Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie...

15

Click here to load reader

Transcript of Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie...

Page 1: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs
Page 2: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

1

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

Inhoudsopgave

Voorwoord blz. 2

Onderwijskunde blz. 3-5

Visie blz. 3 Onderwijsdoel blz. 4 Onderwijsinhoud Methode blz. 5 Beoordeling Relatie leerling-docent

Pedagogiek blz. 6-7

Scholingsdenken blz. 6 Bijdrage beeldende vorming blz. 7

Psychologie blz. 7-8

Behaviorisme en cognitivisme blz. 7 Vormen van realistisch toekomst perspectief blz. 8

Bronnen blz. 9

Page 3: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

2

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

VoorwoordAlvorens ik in de volgende hoofdstukken in ga op mijn onderwijsvisie wil ik eerst even ingaan op mijn persoonlijke achtergrond en werkervaring. Mijn onderwijsvisie is voor een deel gebaseerd op de theorieën vanuit de verschillende disciplines: onderwijskunde, pedagogiek en psychologie, maar dit is niet los te koppelen van mijn persoon, en mijn ervaring die ik heb vanuit de dagelijkse praktijk op mijn werk.

Vanuit mijn persoon ben ik iemand die graag de directe toepassing zoekt uit de verschillende theorieën. Dit is in de praktijk vaak niet mogelijk en dan heb ik moeite om hier de juiste koppeling mee te maken. Inmiddels ben ik er wel achter dat de directe toepassing ook niet de bedoeling is en dat je de theorieën als een kapstok moet zien waar je het onderwijs in de praktijk aan kunt ophangen.

Vanuit mijn werk op een praktijkschool ben ik mezelf ervan bewust dat deze vorm van onderwijs een aparte tak van sport is binnen onderwijsland. Aangezien deze doelgroep op meerdere gebieden, zoals intelligentie, sociale- en emotionele ontwikkeling en achtergrond een andere benadering nodig heeft dan bijvoorbeeld een gemiddelde vmbo leerling. De verschillen tussen de leerlingen binnen een klas zijn ook veel groter dan in het regulier onderwijs. Om een voorbeeld te geven, binnen een klas zitten leerlingen die op het gebied van rekenen en taal op het niveau van groep vier functioneren, maar ook leerlingen op het niveau van groep acht.

Mijn voorkeur voor het schrijven van mijn onderwijsvisie gaat uit naar het praktijkonderwijs omdat dit aansluit op mijn dagelijkse praktijk.

Page 4: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

3

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

OnderwijskundeVisie

De vorm van onderwijs waar mijn voorkeur naar uitgaat is het praktijkonderwijs en daarnaast het praktijkgericht onderwijs. Deze keuze heeft twee redenen, als eerste spreekt dit mij aan omdat ik een praktijk gericht persoon ben en daarnaast zijn er heel veel leerlingen die theoretisch niet zo sterk zijn en dus veel beter functioneren in een praktijk gerichte omgeving. Dit wil niet zeggen dat ik theoretische kennis niet belangrijk vind maar ik denk dat theoretische kennis met direct daaraan gekoppelde praktijk voor veel leerlingen een effectievere manier van leren vormt.

Van de bestaande visies op onderwijs sluit beroepsgericht en leerling gericht onderwijs het best aan bij mijn onderwijsvisie.

Beroepsgericht omdat in het praktijkonderwijs leerlingen worden voorbereidt op het uitoefenen van een beroep. Vanuit de beroepsgericht visie is het wel lastig om aan te sluiten bij huidige ontwikkelingen omdat deze visie ervan uit gaat dat er een beroep met specifieke vaardigheden wordt aangeleerd. Dit staat natuurlijk haaks op bv de 21st century skills waar er vanuit wordt gegaan dat mensen worden opgeleid voor beroepen die nog niet bestaan. Er is in opdracht van het ministerie van onderwijs onderzocht of 21st century skills ook in het praktijkonderwijs nuttig zouden kunnen zijn en dan vooral met betrekking tot computervaardigheden. (Slo, 2014) Dit is iets dat ik zeker zou aanmoedigen omdat de computer niet meer weg te denken is uit onze maatschappij en werkomgeving. Op deze manier is het wel mogelijk om in een beroepsgerichte visie onderdelen van de 21st century skils in te passen.

Voor wat betreft de leerling-gerichte onderwijsvisie denk ik dat deze wel degelijk aansluit op de huidige ontwikkelingen waar er veel aandacht wordt besteed aan hoe je leert in plaats van alleen wat je leert. Niet alleen het leren van vaardigheden om later een beroep uit te kunnen oefenen zijn belangrijk, de sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen is minstens zo belangrijk.

Page 5: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

4

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

Door de nieuwe taal- en rekeneisen wordt de doorstroom naar niveau 2 voor de leerlingen van het praktijkonderwijs minder eenvoudig. (Mbo raad, 2014) Ook de zogenaamde participatie maatschappij die de overheid voor ogen heeft zorgen ervoor dat de uitstroom mogelijkheden beperkt blijven. In de praktijk betekent dit dat het overgrote deel van de leerlingen uitstroomt naar werk.

Onderwijsdoel

Dit alles heeft natuurlijk gevolgen voor het inrichten van het onderwijs, het hoofddoel is dan ook, voorbereiden op werken in het vrije bedrijf. (eventueel met ondersteuning vanuit de gemeente)Daarnaast meen ik dat de persoonlijkheidsontplooiing en het zelfstandig functioneren in de maatschappij een wezenlijk onderdeel is van het praktijkonderwijs.

Onderwijsinhoud

De inhoud van het onderwijs sluit aan bij het niveau van de leerling en heeft als doel, het voorbereiden op het uitoefenen van een beroep en het zelfstandig kunnen functioneren in onze maatschappij. De schoolloopbaan van leerlingen is onderverdeeld in onderbouw en bovenbouw.

In de onderbouw wordt er naast de theorievakken Nederlands, Engels, rekenen en cultuur en maatschappij ook aandacht besteed aan muziek, computerkunde en sociale vaardigheden. Ongeveer de helft van de lessen zijn praktijklessen die in het teken staan van zelfstandig wonen en beroepenoriëntatie, oftewel oriënteren op de juiste vakrichting in de bovenbouw.

In de bovenbouw wordt er een vakrichting gekozen: dienstverlening, zorg en welzijn, techniek of groen. Er wordt in de bovenbouw aandacht besteedt aan: rekenen en taal, cultuur en maatschappij, computerkunde en daarnaast theorie gerelateerd aan de gekozen vakrichting. Doormiddel van het simuleren van een professionele praktijkomgeving worden leerlingen in een geleidende schaal voorbereidt op werk. Dit betekent in de praktijk dat leerlingen op school werken aan vakinhoudelijke vaardigheden die bij de vakrichting horen en daarnaast vanuit interne stage doorstromen naar externe stage. Dit alles wordt in eerste instantie begeleidt door de vakdocent en bij de externe stage door de stagebegeleider.

Voor zowel de onderbouw- als bovenbouwleerlingen geldt dat zij naast het leren van vaardigheden die voor het uitoefenen van een beroep nodig zijn ook de nodige sociale vaardigheden leren. Vakken zoals: cultuur en maatschappij, sova (sociale vaardigheden) WIOH (werken in en om het huis) dragen bij aan het zelfstandig kunnen functioneren in onze maatschappij.

Page 6: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

5

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

Methode

De lesstof van de verschillende disciplines wordt op een gestructureerde manier aangeboden. Het ver doorvoeren van differentiatie heeft de voorkeur om zo het grote verschil in niveau op te vangen. Naast differentiatie is ook het ondersteunen van individuele leerlijnen dat aansluit bij hun niveau belangrijk, om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Naast de onderwijsvisie vanuit de beroeps- en leerlinggerichte visies vind ik de belangrijkste factor, de docent, oftewel het menselijke aspect van het onderwijs. De verschuiving van docent naar begeleider en de ontwikkelingen zoals ‘flip the classroom’ waar leerlingen doormiddel van digitale leermiddelen en filmpjes lessen volgen vind ik voor het praktijkonderwijs niet goed als je dit te ver doorvoert. Je kan er wel elementen uit gebruiken om zo op instructie niveau meer leerlingen te kunnen bedienen, maar het persoonlijk contact tussen docent en leerling blijft wat mij betreft het belangrijkste. (hier kom ik bij pedagogiek op terug) Het aanleren van de beroepscompetenties en werkhouding wordt geleerd door het te doen, eerst in een veilige gesimuleerde omgeving en later via stages in de praktijk.

Beoordeling

De docent beoordeelt in principe de resultaten van de leerling. Dit vind ik overigens van ondergeschikt belang. Het in samenspraak met de leerling bespreken van de manier van leren en de werkhouding vind ik veel belangrijker. De docent geeft de leerling veel feedback en zorgt ervoor dat er inzicht wordt verkregen in eigen handelen. Het geven van feedback en het veelvuldig creëren van nieuwe kansen om zo elke dag een succes ervaring te hebben, dragen bij aan een positief zelfbeeld.

Relatie leerling-docent

Zoals ik al eerder heb laten doorschemeren vind ik de rol van de docent in zowel didactisch als pedagogisch opzicht maatgevend voor goed praktijkonderwijs. Leerlingen in het praktijkonderwijs hebben over het algemeen meer persoonlijke aandacht nodig. Naast het feit dat ze dit nodig hebben, vragen ze ook meer aandacht. Een afstandelijke, zakelijke houding is dan ook niet gewenst. Het vinden van een evenwicht tussen aandacht en 'autoriteit' is wat mij betreft een goede manier van omgang met deze leerlingen.

Page 7: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

6

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

PedagogiekHet pedagogisch handelen in het praktijkonderwijs is eigenlijk de spil waar het onderwijs om draait. Het is natuurlijk niet zo dat er geen vak wordt geleerd maar het gedrag, de werkhouding en sociale omgang is veel belangrijker. Om een voorbeeld te geven, op mijn werk wordt het vak techniek gegeven. Per leerjaar kiezen ongeveer dertig leerlingen deze richting. Van deze dertig leerlingen komt maar een beperkt aantal leerlingen uiteindelijk aan het werk in het gekozen vak. Dit heeft een aantal redenen, maar de belangrijkste is dat deze leerlingen niet genoeg capaciteit hebben om het vak uit te oefenen. De omgangsrelatie met leerlingen gaat dan ook voor tachtig procent over het aanleren van een goede werkhouding en sociale vaardigheden en voor twintig procent over vakinhoudelijke vaardigheden. Vanwege de aard van de leerlingen, d.w.z. lage intelligentie, beperkte sociaal emotionele ontwikkeling en achtergrond is het 'opvoeden' van leerlingen in eerste instantie belangrijker dan het leren van een vak. Voor de leerlingen die in dit voorbeeld wel het vak techniek volgen maar daar uiteindelijk niet in gaan werken is het dus zaak dat zij een goede werkhouding en sociale vaardigheden aangeleerd wordt. Veel leerlingen moeten nog een aantal basisvaardigheden leren zoals: op tijd komen, spullen bij, mensen netjes aanspreken, pro actieve werkhouding, enz.

Scholingsdenken

Het pedagogisch handelen van de docent past in het scholingsconcept. Het scholingsconcept gaat ervan uit dat leerlingen in staat gesteld moeten worden tot (doel)rationeel handelen. Hiervoor wordt een voor iedereen geldig betekenissysteem aangeboden, deze bestaat uit: inhoud, vaardigheden en waarden. Deze kunnen elk afzonderlijk worden geïdentificeerd, geleerd en getoetst. Onderwijs stelt leerlingen in staat tot deelname aan de maatschappij voor zover deze doelgericht georganiseerd is. Het gaat er vooral om aan te bieden wat leerlingen buiten de school niet kunnen leren.(capita selecta,2014) Naast de vaardigheden die nodig zijn voor het uitoefenen van een specifiek beroep is het aanleren van metavaardigheden met betrekking tot het functioneren op een steeds veranderde arbeidsmarkt is onontkoombaar.

Vanwege de aard van de doelgroep wordt kennis opgedaan door het te doen. Het samen met de leerling terugkijken en bespreken wat er goed of eventueel niet goed ging en op zo'n manier, eventueel met veel herhaling een gedragsverandering teweeg brengen. De kennis wordt zo een reflectieve bewustwording van het handelen.

Wat hieruit voortvloeit is een omgangsrelatie tussen docent en leerling dat van het scholingsdenken uitgaat. Een actief helpende en als het moet leidende houding naast het vermogen zichzelf in te leven in de belevingswereld van de leerlingen is een kerntaak van de docent.

Page 8: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

7

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

Bijdrage aan het vak beeldende vorming

Het vak beeldende vorming zou zeker een bijdrage kunnen leveren aan de scholing van leerlingen. Het werken in een praktijkomgeving zoals bv een tekenen/handvaardigheid/techniek lokaal geeft leerlingen de mogelijkheid om met hun handen te werken en hier ook plezier aan te beleven.(dan heb ik het over leerlingen in de onderbouw) Ik denk dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen met het aanleren van een werkhouding die gerelateerd is aan een praktijkomgeving. Ik merk in de dagelijkse praktijk dat het overgrote deel van de leerlingen bij mij op school veel beter functioneren in een praktijkomgeving dan in een theorie lokaal. Scholing van leerlingen in relatie tot het maken van werkstukken is in mijn beleving veel effectiever dan een theorieles.Naast het plezier dat beleeft kan worden aan lessen beeldende vorming ben ik van mening dat deze leerlingen veel meer met hun handen moeten werken. Het ontwikkelen van de motoriek, ruimtelijk inzicht, het omgaan met maten en getallen in een praktijksituatie, eventueel tekening lezen geeft leerlingen meer inzicht in hun eigen functioneren en kunnen zo beter een keuze maken welke richting ze wel of juist niet in willen gaan. Ook het hanteren van gereedschap en machines is voor deze leerlingen van belang om zo een verantwoordelijke en veilige manier van werken aan te leren.

Page 9: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

8

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

PsychologieHet op een gestructureerde manier aanbieden van de leerstof, het liefst bij alle vakken waar dit mogelijk is op eenzelfde eenduidige manier, bv doormiddel van instructie (voordoen), werkkaarten of instructiefilmpjes. Praktijkschool leerlingen zijn over het algemeen visueel ingesteld en zijn gebaat bij visuele instructie i.p.v. theoretische instructie. Zoals ik al eerder heb aangegeven denk ik dat theoretisch abstracte lessen zoals bv rekenen effectiever zijn als je dit koppelt aan praktijkvoorbeelden. Het uitrekenen van een som heeft voor een groot deel van deze leerlingen geen enkele betekenis behalve dat deze goed of fout is. Zo zouden we kunnen stellen dat het plaatsen van de leerstof in een begrijpelijke context en binnen het bereik van het cognitieve vermogen voor deze leerlingen het beste is. Naast hun cognitieve beperking hebben leerlingen die naar het praktijkonderwijs gaan al vaak teleurstellingen te verwerken gehad op de basisschool. Het niet meekunnen met de klas, naar een andere school moeten, door leeftijdgenoten niet voor vol worden aangezien, het voelen dat je anders bent..enz. Het is dus zaak dat je leerlingen niet ontmoedigd door ze te overvragen, maar aanmoedigt om zo plezier en voldoening te houden in het leren. (of dit opnieuw te activeren)

Behaviorisme en cognitivisme

Vanuit de verschillende leertheoretische uitgangspunten sluit het behaviorisme en het cognitivisme het best aan bij het leerproces van de leerlingen. Vanuit het behaviorisme spreekt mij de theorie van Skinner het meest aan. Het in een geleide schaal steeds hogere eisen stellen aan gedrag en lesstof doormiddel van belonen. Dit belonen van gewenst gedrag zou aan het einde van iedere les moeten plaatsvinden en ook op momenten tijdens de les. Aanmoedigen en belonen van gewenst gedrag werkt beter dan straf geven voor ongewenst gedrag. Dit gezegd hebbende is er een kleine groep leerlingen die voor deze manier van operante conditionering niet vatbaar zijn. Voor deze kleine groep zal, als ik mij niet gedraag dan krijg ik straf beter werken. Dit straffen zou natuurlijk niet op zichzelf moeten staan en deze leerlingen moeten wel het gevoel krijgen dat het niet de persoon is die de straf krijgt maar dat het ongewenste gedrag bestraft wordt. Naast het geven van straf is het wel de bedoeling dat deze leerlingen leren omgaan met het krijgen van een beloning.(vaak ligt dit aan de thuis situatie, waar straffen de boventoon voert) Vanuit het cognitivisme kom je er snel achter dat de informatieverwerking bij deze leerlingen niet goed verloopt. Het opnemen en vooral vasthouden en toepassen van informatie is problematisch. Hieruit volgt dat er veel herhaling nodig is voor zowel theoretische als praktische kennis. Het kunnen toepassen van kennis en het automatiseren ervan gebeurd pas naar vele malen herhalen. Het is dus zaak dat de banen tussen het werkgeheugen en het permanent geheugen breder worden gemaakt doormiddel van herhaling. Bij sommige leerlingen gebeurd dit maar zeer beperkt omdat het cognitieve vermogen gewoon niet verder reikt.

Page 10: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

9

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

Vormen van een realistisch toekomstperspectief

Naast vanuit de psychologie geformuleerde leertheorieën wat te maken heeft met het leerproces en leren is er nog een belangrijk aspect dat ik hier voor het voetlicht wil brengen, namelijk het vormen van een realistisch toekomst perspectief. (d.w.z. kort door de bocht, wat kan ik later worden) Dit is misschienwel het moeilijkste en meest langdurige proces bij leerlingen. Je kan leerlingen indelen in drie groepen: leerlingen die zichzelf onderschatten, leerlingen die zichzelf overschatten en leerlingen die een realistisch toekomst perspectief hebben. De groep die een realistisch toekomst perspectief heeft laat ik hier even buiten beschouwing. Voor de leerlingen die zichzelf onderschatten is het zaak dat je deze leerlingen wat meer zelfvertrouwen geeft in hun eigen kunnen. Dit kun je onder andere doen door het geven van succes ervaringen en positieve bekrachtiging bij het maken van opdrachten. Op een enkele uitzondering na is het bevorderen van het zelfvertrouwen eenvoudiger dan het tegenovergestelde, leerlingen die zichzelf overschatten een realistischer toekomst perspectief bieden. Leerlingen die zichzelf onderschatten zitten niet zover van de realiteit af, terwijl de groep die zichzelf overschatten vaak erg ver van wat haalbaar is af zit. Voor deze groep is de boodschap natuurlijk niet zo leuk. Het is dan ook zaak dat je op een subtiele manier tegen deze leerlingen vertelt dat ze bv geen advocaat of huisarts kunnen worden. Het is voor deze leerlingen vaak een lange en soms een beetje pijnlijke weg voordat ze inzien dat een behoorlijk deel van de beroepen niet haalbaar zijn simpelweg omdat ze hier de capaciteit niet voor hebben. Je moet deze leerlingen ook niet ontmoedigen en vooral de nadruk leggen op wat wel mogelijk is.

Page 11: Onderwijsvisie praktijkonderwijs Web viewGeert Krijbolder FHK 4dtDefinitief 2014Onderwijsvisie praktijkonderwijs. Geert Krijbolder FHK 4dt. Definitief 2014. Onderwijsvisie praktijkonderwijs

10

Onderwijsvisie FHK: dt4G.Krijbolder Versie def

BronnenAlgemeen

Lessen van Jan Plasman en Mirjam Nelis

Literatuur

Boekaerts, M., & Simons, R. (1995). leren en instructie (2nd ed.). Assen: van Gorcum.

Reader

Capita selecta, fontys FHK

Communicatie in de klas deel 2 versie 2006-2007

Internet

MBO Raad - Entreeopleiding en het praktijkonderwijs. (n.d.). Retrieved from http://www.mboraad.nl/?news/4637532/Entreeopleiding+en+het+praktijkonderwijs

Slo, Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs: een conceptueel kader - SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. (2014). Retrieved from http://www.slo.nl/voortgezet/praktijkonderwijs/nieuws/00016/