1977 - Nummer 56 - oktober 1977

16
october 1977 LICHT OP !JSLA/JO

description

1977 LICHT OP !JSLA/JO

Transcript of 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

Page 1: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

october 1977

LICHT OP !JSLA/JO

Page 2: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

rostra iliad van dj! feonomisme 'aeu.teit 'aa .... n' '76..J77 ,.

~

redaefie Pieter Beematerboer Annegreet van Bergen Kee6 de Boer J . G. Lambooy Herman van Oorschot Ton van der Peet Paul Rupert Hein Vroli jk

adres Jodenbreestraat 23 Kamer 1324 te 1. 5254017 SEF , tel. 5254120

postadres Jodenbreestraat 23 Kamer 2167 Amsterdam

illustrator Onno Kratt van Ermel Ancira PiGka

Adreswijzigi ngen moe teD

gestuurd worden DaBr

Studentenadminiatratie

drukke r ij Kaal,

Nieuwe Herengracht 61

inboud I cag . 3 ge:=;preki~r; rr. i -: ,joenenrtota

pa~ . 4 Forum ~; .!! joenenno~a

pal} a 6 AfscL~id~co l lege prof . Vonk

pa t: . 7 Afsc:leidsco1 .ege prof. Star-

reve~ d

pa, : . 8 Ijs1ct ndf'e inf) F\ : ie

pa R. 10 Gil en du ~peru

pa~ . I? StuQjere i ~en

pal': . : 5 Rond/u: t ue r .... ad

2

NClaldioneel Dit is het begia . Het e erste nummer van Ro s tr: is ~ 0er van de persen . In dit nummer uiteraard aandacht voor de zaken, die ons ue ~aa tste ti j d hebben bezig gehouden , de prettige en de minder pretti ~e zaken .

IN MEMORIAM

Oak een dringend ver 7. oek om voora.' de oproep voor een docent-mede~ecker e n student-medewerke r te ~ezen , en te rea~ere n !

En niet vergcten om wanneer interessante gebeurtenissen het w ~ard zijn om aanjacht aa te besteden in Hostru , da~ rvan even berieht te doen bij de redaktie, post op kamer 1324 of fae . buro. Kopij is alt ijd welkom, uiterste inleverdatum volgende nummer: 1 NOVEMBER

RITA WANDERS

Ais je in de krant leest, dat elk jaar in ons land zo'n drieduizend mensen in het verkeer de dood vinden , dan is dat een gruwelijk statistiseh gegeven . Toch realiseer je je pas ho~ gruwelijk, wanneer iemand uit je naaste onge­ving tot de slachtaffers behaart . Het was een gewoan berichtje , ap pagina za vee l. van de krant , dat bij het Cen traal Station een wielrijdster in batsing met een stadsbus de dood had gevanden . Je leest het, zoals je zoveel berichten l eest. Tatdat je ap­schrikt , omdat het slachtoffer een jau bekende naam heeft . En dan blijkt het onvoorstelba re te hebben plaats gevanden: Rita Wanders, een studente van drieentwintig jaar . Rita , voor velen een goede bekende . Zij heeft aan onze faculteit veel werk verzet. In hat studentenleven . En in de vakgroep r~icroecanomie ,

waaraan zij de laatste jaren verbonden is ge wee st . Vooral de l'18ori e van je centraal gel eide economie had haar belangstelling en toen aan onze fBculteit een l eerstoel in deze richting tot s tand kwam, is zij daarbij de eerste candidaat-assistent geworden . Oak aan het micro-ecanomisch onderwijs in de propedeuse heeft zij haar steentje bijgedragen en bij de coordinati e ervan heeft z!j een belangrijke rol gespeeld . In het menselijk contact WB~ Rita een vriendelijke , i nn emende persr, on­lijkheid, ser ieu s , iemand van wie je op aan kon, een goede en la yale c011ega. Wij zu11en haar zeer missen.

A. Pais , Voorzitter vakgroep flicro - economie.

Het bericht van het plotael inge overlijden van Rita Wanders kwam voor velen van ons als een schok . Immers , door de akt iviteiten die Rita ontplaoid had genoot ze op de fakulteit een ruime bekendheid , en had ze ve l e vrienden weten te maken. We herinne r en ans het vele beatuur swerk dat ze heert gedaan, gedurende de jaren dat ze in de kandidaatsraad zat, en later in de fakulteitsraad . In daze periode heart ze zich vacral ingespannen am de 'paper-vervQngende werk ­groepen geacceptee rd te krijgen. In haar werk als kandidaatsassistente heert zij haar ideegn oak gestalte weten te geven . Vorig jaar heeft zij zich me t c r oat enthousiasme bezig gehouden met de orQa­nisatie van de SEF-studiereis naar Sri Lanka . Al deze aktiviteiten pakte ze aan me t een verfri ssende blijmoed i gheid . Maa r oak priv~ hebben velen met Rita ' s belangstelling en hartelijkheid kennis gemaek t . Ze was een tri jne kameraad . Degenen die haar het msest na standen weten zich ver zekerd van on ze steun en sympatie .

n~rnen5 ~~~r v~ien~c .:,

!'"ul Peosel;.ng ~·.~. T·i. ~ ta:r.

C:-:. :-: L'irl·{.C"\cr.

Page 3: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

~B ESP R E K 111 G-",,---~~

MILJO EN ENlfOTA

De tradi tionele bespreking van de mil­j oenennota aan onze fakulteit heeft pl aatsgevonvonden op vrijdag 30 sep­tember. Deze bespreking bestond uit een ochtend­zi ttin g , waarin Ben drietal inleidingen en een middagzitting die uit een forum­discussie bestond. [en drietal ileiders ging op een aantal deelaspecten in van de pro bleman die momenteel onze natio-: 'i nale economie teisteren.

somber Drs, de Klerk trad op als voorzitter en begon de ochtendzitting, met ,na e~n welkomswoord aan de aanwezigen gericht te habben, met een opsomming van een aantal zaken die hem in de laatste mil­joenennota opgevallen waren. Hij ~onstateerde onder meer dat in de laatste Macro- economische Verkenning (~EV) een somber toekomstbeeld geschetst wordt omtrent onze economie: oak in de nabije toekomst zal het investerings­niveau laag blijven en als gevolg daar­van zal de werkgelegenheid in de vol­gende jaren eerder afnemen dan t oenemen. De aanvankelijk gunstige ontwikkelingen in de Verenigde s taten, die zich kenmerk­te door een behooilijk economisch her s tel a ls gevolg van een stijging van het bin­nenlandse can sump tie en investerings­niveau, is nu oak daar tot staan ge­bracht. De sterke positie van de gulden door de omvangrijke aardgasexporten die voor een behoorlijk overschot op onze lopende rekening zorgen is nog steeds een be­lemmering voor de exportgroei wat betreft de kostenkant. De binnenlandse vraagstijging is daardoor van groot belang geworden voor de eco­nomie als afnemer. De laatste ontwikke­ling is dat, na een aanvankelijk lieht herstel, de binnenlandse vraagstijging afneemt en wellicht in de toekomst zal gaan dalen, Om de binnenlandse vraag weer een kans te gaven om weer aan te trekken heeft de regering geen bela sting­verhoging in de directe sfeer aangekon­digt, hiertegenover staan echter weI ta­melijk omvangrijke verhogingen van de indirecte belastingen: verhogingen van de accijnzen op tabak en verhofing van de 8TW van zestien tot achtien procent. Een verdere daling ,van het consumptie­niveau is dan oak te verwachten.

loonJrostenstiJll inll . De eerste inleider, 8. Thio. lichtte de aanwez~gen l.n over "stagnatie en de ge­volgen hiervan voor de werkgelegenheid". Hij stelde vast dat een verdere stagna­tie van de produktie, een uitblijven van nieuwe investeringen, hogs werkloos­heid en een tot stilstand gekomen con­junctureel lierstel uit de krisis van

1974/l975,een diseussie over het ge­voerde regerin gsbeleid nodig maakt.

, Ook Thio kwam met een diagnose van de huidige economische toestand. De pr~ ductiegroei zal dit jaar beperkt blijven tot 3%, ·de exportgroei zal D'f, bedragen, de stiJging van de winstkomponent van· het nationale inkomen zal verder vertra­gen en de werkloosheid zal oplopen tot boven de 250.000. uit het , apport van de Europese Com­missie kunnen we lezen dat de economi­sche groei overal in Europa en zelfs ook in de V. S. vertraagd'is en zelfs tot staan is gekomen of zal komen. Net als het . lMF vindt de [uropese Com­missie dat nieuwe conjunctuur stimule -rende maatregelen genomen moeten worden: de importvraag dient verhoogt te worden, net als het binnenlandse consumptieni­veau. Het probleem zit hem in het feit dat iemand hiermee moet beginnen. Thio vraagt zich af of deze methode evenwel een goade manier is om de economie weer op te krikken. In' Nederland heeft de werkloosheidsbe­strijding gefaald, ondanks de conjunc-­turele maatregelen zoals loonmatiging en bezuinigingen op de overheidsbeste­dingen en .een licht wereldwijd economisch herstel. Het in Nederland gevoerde beleid ken­merkt zich door het streven naar een beperking van de loonkostenstijging op grond van de gedachte, dat meer winst ook meer werk zou opleveren. Dit beleid heeft evenwel gefaald. Dit be­leid is gebaseerd op de modellen van het planburo, de zogena~ jaargangen modellen, ook wel bekent onder de naam VlNTAF II. De doelmatigheid van dit mo­del, dat vooral de nadruk legt op de kostenkant, is nu weI aangetoond. De kritiek van Driehuls en van der Zwan spitst zieh toe op de relatie, die in deze modellen wordt gel egd tus~en ar­beldskosten en werkgelegenheid. Deze relatie zou vol gens hen niet direkt aan te tonen zijn. Doordat de regering haar beleid nog steeds afstemt op het voornoemde model, drinkt zich de vraag op of de regering de werkloosheidsbestrijding wel als eerste prioriteit stelt in het kader v~n haar economische politiek. Het lijkt er veeleer op dat de regering de ' voorrang geeft aan de inflatie be­strijding. Oit is weI in overeenstemming met wat de DECO aanbeveeld en wat in ' Duitsland de praktijk is. Nu weer terug naar de krisis. De ontoe­reikendheid van het conjunctuurherstel toont aan dat de resessie van 1974 nog steeds doorwerkt. De export stagneert zelfs zo, dat in 1977 voor het eerst de nederlandse exportstijging zal ach­terblijven bij de stijging van de we­reldhandel.De stijging van de con sum­ptie stagneert al langer. De oorzaak voor deze stagna tie ligt volgens de MEV niet in de verzadigingsverschijnselen

die sommige sectoren van onze economie tei steren, maar eerder een achterblij­ven van de binnenlandse n buitenland­se vraag. De buitenlandse vraag is moeilijk te beinvloeden , de binnenij landse vraag blijft echter aehter om­dat de beschikbare inkomens achter gaan blijven. Het gaat hier vooral om loon­en overdrachtsinkomens. Sedert 1971 heeft dit al zijn gevolgen gehad voor de (uitbreidings)investeringen en het ontstaan van een behoorlijke overcapa­citeit. De investeringen die wel plaats vonden hebben vooral betrekking op ver­vangingsin~esteringen en diepteinves­teringen, gericht op de vervanging van arbeid door kapitaal. Behalve de genoemde factoren. die tot stagnatie hebben geleid kunnen we ook nog de volgende factoren noemen: de gestegen aardolie- en grondstoffen­prijzen (die al een verlaging van de koopkracht tot gevolg had), een rati­onalisatie in het bedrijfsleven sinds 1965 (w~ardoor steeds meer kapitaal geconcentreerd werd), concentratie op de markt (fusering en overname) en in het produktieproces (waardoor een sterke stijging van de arbeidsproduk­tiviteit plaatsvond en daardoor een vermindering van de werkgelegenheid , in de industrie~ Aanvankelijk werd deze uitstoot van arbeidsplaatsen nog gecompeAseerd door een stijging van arbeidsplaatsen in de dienstverlenende sector, bij de overheid en door uit­breidingsinvesteringen). De konsequentie van een regeringsbeleid die dergelijke ontwikkelingen in het bedrijfsleven heeft gestimuleerd, is het verloren gaan van arbeidskraehten en Qen toename van de werkloosheid. Een ander gevolg van de genomen maatre­gelen is wel dat de winstcijfers de nei9ing hebben 'iets aan te trekken of dat in iede r geval de schuld en liqui­diteitsposities een gunstiger beeld gaan ver~onen. Een toenemende diver­gantie tussen stijgende winsten en dalende eJerkgelegenheid is dan ook waar te nemen. De oplossing van de krisis is voor vael economen een toenemende eonsumptie.ve vraag (door een verhoging van het be­steedbaar inkomen) en aen lastenver­lichtinQ voor het bedrijfsleven (la-gere sociale lasten en lagere loonkosten). Op zichzelf lijkt dit een tegenstrijdig­heid. Theoretisch ligt de oplossing van dit vraagstuk in aen ralatiava verlaging van de winstinkomans. Het is immers wel gebleken dat een hoge arbeidsinkomen­quote,opzichzelf niat ontoelaatbaar hoeft te zijn voor een gezonde economie. Thio ziet vrije loononderhan~elingen dan wel als een vereiste om bovenge­noemde effekten te bereiken.

eoneurrentiepositie De tweede inleider, R. de Lange, ging in op de concurrent~epositie van cns

vervolg zie pag.5

Page 4: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

FORUM Vrijdag 30 september stond de facul­teit in 'het teken van een door de SEF en AGE insamenwerking met het tijdschrift voor poli.tieke economi,e georganiseerde studiedag met al~ t hema :"mil joenennota'78,achter­gronden van een economisch beleid". Het geconsulteerde team van specia­liste n,zoals dat achter de tafel zat ,be stond uit:(v . l.n . r . ) de heren de Klerk(wetenschappelijk medewerker aan de U. V. A. ),Peters(hoogleraar te Nijmegen)en vd Zwan(hoogleraar 'te Rotterdam).Het geheel stond onder v oorzitterschap van de heer Salver­de(wetensca ppelijk medewerker te Groningen ) . Hoezeer de heren ook van mening verschilden over een ding waren z'ij het eens:de toe stand van de patient was zeer z orgelijk , en de pe rspectie­yen waren al niet veel bete r. Iede r van de forumleden begon met een korte inleiding ,het doel hier ­van was enkele pun t en uit de mil­joene nnot a en de macro-economische verkenning te lichten,hier de eraan ten grondslag liggende theoretische achtergronden te behandelen en er kri t iek op te leveren.Helaas kwam deze op: ',e t er in de inleidingen niet helemaa l uit.

INLEIDINGEN Rob de Kl erk beet de spits a f maar hield het kort,hij had immers die ochtend in de lezingenserie zijn standpunt al uitvoerig uiteengezet en memore e rde slechts een paar ' saillante punten uit de miljoenen ­nota .Het bevreemde deKlerk datbij een aarzelende internationale conjunc ­tuur de voorgeste lde maa tregelen grotendee l s conjurictureel van aard waren .Specia al noemde hij de ver ­hoging va n de indirekte bela s i ngen die een direkte terugs lag hebben op de koopkr,acht . Afsluitend pla a t s te hij de weinig opwekkende opmerking dat de zeven­tiger jaren gekenmerkt worden door stagnatie van investeringen,over­heidsuit gaven ~n canjunc tuur.Het gevoerde beleid sluit hier volg ens de Kl erk niet voldoende bij aan .

oil.

Alfa betisch hierop a a nsluitend vol­g de professor Peters , sportief ogend doo r h a rdnekki g zijn suede jack a a n te houden . Qua volume kwam Peters iets beter uit de verf dan z ijn voorganger . Peters s prak voorna me­lijk over de ma c ro - economische ver ­kenni ng . Hij constateerue : een g rote tegenvaller in de ontwikkeling van de wereldhandel , hierdoor kop vol­gens hem ,Nederland zij n exportpositie niet handhaven . Hieraan koppelde'hij de vraag of we niet eens af moeten ' van d ie oversc hdtten op de beta J ings balans . Een ander punt waarop Peters de aan­d'act)t vestigde was de z,i. niet zo spectaculaire ont '.'/ikkeling van de loonkosten matiging , zoals werd ver ­wacht.De arbeids i nkom'ensquote daal­de niet van 96 naar 92 maar ( z oals achteraf pas bleek)van 93 naar 92. De arbeidsinkomensquote z iet Petres als een zeei belangrijk cijfer zowel

4

• • Mi Ijoenen nota voor de effectieve vraag als voor de ' s trukturele werkgelegenheid. De grote tegenvaller .olgens Peters blijft de Werkeloosheid;dez'e daalt niet zoals verwacht en Peters vroeg zich af of alles eral gedaan was zowel op korte a l s op lange termijn . Op korte termijn is er volgens hem een kans gemist in de vorm van ver groting van de bijdrage uit de alge­

mene middelen 'aan premie s en sociale verzekeringen.Peters ziet in het arbeidskostenbeleid e~n van de voor­naamste instrumenten van de re ge ring om de werkgelegenheid te beho~den. Het bele id dient er tot 1980(voor wat betreft de vraagzijde)op gericht te zijn verder bij te springen i n de sfeer van premi es en sociale verze­keringen .Als we . dan de aanbod zijde ku~nen bekijken zullen we pas wer­ke+ijk ~truktureel iets kunnen gaan doen.aldus Peters . V6er de inleiding van de heer vd Zwan toonde pr~f .vd Doel zich naast een be'kwaam welvaartstheoreticus ook een v'1ar'Ug amenuensis do<;>r de heer vd Zwan soepel over diens' microfoonpro­blemen heen te helpen.

• • Yd. Zwan begon zijn betoog met zijn con­clusie ( een gewoonte daterend uit de Griekse oudheid , ook toen 'achtte men het niet verantwoord zijn gehoor te lang in grote spanning te laten ver­ke ren) . Deze luidde :we zit ten in een diepe depressie en ondank" het gevoer­de beleid en conju~ctureel optimisme a laona regen komt zonneschijn blijft de werkeloosheid stijgen met het som­bere internationale gevolrr van inter­nationaal economisch protectionisme . Hij signaleerde 4' tegenstellingen die niet allen n .• ast elkaar maar ook door elkaar lopen en hierdoor een welhaast ondoorgrondelijk complex netwerk van faktor en vormen waa r we ons op aan het s tukbijten zijn . De tegenstellingen zijn:

- , korte vers us lange termijn - collectieve versus marktsituatie - bestedingen v ersu s kosten - macDO ver sus sectoraal beleid

vd Zwa~ toonde zich ietwat mdralis~ tisch in zijn opvatting over de rol d ie hij in deze toeschrijft aan de e conomen : " Wij moe ten ons ervan bewust zijn dat onze kennis onvolledig i s en dat mede hierdoor onze instrumenten onstabiel ~ijn . De hieruit voortvloeiende on ­zekerheid maakt dat wij voorzichtiG moeten zijn reeds gevonden verbanden naar de toekomst te extrapoleren , Een vo<;>rbeeld : de relatie lonen -winst,zoals die in het verleden is gevonden hoeft nu lang niet dezelfde te zijn.Bovendien hebbe'n wij de ver ­plichting mnze furiktionele rol in de maatschappij te ve rvullen;nl :het ver ­rich ten van onderzoek . Oit betekent dat wij terughoudend moeten zijn met het verkopen van onze per s oonJijke voorkeuren.ln onze ro l a l s econoom dienen wij ons bezig te houden met struktureren explorer en en orde nen." Hierna lichtte hij (geluk~ig) toch zijn eigen stell ingname toe: - de huidige problemen zijn voorname ­

lijk sectoranl;de c ri sis is v06rna ­melijk een produkt va n sektorale

disproportiona liteit.In de eerste plaats dient er een h e rstel te komen .:in de "terms of trade"tussen industrie en dienstensektor door marktherstel (in dit kader noemde hij de volgend ,iaar door Carter ge­organiseerde internationale staa l ­conferentie) Er dient een opleving t e komen van de groei en hers tel i n he t g eschok ­te vertr6uwen in de economie .

- Er dient een kostenverlichting te komen maar dan weI door verhog ing van de opbrengst .

- Er dient een publiek i nvesterings­beleid te komen uigaande van de c om plementariteit tussen industriele en diensten sektor(hoe'llel dit ook eventueel verliei va n a rbeidsplaa t s en kan betekenen ).

AKTIEI REAKTIE Hierna konde n de heren op elkaar reagern.

sehiJndilemma ~ wilde rea geren op de d i l e m­ma's van vd Zwan.Volgens Peters is het dilemma tussen kos ten en effectie­v e vraag een schijndilemma en i s de stimulering va n het a n n tal arbeid s ­plaatsen verreweg het belang rijkste . Hij verkl a a rde di t als voIgt : Na 1960 heeft een voortdurende daling v . d economische levensduur v a n kapi ­taal g oederen plaatsgevonden . Dit had zijn gevolgen op de ontwikke­ling van de arbeidsinkomensquote , Peters vermoedt du s dat er e e n posi ­tieve r e latie is tus sen de economisch~ levensduur van kapita a l goederen en de JTbeidsinkomensqoute . Het probleem ligt volgens hem hierin om de arbeidskos ~ en te verlagen zon­der de r eeele lonen aan te tas ten en de effectieve vraa g op peil te houden. Het macro ~icro dilemma ziet Peters naa r de macro kant uitvallen ;als re­den hiervoor no em de hij het feit dat de gegevens op sectoraal niveau vaak ongelooflijk moeilijk te krijg eri zijn . In de loop van het forum ontwikkelde Peters zich toch enig s zi~ zins als een macroeconornetrische cijferboer ,vaak refererend a an Nijmeeg se modelmatige onderzoekingen voor zover de cijfe r s daar waren doorgedrongen . Het coll ec ­tief - privaa t dilemma tenslotte was volgens 'Pe ters een zui ver poli tieke kwestie .

\ ~ Zwan reageerde hier weer op door ~l.en da t het niet zijn dil 'Lemma ' s zijn maar beleidsdilemma ' s .He t F,aat er volgens hem om de vragen in een ' logi­sche, samenhang te plwltsen ;de verbu.n ­den 1 igr, en veel duidelijker. Hij ziet de tegenstelling macro -sector~le

problemen veel zwaarder . In teRen­stelling tot Peters ~ telt h t dat ~: s

het nodi~ is oak voer een seGtorale aanpak f ~eko zen moet '.':ord.en oak .~ 1 is dut nog zo mo p. ilijk . Door een macro b nadering kan vaak het Vlezen van de sectora le problematiek niet wor dnn beschou"!u .

(vervolg z ie pag .

Page 5: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

vervolg van pag.3

nederlandse bedrijfsleven. Hij begon met de konatatering dat vol­gens de MEV de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven zorgelijk is. Ook een aantal grote bedri jven ver­keert in grote m oei lijkheden (Hoog­ovens, AKZO, KSH, ~enebe). Oi t zijn vooral ondernamingen die door fusie en overname groot geworden zijn. le zitten nu vaak met een aanz ienlijke overcapa­ci~it. Oit ia voor een deel te wijten aan een beleid dat vooral op afzetgroei gericht was en waarbij met verwachtte dat de winst dan op een gegeven moment wel vanzelf zou volgen. De structuurnota over de Nederlandae economie in 19BO, gaat van dezelfda modellen uit ala de MEV. Oeze modellen hebben weinig gevoel voor kwalitstieve verhoudingen en geven de nsdruk vooral op de kostenkant. Dit onder de veronder­stelling det de vresgzijde moeilijk be­invloedbaar is. Zodoende wordt de k09-tenkant benadrukt en dus ook de nood- " zaak ·tot loonkoatenverlaging. De Jong stelt vast dat we oog moeten hebben voor , de dynamiek in onze con­currenti everhoudingen. Er zijn bedrijfs­takken die groeien en er zijn er ook die stagneren. In de ,stagnerende b~ drijfstakken vinden vooral diepte i nves­teringen plaats, die in groeiende be­drijfstakken bestaan vooral uit uitbrei­dingsinvesteringen. De gehanteerde modellen gaan eigenlijk alleen maar op bij een behoorlijke e­conomische groei. Over de gehele eca­nomie kan er nam lijk sprake zijn van groei, maar dit hoert voor de indivi­duele sectoren nog ni et zo te zi j n. De overheid zou ten aanzien van haar economische polltiek meer rekenlng moe­teo houden met de veranderde krachts­verhoudingen in het bedrijfsleven. [en zogenaamde mezo-sconomische politiek is hiervoor een vereiste. Ter illustra-

, tie van het belang van zulk een politiek in 1910-1915 yond 10, tot 15% van de produktie plaats in de 100 grootste bedrijven, nu is dat 65- 70%. [en der­gelijke politiek zou wel eens grote consequenties kunnen hebben voor de vrije ondernemingsgewij ze produktie. De Lange eindigde zij korte betoog met de konkluderende opmerking dat de hui­dige problemen voor het bedrij faleven minder een kostenkwestie is en meer een afzetprobleemen een struktuurpro-­bleem. De ontwikkelingen in de con-­currentiepositie van het nederlendse bedrijfsleven is niet meer loa te zien ven inatitutionele faktoron.

straWured Oe derde en laatate inleider van de ochtendzitting, r. van Klaver!", wi lde lets duideli jk maken over de nederland­se struktuurpolitiek en heratrukture­ring. In de laatste miljoenennota en MEV wordt weinig melding gemeakt ven de struktuurpolitiek. In de nota struo­tuurpolitiek van Lubbers wordt ala doel­stelling van deze politiek genoemd, de heratrukturering en de handhaving van de werkgelegenheid in kwalitatieva en I{wantitatieve zin., In 1966 was er nog geen sprake van een atruktuurbeleid. [r was alleen Ben globssl beleid (Ten aanzien van de loon politiek bijvoorbeeld). ~ar toen er in 1967 een einde kwam aan de ongeDre1del­de groei en zioh structurele veranda­ringen voltrokken ten aanzien van unze economie drong langzamenhand het beaef door, dat er een overheidsstruktuurpa­li tiek gefolllluleerd diei1de te worden.

De belangrijkate veranderingen op dit gebied waren I - de verscherpte inte~ nationale concurrentie, zowel gericht op arbe i dskrachten als op afzetgebia­~an.-de versnelde ontwikkeling van de technolodie die een steeds voortschrij­dende mechanisatie en automatisering mogelijk maakt, met alle gevolgen voor de werkgelegenheid van dien.-concentra­tieverschijnselen, waardoor massaont­slagen vielen (bijvoorbeeld in de tex­tiel en in de metaalaector). Het overheidsbeleid, voorzover er sprake van was, hield toendertijd een ectieve ondersteuning in van dit beleid wat ook geleid heeft tot een toenemende inter­'nationalisatie (dit werd ook wel ont­",ikkelingssamen",erking genoemd) en over­heidss teun aan individuele bedrijven in de vorm van kredietgaranties en tot herstrukturering van de steenkolenmijn­bouw. De overheid stimuleerde de verplaats ing van bepaalde produktieeenheden. Oeze , ge­dachte werd door Tinbergen geoppert, eens de baae van ons Planbureau. Tinber­gen gaat hierbij teru,g tot Ricardo en Heckser/Ohlin, waarbij veronderstellin­gen gehanteerd worden zoals de immobili­teit van de arbeid over de landsgrenzen en van volkomen concurrentie binnen de landsgrenzen. Oit is evenwel volgens van Klaveren Ben volkomen miskenning van het ontstaan en bestaan van Multi-Nati­onale ondernemingen.

multi - natiOlfals De "Mul tinational s" voeren in wezen hun eigen internationale arbeidsverdeling door. Dit levert hun kostenvoordelen op die hun winstcapaciteit vergroot. Aen de beleidskant in Nederland vindt dit zijn weerslag in het niet willen in­grijpen, in bijvoorbeeld de verplaat­sing van kapitaal zoals bijvoorbeeld de verplaatsing van produkti eeenheden naar Noord-Arika en het verre ocsten. De Nota Pronk ,Lubber s: "Herstructurering met ontwikkelingssamenweki ng" is een goed voorbeeld van hoe het niet moet: Er worden subsidies gegeven maar er zijn geen mechanismen ingebouwd om de gevol­gen voor de nederlandse erbeider op te vangen. Verplaatsing van bedrijven draagt in ieder geval niet bij tot de verdeling van invloed en macht. De structuurpolitie zoals die nu in Ne­derland gevoerd w9rdt kent geen macro­struktuurpolitiek. De steunverlening aan individuele bedrijven is de laatste jare weI sterk uitgebreid. [en efbouw hiervan vindt momenteel plaats. De activiteiten zouden overgenomen moe ten worden door de 'l! ederlandse Herstruktureringsmaat­schappij, de Nehem. De Nehem voert een sectorbeleid en heert momenteel een 28-tal projekten lopeno De kritiek op dit b~eid kan in de volgende punten samen­gevat worden:-het gaat eigenlijk alleen maar om hulp bij accute problemen.-[r is weinig aandacht voor de sociale fak­tor.-Individuele ondernemingen hoeven niet mee te werken aan de voorgestelde plannen.- Alle projekten worden tijde­lijk geacht te zijn. Het nadeel van dit laatate punt is dat bedrijven na de steunperiode de doorgevoerde maatrege­len weer ongedaan kunnen maken om tijde­lijk hun concurrentiepositie te verba­teren. Als illustratie voor het gevoerde beleid ging van Klaveren nader in op de proble­men in de nederlandse confectieindustrie In 1965 von den hier nog 65.000 mensen werk in ~977 zijn dit er minder dan 25.0 Binnen de bedrijven vonden er el gerui­me tijd weinig investeringen plaats, er was weinig aandacht voor de kwaliteit van 'de arbeid, wat zijn weerslag had opo de kwaliteit van het geleverde produkt. De concurrentie voor de betere kwalitoi t

kleding komt vooral uit D uitsland, die ten aanzien van mindere kwaliteiten kla­ding uit Tunesie en de ,Oos t-Aziatische landen. Toen de moeili j kheden in eigen land manifest werden, leidde dit t o t verplaatsing van de produk t ie. Aanvan­kelijk steunde de overheid dit beleid, waarvan alleen de grotere confektionairs profiteerden. Later kwam de overheid met loonkostensubsidies voor de bi nnenlan d­se produktiebedrijven. De s truco werd opgericht om de confec t ieindu s trie te herstruktureren. Of dit een loze ' illus ie zal' blijken te worden ? Van Klave r en eindigde zi j n be t oog, en daarmee de ochtendzi tti ng, met een op­sommi ng van de eisen van de vakbeweging ten aanzien van de ' struktuurpol i tiek: -In de CAD dient' een erbeidsplaa t sen; overeenkomst te zijn opgenomen.-Er dient een controle te komen op de be­stedin~ van de overheidsgelden.-Gesub­sidieerde bedrijven moe ten bepaalde ver-

' plichtingen opgelegd kunnen worden bij­voorbeeld een informa tieplicht over de resul taten van het gevoerde beleid. -De overheid zou actiever als i"-ves tee~ der moe ten optreden en zou actiever moeten streven naar de oprich~ing van staatsbedrijven met een groters mede­zeggenschap van de werknemers in die bedri jven. Maar hiermee komen we weer op een geheel andere problematiek welke hier niet aan de orde is. Net deze laat­ste opmerkingen was een einde gekomen aan de inleidingen rond de miljoenen­no t a 1978.

Tj all i ng Ha i sma

vervolg van pa g.4

De Kl erk reagee r de' hi er nog op : hij yond da t er te sne l bes l ist wordt dat we voor dilemma ' s s t aan. Hij merkte boven­di en op , dat er i n verhouding me t t wee jeer ge l e den t och weI w" t ver a nderd is : n u haas t i e de r een z i ch om de v r aag zijde t e benaderen. Hi erna volgde een t och weI l'Ie l kome peuze waar na het f orum zoals gebrui­~elijk onder vuur genomen zou worden door spitse vragenstellers uit de zaa l. Blijkbaar had de organisa t i e hi er toc h niet zoveel vert rouwen in wan t vo or dit onderdec l werdt s l e ch ts 2 0 mi nu t en uitgetrokken Er kwam inderdaa d niet zovee l spec t a ­culairs uit dit vraag en an t woor d spel .Een vragenste l ler wist aan de heer vd Zwan de ui t spr a ak te on t* okk en da t hij een voor stander i s va n bl ij­vende inte rve nt i e van de overheid i n de par t iculier e sector , di t om expa nsie te bere i ken e n de ze t e reguleren dus doo r overheidspla nning (li'be ra l e pl an ­ning) • I n hun afs lui t e~de opmerkingen merkt e Peters nog op dat er geen a l gemene o v~rcapac iteit i s in de pr odukt i e ­s ekt or, de f ei telijke a r be idsvraa g bl ij f t gebonde n aan de kapitaal vorming . De Kl erk benadruk t e het be l ang va n de concurrentieposit ie (het concureert wa t moei l ijk me t , s t oo mmachi nes) vd Zwa n ponee r de tens l o t te nog de s t el ­ling dat door het st imul eren va n de qr eativi tei t getr a cht moet worden e e n bestedings impuls tewee g t e brengen op de t ota l e economie die ook ae be ­staande , kapitaa l goederen voo r raad act iveert ; dat moe t he t doe l va n het bel e i d zijn De t r adit i one le boore l ns a f loop we r d gevuld ,met s t emmig gekout, s le chts 0e i­ni gen praatten nog nog na oVer he t fo rum

HvO

5

Page 6: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

Verkeersvrijheid BESTEK EN INSTRUMENTEN BIJSTELLEN

afse~dseol~ PROF. MR. K.VONK

De 70-jarige scheidende professor sprak ten overstaan van een talrijk en gem~­leerd gezelschap de wens uit naast een bloemlezing uit zijn lange carri~re enkele verbanden tussen de elementen, zoals ze hem waren,duidelijk geworden gedurende zijn loopbaan, op de toehoor­ders bver te brengen.

IRONISCH De spreker noemde het ironisch dat zijn ambtelijke leven was begonnen met de doorvoering van een wettelijke maatrege,l, de evenredige vrachtverdeling in de bin­nenvaart, z.1. toen noodzakelijk om de bescherming van de geisoleerd levende particuliere schipper tegen een uit de depressies voortvloeiende overmachtige druk op het vrachtenprijspeil. Hij heeft met overtuiging aan de vracht­verdeling destijds meegewerkt. Tegelijker­tijd heeft de ervaring in binnen- en bui­tenland hem de waarde van de bewegings­vrijheid doen zien, bewegingsvrijheid van de mens persoonlijk en van de onder­nemingsgewijs handelende mens. O.a. doorbreekt deze vrijheid nation-alisti­sche tegenstellingen, waarvan de uitwas­sen ons bekend zijn. Toch, spelregels moe ten er zijn, wil de vrijheid wezen­lijk gelden. In zijn oratie . stelde hij de organisatiestructuur van de onder­neming, die in beginsel onder de dwang van verlies- en winstrekening en balans weI doorzichtig moet zijn, als uitgangs­punt voor goede spelregels tege'nover de troebele organisatievormen van overheden in nationaal en internationaal verban~. Ook nu laat hij deze gedachte niet los.

ROL OVERJlEDEN Talrijke ontwikkelingen hebben echter de eigen rol van overheden onderstreept en daarmee levensgrote vraagstukken op­geroepen ter zake van de allocatie van schaarse goederen. Kern van de zaak is, dat de verkeerssector een centrale functie vervult in het maatschappelijk bes~ek, in betekenis slechts te verge­Iijken met de monetaire sector. Zonder geldomloop en zonder vervoer stort de s amenleving ineen, onmiddelijk. -Noemen wij enkele ontwikkelingen. Ten eerste wordt de techniek van de pro­ductie van verplaatsingen per dag inge­wikkelder.Dat proces verloopt niet ho­mogeen, want de inzet van product ie­factoren gaat per vervoerstak sterk uiteen, en de diversificatie neemt bin­nen de vervoerstakken voortdurend toe. Daarbij zijn de overheden als leveran­cier van infrastructuur nauw en zelf­standig betrokken. De gevolgen voor investeringswaardering en kostprijsbe­rekening kan men zich voorstellen. Een en ander geschiedt binnen een con­text van de meest uiteenlopende onderne­mingsvormen, van kleinbedrijf tot de in­ge'Nikkeldste concernverpanden, een grete verscheidenheid van overheidsorganen en een warnet van wettelijke veorschriften inzake marktvormen en de inzet van pro­ductiefac~oren, nationaal,inter- en su­pranationaal. Tegelijkertijd ontstaat tussen goederen productie, afzet, voor­raadvorming en transport een steeds in­tensiever verband, dus een toenemende

6 I

complementariteit der voorzieningen, - die als overheid inbegrepen. Bewegingsvrij­heid,dus verkeersvrijheid, is bij een zo onafzienbaar veld van alternatieven noodzakelijk, maar daarbij hebben over­heden een steeds actievere rol te ver­vullen. Men denke aan de ruimtelij~e ordening, een vraagstuk, _hoewel mondi­aal,is ons land van buitengewone bete­kenis,want er is sprake van absolute schaarste aan grand. Bij een absoluut schaars goed past maar ~~n stelsel, distributie, tenminste wanneer het eerste levensbehoeften betreft. Het prijs­mechanisme schiet tekort als verdelings­mechanisrne. We danken er een kabinets­crisis aan. Het verkeersstelsel is daar­bij ten nauwste betrokken, want capa­citeit kwaliteit en prijs van het vervoer zijn een bepalende faktor in de ruimte­lijke indeling. Spreiding roept meer ver­plaatsingen op, maar los daarvan vergroot uitbreiding van het wegenstelsel het aantal bewegingen. Immers, tengevolge van de uitbreiding van het aantal co~ binatie mogelijkheden nemen de verplaat­singen meer dan proportioneel toe.

ENEMD BEIlOBFTB Hierbij ontmoeten we het energievraag­stuk.Spreker waagt zich niet aan een zelfstandig oordeel. Het risico van een energietekort in de 80-er jaren tekent zich echter onmiskenba~r af. Nijpende schaarste zet elk energiegebruik onder druk. In het vracht~ervoer zal van in­krimping geen sprake kunnen zijn, be­houdens misschien iets bij de invoe­ring van de hoogst geraffineerde infor­matie technieken, willen wij het produc­tie- en afzetpatroon overeind houden. Ve~r het personenvervoer geldt dat de mens een relatief makkelijk goed is (stapt zelf in en uit en verplaatst zichzelf over korte afstanden. Hier kan worden bezuinigd, mits .•. het openbaar vervoer bin~n loopafstand ligt. Gerichte ruimteIijke indeling en de mogelijkheid van snelle besluitvorming met ingang van gisteren is een pwingenae eis. Voor het openbaar vervoer dient daarbij de electrische voortbeweging centraal te staan, aangezien electri­citeit uit uiteeniopende .primaire ener­gie bronnen kan worden verkregen, waar­door het tekort-risico wordt verminderd. Alweer de overheid centraal en in niet­marktverhoudingen bij de bepaling van de richting van de productie der verplaat­singen. Zo gaat het ook bij het ontwer­pen van snelle treinverbindingen am overmatige bezetting van luchtcorridors tegen te gaan, luchthavencapaciteit te beheersen en het verkeerspatroon in gra­te agglomeraties te beinvloeden~ De nieuw ontwikkelde zeer snelle franse duo-rail(trein voor normaal rail-type) is een wonder van technisch en econo­misch vernuft. Waar het woord luchtha­ven viel, worden wij herinnerd \aan de havenfuncties in het algemeen, verza­melingen van terminale functies van aIle vervoertakken -in hun internatio­nale verbindingen, waar alweer overhe­den met grote investeringen, heffingen en ruimteIijke indeling een eigen rol vervullen. •

In het kort releveerde prof. vonk de talrijke averheidsactiviteiten in in­ternationale verkeers- en vervoersaange­legenheden:bi- en multilaterale regelin­gen in het luchtverkeer, conferences en opkornende marktregelingen in de zee­vaart, opleg- en sloopregelingen in de binnenvaart,ritmachtigingen en quota in het wegvervoer, internationale infra­structuur overeenkomsten, _enz. Kortom, een complex van marktrelaties en niet-marktverhoudingen, een menge­ling van economie,van de meest uiteen­lopende technieken insnelle ontwikke­ling en van juridische structuren.

KBRNVRAAG De kernvraag is: hoe stileren we deze complexen. Spreker meende in dit uur slechts een enkele aanzet ~n deze richting te kunnen geven. Samengevat is zijn betoog als voIgt weer te geven. Uitgangspunt is de vraag: hoe gaan men­sen in de omgang met schaarse gaederen, het allocatieproces,- te werk ? Het probleem is dan de beheersing te verwezenlijken binnen een op dynamisch evenwicht afgestemd proces. We hebben voor ons een gem~ngde econo­mie:overheden,marktmechanismen en IIOS_

mose"-vormen. In het procesverloop zijn drie elementen te onderscheiden: a. de economische subjecten, die over schaarse goederen disponeren, b. de techniek, c. de schaarse goederen zelf. Tussen deze elementen bestaat een wis­selwerking.Daarbij bevindt de techniek zich tussen de mens en de grondstof. Het is een existentiele fout te menen, dat de mens "kapitaal" maakt, een fout die wanneer doorgetrokken. de dictatuur als vooruitzicht heeft. .

-..De mens is een magnifiek instrument, "bezie-ld ll en met rede begaafd. E~hter, de stok in handen van de primi­tieve mens, is uitgegroeid tot een on­overzienbaar technisch instrumentarium. Dat instumentarium heeft een eigenmach­tigheid, een eigen moment gekregen,ont­sproten aan de in de materie gelegen structurele wetmatigheden en waarschijn­Ijikheidsrelaties. De techniek is slechts beheersbaar, wanneer wij inzicht hebben in haar "eigen wettelijkheid", want de ene vinding brengt de ander voort,mis­schien juis~ door het economisch proces.

De techniek komt steeds centraler te staan bij de totstandkoming van dat imma­trie~e goed: de dienst der verplaatsing. AIleen al op dit punt was prof.Vonk gaarne nader ingegaan, temeer omdat ook aan onze un~versiteit belangrijk denk­werk is verzet, getuige prof.Heertje's

Page 7: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

hoek "Economie en technische ontwikke­lingll, en Kops dissertatie "Investerings­planning en technoloqische ontwikkeling". Het economisch subject bevindt zich bij zijn besluitvor~ng in een veld, waarbij de techniek in practische toepassing de ene zoom vormt en dat aan de andere zijde wordt bepaald door de mathematische fy­sica. Zowel de ondernemer als de besluit­nerner in open bare dienst lopen tegen de­ze situatie. aan. Om een concreet voorbeeld te noemen kan worden gewezen op het rapport "Ocean Shipping Transportation", dat binnen het Massechussets Institute of Technology werd samengesteld door Frankel en Marcus. Een uniek criterium voor de prestatie­beoordeling per schip met bijbehorende sub-systemen bestaat niet. WeI kunnen economische basiswetten als een doelmatig werktuig worden aangewend voor t.echnolo­gische beslissingen. Evenwel. in de toe­komst zullen technologische ontwikkelin­gen niet het resultaat zijn van over~e­gingen terzake van de productiviteit van het schip, maar van de doelmatigheid van het transportsysteem in zijn geheel, waarbij zowel multi-modale als terminale exploitatievormen worden omvat, in aa·n­sluiting op andere activiteiten. Hierbij tekenen Frankel en Marcus aan dat econo­mische ontwikkelingen nag enigzins kun­nen worden geextrapoleerd, maar techno­logischeniet. Spreker tekent hierbij aan, dat dan het woord is aan s~enario's eerder dan aan prognoses en dat bij havens eerder de nadruk ligt op organisatorische verbanden dan op investeringen.De genoern­de ontwikkeling is· reeds volop aan de gang. In Geneve(VN) is in korte tijd een basis­document ontwikkeld, de ~y-out Key, waaraan grote internationale organisaties, douanediensten enz.meegewerkt hebben, dat tegelijkertijd als douanedocument, ladingdocument,bank- en verzekerings­document kan dienen. Technologisch sa­mengaan van informatica,communicatie­middelen, transport. Verscherpte be­heersing van voorrrad,afzet,benuttings­graad der transportmiddelen.

De economist vraagt zich af, welke marktvormen hij hier aantreft. Een kartelwetgever komt reeds in bewe­ging, die van de Ver,Staten. Volgens een bij het congres liggend ontwerp zou de zeerederij als publiek­rechtelijk verantwoordelijk draagster van het systeem worden aangewezen. Met welke gevolgen voor de mandiale ver­houdingen en de bedrijfsontwikkelingen buiten de V.S.? Het is een voorbeeld van een proces, waarbij techniek, ecomo­mie, nationale en internationale juridi­sche vormgeving tegelijkertijd betrokken zijn. Er is bij dit alles eeo tendens bij overheidsinstanties te bespeuren tot afweging op langere termijn.

De marginale benadering mondt dan uit bij de maatstaf van de totale kosten op zekere termijn als grondslag van de prijsstelling bij het nastreven van evenwicht binnen en tussen de vervoer­takken. Wij zien dit in de Amerikaanse rechtspraak en in ons land bij de Commissie Vervoervergunningen. Analyse leert trouwens dat de marginale grootheid, zeker in het vervoer, niet eenduidiq is vasttestellen, maar af­hankeIijk is vanvooronderstellingen. De mens in zijn positie "tegenover" de materi~le goederen en gebruik makend van zijn toverstaf "de techniek", vervult in het economisch proces de rol, die het recht hem toebedeelt. Het is onjuist het handelen van de economische sub­jecten(individuen, groepen "en publiek­en privaatrechtelijke lichamen) te stel­len tegenover het institutionele kader.

Misschien kon dat nog in de 19-de eeuw met zijn grote marktvrijheid. Reeds in 1878 besliste de Supreme Court in de V.S. immers dat voor graanopslag een maxi­munprijs vastgesteld moest worden. Soortgelijke ontwikkelingen, Minder mar­kant maar duidelijk aanwijsbaar, zetten zich in die jaren ook in Europa in . De economische opleiding kan het daarom niet stell,en zonder organisatiekennis dus rechtskennis inzake de economische subjecten. Hoe kunnen we dat rechtssysteem, als inte­grerend bestanddeel van de economische structuur, verder styleren.lk meen,al-dus Prof.Vonk, dat het antwoord is gele­gen in de systeemtheorie.

MODEL In feite is het schema dat ik in de loOp der jaren ontwierp, een model, dat het gehele transport gebeuren omvat, in zijn technische vormgeving en in zijn weergave van het verband tussen de economische subjecten. Het is ontstaan los van enige systeemtheorie ,maar het sluit. De lectuur van Stafford Bee en het interessante werk van Chadwick: "A systems view of planning" was be­moedigende lectuur. In het schema treedt ieder rechtssubject:transport­gebruiker,vervoersonderneming,overheids­orgaan als sub-systeem met eigen input en output,dus geldstroom,op. De systeem­benadering heeft tevens het voordeel, dat de technologische situatie in haar huidige gedaante en naar haar verwach­tingspatroon kan worden ingebouwd. Ik meen voldoened te hebben gedemon­streerd, dat technologie en allocatie­probleem zo in elkaar grijpen, dat het verband weI moet worden gelegd,aldus de spreker. Het theoretisch apparaat kan worden gebouwd. Met was een en thou­siast voorwoord van Boulding, dat mij op het spoor bracht van Alfred Kuhns: liThe Logic of Social Science". Bet is een strak deductief opgezet werk, waarin echter aIle ru~mte aanwezig is voor de empirie en dus ook voor de berekening van technische toepassingen, mogelijk kan het geheel van relaties op deze ma­nier in strakke banen worden gehouden, het onderwerp houdt mij voorlopig nog bezig.

WAr VEREIST IS Laten " we van deze hoge abstractieniveau's afstappen. wat voor de verkeersvoorzie­ning vereist is , dat is een logisch sluitend geheel. Het vervoersbestel is een groot, geschakeerd productieproces . Terwille van een goede allocatie van schaarse ~iddelen, wdaronder grond, moet dit proces organisatorisch slui­tend worden gemaakt. Het bezwaar van de CVV(Commissie Vervoer Vergunningen) tegen het wetsontwerp "Reorganisate Binnenlands Bestuur" bijvoorbeeld is ook het mijne. Het is het scheppen van nieuwe onevenwichtigheden. . Waarmee de scheidende Prof. Vonk zijn< afscheidscollege afsloot. In het slotwoord van Prof. Verburg wer­den de verdiensten van college Vonk nog eens even op een rijtje (lees rij) gezet, en werd namens de faculteit een pijpenstandaard (met inscriptie) aangeboden. Na afloop werd nag geruime tijd in df kantine van de Heer en Mevrouw Vonk door een groot gezelschap

In de kantine heeft iedereen per soon­lijk daarna afscheid kunnen nemen van de heer en mevrouw Vonk.

PB

AFSCREm =-=--

Zaterdag 2~ s eptember nam professor Starreveld afsche id van de faculteit waaraan hij 18 jaar verbonden is ge ­weest. Prof. Starreveld doceerde bestuurlijke informat i everzorging en wa voorzitter van de vakgroep bedrijfsinforma tica en accountancy .Starreveld kan met re cht e~n pionier van de informatica worden genoemd .Zijn werk en persoon hebben altijd bijzonder veel Naardering geoogst , zo\',e l op de faculteit al s d"" r buiten.Dit bleek duidelijk op het sym­posium da t t ~ r galegenheid van zijn afscheid in de oudemanhuipoort was georganiseerd . Deze dag had als thema meegekregan:

"Het contac t tussen gebruiker en, j nformat.iesystemen" Na de opening van hat sympo8iur.i door dE voorzitter prof . Frielink sprak als eerste de zweed prof . B~rje Langefora dr.eeon. t.c . Langefcrn g:lat er vanui t J.ut irl for­rr;atiesystemen zijn opgebouwd ui t: element ary elenlents - p iece of i nfoI"­mation- piece of knowledge. Voorts accentueerde hij de volgende relaties:

werkelijkheid

I gebruikers

i nform.l3yst. , I conceptio

r;omp • . ""3Y3t .

I ont\';'. ui tv .

Het gaat erom de elementaiI"e eenheden zodanig in de gegevens7cr zamclingT en op te slaan dat zij doelmDtig zUn voar de gebI'uiker . Ecn and e r bela ng­rijk aspe ct van zijn aanpak is de zogenaamde "precedententheorie 'l d . i. : het zoeken Y~n logische r e latie s tussen elementaire e enheden ( bijv. t.o.v. produk t ie,verkoop enfaktur<er ring) • De volge~de spreker WAS de zoon van de emeritus,drs Starreveld .Zijn vrMagstelling luidde:hoe kunnen ge ­bruikers worden ingeschakeld bt het systeemont'.'lerp? Als hulpmiddelen hierbU noemde hij: a) het i nf.sys t .,doct .system(ISDOS)

van prof Teichro~ waarmede de pro­bleemstalling op reed s geformali­seerde manie r K a ll geschieden door gebru ikmaki ng van probi em statement language en proble m statement ana­lysis. b)hot Structure d Analysis and De­

sign Technique system(SADT). Di t is e n techniek om Ilet on twerp ges truktureerd te doe n plaa tsvinden Na een koffiepauz e sprak de heer Scherpe~huijsen Rom (direkteur V3~ de NMB).Zijn betooF kwam erop neer dat de topm" ,nager ook behoefte heeft aKn z~c~te (niet ~e f ormaliseerde i hfor­matie.Dit stelt de eis aaninformatie­systememen dat zij mede door de gebru i­mo eten kunnen wo rden apgezat . Dit doet danken in de r i chting van een 18go ­systeem dus comp onenten -databanken die mel eenvoudige talen kunnen wOI·den ondervraagd. Hierna volgde een lunc h wa~rna cen paneidiscus ~ ie olv. prof. Frielink plaa tsvond,waaraan na ast de inleiders werd deelgenomen door dr.St ee nber gen , prof. de Mare en E.J.Jo~ls. I n deze p~neldi6c us3ie draaide het om de vraag:wie is d~ gebruiker;wat knn hij? Moe~en we voe r aIle systemen de~clrde methodologl€ getruiken?

vervol~ zie pay 9

7

Page 8: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

INFLATIE: . de" IJslaadse ervariag

"G ro te inflati e is politiek en maatschappel ijk rampzal ig: zij ondermijnt rechtvaardigheid, ver­draagzaamheid en vertrouwen en daar­mee de basisvoorwaarden voor de func­tionering van de democratie." Zo eindigt het artikel De ontwrich­tende u i twerklng van inflatie door Dr . F.W.C.Blom In Intermediair van 22-8-1975. Het is de conclusie van zijn betoog, dat de gevolgen van de inflatie In Nede <land behandelt. De inflatie Is hi e r dan gestegen tot rond d~ 10 % per jaar . Hoewe l i k niet wi l ontkennen dat in­flatie een probleem is, constateer ik dat de in de stelling geschetste maatschappelijke rampen zich ' in Nederland (nog) niet hebben voltrok­ken .

VIS-INFLATIE Een land dat veel langer en in veel heviger mate met inflatle geconfron­teerd i s e n, welks ervaringen de ge­citeerde stelling niet bevestigen, Is IJsland. Vanaf het einde van de Twee­de Wereldoorlog tot het begin van de jaren'70 was de inflatie daar jaar-I ijks ca . 12%. In 1973 steeg de in­flatie tot Ca . 20%, in 1974 tot 40% e; in 1975 50%.' Eerder in de ge­s chiedenis heeft IJsland overigens ook al met inflatiepercentages tot zo'n 60 % pe r jaa r kennisgemaakt. Hoewel een vergel ijking met Nederland natuurl ijk een aantal bezwaren met zich brengt, kan dit ook leerza,am zijn. IJsland heeft hetzelfde type volkshuishouding als Nederland en heeft op basis van een aantal krlte­ria een hogere levensstandaard, hoger zelfs dan die van de Verenigde Staten. Net als Nederland is IJsland brjzon­der afhankelijk van het bu i tenland: biJna 40% van het bruto nationaal produkt wordt uitgevoerd; de invoer bedraagt 50% va n he t bnp. Anders dan In Nederland steunt de uit­voe r bijna geheel op een sector : de vis serij en de daaraan gekoppelde v i sverwerkende indus trie, 'die ruim 80% va n het uitvoerpakket verzorgen.

INFLATIE­MECHANISME

Extern e Impulsen hebben In zo'n open economie direct grote gevolgen voor het gehele e conomis che leven. Tradi­tion~el worden zulke impulsen ge­vo rmd door beweglngen in de wereld­ma rk tprijze n van vi s (en in mindere mate door variaties in de vangst). Stijgt b.v. de wereldmarktprijs van vi s, dan betekent dit in de eers te

) plaat s een Inkomensverbete r ing voor } v i ssers en arbeiders in de visverwer­

kende industrie. Dit werkt vervolgens op twee ma n i~.en ve rder door in de economie : ~ de eerste plaats worden er looneisen gesteld in de overige industrie omdat men daar niet wil achterbl ijven en in de tweede plaats trekken de hogere inkomens in de vis­serij mensen aan uit andere sectoren (met name de bouw), hetgeen weer druk op de lonen In deze sectoren tot ge­volg heeft. En daar de inkomens - In de

8

\

landbouw gekoppeld zlJn aan die in de industrle, bl ijven ook deze niet achter . Hlerbij zlj nog opgemerkt, ' dat er steeds volledige werkgelegen­heid is op IJsland. In 1975 was het we'rkloosheidspercentage met gemiddeld 0,7% aan de hoge kant. Via het hierboven geschetste mecha­nisme werkt een verhoging van de wereldmarktprijs van vis dus tot een loonkosten-'push' op de gehele eco­nomie. Daar de prijsbeheersing door de overhe i ci hoofdzake I i j k ger i cht i,s op het binnen de perken houden van de winstmarges van de bedrijven, kunnen deze extra loonkosten gemakkelijk doorberekend worden ih de prijzen van binnenlandse produkten, en zo is de kring gesloten. Daar IJsland verder zijn munteenheid geregeld devalueert, stijgt , het prijspeil van de ingevoer­de produkten ongeveer even snel als dat van de binnenlandse produktie. Met betrekking tot een daling van de wereldmarktprijs van vis hebben lonen en prijzen altijd een zeer grote mate van rigiditeit te zien g'egeven, waar­door het geschetste mechanisme niet de andere kant op werkt.

VULKANlSCRE -INFLATIE

To t zover het traditionele beeld van loon- en prijsstijgingen. Hierbovenop hebben nog enkele speciale, exogene impul sen voor een grote versnelling van de inflatie gezorgd. In de eerste plaats vond er begin 1973 een vulkanische uitbarsting op Vestmannaeyjar plaats, een belangrijk centrum van vis serij. Het effect hier­van op de produktie van vis en vis­orodukten bleek in de loop van het J aar mee te vallen, maar vergde wei een grote nationale inspahning en drukte zwaa,r op de aam.ezige middel.en. Enkele duizenden mensen , moeste~ elde rs worden gehui s ves t en het verlies van een grote visverwerkende fab r iek moes t door andere bedrijven worden opg evangen. In de tweede plaats vond er elnd 1973 een enorme stijging van de 01 ieprijs plaats , t e rwijl de invoer van olle in dit jaar met zo'n 30% steeg. Naast het directe e ffect op het prijspeil heeft de olieprijsstijging ~en sterke impuls gegeven tot het exploiteren van de potentieel in zeer ruime mate aanwezige wate rkracht- engeothermi­sche ene~gie. {De stad Reykjavik is centraal verwarmd door ret water uit warme bronnen; in aldus verwarmde' kas-

sen word~n zelfs (micro-)bananen ge­kweekt.) I nvesteri ngeni n derge 1 i j k~ energieprojecten leggen een enorm beslag op de aanwezige middelen. De stijging van de olieprijs werkte pas ,in de loop van 1974 door in de ruilvoet met het bultenland, welke gedurende geheel 1973 bleef stijgen

,en voor IJsland ongekende hoogten be-reikte. ~ Een derde s~eciale inflatie-impuls Is het feit geweest dat er loononder­handelingen plaatsvonden toen de In­flatie door de vulkanlsche ultbars­ting en de 01 ieprijsstijging fl ink was aangewakkerd, terwljl de rullvoet met het bultenland nog nlet was gaan dalen. Door genoemde drie speciale Impulsen is de inflatie in 1975 tot 50% geste­gen. Tot in 1975 kwam hierbij een binnenlands vraagoverschot, dat pas in de loop van dit jaar geheel werd teruggedrongen. Dit Is niet bepaald zachtzlnnig gegaan : over de jaren 1975 en 1976 is het reele loon met bijna 20% gedaald.

AANPASSING EN GEVOLGEN,

In het verleden zijn inflatieproble­men op IJsland nooit desastreus ge­bleken. Het probleem van de inflatie wordt wei onderkend, zeker na de ver­snelling van de stijging van het prijspeil de afgelopen jaren. Een probleem bij de bestrijdlng van de inflatie is dat de economie al tijden geheel Is Ingesteld op aan­zienlijke jaarlijkse prijsstijgingen . Al sinds 19J9 zlJn de lonen op IJsland gekoppeld aan de index voor kosten van levensonderhoud (exclusief alco­holische dranken, tabaksartikelen en en het loonaandeel in de prijzen van landbouwprodukten). Ook worden pijna aile financiele transacties sedert 1973 geindexeerd. en ook een aantal spaarvormen (niet aile). Dit kan overigens ~iet voorkomen dat de reele rente al enlge jaren negatief is. Hlerbi~ is een vlucht in het houden van voorraden goederen te verwachten om het (reele) vermogen te conserve­Ten. Inflatie Is In dit geval op te vat ten als de prijs voor het houden van geld in plaats van goederen. Het is te verwachten dat de vermogens­verde 1 i ng za 1, veranderen. ten kos te van (geldelljke) beleggers en tetT' gunste van leners van geld. Oit is met name waar te nemen met betrekklng tot het huizenbezlt en de financie­ring daarvan. Gezlnsbesparingen wor­den voorname 1 I j kin pens ;'oenfondsen belegd, en deze beleggen hun middelen voornamelijk door het verstrekken van krediet aan partlculieren voor het bouwen van woonhuizen en dit zljn hoofdzakelljk jongeren. Wlj zlen dus een vermogensherverdeliAg van oud naar jong waarbij deze jongeren hun vermogen in woonhulzen beleggen. 20% van de bruto kapitaalvorming van IJs­land betreft wonlngen! Het pensioen­systeem. dat niet geindexeerd is, wordt op het mo'ment geheel op de hel­ling genomen.

Page 9: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

Wegens de negatieve rente bestaat er een vraagoverschot naar krediet, waar­door de financiele instellingen kredietrantsoenering moeten toepassen. Controle door ,de overheid hierop am een zo goed mogelijke allocatle van de financiele middelen te bewerkstel­ligen, is nog we;nig effectief. Vanaf 1963 zijn er gegevens beschik­baar over persoanlijke inkamens vocr be I as t i ngen. De ' 'persooni i jke i nkomens­verdeling blijkt over de periode 1963 -1975 nauwel ijks te zljn veranderd, terwijl de prijzen In deze perlode met zo'n 700% zijn gestegen! Ook de economlsche groel Is in genoem­de periode geenszins aangetast. Met gemiddeld 4,7% per jaar is de groei zelfs.aan de hoge kant vergeleken met een aantal West-Europese landen. Er heeft aileen weinig diversificatie plaatsgevonden: het accent van de ,investe'ringen heeft steeds op dO; tra­ditionele sectoren landbouw en visse­rij gelegen. Aileen ,gedu~ende ,de laatste paar jaren zljn, onder Invloed van de olieprijsstljging, investerln­in de produktie van energie en in energieintensieve industrie belangrij­ker geworden. Zoals reeds gezegd heeft oak de werk­gelegenheid niet onder de voortduren­de hoge inflatie geleden.

KONICLU5JE Wij magen concluderen dat op IJ s lanc zich als gevolg van inflatie (Iang­duriger en groter dan in Nederland) geen maatschappeiijke rampen hebben voltrokken . Graag geef ik toe dat Nederland maeilij k met IJsland is te vergelijken. Het land heeft een klei­ne, homagene bevolking (220.000 men­sen) en de structuur van de economie is eenvoudig en docrzichtig. Hierdocr is het evenwel gemakkelijker am de economische en sociale'aanpassing aan aan en de effecten van de maatregelen tegen de inflatie te bestuderen, waaruit zeker zal zijn te leren. In ieder geval laat de IJslandse ervaring zien dat de demacratie en het 'econo­misch leven als gevolg van langdurige en grote inflatie nlet ineen hoeven te storten.

J.S.Schoorl

Li teratuur : F.W.C.ELom, De ont~riahtende ui~er­king van infZatie;Intermediair 22-8-75. DECD Eaonomia Surveys, Iceland 1974,

1975,197~. '

vervolg van pag 7

Om 4 uur. h i e ld prof. Starreveld z~n a f sche i dscollege in ue aula van de universiteit. Thema van d it afscheids ­college wa s het aloude dilemma cen­tralisatie-decentralisatie in het bij­zonder zoa l s d it de laat~te tijd ~cer actuee l is ceworden door de komst van de klecn e cOMouters.Na een obser­vat i a van het ver~chijnsel vanaf de oudolei d korr,': Starreveld tOe de con­clusie v an Faye l :" a m~ssure't. Hierna nam de faculteit afscheid van pro f. StD,rreve ) d. Prof. Verburg bood namens de facul­teit een litho a a n van de oudeman­huispoort.Namens de vakgroep sprak zijn opvolger als voorzitter van de vakgroe r dr. C.A. Koopman en, namens zUn oudleerlingen bood prof. Bok een be ldhouwwerk aan van de beeld­houwer( nomen est omen)Starreveld. De r ecept ie .erd bezocht door 600 man. De pioni er van ' de i nformatica nam a fscheid,een 'indrukwekkend gebeuren.

HvO.

Klynveld Kraayenhof &CO , ACCOUNTANTS

Gezien de voortdurende uitbreiding van onze aktiYiteiten in het builenland. ontstaan daar accoun­tantsfuncties voor jonge mensen. die oa een periode van praktlsch werken op 660 van onze kantoren en oa vohooiing van de ~ een santal jaren in het buitenland willen werken.

Daarom zoef(en wij kontattt met jonge

bed ri jfseconom en voor het buitenland

Na de benoeming tol accountant YOlgt. in onder1ing over1eg, een detactlering op een van onze kantoren in hel buitenland of bij de internationale accountantsorganisatie Ktynveld, Turquands, DTG & Co,

In de honorering vall daze funeties, die is afgestemd op de levensstandaard ter plaatse. is tevens verdisconteerd de grote zelfstandigheid die het werken in he! builenland in een kleine unit mel zich meebrengt.

Voor de kosten van de uitzending. het periodtek verlof en de repalriering bestaao adequate vergoedingsregelingen. Na terugkeer voigt. in onderhng overleg, overplaatsing naar ean van de kaRtoren in of buiten Nederland. ,

Een psychologisch onderzoek mnkt dee! uit VB.,

de seiectieprocedure. Geinteresseerden yerzoeken wij - bij voorkeur

schriflelijk - een otienlerend gesprek aan te vragen b;j hel hoofd van onze afdeling Personeeiszaken, Prinses Irenestf"8at 59, Amsterdam. TelefoonQ20 - 5410 541.

Am$k>rdam Afnhem Breda DeYenter Dotdreoht Eindhoven ·s-Gr.venhage Groni,ngen Haar1em Heerlen Hengelo Leeuw.rden M .... lricht Middelburg Rotterdam Utrecht Zwolle Ant_rpen &rcelona BruueJ Dusseldorf .... mburg Londen Madrid Mi~an P.,ijs Zug Bog~ Buenos Aires caracas Curar;ao J.karta Montevideo New York P.ramaribo Rio de.J.neiro Salvador Sao P.ulo.

Benelux-havenstudiedagen

Op 27 en 28 oktober a.s. vinden in Groningen/Delfzijl de 12-de Benelux­havenstudiedagen plaats. Tijdens deze studiedagen zal de betekenis van de kleinere havens in de Benelux voor de regionaa l-economische ontwikkeling ,centraal s taan. De vo :gende inleidingen zullen worden gehouden:

Ret bela ng van de kleinere havens in de Benelux, dr. W.Winkelmans, Rijksuniversitair Centrum Antwerpen.

Als de over loop stokt. (k'le·ine) havens en reg~onale economische ontwikke­ling, prof.dr. F.Hartog, Rijksuniv~rsiteit Groningen.

Havenplanning in het Eemsmondgebied, dr; 'H.C.Heering, ge'deputeerde van de provincie Groningen.

De kleine havens in de praktijk, Ch. C. van Elderen, direkteur van het havenschap Delfzijl.

De havenstudiedagen zullen worden be.sloten met een ' excursie door het Eemsmondgebied. Programma verkrijgbaa r bij secretariaa t Instituut voor verkeers- en 'ver­voerseconomie, kr. 1122(tel.5254209), kosten' per deelnemer f 30,=

9

Page 10: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

Le:ve de OPERA! (0' iets .andel's)

De ekonomische wetenschap heeft vogels van diverse pluimage onder haar beoefe­naren gekend. Individuen met de meest ui teenlopende achtergrund bleken op latere leeftijd rijp om baanbrekend ekonomen-werk te verrichten. We noemen slechts Fran~ois Puesnay, lijfarts van Madame de Pompadour aan het hof van Lodewijk XV te Versailles (hij heeft ongetwijfeld dingen gezien, waarvan anderen slechts vermochten te dromen), en meest vooraanstaand docent van de Fysiocratische school. En natuurlijk ook Amsterdamse David Ricardo, ongelet­terd effektenbeursmiljonair en als ekonoom vooral bekend om zijn speur­tocht naar de wet ten die de verdeling van het maatschappelijk produkt ~epalen.

Als de ekonomie-beoefening zich in de loop van de tijd en als resultaat van het dwingende proces van de arbeids~ verdeling, ontwikkel-L als een meer akademische professie , is datzelfde proces er mede schuldig aan, dat het mod erne kontingent ekonomen niet bepaald als het meest kleurrijke volkje te boak staa t . Ekonomen worden geacht zich van jongs aF aan met serieuze dingen bezig te houden. Zoals daa," zijn, de zaken betrefFende de alternatieve aanwending van schaarse mj*ddelen .

Nu is het natuurlijk niet zo , dat ekonomen gedoemd zijn saaie rekenaars of (mogelijk nog erger) saaie gelijk­hebbers te worden dan wel te blijven. Legio zijn de voorbeelden van hen, die het er niet bij laten zitten. En die hetzij als Bommel-exegeet, als literator, als potentieel politicus dan weI als glamour-boy, aangemerkt mogen worden als de smaakmakers van het leg·;oen.

Maar toch; eens een ekonoom, ••• altijd een ekonoom. En de tijden va~ vroeger, met vreemde. vogels bij de vleet,laken deFinitieF voorbij.

Deze zienswijze scheen tot voor kort plausibel. Tot voor het moment, om precies te zijn , waarop we hoard en van de ekonoom Richard Gill. Of, om nog preciezer te zijn, tot voor het moment waarop we hoorden van Richard Gill, als ekonoom annex opera-zanger.

Een ongehoorde kombinatie. En het bericht hiervan zorgde op de radaktie­burelen dan ook voor de nodIge opwin­ding: IIdie man moeten we hebben!1t

AXEL' AFgelopen zomer .was Richard Gill in

Ams terdam. Met enkele nieuwsgierige * fakulte.itsgenoten hebben we deze opmerkelijke man -in de V.S. zelfs goed om als curiosi tei t in "Play-boy" gepor­tretteerd te worden, onder de kop "van Keynes tot Carmen"- een bezoek gebracht. Natuurlijk resideerde Gill op slechts weinig decibel aFstand van he t Concert­gebouw. En natuurlijk bleek hij onze toch waarlijk niet geringe parate kennis van muziek en ekonomie te over­treFfen .

Gill was hier ter gelegenheid van het Holland-Festival, alwaar hij in de geruchtmakende en verwarrende opera AXEL twee nogal uiteenlopende (oh sym­boliek ... oh Mulisch) rollen verzong: die van aartsbisschop en die van duivel.

Over dit spektakel zelf hoeven we hier niet uit te weiden. LieFhebbers van in opera-vorm gegoten 'bizarre tweeslach­tigheid ' (Hans Heg) z~llen zich afdoend geinformeerd hebben . Misschien hebben zij zelFs een kaartje weten te bemach­tigen, want zoals gebruikelijk hadden

10

de zich rand onze kultuurgoden ver­dringende notabelen en would-be festivalgangers enkele plaatsen vrij gelaten. We zijn echter verplicht melding te maken van een opmerkelijk detail: de welhaas t unieke ui tvoering van een bas-duet, waarbij Gill een der participanten was.

Gill als aartsbisschop in het eerste bedrijf van 'AXEL'

Richard T. Gill dus. Dp 16 jarige leeftijd betreedt hij de campus van Harvard (Cambridge) en hij zal daar 27 jaar lang, onafgebroken, zijn werk­terrein hebben. Hij is onder meer auteur van het oak hier, bij de jongerejaars, bekende algemene leerboek ·Economics·. Begin 1971 heeFt hij nag een riante positie ('master of college ') en legio uitzichten op een carri~re in het openbare leven, in 'the Administration'. Eind 1971 heeft hij een minimale bijrol in de "City Opera ll van New York en toucheert hij $75 voor het uitstoten van een enk81e kreet. Harvard-and-all-of-that is verleden tijd en Gill gaat voortaan als artiest door het leven.

Nu, zes jaar later, is hij een van de mees t vooraans taande en mees t gevraagde bassen in het opera-circuit. Hij kon het zich zelfs permiteren om lukratieve kontrakten bij gerenomeerde gezelschap­pen als de ''Metropolitan Opera" a F te slaan, teneinde zijn carri~re in eigen hand te nemen. Sinds enige tijd is hij dan ook Free-lance-ster. Hij zingt wat hij wil en waar hij wil. Een situatie die hem onder meer in staat stelde om aandacht te besteden aan een van zijn vroegere hobby's: de ekonomie-beoeFening. Tussen de bedrijven door werkt Gill aan een baek, een verzameling essay's over 'great debates in economics'.

VAN KEYNES TOT CARMEN

Verscholen achter ee~r9te Fles cognac stommelen we de trap op . Hoe zal hij er uit zien? Waar kunnen we over praten, waar wil hij over praten? Uiteindelijk wisten we niets meer van hem, dan dat zijn naam voor kwam op de Harvard-pay­roll en dat die zelfde naam sinds enkele weken prijkt op levensgrote aFfiches'van het Holland-Festival in Amsterdam.

De cognac werd in dank afgenomen . De kofFie stond klaar. En als wij nag wat onwennig slechts melk-en-suiker-omroer­'geluidjes voortorengen neemt Richard Gill

het woord. Pas twee uur la ter en na aandringen van zijn vrouw -de volgende dag vind t de premi~re plaa ts en de stem dient dus gespaard- breekt hij zijn monoloog aF.

Het begon allemaal een jaar of tien . geleden , met zanglessen voor de grap. Ma Gill had in haar jonge jaren een conservatorium- opleiding gevolgd en speelde verdienstelijk piano. Pa Gill was he t mee· neuri~n zat en wilde wel eens wa t anders ; da t ivil zeggen, hij wilde wel eens mee zingen. Alras bleek dat Gill behalve een Fabelachtig gevoel voor muziek, ook een uitzonderlijke - zij het ongeoeFende- basst:Ei' had. Zijn leraar ried hem dan oak aan om Iter leringhe ende vermaeck ' te gaan optreden.

Zo kwam het, dat de \'Jereld een ster geboren zag worden . Zij het dat slechts enkele kerkgangers erg ens in New Hamp­shire daarvan getuigen konden z ijn. De angst dat zijn mogelijke Falsetten door zouden klinken tot op Harvard, hadden Gill nl. doen beslui ten zijn try-outs in de veilige anonimiteit van een kerk­koor ver van huis te doan plaats vinden .

Maar tach, de enthousiaste reakties van lokale vromen 0aren voor hem het bewijs, dat hij op de goade weg was. En na verloop van t ijd maakte Gill er een gewaonte van am overal waar muzikanten aanwezig waren onbeschaamd in zing en uit te bars ten. Dntdekking kon niet uit­blijven, en Gill kreeg dan oak het advies am een opera- auditie te doen.

Zander serieu5 een" zangcarri~re te overwegen, nam hij -in 1970- deze uitdaging aan . Oak deze auditie was een groat succes . Zij-die-er-verstand­van-had den waren dolblij met deze docent van Harvard en baden hem direkt een kontrakt aan. Groot was hun verba­zing to en Gill na aFloop van de auditie het misvers tand ui t de weg hielp, da t ze niet met Ben vermeende muziek-docent, maar met een ekonoom te maken hadden.

Gill wees v06alsnog het kontrakt af, maar was wel volledig overtuigd van zijn potenties. Het zangduiveltje in hem was echter niet meer te stoppen , en steeds meer leek het hem een 'wild idea' am beroeps te worden.

Medio 1971 was het zover. John Dunlop (latere minister van arbeid in de rege­ring Ford), die toendertijd d~kaan was, wilde aanvankelijk geen ontslag verlenen . Hij stelde een verloF voor , voor de tijd van twee jaar .• Een afkoelingsperiode die hij lang genoeg achtte om Gill weer ' tot zichzelF te laten komen'. Deze was achter vast besloten, en aldus geschiedde. Gill sloot zijn Harvard-periode aF en werd arties t. De res t van deze wa t ongewone SUCC8s-story kennen we.

HARVARD Het aanhoren van dit -illet vele anek­

dotes doorspekte- levensverhaal bevre_ digd& onze nieuwsgierigheid slechts ten dele. Veel interessanter leek het ons om iets te weten van hat waarom van deze ommezwaai. Wat bezielt zoln man eigen­lijk? Waarom doet iemand van 44 jaar afstand van een gerieflijke, interessan .. te toekomst, en kiest vervolgens voor eenleven dat hem, zeker in de bBgin­periode, zeer onzekere vQoruitzichten biedt?

Page 11: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

Onze voorzichtig uitgesproken sugges­tie, als zou de Heer Gill ekonomie­beoefening eigenlijk helemaal niet zo leuk (meer) vinden, werd met kracht van de hand gewezen. Het tegendeel was eer­der waar. 5inds zijn afscheid van Harvard heeft hij zich met onverminderde energie aan de ekonomische theorie gewijd. frisser ook, want niet gehinderd door beslomm~ringen die aan zijn Harvard-funk tie verbonden waren. Oe intellektu ele oefening beschouwd hiJ zelfs als een noodzakelijk komplement. Een welkome aanvulling op de meer emotionele en fysieke insPennig, die het zingen voor hem betekent.

Als faktor die meespeelde biJ zijn besluit om Harvard te verlaten, noemde hl.j we'! zijn misnoegen 'met de wijze waarop met fundamentele 'Universitaire Waarden' omgesprongen werd. Kort gezegd kwam het er op neer, dat Gill danig teleurgesteld was in de wijze waarop met name de Harvard-autoriteiten opkwamen voor de 'Academic Frs'edom'. Tijdens de studenten-onrusten aan het eind van de zestiger Jaren was er op de universiteiten feitelijk sprake van een 'abolishion of the freedom of speach', aldus Gill. Een vrijheids­beperking die de universiteitsregenten zichzelf te makkeliJk oplegden, b~~reesd als zij waren VDor eskalaties. Z1J lieten zich intimideren door de oproerige studenten . Als gevolghiervan werd o.a. Gillt s vDordracht om L.S.'). als spreker uit te nod i gen, door zi j n fakulteitsgenoten a fgewez en ; zij beschouwden het als een provokatie en zwichtt~oor de verwa chte moeilijk­haden.

Gill laakte in deze overi gans aIleen de houding van de regenten, -niet de akties van de studenten (hoewel hem bij deze groep de neigin g t ot 'false reasoning' weI eens benauwd e). De 'student-uprising ' wa s in zijn ogen onvermijdelijk. Hij noemde het een begrijpelijke enfundamentele beweging tegen de industri~le samenleving (die zich dan ook regelmatig van haar slecht­ste kent liet zien). Een beweging die kulmineerde in o.a. de rassenrellen van 1964 in Berkley, en natuurlijk in de Vietnam-beweging.

Slechts met de angstige en lakse houding van de universiteits-bestuur­deren had Gill werkeliJk moeite. ZiJ durfden niet positief in te spelen op de fundamentele diskussie die door de studentenbeweging in gang gezet was. En het eind van het liedje was dan ook even onvermijdelijk als het begin ervan: de bevoegde autoriteiten lie ten hun gewapende kolonnes aantreden 'om de orde te herstellen'. "University was not quit so noble at that time"'.

FLEXIBILITEIT Oit alles was echter niet doorsla g­

gevend. Hat vergemakkelijkte aIleen het afscheid van Harvard, maar was bepaald niet de oorzaak. Veeleer lijkt het er op, det de opmerkelijke ommezwaei van Gill beschouwd moet worden als het r~:ultaat van zijn eigen 'uprising'. Zl.Jn eigen reu~!te tegen bepaalde vooroordelen Ct ~_tomatismen in de gerndustrialiseerde samenleving. Gill revolteerde bewust en daadwerkelijk

(weliswaar slechts voor zichzelf maar toch) tegen de idee, dat de gren~en waarbinnen individuen zich kunnen ontplooie~, nauwer worden naarmate de leeftijd Vordert. Hij wilde v~~r zich zelf aantonen, dat hiJ niet voorbestemd was om ziJn leven als professioneal

ECONOMICS

A TEXT WITH READINGS

RICHARD T. GILL

ekonoom vol te maken. En hij deed dit door de moeilijke gang te maken naar het opera-podium.

Oppervlakkig bezien lijkt deze verkle­ring niet meer te ziJn, dan weer een ander bewija voor de geldigheid van het banale gezegde, dat ~ar een wil is, ook een weg is. Toch stuitsn we hier -als we Gill juist interpreteren­op een opmerkalijk en door hem betreurd kenmerk van onze huidige samenleving. Op een vrij algemeen voorkomende negatieve attitude: het gebrek san vertrouwen in eigen kunnen en een prohibitiave angst om eens'een alter­natieve weg te bewandelen. (Te) veel me!l asn hebben een te star idee over de grenz~n,van hun eigen potenties, en te wel.nl.g vertrouwen in hun eigen f:,eXibiliteit. In Gill's eigen woorden:

A.lot of people, perhaps, unnecesarily Ilve at them selves in their concept­ions of what is possible For them •••

as tough life were allover and all written, and they just had to go in one direction".

Zijn eigen ervaring toont volgens hem aan, dat "ooa lot of people could think a little bit more of other possibility's"

EFFICIENTIE­VERLIES?

Als ekonoom filosofeert Gill nog ~a* verder over ziJn stelling. Hij komt dan tot de uitspraak, dat de Westerse samenleving het zich ook kan veroor­lovan om haar leden in dit opzicht wat te laten experimenteren. De huidige samenleving kan zich, gezien haar welvaartsniveau, best een efficientie-verlies veroorloven. OF, het kan ook vriendelijker geformuleerd worden, in ons begrip van efficientie zouden we nadrukkelijker rekening moeten met allerlei meer humane, de mens betreffende, faktoren.

. In fei te bestaat er volgans Gill geen d1rekte noodzaak meer in da Westerae samenleving om 'tot het bittere eind' aan de arbeidsverdeling in haar huidige vorm vast te houden. De pure noodzaak ontbr,eekt om er -wat betreft de f~ktor arbeid- aan produktie uit te halen, ~t er aan produktief vermogen inzit. Om Gill zelf nog eens asn het woord te laten:

"Recently we don't in a certain sence know what to do, with our ptoductivity. We CQuld therefore affort a little inefficienty in the conduct of our lifes, if there is some other major goal to be achieved thereby".

'GREAT DEBATES' Zijn interesse voor de ekonomie als

wetenschap is Gill in de loop der tidd niet kwijt geraakt. Het stoffelijk bewijs hiervan -aen boek dat hij momenteel voorbereidt- hoopt hij nog eens te leve­reno Een boek dat dan handelt over " Great Dabates in Economics". Misachien omrlat Gill zich zelf niet direkt tot aen b~paalde school 'wil rekenen (hiJ noemt Zl.ch neo-Keynaeiaan als friedman en de Monetaristsn ter sprake komen, maar neigt meer tot het nao-klassieke standpunt -a little sympathy- in de Cambridge kontroverse) is hiJ zlch gaan verdiepen in de vele striJdvragen die ' ekonomen bezig en verdeeld houden. Zo heeft hiJ vorig Jaar o.a. een inventari­satie gemaakt van de opinies van enkele honderden vooraanstaande ekonomen. Deze enquette levert een (soms verrassend) inzicht in de stendpunten, en in de mate waarin dsze uiteen lopeno Nadat we Gill ervan overtuigd hadden, dat we plagiaat afwezen als math ode om weten­schap'pelijke triomfen te vieren, mochten we de resultaten inzien. Enkele ervan zullen we hier vermelden.

Met betrekking tot verschillende vraagstukken bleek een relatieve eens­gezindheid van maning te bestaan. OpmerkeliJk is bijvoorbeeld . het grote vertrouwen dat ekonomen hebben in het voortduren van de ekonomische groei. Rui~ 70% is van mening dat er niet binnen 100 jaar een eind aan deze groei zal komen. Ook blijkt, dat de

'friedmanites' niet zo sterk vertegen­woordigd zijn els velen weI vreesden. Bijna 70% wijst de 'constant rate of money supply' af, als norm voor mone­tair beleid. En ruim 80% is het niet eens met de stelling, dat het fiskale beleidgeen stabilieerende invloed heeft, maar slechts de relatieve vergroting van het kollektieve aandeel in het nationale inkom an bewerkstelligt. Verder zijn bijna aIle ondervraagden van mening, dat het gedrag van onder- · nemingen uiteindeliJk slechts afgeleid kan worden uit het streven naar winst­maximalisatie (ruim 90%). Gill konklu­deerde dat m.n. Galbraith bij profes­aionele ekonomen niet zo'n grote invloed heaft gehad.

Oaarnaast bliJken er natuurlijk ook fundamentele meningsverschillen tussan de 'professionals' te bestaan. 5ympto­matiach voor deze tijd, oo'rdeelt Gill. Bij de volgende stellingen waren de meningen ongeveer gelijk verdeeld. - Het meest geachikte politi eke systeem

om een ekonomische ontwikkeling te realiseren, is het kommunisme.

Ekonomische groei is noodzakelijk voor het oplossen van problemen ala milieuvervuiling e.d. -- In de huidige inflationaire situs tie

is een loon- an priJskontrole wenselijk en noodzakelijk.

Richard T. Gill dus. Een grote en vriendelijke man met een stem die klinkt als een kerkklok. Er rest ons nog slechts een waarschu­wend woord aan het adres van mogelijk te enthousiaste hoogleraren en andere potentiRle baanverlatersl de vraag naar opera-zangers (of iets anders) is vDoralsn09 beparkt. '

* V~~r 'nieuwsgierige fakul teils­genoten' dient U te lezen: Joris Meltzer, Bas Schoorl en Erik Dirksen.

Ton van der Peet

11

Page 12: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

Studie-reizen

INLEIDING

Aan onze fakul.teit kant het initiatief

tot het ondernemen van stllLliereisen op vrij willekeurige wijze tot stand. Eni­ge systematiek is nauwelijks te bespeu-

reno De IIIOtivering, de organiaatie en de f1nanciering zijn ook telkens __

anders.

Toch is het m.i. een goede gewoonte ge­

worden dat de SEF MnDaa1 in de tloIee a drie jaar (Japan, Rusland en laatsel.ijk

Sri Lanka) ean dergel.ijke reis organi­

seert. De frekwentie houdt verband met

de beschikbare middo1en, daar veor een

"grote" reis het beslag OP deze gelden

vri.P;el. zeker blokkering van de mogelijk­

heden voor de eerstvelgende twee jaren

inhoudt.

Het zi.jn deze facetten en ook "het wa<U­

an" en"net hoe" van studiereizen <lie

door mij werden voorgele~ aan een aan­

ta1 "ervareni: studiereizi,lters: IIXira

Wahab· (wetenschappelijk med-n<er aan

ISl-ICG), Piet de Vri.ie (aktief in de AGE) ,

Kees ten Brook (aktief in de Werkgroep

Econanen) en Anneke Brouwer. Indra was

beg,01eider. Piet, Kees, Anneke en onder­

getekende waren studentleden van de Sri

Lanka-reis.

WAABOJf EEN

STUDIEJLEIS

'- Studentell aan onze fakulteit werken

veel.al. in eon soort vakuiin. De opzet

van de st\ldie is van dien aard dat men

zich veela1 individueel op tentamens

voorbereidt. Het g~ is dat zelis

studenten van dezelfde "lichting" 01-

kaar vaak slechts oppervlakkig kerulen.

Tot mijn grote verbazing bleek reeds

bij de voorbereidingeJ1 en zeiter tij­

dens de reis dat vool meer studenten

econanie te pruimen zijn dan ik ooit

voor moQlijk had gehouden. In <lie zin

heaft de studiereis een sociaJ!! funlctU.

- Ex- is .door 1edere deelnemer v66r. tij­

dens en ni de reis hard gewerkt. V6cSr

de reis had iedereen eon stukje geschre­

ven over eon zelfgekozen onden.erp.

.waa.rna de stukjes werden gebundo1d in

een werkmap. Ti;idens de i'cis is er veel

infol1l1atie verzameld die vervolgens n!

de reis is verwerkt in eindverslagen.

NIl is or een 200 pagina's dikke bundel

gepublicoord. (Deze schat aan infOlLla-

Onze oorspronkelijke motivering veor bet tie is voor slechta i 5,- verkri,1gbaar

makeJ1· van de stllLliereis had 1ieel te ma- op de SEF-kamer). De reis heaft onont-

ken met het pre.dikaat "concentratielalxl· koanbaar een eciukati.!lye funletie gehad.

in het kader van de Nederlandse ontwikke- - Beide fW'itties tonen het nut a.m voor

l..1lIgshulp. dat door Nederland aan Sri het doolnElIlende individu. Ook anderen

Lanka is toegekend. Kinister Prank had kum.eJ1 echter profiteren door een ver-

zich na eon vijfdaags bozoek zaer 10- beterde sfeer aan de fakulteit. En als

vend over <lit land uitgelaten. Een onder- de grote hoeveelheid infonnatie die de

zoek naar "bet ~" van do. speciale

aandacht was onze oIf;4;ijilo motive ring

voor het maken _van de reis. Daarnaast

zijn moor persoonlijke motieven to b_

deJ1keJ1:

12

groep heeft verzam<lld WONt verspreid

dmv de bundo1 en/of artikalen, le:t.inger.

e.d. dan zou je z<!li's kunllen sl'reka.n.

van een soort maatschappelijke i)mk.tie.

BEAKTIE

A.U-e ge.i:ntervieuwtien plaatsten de eJuka­

"i~ve funktic vooroP. Anneke benadrukt

het nut VdO ae.:;e vonn van oruler:oueJ-:. fu

Piet wijst OP het belang vcm elem.mten

in de stOOie waar niet ui tslui tend de

consunptie van theorie OP .Ie voorgrond

st~t: "Het slecilte stuuiekllmaat aan

- oaze fakulteit worot op daze wi.1ze een

beetje doorbrokcn. II Indra zi~t in (let

specHie%e 'geval van de:l.e re1s naar een

ontwikkelingsJ.."ad vooral het i>elang van

de confro.lt-atie met een aDlere same,Li.e­

v1ng. "Hoe oppervl~ig zo' n keru"lisma­

King ook moge zijn; het vergroot het blik­

veld van de student. Je hebt een Qantal

ma~en gekweekt Jie wat geJ1uance"rder

tegenover het probleem gaa.n s taan. , • . iiij

stolt (Zinunerm'-lll citerend): "!!:en ont­

~elingsland moet je ruike!1I" Kees

tenslotte, is oon beter mens geworden:

"D, ben een aantal vooroordelen kwijtge­

r.ukt."

Ben iecter vindt dat er duidelijk eon so­

ciale funktie is: "Hoewel net uiteraard

onnodig is an naar Sri Lanka te ga.lJl om

elka:u- beter te leren keJ1llen."

ile maatschappel.ijke funkt1e wortlt echter

belangrijkor geacht, voo ral door Kees

die vindt dat bij de Sri Lanka-reis

dit aspekt te !""inig aarxlacht heaft ge­

kregeJ1~ "Je kunt het slechte imago van

studiereizen op deze wijze ondervangen."

"Je weet imners", zegt hij. "hoe Wiegel

dat kan verwoordeJ1: "ilat vliegt maar raak

en or kant geen donder uit"l

Page 13: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

"BET BOE"

Wij vonoden een zeer heterogene graep,

De meningen over do opzet van het pro­

grallllla varieerden van "zot ons maar op

het viiegveJ:d van <!:olombo, neer, dan zie

je ons daar over drie weken weJ. Weer to­

rug" tot ~ er. maar een volledig ver­

zorgdo trip van". A£gri.1salijke visioe-

\ non die de organisatoroll !<regen bij ' do

gedachte san do gevolgen van een coniron­

tatie van zonnebadende economiostudenten

en dionstreis dlakendo studiereis-finan­

ciors, universiteitsfunktionarissen dan

wel leden van het Comit6 van Aanbeveling

weerhield hen ervan voor hot eerste alter­

natief to !dezen. Aangezien ook het tweedo

alternatief ochter tot luiheid aanleiding

zou kunnen geven e.lswel de overweging dat

do demokratie binnon do groep niet gOOMl

kon \\'Orden uitgesehakeld, leidde tot een

eompromis dat inhiold dat iedereen 10

dagen een algemeen progranma zvu vol.gen

en 10 dagen een spe~ifiek progranma. Doze

laatste 10 dagen waren gewi.jd. aan indivi­

duele Wonnatieverg;"ring voor het eigen

onderwerp.

Noch op doze organisatorise}~ seheiding

noch Op de inhoud van het algl;lUleen pro­

grallllla is veel kritiek geweest. W~l ech­

ter op de zwaarto hiervan. Het Westerse

tempo onder de tropiache zon was velen

te veel en de twee vrije dagen in .de drie

weken bleek te weinig.

Toch heb ik nooit tevoren een graep ga-­

zien die zo pard en enthousiast aan het

werk ging. Ook zelis 'e-avonds haddon

velen afspr&ken met Sri Lankezen.

Indra Wahab

BEAXTJE

Men ~ in het ~erneen_ goed te spreken

over het prograama. "Pico bello", vol­

gens Anneke, "en zeker niet te zwa.ar."

Kees: "Je bent morae 1 verplicht om een

studiereis zwaar te maken." De organisa-

tarische Bcheiding vindt men een goedo

greep, al ~ hot algemeen gedeelte iots

te J.an.g (Kees), niet omdat dit inhoudo­

lijk niet interessant was maar omdat hot

specifieko gedeelte te kort is geweest

om het eigen onderwerp voldoende uit te

diepen. Volgens Piet had het a1.gemeen

gedeelte vooral nut vanwego het doorbro­

ken van do sP6cialisering. Hoewel Indra

opmerkte dat hot bater geweest waro min- '

dar f&cotten tijdens het algemeen pro~am­

rna te baliehten en iets dieper in to gaan

op 6ISn bepaald onderwerp. Oak had het ge­

bruik van tolkon onzo kontakten kunnen

verbredon tot andere kl.assen dan do heer­

sendo- Engolssprekende - klasse. Tenslotte

zou volgons Indra de indoling algf!Jl11~

specifiek/algemeen eon batere geweest

zijn. Het laatste pro~edeelto zou

dan oen evaluatief karakter dienon te heb-

ben~

DOOB WIE'!

VrijweJ. a.U.e uithoelren van ·Sri Lanka's

econan:ie zijn onder de loep genomen. Het

algElll6en programma was zaer algEllleen, om­

dat de reis tot in de details door stu­

denten word georganiseerd waardoor "alge-.

mean" progranma niet a.U.een "voor a.U.en~

maar .m.i. bijna per definitie ook "niet­

specialistisch" betekende. WeI zijn de

adviezen van do meereizende stafleden op

enkele punten van grote invloed geweost

op de opzot en het verloop van de reis.

Itt andere fakulteiten en op andere uni­

versiteiten waar studiereizen vaak gear­

ganiseerd \\'Orden door do ''beroeps'' had­

den onze begoleiders echter geen enkele

verantwoordelijkheid voor de organisatie.

Wij miston daardoor de voordelen van een

grotere diepgang die bere1kt zou kunnen

\\'Orden door OPlUlllO in oen studieschEllla

(bv door een welicgroep voor een bepaa1J:i

vak) oi'weJ. een gemakkelijke oompensatie­

regeling :bv ala onderdeel van een ten­

t~n). Ook mag men verwachten dat de

''beroeps'' gEmakkelijker bepaalde deuren

kUnnen openen. Ter illustratie: E6n van

Hoewel ons Comit6 van Aanbeveling oon

aantal zwaargewichten telde (o.m. Duisen­

berg en Pronk) had, de bananan waarschi.jn­

lijk sneller van onze politieke onnozel­

heid ~vertuigd kunnen worden door orga­

niserende mannen met een klinkende.ftitel

en een behoudende reputatie , nadelen van een "beroepsorganisatie"

lijken mij echter ook evident: eon moge­

lijk te sterke inbreng van hot wetenschap­

pelijk personeel; .een geringe keuzEIIlog -

lijkheid t.a. v. het onderwerp; maar vooral

een gratere selektie: je kunt slechts

deelnemen indien je een beP?-ald yak volP,t.

Keea ten Brook

BEAKTJE

Anneke geeft de voorkeur aan ~amenwerking

van studenten met docenten en dan badoelt

ze samenwerking in de letterlijke bete­

kenis van het \\'OOrd, waarbij beido partij­

en evenveel gewicht in de 8chaalkunnen

leggen. Ze vindt de vakgroepen zoals die

nu samengesteld zijn hiervoor niet go­

schikt. Oak yond ze bij onze opzet het

ontbreken van oon goede compensatierege­

ling oon groat nadeel. Disku5sies over

de inhoud werden eigenUjk een beetje

afgeraffeld omdat velen tentamenverplich­

tingen hadda::l. Vooral voor beursstudenten

was dit een probleem. Ook vindt zij het

jammer dat de diskussie in de groep ge­

remd werd door de veelheid &an ondenver­

pen; Uitdrukkelijk geen bezwaar heeit

ze tegen een grote selektie en ze vinJt

bet een goade za:..k als groepen concurre­

reno Het principe dat I~e'het eerst

ds topmensen van een grote bank vroeg ons komt, ook het eerst maalt" moet vervan-

eerst maar eens duidelijk te maken wat het gen worden door een meer strukturele

bolang voor zi.in bank zou kunnen zijn van aanpak.

het financieren van oon snoepreisje van Indra merkt oP, dat ook nu Loeeds beide

een stellet.je Amsterdamse Marxisten naar groepen (stafleden en stucienten) I;edi.;ve-

eon l.arxi dat \\'Ordt geregeerd door een reno 'iiie in een bepiUlde tijdsperiode

stellet.ie (weliswaar onderontwikkelO'e.... bet best geiuruberoe . verzoek heeft in-

maar tach) andere Narxisten. gediend meet aa" <.te bak komen, onverscllil­

lig of het stafleJen of :;tudenten letn,i'i...

13

Page 14: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

'/ie:i. tit~lt hij Qat juist deze reis uiter­

illate boed .;eorgani.seerd was omdat een

..antal studenten het beschouwde als b.lm projekt. ::':i.e geengageerdheid is van groot

.... eJ..~~ geweest. De ta.:l.k van de begelei­

J ers was een consultatl(; ve en dat' was

goed, hOtM~: e:c jallmer genoeg weinig ge­

bruik van is gema1kt.

Toch kan hij zich een studierei.5 voor­

~tel.i.en met een specifiek karakter, welke

ook specifi~ke voorkemis vergt. Dan is

ueze beperkende voorw:iarde gereehtvaardigd.

, iet ,is (met een schuin oogje op de nu op

:;tapel "tad.nde studiereizen 'van prof.

! ' &.is en prof. van den Doel), een ui tg~­

sproken tegenstander van s tudiereizen

als tniddel om studenten a.an tni.nder inte­

ressante doktoraaleolleges te binden.

Vooral de ondergesciliktheid van studen­

ten bij de op stapel staande China-reis,

waarbij van den Doel de th~nals en,doel­

"telJ..i.ngen foxmule"rt en de studenten

zich moeten confonneren, vindt hij ver­

I,,,,rpelijk . De emg goede organisatie is

die, wa3.l'in studenten de vrijheid heb­

ben zelf hun onderzoek in te riehten.

Uiteraard moet er wel goede begeleidi.ng

zijn. Zoals nu I&~OG steun heeft verleend

voor al.lIl. [acetten, zou er in de toe-

komst door aIle vakgroepen voor wat be­

treft ue op hun terrein liggende proble­

matiek s t eun moeten worden ge/l:even. Daa~ bij moet aan de indi. viduele deelnemer eompensatie worden verleend in de vorm

van studiepunten. Ook sehept de WOB een

mo/l:elijkheid een soort interct1seiplinaire

vakgroep OP te richten. 14en kan zieh een

dergelijke vakgroep speeiaal voor studie­

re1zen indenken. In ieder geval moet de

fakulteitsra~ een aktiever bele1d in

deze gaan voeren en met alleen vertrou­

wen op opwellingen van individuen. Reke­

ni.rJ.;( dient ook gehouden te worden met de

traditie die de SEF op dit terrein heeft

opgeOOuwd.

Kees is een tegenstand&r van een derge­

li;jke vakgroep. Hij ziet mets in een,ge­

struktureerd beleid voor studiereizen:

Piet de Vrije

DE FINANCIERIltlO

Wij hebben gelukkig een uiterst bekwame

finaneilile eommissie gehad die alle geld-

brennen die besehikbaar waren heeft wet en "

OP te spOren. De faculteit, het bedrijfs-

leven en de eigen bijdra,ge waren de be-

langrijkste bronnen. De eigen bijdra,ge

'werd door de comnissie-aktiviteiten be-

perkt tot ! 500,-, zijnde een kwart van

de totale kosten per student. De hoogte

hiervan is diskutabel alsook de finan-

cier1ng door h~t bedrijfsleven. De eerste

vanwege haar veronders telde drempelfunktie,

de tweede vanwege het "zwarte" karakter

van het bedrijfsleven in vele studenten-

o/l:en. Waarom zou je bijvoorbeeld we~eren een M{RO-rekening ~ openen vanwege de

bankaktiviteiten in Zuidelijk Afrika en

wel de gedee:ltelijke financiering van

jouw studiereis aeeepteren? (Overigens

was er ~ Al-1RO-bijdrage voor onze stu-

diereis)

Wel verdient de organisatie door studen- Niemand vindt , de partilile finaneiering

ten zijns inziens de voorkeur in principe, door het bedrijfsleven pri.ncipieel be-

maar de fakulteitsraad dient uiteindeli,ik zwaarli,jk. Zoals Indra opmerkt: "Er zijn

te beslis sen. Irmners:" Als je een goed pro- g~n bezwaren zolang de geldgevers geen

dukt hebt, dan verkoop je ret well" beperkende voorwaarden aan dergeli.ike

Hoewel hi'; tegen het opWerpen van drempels reizen stelt." Toch versehillen de me- '

is, kan hij zieh voorstellen dat voor ningen over deze geldbron.

sonunige reizen speeifieke kennis onontkoom- Kees vindt het een goede zaak als het

baar is. Echter financiele drempels zijn beq.rijfsleven meer dan voorheen inge-

\lit den ooze. Een groo.t voordeel van de sehakeld zou worden bij de finaneiering

Sri Lanka-reis was, dat er geen andere

drempel was dan de verpliehte inzet.

14

van studiereizen omdat dit soort kontak­

ten de mogelijkheid biedt ~e aandacht

op bepaalde problemen te vestigen: Ver­

vreemdi.ng van het bedrijfsleven moet"

voorltomen worden.

Piet wijst er echter op dat het gevaar

van dergelijke afhankelljkheid van fi­

nanciering door private insteJ.lingen il;l"

dat ze de macht hebben bepaalde aktiv:i.­

te1ten mll te steunen en, daardoor de

uitvoering te belEmlleren. Deze vorm van

financiering moet daarom vo1.gens hem

tot een minimum beperkt worden.

Tenslotte merkt hij nog op dat b!,paalde

gedeeltes van ons studierei.s-verslag

laten zien dat, de in industriele kring

niet zo popula1re,Marxistische theorie

een aeceptabele verklar1ng kan geven

voor versehillende facetten van de ont­

wikkeling van Sri Lanka.

In het specifi.eke geval van de AMilO-bank

toont Kees zieh een sterk tegenstander

van aeeeptatie van JiMRO.,.gelden, indien

dat aangeboden zou zi.1n. Hij behoort tot

de mensen die hun rekening hebben opge­

zegd ("Had je niet ge<iacht. hll t"), en

zou aeceptatie niet alleen hypoeriet

maar ook onverstandig gevonden hebben

omdat je ctaarmee de bank een troe!kaart

in llDanden had gespeeld.

Voor Indra tenslotte was het prebleem

niet relevant omdat hij het niet eens

was met deze geriehte boycot, aangezien

grote delen van de Nederlandse industrie

kontakten heeft in Zuid-Afrika. "Je tankt

toeh ook bij Shell?" Het opzeggen van

de AMRO-rakening noemt hij een vonn van

zelfbevred1gi.ng. Bezwaren tegen het ae. cepteren van di t geld zouden bij hem niet

geleefd hebben.

Jan van Amstel.

Page 15: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

rond/uit de ftlad door denniePit

W1SKUNDE

BIJSCHOLING

\'Qo rnaamste, althans meest contro­versiHle onderwero in de laatste ve rgadering van de faculteitsraad (f . r . ) was , in een reeds jarenlange tr aditie , de Wiskunde-I bijscholings­cur "U$ die door onze faculteit t

zoals oak e l ders i n het land, wordt verzorgd voor WI- deficiMnten (de A- gro epen in de propedeuse). I.o ezo: controverse? Neem Kees ten ~ r oek (uao is de werkgroep Ekonomen) -~ie met die sigaren- en zljn s oort­~e r o e ~ onder de star (Ankum, Noor­oe r 0e ~ en Schrama met name , maar oak - r·e l "as- !lob de Lange ); dat is de e ~ e kant . n~n de andere kant staat ( ~e ;'.1..: r iegrop. p [ ~ onomen , zo ..... der wel­k~ de W I-bi j$ChOl i~g a1 2 ~I{ er een : . .l 1r o f 'vier to t ;'et vc rl l:r.en Z OL:

'H::!:J ber. neho fH"u . I-..l-!8S ten Proei< zag l ( l ~ tDn ~e he t h~m maa r .Laten zeggen) o~t ue faculteit in principe geen ! ldcle lba or onderwi j s die!' t te ver­l ll r gc n . Oe Akti egroep vind t dat een mooi standpun t , "he elstl kun je wel ze~gen , war. t het gaat volledig vDorbi j aa, d" feite di e het aardse tr3n endal beheerscn ,

ARGUMENTEN feit no . 1 is dat de organisa ti e van het ~ iddelba a r onderwijs zodanig is da t er geen adeku.:ale arsternmin: : van "el vwn op het 1,0 plaatsv i nd t . -/0 1 ,JgO~ we dit jaar dat een kwart van de nieuwe eerstejaars- studenten economie niet aver WI in het vwo examenpakket beschikt . "Hadden ze maar ve r st andiger moe ten zijr. in de k eu 78 v~n hun pakket" zegt de iL*er-!.<c roep [ conomen en ance rs gaan ze ir. de zamer li'aa r priv4-1e s s en vol gel;

. ~lv~ren5 economie to gaan studeren s " riv~-l e , ~ en moc t en oe !Ja ter. in ""'8t G" rJ e rwi j s s ysleem d i e I tP.r. . ' ,at ~a:)t:,jt.e ac t de M<tie~ raep een ab-501uut onaanvaarubore afwentelinq (van h et sY f:; tp,en' 00 de ru :;;) van h et irrlividu ) (n wat het 1I ~: .. )dden ze rr a.J r" - geroep belr~rt ruept zr : -,~t':;8lien van tlot rc iL (~c:ll da t een '.,.!olslagen irr.:3tionclc · " ; fl ;.ldr: rir Q ~ ,­

l.;i ~ le 1 5- rei : nc . 2 in h r: ri ;:ncrl:1 :: , i:lhoudende dat .. !iSk ur ,: le 1 zoa":'s ;,.:a t ir ~et VW' . wordt ;lanqc;Jodcr. rrie: we vQofopleiding l~ ~~~r ecr~ s~~dip

ecc:"'",c :;- : p .

!fl rei tu (au 2 r,u:::;) '.::. SJ.I ':-:nts - ve r­;;J(" lij"ende wij ze ul t,](!d nJ ..( t - ' · .... 1'

I !: ~ l :-: r1i : ; als ad(H< w~t p V( ·.i r 00~nl;;i n ·.,

..... an ~J o::; f::r.onomie-s tu ~.Ij:) • . :,,~~s Kti j r , :;nc'?-' ~ u i l de VaK I..~:' ':'' ··; 1 ~1 i.[.:<. u ;,,' ~ "';; "'"

:illi~tiek oen Jdrukt r ~iL n~~ een s 7:'er ind ri~gend in UP. l<'lrJ ! :e i r.SiCl.1d ,

~e" 2 inde die!jcnen , loal s I on :ro r·k [In Ankurr., die bl inue 1 1n':)5 ::i :~ I~ unde I ·,u i 11en uisen (omd;,t. d;')f· nu t:f:n '~anl . t:l nuit nun dilgrr.a t isct , I I' r/r.al i !)l1'e de p r incipiMle ju is:; c WI :_' :::;) :..1 "

ugen te apencn ..

~~ Aktieqroep vORgde daaraan t oe in Ge f II dat fei t 2 juist op dit moment mJet 1eiden tot de conclu s ie dRt de fJculteit de h! jscholing voorlopig (tot er geen deficienties meer in I'Bt Vt,IU- s)'steem zitten opgesloten) moet voortzetten . nJuist op dit moment" want, en dat is fait no.], juist op dit moment be­sla3n er in het VWIJ (al than s in Am­st erJam) plannen om tot een aange­paste wiskundekursu$ te komen. Oeze kursus zou de mogelijkhein moeten bieden a~n VWO- leerlingen f die geen , 'i ckunde-J in hun p" kket hebben (meestal omdat ze -ll ronduit" gezegd­niet goed zijn in wiskunde), n66st het examp.npakket, dwz facultatief (en niet meetellend voar het eind­examen) een cursus te volgen die

t~ch toegang biedt tot faculteiten ( zoals de economische) die wiskunde toe1atingseisen stel len op het nivo van zo'n 60;,~ WI . lJit plan dat het VWO i n Amsterdam op tafel heeft gelegd , biedt een uitzicht op aanzienlijke vermindering van het ~Il -deficientenprobleem . (en dergelijk ir!itiJ tief mag volgens de Aktiegroep ~ ' :<2L gepasseerd worden door weer , zo­al s ren Oroek en cansorten willen , b lindelinss wisk unde-J te gaan aisen . lip "oorstel van de Ak tiegroep (dat mag oak we i eens gezegd worden: met aanzienlijk e steun van rrans Klijn) werd uil e indelijk dan ook door de raad boslo t en om de bijscholingscursus voort te ze tt en . Ankum en Ten cl roek c,s, krugen in zoverre hun zin dat er voor­l o pig ecn t e rmijn van 3 jaar is genoemd ,Ji.ldrbi ~1n8n he t V ,!.~)-plan voor een aan­.:; ~ p~ ~:: t G wi skundecursus ge£3'ffec tuee rd

mOt~ worden en waarna s topzetting van de b~,)scholingscursus l OU mae ten vol­Qen- in principe( ••••• )

FACULTEITS REGLEMENT

I vcn V~n deze vergadc ring van 26 sep­tember nanr di e van 10 ' ktober; een 1I ~;pcc i :ll" I]ehcel ncwijd aan de con­s trl1c:· ie VAn e l'n ni e uw facul ~eits re­

q l emp.:l t . Vao rnaams te pun I;. daa rbij zal zijn (~l s u dit leest is dat al ge­lH:!Urd ; dus in de volgende :1ostra een zeer uitQeoreid v er sl~9 hierover) de v8rtc~enwoordi~ing van st udenten in de vakgroepen en in het val<g roep- be5tuu r. i. ven voor de du ide lij k he i d: ,il.! faeultpitsraad is het hoo gste or­G~a n van de fa cu ltei t mAar net onder­wijs en onderzoek worden in feite -'1ndilnks p o~~i nflen in de fH om oaar mear )!'fWP cp le k r ijC]en- geregeld binn :-n dE:' v<ll<gtocpen (zoals daar zi jn: [";' lkro , i", k ro , Hedrijf5~ronomie , .l iskundr en ·.t ati!·. ~ i t '- , ; ec~·t t cn nc '", onlu,dc , ::·~· t.Orf; f!1 ' :,le i.nfHp. ) r:!in i ed~ r G '~n

l>Jp,'n l l! \tOlk · ";Jiud (file t llijbc,no rcn up. vak:"-un ) neh !. tJ f S Ci1 . rJp J\kt iegroep is v~n f,l ~ning j at de! democ rati sQ ring van ht:;: w8tp.n :Jc/l ,: lppel i j k ondo rwi js , W~';'\( ­

voor j aren \/;:j L !:ic rij d LOg C(l ivor ~~n to­r~n5 is ']e l ev rHd en d i e z 'n besla c; heeft gevnnrlen in de i.:JUn (hJc t Ulli~er-!..> i tai re :~e~cutJrsh C' r vorminl)) , qcwp.ld

zou word en aangedaan als de studenten van onze faculteit geen wezenlijke i n­noraak zouden krijgen op dat nivo waar

jerwijs en onderzoek werl<elijk worden r.gp.lr1 : de vakgro~pen~

Wij zullen er hard voor kno', ken dat de rechtse krachten aan onze faculteit f in de rI ! vertegenwoordigd via de EFIl (Ankum en de zijnen ), niet de kans krijgen a l snog de deuren va n hun i­varen tor8nt ~8s vaer on28 neus te slui­tenl wij he bbe r het rech t aan onze kan t eC, we hebben zeker a l s Aktiegroep (ko­nomen in de bijna 10 jaar van ons be· .. staan duideIijk blijk van gegeven va n de capaciteit en van studentsn om ap vera ntwoorde wij ze bij te dra qen tot de bestuursorganisatie van de-facul ­teit . Persoon1ijk durf ik zc lfs te zeggen dat er aan de faculteit geen enkele an dere groeperinc. is dan de Akt ie groep (konomen die zo vee l heeft bij te dragen aa n de ontwikke linQ van het wet enschappeli j k onderwijs waar het onze faculteit betrert e- waarbij het met na e gaat om een to ta le af­braak van de i vo r en toren en vermaat­s chapp elijkin q van het wetenschappe­lij k onderwijs . I'la ar daarover me e r in een vol gend e Ilo s tra .

STUDENTEN Voarshand s vraag ik de studenten die ans op overtuigendc wijze bij de ver­kiezingcn a l s opdracht de voltDoiing van de democratisering aan onze fa-

culteit (" s tudenten in de vakgroepen") hebben meegege ven ' Stand-by' te blijven am zonodig daadwerkelijke hulp te ver­lenen als het er am gaat dat bepaaide ~akgroepen hun deuren on l 8ch t matig gesloten denk C'n te moe t en houden.

Tot slot wi1 ik nag even memorer~ dal ik de lezing van het proefschrift van Prof . Pais op zijn verzoek nag eens wat serieuzer ter hand heb gencmen . O­ver niet a1 te lange tijd hoop ik daar­over een recensie in 'lo:-:tra te k unnen schrijven. Op mijn ni vD natuurlijk maar dat moet me maar vergeven worden ( ...... )

Dennie Pit

I .. I herprogralnlnerlng

Aan ooze f aku lteit is pe r 1 sep­tember ~ls herpro~rammerin~s funk­tionaris de heer drs . ~ . C . p. .

Ooste ndorp in d ienst r,et reden . · Hij is belast met de ber.e ' eiding van de herp r 06rammering ~an onze faku l t e it. Hij i. daGel i ~k s bereikbaar op kamer 235 P. tel . 4361 . De post voor de heer Oostendorp dient naar het fukulteitsbureau , kd mer 21 49 gezonden t . worden .

15

Page 16: 1977 - Nummer 56 - oktober 1977

brink boekhandel

IN HET MAUPOLEUM

2 e ETAGE

00denbreestraat 23

kamer 2386 tel. 5254024

~::C:! :.~:::._~:.~ :.~ :. __ ~~~::~~~~~~: _~~~~::C:~_:::~~ _~':_~'?'::~'::,!:~~ • Een ver kl ~ r n nti econom isch wQordenbo e:k , waarin dui­delijke om ~c hrijvingen van ca . 1 100 belang rijke begrippen. Ze e r gemakkelijk is het verwijz ingssys­teem, ~Qardoor de onderlinge samenhang wordt weer-geeeven. T.ejden, Stenfert Kroese 19'77 prij s f1 9 , 5C Prof. Dr . J.H. van StuyvenberR- De econom i s ch e gu -

~~~ ~!~~~~!-:::~~-~!~!~!~~~~--------------------------Dit boek , uit g e geven ter gel egenheid van het twee­honderd ja r ige bestaan van de Nderla ndse MaatGchap­pij voor Nijve rheid en llandfl, behandelt het heden en verleden van de we lvaart van ons l a nd.

Groningen, Wolters Noordhoff 1977 pr.f39 , 50

J. ~ objnson en J.Eatwell-In l eiding tot de moderne - ________________________________________ economie

In he l: oerate d8~1 '.'!orden de hoofd l ijnen ~etroK­ken va ~ de 3. 1ternati ~ ve visie or ,It-; ';"': ,)/ 1\) ':1' .~.:'j . :

Nerkelijkheid, terwijl in de andere delen d~ pro­bleme~ van ie kn pit~ ]. istL~{'I.e, soci ali s lit~c he

~ ~ ~ ( je ~~j'e: ~ id8~n V llil deze tijd a~~ de orde WeI"­

don :.>e s t eld. Oor6pronkelljke titel: An introduction to nlodern

Spcctrur.; ">77, prijs J 29,5C

~~~~~!~!:-~ ~~~~~~~~~-~~~~~~-~~~-~~~~~~!~- "£~~!~~!-This book handles the Futures in We ster ~ -E~rope,

demo g r &phic 3 ~ ~~ ! : ~s 2co~crnic , pulitical ~ ~ ~ c:~

~ 6 L 8 t. :l ~()lica: , c l i lli ,:;, i..ic as well as agL'i c 'ul ~ u I 9. 1 .

Cambr idge D.P. 197 7 prijs ca. 146 ,=

Tlli.s book , for the firsL ':.:,:.i.r:ic , contains a sati s ­factory analysi s af popul&tton a nd growth , and attemps extending investigation o f th is area.

North Holland 1977 , prijs ca. fGO"

EKONOMIE

GEOGRAFIE

PLANOLOGIE

SOCIOLOG IE