien van de loon politiek bijvoorbeeld). ~ar toen er in 1967 een einde kwam aan de ongeDre1delde groei en zioh structurele verandaringen voltrokken ten aanzien van unze economie drong langzamenhand het beaef door, dat er een overheidsstruktuurpali tiek gefolllluleerd diei1de te worden.
De belangrijkate veranderingen op dit gebied waren I - de verscherpte inte~ nationale concurrentie, zowel gericht op arbe i dskrachten als op afzetgebia~an.-de versnelde ontwikkeling van de technolodie die een steeds voortschrijdende mechanisatie en automatisering mogelijk maakt, met alle gevolgen voor de werkgelegenheid van dien.-concentratieverschijnselen, waardoor massaontslagen vielen (bijvoorbeeld in de textiel en in de metaalaector). Het overheidsbeleid, voorzover er sprake van was, hield toendertijd een ectieve ondersteuning in van dit beleid wat ook geleid heeft tot een toenemende inter'nationalisatie (dit werd ook wel ont",ikkelingssamen",erking genoemd) en overheidss teun aan individuele bedrijven in de vorm van kredietgaranties en tot herstrukturering van de steenkolenmijnbouw. De overheid stimuleerde de verplaats ing van bepaalde produktieeenheden. Oeze , gedachte werd door Tinbergen geoppert, eens de baae van ons Planbureau. Tinbergen gaat hierbij teru,g tot Ricardo en Heckser/Ohlin, waarbij veronderstellingen gehanteerd worden zoals de immobiliteit van de arbeid over de landsgrenzen en van volkomen concurrentie binnen de landsgrenzen. Oit is evenwel volgens van Klaveren Ben volkomen miskenning van het ontstaan en bestaan van Multi-Nationale ondernemingen.
multi - natiOlfals De "Mul tinational s" voeren in wezen hun eigen internationale arbeidsverdeling door. Dit levert hun kostenvoordelen op die hun winstcapaciteit vergroot. Aen de beleidskant in Nederland vindt dit zijn weerslag in het niet willen ingrijpen, in bijvoorbeeld de verplaatsing van kapitaal zoals bijvoorbeeld de verplaatsing van produkti eeenheden naar Noord-Arika en het verre ocsten. De Nota Pronk ,Lubber s: "Herstructurering met ontwikkelingssamenweki ng" is een goed voorbeeld van hoe het niet moet: Er worden subsidies gegeven maar er zijn geen mechanismen ingebouwd om de gevolgen voor de nederlandse erbeider op te vangen. Verplaatsing van bedrijven draagt in ieder geval niet bij tot de verdeling van invloed en macht. De structuurpolitie zoals die nu in Nederland gevoerd w9rdt kent geen macrostruktuurpolitiek. De steunverlening aan individuele bedrijven is de laatste jare weI sterk uitgebreid. [en efbouw hiervan vindt momenteel plaats. De activiteiten zouden overgenomen moe ten worden door de 'l! ederlandse Herstruktureringsmaatschappij, de Nehem. De Nehem voert een sectorbeleid en heert momenteel een 28-tal projekten lopeno De kritiek op dit b~eid kan in de volgende punten samengevat worden:-het gaat eigenlijk alleen maar om hulp bij accute problemen.-[r is weinig aandacht voor de sociale faktor.-Individuele ondernemingen hoeven niet mee te werken aan de voorgestelde plannen.- Alle projekten worden tijdelijk geacht te zijn. Het nadeel van dit laatate punt is dat bedrijven na de steunperiode de doorgevoerde maatregelen weer ongedaan kunnen maken om tijdelijk hun concurrentiepositie te verbateren. Als illustratie voor het gevoerde beleid ging van Klaveren nader in op de problemen in de nederlandse confectieindustrie In 1965 von den hier nog 65.000 mensen werk in ~977 zijn dit er minder dan 25.0 Binnen de bedrijven vonden er el geruime tijd weinig investeringen plaats, er was weinig aandacht voor de kwaliteit van 'de arbeid, wat zijn weerslag had opo de kwaliteit van het geleverde produkt. De concurrentie voor de betere kwalitoi t
kleding komt vooral uit D uitsland, die ten aanzien van mindere kwaliteiten klading uit Tunesie en de ,Oos t-Aziatische landen. Toen de moeili j kheden in eigen land manifest werden, leidde dit t o t verplaatsing van de produk t ie. Aanvankelijk steunde de overheid dit beleid, waarvan alleen de grotere confektionairs profiteerden. Later kwam de overheid met loonkostensubsidies voor de bi nnenlan dse produktiebedrijven. De s truco werd opgericht om de confec t ieindu s trie te herstruktureren. Of dit een loze ' illus ie zal' blijken te worden ? Van Klave r en eindigde zi j n be t oog, en daarmee de ochtendzi tti ng, met een opsommi ng van de eisen van de vakbeweging ten aanzien van de ' struktuurpol i tiek: -In de CAD dient' een erbeidsplaa t sen; overeenkomst te zijn opgenomen.-Er dient een controle te komen op de bestedin~ van de overheidsgelden.-Gesubsidieerde bedrijven moe ten bepaalde ver-
' plichtingen opgelegd kunnen worden bijvoorbeeld een informa tieplicht over de resul taten van het gevoerde beleid. -De overheid zou actiever als i"-ves tee~ der moe ten optreden en zou actiever moeten streven naar de oprich~ing van staatsbedrijven met een groters medezeggenschap van de werknemers in die bedri jven. Maar hiermee komen we weer op een geheel andere problematiek welke hier niet aan de orde is. Net deze laatste opmerkingen was een einde gekomen aan de inleidingen rond de miljoenenno t a 1978.
Tj all i ng Ha i sma
vervolg van pa g.4
De Kl erk reagee r de' hi er nog op : hij yond da t er te sne l bes l ist wordt dat we voor dilemma ' s s t aan. Hij merkte bovendi en op , dat er i n verhouding me t t wee jeer ge l e den t och weI w" t ver a nderd is : n u haas t i e de r een z i ch om de v r aag zijde t e benaderen. Hi erna volgde een t och weI l'Ie l kome peuze waar na het f orum zoals gebrui~elijk onder vuur genomen zou worden door spitse vragenstellers uit de zaa l. Blijkbaar had de organisa t i e hi er toc h niet zoveel vert rouwen in wan t vo or dit onderdec l werdt s l e ch ts 2 0 mi nu t en uitgetrokken Er kwam inderdaa d niet zovee l spec t a culairs uit dit vraag en an t woor d spel .Een vragenste l ler wist aan de heer vd Zwan de ui t spr a ak te on t* okk en da t hij een voor stander i s va n bl ijvende inte rve nt i e van de overheid i n de par t iculier e sector , di t om expa nsie te bere i ken e n de ze t e reguleren dus doo r overheidspla nning (li'be ra l e pl an ning) • I n hun afs lui t e~de opmerkingen merkt e Peters nog op dat er geen a l gemene o v~rcapac iteit i s in de pr odukt i e s ekt or, de f ei telijke a r be idsvraa g bl ij f t gebonde n aan de kapitaal vorming . De Kl erk benadruk t e het be l ang va n de concurrentieposit ie (het concureert wa t moei l ijk me t , s t oo mmachi nes) vd Zwa n ponee r de tens l o t te nog de s t el ling dat door het st imul eren va n de qr eativi tei t getr a cht moet worden e e n bestedings impuls tewee g t e brengen op de t ota l e economie die ook ae be staande , kapitaa l goederen voo r raad act iveert ; dat moe t he t doe l va n het bel e i d zijn De t r adit i one le boore l ns a f loop we r d gevuld ,met s t emmig gekout, s le chts 0e ini gen praatten nog nog na oVer he t fo rum
HvO
5
Verkeersvrijheid BESTEK EN INSTRUMENTEN BIJSTELLEN
afse~dseol~ PROF. MR. K.VONK
De 70-jarige scheidende professor sprak ten overstaan van een talrijk en gem~leerd gezelschap de wens uit naast een bloemlezing uit zijn lange carri~re enkele verbanden tussen de elementen, zoals ze hem waren,duidelijk geworden gedurende zijn loopbaan, op de toehoorders bver te brengen.
IRONISCH De spreker noemde het ironisch dat zijn ambtelijke leven was begonnen met de doorvoering van een wettelijke maatrege,l, de evenredige vrachtverdeling in de binnenvaart, z.1. toen noodzakelijk om de bescherming van de geisoleerd levende particuliere schipper tegen een uit de depressies voortvloeiende overmachtige druk op het vrachtenprijspeil. Hij heeft met overtuiging aan de vrachtverdeling destijds meegewerkt. Tegelijkertijd heeft de ervaring in binnen- en buitenland hem de waarde van de bewegingsvrijheid doen zien, bewegingsvrijheid van de mens persoonlijk en van de ondernemingsgewijs handelende mens. O.a. doorbreekt deze vrijheid nation-alistische tegenstellingen, waarvan de uitwassen ons bekend zijn. Toch, spelregels moe ten er zijn, wil de vrijheid wezenlijk gelden. In zijn oratie . stelde hij de organisatiestructuur van de onderneming, die in beginsel onder de dwang van verlies- en winstrekening en balans weI doorzichtig moet zijn, als uitgangspunt voor goede spelregels tege'nover de troebele organisatievormen van overheden in nationaal en internationaal verban~. Ook nu laat hij deze gedachte niet los.
ROL OVERJlEDEN Talrijke ontwikkelingen hebben echter de eigen rol van overheden onderstreept en daarmee levensgrote vraagstukken opgeroepen ter zake van de allocatie van schaarse goederen. Kern van de zaak is, dat de verkeerssector een centrale functie vervult in het maatschappelijk bes~ek, in betekenis slechts te vergeIijken met de monetaire sector. Zonder geldomloop en zonder vervoer stort de s amenleving ineen, onmiddelijk. -Noemen wij enkele ontwikkelingen. Ten eerste wordt de techniek van de productie van verplaatsingen per dag ingewikkelder.Dat proces verloopt niet homogeen, want de inzet van product iefactoren gaat per vervoerstak sterk uiteen, en de diversificatie neemt binnen de vervoerstakken voortdurend toe. Daarbij zijn de overheden als leverancier van infrastructuur nauw en zelfstandig betrokken. De gevolgen voor investeringswaardering en kostprijsberekening kan men zich voorstellen. Een en ander geschiedt binnen een context van de meest uiteenlopende ondernemingsvormen, van kleinbedrijf tot de inge'Nikkeldste concernverpanden, een grete verscheidenheid van overheidsorganen en een warnet van wettelijke veorschriften inzake marktvormen en de inzet van productiefac~oren, nationaal,inter- en supranationaal. Tegelijkertijd ontstaat tussen goederen productie, afzet, voorraadvorming en transport een steeds intensiever verband, dus een toenemende
6 I
complementariteit der voorzieningen, - die als overheid inbegrepen. Bewegingsvrijheid,dus verkeersvrijheid, is bij een zo onafzienbaar veld van alternatieven noodzakelijk, maar daarbij hebben overheden een steeds actievere rol te vervullen. Men denke aan de ruimtelij~e ordening, een vraagstuk, _hoewel mondiaal,is ons land van buitengewone betekenis,want er is sprake van absolute schaarste aan grand. Bij een absoluut schaars goed past maar ~~n stelsel, distributie, tenminste wanneer het eerste levensbehoeften betreft. Het prijsmechanisme schiet tekort als verdelingsmechanisrne. We danken er een kabinetscrisis aan. Het verkeersstelsel is daarbij ten nauwste betrokken, want capaciteit kwaliteit en prijs van het vervoer zijn een bepalende faktor in de ruimtelijke indeling. Spreiding roept meer verplaatsingen op, maar los daarvan vergroot uitbreiding van het wegenstelsel het aantal bewegingen. Immers, tengevolge van de uitbreiding van het aantal co~ binatie mogelijkheden nemen de verplaatsingen meer dan proportioneel toe.
ENEMD BEIlOBFTB Hierbij ontmoeten we het energievraagstuk.Spreker waagt zich niet aan een zelfstandig oordeel. Het risico van een energietekort in de 80-er jaren tekent zich echter onmiskenba~r af. Nijpende schaarste zet elk energiegebruik onder druk. In het vracht~ervoer zal van inkrimping geen sprake kunnen zijn, behoudens misschien iets bij de invoering van de hoogst geraffineerde informatie technieken, willen wij het productie- en afzetpatroon overeind houden. Ve~r het personenvervoer geldt dat de mens een relatief makkelijk goed is (stapt zelf in en uit en verplaatst zichzelf over korte afstanden. Hier kan worden bezuinigd, mits .•. het openbaar vervoer bin~n loopafstand ligt. Gerichte ruimteIijke indeling en de mogelijkheid van snelle besluitvorming met ingang van gisteren is een pwingenae eis. Voor het openbaar vervoer dient daarbij de electrische voortbeweging centraal te staan, aangezien electriciteit uit uiteeniopende .primaire energie bronnen kan worden verkregen, waardoor het tekort-risico wordt verminderd. Alweer de overheid centraal en in nietmarktverhoudingen bij de bepaling van de richting van de productie der verplaatsingen. Zo gaat het ook bij het ontwerpen van snelle treinverbindingen am overmatige bezetting van luchtcorridors tegen te gaan, luchthavencapaciteit te beheersen en het verkeerspatroon in grate agglomeraties te beinvloeden~ De nieuw ontwikkelde zeer snelle franse duo-rail(trein voor normaal rail-type) is een wonder van technisch en economisch vernuft. Waar het woord luchthaven viel, worden wij herinnerd \aan de havenfuncties in het algemeen, verzamelingen van terminale functies van aIle vervoertakken -in hun internationale verbindingen, waar alweer overheden met grote investeringen, heffingen en ruimteIijke indeling een eigen rol vervullen. •
In het kort releveerde prof. vonk de talrijke averheidsactiviteiten in internationale verkeers- en vervoersaangelegenheden:bi- en multilaterale regelingen in het luchtverkeer, conferences en opkornende marktregelingen in de zeevaart, opleg- en sloopregelingen in de binnenvaart,ritmachtigingen en quota in het wegvervoer, internationale infrastructuur overeenkomsten, _enz. Kortom, een complex van marktrelaties en niet-marktverhoudingen, een mengeling van economie,van de meest uiteenlopende technieken insnelle ontwikkeling en van juridische structuren.
KBRNVRAAG De kernvraag is: hoe stileren we deze complexen. Spreker meende in dit uur slechts een enkele aanzet ~n deze richting te kunnen geven. Samengevat is zijn betoog als voIgt weer te geven. Uitgangspunt is de vraag: hoe gaan mensen in de omgang met schaarse gaederen, het allocatieproces,- te werk ? Het probleem is dan de beheersing te verwezenlijken binnen een op dynamisch evenwicht afgestemd proces. We hebben voor ons een gem~ngde economie:overheden,marktmechanismen en IIOS_
mose"-vormen. In het procesverloop zijn drie elementen te onderscheiden: a. de economische subjecten, die over schaarse goederen disponeren, b. de techniek, c. de schaarse goederen zelf. Tussen deze elementen bestaat een wisselwerking.Daarbij bevindt de techniek zich tussen de mens en de grondstof. Het is een existentiele fout te menen, dat de mens "kapitaal" maakt, een fout die wanneer doorgetrokken. de dictatuur als vooruitzicht heeft. .
-..De mens is een magnifiek instrument, "bezie-ld ll en met rede begaafd. E~hter, de stok in handen van de primitieve mens, is uitgegroeid tot een onoverzienbaar technisch instrumentarium. Dat instumentarium heeft een eigenmachtigheid, een eigen moment gekregen,ontsproten aan de in de materie gelegen structurele wetmatigheden en waarschijnIjikheidsrelaties. De techniek is slechts beheersbaar, wanneer wij inzicht hebben in haar "eigen wettelijkheid", want de ene vinding brengt de ander voort,misschien juis~ door het economisch proces.
De techniek komt steeds centraler te staan bij de totstandkoming van dat immatrie~e goed: de dienst der verplaatsing. AIleen al op dit punt was prof.Vonk gaarne nader ingegaan, temeer omdat ook aan onze un~versiteit belangrijk denkwerk is verzet, getuige prof.Heertje's
hoek "Economie en technische ontwikkelingll, en Kops dissertatie "Investeringsplanning en technoloqische ontwikkeling". Het economisch subject bevindt zich bij zijn besluitvor~ng in een veld, waarbij de techniek in practische toepassing de ene zoom vormt en dat aan de andere zijde wordt bepaald door de mathematische fysica. Zowel de ondernemer als de besluitnerner in open bare dienst lopen tegen deze situatie. aan. Om een concreet voorbeeld te noemen kan worden gewezen op het rapport "Ocean Shipping Transportation", dat binnen het Massechussets Institute of Technology werd samengesteld door Frankel en Marcus. Een uniek criterium voor de prestatiebeoordeling per schip met bijbehorende sub-systemen bestaat niet. WeI kunnen economische basiswetten als een doelmatig werktuig worden aangewend voor t.echnologische beslissingen. Evenwel. in de toekomst zullen technologische ontwikkelingen niet het resultaat zijn van over~egingen terzake van de productiviteit van het schip, maar van de doelmatigheid van het transportsysteem in zijn geheel, waarbij zowel multi-modale als terminale exploitatievormen worden omvat, in aa·nsluiting op andere activiteiten. Hierbij tekenen Frankel en Marcus aan dat economische ontwikkelingen nag enigzins kunnen worden geextrapoleerd, maar technologischeniet. Spreker tekent hierbij aan, dat dan het woord is aan s~enario's eerder dan aan prognoses en dat bij havens eerder de nadruk ligt op organisatorische verbanden dan op investeringen.De genoernde ontwikkeling is· reeds volop aan de gang. In Geneve(VN) is in korte tijd een basisdocument ontwikkeld, de ~y-out Key, waaraan grote internationale organisaties, douanediensten enz.meegewerkt hebben, dat tegelijkertijd als douanedocument, ladingdocument,bank- en verzekeringsdocument kan dienen. Technologisch samengaan van informatica,communicatiemiddelen, transport. Verscherpte beheersing van voorrrad,afzet,benuttingsgraad der transportmiddelen.
De economist vraagt zich af, welke marktvormen hij hier aantreft. Een kartelwetgever komt reeds in beweging, die van de Ver,Staten. Volgens een bij het congres liggend ontwerp zou de zeerederij als publiekrechtelijk verantwoordelijk draagster van het systeem worden aangewezen. Met welke gevolgen voor de mandiale verhoudingen en de bedrijfsontwikkelingen buiten de V.S.? Het is een voorbeeld van een proces, waarbij techniek, ecomomie, nationale en internationale juridische vormgeving tegelijkertijd betrokken zijn. Er is bij dit alles eeo tendens bij overheidsinstanties te bespeuren tot afweging op langere termijn.
De marginale benadering mondt dan uit bij de maatstaf van de totale kosten op zekere termijn als grondslag van de prijsstelling bij het nastreven van evenwicht binnen en tussen de vervoertakken. Wij zien dit in de Amerikaanse rechtspraak en in ons land bij de Commissie Vervoervergunningen. Analyse leert trouwens dat de marginale grootheid, zeker in het vervoer, niet eenduidiq is vasttestellen, maar afhankeIijk is vanvooronderstellingen. De mens in zijn positie "tegenover" de materi~le goederen en gebruik makend van zijn toverstaf "de techniek", vervult in het economisch proces de rol, die het recht hem toebedeelt. Het is onjuist het handelen van de economische subjecten(individuen, groepen "en publieken privaatrechtelijke lichamen) te stellen tegenover het institutionele kader.
Misschien kon dat nog in de 19-de eeuw met zijn grote marktvrijheid. Reeds in 1878 besliste de Supreme Court in de V.S. immers dat voor graanopslag een maximunprijs vastgesteld moest worden. Soortgelijke ontwikkelingen, Minder markant maar duidelijk aanwijsbaar, zetten zich in die jaren ook in Europa in . De economische opleiding kan het daarom niet stell,en zonder organisatiekennis dus rechtskennis inzake de economische subjecten. Hoe kunnen we dat rechtssysteem, als integrerend bestanddeel van de economische structuur, verder styleren.lk meen,al-dus Prof.Vonk, dat het antwoord is gelegen in de systeemtheorie.
MODEL In feite is het schema dat ik in de loOp der jaren ontwierp, een model, dat het gehele transport gebeuren omvat, in zijn technische vormgeving en in zijn weergave van het verband tussen de economische subjecten. Het is ontstaan los van enige systeemtheorie ,maar het sluit. De lectuur van Stafford Bee en het interessante werk van Chadwick: "A systems view of planning" was bemoedigende lectuur. In het schema treedt ieder rechtssubject:transportgebruiker,vervoersonderneming,overheidsorgaan als sub-systeem met eigen input en output,dus geldstroom,op. De systeembenadering heeft tevens het voordeel, dat de technologische situatie in haar huidige gedaante en naar haar verwachtingspatroon kan worden ingebouwd. Ik meen voldoened te hebben gedemonstreerd, dat technologie en allocatieprobleem zo in elkaar grijpen, dat het verband weI moet worden gelegd,aldus de spreker. Het theoretisch apparaat kan worden gebouwd. Met was een en thousiast voorwoord van Boulding, dat mij op het spoor bracht van Alfred Kuhns: liThe Logic of Social Science". Bet is een strak deductief opgezet werk, waarin echter aIle ru~mte aanwezig is voor de empirie en dus ook voor de berekening van technische toepassingen, mogelijk kan het geheel van relaties op deze manier in strakke banen worden gehouden, het onderwerp houdt mij voorlopig nog bezig.
WAr VEREIST IS Laten " we van deze hoge abstractieniveau's afstappen. wat voor de verkeersvoorziening vereist is , dat is een logisch sluitend geheel. Het vervoersbestel is een groot, geschakeerd productieproces . Terwille van een goede allocatie van schaarse ~iddelen, wdaronder grond, moet dit proces organisatorisch sluitend worden gemaakt. Het bezwaar van de CVV(Commissie Vervoer Vergunningen) tegen het wetsontwerp "Reorganisate Binnenlands Bestuur" bijvoorbeeld is ook het mijne. Het is het scheppen van nieuwe onevenwichtigheden. . Waarmee de scheidende Prof. Vonk zijn< afscheidscollege afsloot. In het slotwoord van Prof. Verburg werden de verdiensten van college Vonk nog eens even op een rijtje (lees rij) gezet, en werd namens de faculteit een pijpenstandaard (met inscriptie) aangeboden. Na afloop werd nag geruime tijd in df kantine van de Heer en Mevrouw Vonk door een groot gezelschap
In de kantine heeft iedereen per soonlijk daarna afscheid kunnen nemen van de heer en mevrouw Vonk.
PB
AFSCREm =-=--
Zaterdag 2~ s eptember nam professor Starreveld afsche id van de faculteit waaraan hij 18 jaar verbonden is ge weest. Prof. Starreveld doceerde bestuurlijke informat i everzorging en wa voorzitter van de vakgroep bedrijfsinforma tica en accountancy .Starreveld kan met re cht e~n pionier van de informatica worden genoemd .Zijn werk en persoon hebben altijd bijzonder veel Naardering geoogst , zo\',e l op de faculteit al s d"" r buiten.Dit bleek duidelijk op het symposium da t t ~ r galegenheid van zijn afscheid in de oudemanhuipoort was georganiseerd . Deze dag had als thema meegekregan:
"Het contac t tussen gebruiker en, j nformat.iesystemen" Na de opening van hat sympo8iur.i door dE voorzitter prof . Frielink sprak als eerste de zweed prof . B~rje Langefora dr.eeon. t.c . Langefcrn g:lat er vanui t J.ut irl forrr;atiesystemen zijn opgebouwd ui t: element ary elenlents - p iece of i nfoI"mation- piece of knowledge. Voorts accentueerde hij de volgende relaties:
werkelijkheid
I gebruikers
i nform.l3yst. , I conceptio
r;omp • . ""3Y3t .
I ont\';'. ui tv .
Het gaat erom de elementaiI"e eenheden zodanig in de gegevens7cr zamclingT en op te slaan dat zij doelmDtig zUn voar de gebI'uiker . Ecn and e r bela ngrijk aspe ct van zijn aanpak is de zogenaamde "precedententheorie 'l d . i. : het zoeken Y~n logische r e latie s tussen elementaire e enheden ( bijv. t.o.v. produk t ie,verkoop enfaktur<er ring) • De volge~de spreker WAS de zoon van de emeritus,drs Starreveld .Zijn vrMagstelling luidde:hoe kunnen ge bruikers worden ingeschakeld bt het systeemont'.'lerp? Als hulpmiddelen hierbU noemde hij: a) het i nf.sys t .,doct .system(ISDOS)
van prof Teichro~ waarmede de probleemstalling op reed s geformaliseerde manie r K a ll geschieden door gebru ikmaki ng van probi em statement language en proble m statement analysis. b)hot Structure d Analysis and De
sign Technique system(SADT). Di t is e n techniek om Ilet on twerp ges truktureerd te doe n plaa tsvinden Na een koffiepauz e sprak de heer Scherpe~huijsen Rom (direkteur V3~ de NMB).Zijn betooF kwam erop neer dat de topm" ,nager ook behoefte heeft aKn z~c~te (niet ~e f ormaliseerde i hformatie.Dit stelt de eis aaninformatiesystememen dat zij mede door de gebru imo eten kunnen wo rden apgezat . Dit doet danken in de r i chting van een 18go systeem dus comp onenten -databanken die mel eenvoudige talen kunnen wOI·den ondervraagd. Hierna volgde een lunc h wa~rna cen paneidiscus ~ ie olv. prof. Frielink plaa tsvond,waaraan na ast de inleiders werd deelgenomen door dr.St ee nber gen , prof. de Mare en E.J.Jo~ls. I n deze p~neldi6c us3ie draaide het om de vraag:wie is d~ gebruiker;wat knn hij? Moe~en we voe r aIle systemen de~clrde methodologl€ getruiken?
vervol~ zie pay 9
7
INFLATIE: . de" IJslaadse ervariag
"G ro te inflati e is politiek en maatschappel ijk rampzal ig: zij ondermijnt rechtvaardigheid, verdraagzaamheid en vertrouwen en daarmee de basisvoorwaarden voor de functionering van de democratie." Zo eindigt het artikel De ontwrichtende u i twerklng van inflatie door Dr . F.W.C.Blom In Intermediair van 22-8-1975. Het is de conclusie van zijn betoog, dat de gevolgen van de inflatie In Nede <land behandelt. De inflatie Is hi e r dan gestegen tot rond d~ 10 % per jaar . Hoewe l i k niet wi l ontkennen dat inflatie een probleem is, constateer ik dat de in de stelling geschetste maatschappelijke rampen zich ' in Nederland (nog) niet hebben voltrokken .
VIS-INFLATIE Een land dat veel langer en in veel heviger mate met inflatle geconfronteerd i s e n, welks ervaringen de geciteerde stelling niet bevestigen, Is IJsland. Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot het begin van de jaren'70 was de inflatie daar jaar-I ijks ca . 12%. In 1973 steeg de inflatie tot Ca . 20%, in 1974 tot 40% e; in 1975 50%.' Eerder in de ges chiedenis heeft IJsland overigens ook al met inflatiepercentages tot zo'n 60 % pe r jaa r kennisgemaakt. Hoewel een vergel ijking met Nederland natuurl ijk een aantal bezwaren met zich brengt, kan dit ook leerza,am zijn. IJsland heeft hetzelfde type volkshuishouding als Nederland en heeft op basis van een aantal krlteria een hogere levensstandaard, hoger zelfs dan die van de Verenigde Staten. Net als Nederland is IJsland brjzonder afhankelijk van het bu i tenland: biJna 40% van het bruto nationaal produkt wordt uitgevoerd; de invoer bedraagt 50% va n he t bnp. Anders dan In Nederland steunt de uitvoe r bijna geheel op een sector : de vis serij en de daaraan gekoppelde v i sverwerkende indus trie, 'die ruim 80% va n het uitvoerpakket verzorgen.
INFLATIEMECHANISME
Extern e Impulsen hebben In zo'n open economie direct grote gevolgen voor het gehele e conomis che leven. Tradition~el worden zulke impulsen gevo rmd door beweglngen in de wereldma rk tprijze n van vi s (en in mindere mate door variaties in de vangst). Stijgt b.v. de wereldmarktprijs van vi s, dan betekent dit in de eers te
) plaat s een Inkomensverbete r ing voor } v i ssers en arbeiders in de visverwer
kende industrie. Dit werkt vervolgens op twee ma n i~.en ve rder door in de economie : ~ de eerste plaats worden er looneisen gesteld in de overige industrie omdat men daar niet wil achterbl ijven en in de tweede plaats trekken de hogere inkomens in de visserij mensen aan uit andere sectoren (met name de bouw), hetgeen weer druk op de lonen In deze sectoren tot gevolg heeft. En daar de inkomens - In de
8
\
landbouw gekoppeld zlJn aan die in de industrle, bl ijven ook deze niet achter . Hlerbij zlj nog opgemerkt, ' dat er steeds volledige werkgelegenheid is op IJsland. In 1975 was het we'rkloosheidspercentage met gemiddeld 0,7% aan de hoge kant. Via het hierboven geschetste mechanisme werkt een verhoging van de wereldmarktprijs van vis dus tot een loonkosten-'push' op de gehele economie. Daar de prijsbeheersing door de overhe i ci hoofdzake I i j k ger i cht i,s op het binnen de perken houden van de winstmarges van de bedrijven, kunnen deze extra loonkosten gemakkelijk doorberekend worden ih de prijzen van binnenlandse produkten, en zo is de kring gesloten. Daar IJsland verder zijn munteenheid geregeld devalueert, stijgt , het prijspeil van de ingevoerde produkten ongeveer even snel als dat van de binnenlandse produktie. Met betrekking tot een daling van de wereldmarktprijs van vis hebben lonen en prijzen altijd een zeer grote mate van rigiditeit te zien g'egeven, waardoor het geschetste mechanisme niet de andere kant op werkt.
VULKANlSCRE -INFLATIE
To t zover het traditionele beeld van loon- en prijsstijgingen. Hierbovenop hebben nog enkele speciale, exogene impul sen voor een grote versnelling van de inflatie gezorgd. In de eerste plaats vond er begin 1973 een vulkanische uitbarsting op Vestmannaeyjar plaats, een belangrijk centrum van vis serij. Het effect hiervan op de produktie van vis en visorodukten bleek in de loop van het J aar mee te vallen, maar vergde wei een grote nationale inspahning en drukte zwaa,r op de aam.ezige middel.en. Enkele duizenden mensen , moeste~ elde rs worden gehui s ves t en het verlies van een grote visverwerkende fab r iek moes t door andere bedrijven worden opg evangen. In de tweede plaats vond er elnd 1973 een enorme stijging van de 01 ieprijs plaats , t e rwijl de invoer van olle in dit jaar met zo'n 30% steeg. Naast het directe e ffect op het prijspeil heeft de olieprijsstijging ~en sterke impuls gegeven tot het exploiteren van de potentieel in zeer ruime mate aanwezige wate rkracht- engeothermische ene~gie. {De stad Reykjavik is centraal verwarmd door ret water uit warme bronnen; in aldus verwarmde' kas-
sen word~n zelfs (micro-)bananen gekweekt.) I nvesteri ngeni n derge 1 i j k~ energieprojecten leggen een enorm beslag op de aanwezige middelen. De stijging van de olieprijs werkte pas ,in de loop van 1974 door in de ruilvoet met het bultenland, welke gedurende geheel 1973 bleef stijgen
,en voor IJsland ongekende hoogten be-reikte. ~ Een derde s~eciale inflatie-impuls Is het feit geweest dat er loononderhandelingen plaatsvonden toen de Inflatie door de vulkanlsche ultbarsting en de 01 ieprijsstijging fl ink was aangewakkerd, terwljl de rullvoet met het bultenland nog nlet was gaan dalen. Door genoemde drie speciale Impulsen is de inflatie in 1975 tot 50% gestegen. Tot in 1975 kwam hierbij een binnenlands vraagoverschot, dat pas in de loop van dit jaar geheel werd teruggedrongen. Dit Is niet bepaald zachtzlnnig gegaan : over de jaren 1975 en 1976 is het reele loon met bijna 20% gedaald.
AANPASSING EN GEVOLGEN,
In het verleden zijn inflatieproblemen op IJsland nooit desastreus gebleken. Het probleem van de inflatie wordt wei onderkend, zeker na de versnelling van de stijging van het prijspeil de afgelopen jaren. Een probleem bij de bestrijdlng van de inflatie is dat de economie al tijden geheel Is Ingesteld op aanzienlijke jaarlijkse prijsstijgingen . Al sinds 19J9 zlJn de lonen op IJsland gekoppeld aan de index voor kosten van levensonderhoud (exclusief alcoholische dranken, tabaksartikelen en en het loonaandeel in de prijzen van landbouwprodukten). Ook worden pijna aile financiele transacties sedert 1973 geindexeerd. en ook een aantal spaarvormen (niet aile). Dit kan overigens ~iet voorkomen dat de reele rente al enlge jaren negatief is. Hlerbi~ is een vlucht in het houden van voorraden goederen te verwachten om het (reele) vermogen te conserveTen. Inflatie Is In dit geval op te vat ten als de prijs voor het houden van geld in plaats van goederen. Het is te verwachten dat de vermogensverde 1 i ng za 1, veranderen. ten kos te van (geldelljke) beleggers en tetT' gunste van leners van geld. Oit is met name waar te nemen met betrekklng tot het huizenbezlt en de financiering daarvan. Gezlnsbesparingen worden voorname 1 I j kin pens ;'oenfondsen belegd, en deze beleggen hun middelen voornamelijk door het verstrekken van krediet aan partlculieren voor het bouwen van woonhuizen en dit zljn hoofdzakelljk jongeren. Wlj zlen dus een vermogensherverdeliAg van oud naar jong waarbij deze jongeren hun vermogen in woonhulzen beleggen. 20% van de bruto kapitaalvorming van IJsland betreft wonlngen! Het pensioensysteem. dat niet geindexeerd is, wordt op het mo'ment geheel op de helling genomen.
Wegens de negatieve rente bestaat er een vraagoverschot naar krediet, waardoor de financiele instellingen kredietrantsoenering moeten toepassen. Controle door ,de overheid hierop am een zo goed mogelijke allocatle van de financiele middelen te bewerkstelligen, is nog we;nig effectief. Vanaf 1963 zijn er gegevens beschikbaar over persoanlijke inkamens vocr be I as t i ngen. De ' 'persooni i jke i nkomensverdeling blijkt over de periode 1963 -1975 nauwel ijks te zljn veranderd, terwijl de prijzen In deze perlode met zo'n 700% zijn gestegen! Ook de economlsche groel Is in genoemde periode geenszins aangetast. Met gemiddeld 4,7% per jaar is de groei zelfs.aan de hoge kant vergeleken met een aantal West-Europese landen. Er heeft aileen weinig diversificatie plaatsgevonden: het accent van de ,investe'ringen heeft steeds op dO; traditionele sectoren landbouw en visserij gelegen. Aileen ,gedu~ende ,de laatste paar jaren zljn, onder Invloed van de olieprijsstljging, investerlnin de produktie van energie en in energieintensieve industrie belangrijker geworden. Zoals reeds gezegd heeft oak de werkgelegenheid niet onder de voortdurende hoge inflatie geleden.
KONICLU5JE Wij magen concluderen dat op IJ s lanc zich als gevolg van inflatie (Iangduriger en groter dan in Nederland) geen maatschappeiijke rampen hebben voltrokken . Graag geef ik toe dat Nederland maeilij k met IJsland is te vergelijken. Het land heeft een kleine, homagene bevolking (220.000 mensen) en de structuur van de economie is eenvoudig en docrzichtig. Hierdocr is het evenwel gemakkelijker am de economische en sociale'aanpassing aan aan en de effecten van de maatregelen tegen de inflatie te bestuderen, waaruit zeker zal zijn te leren. In ieder geval laat de IJslandse ervaring zien dat de demacratie en het 'economisch leven als gevolg van langdurige en grote inflatie nlet ineen hoeven te storten.
J.S.Schoorl
Li teratuur : F.W.C.ELom, De ont~riahtende ui~erking van infZatie;Intermediair 22-8-75. DECD Eaonomia Surveys, Iceland 1974,
1975,197~. '
vervolg van pag 7
Om 4 uur. h i e ld prof. Starreveld z~n a f sche i dscollege in ue aula van de universiteit. Thema van d it afscheids college wa s het aloude dilemma centralisatie-decentralisatie in het bijzonder zoa l s d it de laat~te tijd ~cer actuee l is ceworden door de komst van de klecn e cOMouters.Na een observat i a van het ver~chijnsel vanaf de oudolei d korr,': Starreveld tOe de conclusie v an Faye l :" a m~ssure't. Hierna nam de faculteit afscheid van pro f. StD,rreve ) d. Prof. Verburg bood namens de faculteit een litho a a n van de oudemanhuispoort.Namens de vakgroep sprak zijn opvolger als voorzitter van de vakgroe r dr. C.A. Koopman en, namens zUn oudleerlingen bood prof. Bok een be ldhouwwerk aan van de beeldhouwer( nomen est omen)Starreveld. De r ecept ie .erd bezocht door 600 man. De pioni er van ' de i nformatica nam a fscheid,een 'indrukwekkend gebeuren.
HvO.
Klynveld Kraayenhof &CO , ACCOUNTANTS
Gezien de voortdurende uitbreiding van onze aktiYiteiten in het builenland. ontstaan daar accountantsfuncties voor jonge mensen. die oa een periode van praktlsch werken op 660 van onze kantoren en oa vohooiing van de ~ een santal jaren in het buitenland willen werken.
Daarom zoef(en wij kontattt met jonge
bed ri jfseconom en voor het buitenland
Na de benoeming tol accountant YOlgt. in onder1ing over1eg, een detactlering op een van onze kantoren in hel buitenland of bij de internationale accountantsorganisatie Ktynveld, Turquands, DTG & Co,
In de honorering vall daze funeties, die is afgestemd op de levensstandaard ter plaatse. is tevens verdisconteerd de grote zelfstandigheid die het werken in he! builenland in een kleine unit mel zich meebrengt.
Voor de kosten van de uitzending. het periodtek verlof en de repalriering bestaao adequate vergoedingsregelingen. Na terugkeer voigt. in onderhng overleg, overplaatsing naar ean van de kaRtoren in of buiten Nederland. ,
Een psychologisch onderzoek mnkt dee! uit VB.,
de seiectieprocedure. Geinteresseerden yerzoeken wij - bij voorkeur
schriflelijk - een otienlerend gesprek aan te vragen b;j hel hoofd van onze afdeling Personeeiszaken, Prinses Irenestf"8at 59, Amsterdam. TelefoonQ20 - 5410 541.
Am$k>rdam Afnhem Breda DeYenter Dotdreoht Eindhoven ·s-Gr.venhage Groni,ngen Haar1em Heerlen Hengelo Leeuw.rden M .... lricht Middelburg Rotterdam Utrecht Zwolle Ant_rpen &rcelona BruueJ Dusseldorf .... mburg Londen Madrid Mi~an P.,ijs Zug Bog~ Buenos Aires caracas Curar;ao J.karta Montevideo New York P.ramaribo Rio de.J.neiro Salvador Sao P.ulo.
Benelux-havenstudiedagen
Op 27 en 28 oktober a.s. vinden in Groningen/Delfzijl de 12-de Beneluxhavenstudiedagen plaats. Tijdens deze studiedagen zal de betekenis van de kleinere havens in de Benelux voor de regionaa l-economische ontwikkeling ,centraal s taan. De vo :gende inleidingen zullen worden gehouden:
Ret bela ng van de kleinere havens in de Benelux, dr. W.Winkelmans, Rijksuniversitair Centrum Antwerpen.
Als de over loop stokt. (k'le·ine) havens en reg~onale economische ontwikkeling, prof.dr. F.Hartog, Rijksuniv~rsiteit Groningen.
Havenplanning in het Eemsmondgebied, dr; 'H.C.Heering, ge'deputeerde van de provincie Groningen.
De kleine havens in de praktijk, Ch. C. van Elderen, direkteur van het havenschap Delfzijl.
De havenstudiedagen zullen worden be.sloten met een ' excursie door het Eemsmondgebied. Programma verkrijgbaa r bij secretariaa t Instituut voor verkeers- en 'vervoerseconomie, kr. 1122(tel.5254209), kosten' per deelnemer f 30,=
9
•
Le:ve de OPERA! (0' iets .andel's)
De ekonomische wetenschap heeft vogels van diverse pluimage onder haar beoefenaren gekend. Individuen met de meest ui teenlopende achtergrund bleken op latere leeftijd rijp om baanbrekend ekonomen-werk te verrichten. We noemen slechts Fran~ois Puesnay, lijfarts van Madame de Pompadour aan het hof van Lodewijk XV te Versailles (hij heeft ongetwijfeld dingen gezien, waarvan anderen slechts vermochten te dromen), en meest vooraanstaand docent van de Fysiocratische school. En natuurlijk ook Amsterdamse David Ricardo, ongeletterd effektenbeursmiljonair en als ekonoom vooral bekend om zijn speurtocht naar de wet ten die de verdeling van het maatschappelijk produkt ~epalen.
Als de ekonomie-beoefening zich in de loop van de tijd en als resultaat van het dwingende proces van de arbeids~ verdeling, ontwikkel-L als een meer akademische professie , is datzelfde proces er mede schuldig aan, dat het mod erne kontingent ekonomen niet bepaald als het meest kleurrijke volkje te boak staa t . Ekonomen worden geacht zich van jongs aF aan met serieuze dingen bezig te houden. Zoals daa," zijn, de zaken betrefFende de alternatieve aanwending van schaarse mj*ddelen .
Nu is het natuurlijk niet zo , dat ekonomen gedoemd zijn saaie rekenaars of (mogelijk nog erger) saaie gelijkhebbers te worden dan wel te blijven. Legio zijn de voorbeelden van hen, die het er niet bij laten zitten. En die hetzij als Bommel-exegeet, als literator, als potentieel politicus dan weI als glamour-boy, aangemerkt mogen worden als de smaakmakers van het leg·;oen.
Maar toch; eens een ekonoom, ••• altijd een ekonoom. En de tijden va~ vroeger, met vreemde. vogels bij de vleet,laken deFinitieF voorbij.
Deze zienswijze scheen tot voor kort plausibel. Tot voor het moment, om precies te zijn , waarop we hoard en van de ekonoom Richard Gill. Of, om nog preciezer te zijn, tot voor het moment waarop we hoorden van Richard Gill, als ekonoom annex opera-zanger.
Een ongehoorde kombinatie. En het bericht hiervan zorgde op de radaktieburelen dan ook voor de nodIge opwinding: IIdie man moeten we hebben!1t
AXEL' AFgelopen zomer .was Richard Gill in
Ams terdam. Met enkele nieuwsgierige * fakulte.itsgenoten hebben we deze opmerkelijke man -in de V.S. zelfs goed om als curiosi tei t in "Play-boy" geportretteerd te worden, onder de kop "van Keynes tot Carmen"- een bezoek gebracht. Natuurlijk resideerde Gill op slechts weinig decibel aFstand van he t Concertgebouw. En natuurlijk bleek hij onze toch waarlijk niet geringe parate kennis van muziek en ekonomie te overtreFfen .
Gill was hier ter gelegenheid van het Holland-Festival, alwaar hij in de geruchtmakende en verwarrende opera AXEL twee nogal uiteenlopende (oh symboliek ... oh Mulisch) rollen verzong: die van aartsbisschop en die van duivel.
Over dit spektakel zelf hoeven we hier niet uit te weiden. LieFhebbers van in opera-vorm gegoten 'bizarre tweeslachtigheid ' (Hans Heg) z~llen zich afdoend geinformeerd hebben . Misschien hebben zij zelFs een kaartje weten te bemachtigen, want zoals gebruikelijk hadden
10
de zich rand onze kultuurgoden verdringende notabelen en would-be festivalgangers enkele plaatsen vrij gelaten. We zijn echter verplicht melding te maken van een opmerkelijk detail: de welhaas t unieke ui tvoering van een bas-duet, waarbij Gill een der participanten was.
Gill als aartsbisschop in het eerste bedrijf van 'AXEL'
Richard T. Gill dus. Dp 16 jarige leeftijd betreedt hij de campus van Harvard (Cambridge) en hij zal daar 27 jaar lang, onafgebroken, zijn werkterrein hebben. Hij is onder meer auteur van het oak hier, bij de jongerejaars, bekende algemene leerboek ·Economics·. Begin 1971 heeFt hij nag een riante positie ('master of college ') en legio uitzichten op een carri~re in het openbare leven, in 'the Administration'. Eind 1971 heeft hij een minimale bijrol in de "City Opera ll van New York en toucheert hij $75 voor het uitstoten van een enk81e kreet. Harvard-and-all-of-that is verleden tijd en Gill gaat voortaan als artiest door het leven.
Nu, zes jaar later, is hij een van de mees t vooraans taande en mees t gevraagde bassen in het opera-circuit. Hij kon het zich zelfs permiteren om lukratieve kontrakten bij gerenomeerde gezelschappen als de ''Metropolitan Opera" a F te slaan, teneinde zijn carri~re in eigen hand te nemen. Sinds enige tijd is hij dan ook Free-lance-ster. Hij zingt wat hij wil en waar hij wil. Een situatie die hem onder meer in staat stelde om aandacht te besteden aan een van zijn vroegere hobby's: de ekonomie-beoeFening. Tussen de bedrijven door werkt Gill aan een baek, een verzameling essay's over 'great debates in economics'.
VAN KEYNES TOT CARMEN
Verscholen achter ee~r9te Fles cognac stommelen we de trap op . Hoe zal hij er uit zien? Waar kunnen we over praten, waar wil hij over praten? Uiteindelijk wisten we niets meer van hem, dan dat zijn naam voor kwam op de Harvard-payroll en dat die zelfde naam sinds enkele weken prijkt op levensgrote aFfiches'van het Holland-Festival in Amsterdam.
De cognac werd in dank afgenomen . De kofFie stond klaar. En als wij nag wat onwennig slechts melk-en-suiker-omroer'geluidjes voortorengen neemt Richard Gill
het woord. Pas twee uur la ter en na aandringen van zijn vrouw -de volgende dag vind t de premi~re plaa ts en de stem dient dus gespaard- breekt hij zijn monoloog aF.
Het begon allemaal een jaar of tien . geleden , met zanglessen voor de grap. Ma Gill had in haar jonge jaren een conservatorium- opleiding gevolgd en speelde verdienstelijk piano. Pa Gill was he t mee· neuri~n zat en wilde wel eens wa t anders ; da t ivil zeggen, hij wilde wel eens mee zingen. Alras bleek dat Gill behalve een Fabelachtig gevoel voor muziek, ook een uitzonderlijke - zij het ongeoeFende- basst:Ei' had. Zijn leraar ried hem dan oak aan om Iter leringhe ende vermaeck ' te gaan optreden.
Zo kwam het, dat de \'Jereld een ster geboren zag worden . Zij het dat slechts enkele kerkgangers erg ens in New Hampshire daarvan getuigen konden z ijn. De angst dat zijn mogelijke Falsetten door zouden klinken tot op Harvard, hadden Gill nl. doen beslui ten zijn try-outs in de veilige anonimiteit van een kerkkoor ver van huis te doan plaats vinden .
Maar tach, de enthousiaste reakties van lokale vromen 0aren voor hem het bewijs, dat hij op de goade weg was. En na verloop van t ijd maakte Gill er een gewaonte van am overal waar muzikanten aanwezig waren onbeschaamd in zing en uit te bars ten. Dntdekking kon niet uitblijven, en Gill kreeg dan oak het advies am een opera- auditie te doen.
Zander serieu5 een" zangcarri~re te overwegen, nam hij -in 1970- deze uitdaging aan . Oak deze auditie was een groat succes . Zij-die-er-verstandvan-had den waren dolblij met deze docent van Harvard en baden hem direkt een kontrakt aan. Groot was hun verbazing to en Gill na aFloop van de auditie het misvers tand ui t de weg hielp, da t ze niet met Ben vermeende muziek-docent, maar met een ekonoom te maken hadden.
Gill wees v06alsnog het kontrakt af, maar was wel volledig overtuigd van zijn potenties. Het zangduiveltje in hem was echter niet meer te stoppen , en steeds meer leek het hem een 'wild idea' am beroeps te worden.
Medio 1971 was het zover. John Dunlop (latere minister van arbeid in de regering Ford), die toendertijd d~kaan was, wilde aanvankelijk geen ontslag verlenen . Hij stelde een verloF voor , voor de tijd van twee jaar .• Een afkoelingsperiode die hij lang genoeg achtte om Gill weer ' tot zichzelF te laten komen'. Deze was achter vast besloten, en aldus geschiedde. Gill sloot zijn Harvard-periode aF en werd arties t. De res t van deze wa t ongewone SUCC8s-story kennen we.
HARVARD Het aanhoren van dit -illet vele anek
dotes doorspekte- levensverhaal bevre_ digd& onze nieuwsgierigheid slechts ten dele. Veel interessanter leek het ons om iets te weten van hat waarom van deze ommezwaai. Wat bezielt zoln man eigenlijk? Waarom doet iemand van 44 jaar afstand van een gerieflijke, interessan .. te toekomst, en kiest vervolgens voor eenleven dat hem, zeker in de bBginperiode, zeer onzekere vQoruitzichten biedt?
Onze voorzichtig uitgesproken suggestie, als zou de Heer Gill ekonomiebeoefening eigenlijk helemaal niet zo leuk (meer) vinden, werd met kracht van de hand gewezen. Het tegendeel was eerder waar. 5inds zijn afscheid van Harvard heeft hij zich met onverminderde energie aan de ekonomische theorie gewijd. frisser ook, want niet gehinderd door beslomm~ringen die aan zijn Harvard-funk tie verbonden waren. Oe intellektu ele oefening beschouwd hiJ zelfs als een noodzakelijk komplement. Een welkome aanvulling op de meer emotionele en fysieke insPennig, die het zingen voor hem betekent.
Als faktor die meespeelde biJ zijn besluit om Harvard te verlaten, noemde hl.j we'! zijn misnoegen 'met de wijze waarop met fundamentele 'Universitaire Waarden' omgesprongen werd. Kort gezegd kwam het er op neer, dat Gill danig teleurgesteld was in de wijze waarop met name de Harvard-autoriteiten opkwamen voor de 'Academic Frs'edom'. Tijdens de studenten-onrusten aan het eind van de zestiger Jaren was er op de universiteiten feitelijk sprake van een 'abolishion of the freedom of speach', aldus Gill. Een vrijheidsbeperking die de universiteitsregenten zichzelf te makkeliJk oplegden, b~~reesd als zij waren VDor eskalaties. Z1J lieten zich intimideren door de oproerige studenten . Als gevolghiervan werd o.a. Gillt s vDordracht om L.S.'). als spreker uit te nod i gen, door zi j n fakulteitsgenoten a fgewez en ; zij beschouwden het als een provokatie en zwichtt~oor de verwa chte moeilijkhaden.
Gill laakte in deze overi gans aIleen de houding van de regenten, -niet de akties van de studenten (hoewel hem bij deze groep de neigin g t ot 'false reasoning' weI eens benauwd e). De 'student-uprising ' wa s in zijn ogen onvermijdelijk. Hij noemde het een begrijpelijke enfundamentele beweging tegen de industri~le samenleving (die zich dan ook regelmatig van haar slechtste kent liet zien). Een beweging die kulmineerde in o.a. de rassenrellen van 1964 in Berkley, en natuurlijk in de Vietnam-beweging.
Slechts met de angstige en lakse houding van de universiteits-bestuurderen had Gill werkeliJk moeite. ZiJ durfden niet positief in te spelen op de fundamentele diskussie die door de studentenbeweging in gang gezet was. En het eind van het liedje was dan ook even onvermijdelijk als het begin ervan: de bevoegde autoriteiten lie ten hun gewapende kolonnes aantreden 'om de orde te herstellen'. "University was not quit so noble at that time"'.
FLEXIBILITEIT Oit alles was echter niet doorsla g
gevend. Hat vergemakkelijkte aIleen het afscheid van Harvard, maar was bepaald niet de oorzaak. Veeleer lijkt het er op, det de opmerkelijke ommezwaei van Gill beschouwd moet worden als het r~:ultaat van zijn eigen 'uprising'. Zl.Jn eigen reu~!te tegen bepaalde vooroordelen Ct ~_tomatismen in de gerndustrialiseerde samenleving. Gill revolteerde bewust en daadwerkelijk
(weliswaar slechts voor zichzelf maar toch) tegen de idee, dat de gren~en waarbinnen individuen zich kunnen ontplooie~, nauwer worden naarmate de leeftijd Vordert. Hij wilde v~~r zich zelf aantonen, dat hiJ niet voorbestemd was om ziJn leven als professioneal
ECONOMICS
A TEXT WITH READINGS
RICHARD T. GILL
ekonoom vol te maken. En hij deed dit door de moeilijke gang te maken naar het opera-podium.
Oppervlakkig bezien lijkt deze verklering niet meer te ziJn, dan weer een ander bewija voor de geldigheid van het banale gezegde, dat ~ar een wil is, ook een weg is. Toch stuitsn we hier -als we Gill juist interpreterenop een opmerkalijk en door hem betreurd kenmerk van onze huidige samenleving. Op een vrij algemeen voorkomende negatieve attitude: het gebrek san vertrouwen in eigen kunnen en een prohibitiave angst om eens'een alternatieve weg te bewandelen. (Te) veel me!l asn hebben een te star idee over de grenz~n,van hun eigen potenties, en te wel.nl.g vertrouwen in hun eigen f:,eXibiliteit. In Gill's eigen woorden:
A.lot of people, perhaps, unnecesarily Ilve at them selves in their conceptions of what is possible For them •••
as tough life were allover and all written, and they just had to go in one direction".
Zijn eigen ervaring toont volgens hem aan, dat "ooa lot of people could think a little bit more of other possibility's"
EFFICIENTIEVERLIES?
Als ekonoom filosofeert Gill nog ~a* verder over ziJn stelling. Hij komt dan tot de uitspraak, dat de Westerse samenleving het zich ook kan veroorlovan om haar leden in dit opzicht wat te laten experimenteren. De huidige samenleving kan zich, gezien haar welvaartsniveau, best een efficientie-verlies veroorloven. OF, het kan ook vriendelijker geformuleerd worden, in ons begrip van efficientie zouden we nadrukkelijker rekening moeten met allerlei meer humane, de mens betreffende, faktoren.
. In fei te bestaat er volgans Gill geen d1rekte noodzaak meer in da Westerae samenleving om 'tot het bittere eind' aan de arbeidsverdeling in haar huidige vorm vast te houden. De pure noodzaak ontbr,eekt om er -wat betreft de f~ktor arbeid- aan produktie uit te halen, ~t er aan produktief vermogen inzit. Om Gill zelf nog eens asn het woord te laten:
"Recently we don't in a certain sence know what to do, with our ptoductivity. We CQuld therefore affort a little inefficienty in the conduct of our lifes, if there is some other major goal to be achieved thereby".
'GREAT DEBATES' Zijn interesse voor de ekonomie als
wetenschap is Gill in de loop der tidd niet kwijt geraakt. Het stoffelijk bewijs hiervan -aen boek dat hij momenteel voorbereidt- hoopt hij nog eens te levereno Een boek dat dan handelt over " Great Dabates in Economics". Misachien omrlat Gill zich zelf niet direkt tot aen b~paalde school 'wil rekenen (hiJ noemt Zl.ch neo-Keynaeiaan als friedman en de Monetaristsn ter sprake komen, maar neigt meer tot het nao-klassieke standpunt -a little sympathy- in de Cambridge kontroverse) is hiJ zlch gaan verdiepen in de vele striJdvragen die ' ekonomen bezig en verdeeld houden. Zo heeft hiJ vorig Jaar o.a. een inventarisatie gemaakt van de opinies van enkele honderden vooraanstaande ekonomen. Deze enquette levert een (soms verrassend) inzicht in de stendpunten, en in de mate waarin dsze uiteen lopeno Nadat we Gill ervan overtuigd hadden, dat we plagiaat afwezen als math ode om wetenschap'pelijke triomfen te vieren, mochten we de resultaten inzien. Enkele ervan zullen we hier vermelden.
Met betrekking tot verschillende vraagstukken bleek een relatieve eensgezindheid van maning te bestaan. OpmerkeliJk is bijvoorbeeld . het grote vertrouwen dat ekonomen hebben in het voortduren van de ekonomische groei. Rui~ 70% is van mening dat er niet binnen 100 jaar een eind aan deze groei zal komen. Ook blijkt, dat de
'friedmanites' niet zo sterk vertegenwoordigd zijn els velen weI vreesden. Bijna 70% wijst de 'constant rate of money supply' af, als norm voor monetair beleid. En ruim 80% is het niet eens met de stelling, dat het fiskale beleidgeen stabilieerende invloed heeft, maar slechts de relatieve vergroting van het kollektieve aandeel in het nationale inkom an bewerkstelligt. Verder zijn bijna aIle ondervraagden van mening, dat het gedrag van onder- · nemingen uiteindeliJk slechts afgeleid kan worden uit het streven naar winstmaximalisatie (ruim 90%). Gill konkludeerde dat m.n. Galbraith bij profesaionele ekonomen niet zo'n grote invloed heaft gehad.
Oaarnaast bliJken er natuurlijk ook fundamentele meningsverschillen tussan de 'professionals' te bestaan. 5ymptomatiach voor deze tijd, oo'rdeelt Gill. Bij de volgende stellingen waren de meningen ongeveer gelijk verdeeld. - Het meest geachikte politi eke systeem
om een ekonomische ontwikkeling te realiseren, is het kommunisme.
Ekonomische groei is noodzakelijk voor het oplossen van problemen ala milieuvervuiling e.d. -- In de huidige inflationaire situs tie
is een loon- an priJskontrole wenselijk en noodzakelijk.
Richard T. Gill dus. Een grote en vriendelijke man met een stem die klinkt als een kerkklok. Er rest ons nog slechts een waarschuwend woord aan het adres van mogelijk te enthousiaste hoogleraren en andere potentiRle baanverlatersl de vraag naar opera-zangers (of iets anders) is vDoralsn09 beparkt. '
* V~~r 'nieuwsgierige fakul teilsgenoten' dient U te lezen: Joris Meltzer, Bas Schoorl en Erik Dirksen.
Ton van der Peet
11
Studie-reizen
INLEIDING
Aan onze fakul.teit kant het initiatief
tot het ondernemen van stllLliereisen op vrij willekeurige wijze tot stand. Enige systematiek is nauwelijks te bespeu-
reno De IIIOtivering, de organiaatie en de f1nanciering zijn ook telkens __
anders.
Toch is het m.i. een goede gewoonte ge
worden dat de SEF MnDaa1 in de tloIee a drie jaar (Japan, Rusland en laatsel.ijk
Sri Lanka) ean dergel.ijke reis organi
seert. De frekwentie houdt verband met
de beschikbare middo1en, daar veor een
"grote" reis het beslag OP deze gelden
vri.P;el. zeker blokkering van de mogelijk
heden voor de eerstvelgende twee jaren
inhoudt.
Het zi.jn deze facetten en ook "het wa<U
an" en"net hoe" van studiereizen <lie
door mij werden voorgele~ aan een aan
ta1 "ervareni: studiereizi,lters: IIXira
Wahab· (wetenschappelijk med-n<er aan
ISl-ICG), Piet de Vri.ie (aktief in de AGE) ,
Kees ten Brook (aktief in de Werkgroep
Econanen) en Anneke Brouwer. Indra was
beg,01eider. Piet, Kees, Anneke en onder
getekende waren studentleden van de Sri
Lanka-reis.
WAABOJf EEN
STUDIEJLEIS
'- Studentell aan onze fakulteit werken
veel.al. in eon soort vakuiin. De opzet
van de st\ldie is van dien aard dat men
zich veela1 individueel op tentamens
voorbereidt. Het g~ is dat zelis
studenten van dezelfde "lichting" 01-
kaar vaak slechts oppervlakkig kerulen.
Tot mijn grote verbazing bleek reeds
bij de voorbereidingeJ1 en zeiter tij
dens de reis dat vool meer studenten
econanie te pruimen zijn dan ik ooit
voor moQlijk had gehouden. In <lie zin
heaft de studiereis een sociaJ!! funlctU.
- Ex- is .door 1edere deelnemer v66r. tij
dens en ni de reis hard gewerkt. V6cSr
de reis had iedereen eon stukje geschre
ven over eon zelfgekozen onden.erp.
.waa.rna de stukjes werden gebundo1d in
een werkmap. Ti;idens de i'cis is er veel
infol1l1atie verzameld die vervolgens n!
de reis is verwerkt in eindverslagen.
NIl is or een 200 pagina's dikke bundel
gepublicoord. (Deze schat aan infOlLla-
Onze oorspronkelijke motivering veor bet tie is voor slechta i 5,- verkri,1gbaar
makeJ1· van de stllLliereis had 1ieel te ma- op de SEF-kamer). De reis heaft onont-
ken met het pre.dikaat "concentratielalxl· koanbaar een eciukati.!lye funletie gehad.
in het kader van de Nederlandse ontwikke- - Beide fW'itties tonen het nut a.m voor
l..1lIgshulp. dat door Nederland aan Sri het doolnElIlende individu. Ook anderen
Lanka is toegekend. Kinister Prank had kum.eJ1 echter profiteren door een ver-
zich na eon vijfdaags bozoek zaer 10- beterde sfeer aan de fakulteit. En als
vend over <lit land uitgelaten. Een onder- de grote hoeveelheid infonnatie die de
zoek naar "bet ~" van do. speciale
aandacht was onze oIf;4;ijilo motive ring
voor het maken _van de reis. Daarnaast
zijn moor persoonlijke motieven to b_
deJ1keJ1:
12
groep heeft verzam<lld WONt verspreid
dmv de bundo1 en/of artikalen, le:t.inger.
e.d. dan zou je z<!li's kunllen sl'reka.n.
van een soort maatschappelijke i)mk.tie.
BEAKTIE
A.U-e ge.i:ntervieuwtien plaatsten de eJuka
"i~ve funktic vooroP. Anneke benadrukt
het nut VdO ae.:;e vonn van oruler:oueJ-:. fu
Piet wijst OP het belang vcm elem.mten
in de stOOie waar niet ui tslui tend de
consunptie van theorie OP .Ie voorgrond
st~t: "Het slecilte stuuiekllmaat aan
- oaze fakulteit worot op daze wi.1ze een
beetje doorbrokcn. II Indra zi~t in (let
specHie%e 'geval van de:l.e re1s naar een
ontwikkelingsJ.."ad vooral het i>elang van
de confro.lt-atie met een aDlere same,Li.e
v1ng. "Hoe oppervl~ig zo' n keru"lisma
King ook moge zijn; het vergroot het blik
veld van de student. Je hebt een Qantal
ma~en gekweekt Jie wat geJ1uance"rder
tegenover het probleem gaa.n s taan. , • . iiij
stolt (Zinunerm'-lll citerend): "!!:en ont
~elingsland moet je ruike!1I" Kees
tenslotte, is oon beter mens geworden:
"D, ben een aantal vooroordelen kwijtge
r.ukt."
Ben iecter vindt dat er duidelijk eon so
ciale funktie is: "Hoewel net uiteraard
onnodig is an naar Sri Lanka te ga.lJl om
elka:u- beter te leren keJ1llen."
ile maatschappel.ijke funkt1e wortlt echter
belangrijkor geacht, voo ral door Kees
die vindt dat bij de Sri Lanka-reis
dit aspekt te !""inig aarxlacht heaft ge
kregeJ1~ "Je kunt het slechte imago van
studiereizen op deze wijze ondervangen."
"Je weet imners", zegt hij. "hoe Wiegel
dat kan verwoordeJ1: "ilat vliegt maar raak
en or kant geen donder uit"l
"BET BOE"
Wij vonoden een zeer heterogene graep,
De meningen over do opzet van het pro
grallllla varieerden van "zot ons maar op
het viiegveJ:d van <!:olombo, neer, dan zie
je ons daar over drie weken weJ. Weer to
rug" tot ~ er. maar een volledig ver
zorgdo trip van". A£gri.1salijke visioe-
\ non die de organisatoroll !<regen bij ' do
gedachte san do gevolgen van een coniron
tatie van zonnebadende economiostudenten
en dionstreis dlakendo studiereis-finan
ciors, universiteitsfunktionarissen dan
wel leden van het Comit6 van Aanbeveling
weerhield hen ervan voor hot eerste alter
natief to !dezen. Aangezien ook het tweedo
alternatief ochter tot luiheid aanleiding
zou kunnen geven e.lswel de overweging dat
do demokratie binnon do groep niet gOOMl
kon \\'Orden uitgesehakeld, leidde tot een
eompromis dat inhiold dat iedereen 10
dagen een algemeen progranma zvu vol.gen
en 10 dagen een spe~ifiek progranma. Doze
laatste 10 dagen waren gewi.jd. aan indivi
duele Wonnatieverg;"ring voor het eigen
onderwerp.
Noch op doze organisatorise}~ seheiding
noch Op de inhoud van het algl;lUleen pro
grallllla is veel kritiek geweest. W~l ech
ter op de zwaarto hiervan. Het Westerse
tempo onder de tropiache zon was velen
te veel en de twee vrije dagen in .de drie
weken bleek te weinig.
Toch heb ik nooit tevoren een graep ga-
zien die zo pard en enthousiast aan het
werk ging. Ook zelis 'e-avonds haddon
velen afspr&ken met Sri Lankezen.
Indra Wahab
BEAXTJE
Men ~ in het ~erneen_ goed te spreken
over het prograama. "Pico bello", vol
gens Anneke, "en zeker niet te zwa.ar."
Kees: "Je bent morae 1 verplicht om een
studiereis zwaar te maken." De organisa-
tarische Bcheiding vindt men een goedo
greep, al ~ hot algemeen gedeelte iots
te J.an.g (Kees), niet omdat dit inhoudo
lijk niet interessant was maar omdat hot
specifieko gedeelte te kort is geweest
om het eigen onderwerp voldoende uit te
diepen. Volgens Piet had het a1.gemeen
gedeelte vooral nut vanwego het doorbro
ken van do sP6cialisering. Hoewel Indra
opmerkte dat hot bater geweest waro min- '
dar f&cotten tijdens het algemeen pro~am
rna te baliehten en iets dieper in to gaan
op 6ISn bepaald onderwerp. Oak had het ge
bruik van tolkon onzo kontakten kunnen
verbredon tot andere kl.assen dan do heer
sendo- Engolssprekende - klasse. Tenslotte
zou volgons Indra de indoling algf!Jl11~
specifiek/algemeen eon batere geweest
zijn. Het laatste pro~edeelto zou
dan oen evaluatief karakter dienon te heb-
ben~
DOOB WIE'!
VrijweJ. a.U.e uithoelren van ·Sri Lanka's
econan:ie zijn onder de loep genomen. Het
algElll6en programma was zaer algEllleen, om
dat de reis tot in de details door stu
denten word georganiseerd waardoor "alge-.
mean" progranma niet a.U.een "voor a.U.en~
maar .m.i. bijna per definitie ook "niet
specialistisch" betekende. WeI zijn de
adviezen van do meereizende stafleden op
enkele punten van grote invloed geweost
op de opzot en het verloop van de reis.
Itt andere fakulteiten en op andere uni
versiteiten waar studiereizen vaak gear
ganiseerd \\'Orden door do ''beroeps'' had
den onze begoleiders echter geen enkele
verantwoordelijkheid voor de organisatie.
Wij miston daardoor de voordelen van een
grotere diepgang die bere1kt zou kunnen
\\'Orden door OPlUlllO in oen studieschEllla
(bv door een welicgroep voor een bepaa1J:i
vak) oi'weJ. een gemakkelijke oompensatie
regeling :bv ala onderdeel van een ten
t~n). Ook mag men verwachten dat de
''beroeps'' gEmakkelijker bepaalde deuren
kUnnen openen. Ter illustratie: E6n van
Hoewel ons Comit6 van Aanbeveling oon
aantal zwaargewichten telde (o.m. Duisen
berg en Pronk) had, de bananan waarschi.jn
lijk sneller van onze politieke onnozel
heid ~vertuigd kunnen worden door orga
niserende mannen met een klinkende.ftitel
en een behoudende reputatie , nadelen van een "beroepsorganisatie"
lijken mij echter ook evident: eon moge
lijk te sterke inbreng van hot wetenschap
pelijk personeel; .een geringe keuzEIIlog -
lijkheid t.a. v. het onderwerp; maar vooral
een gratere selektie: je kunt slechts
deelnemen indien je een beP?-ald yak volP,t.
Keea ten Brook
BEAKTJE
Anneke geeft de voorkeur aan ~amenwerking
van studenten met docenten en dan badoelt
ze samenwerking in de letterlijke bete
kenis van het \\'OOrd, waarbij beido partij
en evenveel gewicht in de 8chaalkunnen
leggen. Ze vindt de vakgroepen zoals die
nu samengesteld zijn hiervoor niet go
schikt. Oak yond ze bij onze opzet het
ontbreken van oon goede compensatierege
ling oon groat nadeel. Disku5sies over
de inhoud werden eigenUjk een beetje
afgeraffeld omdat velen tentamenverplich
tingen hadda::l. Vooral voor beursstudenten
was dit een probleem. Ook vindt zij het
jammer dat de diskussie in de groep ge
remd werd door de veelheid &an ondenver
pen; Uitdrukkelijk geen bezwaar heeit
ze tegen een grote selektie en ze vinJt
bet een goade za:..k als groepen concurre
reno Het principe dat I~e'het eerst
ds topmensen van een grote bank vroeg ons komt, ook het eerst maalt" moet vervan-
eerst maar eens duidelijk te maken wat het gen worden door een meer strukturele
bolang voor zi.in bank zou kunnen zijn van aanpak.
het financieren van oon snoepreisje van Indra merkt oP, dat ook nu Loeeds beide
een stellet.je Amsterdamse Marxisten naar groepen (stafleden en stucienten) I;edi.;ve-
eon l.arxi dat \\'Ordt geregeerd door een reno 'iiie in een bepiUlde tijdsperiode
stellet.ie (weliswaar onderontwikkelO'e.... bet best geiuruberoe . verzoek heeft in-
maar tach) andere Narxisten. gediend meet aa" <.te bak komen, onverscllil
lig of het stafleJen of :;tudenten letn,i'i...
13
'/ie:i. tit~lt hij Qat juist deze reis uiter
illate boed .;eorgani.seerd was omdat een
..antal studenten het beschouwde als b.lm projekt. ::':i.e geengageerdheid is van groot
.... eJ..~~ geweest. De ta.:l.k van de begelei
J ers was een consultatl(; ve en dat' was
goed, hOtM~: e:c jallmer genoeg weinig ge
bruik van is gema1kt.
Toch kan hij zich een studierei.5 voor
~tel.i.en met een specifiek karakter, welke
ook specifi~ke voorkemis vergt. Dan is
ueze beperkende voorw:iarde gereehtvaardigd.
, iet ,is (met een schuin oogje op de nu op
:;tapel "tad.nde studiereizen 'van prof.
! ' &.is en prof. van den Doel), een ui tg~
sproken tegenstander van s tudiereizen
als tniddel om studenten a.an tni.nder inte
ressante doktoraaleolleges te binden.
Vooral de ondergesciliktheid van studen
ten bij de op stapel staande China-reis,
waarbij van den Doel de th~nals en,doel
"telJ..i.ngen foxmule"rt en de studenten
zich moeten confonneren, vindt hij ver
I,,,,rpelijk . De emg goede organisatie is
die, wa3.l'in studenten de vrijheid heb
ben zelf hun onderzoek in te riehten.
Uiteraard moet er wel goede begeleidi.ng
zijn. Zoals nu I&~OG steun heeft verleend
voor al.lIl. [acetten, zou er in de toe-
komst door aIle vakgroepen voor wat be
treft ue op hun terrein liggende proble
matiek s t eun moeten worden ge/l:even. Daa~ bij moet aan de indi. viduele deelnemer eompensatie worden verleend in de vorm
van studiepunten. Ook sehept de WOB een
mo/l:elijkheid een soort interct1seiplinaire
vakgroep OP te richten. 14en kan zieh een
dergelijke vakgroep speeiaal voor studie
re1zen indenken. In ieder geval moet de
fakulteitsra~ een aktiever bele1d in
deze gaan voeren en met alleen vertrou
wen op opwellingen van individuen. Reke
ni.rJ.;( dient ook gehouden te worden met de
traditie die de SEF op dit terrein heeft
opgeOOuwd.
Kees is een tegenstand&r van een derge
li;jke vakgroep. Hij ziet mets in een,ge
struktureerd beleid voor studiereizen:
Piet de Vrije
DE FINANCIERIltlO
Wij hebben gelukkig een uiterst bekwame
finaneilile eommissie gehad die alle geld-
brennen die besehikbaar waren heeft wet en "
OP te spOren. De faculteit, het bedrijfs-
leven en de eigen bijdra,ge waren de be-
langrijkste bronnen. De eigen bijdra,ge
'werd door de comnissie-aktiviteiten be-
perkt tot ! 500,-, zijnde een kwart van
de totale kosten per student. De hoogte
hiervan is diskutabel alsook de finan-
cier1ng door h~t bedrijfsleven. De eerste
vanwege haar veronders telde drempelfunktie,
de tweede vanwege het "zwarte" karakter
van het bedrijfsleven in vele studenten-
o/l:en. Waarom zou je bijvoorbeeld we~eren een M{RO-rekening ~ openen vanwege de
bankaktiviteiten in Zuidelijk Afrika en
wel de gedee:ltelijke financiering van
jouw studiereis aeeepteren? (Overigens
was er ~ Al-1RO-bijdrage voor onze stu-
diereis)
Wel verdient de organisatie door studen- Niemand vindt , de partilile finaneiering
ten zijns inziens de voorkeur in principe, door het bedrijfsleven pri.ncipieel be-
maar de fakulteitsraad dient uiteindeli,ik zwaarli,jk. Zoals Indra opmerkt: "Er zijn
te beslis sen. Irmners:" Als je een goed pro- g~n bezwaren zolang de geldgevers geen
dukt hebt, dan verkoop je ret well" beperkende voorwaarden aan dergeli.ike
Hoewel hi'; tegen het opWerpen van drempels reizen stelt." Toch versehillen de me- '
is, kan hij zieh voorstellen dat voor ningen over deze geldbron.
sonunige reizen speeifieke kennis onontkoom- Kees vindt het een goede zaak als het
baar is. Echter financiele drempels zijn beq.rijfsleven meer dan voorheen inge-
\lit den ooze. Een groo.t voordeel van de sehakeld zou worden bij de finaneiering
Sri Lanka-reis was, dat er geen andere
drempel was dan de verpliehte inzet.
14
van studiereizen omdat dit soort kontak
ten de mogelijkheid biedt ~e aandacht
op bepaalde problemen te vestigen: Ver
vreemdi.ng van het bedrijfsleven moet"
voorltomen worden.
Piet wijst er echter op dat het gevaar
van dergelijke afhankelljkheid van fi
nanciering door private insteJ.lingen il;l"
dat ze de macht hebben bepaalde aktiv:i.
te1ten mll te steunen en, daardoor de
uitvoering te belEmlleren. Deze vorm van
financiering moet daarom vo1.gens hem
tot een minimum beperkt worden.
Tenslotte merkt hij nog op dat b!,paalde
gedeeltes van ons studierei.s-verslag
laten zien dat, de in industriele kring
niet zo popula1re,Marxistische theorie
een aeceptabele verklar1ng kan geven
voor versehillende facetten van de ont
wikkeling van Sri Lanka.
In het specifi.eke geval van de AMilO-bank
toont Kees zieh een sterk tegenstander
van aeeeptatie van JiMRO.,.gelden, indien
dat aangeboden zou zi.1n. Hij behoort tot
de mensen die hun rekening hebben opge
zegd ("Had je niet ge<iacht. hll t"), en
zou aeceptatie niet alleen hypoeriet
maar ook onverstandig gevonden hebben
omdat je ctaarmee de bank een troe!kaart
in llDanden had gespeeld.
Voor Indra tenslotte was het prebleem
niet relevant omdat hij het niet eens
was met deze geriehte boycot, aangezien
grote delen van de Nederlandse industrie
kontakten heeft in Zuid-Afrika. "Je tankt
toeh ook bij Shell?" Het opzeggen van
de AMRO-rakening noemt hij een vonn van
zelfbevred1gi.ng. Bezwaren tegen het ae. cepteren van di t geld zouden bij hem niet
geleefd hebben.
Jan van Amstel.
rond/uit de ftlad door denniePit
W1SKUNDE
BIJSCHOLING
\'Qo rnaamste, althans meest controversiHle onderwero in de laatste ve rgadering van de faculteitsraad (f . r . ) was , in een reeds jarenlange tr aditie , de Wiskunde-I bijscholingscur "U$ die door onze faculteit t
zoals oak e l ders i n het land, wordt verzorgd voor WI- deficiMnten (de A- gro epen in de propedeuse). I.o ezo: controverse? Neem Kees ten ~ r oek (uao is de werkgroep Ekonomen) -~ie met die sigaren- en zljn s oort~e r o e ~ onder de star (Ankum, Nooroe r 0e ~ en Schrama met name , maar oak - r·e l "as- !lob de Lange ); dat is de e ~ e kant . n~n de andere kant staat ( ~e ;'.1..: r iegrop. p [ ~ onomen , zo ..... der welk~ de W I-bi j$ChOl i~g a1 2 ~I{ er een : . .l 1r o f 'vier to t ;'et vc rl l:r.en Z OL:
'H::!:J ber. neho fH"u . I-..l-!8S ten Proei< zag l ( l ~ tDn ~e he t h~m maa r .Laten zeggen) o~t ue faculteit in principe geen ! ldcle lba or onderwi j s die!' t te verl ll r gc n . Oe Akti egroep vind t dat een mooi standpun t , "he elstl kun je wel ze~gen , war. t het gaat volledig vDorbi j aa, d" feite di e het aardse tr3n endal beheerscn ,
ARGUMENTEN feit no . 1 is dat de organisa ti e van het ~ iddelba a r onderwijs zodanig is da t er geen adeku.:ale arsternmin: : van "el vwn op het 1,0 plaatsv i nd t . -/0 1 ,JgO~ we dit jaar dat een kwart van de nieuwe eerstejaars- studenten economie niet aver WI in het vwo examenpakket beschikt . "Hadden ze maar ve r st andiger moe ten zijr. in de k eu 78 v~n hun pakket" zegt de iL*er-!.<c roep [ conomen en ance rs gaan ze ir. de zamer li'aa r priv4-1e s s en vol gel;
. ~lv~ren5 economie to gaan studeren s " riv~-l e , ~ en moc t en oe !Ja ter. in ""'8t G" rJ e rwi j s s ysleem d i e I tP.r. . ' ,at ~a:)t:,jt.e ac t de M<tie~ raep een ab-501uut onaanvaarubore afwentelinq (van h et sY f:; tp,en' 00 de ru :;;) van h et irrlividu ) (n wat het 1I ~: .. )dden ze rr a.J r" - geroep belr~rt ruept zr : -,~t':;8lien van tlot rc iL (~c:ll da t een '.,.!olslagen irr.:3tionclc · " ; fl ;.ldr: rir Q ~ ,
l.;i ~ le 1 5- rei : nc . 2 in h r: ri ;:ncrl:1 :: , i:lhoudende dat .. !iSk ur ,: le 1 zoa":'s ;,.:a t ir ~et VW' . wordt ;lanqc;Jodcr. rrie: we vQofopleiding l~ ~~~r ecr~ s~~dip
ecc:"'",c :;- : p .
!fl rei tu (au 2 r,u:::;) '.::. SJ.I ':-:nts - ve r;;J(" lij"ende wij ze ul t,](!d nJ ..( t - ' · .... 1'
I !: ~ l :-: r1i : ; als ad(H< w~t p V( ·.i r 00~nl;;i n ·.,
..... an ~J o::; f::r.onomie-s tu ~.Ij:) • . :,,~~s Kti j r , :;nc'?-' ~ u i l de VaK I..~:' ':'' ··; 1 ~1 i.[.:<. u ;,,' ~ "';; "'"
:illi~tiek oen Jdrukt r ~iL n~~ een s 7:'er ind ri~gend in UP. l<'lrJ ! :e i r.SiCl.1d ,
~e" 2 inde die!jcnen , loal s I on :ro r·k [In Ankurr., die bl inue 1 1n':)5 ::i :~ I~ unde I ·,u i 11en uisen (omd;,t. d;')f· nu t:f:n '~anl . t:l nuit nun dilgrr.a t isct , I I' r/r.al i !)l1'e de p r incipiMle ju is:; c WI :_' :::;) :..1 "
ugen te apencn ..
~~ Aktieqroep vORgde daaraan t oe in Ge f II dat fei t 2 juist op dit moment mJet 1eiden tot de conclu s ie dRt de fJculteit de h! jscholing voorlopig (tot er geen deficienties meer in I'Bt Vt,IU- s)'steem zitten opgesloten) moet voortzetten . nJuist op dit moment" want, en dat is fait no.], juist op dit moment besla3n er in het VWIJ (al than s in Amst erJam) plannen om tot een aangepaste wiskundekursu$ te komen. Oeze kursus zou de mogelijkhein moeten bieden a~n VWO- leerlingen f die geen , 'i ckunde-J in hun p" kket hebben (meestal omdat ze -ll ronduit" gezegdniet goed zijn in wiskunde), n66st het examp.npakket, dwz facultatief (en niet meetellend voar het eindexamen) een cursus te volgen die
t~ch toegang biedt tot faculteiten ( zoals de economische) die wiskunde toe1atingseisen stel len op het nivo van zo'n 60;,~ WI . lJit plan dat het VWO i n Amsterdam op tafel heeft gelegd , biedt een uitzicht op aanzienlijke vermindering van het ~Il -deficientenprobleem . (en dergelijk ir!itiJ tief mag volgens de Aktiegroep ~ ' :<2L gepasseerd worden door weer , zoal s ren Oroek en cansorten willen , b lindelinss wisk unde-J te gaan aisen . lip "oorstel van de Ak tiegroep (dat mag oak we i eens gezegd worden: met aanzienlijk e steun van rrans Klijn) werd uil e indelijk dan ook door de raad boslo t en om de bijscholingscursus voort te ze tt en . Ankum en Ten cl roek c,s, krugen in zoverre hun zin dat er voorl o pig ecn t e rmijn van 3 jaar is genoemd ,Ji.ldrbi ~1n8n he t V ,!.~)-plan voor een aan.:; ~ p~ ~:: t G wi skundecursus ge£3'ffec tuee rd
mOt~ worden en waarna s topzetting van de b~,)scholingscursus l OU mae ten volQen- in principe( ••••• )
FACULTEITS REGLEMENT
I vcn V~n deze vergadc ring van 26 september nanr di e van 10 ' ktober; een 1I ~;pcc i :ll" I]ehcel ncwijd aan de cons trl1c:· ie VAn e l'n ni e uw facul ~eits re
q l emp.:l t . Vao rnaams te pun I;. daa rbij zal zijn (~l s u dit leest is dat al gelH:!Urd ; dus in de volgende :1ostra een zeer uitQeoreid v er sl~9 hierover) de v8rtc~enwoordi~ing van st udenten in de vakgroepen en in het val<g roep- be5tuu r. i. ven voor de du ide lij k he i d: ,il.! faeultpitsraad is het hoo gste orG~a n van de fa cu ltei t mAar net onderwijs en onderzoek worden in feite -'1ndilnks p o~~i nflen in de fH om oaar mear )!'fWP cp le k r ijC]en- geregeld binn :-n dE:' v<ll<gtocpen (zoals daar zi jn: [";' lkro , i", k ro , Hedrijf5~ronomie , .l iskundr en ·.t ati!·. ~ i t '- , ; ec~·t t cn nc '", onlu,dc , ::·~· t.Orf; f!1 ' :,le i.nfHp. ) r:!in i ed~ r G '~n
l>Jp,'n l l! \tOlk · ";Jiud (file t llijbc,no rcn up. vak:"-un ) neh !. tJ f S Ci1 . rJp J\kt iegroep is v~n f,l ~ning j at de! democ rati sQ ring van ht:;: w8tp.n :Jc/l ,: lppel i j k ondo rwi js , W~';'\(
voor j aren \/;:j L !:ic rij d LOg C(l ivor ~~n tor~n5 is ']e l ev rHd en d i e z 'n besla c; heeft gevnnrlen in de i.:JUn (hJc t Ulli~er-!..> i tai re :~e~cutJrsh C' r vorminl)) , qcwp.ld
zou word en aangedaan als de studenten van onze faculteit geen wezenlijke i nnoraak zouden krijgen op dat nivo waar
jerwijs en onderzoek werl<elijk worden r.gp.lr1 : de vakgro~pen~
Wij zullen er hard voor kno', ken dat de rechtse krachten aan onze faculteit f in de rI ! vertegenwoordigd via de EFIl (Ankum en de zijnen ), niet de kans krijgen a l snog de deuren va n hun ivaren tor8nt ~8s vaer on28 neus te sluitenl wij he bbe r het rech t aan onze kan t eC, we hebben zeker a l s Aktiegroep (konomen in de bijna 10 jaar van ons be· .. staan duideIijk blijk van gegeven va n de capaciteit en van studentsn om ap vera ntwoorde wij ze bij te dra qen tot de bestuursorganisatie van de-facul teit . Persoon1ijk durf ik zc lfs te zeggen dat er aan de faculteit geen enkele an dere groeperinc. is dan de Akt ie groep (konomen die zo vee l heeft bij te dragen aa n de ontwikke linQ van het wet enschappeli j k onderwijs waar het onze faculteit betrert e- waarbij het met na e gaat om een to ta le afbraak van de i vo r en toren en vermaats chapp elijkin q van het wetenschappelij k onderwijs . I'la ar daarover me e r in een vol gend e Ilo s tra .
STUDENTEN Voarshand s vraag ik de studenten die ans op overtuigendc wijze bij de verkiezingcn a l s opdracht de voltDoiing van de democratisering aan onze fa-
culteit (" s tudenten in de vakgroepen") hebben meegege ven ' Stand-by' te blijven am zonodig daadwerkelijke hulp te verlenen als het er am gaat dat bepaaide ~akgroepen hun deuren on l 8ch t matig gesloten denk C'n te moe t en houden.
Tot slot wi1 ik nag even memorer~ dal ik de lezing van het proefschrift van Prof . Pais op zijn verzoek nag eens wat serieuzer ter hand heb gencmen . Over niet a1 te lange tijd hoop ik daarover een recensie in 'lo:-:tra te k unnen schrijven. Op mijn ni vD natuurlijk maar dat moet me maar vergeven worden ( ...... )
Dennie Pit
I .. I herprogralnlnerlng
Aan ooze f aku lteit is pe r 1 september ~ls herpro~rammerin~s funktionaris de heer drs . ~ . C . p. .
Ooste ndorp in d ienst r,et reden . · Hij is belast met de ber.e ' eiding van de herp r 06rammering ~an onze faku l t e it. Hij i. daGel i ~k s bereikbaar op kamer 235 P. tel . 4361 . De post voor de heer Oostendorp dient naar het fukulteitsbureau , kd mer 21 49 gezonden t . worden .
15
brink boekhandel
IN HET MAUPOLEUM
2 e ETAGE
00denbreestraat 23
kamer 2386 tel. 5254024
~::C:! :.~:::._~:.~ :.~ :. __ ~~~::~~~~~~: _~~~~::C:~_:::~~ _~':_~'?'::~'::,!:~~ • Een ver kl ~ r n nti econom isch wQordenbo e:k , waarin duidelijke om ~c hrijvingen van ca . 1 100 belang rijke begrippen. Ze e r gemakkelijk is het verwijz ingssysteem, ~Qardoor de onderlinge samenhang wordt weer-geeeven. T.ejden, Stenfert Kroese 19'77 prij s f1 9 , 5C Prof. Dr . J.H. van StuyvenberR- De econom i s ch e gu -
~~~ ~!~~~~!-:::~~-~!~!~!~~~~--------------------------Dit boek , uit g e geven ter gel egenheid van het tweehonderd ja r ige bestaan van de Nderla ndse MaatGchappij voor Nijve rheid en llandfl, behandelt het heden en verleden van de we lvaart van ons l a nd.
Groningen, Wolters Noordhoff 1977 pr.f39 , 50
J. ~ objnson en J.Eatwell-In l eiding tot de moderne - ________________________________________ economie
In he l: oerate d8~1 '.'!orden de hoofd l ijnen ~etroKken va ~ de 3. 1ternati ~ ve visie or ,It-; ';"': ,)/ 1\) ':1' .~.:'j . :
Nerkelijkheid, terwijl in de andere delen d~ probleme~ van ie kn pit~ ]. istL~{'I.e, soci ali s lit~c he
~ ~ ~ ( je ~~j'e: ~ id8~n V llil deze tijd a~~ de orde WeI"
don :.>e s t eld. Oor6pronkelljke titel: An introduction to nlodern
Spcctrur.; ">77, prijs J 29,5C
~~~~~!~!:-~ ~~~~~~~~~-~~~~~~-~~~-~~~~~~!~- "£~~!~~!-This book handles the Futures in We ster ~ -E~rope,
demo g r &phic 3 ~ ~~ ! : ~s 2co~crnic , pulitical ~ ~ ~ c:~
~ 6 L 8 t. :l ~()lica: , c l i lli ,:;, i..ic as well as agL'i c 'ul ~ u I 9. 1 .
Cambr idge D.P. 197 7 prijs ca. 146 ,=
Tlli.s book , for the firsL ':.:,:.i.r:ic , contains a sati s factory analysi s af popul&tton a nd growth , and attemps extending investigation o f th is area.
North Holland 1977 , prijs ca. fGO"
EKONOMIE
GEOGRAFIE
PLANOLOGIE
SOCIOLOG IE