Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve...

124
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Studierichting Ballet Onderwijsvorm Kunstsecundair onderwijs Graad Derde graad Leerjaar Eerste leerjaar Tweede leerjaar Leerplannummer O/2/2015/260 Vervangt leerplan O/2/2013/260

Transcript of Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve...

Page 1: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Studierichting Ballet

Onderwijsvorm Kunstsecundair onderwijs

Graad Derde graad

Leerjaar Eerste leerjaarTweede leerjaar

Leerplannummer O/2/2015/260Vervangt leerplan O/2/2013/260vanaf 1 september 2015 in beide leerjaren

Page 2: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Vakken

Dit leerplan werd ingediend voor:

AV Kunstgeschiedenis2013/891/3//V17

AV Muzikale opvoeding2013/891/3//V17

KV Hedendaagse dans2013/891/3//V17

KV Klassieke dans2013/891/3//V17

Studierichting Ballet

Onderwijsvorm Kunstsecundair onderwijs

Graad Leerjaar

Derde graadEerste leerjaarTweede leerjaar

Leerplannummer O/2/2015/260Vervangt leerplan O/2/2013/260vanaf 1 september 2015 in beide leerjaren

Page 3: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Inhoudstafel

Woord vooraf.......................................................................................................................................... 4

1 Autonomie van de school................................................................................................................. 5

2 Lessentabel...................................................................................................................................... 7

3 Doelgroep........................................................................................................................................ 8

4 Opbouw van het leerplan................................................................................................................. 9

5 Leerplandoelstellingen en leerinhouden.........................................................................................15

5.1 AV Kunstgeschiedenis...............................................................................................................175.2 AV Muzikale opvoeding..............................................................................................................24

5.2.1 Koorzang........................................................................................................................... 245.2.2 Algemene muziekleer........................................................................................................26

5.3 KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans...........................................................................365.3.1 Taalontwikkelend vakonderwijs.........................................................................................365.3.2 Culturele en kunstzinnige ontwikkeling..............................................................................385.3.3 Artistieke en muzikale vaardigheden.................................................................................405.3.4 Gezonde en veilige levensstijl...........................................................................................425.3.5 Motorische competenties klassieke dans..........................................................................435.3.6 Motorische competenties hedendaagse dans...................................................................605.3.7 Motorische competenties Spaanse dans...........................................................................675.3.8 Ontwikkelen van het zelfconcept en het sociaal functioneren...........................................71

6 De geïntegreerde proef (GIP).........................................................................................................72

7 De vakoverschrijdende eindtermen (VOET)...................................................................................73

8 Integratie ICT................................................................................................................................. 74

9 Taalontwikkelend vakonderwijs......................................................................................................75

10 Vakgroepwerking........................................................................................................................... 76

11 Evaluatie........................................................................................................................................ 77

12 Minimale materiële vereisten.........................................................................................................79

13 Vakspecifieke informatie................................................................................................................81

14 Bijlagen.......................................................................................................................................... 84

Colofon................................................................................................................................................. 85

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 3Ballet - derde graad kso

Page 4: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Woord vooraf

Alle scholen zijn verplicht een goedgekeurd leerplan te gebruiken voor elk onderwezen vak van de basisvorming en het specifiek gedeelte. De inspectie van de Vlaamse gemeenschap beoordeelt het leerplan op basis van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering in verband met leerplannen (10/11/2006)’ en op basis van omzendbrief SO 64. Zij adviseert vervolgens de minister van onderwijs over de goedkeuring. Na de goedkeuring verwerft een leerplan een officieel statuut. Men kan stellen dat een goedgekeurd leerplan een contract is tussen de inrichtende macht en/of de onderwijsorganisatie en de Vlaamse gemeenschap. De inspectie controleert in de school het gebruik ervan samen met de realisatie van de basisdoelstellingen.

Dit leerplan wordt ingevoerd bij de aanvang van het schooljaar 2015 - 2016. Het leerplan is ontwikkeld door het OVSG in samenwerking met de Koninklijke Balletschool Antwerpen. De leerplancommissie herwerkte het bestaande leerplan op basis van de schoolvisie, het advies van de onderwijsinspectie en de ‘Competentfiche L120101 - Artiest in de dans (m/v), validatiedatum: 6-2-14. Er wordt aangegeven welke ruimte gelaten wordt voor de inbreng van de school, de vakgroep en de leerkrachten.

Het leerplan houdt niet alleen voor de individuele leerkracht een verplichting tot realisatie in, maar is ook een ondersteunend instrument voor het pedagogisch beleid van de school dat zich maximaal richt op gelijke onderwijskansen. Het leerplan wordt gebruikt in de vakgroep, maar het besteedt ook aandacht aan de samenhang met de andere vakken van de studierichting.

Onderwijskwaliteit verhoogt door een schoolbeleid gericht op samenhang en op het uitwerken van een onderwijskundige visie in concrete leeractiviteiten. Daarom besteedt dit leerplan veel aandacht aan de integratie van de vakoverschrijdende eindtermen, aan leerling-actieve didactische werkvormen, aan brede evaluatie en aan het talenbeleid. Op deze manier biedt het leerplan de mogelijkheid het pedagogisch project te concretiseren.

OVSGOnderwijssecretariaat van deSteden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw

Ravensteingalerij 3 bus 71000 Brusseltel.: 02 506 41 50fax: 02 502 12 64e-mail: [email protected]: www.ovsg.be

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 4Ballet - derde graad kso

Page 5: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

1 Autonomie van de school

Deze rubriek geeft aan welke ruimte dit leerplan laat voor de inbreng van de inrichtende macht, de school, de vakgroep/studierichtinggroep en de individuele leerkracht.

Elke inrichtende macht is bevoegd voor het uitschrijven van haar eigen pedagogisch project. Dit pedagogisch project is een document dat de algemene doelen opsomt die de inrichtende macht in haar onderwijs wenst te realiseren. Deze doelen hebben betrekking op opvoeding en onderwijs en op de mens en de maatschappij in het algemeen. Het pedagogisch project kan aldus worden gezien als een beginselverklaring van een inrichtende macht die de essentiële kenmerken van haar identiteit bevat. Het officieel gesubsidieerd onderwijs wordt bijgevolg gekenmerkt door een interne verscheidenheid. Er is echter ook een gemeenschappelijkheid terug te vinden.

Vanuit de eigenheid van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs zijn in de lokaal tot stand gekomen pedagogische projecten een aantal gemeenschappelijke basisdoelen te herkennen die door alle besturen onderschreven werden (Raad van Bestuur van OVSG van 25 september 1996).

1 Openheid De school staat ten dienste van de gemeenschap en staat open voor alle leerplichtige jongeren, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, sekse of nationaliteit.

2 Verscheidenheid De school vertrekt vanuit een positieve erkenning van de verscheidenheid en wil waarden en overtuigingen die in de gemeenschap leven, onbevooroordeeld met elkaar confronteren. Zij ziet dit als een verrijking voor de gehele schoolbevolking.

3 Democratisch De school is het product van de fundamenteel democratische overtuiging dat verschillende opvattingen over mens en maatschappij in de gemeenschap naast elkaar kunnen bestaan.

4 Socialisatie De school leert jongeren leven met anderen en voedt hen op met het doel hen als volwaardige leden te laten deel hebben aan een democratische en pluralistische samenleving.

5 Emancipatie De school kiest voor emancipatorisch onderwijs door alle leerlingen gelijke ontwikkelingskansen te bieden, overeenkomstig hun mogelijkheden. Zij wakkert zelfredzaamheid aan door leerlingen mondig en weerbaar te maken.

6 Totale persoon De school erkent het belang van onderwijs en opvoeding. Zij streeft een harmonische persoonlijkheidsvorming na en hecht evenveel waarde aan kennisverwerving als aan attitudevorming.

7 Gelijke kansen De school treedt compenserend op voor kansarme leerlingen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen.

8 Medemens De school voedt op tot respect voor de eigenheid van elke mens. Zij stelt dat de eigen vrijheid niet kan leiden tot de aantasting van de vrijheid van de medemens. Zij stelt dat een gezonde leefomgeving het onvervreemdbaar goed is van elkeen.

9 Europees De school brengt de leerlingen de gedachte bij van het Europees burgerschap en vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven.

10 Mensenrechten De school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind, neemt er de

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 5Ballet - derde graad kso

Page 6: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

verdediging van op. Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand.

Verder bepaalt de inrichtende macht en/of de school het aantal ingerichte lesuren voor een vak, met dien verstande dat alle basisdoelstellingen van het leerplan gerealiseerd moeten kunnen worden met de leerlingen.De lessenroosters behoeven geen goedkeuring van de overheid; de overheid beperkt zich tot het opleggen van een minimumrooster, gedefinieerd als (verplichte vakken van de) basisvorming. Afhankelijk van de gevolgde graad/onderwijsvorm dient elke leerling zonder uitzondering de verplichte basisvorming volledig te volgen. De inrichtende machten bepalen dus autonoom hoe de wekelijkse lessenroosters worden samengesteld. Dit kan zowel betekenen dat bepaalde vakken/uren gemeenschappelijk zijn voor leerlingen van verschillende structuuronderdelen als betekenen dat binnen eenzelfde structuuronderdeel vakken met een verschillend aantal uren worden ingericht in functie van het tempo van de leerplanrealisatie in hoofde van individuele leerlingen.

Vanuit de gemeenschappelijke basisdoelen, die o.m. gelijke onderwijskansen beogen voor elke leerling, worden eigen doelstellingen geformuleerd ter concretisering. Deze eigen doelstellingen hebben te maken met:

de eigen visie op ‘leren’ : ‘leren’ wordt hier opgevat als een door de leerling zelf vorm te geven actief proces, waarbij de ‘geconstrueerde’ kennis pas geïntegreerd wordt na reflectie en sociale situering (samenwerkend leren), toetsing en rijping. Een leerproces bevat dus ook een sociale component;

de eigen visie op gelijke kansen: integratie van doelstellingen in verband met (leer)attitudes, met ICT-vaardigheden, met taalontwikkeling;

de visie (algemene doelstellingen) op de studierichting of het vak.

Ook de didactische aanpak (waaronder evaluatie) behoort tot de vrijheid van de inrichtende macht. Dit impliceert dat de school, de vakgroep en haar leerkrachten deze vrijheid zinvol invullen en er verantwoordelijkheid voor opnemen door te werken vanuit een eigen schoolvisie. Methodes en handboeken worden vrij gekozen met dien verstande dat de realisatie van het leerplan verplicht is en niet bv. de realisatie van een handboek. Aangezien het leerplan opgesteld is als graadleerplan, bepaalt de vakgroep welke doelstellingen in het eerste leerjaar en welke in het tweede leerjaar moeten worden bereikt (cesuur). Het leerplan suggereert vanuit het pedagogisch project leerlingactieve didactische werkvormen, verschillende evaluatievormen en mogelijkheden om te werken aan gelijke onderwijskansen, maar de school/leerkrachten maakt (maken) de uiteindelijke keuze.

Het leerplan zelf is een minimumleerplan, d.w.z. het volume aan leerinhouden is beperkt gehouden. Enkel de basisdoelstellingen moeten met de leerlingen worden gerealiseerd. De leerkracht moet niet onder tijdsdruk werken, maar heeft ruimte om te differentiëren, voor variatie in leerlingactiverende didactische werkvormen en voor vakoverschrijdend werken. Er is ruimte voor de eigen inbreng en creativiteit van de leerkracht en de school om o.a. thema’s en projecten te ontwikkelen.Het leerplan is volgens een logische volgorde opgebouwd, maar het behoort aan de vakgroep om uit te maken welke doelstellingen tot de invulling van het eerste of het tweede leerjaar behoren en in welke volgorde ze voor welke leerlingen aangeboden worden.

De inspectie van de Vlaamse gemeenschap gaat na hoe de school met deze vrijheid omgaat.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 6Ballet - derde graad kso

Page 7: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

2 Lessentabel

De lessentabel is terug te vinden op de site van OVSG, www.ovsg.be onder Leerplannen.

De het aantal lesuren op de lessentabel is indicatief. Zie ook hoofdstuk ‘Autonomie van de school’.

3de graad kso

Ballet

BASISVORMING 14u

AV Godsdienst/Niet-confessionele Zedenleer 2AV Aardrijkskunde 1AV Engels 2AV Frans 2AV Geschiedenis 1AV Lichamelijke opvoeding 1AV Nederlands 3AV Wiskunde 2

SPECIFIEK GEDEELTE 22u

AV KunstgeschiedenisAV Muzikale opvoedingKV Hedendaagse dansKV Klassieke dans

11317

COMPLEMENTAIR GEDEELTE 0u

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 7Ballet - derde graad kso

Page 8: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

3 Doelgroep

Dit leerplan is bestemd voor de leerlingen van het eerste en het tweede leerjaar van derde graad Ballet voor de vakken

AV KunstgeschiedenisAV Muzikale opvoedingKV Hedendaagse dans

KV Klassieke dans

die in de lessentabel deel uitmaken van het specifiek gedeelte.

Toelatingsvoorwaarden: zie omzendbrief SO 64

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 8Ballet - derde graad kso

Page 9: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

4 Opbouw van het leerplan

SchoolvisieDe Koninklijke Balletschool Antwerpen is een stedelijke school voor secundair onderwijs die leerlingen opleidt tot professionele balletdansers op hoog niveau, die kunnen tewerkgesteld worden bij nationale en internationale dansgezelschappen. De opleiding stelt hoge eisen, niet alleen op het vlak van artistieke en motorische (dans)vaardigheden en de bijbehorende levensstijl, maar ook op het vlak van culturele ontwikkeling, van persoonlijkheidsontwikkeling en op het vlak van algemene vorming.Naast de dansvakken worden immers de vereiste algemene vakken aangeboden in een ‘basisvorming’ die via de eerste graad A-stroom en de tweede en derde graad KSO leiden tot een diploma secundair onderwijs, zodat de school ook haar maatschappelijke opdracht waarmaakt. Dit diploma secundair onderwijs stelt de afgestudeerden eveneens in staat om verdere studies aan te vatten in het Hoger Onderwijs.De school maakt deze belangrijke taak waar door een intense samenwerking tussen de dansopleiding en de algemene vakken, zowel inhoudelijk als op het vlak van begeleiding van haar leerlingen.

GraadleerplanHet leerplan is voor de graad uitgeschreven. Voor de concrete invulling van het eerste en het tweede leerjaar van de graad ligt de bevoegdheid bij de school. De vakgroepen overleggen en bepalen wat tot de invulling van het eerste of het tweede leerjaar behoort.Enkel in het vak Klassieke dans wordt voor de dansoefeningen en –technieken een indeling in leerjaren gesuggereerd. De invulling van het specifiek gedeelte van de studierichting Ballet beoogt niet alleen de ontwikkeling van motorische competenties bij de leerlingen, maar ook de algemene culturele en artistieke ontwikkeling. Bovendien wordt de leerling aangezet tot een gezonde levensstijl die onontbeerlijk is om later het beroep van balletdanser uit te oefenen.

De didactische wenken kunnen een leerplandoelstelling of leerinhoud verduidelijken, ze reiken suggesties aan om de doelstellingen te concretiseren volgens de eigen visie op leren. Zij kunnen didactische werkvormen of hulpmiddelen aangeven die leerplandoelstellingen helpen realiseren, suggesties geven voor evaluatie, verbanden leggen met andere vakken, met vakoverschrijdende eindtermen, met informatie- en communicatietechnologie, met taalbeleid.

SystematiekDeze bundel bevat de leerplannen voor de volgende vakken:

5.1 AV Kunstgeschiedenis5.2 AV Muzikale opvoeding5.3 KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans

5.2.1 Taalontwikkelend vakonderwijs5.2.2 Culturele en kunstzinnige ontwikkeling5.2.3 Artistieke en muzikale vaardigheden5.2.4 Gezonde en veilige levensstijl5.2.5 Motorische competenties klassieke dans5.2.6 Motorische competenties hedendaagse dans5.2.7 Motorische competenties Spaanse (folklore)- en karakterdans5.2.8 Ontwikkelen van het zelfconcept en sociaal functioneren.

Visie op de vakken

KUNSTGESCHIEDENISKunstgeschiedenis is voor de leerlingen een nieuw vak. De leerlingen zijn echter vertrouwd met de heuristieken in het vak geschiedenis. De opbouw van het historisch referentiekader met de indeling in het politieke, het economische, het sociale en het culturele domein gebeurde vanaf de eerste graad. De leerlingen zijn vertrouwd met historische vaardigheden en attitudes.Het leerplan is uitgewerkt als de kunstgeschiedenis van het ballet. Het brengt de leerlingen in aanraking met de functie van het ballet in de verschillende historische periodes. Leerlingen maken

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 9Ballet - derde graad kso

Page 10: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

kennis met toonaangevende choreografen en hun creaties. Er kan ingspeeld worden op de actualiteit en de gebeurtenissen in de danswereld (bv.: het overlijden van een belangrijk choreograaf, de oprichting van een nieuw gezelschap). Leerlingen worden aangezet om voorstellingen bij te wonen en mee te werken aan producties.

MUZIKALE OPVOEDINGDe grote verscheidenheid in muziek is een constante inspiratie voor de balletdanser, ook om een eigen creatie te maken. De leerling moet grondig kennismaken met een brede waaier van muzikale mogelijkheden. Voor de leerlingen die bewust voor een professionele dansopleiding hebben gekozen, is het noodzakelijk dat hun muzikaal gevoel aangewakkerd en geïntensifieerd wordt en dat de diverse aspecten van de muziektheorie en praktijk geënt worden op behoeften van de balletdanser. Muziek beluisteren is een belangrijk onderdeel en kan een stimulans zijn tot actief musiceren. Hierbij spelen de stem en de lichaamsinstrumenten een voorname rol. In combinatie met de beweging moet de stem in staat zijn de opgenomen melodie te reconstrueren en juist weer te geven (al dan niet innerlijk) teneinde de juiste bewegingsimpuls van het lichaam te kunnen volgen. Ook ritme en vormgeving mogen niet ontbreken. Zowel stem als lichaamsinstrumenten vormen hier de basis tot een juiste coördinatie van opnemen, registeren en weergeven.

Samenhang met de eerste en de tweede graadIn de eerste graad realiseren de leerlingen de eindtermen voor het vak Muzikale opvoeding. Ze hebben bovendien een extra lesuur om deze doelstellingen diepgaand te verwerven. Ze beheersen het actief musiceren (stem, bespelen van klein slagwerk) en bepaalde ritmische en melodische patronen. Ze kennen de instrumenten van het symfonisch orkest en herkennen de vorm voor bepaalde stukken van het symfonisch orkest.In de tweede graad wordt het samen zingen verder ontwikkeld en krijgen de leerlingen via luisteroefeningen inzicht in de bouwstenen van de muziektaal (‘metrum en ritme’, ‘tempo’, ‘melodie’, ‘samenklank’, ‘dynamiek’, ‘klankleur’ en ‘vorm’). Ze bezitten bijgevolg de nodige luistervaardigheid en muziektheoretische kennis om te gebruiken tijdens de muzikale praktijk. De leerlingen hebben in de eerste en tweede graad voldoende notenkennis opgedaan en kunnen op voldoende wijze solmiseren. Ze maakten kennis met dansmuziek uit de periode Middeleeuwen tot Classicisme en ze woonden (concert)uitvoeringen bij.

In de studierichting Ballet heeft het vak Muzikale opvoeding dus een drieledige doelstelling: het ontwikkelen van de muzikaliteit als steunfunctie voor de dansvakken, zoals het aanvoelen

van muzikale zinnen, de frasering van de muziek: het verloop van een muzikale gedachte volgen en dit koppelen aan dans/beweging op

deze muziek; verschillende muzikale ordeningsstructuren omzetten in dans/beweging;

Hiervoor is het van cruciaal belang om samen te werken met de leerkrachten van de dansvakken.

het ontwikkelen van de muzikale praktijk van alleen of samen musiceren; via het beluisteren van muziek en een basis aan algemene muziekleer de muziek beter

begrijpen en de esthetische context ervan leren verwoorden.

In de derde graad wordt, naast de verdere ontwikkeling van de muzikale bouwstenen, de nadruk gelegd op de cultuur-historische en de stilistische benadering.

Tijdens het de verschillende activiteiten in de muziekles en de extramurale activiteiten die eraan gekoppeld zijn (zoals het bijwonen van concerten, dansvoorstellingen, opera, …) ontwikkelen de leerlingen volgende attitudes, die ook door de vakoverschrijdende eindtermen worden vermeld (STAM):

communicatief vermogen: brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; (STM1)

creativiteit: kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; (STM2) ondernemen zelf stappen om vernieuwingen te realiseren; (STM3)

doorzettingsvermogen

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 10Ballet - derde graad kso

Page 11: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven; (STM4)empathie

houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen; (STM5)esthetische bekwaamheid

kunnen schoonheid ervaren; (STM6) kunnen schoonheid creëren; (STM7)

exploreren benutten leerkansen in diverse situaties; (STM8)

flexibiliteit zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden; (STM9)

initiatief engageren zich spontaan; (STM10)

kritisch denken kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van

relevante criteria; (STM11) zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; (STM12) kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; (STM13)

mediawijsheid gaan alert om met media; (STM14)

open en constructieve houding houden rekening met ontwikkelingen bij zich¬zelf en bij anderen, in samenleving en wereld;

(STM16) toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende

standpunten; (STM17)respect

gedragen zich respectvol; (STM18)samenwerken

dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen; (STM19) verantwoordelijkheid

nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving; (STM20)

zelfbeeld verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten; (STM21) ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen;

(STM22)zorgvuldigheid

stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen; (STM25)zorgzaamheid

gaan om met verscheidenheid; (STM26) dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander. (STM27)

De leerlingen ontwikkelen volgende vakoverschrijdende vaardigheden en attitudes uit de contexten van de vakoverschrijdende eindtermen:context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid

leren het eigen lichaam kennen en reageren adequaat op lichaamssignalen; (LGV2)context 2: mentale gezondheid

gaan gepast om met vreugde, verdriet, angst, boos¬heid, verlies en rouw; (MGZ2) stellen zich weerbaar op; (MGZ6) gebruiken beeld, muziek, beweging, drama of me¬dia om zichzelf uit te drukken; (MGZ7) herkennen de impact van cultuur- en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en

dat van anderen. (MGZ8)context 3: sociorelationele ontwikkeling

kunnen een relatie opbouwen, onderhouden en beëindigen; (SOC1) erkennen het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid,

afspraken en regels in relaties; (SOC2)

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 11Ballet - derde graad kso

Page 12: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie; (SOC3)

doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik; (SOC6)

uiten onbevangen en constructief hun wensen en gevoelens binnen relaties en stellen en aanvaarden hierin grenzen; (SOC8)

zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten; (SOC9) beargumenteren, in dialoog met anderen, de dynamiek in hun voorkeur voor bepaalde cultuur-

en kunstuitingen; (SOC10) gebruiken cultuur- en kunstuitingen om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen.

(SOC11)context 4: omgeving en duurzame ontwikkeling

tonen interesse en uiten hun appreciatie voor het cultureel erfgoed; (ODO5)context 7: socioculturele samenleving

beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen; (SCS1)

gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen; (SCS2) illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit; (SCS3) gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen; (SCS6)

KLASSIEKE en HEDENDAAGSE DANSDe leerplannen Dans van de eerste, tweede en derde graad zijn ontwikkeld op basis van zes fundamentele leerlijnen die de schoolvisie en de competentfiche L120101 voor ‘Artiest in de dans (m/v)’ (www.serv.be) omzetten in concrete leerplandoelstellingen. Deze leerlijnen verduidelijken tevens de aansluiting tussen de eerste, tweede en derde graad.

Hieronder een overzicht en een korte omschrijving van deze leerlijnen:

Leerlijn taalontwikkelingDe leerlijn beoogt het verdiepen van het vakjargon, het inzicht in criteria om over eigen prestaties en die van anderen te kunnen reflecteren en het ontwikkelen van de mondelinge presentatievaardigheden.De leerlijn verloopt van eenvoudige tot complexe (leer)situaties, van Nederlands tot vreemde talen, van begeleid tot zelfstandig. De leerlingen leren de juiste terminologie in verband met de opleiding en danswoordenschat beheersen, leren hun appreciatie uitdrukken voor dansvoorstellingen en andere vormen van kunst en leren zichzelf en hun opleiding presenteren in verschillende talen, met het oog op interviews, audities en sollicitaties.Samenwerking met de vakken Nederlands, Frans, Engels.

Leerlijn culturele en kunstzinnige ontwikkelingDe leerlijn beoogt een algemene culturele ‘achtergrond’ om met een open blik op het actuele kunstgebeuren, verschillende dansproducties te kunnen begrijpen zodat men de eigen visie, accenten en interpretatie van de voorstelling kan motiveren.De leerlingen leren hun aandacht richten naar de dans als cultuurvorm door het observeren en appreciëren van de dansproducties, ze verbreden hun (kunsthistorische) kennis over verschillende stromingen in de dans en de muziek, ze leren dans en muziek plaatsen in (kunst)historische contexten.Samenwerking met de vakken Muzikale opvoeding, Nederlands, Kunstgeschiedenis

Leerlijn artistieke en muzikale vaardighedenDe leerlijn beoogt het ontwikkelen van de muzikaliteit: het besef van tempo, ritme, accentuatie, duur, het verbinden van de dansbeweging en uitdrukking met de muziek, het coördineren van bewegingen op het ritme van de muziek.De expressieve vaardigheden en het vermogen tot ‘performance’, podium-présence worden ontwikkeld. De danser leert de eigen persoonlijkheid uiten via de dans o.a. door tijdens de opleiding aan kleine optredens en later aan producties deel te nemen en deze na te bespreken. Samenwerking met het vak Muzikale opvoeding.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 12Ballet - derde graad kso

Page 13: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Leerlijn gezonde en veilige levensstijlDe leerlijn beoogt het inzicht dat een sterke algemene conditie en gezondheid noodzakelijk zijn voor deze zware opleiding en het zware beroep dat erop aansluit. De leerling bouwt zijn fysieke conditie op en ontwikkelt lenigheid, weerstand, kracht, uithoudingsvermogen en snelheid. Tijdens de opleiding verwerft de leerling, eerst onder begeleiding, en naarmate de studies vorderen meer en meer zelfstandig, de attitude om groot belang te hechten aan de eigen gezondheid. De leerling leert verantwoordelijkheid opnemen voor de eigen conditie-, kracht- en lenigheidstraining. Essentieel is tevens het voorkomen van blessures, tijdens de danslessen, maar ook daarbuiten. Ondersteunend bij deze attitude van preventie zijn de kennis van ademhalingstechnieken, de kennis van menselijke anatomie en de kennis van bewegingsanalyse. De leerlingen leren het lichaam op te warmen vóór de lessen en het te laten tot rust komen erna. Ze leren omgaan met kleinere blessures, zowel tijdens de lessen als daarbuiten. Ze krijgen hierbij de ondersteuning van een kinesist.Samenwerking met het vak Lichamelijke opvoeding.

Leerlijn motorische en danstechnische competentiesDe leerlingen leren de klassieke danstechnieken beheersen en perfectioneren met het oog op uitvoering van grotere balletwerken. Ze repeteren danspassen, bewegingen en de opeenvolging van de choreografie op muziek. Ze volgen hierbij de aanwijzingen van de leerkracht of de choreograaf over de interpretatie en technische uitvoering op. Ze ontwikkelen een stevige basis om het specifieke dansvocabularium later toe te passen en te kunnen voldoen aan de eisen van professionele choreografen.Ze leren spieren, pezen en gewrichten functioneel ontwikkelen. Lichaams- , houding- en bewegingsbesef wordt opgebouwd en het besef van spiertonus (spannen, ontspannen) wordt ontwikkeld. Gevoel voor ruimte (richting, gebruik van ruimte) en geheugen voor bewegingscombinaties ontplooit zich tijdens het vertolken van een choreografie, een voorstelling, een ballet of een wedstrijd (alleen of met anderen). Naast de klassieke danstechnieken komen ook Spaanse (folklore)dans en moderne dans aan bod. Een goede basis van moderne en hedendaagse danstechnieken ontwikkelt bij de klassieke dansers een beter bewustzijn van ‘alignment’, lengte, ademhaling en ruimte.Samenwerking met het vak Lichamelijke opvoeding.

Leerlijn ontwikkeling van het zelfconcept en het sociaal functionerenDe leerlingen ontwikkelen leerattitudes:

- actieve en bewuste deelname aan het leerproces- concentratie - doorzettingsvermogen- gemotiveerd en gedreven zijn- het inzetten van zelfreflectie- kritische ingesteldheid t.o.v. de eigen beweging, de eigen fysionomie - besef van de eigen bewegingscapaciteiten- het ontplooien van zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid en zelfdiscipline- respect voor het eigen lichaam en dat van anderen

De leerlingen ontwikkelen sociale competenties:- inpassen van de individuele expressie in een groter geheel- aandacht richten op integratie in de groep: het als individu deel uitmaken van een groep

tijdens het dansen- het beheersen van stress en plakkenkoorts- verwerven van inzicht in beroepsperspectieven- integratie in een groep, samenwerking- aanvaarding van correctie en kritiek- ervaring van de eigen waarde binnen het geheel - verantwoordelijkheidszin

Samenwerking met het vak Lichamelijke opvoeding.

Samenhang met de eerste en de tweede graadIn de eerste graad verwerven de leerlingen het vooropgestelde technisch niveau voor klassieke dans, ze oefenden enkele technieken van de hedendaagse dans en van de

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 13Ballet - derde graad kso

Page 14: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Spaanse folkloredans. Ze namen deel aantoonmomenten in (school)voorstellingen. De leerlingen maakten zich de specifieke danswoordenschat eigen.De leerlingen ontwikkelden reeds belangrijke attitudes om de tweede graad met succes te doorlopen: doorzettingsvermogen, zin voor volledigheid en afwerking, zin voor netheid en ordelijkheid, zowel wat het eigen lichaam betreft (hygiëne, uitzicht) als het werk dat ze ermee leveren.Hun zelfstandigheid en onafhankelijkheid werden bevorderd, zowel wat het dagelijks oefenen betreft als het ‘tonen’ aan anderen. Ze ontwikkelden verantwoordelijkheidszin t.o.v. het publiek en hun creativiteit werd gestimuleerd.Op het einde van de tweede graad beheersen de leerlingen de technieken van het klassiek ballet zo goed als volledig. Ze kregen een verdieping in de hedendaagse dans en in de Spaanse (folklore-) en karakterdans. De leerlingen kregen de kans om deel te nemen aan enkele balletvoorstellingen waarvoor ze oefenden tijdens de lessen ‘repertoire’. De leerlingen weten dat een sterke algemene fysieke conditie en gezondheid onontbeerlijk zijn voor het zware beroep waarvoor ze kiezen en ze hebben hun levensstijl hieraan aangepast.

DE DERDE GRAADIn de studierichting Ballet in de derde graad kso hebben de leerlingen bewust gekozen voor het perfectioneren van de sterke onderbouw terwijl de basistechnieken van het klassiek ballet en de hedendaagse dans verder geoefend worden. De studierichting Ballet beoogt het vormen van klassieke dansers die:

- klassieke danstechnieken beheersen in de uitvoering van grotere balletwerken;- emoties en gevoelens kunnen uiten via dans;- kunnen voldoen aan de eisen van professionele choreografen;- een stevige basis bezitten om het specifieke dansvocabularium later toe te passen.

Deze studierichting leidt dansers op die de klassieke technieken grondig beheersen en de danstaal expressief kunnen overbrengen bij een publiek. De uiteindelijke bedoeling is na de derde graad klassieke balletdansers op topniveau af te leveren, die een breed spectrum aan mogelijkheden hebben.

De leerlingen krijgen de kans om deel te nemen aan volledige balletproducties waarvoor ze oefenen tijdens de lessen ‘repertoire’. De leerlingen maken zich de specifieke danswoordenschat eigen en ze verwerven een brede kijk op kunst in het algemeen en op de (ballet)danskunst en de muziek in het bijzonder.

De leerlingen verwerven belangrijke attitudes om te slagen in een professionele danscarrière: doorzettingsvermogen, zin voor volledigheid en afwerking, zin voor netheid en ordelijkheid, zowel wat het eigen lichaam betreft (hygiëne, uitzicht) als het werk dat ze ermee leveren.Hun doorzettingsvermogen, zelfstandigheid en onafhankelijkheid worden bevorderd, zowel tijdens het dagelijks oefenen, als tijdens hun geïntegreerde proef, als bij het ‘vertonen’ aan anderen. Ze ontwikkelen verantwoordelijkheidszin t.o.v. het publiek en hun creativiteit wordt gestimuleerd.

Bovendien wordt de leerling continu aangezet tot een gezonde levensstijl die onontbeerlijk is om het beroep van balletdanser uit te oefenen.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 14Ballet - derde graad kso

Page 15: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

5 Leerplandoelstellingen en leerinhouden

Leeswijzer

Het leerplan wordt schematisch voorgesteld in 6 kolommen. Deze zijn van links naar rechts te lezen.

Kolom 1: Numerieke volgorde (Nr.)De doelstellingen zijn numeriek geordend van begin tot einde leerplan. Deze nummering heeft geen implicaties voor de chronologie in de realisatie van de doelstellingen. Er wordt geen volgorde vooropgesteld, het betreft een graadleerplan waarbij de vakgroep dient uit te maken welke doelstellingen tot de invulling van het eerste of het tweede leerjaar behoren.

Kolom 2: Leerplandoelstellingen en leerinhouden

Leerplandoelstellingen (in vetgedrukte kader)Deze geven de eigen doelstellingen weer voor het vak. Een leerplandoelstelling kan ook een vakoverschrijdende eindterm zijn of inhouden.

Leerinhouden (in wit vak)Dit is leerstof die bedoeld is om de bijhorende leerplandoelstellingen te realiseren.

Kolom 3: Code

Codering van de leerplandoelstellingen:

EDV Eigen doelstelling voor het vakLER ‘Leren leren’ met decretaal nummerSTM Stam VOET met decretaal nummer

Kolom 4: Basis of uitbreiding (B/U)Er wordt een onderscheid gemaakt tussen basis- en uitbreidingsdoelstellingen.Basisdoelstellingen (B) vormen de criteria voor het slagen, moeten door nagenoeg alle leerlingen bereikt worden.Uitbreidingsdoelstellingen (U) zijn bedoeld voor uitbreiding en differentiatie. Het realiseren ervan is afhankelijk van de beschikbare tijd en van de mogelijkheden binnen de leerlingengroep, ze kunnen niet verplicht worden voor alle leerlingen.

Kolom 5: Didactische wenken en hulpmiddelenDidactische wenken zijn bedoeld als ondersteuning van de leerkracht, de vakgroep en het schoolteam.

Zij kunnen:- een leerplandoelstelling of leerinhoud verduidelijken;- didactische werkvormen of hulpmiddelen aangeven die leerplandoelstellingen helpen realiseren;- het verband aangeven met een context van vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen;- richtlijnen geven voor evaluatie;- verwijzen naar bibliografie, nuttige adressen;- verbanden leggen met andere vakken, met informatie- en communicatietechnologie, met

intercultureel onderwijs, met taalbeleid.

Kolom 6: Link

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 15Ballet - derde graad kso

Page 16: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Deze kolom is bedoeld om het schoolteam te ondersteunen. De in kolom 5 omschreven verwijzingen worden hier gecodeerd weergegeven en vestigen de aandacht van de lezer op mogelijke vakoverstijgende afspraken en op vakoverschrijdende eindtermen.

Codering:

KUNS KunstgeschiedenisMUZ Muzikale opvoedingNED NederlandsENG EngelsFRA FransTA.BE TaalbeleidICT Informatie- en communicatietechnologieVakoverschrijdende eindtermen (VOET)LER Leren lerenLGV Lichamelijke gezondheid en veiligheidMGZ Mentale gezondheidSOC Sociorelationele ontwikkelingODO Omgeving en duurzame ontwikkelingPJS Politiek-juridische samenlevingSES Socio-economische samenlevingSCS Socioculturele samenleving

Pedagogische begeleidingsdienst OVSG 16Ballet - derde graad kso

Page 17: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.1 AV Kunstgeschiedenis

1 Het ontstaan van het ballet in een maatschappelijke context kunnen plaatsen.

EDVLER 5

B

Het verschil tussen dans en ballet.Het ontstaan van de danskunst: prehistorie, oudheid.Begrippen: typologie, tijdsverband, choreografie.

Gebruik maken van:- tekst, video- verklarend woordenboek- dansencyclopedie.

LER 3TA.BE

2 Een vergelijking kunnen maken tussen de situatie op het gebied van dans tijdens de vroege en late Middeleeuwen.

EDVLER 5

B

De situatie in de Middeleeuwen op het gebied van dans. Invloed van het christendom.

Gebruik maken van: teksten, kunstboeken, dia’s, video’s, dvd’s. LER 4TA.BE

3 De oorzaken en achtergronden van het ontstaan van het ballet tijdens de Renaissance kunnen aangeven.

EDVLER 5

B

De oorzaken en achtergronden van het ontstaan van het ballet tijdens de Renaissance.Catharina de Medici.

Gebruik maken van: teksten, kunstboeken, dia’s, video’s, dvd’s. LER 4TA.BE

4 Het belang van het Franse hof voor het ballet kunnen aangeven. EDVLER 4

B

Het Franse hof als centrum van het ballet.Louis XIV, Lully.

Gebruik maken van: teksten, dvd: Le Roi danse. LER 3TA.BE

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 17Ballet - derde graad kso AV Kunstgeschiedenis

Page 18: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5 De specifieke kenmerken van het ballet aan het Franse hof uit bronnenmateriaal kunnen afleiden.

EDVLER 5

B

De algemene kenmerken van dit ballet.Rameau.

Gebruik maken van: teksten, dia’s. LER 4TA.BE

6 Van belangrijke figuren uit de 18de eeuw de artistieke capaciteiten kunnen illustreren.

EDVLER 5

B

Het ballet in de 18de eeuw.De rivaliteit tussen La Camargo (techniek) en Marie Sallé (expressie) en hun tijdgenoten.Gevolgen voor de danskunst.

Gebruik maken van: teksten. LER 4TA.BE

7 Informatie kunnen opzoeken over de verwezenlijkingen van een belangrijke figuur.

EDVLER 3

B

Jean George Noverre: zijn vernieuwingen. Verspreiding in Europa: John Weaver, Gaspero Angiolini.

Gebruik maken van: teksten.Internationale dag van de dans op 29 april (geboortedag Noverre).

LER 4TA.BE

8 Enkele figuren kunnen aangeven die de ideeën van Noverre hebben verspreid.

EDVLER 4

B

De leerlingen van Noverre. De tegenstanders van Noverre.

Gebruik maken van: teksten, video. LER 3TA.BE

9 De invloed van de maatschappelijke veranderingen door de Franse evolutie op het ballet kunnen afleiden uit bronnenmateriaal.

EDVLER 5

B

De Franse revolutie en de invloed ervan op het ballet:- o.a. het belang van het ballet: ‘La fille mal gardée’.

Gebruik maken van: teksten, afbeeldingen. LER 4TA.BE

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 18Ballet - derde graad kso AV Kunstgeschiedenis

Page 19: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

10 De aparte rol van enkele Italianen op dat ogenblik kunnen verklaren.

EDVLER 5

B

Milaan als nieuw balletcentrum. Werk en invloed van de figuren Salvatore Vigano en Carlo Blasis.

Gebruik malen van: teksten, afbeeldingen. LER 4TA.BE

11 Deze periode kunnen situeren als een overgang tussen twee culturele werelden.

EDVLER 5

U

Een overgangsperiode: de pre-romantiek.

12 De kenmerken van de romantiek en het realisme kunnen benoemen en de invloed op het ballet kunnen aangeven.

EDVLER 4

B

Romantiek en realisme: algemene kenmerken en invloed op het ballet. Gebruik maken van: teksten, afbeeldingen. LER 3TA.BE

13 De specifieke kenmerken van deze balletten en hun betekenis voor de huidige situatie kunnen afleiden uit bronnenmateriaal.

EDVLER 5

B

Overzicht van de bekendste balletten: La Sylphide, Giselle, Pas de Quatre, La Péri, Parquita, La Esmeralda.Taglioni, Fanny Elssler en Carlotta Grisi.

Gebruik maken van: afbeeldingen, video. LER 4

14 De evolutie van het ballet in de politieke en sociale context kunnen plaatsen.

EDVLER 4

B

Het verval van het ballet in Frankrijk.Het zwaartepunt verhuist naar Rusland.Oorzaken van deze evolutie.

15 De algemene kenmerken van het Russische ballet kunnen afleiden uit bronnenmateriaal.

EDVLER 5

B

De vroege ontwikkeling van het ballet in Rusland. Gebruik maken van: teksten. LER 4TA.BE

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 19Ballet - derde graad kso AV Kunstgeschiedenis

Page 20: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

16 Het belang van een aantal figuren kunnen illustreren. EDVLER 5

B

De eerste bloeiperiode: Marius Petipa en Enrico Cecchetti.De tweede bloeiperiode: Michel Fokine.

Gebruik maken van: teksten, afbeeldingen LER 4TA.BE

17 De oorzaken van de evolutie kunnen aangeven. EDVLER 4

B

Het ballet van Rusland raakt in verval.

18 De evolutie van het ballet kunnen vergelijken met die van andere kunsten.

EDVLER 5

B

Nieuwe balletontwikkelingen omstreeks 1900. Gebruik maken van: teksten, afbeeldingen LER 4TA.BE

19 Het contrast kunnen aantonen tussen klassiek en modern ballet. EDVLER 5

B

De ontwikkeling van het ballet na 1900: contrast klassiek-modern. Gebruik maken: foto’s, video LER 4

20 De bijdrage van Diaghelev voor het ballet kunnen analyseren en interpreteren.

EDVLER 5

B

Diaghelev en zijn ‘ballets russes’.De belangrijkste vertegenwoordigers: Pavlova, Karsavina, Nijinski, Balanchine, … hun werk en vernieuwingen.

Gebruik maken van: foto’s, video LER 4

21 De mondiale verspreiding van het ‘klassieke’ ballet kunnen verklaren.

EDVLER 5

B

De dood van Diaghelev. De mondiale verspreiding van het ballet.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 20Ballet - derde graad kso AV Kunstgeschiedenis

Page 21: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

22 De maatschappelijke context van de pioniersperiode 1900/1920 kunnen beschrijven, de evolutie van de dans kunnen analyseren en interpreteren en dansers, choreografen en gezelschappen kunnen aangeven.

EDVLER 5

B

De Ballets Russes.

Ontstaan van de Moderne dans aan het begin van de 20ste eeuw.

De revolutionaire periode/de Pioniers VSA.Louie Fuller, Isadora Duncan, Ruth St. Denis en Ted Shawn.

Ontstaan van andere dansvormen.Tapdans/Revuedans/Musicaldans, Jazzdans.

23 De maatschappelijke context van de grondslagleggende periode 1920/1940 kunnen beschrijven, de evolutie van de dans kunnen analyseren en interpreteren en dansers, choreografen en gezelschappen kunnen aangeven.

EDVLER 5

B

VSA Martha Graham (ook Limon, Humphrey, Weidman).

Duitsland Rudolf Laban/Mary Wigman/Kurt Jooss.(ook Leeder, Kreutzberg, Palucca, Schlemmer).

Volgelingen van de Ballets Russes (Pavlova, Ballets Suédois, Monte Carlo, Ida Rubinstein).

Eventueel: Ontleding de groene tafel van Jooss.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 21Ballet - derde graad kso AV Kunstgeschiedenis

Page 22: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

24 De maatschappelijke context van de verwerkende periode 1940/1960 kunnen beschrijven, de evolutie van de dans kunnen analyseren en interpreteren en dansers, choreografen en gezelschappen kunnen aangeven.

EDVLER 5

B

Neo-Klassiek: George Balanchine en Serge Lifar.

VSA: Vermenging modern en klassiek (Jose Limon/Paul Taylor/Alvin Ailey).

Europa: Vermenging expressionistisch en klassiek (Birgit Cullberg/Ninette De Valois/Jeanne Brabants).

Nieuwe dansvormen VSA: Jerome Robbins Jazzballet/Japan: Butoch.

Heropbloei klassiek Rusland/Ontstaan grote gezelschappen/Organisatie dansonderwijs/Agripiina Vaganova.

25 De maatschappelijke context van de vernieuwde periode 1960/1980 kunnen beschrijven, de evolutie van de dans kunnen analyseren en interpreteren en dansers, choreografen en gezelschappen kunnen aangeven.

EDVLER 5

B

Het ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.

Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk Maguy Marin.

Klassieke moderne choreografen.Bejart/Kylian/Van Manen/Van Dantzig/Cranko/Neumeier/Mc Millan…

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 22Ballet - derde graad kso AV Kunstgeschiedenis

Page 23: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

26 De maatschappelijke context van de hedendaagse periode 1980/heden kunnen beschrijven, de evolutie van de dans kunnen analyseren en interpreteren en dansers, choreografen en gezelschappen kunnen aangeven.

EDVLER 5

B

Ontstaan Minimal Dance/Repetitieve dans (bv. Lucinda Childs)New Dance, bv. Twyla Tharp/Ontstaan multimediadans, bv. Carolyn Carlson.

Klassiek hedendaagse choreografen: Mats Ek/William Forsythe/Nacho Duato/Matthew Bourne.

Nieuwe dansvormen op de scène: Hiphop/Breakdance/Irish Tap/multimediadans.

Dans in België, bv. A.T. De Keersmaeker.

27 Alleen of in groep een onderzoeksopdracht over het onderwerp geschiedenis van de dans kunnen uitvoeren.

EDVLER 9

B

Zelfstandig onderzoek. Het is de bedoeling dat de leerlingen individueel of in groep één onderwerp naar keuze uitwerken. Hierbij worden (historische) onderzoeksvaardigheden geoefend: informatiemateriaal verzamelen, informatiemateriaal bevragen, redeneren en rapporteren.De resultaten van het leerproces kunnen worden bijgehouden in een logboekje.Het onderzoek kan deel uitmaken van de geïntegreerde proef.

Opzoeken in kranten, vaktijdschriften, het internet, encyclopedieën, enz….

LER 10LER 11LER 12

ICTTA.BA

28 Een dansvoorstelling kunnen bespreken. EDVLER 9

B

In samenwerking met Nederlands en ‘repertoire’. NED

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 23Ballet - derde graad kso AV Kunstgeschiedenis

Page 24: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.2 AV Muzikale opvoeding Afspreken met de leerkrachten KV Klassieke dans en Hedendaagse dans over de te behandelen muziekfragmenten.

5.2.1 5.2.1 Koorzang De koorzang heeft als algemene doelstelling het ontwikkelen van gevoel voor muzikale zinnen, voor frasering, voor groepsgevoel.Hier dient zich ook de mogelijkheid aan om een schoolkoor te vormen.

29 In groep, bij een eenstemmige melodie, de stemtechniek kunnen toepassen.

EDV B

Gehoorontwikkeling: de correcte intonatie en het correcte gevoel van ritme en metrumStemtechniek:- tekstuitspraak en articulatie- ademsteun- frasering: legato, staccato en portamento zingen- klinkeregalisatie- ontwikkelen van borststem- ontwikkelen van kopstemIndividuele inbreng in de groep en streven naar een homogeen resultaatVaardigheden om als individu in groep te kunnen functioneren

Oefeningen om de stem op te warmen vóór de koorzang.Verder bouwen op de verworvenheden uit de tweede graad.

30 Een canon kunnen uitvoeren. EDV B

Gehoorontwikkeling in functie van:- harmonisch gevoel- ritmisch gevoel- metrisch gevoel

31 Eenvoudige meerstemmige stukken met begeleiding kunnen uitvoeren.

EDV B

Gehoorontwikkeling in functie van:- harmonisch gevoel- ritmisch gevoel- metrisch gevoel

Hou steeds rekening met de mogelijkheden van de groep.

32 Kunnen reageren op de impulsen die uitgaan van de dirigent en de medezangers.

EDV B

Auditief reactievermogen bij detonerenVisuele focus bij tempoverlies

Onderlijn het belang van concentratie en naar de dirigent kijken.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 24Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Koorzang

Page 25: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 25Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Koorzang

Page 26: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

33 Zich bewust zijn van de eigen stemsoort in het geheel. EDV B

De verschillende stemsoorten:- kindersopraan, kinderalt: tessituur en timbre- vrouwenstemmen: sopraan, mezzosopraan, alt, contra-alt: tessituur en timbre- mannenstemmen: contratenor, tenor, bariton, bas: tessituur en timbre

De leerlingen hebben reeds een behoorlijke kennis uit de tweede graad. Deze wordt verder ontwikkeld. De jongens met stemverandering aanmoedigen om te blijven verder zingen.Zie ook: Luisteren.

34 Stemgroeperingen kunnen herkennen en benoemen. EDV B

Naar omvang:- Solozang- Vocaal duet, trio, kwartet- Koren: kinder-, mannen-, vrouwen- en gemengd koor; samenstelling en stemsoorten;

kamer- en symfonisch koor; dubbelkoorAl dan niet begeleid:- A capella- Colla parte- Onafhankelijke begeleiding

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 26Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Koorzang

Page 27: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.1.1 5.2.2 Algemene muziekleer

5.2.2.1 Metrum – ritme - tempo

35 De elementen van maat en ritme kennen. EDV B

Notenwaardes: hele noot, halve noot, vierde noot, achtste noot, zestiende noot, tweeëndertigste nootRusten: hele rust, halve rust, vierde rust, achtste rust, zestiende rust, tweeëndertigste rustVerlenging van notenwaardes met een punt of een bindboogRegelmatige maattekens: 2 2 3 3 4 6 9 12

4 2 4 2 4 8 8 8Een keuze uit volgende onregelmatige maatsoorten: 5 5 7 7

4 8 4 8

De begrippen ‘metrum’ en ‘ritme’ door leerlingen laten gebruiken bij bespreking van oefeningen.

De leerlingen moeten de maattekens begrijpen.

TA.BE

36 Ritmes kunnen lezen en reproduceren in enkelvoudige en samengestelde maatsoorten.

EDV B

Enkelvoudige maatsoorten: 2 2 3 34 2 4 2

Samengestelde maatsoorten: 6 9 12 48 8 8 4

Onregelmatige maatsoortenAntimetrische figurenRitmes met bindbogen

Naar aanleiding van een luisterfragment of om zelf uit te voeren.De begrippen ‘enkelvoudige maatsoort’ en ‘samengestelde maatsoort’ door de leerlingen laten gebruiken bij het bespreken van oefeningen.Leren improviseren met de aangeleerde ritmes.Ritmische variaties uitvoeren.Gebruik van slaginstrumenten.

TA.BE

37 Pulsatie kunnen aanvoelen in functie van ritmische frases en metrum.

EDV B

Aangeven van de eerste tel.Eventueel gebruik maken van een slaginstrument.

38 Ritme kunnen weergeven door gebruik te maken van stem en/of handen en voeten.

EDV B

Zeggen of klappen van verschillende ritmische figuren. Afro- en Zuid-Amerikaanse ritmes.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 27Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 28: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

39 Het geheugen stimuleren door middel van langere en/of complexere ritmes.

EDV B

Toepassen van vraag- en antwoordspel.

40 Improviseren met diverse ritmes. EDV B

Uitvoeren van variaties. Vraag en antwoord.

41 Diverse uitvoeringstekens kennen en kunnen toepassen. EDV B

MetronoomcijferBPMTempoaanduidingen: een keuze uit de begrippen andante, allegro, …Tempowijzigingen: een keuze uit de begrippen accellerando, rallentando, …

5.2.2.2 Melodie

42 De notaties voor toonhoogten kunnen benoemen. EDV B

Sleutels: sol-sleutel, fa-sleutel, do-sleutelNotennamenWijzigingstekens: kruis, mol, herstellingsteken, dubbelkruis, dubbelmolVoortekeningLigging van de noten op een klavier

43 Toonafstanden of intervallen kunnen inschatten. EDV B

Toonafstanden met hele en halve tonen.Toonafstanden: prime, secunde, terts, kwart, kwint, sext, septiem, octaaf.Karakter van toonafstanden: reine prime, grote secunde, kleine secunde, vergrote secunde, kleine terts, grote terts, reine kwart, reine kwint, kleine sext, grote sext, kleine septiem, grote septiem, rein octaaf.

Oefenen op het leren inschatten van toonafstanden.De toonafstanden leren benoemen.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 28Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 29: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

44 Toonaarden kennen en herkennen op een partituur. EDV B

Alle grote tertstoonaarden en alle kleine tertstoonaardenDe toonaard van een compositie Mineur natuurlijk, mineur harmonisch en mineur melodisch Het begrip ‘voortekening’Toontrapnamen: tonica, mediant, subdominant, dominant, leidnoot, ondertonicaModulatie en moduleren

De toonaard van een compositie leren bepalen.

45 Majeur en mineur op het gehoor herkennen. EDV B

De afstand tonica-mediant. Definities majeur en mineur aanbrengen door middel van de afstand tussen tonica en mediant.

46 Toonladders kunnen noteren. EDV B

Alle grote tertstoonladders en alle kleine tertstoonladders (natuurlijk, harmonisch en melodisch).De hele-toonstoonladderDe ligging van hele en halve tonen binnen de toonladder.

47 Noten kunnen lezen. EDV B

Noten in solsleutelSolmiseren in toonaarden tot en met 4 wijzigingstekens als voortekening

De basis hiervoor is reeds gelegd in de eerste en tweede graad. Via geregeld oefenen wordt er nu gewerkt aan automatismen.

48 De opbouw van een melodie kunnen herkennen. EDV B

MotiefMuzikale volzin, thema, voor- en nazinPeriodische zinsbouwHerhaling, ostinato, sekwens, variatieContrastRiffVoortspinning

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 29Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 30: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

49 Inzicht hebben in de begrippen atonaliteit, bitonaliteit, polytonaliteit, dodecafonie en serialisme.

EDV B

5.2.2.3 Samenklank

50 Verschillende akkoorden kennen. EDV B

Grote drieklank, kleine drieklank, vergrote drieklank, verkleinde drieklankVierklanken en meerklankenAkkoordsymbolenDissonante en consonante akkoorden BourdonbegeleidingClusterAkkoordenschema

Dissonante en consonante akkoorden leren herkennen.

51 Akkoordverbindingen kennen en herkennen.

Het begrip cadensHet begrip harmonieHarmonische spanning en ontspanning

Het verschil in energie aantonen met verschillende cadensen.

52 Verschillende vormen van stemvoering kennen en op het gehoor herkennen.

EDV B

MonofonieUnisonoHomofonieBasso continuoPolyfonieFugatoImitatieCanon

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 30Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 31: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.2.2.4 Dynamiek

53 Diverse uitvoeringstekens kennen en in de muzikale praktijk kunnen toepassen.

EDV B

Dynamische tekens: ppp, pp, p, mp, mf, f, ff, fffDynamische wijzigingen: crescendo, decrescendo of diminuendoDynamische accenten: sf, fp

5.2.2.5 Klankkleur

54 Individuele klankkleuren herkennen en kunnen benoemen. EDV B

Luisteroefeningen op het herkennen van:- instrumenten van het symfonisch orkest: houtblazers, koperblazers, slagwerk,

strijkinstrumenten, tokkelinstrumenten- stemsoorten: sopraan, alt, tenor, bas

Ten dele een herhaling van de eerste en tweede graad. Dit wordt blijvend ingeoefend voor de vaardigheid ‘gehoorontwikkeling’.

55 Vocale genres kennen en herkennen.

OperaOperetteMusicalCantateOratoriumMadrigaal

56 De klankkleur van groepen instrumenten herkennen en kunnen benoemen.

EDV B

Luisteroefeningen op het herkennen van instrumentengroepen van:- het (symfonisch en kamer) orkest- kleinere ensembles: duo, trio, kwartet, basso continuo (bv. strijkkwartet,

blaaskwintet,…)- pop- of rockband- jazz-band- drumband- fanfare- harmonie- combo- ensemble

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 31Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 32: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.2.2.6 Vorm

57 Bij luisteropdrachten enkele liedvormen kunnen herkennen en benoemen.

EDV B

Muzikale volzin: voor- en nazinEendelige liedvormTweedelige liedvormDriedelige liedvormSamengestelde liedvormen

58 De structuur van de sonatevorm kennen en herkennen bij luisteropdrachten.

EDV B

Mannelijk themaVrouwelijk themaBrugExpositieDoorwerkingRe-expositie Toepassing: strijkkwartet, concerto, symfonie

59 De structuur van de fuga kennen en herkennen bij luisteropdrachten.

EDV B

SubjectContrasubjectContrapuntExpositieMiddendeel: divertimento, thema-inzetten slotdeel

60 De variatievorm kennen en herkennen bij luisteropdrachten. EDV B

Keuze uit volgende variatietechnieken:- de strenge of figurale variatie- de cantus-firmus variatie- de karaktervariatie

61 De structuur van het concerto kennen en herkennen bij luisteropdrachten en in het historisch kader kunnen plaatsen.

EDV B

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 32Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 33: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Evolutie van het concerto (Barok, Classicisme, Romantiek, 20ste eeuw).

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 33Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 34: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.2.2.7 Uitvoeringspraktijk

62 Verschillende uitvoeringstekens herkennen en de functie ervan kunnen benoemen.

EDV B

Afhankelijk van de luisterfragmenten kunnen aan bod komen: legato, staccato, portato, herhalingstekens, versieringstekens, tremolo, glissando, fermate, arco en pizzicato, con sordino, ...

5.2.2.8 Muziekesthetica

63 Het verloop van een muzikale gedachtegang kunnen volgen en deze kunnen koppelen aan dans/beweging.

EDV B

Muzikale ordeningsstructuren (vraag-antwoord; melodische boog, …) en hun vertaling in dans/beweging (zie ook Vorm)De band tussen muzikale gedachtegang en bewegings- of choreografische gedachtegang.

Er wordt steeds uitgegaan van luisterfragmenten.

64 Zich een beeld kunnen vormen van de cultuur- en tijdsgeest van de Middeleeuwen, de plaats die de muziek er inneemt, kunnen aangeven en relaties kunnen leggen met andere kunstdisciplines tijdens deze periode.

EDV B

Cultuurhistorische inleiding tot de MiddeleeuwenMuzikale stijlkenmerkenVocale genres: gregoriaans, troubadourslied, trouvèrelied, minnezangerslied, vagantenliedWoord-toonverhouding: syllabisch, neumatisch, melismatischOntstaan van meerstemmigheid: parallel organum, vrij of zwevend organum, melismatisch organum, cantus firmusMiscompositieArs antiqua versus ars novaInstrumentale muziek: estampie, saltarelloComponistenportret

Nauw samenwerken met het vak Kunstgeschiedenis. KUNS

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 34Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 35: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

65 Zich een beeld kunnen vormen van de cultuur- en tijdsgeest van de Renaissance, de plaats die de muziek er inneemt, kunnen aangeven, relaties kunnen leggen met andere kunstdisciplines tijdens deze periode en voorbeelden kunnen geven van de doorwerking in de hedendaagse muziekcultuur.

EDV B

Cultuurhistorische inleiding tot de RenaissanceMuzikale stijlkenmerkenVocale genres: chanson, motet, moreske, madrigaalInstrumentale genres: pavane en gaillardeHomofonie versus polyfonieComponistenportret

Nauw samenwerken met het vak Kunstgeschiedenis. KUNS

66 Zich een beeld kunnen vormen van de cultuur- en tijdsgeest van de Barok, de plaats die de muziek er inneemt, kunnen aangeven, relaties kunnen leggen met andere kunstdisciplines tijdens deze periode en voorbeelden kunnen geven van de doorwerking in de hedendaagse muziekcultuur.

EDV B

Cultuurhistorische inleiding tot de BarokStijlkenmerkenDe opera in de barokVocale genres: recitativo secco, recitativo accompagnato, aria, koraalBasso continuoInstrumentale genres: suite, triosonateMuziek en dans tijdens de barok: het Franse hofballetComponistenportret

Nauw samenwerken met het vak Kunstgeschiedenis. KUNS

67 Zich een beeld kunnen vormen van de cultuur- en tijdsgeest van de 2de helft van de 18de eeuw, de plaats die de muziek er inneemt, kunnen aangeven, relaties kunnen leggen met andere kunstdisciplines tijdens deze periode en voorbeelden kunnen geven van de doorwerking in de hedendaagse muziekcultuur.

EDV B

Cultuurhistorische inleiding tot de 2de helft van de 18de eeuwMuzikale stijlkenmerkenSonatevorm: toepassing in de symfonie, het strijkkwartet en het concertoMenuet en rondoOpera in de klassieke periodeComponistenportret

Nauw samenwerken met het vak Kunstgeschiedenis. KUNS

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 35Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 36: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

68 Zich een beeld kunnen vormen van de cultuur- en tijdsgeest van de Romantiek, de plaats die de muziek er inneemt, kunnen aangeven, relaties kunnen leggen met andere kunstdisciplines tijdens deze periode en voorbeelden kunnen geven van de doorwerking in de hedendaagse muziekcultuur.

EDV B

Cultuurhistorische inleiding tot de RomantiekStijlkenmerkenProgrammamuziekHet kunstliedOpera in de romantiekMuziek en dans in de 19de eeuw: het romantisch ballet, Tsjaikovski, Weense sociale danscultuurComponistenportret

Nauw samenwerken met het vak Kunstgeschiedenis. KUNS

69 Zich een beeld kunnen vormen van de cultuur- en tijdsgeest van de 20ste eeuw, de plaats die de muziek er inneemt, kunnen aangeven, relaties kunnen leggen met andere kunstdisciplines tijdens deze periode en voorbeelden kunnen geven van de doorwerking in de hedendaagse muziekcultuur.

EDV B

Cultuurhistorische inleiding tot de 20ste eeuwStijlkenmerkenNieuwe kijk op structuur: atonaliteit, dodecafonie, serialisme, formalisme, aleatoriek, stochastiek, minimale muziek, repetitieve muziekNieuwe kijk op klank: concrete muziek, elektronische en elektro-akoestische muziekImpressionismeExpressionismeNeoclassicismeConcrete muziekElektronische en elektro-akoestische muziekNieuwe romantiek en nieuw expressionismeModernisme en postmodernismeMuziektheaterPop-, jazz-, rockmuziek, lichte muziekComponistenportret

Nauw samenwerken met het vak Kunstgeschiedenis. KUNS

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 36Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 37: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

70 Balletwerken van componisten kunnen situeren en herkennen. EDV B

Balletcreaties binnen de schoolBijgewoonde balletvoorstellingen

71 Muziek bij dansvoorstelingen, theaterproducties, opera’s en concerten kunnen situeren en interpreteren.

EDV B

Muziek bij choreografieën die worden ingestudeerd.Muziek bij de bijgewoonde dansvoorstellingen, concerten, opera’s en theatervoorstellingen.

72 Een concert, een opera, een dans- of balletproductie kunnen bijwonen.

EDV B

Redigeren van een recensie. Laat de leerlingen werken aan de hand van de begrippen en categorieën op de kijk- en luisterwijzer.Werk, indien mogelijk, samen met de leerkrachten Nederlands en kunstgeschiedenis

NEDKUNS

73 Een muziekkeuze voor eigen choreografie muziekesthetisch kunnen duiden.

EDV B

Opdracht geïntegreerde proef.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 37Ballet - derde graad kso – AV Muzikale opvoeding Algemene muziekleer

Page 38: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.3 KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Alle leerkrachten zijn samen verantwoordelijk voor alle doelstellingen, enkel de doelen en leerinhouden van de hoofdstukken5.3.5 Motorische competenties klassieke dans5.3.6 Motorische competenties hedendaagse dans5.3.7 Motorische competenties Spaanse (karakter)dansbehoren tot de verantwoordelijkheid van specifieke dansleerkrachten.

5.4.1 5.3.1 Taalontwikkelend vakonderwijs

74 De vakbegrippen kunnen gebruiken, mondeling en/of schriftelijk kunnen omschrijven.

EDVSTM 1LER 4

B

De leerlingen kennen in principe de danswoordenschat. Spoor de leerlingen aan om de ballettermen correct te gebruiken. Bied eventueel nieuwe begrippen aan in een overzicht dat in de lessen Frans/Engels kan worden opgenomen. Werk samen met de leerkracht Frans/Engels zodat de leerlingen beschikken over een adequaat begrippenkader.

ENGFRA

TA.BE

75 Bij begrijpend lezen van vakgerichte teksten gebruik kunnen maken van de titels, tussenkopjes, indeling in paragrafen, afbeeldingen, lay-out.

EDVLER 4

B

Maak gebruik van artikels over kunst in het algemeen en meer in het bijzonder over ballet en dans. De leerlingen bespreken deze volgens de opgaven van het CKV-portfolio (zie hoofdstuk Culturele en kunstzinnige ontwikkeling).

76 Vakgerichte teksten begrijpend kunnen lezen en er gericht informatie kunnen uithalen.

EDVLER 3LER 4

B

O.a.:- artikels- biografieën- handboeken- recensies

In het vak Nederlands leren de leerlingen de tekstsoort en het tekstdoel herkennen, hun leesstrategie hieraan aanpassen. Belangrijk is dat hier dezelfde aanpak voor lezen gebruikt wordt.

NEDTA.BE

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 38Ballet - derde graad kso – KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Taalontwikkelend vakonderwijs

Page 39: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

77 Vakgerichte teksten kunnen schrijven. EDVLER 4LER 5

B

Vakgerichte teksten:- verwerken van gegevens of leerstof- gegeven informatie onder begeleiding samenvatten- een aangereikt schema aanvullen- een sollicitatiebrief en CV opstellen.

Leer aandacht besteden aan spelling en zinsbouw (eventueel aan de hand van instructiekaarten en schrijfkaders). Maak samen met de andere leerkracht afspraken over de evaluatie.De leerlingen aanzetten om een CV op te stellen en aan te vullen. Werk samen met de leerkrachten talen zodat elke leerlingen kan beschikken over sjablonen van sollicitatiebrieven in verschillende talen.

NEDENGFRA

TA.BE

78 Een schriftelijke en/of mondelinge opdracht bij een luister- of waarnemingsoefening kunnen vervullen.

EDVLER 4

B

Zie verder bij het hoofdstuk ‘Culturele en kunstzinnige ontwikkeling – verslaggeving’.

79 Op een sociaalvaardige manier kunnen deelnemen aan een onderwijsleergesprek of een groepsgesprek.

EDVSTM 1

B

Geef zoveel mogelijk leerlingen het woord. Laat leerlingen niet naast elkaar spreken maar actief naar elkaar luisteren. Dit kan door de leerling eerst te laten herhalen wat de vorige leerling zegde en dan pas het eigen standpunt te laten weergeven.

80 De communicatie kunnen aanpassen aan diverse doelgroepen. EDVSTM 1STM 5

B

Aangepaste communicatie:- choreograaf- (artistiek) directeur- (muzikale) begeleiders- crew- collega’s- medeleerlingen

Samenwerking met AV Nederlands is aangewezen. NED

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 39Ballet - derde graad kso – KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Taalontwikkelend vakonderwijs

Page 40: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.4.1 5.3.2 Culturele en kunstzinnige ontwikkeling

81 Op basis van achtergrondkennis leren kijken naar beeldende kunst, leren luisteren naar muziek en leren kijken én luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen.

EDV B

Voor ‘repertoire’:- achtergrondkennis over:

. de componist (biografie en oeuvre)

. de oorspronkelijke choreograaf (biografie en andere choreografieën)

. andere choreografen (biografie) van hetzelfde ballet

. vergelijking van verschillende choreografieën van hetzelfde ballet

. de literaire bronnen van het libretto en situering van de auteurs in hun context

- korte beschrijving van de persoonlijke ervaring voor, tijdens en na de productie: lichamelijk, intellectueel en emotioneel.

Voor deelname als toeschouwer aan kunstzinnige activiteiten:bezoeken van tentoonstellingen, bijwonen van een balletvoorstelling (reëel of film): bespreking aan de hand van kijkwijzer.

Zet de leerlingen aan tot kijken naar beeldende kunst, luisteren naar muziek en kijken en luisteren naar theater-, dans- en filmvoorstellingen, ook buiten de schoolcontext.Laat hen kennismaken met de kunstzinnige en culturele uitingen van medeleerlingen.Laat hen kennismaken met de kunstzinnige en culturele uitingen van professionele kunstenaars.Zoek met hen passende en uitdagende (horizonverruimende) cultuuruitingen.Leer hen kiezen van een cultuuruiting uit het aanbod in de omgeving van de school en hiervoor diverse culturele informatiebronnen te raadplegen.Leer hen zich open te stellen voor (ondergaan, beleven van) de cultuuruiting.

TA.BE

82 Met behulp van visuele of auditieve middelen verslag kunnen uitbrengen van de deelname aan kunstzinnige activiteiten.

EDV B

Verdere opbouw van het kunstportfolio uit de eerste en de tweede graad. Geef als criterium mee dat de leerlingen een grote diversiteit van beeldcreaties moeten opnemen in het portfolio. Werk hiervoor samen met de leerkracht kunstgeschiedenis. Werk samen met de leerkracht Nederlands om leerlingen verslag te leren uitbrengen van deelname aan kunstzinnige activiteit.De beschrijving van een cultuuruiting gebeurt met behulp van vakspecifieke begrippen.Bouw de kijkwijzer verder op (meer criteria, meer begrippen) en leer de leerlingen deze volledige ‘kijkwijzers’ gebruiken om de kunstzinnige activiteit te interpreteren (kunstbeschouwingsschema).De leerlingen bouwen het kunstportfolio van de eerste en de tweede graad verder uit. Het bevat de onderdelen: eigen CK vorming, repertoire, reflectie over de eigen prestaties.

KUN

NEDTA.BE

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 40Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Culturele en kunstzinnige ontwikkeling

Page 41: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

83 Zich kritisch opstellen ten opzichte van eigen werk en dat van anderen en kritische bedenkingen ten aanzien van de eigen creatieve uitingen aanvaarden en verwerken.

EDV B

Reflectie op het eigen werk en dat van anderen.Relevante vaardigheden en voorkeuren selecteren en deze presenteren en toelichten aan de hand van het kunstportfolio.

Kritische bedenkingen ten opzichte van de eigen creatieve prestaties leren verwoorden en deze van anderen leren aanvaarden en positief verwerken. Hiervoor gebruiken de leerlingen relevante criteria.Leer hen cultuuruitingen interpreteren met behulp van vakspecifieke basisbegrippen die opgenomen werden in de kijkwijzers.Leer hen verwoorden dat hun visuele of auditieve beleving beïnvloed wordt door stemming, emotie, voorkeur, vooroordeel.Leer hen discussiëren over de betekenis van een cultuuruiting.Leer hen een onderscheid maken tussen de boodschap van de maker en de eigen reactie.Laat de leerlingen hun reacties of emoties met die van anderen vergelijken.

TA.BE

84 Een persoonlijke mening kunnen geven over diverse beeldende creaties uit verschillende culturen en belangstelling kunnen opbrengen voor beeldende creaties, zowel traditionele als nieuwe, met inbegrip van deze buiten de eigen culturele leefwereld.

EDV B

Persoonlijke mening houdt o.a. in:- beïnvloeding door stemming, voorkeur of vooroordeel verwoorden;- confronteren met andere informatie;

de doelgerichtheid en eventuele consumptiegerichtheid verwoorden.

85 Bij het groepswerk solidariteit kunnen tonen om de eigen inbreng af te stemmen op de kwaliteit van het geheel.

EDV B

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 41Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Culturele en kunstzinnige ontwikkeling

Page 42: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.4.1 5.3.3 Artistieke en muzikale vaardigheden

86 De gewenste muzikaliteit om te dansen ontwikkelen. EDV B

Ontwikkeling van het tijdsbesef:- ervaring en besef van tempo, ritme, accentuatie, duur en dynamiek- in de maat blijven- het karakter van de muziek aanvoelen- muzikaliteit gebruiken om de dynamiek en het karakter van de beweging te

ondersteunen.

Werk samen met Muzikale opvoeding. MO

87 De nodige coördinatie ontwikkelen om de bewegingen met zin voor afwerking uit te voeren.

EDV B

Ontwikkeling van het houdings- en bewegingsbesef:- bewuste ademhaling- concentratie- besef van spanning en ontspanning in de spieren (spiertonus)- verschillende lichaamsdelen coördineren- verschillende lichaamsdelen coördineren samen met een richtingsverandering- verschillende lichaamsdelen coördineren samen met een richtingsverandering, en dit

met de nodige muzikaliteit- de gegeven correctie(s) uitvoeren.Ontwikkeling van het ruimtebesef: richting, oriëntatie en plaatsing.

88 Het verband kunnen leggen tussen de bewegingsvorm en het uitdrukken van emotie.

EDVLER5

B

Oefeningen voor artistieke ontwikkeling:Het gebruik van ‘mime’ specifieke vastgelegde bewegingen om zich verstaanbaar te maken en dit tijdens:- pas de deux lessen; zoals ‘Giselle’ 1ste act, ‘Zwanenmeer’ 2de act.- variaties: het karakter van de rol die men wil dansen, interpreterenRuimtebesef: de ruimte van de studio gebruiken.Verschillende oefeningen zoals een choreografie interpreteren.

Leer de leerlingen (in hun hoofd) associaties maken met beelden om het gevoel van oppositie te ontwikkelen (bv. er wordt aan je getrokken, er wordt geduwd en je duwt tegen, …). Zo ontwikkelen de leerlingen ook de juiste spieren.Er moet in het algemeen meer aandacht besteed worden aan het artistieke, het gevoel en karakter van een beweging. Het stimuleren van de connecties in de extremiteiten (hoofd, armen en benen) en het oppositiegevoel in het eigen lichaam. Leer leerlingen werken met associaties en zet hen aan om zich in te leven om het juiste gevoel te verkrijgen. Leer hen opposities in de ruimte aanvoelen en het gevoel van weerstand ontwikkelen om de juiste kwaliteit van de beweging weer te geven.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 42Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Artistieke en muzikale vaardigheden

Page 43: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

89 Een choreografie kunnen interpreteren. EDV B

Repertoire:variaties en choreografieën uit het repertoire (klassiek en hedendaags) instuderen volgens:

- de gevraagde stijl- de eigenheid van het personage.

Zet de leerlingen aan zich in te leven in een context of een verhaal om een personage, een rol in een groter balletwerk te leren aanvoelen, uitdiepen en uitdrukken.De leerlingen leren een personage uitwerken en alle bewegingen een inhoud en een reden geven.

90 Verschillende dansstijlen kunnen aanvoelen en zich eraan aanpassen.

EDV B

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 43Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Artistieke en muzikale vaardigheden

Page 44: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.4.1 5.3.4 Gezonde en veilige levensstijl

91 De eigen kennis rond reanimatie kunnen vertalen naar risicovolle bewegingssituaties.

EDV B

Dit gebeurt in samenspraak met de kinesist die de leerlingen begeleidt. LGV

92 Eerste hulp kunnen bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.

EDV B

De leerlingen leren dit bij de kinesist die de school en de leerlingen begeleidt. LGV

93 Basisregels van houdings- en rugscholing kunnen integreren in nieuwe bewegingssituaties en tijdens uitvoeringen.

EDV B

Met een bijzondere aandacht voor de jongens bij ‘pas de deux’. LGV

94 Een juiste levensstijl ontwikkelen voor een professionele danscarrière.

EDV B

LGV

95 Met betrekking tot ‘fitheid’, ‘lenigheid’ en ‘fysieke conditie’ eigen doelen kunnen bepalen.

EDV B

Werk samen met de leerkracht Lichamelijke opvoeding, de kinesist, de diëtist. LOLGV

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 44Ballet – derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Gezonde en veilige levensstijl

Page 45: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.4.1 5.3.5 Motorische competenties klassieke dans

96 In alle bewegingssituaties verantwoordelijkheid kunnen opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.

EDV B

Leer de leerlingen verantwoord en veilig bewegen.De afgesproken veiligheidsregels gelden ook bij de opwarmingsoefeningen. Bv. afstand bewaren.

LGV

97 Medeleerlingen kunnen helpen wanneer de bewegingssituatie dit vereist.

EDV B

98 Een aangepaste leerweg kunnen kiezen voor het aanpakken en oplossen van bewegingsopdrachten.

EDV B

Bij opgelegde oefeningen kan deze leerweg te maken hebben met het auditieve, het affectieve. De leerlingen kiezen een eigen tempo om de bewegingsopdrachten verder in te oefenen met het oog op het opgelegde eindresultaat.

99 Zelfstandig leertaken kunnen uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen.

EDV B

Moedig de leerlingen aan om zelfstandig verder in te oefenen wat nog niet perfect is.

100 Bewegingssituaties alleen of in groep kunnen organiseren en aanpassen aan de deelnemers.

EDV B

In de geïntegreerde proef werken de leerlingen deze doelstelling volledig uit.

101 Volgens vooropgestelde criteria bij zichzelf kunnen nagaan of men vorderingen maakt bij het uitvoeren van bewegingsopdrachten en het eigen leerproces kunnen bijsturen.

EDV B

Leer de leerlingen reflecteren over de eigen dansprestaties. Hiervoor gebruiken ze hun CKV-portfolio en de criteria van het competentierapport.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 45Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 46: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

102 Op basis van een aantal afgesproken criteria, bij zichzelf en anderen, kunnen aangeven waarom een bewegingsopdracht wel of niet lukt en oplossingen kunnen geven.

EDV B

Leer de leerlingen reflecteren over de eigen dansprestaties en deze van anderen. Hiervoor gebruiken ze hun CKV-portfolio en de criteria van het competentierapport. Leer hen werkpunten formuleren en aangeven hoe ze deze zullen realiseren.

103 Over bewegingssituaties zijn mening kunnen geven, bewegingservaringen uitwisselen en hieruit conclusies trekken voor de eigen uitvoering.

EDV B

Werk met opnames via bv. i-pads en laat de leerlingen hieruit conclusies trekken voor de verbetering van de eigen uitvoering.

104 Eerder geleerde vaardigheden uit verschillende bewegingsgebieden kunnen toepassen in andere bewegingscontexten.

EDV B

De leerlingen aanmoedigen om hun ervaringen uit de verschillende dansgebieden in te zetten bij voorstellingen, bij de geïntegreerde proef.

105 Motorische eigenschappen op een inzichtelijke wijze kunnen gebruiken in bewegingscombinaties met en zonder toestellen, alleen en met anderen.

EDV B

Met of zonder de barre, alleen of in groep.

106 Met gekende motorische vaardigheden een creatieve combinatie kunnen samenstellen en uitvoeren, alleen of met anderen.

EDV B

107 Gekende motorische vaardigheden kunnen uitvoeren op een hoger beheersingsniveau met een betere controle, een meer esthetische uitvoering, een hogere moeilijkheidsgraad, een grotere efficiëntie.

EDV B

Dit is het uiteindelijke doel van de studierichting Ballet en wordt aan de leerlingen meegegeven met het oog op verder blijven leren tijdens de hele danscarrière.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 46Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 47: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

Oefeningen aan de barre

108 De oefeningen aan de barre kunnen uitvoeren:- bij wijze van opwarming- om de juiste plaatsing van het lichaam in te oefenen.

EDVLER 5

B

Grands battements jetés met demi rond et grands ronds de jambe en-dehors et en-dedans.2 pirouettes en-dehors en en-dedans vanuit de grandes poses.Flic Flac en tournant en eindigen in 90°Rond de jambe en l’air en 90° en face en eindigen op posesDouble rond de jambe en l’air en-dehors en en-dedans op 90° eindigen in de poses op demi-pointePirouette tire-bouchon en-dehors en en-dedans komend van de posities : - jambe à la seconde in 90°Tour en-dehors en en-dedans de poses à poses op 90°

De barre duurt in het tweede leerjaar van de derde graad veel korter dan in het eerste leerjaar van de derde graad, vermits het doel ervan uitsluitend slaat op de opwarming van de spieren en de juiste plaatsing van het lichaam in voorbereiding tot de oefeningen in het midden van de zaal, die het eigenlijke onderwerp zijn van de lessen.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 47Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 48: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

Oefeningen in het midden van de zaal

Adagio

109 De technieken beheersen om de meer ingewikkelde en moeilijker oefeningen correct uit te voeren, met zin voor afwerking en volledigheid.

EDVLER 5

B

Eerste leerjaarTour lent (promenade) en-dehors en en-dedans in alle poses op demi-pointes.Port de bras in alle poses op 90°.Flic-flac draaiend van pose tot pose in 90°.Opeenvolging van tours en-dehors en en-dedans in grandes poses, in tours en-dehors en en-dedans.1 tour en-dehors en en-dedans in grandes poses, vanuit grand plié.Pirouette suivi en dehors (8-16) met verplaatsing in diagonaal.Grandes pirouettes à la seconde en-dehors (8-16- VOOR DE JONGENS).Doubles pirouettes en-dehors en en-dedans van 5de en 4de positie en-dehors, van 5de pirouette suivi en-dehors (8-16)Grandes pirouettes en-dehors en en-dedans in 1ste en 3de arabesque gesprongenQuatre pirouettes met 6de port de bras.Grand fouetté draaiend en-dedans in 1ste arabesque en en-dehors en effacée en avant.Grand fouetté en tournant en-dedans in attitude croisée (Italienne   8 – VOOR DE MEISJES).Grand fouetté in attitude effacée, 1ste en 2de arabesque (à côté).Tour en-dehors en en-dedans van poses naar poses in 45° en 90°.Tours en-dehors en en-dedans in grandes poses vanuit temps relevés.Tours in alle grandes poses en-dehors en en-dedans vanuit:- echappé sauté in 2de en 4de positie- grand temps relevé draaiend en-dehors en en-dedans (1 volledige draai).

Tweede leerjaarRenversé en écarté en-dedans vanuit 4de arabesque.Renversé venant de grand rond de jambe développé.Grande pirouette à la seconde en-dehors, petits temps sauté (VOOR DE JONGENS).Grand double tours en-dehors en en-dedans suivi.Tours chainés met verplaatsing in cirkel.Sissonne tombée en plié-relevé.

Quatre pirouettes met 6de port de bras is een samengestelde oefening van 3 verschillende tours en-dedans eindigend met pirouette en-dedans (tire-bouchon). Tussen elke tour wordt een 6. port de bras uitgevoerd (facultatief).

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 48Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 49: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Tours in grote poses de grand rond de jambe de 4de positie en-dehors en en-dedans Grande pirouette (16 tours VOOR DE JONGENS).Grands doubles tours vanuit grand temps relevé.Tours vanuit grandes poses naar grand pose (à la seconde in 1ste arabesque, van arabesque naar tire-bouchon, …)

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 49Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 50: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

Allegro

110 Ingewikkelde combinaties van bewegingen correct kunnen uitvoeren, met zin voor afwerking en volledigheid.

EDVLER 5

B

Eerste leerjaarPas brisé en avant en en arrière draaiend ¼ de tour.Sissonne fermée battue.Petits pas jetés battus draaiend van ½ tour à la promotion à la seconde en in diagonaal. Sissonne ouverte battue in 45° in alle richtingen.Grande sissonne renversée en-dehors en en-dedans.Grande sissonne ouverte draaiend en-dehors en en-dedans in alle poses.Grande sissonne tombée draaiend en-dehors en en-dedans.Grand temps lié sauté draaiend en-dehors en en-dedans.Fond de jambe en l’air sauté in 90° en-dehors en en-dedans.Grand pas jeté passé à la seconde eindigend in pose croisée en effacée en avant en en arrière.Grand pas jeté renversé en-dehors en en-dedans.Saut de basque de posé.Saut de basque à côté en in diagonaal vanuit chassé en posé.

Pas jeté entrelacé en effacé en en croisé zijdelings en in diagonaal vanuit chassé en met pas couru.Pas de ciseaux.Pas jeté ballotté (pas zéphire).

Pas jeté passé op 90°.Pas balloté 90°.Grand pas de basque.Pas cabriole fermé in alle richtingen en alle poses in 45°.Grand cabriole en avant en en arrière in alle richtingen van:- coupé-pas, pas glissade, pas sissonne tombée.Grand cabriole fouetté in 1ste, 2de, 4de arabesque en effacé derrière à la promotion surdiagonale.Grand pas jeté draaiend van croisée naar croisée de tombé – coupé derrière (ENKEL VOOR DE MEISJES).Grand pas jeté en l’air en tournant naar attitude effacée de sissonne tombé-coupéEntrechat six

Pas jeté par terre en pas jeté en l’air draaiend in 1ste arabesque in diagonaal.

In diagonaalFacultatief 8 als uitbreidingsdoelstelling.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 50Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 51: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Tours (double) sissonne tombée naar effacée en croisée op de diagonaal (chassé en tournant).Grand fouetté sauté en effacée.Pas cabriole en diagonale in 1ste arabesque.Grand pas jeté en tournant de suite à la promotion in diagonaal Tours en l’air eindigend in 4de positie.

Tweede leerjaarSaut de basque teminé in grote pose croisée en effacée en diagonale :- de coupé-la pas, pas de bourré, pas chassé.Saut de basque en se déplaçant dans le cercle :- de pas de bourré et pas chassé.Grande sissonne à la seconde de volé en tournant se déplaçant de côté en diagonale; en avant et en arrière:- de pas coupé, pas de bourrée, pas chassé. Coupé grand jeté draaiend in 1ste arabesque met verplaatsing in cirkel.Pas jeté entrelacé met verplaatsing in cirkel :- de pas coupé, pas de bourré, pas chassé.Double rond de jambe en l’air sauté en-dehors eindigend in grote pose op het andere been.Grand jeté draaiend in attitude effacée van sissonne tombée-coupée naar manège.

Enkel voor de jongensGrande sissonne ouverte battu in alle poses.Grand sissonne soubresaut.Pas cabriole suivi in diagonaal in 1ste en 2de arabesque en draaiend.Grand fouetté cabriole battu.Grand fouetté sauté draaiend en-dehors in 1ste en 3de arabesque.Grande sissonne ouverte draaiend en-dehors en en-dedans eindigend in alle poses.Rivoltade eindigend in 1ste en 3de arabesque.Tour en l’air eindigend op de knie.Pas jeté entrelacé battu in alle richtingen en eindigend in alle poses.Pas cabriole en diagonale in 1ste arabesque (4-8).Grand pas jeté en tournant de suite à la promotion en diagonal (zich in cirkel verplaatsend).Tours en l’air eindigend in 4de positie (2 tours).

Grand double cabriole in alle poses.Grand double assembé en tournant en grand double assemblé en tournant battu en diagonale, cercle.Double saut de basque.Grande pas jeté en tournant de coupé en attitude effacée (in cirkel).

Facultatief als uitbreidingsdoelstelling.Facultatief als uitbreidingsdoelstelling.

Facultatief als uitbreidingsdoelstelling.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 51Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 52: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Tours en l’air suivis (2+2).Grand assemblé extrechat-six (de volé).Brisé télémaque.

Entrechat six (4 suivi)Entrechat-sept.Entrechat-huit.

Facultatief als uitbreidingsdoelstelling.Facultatief als uitbreidingsdoelstelling.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 52Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 53: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

Oefeningen op de pointes

111 De technieken beheersen om de oefeningen op de pointes correct uit te voeren, met zin voor afwerking en volledigheid.

EDVLER 5

B

Eerste leerjaarDouble rond de jambe en l’air en-dehors en en-dedans 90°.Renversé en croisée en-dehors en en-dedans.Grand fouetté draaiend en-dedans in 3de arabesque en en-dehors en croisé en avant.Grands fouettés draaiend en-dedans in attitude croisée (Italienne 8-12).Tours fouettés in 45° (16-24).Grands tours en-dedans en en-dehors met plié-relevé (2-4 en suite).Grand tours en-dehors en en-dedans vanuit:- 4de positie- pas piqué- pas tombé.Pas glissade en tournant (petit soutenu) en manège (16).Piqué tours en-dedans en manège (16).Pirouette sur le coup-de-pied in 5de positie (16 maal zonder de voeten in 5de).Piqué en-dehors (lame duck) in diagonaal eindigend in poses : effacée, écartée et croisée en avant in 90°.Sissonne à la seconde en enveloppé (La fée Lilas).

Tweede leerjaarGrande fouetté draaiend en-dedans eindigend in 1ste arabesque en en-dehors, en effacé en avant.Double tours à la seconde en-dehors en en-dedans.Tours fouettés in 45° (16-32).Renversé en grand rond de jambe renversé en-dehors en en-dedansGrande fouetté venant de à la seconde en tire bouchon en-dehors (4-8 maal).Alle mogelijke combinaties van tours en diagonale, in cirkel, met chainés, glissade en tournant, emboîtés, enz.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 53Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 54: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

Sprongen op de pointes

112 De technieken beheersen om de sprongen op de pointes correct uit te voeren, met zin voor afwerking en volledigheid.

EDVLER 5

B

Eerste leerjaarTemps levé en attitude croisée en effacée en tournant.Pas ballonné sauté (sur la place et à la promotion).Entrechat-quatre (4 fois).Entrechat royale.

Tweede leerjaarRond de jambe en l’air sauté (16 fois).Ballonné en effacé en croisé sauté (8 – 16 fois).

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 54Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 55: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

Pas de deux Het leerplanonderdeel ‘pas de deux’ start in het tweede leerjaar van de tweede graad en wordt verder opgebouwd in de derde graad. Er wordt aanbevolen om in het eerste leerjaar de lessen wekelijks twee keer te geven gedurende 2 lesuren. In het tweede leerjaar worden de lessen wekelijks gegeven gedurende 5 lesuren verdeeld over 3 dagen.

De aangegeven oefeningen en/of pas de deux zijn niet allemaal verplicht uit te voeren of aan te leren. De leerkracht bepaalt zelf de oefeningen, stelt ze samen en beslist welke lifts er worden aangeboden of welke aanpassingen in bestaande pas de deux nodig zijn voor de leerlingengroep.De oefenreeks moet jaarlijks herbekeken worden afhankelijk van de fysieke mogelijkheden van de leerlingen. Er moet immers nadrukkelijk rekening worden gehouden met de individuele kenmerken van elke klas, zoals:- de verhouding leeftijd en gewicht van jongens en meisjes- de fysieke en professionele bekwaamheden van de jongens/meisjes- de kracht en het niveau van de meisjes ‘op pointes’.Zoals in het tweede leerjaar van de tweede graad moeten ook nu de volgende aspecten benadrukt worden:- het belang van pas de deux in het balletspectrum- het creatieve contact en het gevoel van wederzijds tempo van de leerlingen tijdens de verschillende partnerposities (coördinatie)- technieken en vormen van dansen zoals: pas de trois, pas de quatre, pas de cinq, enz.- elkaar vertrouwen en respect tonen naar elkaar toe.Afhankelijk van welke pas de deux of scène wordt aangeleerd is het een vereiste dat de meisjes de aangepaste kledij dragen: korte/lange tutu, rokje, tuniek,… De kostumering veroorzaakt een zekere houding en gevoel, maar het kan ook de partnering iets moeilijker maken.Speciale aandacht moet uitgaan naar de muzikale begeleiding. Van bij aanvang moeten alle bewegingen/oefeningen volledig in overeenstemming zijn met de muziek waarop wordt gedanst. Met elke les worden de oefeningen complexer, langer en het tempo kan worden opgedreven. Ook het acteren neemt in belang toe. De muzikale begeleider en de leerkracht moeten hierin meegaan wat betreft de keuze van muziek.

De derde graadNaast het al beheersen van de eerder aangeleerde partnering technieken van het vorig jaar, worden er ingewikkeldere elementen toegevoegd.Tegen het einde van het eerste leerjaar kunnen diverse duetten worden uitgevoerd

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 55Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 56: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

uit het klassieke of hedendaagse repertoire. Op het einde van het tweede leerjaar kunnen de leerlingen op een professionele wijze alle pas de deux uitvoeren.

Aanbevolen repertoire eerste leerjaarDuet van Lisa en Colen van het 1ste en 2de bedrijf uit Hertel's La fille mal gardée choreografie van Doberval, Ivanov, Petipa.Pas de deux, Florine en de blauwe vogel, Tchaikovsky, choreografie Petipa.Pas de deux, Le Corsaire, muziek Adam, choreografie Petipa.Pas de deux, muziek van Burgmuller, het 1ste bedrijf uit Giselle, choreografie van Coralli, Perrot, Petipa.Adagio, choreografie van Petipa, pas de trois, 1ste bedrijf uit het Zwanenmeer van Tchaikovsky, choreografie Petipa en Ivanov.Aanbevolen repertoire tweede leerjaarDuet van het 1ste bedrijf van Giselle, choreografie van Coralli, Perrot, Petipa.Adagio, choreografie van Ivanov, van het 2de bedrijf uit het Zwanenmeer, choreografie van Petipa en Ivanov.Adagio Aurora – Desire, 3de bedrijf uit Doornroosje, muziek van Tsaikovsky, choreografie van Petipa.Black Swan pas de deux, choreografie Petipa/De Block muziek Tchaikovsky.Duet van pas d’action uit Esmeralda van Puni, choreografie van Petipa.Grand pas Classique, muziek Auber, choreografie Petipa.Pas de deux van het 3de bedrijf uit Don Quixote van Minkus, choreografie van Gorsky.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 56Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 57: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

113 Bij partnering à terre verschillende elementen kunnen combineren met aandacht voor afwerking, expressiviteit en muzikaliteit .

EDV B

Partnering van het meisje met twee handen aan de taille Alle soorten grand fouetté en tournant en-dehors en en-dedans met of zonder

overgang van sur pointe naar demi-plié. Tours lents: 1 of meer tours tijdens dewelke het meisje verschillende keren van

pose verandert en vervolgens tours en-dehors en en-dedans uitvoert. Pirouettes : 2 of meer

a. pirouettes vanuit alle poses en-dehors en en-dedans, met of zonder overgang naar demi-plié

b. tours vanuit tombée, voorbereiding dégagéc. tours in de positie à la seconde op 90 graden en in de pose attitude. Het

meisje voert deze tours b en c op eigen krachten uit en de jongen vangt haar op tijdens de draai en stopt in de gegeven pose.

Ondersteuning van het meisje met twee handen, aan handen of polsen Pirouettes vanuit verschillende posities en poses, op eigen kracht van het meisje

of op die van de jongen, door zijn handen weg te duwen en de jongen beweegt meteen na het begin van de omwenteling zijn handen naar haar taille.a. vanuit de pose à la seconde op 90 graden de leerlingen staan tegenover elkaarb. vanuit de croisée pose in de uitgangspositie staat het meisje op haar linkervoet, de rechterhand in de 3de positie, de linker in de 2de, de jongen achter haarc. vanuit attitude effacé, de jongen achter het meisje.

Ondersteuning van het meisje met één hand Terwijl het meisje développé, développé passé, grand rond de jambe uitvoert en

ook tijdens diverse bewegingen van de ene pose naar de andere met de hulp van verbindende en hulpbewegingen.

Door het hoogtrekken uit de zitpositie op de grond in de attitudehouding en de eerste arabesque.

Tours lents van het meisje aan de hand die de positie van haar arm verandert, en ook de positie van haar hand verandert.

Tours lents in alle grote poses van klassieke dans aan de hand en aan de pols. Tours aan de pols vanuit de eerste arabesque:

a. in de uitgangspositie voor de pirouettes staat de jongen achter het meisje en houdt hij haar vast aan de polsen van beide handen.b. in de uitgangspositie houdt de jongen het meisje vast aan de pols van een

Het aanleren van een correcte partnering à terre, is van enorm groot belang omdat dit de partnering, het beheersen van de lifts en het juist uit voeren ervan zal versnellen.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 57Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 58: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

hand en staat hij tegenover haar. Tours, tijdens dewelke het meisje zich vasthoudt aan de vinger van de jongen:

a. vanuit de croisée pose voor het zetten van kracht houdt het meisje de hand van de jongen vast die tegendruk biedtb. in de attitudehouding, de voet van het meisje op 45 graden, vanuit een vanuit tombe of piqué

Ondersteuning van het meisje met één hand aan de taille terwijl het meisje développé, grand rond de jambe, développé passé uitvoert promenade en-dehors en en-dedans in attitude, arabesque, arabesque pencheé.

Ondersteuning van het meisje in vallende posities en poses, aan de hand, de pols, de taille omsluitend en ook door tegen het lichaam van de jongen te steunen. Dit in verschillende poses.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 58Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 59: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

114 Bij partnering in de lucht (en l’air) verschillende sprongen kunnen combineren en de verplaatsingen kunnen uitvoeren met aandacht voor afwerking en stabiliteit, expressiviteit en muzikaliteit.

EDV B

EERSTE LEERJAARSprongen in de armen van de jongen die eindigen in de poissonhouding

Grand fouetté sauté Jeté entrelacé Cabriole fouetté Sprong vanuit pas couru, eerst vanuit pas assemblé, vervolgens vanuit pas

sissonne, met en zonder draaien in de lucht.Sprongen tot op niveau van borst en schouders van de jongen

Grand jeté in attitude effacé met één hand die de taille omsluit. De jongen heeft het meisje in vlucht opgevangen en moet weten hoe hij rond zijn as moet draaien en in een bepaalde richting moet bewegen.

Grand jeté in de eerste arabesque waarbij ze op het einde van de sprong eindigt in plié, op einde van de sprong fouetté eindigen in 1ste arabesque of in de poisonhouding, de jongen ondersteunt het meisje met twee handen aan de taille of één hand in de taille en een hand rond de dij van been in arabeque.

Lifts van het meisje met de pose gefixeerd op de borst of de schouder van de jongen Vanuit pas sauté, kleine pas assemblé eindigend in de zitpositie. Vanuit grote sprongen: jeté entrelacé in de zwaluwhouding, saut de basque

eindigend in de zitpositie, vanuit pas sissonne eindigend in de zitpositie, waarbij beide knieën van het meisje gebogen zijn, een lopende sprong van achter de rug van de jongen die eindigt op zijn schouder in de zwaluwhouding.

Lift in de eerste arabesque, tot op de hoogte van de borst van de jongen, het meisje wordt ondersteund met één hand onder haar gebogen lichaam, met de andere aan de dij van het opgetilde been.

TWEEDE LEERJAARGrote sprongen en lifts van het meisje en de pose fixeren op de schouder van de jongen

Een tour vanuit de 5de positie eindigend in de zittende positie op de schouder van de jongen en het meisje wordt ondersteund met twee handen aan de taille.

Grand jeté door het meisje te ondersteunen met twee handen en de vluchthouding fixeren op de schouder van de jongen.

Met één hand uit de zitpositie het meisje ophoog trekken, eindigend in de zitpositie op de schouder draaiend in de lucht, of in de zwaluwhouding.

De belangrijkste elementen van partnering in de lucht zijn voor 3 leerjaren:- kleine sprongen en kleine lifts van het meisje naar de borst en schouders van de

jongen- grote sprongen en lifts van het meisje waarbij de pose wordt gefixeerd op de

borst en de schouder van de jongen- lifts, grote sprongen van het meisje waarbij ze in de lucht wordt gegooid en

waarbij de pose wordt gefixeerd op twee handen of één hand van de jongen met of zonder draai in de lucht.

Al de grote sprongen uit het jaarplan van 3de graad (1ste leerjaar) worden bestudeerd met ondersteuning van het meisje met twee handen aan de taille ter hoogte van de opgetilde handen van de jongen.Dezelfde sprongen worden bestudeerd met partnering van twee handen aan beide handen, met één hand en combinaties ervan, d.w.z. met één hand aan de hand, terwijl de andere de taille ondersteunt, enz.1. Tours en l’air vanuit de 5de positie eindigend in de 5de positie in demi-plié met twee handen die de taille ondersteunen.2. Grand jeté en tournant met twee handen die de taille ondersteunen3. Sprongen rond de jongen terwijl hij het meisje met de handen ondersteunt assemblé en tournant, jeté entrelacé.De moeilijkste bovenvernoemde partnerelementen die optioneel worden bestudeerd, zijn afhankelijk van het oordeel van de leraar en van de fysiek/gewichtsverhouding van de leerlingen.

Evaluatie van ‘pas de deux’Alle combinaties worden samengesteld door de leraar volledig in overeenstemming met het leerplan. Afhankelijk van de fysiek/gewichtsverhouding van de jongens en meisjes mag men de verschillende lifts aanpassen of zijn deze zelfs niet verplicht om door alle leerlingen te laten uitvoeren.Muzikale begeleiding mag geïmproviseerd worden.Uitvoering van fragmenten en duetten uit klassiek of hedendaags repertoire en sketches waarbij ook het gebruik van muziek vereist is.Indien de leerkracht dit eist, moet een tuniek of tutu worden gedragen.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 59Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 60: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

!

Jeté entrelacé met draai eindigen in de zwaluwhouding op de schouder Vanuit de zitpositie eindigen in de poisonhouding al dan niet met een draai. Vanuit pas couru assemblé entournant eindigen met de rug naar de grond,

jongen ondersteunt rug en de benen en blijft draaien.Grote sprongen en lifts waarbij de poses gefixeerd worden op de omhooggestoken handen van de jongen

Ondersteuning aan de taille, vanuit pas sauté of kleine pas assemblé In de eerste en vierde arabesque vanuit demi-plié op het standbeen. Arabesque, vanuit pas couru en pas sissonne tombé. Grand sauté à la seconde fouetté eindigen in 1ste arabesque of de poisonhouding,

de jongen ondersteunt het meisje één hand in de taille andere hand onder de dij en gooit het meisje met een volledige draai over zijn hoofd.

Grand jeté in attitude effacé, door het meisje te ondersteunen met twee handen aan de taille, en vervolgens de hand onder de dij verplaatsen.

Saut de basque eindigend in de zittende positie (facultatief). Zwaluw vanuit pas couru en pas sissonne tombé.

Jeté van de meisjes vanuit poses, gefixeerd eindigend in de poissonhouding, met of zonder draaien in de lucht

Vanuit 1ste, 3de, 4de arabesque Vanuit fouetté sauté Vanuit de 1ste arabesque in de lucht.

EERSTE LEERJAAR:1. combinatie in adagio, enkel gebaseerd op verschillende soorten parterre en en l’air partnering.2. combinatie in andante, gebaseerd op verschillende soorten parterre en en l’air partnering. 3. combinatie in andantino, samenstelling uit verschillende tours en pirouettes endehors en endedans eindigen al dan niet in verschillende poses.4. combinatie in allegro, gebaseerd op diverse kleine sprongen uit klassiek ballet waarbij het meisje wordt ondersteund door twee handen aan de taille, aan haar twee handen, aan één hand en combinaties ervan.5. combinatie in allegro, gebaseerd op diverse middelgrote sprongen uit klassiek ballet, sprongen op de armen van de jongen met ondersteuning van het meisje aan de taille, aan beide handen, aan één hand en combinaties ervan.6. combinatie in allegro samengesteld uit grote sprongen uit klassiek ballet, diverse lifts, jeté en sprongen op de armen van de jongen.7. combinatie van een fragment van een klassiek pas de deux of een scène, samengesteld door de leerkracht en met een bepaalde acteeropdracht, met gebruik van alle soorten parterre en eventueel partnering in de lucht.

8.combinatie in allegro, inclusief grote sprongen uit klassiek ballet waarbij het meisje wordt ondersteund door twee handen aan de taille, door haar tweehanden of door een combinatie ervan.TWEEDE LEERJAAR:Het is mogelijk om een-twee sketches of een fragment van een duet uit het hedendaagse repertoire te tonen, rekening houdend met de individuele fysieke mogelijkheden van de leerlingen.

1 combinatie in adagio, gebaseerd op het parterre partnering in al zijn vormen. 2 combinatie gebaseerd op ondersteuning in de lucht. Afhankelijk van de fysieke mogelijkheden van de leerlingen.3 combinatie in adagio, deel van een pas de deux of scène. 4 combinatie gebaseerd op verschillende soorten tours lents en pirouettes en-dehors en en-dedans.5 combinatie in allegro tempo, gebaseerd op diverse kleine sprongen met

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 60Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 61: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

'

ondersteuning van het meisje aan de taille en aan haar handen. 6 combinatie in allegro, gebaseerd op middelgrote en grote sprongen sprongen in de armen en schouders van de partner. 7 combinatie in allegro, inclusief ingewikkelde hoge ondersteuningen, uitgevoerd door één koppel. Er moet rekening worden gehouden met individuele mogelijkheden van de leerlingen.Let op: dezelfde combinatie kan worden uitgevoerd door een ander koppel met vervanging van complexe acrobatische ondersteuningen door eenvoudigere variaties.

115 Extra-muzikale informatie kunnen gebruiken om inhoud te geven aan een personage.

EDV B

Bij het aanleren van Pas de deux uit het klassieke, neoklassieke of hedendaagse repertoire, geeft de leerkracht ook de achtergrondinformatie mee over de muziek en de choreografie zoals: periode, stijl, beschrijving van het karakter van het personage dat men aanleert, muziek, diverse uitvoeringen/choreografen.Werk samen met de leerkracht Muzikale opvoeding.

MUZ

116 Vertrouwen kunnen bieden aan de danspartner. EDV B

117 Bij partnering en ‘pas de deux’ blessures kunnen voorkomen. EDV B

Zie ook hoofdstuk ‘Gezonde en veilige levensstijl’.De duur van de dansoefeningen mag niet langer zijn dan 16 maten.Om overbelasting te vermijden, moeten de meisjes van voet wisselen en om de jongens niet te overbelasten moet partnering in de lucht worden afgewisseld met het partnering op de grond.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 61Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties klassieke dans

Page 62: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.3.6 5.3.6 Motorische competenties hedendaagse dans5.4.1

Alle dans kan herleid worden tot vier basiselementen: beweging, lichaam, tijd en ruimte.In de loop van de 20ste eeuw worden er meerdere moderne danstechnieken ontwikkeld (Graham, Limon, Cunningham, enz.), zodat er sprake is van meer dan één techniek en allerlei combinaties.Op het einde van de tweede graad hebben de leerlingen voldoende kennis van de Grahamtechniek. Met deze solide basis die gestructureerd en systematisch opgebouwd is, kan de leerling in de derde graad zich gaan verdiepen in de hedendaagse dans. Op grond daarvan wordt het als vertrekpunt aangenomen dat de leerling geleerd heeft zijn gewicht te gebruiken. Zowel in technische zin als op artistiek vlak bezitten de leerlingen voldoende bagage om zich te verdiepen in de hedendaagse danstechnieken.Tegenwoordig nemen releasetechnieken en eigentijdse dans ons mee buiten de vastomlijnde vormen van hoofdstromingen. Het gemeenschappelijke is dat zij niet gebaseerd zijn op het ’en dehors’-principe van de academische technieken, maar meer ‘aardser’ zijn, naar de grond gericht. Vallen, rollen en opstaan zijn belangrijke elementen. Hedendaagse dansers gebruiken bv. andere spiergroepen.Het accent ligt op het toepassen van de danstechnische training van de hedendaagse dans.Binnen elk lesonderdeel worden verschillende bewegingspatronen gecombineerd tot een dansant geheel waarbij rekening wordt gehouden met de dynamische eigenheid van de hedendaagse dans.De danstechnische vaardigheden van de hedendaagse dans kunnen de leerlingen toepassen in de klassieke dans zoals zelfreflectie, verdiepen in bewuste ademhaling, energie en spierspanning. Andere aspecten van hedendaagse dans die de leerlingen ondersteunen in hun ontwikkeling zijn: de zelfwaarneming verhogen, de eigen, natuurlijke kwaliteiten beter leren kennen en het intensiveren van het ruimtegebruik. Verder kan de leerling het volgende aanwenden: het analytisch vermogen, het uithoudingsvermogen, verschillende verbanden tussen beweging en muziek, de samenwerking in een groep en het bewustzijn van het bovenlichaam.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 62Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties hedendaagse dans

Page 63: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

118 De opwarmingsoefeningen zelfstandig kunnen uitvoeren. EDVLER 4LER 5

B

- Ademhaling en flow en de toepassing ervan die eigen is aan de bewegingen van de hedendaagse dans 

- Swing voor en zij, in parallel en en-dehors positie- Oefeningen met de romp in parallel en en-dehors- Tilt zij en rebounce voor en zij- Verlenging van het bovenlichaam, lengte en kracht opbouwen van de spieren- Van staande opwarmingsbewegingen naar de vloer en weer naar staand- Alignement

Door de voorbereidende kennis in de tweede graad van het lichaamscentrum en van de romp kan de leerling zich verdiepen in de bewegingsmogelijkheden van het lichaam die eigen zijn voor de hedendaagse dans.Bij de opwarming rekening houden met de fysiek expressieve uitvoering van de beweging. Aandacht van de beweging met de juiste ademhaling, energie en spierspanning. Bewust worden van het verschil tussen parallel en en-dehors.De opwarmingsoefeningen als basis voor de verplaatsing in de ruimte.Van hoog naar laag leren bewegen.Ontwikkelen van concentratie.Zelfreflectie stimuleren.Alignement : plaatsing van alle lichaamsdelen in verhouding tot mekaar.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 63Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties hedendaagse dans

Page 64: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

119 De basistechnieken in oefeningen met een hogere moeilijkheidsgraad correct kunnen toepassen met aandacht voor de sterke dynamiek die eigen is aan de hedendaagse dans.

EDVLER 12LER 5

B

Bijvoorbeeld:- naar beneden rollen

- bounces, in combinatie met zij stretches, curves front-side, arches, round up, round down

- suspension / release van het bovenlichaam in verschillende richtingen: zij, voor en achter

- release to the sidelunges in alle richtingen met bovenlichaam suspension en release zij en voor

- lunges met off balance zij tilt en arche- swing voor en zij in alle posities- flatback met drop- deep stretches- bounces met suspension en release- bounces en curves met passé, arabesque plié voor, zij en achter- rond de jambes met curve, zij tilt en been met off balance, bovenlichaam arche,

been attitude plié- rond de jambes met draai dedans parallel- diepe stretchtes en uitgedraaid en in parallel positie

Door de voorbereidende kennis in de tweede graad van het concentreren op het in- en uitademen en werken vanuit de zwaartepunt kan de leerling zich verder verdiepen in de bewegingsmogelijkheden van het lichaam.

De ademhaling gaat de beweging vervolledigen. Dynamische verschillen toepassen.Vanuit een impuls kunnen bewegen. Leren waar een beweging in het lichaam begint en waar deze naar toe leidt. Het accent ligt op het integreren van flow, suspension en release Richtingsverandering, de leerlingen plaatsten zich in verschillende richtingen in de ruimte.

LER 4

120 Voetspieren kunnen opwarmen en versterken. EDVLER 5

B

Oefeningen bestaande uit tendu’s, jetés gecombineerd met:- foot-push- foot rebound- voetcirkels, flex-strek- legwings, parallel, en-dehors.

In de tweede graad hebben de leerlingen reeds kracht ontwikkeld in het voetwerk bij de afdruk van de grond om deze verder toe te passen in de hedendaagse dans. Deze bewegingsmogelijkheden kunnen gecombineerd worden in een dansante combinatie met bv. gewichtsverplaatsingen, richtingsveranderingen en bewegingen van armen en hoofd om de coördinatie te perfectioneren. Gebruik maken van verschillende tempi en maten zoals zeven en tien.

121 Bewegingskwaliteit kunnen verhogen. EDVLER 5

B

Bewust worden door de bewegingen te herhalen. Het verhogen van de zelfwaarneming door visualisatie.Zonder spiegel werken voor meer bewustwording van zijn eigen lichaam.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 64Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties hedendaagse dans

Page 65: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

122 Bewegingspatronen kunnen onderzoeken. EDVLER 5

B

Via verbale instructie wordt de leerling begeleid zijn bewegingspatronen te onderzoeken op basis van het ervarend leren.Zichzelf kunnen corrigeren via het gebruik van de spiegel.Met elkaar werken voor meer perceptie van het lichaam.

123 Door eenvoudige bewegingen op de grond de eigen beweging kunnen analyseren en differentiëren.

EDVLER 4

B

Grondwerk:- rollen over de rug;- slide;- rond de jambe naar de vloer- leg swing;- side fall;- vanuit een sprong naar de grond.- achteruitrol- plank met naar 4e positie swing- radslag en naar de grond- in dogpose been via achteren naar de grond- rollen over een knie

Door de voorbereidende kennis en gebruik van de vloer als danselement in de tweede graad kan de leerling de vloerbewegingen die eigen zijn aan de hedendaagse dans verder ontwikkelen. Onder meer hebben de leerlingen de kracht en energie van een contractie ontdekt en kunnen deze techniek hanteren in de hedendaagse dans.Bewust worden van de zwaartekracht en het integreren van hoge en lage bewegingen.De leerlingen leren de juiste en veilige valtechniek en de gewichtsverplaatsing. Ruimtebesef: twee groepen van twee of vier leerlingen. De ene groep voert de bewegingen rechts uit de andere links. Variatie: alle twee groepen voeren de bewegingen rechts of links uit met een andere ruimterichting.

124 Door bewegingen te herhalen waarbij men zich verplaatst door de ruimte, en door richtingen te veranderen, de ruimte optimaal gebruiken.

EDVLER 5

B

Bewegingen herhalen doorheen de ruimte:- verschillende draaibewegingen dedans en dehors met het integreren van verschillende

bewegingen van het bovenlichaam en armen- draai rond de jambes- draai rond de jambes naar de vloer- triplet

Door de voorbereidende kennis in de tweede graad van het bewegen en verplaatsen door de ruimte, kan de leerling zich verdiepen in de dynamiek en ruimtegebruik die eigen zijn aan de hedendaagse dans. Verschillende draaibewegingen laten combineren.Uithoudingsvermogen leren ontwikkelen.Concentratie.Richtingsverandering, de leerlingen verplaatsen zich in verschillende richtingen in de ruimte. Een groep voert de bewegingen rechts uit de andere links. Leerlingen kunnen zelf kiezen welke richting en welke kant zij willen beginnen.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 65Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties hedendaagse dans

Page 66: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

125 Verschillende principes van beweging zoals het gebruik van het lichaamsgewicht, het isoleren van verschillende delen van het lichaam, de ‘fall’ en ‘rebound’ in oefeningen kunnen combineren.

EDVLER 5

B

Alle principes zijn de parameter voor alle opwarmingsoefeningen, bewegingen door de ruimte, vloerwerk en bewegingen van stand naar de vloer.

Fall en recovery( recuperatie) of rebound.

Suspension en release

In de tweede graad hebben de leerlingen de basistechniek van “fal” en “recovery” voldoende ontwikkeld om deze op een complexere manier in het bewegingsmateriaal eigen aan de hedendaagse dans te ontwikkelen en de parameters te verzwaren. De leerlingen voortdurend wijzen op de verschillende principes van bewegingen en hun complexiteit. De leerlingen door middel van vragen aanmoedigen om de verschillende principes van bewegingskwaliteiten te analyseren, te kunnen benoemen en te kunnen onderscheiden. De leerlingen leren waar in het lichaam een beweging en een impuls begint, hoe deze voortvloeit en waar deze naar toe leidt naar de volgende beweging.

Een fall/val is de complete bevrijding van de spieren zodra het lichaam, dat toegeeft aan de zwaartekracht, valt. Een val van om het even welk lichaamsdeel, of van het hele lichaam, doet een grote hoeveelheid kinetische energie vrijkomen. Je kan deze energie onder controle houden door een recuperatie- of een reboundoefening. Bij een rebound wordt deze energie in een nieuwe richting gestuurd.

Een suspensie is een verlengd hoogtepunt. Het ontstaat aan het toppunt van de beweging door de beweging voort te zetten en de overname van de zwaartekracht uit te stellen. Door het uitstellen van een beweging op zijn hoogtepunt creëer je de interne en externe indruk dat het lichaam zweeft. De respons op een suspension is een release.

126 Verschillende bewegingen vergroot kunnen uitvoeren aan een hoger tempo.

EDVLER 5

B

Opwarming.Travel.Floor Work.Sprongen.Combinatie.Choreografie.

De bewegingen en danscombinaties op verschillende muziekstijlen uitvoeren. Een groep rechts, de andere links.Uithoudingsvermogen ontwikkelen.De bewegingen van een choreografie leren analyseren en projecteren op het eigen lichaam. Een combinatie wordt met persoonlijke emoties verwerkt. Een danscombinatie op verschillende muziekstijlen uitvoeren. De leerling leert een danscombinatie in een andere timing omzetten.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 66Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties hedendaagse dans

Page 67: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

127 Verschillende soorten sprongen kunnen uitvoeren. EDVLER 5

B

Sprongen zoals:- jeté- hop parallel- assemble- sissonne- down-jumps- jeté rond de jambe- sprongen en naar de grond met rollen over het bekken en over de rug- sprong parallel- chassé en tournant- tend levé- jeté tilt en met curve.

Combinatiemogelijkheden van verschillenden sprongen:- verschillende richtingen in de ruimte gebruiken- in kanon uitvoeren en vanuit verschillende richtingen- in groepen van vier vanuit verschillenden hoeken in de ruimte een

sprongcombinatie rechts en links uitvoeren.

128 Een langere combinatie dansen en maken. EDVLER 6

B

Choreografie.

Improvisatieopdrachten.

Inleving en beleving door middel van verschillende muziekstijlen en tempi. De leerling leert verschillende verbanden tussen beweging en muziek te ervaren.Uithoudingsvermogen leren verhogen en het belang van inzet van energie op lange termijn aantonen. De intensiteit van een beweging over een langere tijdspanne leren vertolken. Artistieke persoonlijkheid leren ontwikkelen. Artistieke vaardigheden leren ontdekken, verdiepen en toepassen en een gevoel voor interpretatie creëren. Belangrijk hierbij is ook de dans kunnen beleven en blijk geven van artistieke interpretatie. Besef voor choreografie, vorm en inhoud ontwikkelen. Tijdens een improvisatieopdracht wordt het vermogen tot creativiteit, spontaniteit ontwikkeld. De leerlingen ontwikkelen een groepsgevoel met het doel om op elkaar te kunnen reageren. Besef van compositie, vormgeving en originaliteit zijn hierbij een belangrijk aspect. Hierbij kan de leerling zijn eigen natuurlijke kwaliteiten en eigenheid leren kennen.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 67Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties hedendaagse dans

Page 68: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

129 De spanning die zich in de spieren heeft opgebouwd, kunnen wegnemen.

EDV B

Cool down. Yogahoudingen, met name zitten en liggende houdingen om het lichaam en de spieren te kunnen ontspannen. Aandacht voor de ademhaling in liggende rustpositie.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 68Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties hedendaagse dans

Page 69: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.3.7 Motorische competenties Spaanse dans

130 In alle bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.

EDV B

Leer de leerlingen verantwoord en veilig bewegen.De afgesproken veiligheidsregels gelden ook bij de opwarmingsoefeningen. Bv. afstand bewaren.

LGV

131 Medeleerlingen kunnen helpen wanneer de bewegingssituatie dit vereist.

EDV B

132 Een aangepaste leerweg kunnen kiezen voor het aanpakken en oplossen van bewegingsopdrachten.

EDV B

Bij opgelegde oefeningen kan deze leerweg te maken hebben met het auditieve, het affectieve. De leerlingen kiezen een eigen tempo om de bewegingsopdrachten verder in te oefenen met het oog op het opgelegde eindresultaat.

133 Zelfstandig leertaken kunnen uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen.

EDV B

Moedig de leerlingen aan om zelfstandig verder in te oefenen wat nog niet perfect is.

134 Bewegingssituaties alleen of in groep kunnen organiseren en aanpassen aan de deelnemers.

EDV B

In de geïntegreerde proef werken de leerlingen deze doelstelling volledig uit.

135 Volgens vooropgestelde criteria bij zichzelf kunnen nagaan of men vorderingen maakt bij het uitvoeren van bewegingsopdrachten en het eigen leerproces kunnen bijsturen.

EDV B

Leer de leerlingen reflecteren over de eigen dansprestaties. Hiervoor gebruiken ze hun CKV-portfolio en de criteria van het competentierapport.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 69Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties Spaanse dans

Page 70: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

136 Op basis van een aantal afgesproken criteria, bij zichzelf en anderen, kunnen aangeven waarom een bewegingsopdracht wel of niet lukt en oplossingen kunnen geven.

EDV B

Leer de leerlingen reflecteren over de eigen dansprestaties en deze van anderen. Hiervoor gebruiken ze hun CKV-portfolio en de criteria van het competentierapport. Leer hen werkpunten formuleren en aangeven hoe ze deze zullen realiseren.

137 Over bewegingssituaties zijn mening kunnen geven, bewegingservaringen uitwisselen en hieruit conclusies trekken voor de eigen uitvoering.

EDV B

138 Eerder geleerde vaardigheden uit verschillende bewegingsgebieden toepassen in andere bewegingscontexten.

EDV B

De leerlingen aanmoedigen om hun ervaringen uit de verschillende dansgebieden in te zetten bij voorstellingen, bij de geïntegreerde proef.

139 Motorische eigenschappen op een inzichtelijke wijze gebruiken in bewegingscombinaties met en zonder toestellen, alleen en met anderen.

EDV B

Met of zonder de barre, alleen of in groep.

140 Met gekende motorische vaardigheden een creatieve combinatie kunnen samenstellen en uitvoeren, alleen of met anderen.

EDV B

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 70Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties Spaanse dans

Page 71: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

141 Gekende motorische vaardigheden kunnen uitvoeren op een hoger beheersingsniveau met een betere controle, een meer esthetische uitvoering, een hogere moeilijkheidsgraad, een grotere efficiëntie.

EDV B

Dit is het uiteindelijke doel van de studierichting Ballet en wordt aan de leerlingen meegegeven met het oog op verder blijven leren tijdens de hele danscarrière.

142 De specifieke danstechnieken van de verschillende soorten Spaanse dans en de verschillende stappen van de flamenco kunnen uitvoeren op een natuurlijke wijze en met de nodige muzikaliteit.

EDV B

Begin en einde van een ritmische zin: ‘llamada’ en ‘remate’.High Beat/beat.Plant/hak/klap.Hit/hak/hak.Oefeningen over het gebruik van de rok (meisjes).Combinaties op tijd en tegentijd, op tijd en dubbele tijd.Armbewegingen en laterale bewegingen van de ‘Silencio’.Het tempo van de ‘Siguirilla’ en het ritme van de ‘Solea’.Oefeningen en choregrafische combinaties met marcajes, llamadas desplantes en escobillas op het tempo van de siguirilla.Improvisatieoefeningen met verschillende improvisatierichtlijnen.

Aandacht besteden aan het opwarmen van handen, polsen en armen. Opwarming van nek, schouders en armen door gecombineerde oefeningen. Gecombineerde oefeningen voor armbewegingen en bovenlichaam voor opwarmen van de romp. Opwarmingsoefeningen voor de voeten.De danstechnieken van de vorige jaren verder inoefenen, maar in verschillende combinaties, steeds moeilijker en sneller.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 71Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties Spaanse dans

Page 72: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

143 Een specifieke rol kunnen interpreteren in het repertoire van de balletten Spaanse dans en flamenco.

EDV B

144 Voldoende kracht ontwikkelen om de verschillende variaties van de voeten uit te voeren.

EDV B

145 Kunnen improviseren op basis van de flamencostijl en problemen tijdens de uitvoering kunnen oplossen.

EDV B

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 72Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Motorische competenties Spaanse dans

Page 73: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Nr. Leerplandoelstelling en leerinhoud Code B/U Didactische wenken en hulpmiddelen Link

5.3.8 Ontwikkelen van het zelfconcept en het sociaal functioneren

146 In bewegingssituaties leiding nemen over en leiding aanvaarden van medeleerlingen.

EDV B

147 De aandacht kunnen en willen richten op integratie in de groep. EDV B

Het als individu deel uitmaken van een groep tijdens het dansen.

148 De eigen fysieke mogelijkheden aanvaarden. EDV B

Correct inschatten of de eigen fysiek voldoet aan de criteria van een klassieke danser.Correct inschatten of de spieren voldoen aan de gevraagde lenigheid voor de klassieke danstechniek.Correct inschatten of de gewrichten voldoende soepelheid hebben voor de klassieke danstechniek:

- uitdraaien van het been (en-dehors);- enkelgewricht (cou de pied);- kniegewricht (strekken van het been).

Correct inschatten of de spieren de nodige kracht hebben om de klassieke danstechniek uit te voeren.

149 Inzicht verwerven in de eigen beroepsperspectieven. EDVLER 17

B

Kennis van de kunstensector, i.c. de danswereld in binnen- en buitenland.Voorbereiding op audities.

Werk samen met de leerkracht Nederlands voor ‘gespreksvaardigheid’ bij sollicitaties, ook met Frans en Engels.De leerlingen leren beeldopnames bijhouden bij wijze van portfolio.

Pedagogische Begeleidingsdienst OVSG 73Ballet - derde graad kso - KV Klassieke dans en KV Hedendaagse dans Ontwikkelen van het zelfconcept en het sociaal functioneren

Page 74: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

6 De geïntegreerde proef (GIP)

Met betrekking tot de GIP legt de regelgever volgende verplichtingen voor scholen vast: de leerjaren en de onderwijsvormen waar de organisatie verplicht is de samenstelling van de jury die de GIP moet beoordelen de vakken die betrokken worden bij de GIP de GIP als element in de delibererende klassenraad de tijdsbesteding voor evaluatie: de GIP valt niet onder het opgegeven maximum aantal

dagen dat aan evaluatie kan besteed worden.

De betreffende regelgeving is terug te vinden in omzendbrief SO 64 en omzendbrief SO 74.

De GIP is een totaalconcept (product en proces) waarbij de leerling kan bewijzen dat hij/zij de beoogde vormingscomponenten van een bepaalde studierichting heeft verworven. Dit impliceert dat de leerlingen hoofdzakelijk tijdens de lesuren werken aan de GIP.

De GIP-opdracht bevat een realistische probleemstelling waarop de leerling een antwoord zoekt. Met de geïntegreerde proef moet de leerling kunnen aantonen dat hij/zij creatief met kennis en techniek/vaardigheden kan omgaan in een realistische context: probleemoplossend, innovatief en toekomstgericht. Eventueel kan de stage gekoppeld worden aan het onderwerp van de geïntegreerde proef of kan er samengewerkt worden met het bedrijfsleven.

De GIP is geen momentopname, maar een proces dat over een langere periode tijdens het schooljaar plaatsvindt. Dit impliceert dat bij de beoordeling zowel het proces als het product geregeld (tussentijds) zal beoordeeld en bijgestuurd worden. In een GIP ligt de nadruk zowel op de realisatie van een kwaliteitsvol eindproduct als op het leerproces dat de leerling doorloopt. De leerling zal opgevolgd en (tussentijds) geëvalueerd worden op basis van uitgeschreven evaluatiecriteria. Door deze procesgerichte opvolging kan er bij eventueel minder gunstige ontwikkelingen nog altijd bijgestuurd worden.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 75: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

7 De vakoverschrijdende eindtermen (VOET)

De vakoverschrijdende eindtermen zijn geordend in:- de gemeenschappelijke stam en zeven contexten (niet graadgebonden);- leren leren (per graad).

In elk vak wordt aan de vakoverschrijdende eindtermen gewerkt. In dit leerplan zijn de VOET als volgt opgenomen:

Eindtermen van de gemeenschappelijke stam komen voor als doelstellingen van het vak, aangeduid in de kolom ‘code’. De afkorting STM komt ook voor in de kolom 'link' bij de didactische wenken, rechts in het schema.

In de kolom 'link' wordt verwezen naar een context indien er een duidelijk en evident verband is tussen een eindterm van die context en de doelstelling, de leerinhoud of de didactische suggesties.

Leren leren is onlosmakelijk met het vak verbonden. De eindtermen leren leren kunnen voorkomen als doelstellingen van het leerplan. In voorkomend geval zijn ze herkenbaar aan de code 'LER' die naast de doelstelling staat.

De vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs zijn te vinden op de website van het departement onderwijs:http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/index.htm

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 76: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

8 Integratie ICT

Instructie, differentiatie en remediëring met behulp van ICT

ICT ondersteunt het lesgeven en biedt de mogelijkheid om bepaalde leerinhouden op verschillende manieren voor te stellen en aan te brengen, o.a. via tekst, grafieken, schema’s, geluid, stilstaand en bewegend beeld. In de klas kan dit gebeuren door het gebruik van computers en digitale borden.

Het gebruik van een elektronische leeromgeving biedt leerlingen kansen om zelfstandig leerinhouden te verwerken en opdrachten op eigen tempo uit te voeren. Sommige softwareprogramma’s/leerpaden zijn interactief zodat een meer geïndividualiseerd leerproces kan worden doorlopen. De leerling kan op eigen tempo werken en eventueel een eigen parcours kiezen. Een aantal programma’s oefenen vaardigheden en oplossingsstrategieën of zijn geschikt om individueel of in groep te differentiëren en te remediëren.

Via tests kan worden nagegaan in hoeverre kennis en vaardigheden verworven zijn. Dit heeft zeker voordelen als het programma een goede feedback aan de leerling geeft en kansen biedt om op verschillende niveaus te werken.

Informatie verwerven en verwerken met ICT

Er bestaan heel wat bronnen die allerlei informatie interactief aanbieden. Via de talrijke ‘links’ bouwt de leerling een individueel leerparcours op. Er zijn dus andere ‘leesstrategieën nodig dan bij een lineaire tekst. Om leerlingen hierbij te ondersteunen zijn gerichte zoekopdrachten en verwerkingstaken noodzakelijk (informatie ordenen, schema’s aanvullen, informatie vergelijken, verbanden leggen, woordbetekenissen afleiden…).

Het internet is een onuitputtelijke bron van informatie. Om zich een weg te banen door het grote aanbod is een kritische ingesteldheid noodzakelijk. Deze houding moet worden aangeleerd. Als leerlingen binnen of buiten de klas informatie op het web zoeken, moeten ze over een aantal beoordelingscriteria voor ‘tekstmateriaal’ beschikken.

Sommige opdrachten kunnen de leerlingen van ‘huiswerksites’ plukken. Opgaven zullen met deze nieuwe realiteit rekening moeten houden, willen ze zinvol blijven: bronvermelding eisen, meer vergelijkende opdrachten, meer persoonlijke en kritische verwerking. Aan groepsopdrachten en -eindproducten kunnen kwalitatief hogere eisen worden gesteld qua vormgeving en presentatie. Aan bepaalde opdrachten kan een mondelinge presentatie gekoppeld worden, een presentatiepakket kan hier ondersteunend werken. Samenwerken met andere leerkrachten is noodzakelijk om de vakoverschrijdende eindtermen ICT van de eerste graad na te streven. Om de continuïteit van het gebruik van ICT in alle vakken te verzekeren kan een ICT-leerlijn voor de tweede en derde graad ontwikkeld worden op basis van het OVSG-model.

Communiceren met ICT

ICT geeft de mogelijkheid om te communiceren via o.a. e-mail, sociale netwerken, een elektronische leeromgeving. Deze communicatie kan gebeuren binnen een klas of school, maar ook met leerlingen van andere scholen in binnen- en buitenland. Een gezamenlijk interscolair project opzetten behoort tot de mogelijkheden.

Communicatie tussen leerkracht en leerling(en) is ook mogelijk: de leerkracht kan cursusmateriaal elektronisch beschikbaar stellen, voorbeelden van toets- en examenvragen, jaarplanning, … Leerlingen kunnen verslagen, huistaken, digitaal portfolio e.d. elektronisch naar de leerkracht sturen.

OVSG ontwikkelde een model van een ICT-beleidsplan, ICT-leerlijnen en ICT-instructiekaart. U kunt deze documenten raadplegen via het extranet van OVSG: http://extranet.ovsg.be/ (rubriek ‘Publicaties’).

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 77: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

9 Taalontwikkelend vakonderwijs

Leren op school kan niet zonder taal: taal, leren en denken zijn onlosmakelijk verbonden. In alle vakken worden de vakinhouden overgebracht via taal, voornamelijk het Nederlands. Daarom moeten vakdoelen en taalontwikkeling in elk vak samen worden aangepakt. Elke leerkracht weet immers dat een te lage taalvaardigheid van de leerlingen het bereiken van vakdoelen in gevaar brengt. De didactiek die leerstofdoelen en taaldoelen bewust aan elkaar koppelt in alle vakken en voor alle leerlingen met de bedoeling leerwinst te boeken, noemt men ‘taalontwikkelend vakonderwijs’.

Nederlands of PAV speelt een cruciale rol in het taalbeleid dat gericht is op taalontwikkelend vakonderwijs, het is als het ware het aanleverend vak voor het taalbeleid. De lees-, luister-, spreek-, schrijf- en kijkstrategieën worden hier aangeleerd met de OVUR-structuur (vaste opeenvolging van oriënteren, voorbereiden, uitvoeren en reflecteren bij het aanpakken van een taak). Deze leerstrategieën en de OVUR-structuur zijn echter ook vereist bij de opdrachten in andere vakken.

Taalontwikkelend vakonderwijs is contextrijk onderwijs vol interactie en met taalsteun.

1 Een rijk en overvloedig taalaanbod plaatst nieuwe leerstof in bekende en bredere contexten. De context geeft aanknopingspunten om de nieuwe stof te koppelen aan de aanwezige kennis en aan een concrete (levensechte) leersituatie. Meer context is nodig om leerlingen de nodige aanknopingspunten te geven om nieuwe informatie (leerstof) aan op te hangen.

2 Het scheppen van interactiemogelijkheden heeft de bedoeling natuurlijke, echte gesprekken met veel school- en vaktaal te doen plaatsvinden. De interactie in de klas gebeurt tussen leerkracht en leerlingen en tussen leerlingen onderling en is van enorm belang om leerlingen actief met de leerstof te laten bezig zijn. Deze interactie verplicht de leerlingen via schrijven en/of spreken de nieuwe informatie ook effectief te gebruiken en zo van het verwerven van informatie naar het verwerken ervan te gaan. Het nut van deze interactiemomenten in de les is dat alle leerlingen zelfstandig denk- en leeractiviteiten uitvoeren en de daarbij behorende taalvaardigheid verwerven en oefenen. Een taal leren doe je door die veel te gebruiken, dat geldt ook voor vaktaal.

3 Taalontwikkelend vakonderwijs voegt aan deze twee leerbevorderende principes een derde toe, namelijk het geven van taalsteun. Taalsteun wordt gegeven om de leerstof en opdrachten toegankelijker te maken voor de leerlingen. Het betekent niet de taal vereenvoudigen, maar wel leerlingen hulp bieden bij het omgaan met de voor hen soms moeilijke school- en vaktaal. Taalsteun geven begint met heldere doelen en structuren in de lessen aan te brengen, door leerlingen hulpmiddelen te laten gebruiken (instructiekaarten, stappenplannen, woordenlijsten…), door de OVUR-structuur toe te passen in de les, door tijd uit te trekken voor reflectie op het eindresultaat en het leerproces. Het geeft de leerlingen de mogelijkheid om te leren hoe ze iets moeten noteren, hoe ze iets moeten vertellen, hoe ze een tekst kunnen lezen, enzovoort.

Om dit te realiseren hou je rekening met de doelstellingen taal die in dit leerplan zijn opgenomen. Meer informatie vind je in ‘Een schoolbeleid voor taalontwikkelend vakonderwijs’, op het extranet van OVSG http://extranet.ovsg.be/ (rubriek ‘Publicaties’).

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 78: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

10 Vakgroepwerking

Elke leerkracht maakt deel uit van een vakgroep. Die vakgroepen zijn een formele samenwerkingsvorm die het uitbouwen van een pedagogische werking mogelijk maakt. De samenwerking kan verschillende formele en informele vormen aannemen en dient o.a. om ervaringen uit te wisselen, elkaar te helpen, ideeën, materiaal en werk te delen, enz…1 Samenwerken betekent leren van elkaar: uit discussies en uitwisseling van ervaringen bouwt een groep kennis op die ze toepast bij het realiseren van diverse onderwijsverbeteringen. Een goede vakgroepwerking bevordert de kwaliteit van de klaspraktijk en de leerlingenresultaten en is een belangrijk element van professionalisering van een team. De leerkracht blijft zich bewust van de impact die hij/zij heeft op het leren van de leerling. Een goede vakgroepwerking heeft zichtbare effecten in de klas.

Lesgeven in een klas betekent leerplanrealisatie, leerlingenevaluatie, leerlingenbegeleiding en voortdurend de kwaliteit van het onderwijsproces in het oog houden. Deze thema’s vormen bij uitstek het uitgangspunt van discussie, bespreking en afstemming binnen de vakgroep.

Het leerplan bevat voor de leerkracht essentiële gegevens voor de concrete onderwijspraktijk. In het leerplan vindt de leerkracht de algemene en de specifieke doelstellingen met aansluitend de leerinhouden voor een bepaald vak, bepaalde vakken of vakgebieden. De verdeling van de vakdoelstellingen binnen een graad is een item dat in de vakgroep aan bod dient te komen. Een goede afstemming van de leerlijnen, zowel verticaal als horizontaal, en van alle vakoverschrijdende initiatieven vormt een belangrijk onderwerp binnen de vakgroepvergaderingen. De wenken voor de didactische aanpak en de bijkomende informatie kunnen nuttig zijn voor de realisatie van het leerplan. Ook het nastreven van de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen binnen de verschillende contexten is een belangrijk itemvoor de vakgroepvergaderingen. Leerplanstudie en leerplanrealisatie vormen dus bij uitstek het onderwerp van een vakgroepvergadering.

Leerlingenevaluatie is in de eerste plaats afgestemd op de leerplandoelen. Zowel het leerproces als de eindresultaten zijn voorwerp van evaluatie. Helder en transparant geformuleerde evaluatiecriteria vormen de basis voor een evaluatie, afgestemd op het leerlingenprofiel. Ook in de vakgroep kan je afspraken maken omtrent evaluatie, bespreek je toets- en examenvragen en stem je op elkaar af.

Leerlingenbegeleiding begint in de klas in elk vak. Een gerichte leer- en studiebegeleiding in het vak biedt leerlingen een houvast bij het verwerken van de leerinhouden. Het gebruik van activerende werkvormen en aandacht voor verschillen bij leerlingen zorgen voor een grotere betrokkenheid en een stijging van de motivatie. Voor leerlingen met gedrags- en/of leerproblemen moeten de afspraken gemaakt met de leerlingbegeleider in de klas voor elk vak opgevolgd worden. De vakgroep bespreekt de manier van (gezamenlijke) aanpak van leerlingen met eventuele leerproblemen.

Kwaliteitsvol werken in de klas wordt bevorderd door (zelf)reflectie en evaluatie op basis van zowel interne als externe gegevens over de vorige drie thema’s (leerplanrealisatie, leerlingenevaluatie, leerlingenbegeleiding). De resultaten van de leerlingen (ook als klas) geven hier een belangrijke indicatie. Hieruit worden conclusies getrokken en acties ondernomen die op hun beurt opgenomen worden in de cirkel van kwaliteitszorg. Op die manier bewaakt de vakgroep constant de eigen werking en stuurt ze bij waar nodig. Deze kwaliteitsverbetering wordt vanuit een sterk en breed draagvlak gemotiveerd, wat de kans op effectiviteit verhoogt. Zo kan een kwaliteitsvolle vakgroepwerking echt renderen en heeft dit effect op de leerresultaten van de leerlingen.

Meer informatie vindt u in de Leidraad kwaliteitsvolle vakgroepwerking, op het extranet van OVSG, http://extranet.ovsg.be/ (rubriek ‘Publicaties’).

1 Beleidsvoerend Vermogen – Platformtekst, Overkoepelend overlegplatform Inspectie-pedagogische begeleiding VlOR, p.7-8.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 79: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

11 Evaluatie

Waarom evalueren?

Evaluatie kan zeer verschillende functies hebben:- formatief;- summatief.

Formatieve (of tussentijdse) evaluatie is een middel om het leren bij leerlingen te verbeteren. Ze moet opgevat worden als een leerkans voor leerlingen en niet louter als een beoordelingsmoment. Deze evaluatie signaleert en diagnosticeert individuele leerproblemen met de bedoeling te remediëren. Cruciaal is de feedback aan de leerlingen: de leerlingen krijgen informatie over de bereikte en niet-bereikte leerdoelen en over de effectiviteit en de efficiëntie van hun leerproces. Leerlingen kunnen ook zelf bewijsmateriaal verzamelen om aan te tonen dat ze bijleren, dat ze zichzelf bijsturen. Zo worden ze verplicht om na te denken over hun eigen werkmethodes, aanpak, manier van leren. Deze formatieve manier van evalueren geeft niet alleen de leerling de kans om bij te sturen. De leerkracht ziet meteen waar het fout loopt en kan tijdens het leerproces ingrijpen om grotere schade te voorkomen door het leerproces en het lesgeven bij te sturen.Summatieve (of eind-) evaluatie heeft als doel resultaatbepaling, kwaliteitsbeoordeling van de leerling, een eindoordeel uitspreken over de leerprestaties van de leerling en dit om de leerling te oriënteren en te selecteren.

Wat evalueren?

Uitgangspunt voor de evaluatie blijven uiteraard de leerplandoelstellingen, die als inzichten, vaardigheden en attitudes geformuleerd zijn. Belangrijk is dat de leerkracht de leerdoelen duidelijk zichtbaar maakt voor de leerlingen zodat ze weten wat ze moeten leren en vooral waarop ze zullen beoordeeld worden. Deze criteria moeten duidelijk met hen besproken worden. Eventueel kunnen een aantal samen met hen worden opgesteld.

ProcesevaluatieVia procesevaluatie verzamelt men gegevens over het verloop van het leerproces: de aanpak van de leerling om doelstellingen na te streven staat centraal. Deze evaluatie stelt in staat om de vooruitgang van de leerling te bepalen en om sterke en zwakke kanten in kaart te brengen. Hierdoor kan het leerproces continu bijgestuurd worden.

ProductevaluatieVia productevaluatie verzamelt en beoordeelt men gegevens om na te gaan of de leerling de gestelde doelstellingen heeft bereikt. Hiervoor bekijkt men het resultaat.

Wie evalueert?

In een 'testcultuur' is alleen de leerkracht verantwoordelijk voor de evaluatie. In een 'evaluatiecultuur' werken leerkracht en leerlingen samen aan de evaluatie. De participatie van leerlingen aan het evaluatieproces vergroot hun betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij de leerstof en helpt hen dit beter te verwerken.

Bij zelfevaluatie zal een leerling zichzelf moeten beoordelen. Bij peerevaluatie en co-evaluatie kunnen ook medeleerlingen evalueren volgens vooraf opgestelde en besproken criteria. De leerkracht begeleidt dit leerproces en blijft verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. Bij deze twee vormen van evaluatie is de reflectie door de leerling en het formuleren van nieuwe werkpunten cruciaal om tot een beter leerproces te komen.

In sommige gevallen zullen derden de leerlingen mee evalueren. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een leerling tijdens een stage door de stagementor geëvalueerd wordt.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 80: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

Hoe evalueren?

Kwaliteitsvol evalueren heeft te maken met verschillende facetten zoals de vooropgestelde criteria, de gebruikte evaluatievorm en de kwaliteit van toets- en examenvragen.

Meer informatie vindt u in Kwaliteitsvolle toets- en examenvragen, op het extranet van OVSG, http://extranet.ovsg.be/ (rubriek ‘Publicaties’).

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 81: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

12 Minimale materiële vereisten

Het betreft de materiële vereisten die minimum noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van het leerplan.

VaklokaalHet vaklokaal is conform de eisen gesteld in

de Welzijnswet (betreft het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk); de Codex (omvat de uitvoeringsbesluiten van de Welzijnswet, zal op termijn het ARAB

vervangen); het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB); het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties (AREI); het controledocument dat door de onderwijsinspectie wordt gebruikt bij de doorlichting van de

bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne;

en houdt rekening met het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning ( VLAREM) en het Vlaams Reglement inzake Afvalvoorkoming (VLAREA).

AV KunstgeschiedenisMinimale materiële vereistenInformatiemateriaal (aanwezig in vaklokaal of mediatheek) zoals: historische atlassen, encyclopedieën, cd-roms, woordenboeken, internet, naslagwerken, reeksen (diareeksen, videoreeksen, tijdschriften), handboeken.Wandkaarten.Overheadprojector, transparanten.Videospeler, diaprojector, dvd-speler.Computers, lcd-projector.

Nuttige didactisch hulpmiddelenVaklokaal.Mediatheek.

Muzikale opvoedingEen eigen, akoestisch geschikt lokaal is noodzakelijk.Begeleidingsinstrument: piano.Aangepaste wandversiering.Basis muziekmediatheek en bibliotheek.Ritmische instrumenten en melodische instrumenten.Volledig aangepaste audio- en videoapparatuurPartiturenRitme-instrumenten (conga’s) die met de handen worden bespeeldGrote papierflappen voor ritmenotaties

Klassieke dans, hedendaagse dans, Spaanse dansDe accommodatievoorwaarden die de school te bieden heeft zijn zeer belangrijk voor deze studierichting.

Om de lessen op een verantwoorde wijze te kunnen organiseren dient aan de volgende voorwaarden voldaan te worden:

- een minimumoppervlakte vereist van 10m op 8m en minimale hoogte van 3,5m.- kleedruimte met douche- spiegelwand en barren- een zwevende vloer met dansvloerbekleding (niet rechtstreeks op beton)- heldere en goed verspreide verlichting, minstens 250 lux- ventilatie en verwarming aangepast aan de ruimte. De ruimte is tochtvrij en kan

verlucht worden.- een minimumtemperatuur van 18°C bij aanvang van de les

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 82: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

- kleedruimtes voor meisjes en jongens. Deze zijn tochtvrij en kunnen verlucht worden

- een vaste geluidsinstallatie - een kostuumatelier- video- en audio-apparatuur, camera, i-pads- piano- materiaal ter ondersteuning van de ontwikkeling van kracht, lenigheid en

blessurepreventie o.a. gewichten voor de jongens, dynabands.

Pianobegeleiding is onmisbaar om een les ballet op een behoorlijk niveau te laten verlopen.

Nuttige didactische hulpmiddelenEen pc (bij voorkeur een laptop) met cd-rom.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 83: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

13 Vakspecifieke informatie

Muzikale opvoeding

Elseviers groot operaboekEncyclopedie van de muziekinstrumenten, Atrium, Helmondi.Sesam, Atlas van de muziek: 5 delen, Westland, Schoten, 1995Encyclopedia of music and musicians – the Groves, Mc. Millan and SadieThe Larousse Encyclopedia of Music, Larousse

ARDEN, J.,De jonge blokfluiter, deel 2+3Eenvoudige duetten.XYZ, Naarden.

ANDRIES, M.,Orff-Schulwerk: Nederlandstalige bewerking“Muziek voor kinderen”Schott, Mainz.

ANDRIESSEN, P.,Muziek zien. Deel I, II, IIIArtis Historia, Brussel 1985

BOEREBOOM, M.,Handboek van de muziekgeschiedenisKok Agora

BROUWERS, F., EN MARIEN, H.,Prima la musica: 10 grote componisten, Averbode

DEFOORT, A., e.a.Zing, speel en luisterDe Garve, Brugge

DEFOORT, A., e.a.Sangejo

HAMBURG, O.,Muziekgeschiedenis in voorbeeldenAulareeks 355, Spectrum, Utrecht – Antwerpen 1968

HOWELER, C.,XYZ der muziekUnieboek b.v., postbus 27, 3990 DB, Houten, 1971-1991

HUNT, E.,De blokfluit en zijn muziekZomer en Keunig, Wageningen

KRAUS, E., EN DIRKEN, H.,Het spel op de sopraanblokfluitHalewijnstichting, Antwerpen

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 84: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

LAMBRECHTS, FR.,Muzikale Opvoeding en klassikaal blokfluitspelDe Sikkel, Malle

LEENAERTS, H., EN LOVROVIC, L.,Algemene muziekcultuur, deel 1,2,3Van In, Lier, 1993

LINKELS, A.,Projecten rond populaire muziekServire, Katwijk

MALFAIT, DEFOORT, e.a.Musicorama 1+2 (video en cassette)De Garve, Brugge, 1995

NELISSEN, L., EN VAN ROSSUM J.,Muziek makenNoordhoff, Groningen

STORMS, G.,Muzikaal spelenboekServire, Katwijk.

VAN DESSEL, L.,Andante CantabileLannoo, Tielt/Bussum

VAN HAUWE, P.,Muziek voor de jeugdNew sound, Amsterdam

WHITE, M., EN HENDERSON, E.,Opera en operetteZuidnederlandse uitgeverij, n. v. Aartselaar

WOLTERS, C.,Liedjes voor de blokfluitgroepHarmonia, Hilversum

Zing je ding, Jeugd en MuziekDe Haske, 1996

Hedendaagse dans

ANDERSON, J.,Ballet & modern dance, a concise historyPrinceton, 1986

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 85: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

BARBIER, R.,ABC van het balletAntwerpen/Amsterdam, 1979

BLAND, A.,A history of ballet and danceLonden, 1976

CLARKE, M., e.a.The Ballet Goer’s GuideNew York, 1981

CLARKE, M., e.a.The encyclopedia of dance & balletLonden, 1977

RAFFE, W.G.,Dictionary of the danceLonden/New York, 1964

UTRECHT, L.,Van hofballet tot postmoderne dansZutphen, 1988

Klassieke dans

BRUHN, E., MOORE, L.,Bournonville and Ballet TechniqueAd. Ch. Black Ltd. Soho Square, London W1, 1961

KOSTROVITSKAYA, V., PISAREV, A.,School of Classical DanceMoscow, 1978

KOSTROVITSKAYA, V.,100 lessons in Classical BalletDoubleday & Company Inc., Garden City - New York, 1981

VAGANOVA, A.,Basic Principles of Classical BalletAd. & Ch. Black Ltd. Soho Square - London W1, 1948

Programma Balletschool Moskou, 1987

Henschelverlag: Methodik des Klassischen TanzesKunst & Gesellschaft, Berlin, 1975

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 86: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

14 Bijlagen

De vakoverschrijdende eindtermen vindt u op de website van het departement Onderwijs

http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/index.htm

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso

Page 87: Onderwijsvorm - OVSG · Web viewHet ontstaan van postmoderne dans.VSA Merce Cunningham/Steve Paxton/Lucinda Childs/Trisha Brown.Het ontstaan van het danstheater.Duitsland Pina Bausch/Frankrijk

ColofonDit leerplan werd ontwikkeld door de leerplancommissie Ballet van OVSG met de medewerking van vertegenwoordigers van de inrichtende macht Antwerpen.

Pedagogische begeleidingsdienst OVSGBallet - derde graad kso