onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij...

28
VAKBLAD VOOR SCHOOLLEIDERS Onderwijs 2032 Bezinning op onderwijs in de veranderende maatschappij Veertigurige werkweek in de praktijk Plusdocument in voortgezet onderwijs Synergie van een goed pedagogisch klimaat Schooljudo: stoeien met respect 3 april 2015, 9 e jaargang

Transcript of onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij...

Page 1: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

vakblad voor schoolleiders

onderwijs 2032bezinning op onderwijs in de veranderende maatschappij

veertigurige werkweek in de praktijk

Plusdocument in voortgezet onderwijs

synergie van een goed pedagogisch klimaat

schooljudo: stoeien met respect 3april 2015, 9e jaargang

Page 2: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

inhoud

2 april 2015

0708

13

20

24

Bezinning op onderwijs in de veranderende maatschappijHoe past ons onderwijssysteem in deze nieuwe wereld?

Plusdocument in het voortgezet onderwijsScholen moeten goed zicht hebben op het totale functioneren van leerlingen.

PBS: de synergie van een positief pedagogisch klimaatCultuurverandering met diepgaande impact op identiteit.

Stoeien met respectSchooljudo nu ook in het voortgezet onderwijs.

rubrieken04 Korte berichten

07 CNVStandpunt

14 Mijn school

15 Open Mind

16 Vraag & antwoord

18 Er was een tijd…

19 Boeken

23 Column Dirk van Boven

26 Column Chris Lindhout

27 Korte berichten

Page 3: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

directiefcolofon

3april 2015

De onderhandelingen voor de nieuwe cao’s voor het primair en voortgezet onderwijs zijn van start gegaan. Waarop moet het onderwijs voorbereiden? CNV Schoolleiders participeert in verschillende commissies en is ook uitgenodigd voor een gesprek met de commissie Schnabel. Het is een bekend gegeven dat het onderwijs mee verandert in onze samenleving. Hoe past ons onderwijssysteem in deze nieuwe wereld? Het antwoord op deze vragen en nog veel meer vindt u in deze editie van Direct die wij met zorg voor u hebben gemaakt.

Wij houden u verder op de hoogte via onze nieuwsbrieven. U kunt uw input of reactie mailen naar de redactie van Direct via [email protected].

Veel leesplezier!

Namens de redactie,

Robert Pinter

24

20

Direct is een uitgave van CNV Schoolleiders en is bestemd voor leidinggevenden in het primair en voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. CNV Schoolleiders is onderdeel van CNV Connectief.

Hoofdredactie: Robert PinterRedactie: Martin de Kock, Fokke Rosier, Chris Lindhout Eindredactie: Froukje MeermanVoor contact: Sonia Piccirillo, [email protected]

Bureau CNV SchoolleidersPostbus 25103500 GM UtrechtE-mail: [email protected]

Directieadvies leden CNV Schoolleiders:Ed Weevers(030) 751 10 04E-mail: [email protected]

Advertenties: Recent BV(020) 330 89 [email protected]

CNV Schoolleiders [email protected] (030) 751 10 03

Opmaak: FIZZ marketing en communicatie, MeppelDruk en afwerking: Ten Brink, Meppel(0522) 24 61 62

Direct is het officiële orgaan van CNV Schoolleiders. Sinds november 2010 is er de mogelijkheid om een los abonnement te nemen op Direct. De kosten zijn € 46,00 per jaar voor 8 nummers. Hiervoor is geen lidmaatschap van CNVS vereist. Bij een lidmaatschap van CNV Schoolleiders is toezending van het blad inbegrepen.

08

Page 4: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

4 april 2015

korte berichtenDoe mee aan DirectDirect is er voor en door schoolleiders van het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonder-wijs. Wilt u een bijdrage leveren aan Direct of heeft u een goed idee voor een artikel? Mail dan naar [email protected]. In het bijzonder zijn wij geïnteresseerd in uw ervarin-gen en opvattingen over passend onderwijs. Later dit jaar komt er een speciale editie uit van Direct over dit thema. Wij stellen uw reacties op prijs!

Leergang Professioneel Meesterschap op bezoek bij Tweede Kamer

In gesprek met Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66).

Een onderdeel van de Leergang Professioneel Meesterschap is een bezoek aan de Tweede Kamer in Den Haag geweest, waar de deelnemers in gesprek gingen met Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66). Van Meenen nam de tijd voor de startende leraren en vertelde ze wat zijn werk in de Kamer precies inhoudt. Ook nodigde hij de deelnemers uit hun vragen of opmerkingen vanuit het werkveld te e-mailen. Politici hebben namelijk inhoudelijke voeding nodig vanuit de scholen. Verder was er ruime gelegenheid voor het stellen van vragen en een kort college over de bestuurlijke inrichting van het Nederlandse onderwijs.

Page 5: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

5april 2015

Initiatiefnemers CNV Onderwijs en de VO-raad hebben hard gewerkt om de pilot zomerscholen uit te breiden tot een landelijke invoering van het concept. Vanaf komende zomer kunnen scholen die zich hebben aangemeld financiering ontvangen voor een zomerschool. Deze kan per school of in samenwerking met andere scholen worden georganiseerd. Drie jaar geleden kwam CNV Onderwijs met het idee om zomerscholen in te zet-ten om het zittenblijven terug te dringen. Twee jaar lang is er een pilot geweest

met vijftien scholen, waarbij de effecten zijn gemeten en waaruit is gebleken dat ongeveer 85 procent van de deelnemers alsnog bevorderd wordt. En nu vinden door heel Nederland voorbereidingen plaats voor zomerscholen. Dit is een geweldig succes voor de onderwijssector die daarmee heeft bewezen te kunnen en te durven innoveren.

Meer informatie vindt u op www.zomer-scholenvo.nl en op de website van CNV Onderwijs.

Landelijke invoering zomerscholen

Bent u tevreden over uw lidmaat-schap en raadt u het ook uw collega aan? Maak dan nu gebruik van de actie Samen één!Met deze unieke actie vieren we de lente met heel veel voordeel. Wanneer u een nieuw lid voor CNV Schoolleiders of CNV Onderwijs aanbrengt, maakt u kans op een fiets van de Fietsfabriek. Daarnaast ontvangt u een cadeaubon naar keuze. Het nieuwe lid ontvangt met deze actie twee jaar lang 50 pro-

cent korting op de contributie en maakt kans op een goed gevulde picknick-mand ter waarde van 55 euro (studen-ten zijn uitgezonderd van deze actie). Om een nieuw lid in te schrijven, kunt u gebruik maken van de bon op de achter-kant van dit nummer van Direct. De actie is geldig tot en met 30 juni 2015. Na de actieperiode wordt onder alle aanbrengers de fiets verloot. Kijk voor meer informatie over de actie op de website www.jestaatnietinjeeentje.nl.

Voorjaarsvoordeel: Samen één

Joany Krijt spreker op internationale onderwijsconferentieOp uitnodiging van Educa-tion Interna-tional en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is CNV Onder-wijs-voorzitter Joany Krijt naar Canada gevlogen voor de International Summit on the Teaching Profession. Zij hield daar, samen met staatssecretaris Dek-ker, een speech over innovatie in het onderwijs. Krijt benadrukte dat innovatie van onderop moet komen en vertelde over de verschillende mogelijkheden waarop in Nederland innovatie wordt ondersteund.

Update CAO POCNV Schoolleiders heeft in een korte peiling aan de leden gevraagd wat zij belangrijk vinden voor de nieuwe CAO PO 2015-2016. Onder de titel ‘De schoolleider is even kwetsbaar als cruciaal’ hebben wij u geïnfor-meerd over de uitkomsten van de peiling en wat dat betekent voor de inzet naar de cao 2015-2016. Deze inzet is meegenomen in de inzet van CNV Onderwijs. Met de andere bon-den is vervolgens overeenstemming bereikt over de gezamenlijke inzet richting de werkgeversorganisatie, de PO-raad. Met het uitwisselen van deze gezamenlijke inzet van de bonden met de inzet van de PO-Raad voor de nieuwe CAO PO 2015-2016, zijn eind februari de onderhandelin-gen voor de nieuwe cao gestart.

Page 6: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

MR PartnerschapEen professionele school vraagt professionele medezeggenschap.

CNV Connectief Academie onderstreept het belang van een goed

functionerende MR en biedt advies.

Daarnaast biedt de Academie verschillende MR trainingen aan die op uw eigen locatie kunnen worden gegeven. Zowel de basiscursus als de verdiepingscursussen zijn altijd maatwerk.

Voor structurele ondersteuning biedt CNV Connectief Academie het MR Partnerschap aan. Kijk voor meer informatie over advies en Partnerschap op www.cnvo.nl/academie, bel (030) 751 17 47 of stuur een e-mail naar [email protected].

Page 7: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

CNVStandpunt

7april 2015

“Hier papa, voor jou.” Met een stralende glimlach staat mijn dochter als ik thuis kom voor me met een kleurplaat in haar hand. “Omdat ik je lief vind…”Bij ons in de woonkamer staat een kast waarop alles wat de kinderen maken of meebrengen een plekje krijgt. Deze kleurplaat krijgt natuurlijk een ereplekje! Het beeld van de kleurplaat blijft nog even hangen. Deze kleurplaat zet me aan het denken. Waarom was na ‘dank je wel schat, wat lief van je’ mijn tweede gedach-te ‘ga je de kleurplaat ook nog een keer afmaken?’ Hoe komt het dat ik blijkbaar zo vast zit in mijn idee van het perfect inge-kleurde plaatje, dat ik de meest diepzin-nige boodschap van de kleurplaat miste: “papa, zal ik jou helpen…”. Het stond op de achterkant…Onderwijssystemen zijn soms net kleur-platen. Er is een prachtig plaatje uitge-tekend. Soms best ingewikkeld ook. De werkelijkheid wordt echter bepaald door hoe je de plaat inkleurt. Waarom blijven we maar vasthouden aan het idee dat het plaatje steeds mooier en beter wordt als er meer lijntjes op de kleurplaat staan? Of als er een meer precieze invulinstructie is? Zoiets als ‘iedereen kan schilderen - schilderen op nummer’, zodat zelfs de kleur vooraf bepaald is. Iedereen kan al schilderen – op de achterkant. Maar niet iedereen kan professor worden.

In het artikel ‘Het einde van de adviseur. Het adviesvak op de schop’ op manage-mentsite.nl rekent Lenette Schuijt af met het maakbaarheidsdenken. “In de dagelijkse werkelijkheid zijn medewerkers voortdurend aan het improviseren en inspelen op wat er concreet gebeurt, waarbij ze dikwijls de wil hebben om er het beste te maken. Juist dat streven betekent dat ze veel moeten rommelen en regelen, vaak ondanks de organisatie waar ze in werken. Daarbij laten ze zich niet leiden door het strategisch beleidsplan, de veranderagenda of door KPI’s.”Ik denk hier nog even verder over na.Dank voor de vele reacties op de inzet die CNV Schoolleiders formuleerde naar aanleiding van uw input. De quote ‘ga uit van vertrouwen en regel wat minimaal geregeld moet worden’ vond veel herkenning. De onderhandelingen voor een nieuwe cao po 2015-2016 zijn van start gegaan. Welke lijnen worden uitgete-kend?

Steeds meer schoolleiders zijn geregistreerd (dat is niet hetzelfde als ‘inge-schreven’) in het schoolleidersregister. Mooi om te ervaren dat er daarin ruimte is om zelf in te kleuren hoe professionalisering eruit ziet.Morgen weer aan de slag met het nieuwe schoolplan voor 2015-2019. Welke lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren?Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven bieden’. Laten we ons vooral uitspreken over onze waarden, visies en overtuigingen. Kleurplaten uitdelen en daarbij steeds de vraag stellen: welke werelden open ik voor mijn leerlingen en mijn medewer-kers vandaag? Welk perspectief heb ik hen te bieden? Hoeveel ruimte geef ik om de kleurplaat in te kleuren? En welke kleuren geef ik zelf mee? Laten we vooral wel kleurplaten blijven uitdelen. Steeds weer een nieuwe, al was het maar van-wege de achterkant.

Rijk van Ommeren bestuurslid CNV Schoolleiders

Blijven kleuren!

‘onderwijssystemen zijn soms net kleurplaten’

Page 8: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

8 april 2015

n dit artikel bespreken wij de aanleiding van het ontstaan van deze nationale dialoog, de hoofdlijnen van de Kamer-brief, de opdracht van de commissie Schnabel en de rol van

CNV Onderwijs en CNV Schoolleiders.

DE AANLEiDiNgHet is een bekend gegeven dat het onderwijs mee verandert met onze samenleving, die voortdurend in beweging is. Meestal passen de veranderingen binnen de bestaande kaders, maar eens in de zoveel tijd komt het besef dat ook deze ingrijpend zouden moeten wijzigen, wil het onderwijs nog kunnen voldoen

aan zijn voornaamste opdracht: onze kinderen voorbereiden op zelfstandige deelname aan de maatschappij en arbeidsmarkt. Op zo’n punt bevinden we ons nu. De financiële crisis, de hervor-ming van de verzorgingsstaat in combi-natie met bezuinigingen en technologi-sche ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat onze samenleving en zelfs onze manier van leven wezenlijk zijn veran-derd. Hoe past ons onderwijssysteem in

Bezinning op onderwijs in de veranderende maatschappij

i

Waar moet onderwijs op voorbereiden? Op 17 november 2014 lanceerde Sander Dekker, staatssecretaris van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een nationale dialoog over onderwijs in 2032. Tegelijkertijd ontving de Tweede Kamer een Kamerbrief over de toekomstgerichtheid van het funderend onderwijs. De centrale vraag is: hoe kunnen we onze kinderen goed voorbereiden op 2032? Sander Dekker vraagt zich in deze brief af of we onze leerlingen vandaag wel de kennis en de vaardigheden meegeven die ze voor de toekomst nodig hebben.

Onderwijs 2032

Page 9: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

vaardigheid van mensen, bedrijven en onderwijsinstellingen om snel en adequaat in te spelen op veranderingen en nieuwe omstandigheden. Het gaat dan om drie elementen.1. Veerkracht; het vermogen om schokken te kunnen opvangen.2. Adaptatie; het vermogen om soepel te kunnen aanpassen en

voldoende ruimte te creëren om te kunnen experimenteren.3. Een proactieve houding; het leren van fouten en het inspelen

en anticiperen op de actuele situatie.De WRR stelt dat de wijze waarop Nederland kan anticiperen op de maatschappelijke en economische veranderingen, direct verbonden is aan hoe het onderwijs mensen opleidt. Cruci-

9april 2015

deze nieuwe wereld? Op diverse plekken duikt hierover de discussie op.

In 2013 verscheen het advies van de We-tenschappelijke Raad voor Regeringsbe-leid (WRR): ‘Nederland op weg naar een lerende economie’. Volgens de Raad kan het “verdienvermogen van Nederland” alleen nog groeien als de responsivi-teit wordt vergroot. De Raad definieert responsiviteit als het vermogen of de

Bezinning op onderwijs in de veranderende maatschappij

‘hoe past ons onderwijssysteem

in deze nieuwe wereld?’

Onderwijs 2032

Page 10: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

10 april 2015

aal hierbij is te investeren in menselijk kapitaal. Een leven lang leren is nodig om te kunnen anticiperen op de steeds weer veranderende eisen. De grondhouding voor een leven lang leren komt tot stand in het onderwijs. Het gaat dan om creativiteit, probleemoplossend vermogen, communicatie, kunnen omgaan met kennis, burgerschapsvaardigheden en ICT-vaardigheden. Deze vaardigheden worden 21th centurys-kills genoemd.

Ook de OECD, het Sociaal Cultureel Planbureau en de Onder-wijsraad schrijven omvangrijke rapporten over de toekomst-gerichtheid van het onderwijs. De Onderwijsraad concludeert dat er een smalle kijk op onderwijs is ontstaan. Het accent ligt te veel op meetbare resultaten, met name op het gebied van taal en rekenen. En juist de belangrijke, moeilijk meet-bare 21ste eeuw vaardigheden, krijgen te weinig aandacht. Volgens de Onderwijsraad zijn er drie uitdagingen voor het onderwijs. Aller-eerst het zichtbaar maken van de brede onderwijskwaliteit. En dus niet alleen de kernvakken, maar het brede vakkenaanbod, burgerschap en 21th century skills. De tweede uitdaging ligt op het niveau van de overheid en het

onderwijs. Volgens de Onderwijsraad moet de overheid meer gaan sturen op hoofdlijnen en de regie nemen bij belangrijke, grote bestuurlijke veranderingen. De overheid zou daarbij de onderwijsinstellingen meer vrijheid moeten geven en scholen moeten deze vrijheid ook nemen en zich gaan professionalise-ren op alle niveaus. De derde uitdaging, en dat is geen geringe, is dat er onderwijs-kansen moeten zijn voor alle jongeren en niet alleen voor jongeren die cognitief meer mogelijkheden hebben.

DOEL VAN hET ONDERWiJSEen van de meest belangrijke vragen die vooraf gaat aan al deze discussies is de vraag: wat is precies het doel van het on-derwijs? Een vraag die wel gesteld wordt, maar waarop zelden een antwoord gegeven wordt. Biesta stelt dat de vraag wat nu goed onderwijs is, alleen te beantwoorden is als je weet wat je met het onderwijs wilt bereiken. Volgens Biesta heeft het onderwijs drie doelen: kwalificatie, socialisatie en subjectifica-tie (ontwikkeling van de persoon). Dat zijn veel ruimere doelen dan bijvoorbeeld staatssecretaris Dekker in zijn Kamerbrief

stelt: “Goed funderend onderwijs legt de basis voor een succesvolle loop-baan. Maakt van kinderen van nu de competente, zelfbewuste, creatieve volwassenen van de toekomst. Goed onderwijs stoomt leerlingen klaar om te kiezen voor een vervolgstudie of een beroepsopleiding. Levert jonge volwassen af die actief bijdragen aan de samenleving en economie.” Deze beleidslijn beschrijft meer een econo-mische visie op onderwijs.

ONDERWiJS 2032De start van de nationale dialoog over de vraag wat een leerling nodig heeft als hij of zij bijvoorbeeld in 2032 van school komt, gaf Dekker via een brain-stormfase (via onder andere Twitter) en het openen van een website: onder-wijs2032.nl. In februari 2015 werden de resultaten van brainstormfase gepre-senteerd, ondergebracht in de thema’s kennis voor leren en werk, maatschap-pelijke vorming en persoonsvorming.Veel reacties betroffen de sociale as-pecten van het onderwijs. Veel mensen vinden dat in het curriculum zelfont-plooiing en creativiteit meer nadruk moeten krijgen, evenals het bijbrengen van sociale vaardigheden. Daarnaast werd aandacht gevraagd voor de ontwikkeling van toepasbare kennis enerzijds en de meer tijdloze univer-sele vaardigheden anderzijds. Er moet bovendien meer ruimte komen om het onderwijs op leerlingen aan te pas-sen, in plaats van dat zij zich moeten voegen naar normeringen, toetsen en één curriculum. Respondenten noemen ook dat er meer vertrouwd mag worden op het vakmanschap van de docent, dat vrijheid en vertrouwen bijdragen aan hun plezier, passie en betrokkenheid. Docenten dienen wel open te staan voor verandering. Het accent mag meer komen te liggen op het aanleren van praktische vaardigheden. Bijvoor-beeld op het vlak van programmeren, ICT, techniek, ondernemen, natuur, gezonde leefstijl en lezen en schrijven.

‘veel mensen vinden dat in het curriculum zelfontplooiing

en creativiteit meer nadruk moeten krijgen’

Page 11: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

11april 2015

Tot slot wijzen respondenten op het benutten van goede voorbeelden uit het buitenland.

Na de brainstormfase is de dialoogfase van start gegaan. In een tweede Kamer-brief kondigt Dekker het Platform Onder-wijs 2032 aan onder leiding van Paul Schnabel. Het Platform Onderwijs2032 gaat in gesprek over de onderwijsinhoud in Nederland via de sociale media en door aan te sluiten bij bijeenkomsten en gesprekken die in het land plaatsvinden. Eind 2015 komt het Platform #Onder-wijs2032 met een advies aan het kabinet. Dit advies moet in 2016/2017 leiden tot vernieuwde kerndoelen en eindtermen voor het primair en voortgezet onderwijs. Kijk ook eens bij www.onsonderwijs2032.nl

TOEKOMSTBESTENDighEiDDe Onderwijsraad is begonnen aan een verkennende studie met als vraag of restauratie van het huidige onderwijs-bestel ook voor de toekomst afdoende is, of dat het wenselijk is de pijlers zelf ter discussie te stellen, zodat (op termijn) een ander bouwwerk kan ont-staan. De huidige pijlers zijn publieke bekostiging, gelijke kansen, brede toegankelijkheid, variëteit en differenti-atie. In een startdossier zijn trends en risico’s beschreven.Als trends worden gesignaleerd een lager onderwijsbudget als gevolg van een stagnerende economie, onvoldoende gekwalificeerd personeel als gevolg van vergrijzing, meer diversiteit in de klas door de komst van niet-westerse immi-granten, de nieuwe taak om leerlingen op te voeden tot wereldburger, verande-rende waarden met meer nadruk op vrij-heid, zelfexpressie en minder autoriteit en tenslotte onvoldoende integratie van ICT in het curriculum in combinatie met een tweede digitale kloof tussen mensen die ICT al dan niet productief kunnen gebruiken.Aan deze trends zijn risico’s verbonden. Minder onderwijsbudget maakt bijvoor-

beeld zittenblijven een te kostbare zaak. Momenteel gaat daar 10 procent van het budget voor het primair en voortgezet onderwijs aan op. Dat maakt dat het onderwijs efficiënter ge-organiseerd zal moeten worden. Een ander risico is de vroege selectie die op termijn grotere ongelijkheid kan veroorzaken. Het onnodig grote verschil in prestaties tussen vijftienjarige leerlingen in het algemeen onderwijs en het praktijkgericht onderwijs draagt daaraan bij. Een ander zwak punt in het onderwijssysteem is het op peil houden van het aantal goede leraren. Veel ervaren leraren stromen op korte termijn uit en er is een tekort aan gekwalificeerde leraren. Zonder vol-doende kennis, ervaring en vertrouwen om als professional te functioneren zal het beroep van leraar te weinig nieuwe goedopgeleide docenten aantrekken. Verdere professionali-sering van al werkende leraren is daarom van groot belang. Aan het plaatje van toekomstbestendig onderwijs mogen glo-balisering en ICT niet ontbreken. Ondanks dat nog niet helder is hoe het onderwijs studenten hierop moet voorbereiden, zal toch een antwoord moeten worden gezocht.

21STE EEUW VAARDighEDEN iN CURRiCULUM fUNDEREND ONDERWiJSIn het onderwijsdebat worden naast digitale geletterdheid ook andere vaardigheden genoemd die met het oog op de toekomst van belang zijn voor leerlingen, zoals mediawijsheid, informatie-vaardigheden, computational thinking, advanced skills en 21ste eeuw vaardigheden. De vraag is wat deze vaardigheden precies inhouden en in hoeverre ze aandacht zouden moeten krijgen in het onderwijs. SLO heeft deze begrippen verhelderd en heeft onderzocht hoe digitale geletterdheid en 21ste eeuw vaardighe-den zijn beschreven in het beoogde curriculum, dat wil zeggen in de landelijke leerplankaders (kerndoelen, referentieniveaus) en de leermiddelen en het uitgevoerde curriculum: de lesprak-tijk.

Buiten kijf staat dat er in het onderwijs meer aandacht moet zijn voor 21ste eeuw vaardigheden teneinde leerlingen optimaal toe te rusten. Door vergelijking van verschillende modellen is onderzocht om welke vaardigheden het precies gaat en welke in het onderwijs aan de orde gesteld moeten worden. Digi-tale geletterdheid behoort daartoe in ieder geval. Leerlingen moeten vaardiger worden in het omgaan met ICT en vaardig-heden verwerven, zoals communiceren, probleem oplossen en kritisch denken. Het gebruik van ICT zou een essentieel onderdeel moeten zijn van een leeromgeving die de ontwikke-ling van 21ste eeuw vaardigheden stimuleert. ICT is een krachtig leermiddel dat het aanleren van 21ste eeuw vaardigheden kan ondersteunen.In een conceptueel kader worden de volgende vaardigheden toegelicht: creativiteit, kritisch denken, probleemoplossende vaardigheden, communiceren, samenwerken, digitale gelet-

Page 12: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

12 april 2015

terdheid, sociale en culturele vaardigheden en zelfregule-ring. Deze beschrijving kan helpen om in de discussie tussen verschillende partijen dezelfde taal te spreken en geeft hand-vatten voor de vertaling naar de eigen onderwijspraktijk.

EN hOE NU VERDER?Op verschillende niveaus vindt er een dialoog plaats over het curriculum van het funderend onderwijs. Opvallend blijft dat een antwoord op de vraag wat de overheid met het onderwijs wil bereiken nog steeds ontbreekt. Een tweede kritiekpunt in deze hele discussie is, dat niemand weet hoe de toekomst er in 2032 uit ziet. Het is veel beter om leerlingen brede kennis en vaardigheden mee te geven, zodat ze dan kunnen anticipe-

ren op hoe de samenleving er dan uit ziet. Gaan we nu allerlei kennis- en vaardigheden voorschrijven met het gevaar dat dit in 2032 helemaal niet meer aan de orde is? En een derde kritiekpunt is dat de dialoog vooral gevoerd moet worden met het onderwijsveld zelf. Dat er ruimte moet blijven voor scho-len om zelf het onderwijs te kunnen inrichten.

DE DiALOOg OP UW EigEN SChOOLStichting SLO heeft een zeer bruikbare editie over de Nationale Onderwijsdialoog 2032 uitgebracht: www.slo.nl/publicaties/magazine/crrclm. Er staat een lezenswaardig interview in met Van den Akker en Was lander. Beiden stellen dat de schoolleider een grote rol speelt in het starten van het gesprek op school. Als een schoolleider dit gesprek niet start, kan je van docenten ook niet verwachten dat zij uit zichzelf de verbinding leggen tussen hun werk in de klas en de overkoepelende vraag wat je nu met onderwijs wil bereiken.SLO beschrijft twee modellen van waaruit het leerplan-gesprek op school gestart zou kunnen worden. Het eerste model is gebaseerd op de verschillende verschijningsvormen van het curriculum. We hebben het dan over het beoogde curriculum, het uitgevoerde curriculum en het gerealiseerde curriculum. Bij het beoogde curriculum gaat het over de visie van school op het onderwijs. Bij het uitgevoerde curriculum gaat het over het feitelijk gerealiseerde leerproces. En bij het gerealiseerde curriculum gaat het over de feitelijke resulta-ten van de leerlingen.Het tweede model wordt het curriculaire spinnenweb ge-noemd. Tien leerplancomponenten die tezamen het curricu-

lum vormen met in het midden de visie van de school. De tien leerplancompo-nenten staan daar om heen: leerdoelen, leerinhoud, leeractiviteiten, docentrol-len, bronnen en materialen, leerom-geving, groeperingsvormen en tijd en toetsing. Al deze componenten hangen met elkaar samen.SLO heeft een brochure gemaakt voor het voeren van het leerplangesprek: samen met uw team, te vinden op http://curriculumvandetoekomst.slo.nl.

CNV ONDERWiJS PARTiCiPEERTDe discussie over het toekomstige curriculum is nog volop gaande en zal uiteindelijk een breed gedragen visie moeten opleveren. Als het aan CNV Onderwijs ligt, voelen schoolleiders en hun team zich eigenaar van het nieuw uit te voeren curriculum en motiveert het hen dit op te nemen in hun eigen onderwijsvisie.CNV Onderwijs participeert in verschil-lende commissies, zoals de commissie arbeidsmarkt en onderwijs van de SER en de commissie doorlopende leerlijnen van de Stichting van het Onderwijs. Ook is CNV Onderwijs uitgenodigd voor een gesprek met de commissie Schnabel.

PRAAT MEEU kunt ook meepraten met de commissie Schnabel via www.onsonderwijs2032.nl.Er worden regionale debatbijeenkom-sten gepland. De vraag die daarbij cen-traal staat: wat zou u willen veranderen om het curriculum toekomstbestendig te maken? U kunt hiervoor het beste de website van www.onsonderwijs2032.nl in de gaten houden. Ook via de nieuwsbrief van CNV Schoolleiders houden we u op de hoogte.

Heeft u tips, suggesties of andere op-merkingen, dan kunt u deze mailen naar Myriam Lieskamp of Petra Overbeek van CNV Onderwijs via [email protected] of [email protected].

Petra Overbeek en Myriam LieskampCNV Onderwijs

‘icT is een krachtig leermiddel dat het aanleren van 21ste eeuw

vaardigheden kan ondersteunen’

Page 13: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

13april 2015

et sectorakkoord is onderverdeeld in zeven ambities: uitdagend onderwijs voor elke leerling, eigentijdse voor-zieningen, partnerschap in de regio, scholen als lerende

organisaties, toekomstbestendigheid organiseren: koppeling van onderwijs- en personeelsontwikkeling en nieuwe verhou-dingen in verantwoording en toezicht.

BREDE VORMiNgAmbitie 3 uit het sectorakkoord heeft als titel ‘Brede vorming voor alle leerlingen’. Die ambitie wordt onder meer uitgewerkt in de concrete afspraak dat een leerling vanaf schooljaar 2015/2016 naast een schooldiploma en cijferlijst, een document krijgt, waarop staat welke (andere) resultaten/vaardigheden deze leerling heeft laten zien in het voortgezet onderwijs. Dit wordt het ‘plusdocument’ genoemd. In het document kan wor-den beschreven wat leerlingen hebben gedaan in bijvoorbeeld talentprogramma’s of tijdens stages en hierin kunnen speci-fieke vaardigheden op het gebied van bijvoorbeeld creativiteit of sport worden opgenomen. Voor vmbo-leerlingen kunnen vaardigheden uit de beroepsgerichte programma’s worden opgenomen. Ook is het de bedoeling dat ervaringen en oordelen van bedrijven of maatschappelijke organisaties over leerlingen

in het document worden vermeld.Scholen kunnen met het plusdocument laten zien hoe ze hun ambitie een brede vorming voor alle leerlingen aanbieden, in de praktijk brengen. Niet alleen kwa-lificatie, maar ook activiteiten gericht op socialisatie en persoonsvorming maken immers deel uit van het (school)pro-gramma. Voor leerlingen kan het plus-document relevant zijn voor de toelating tot het vervolgonderwijs en kan het de basis vormen voor hun cv, waaraan ze in hun (school)loopbaan verder werken.

PRAKTiJKIn de praktijk betekent invoering van het plusdocument dat scholen goed zicht moeten hebben op het (totale) functio-neren van de leerlingen. Vaardigheden zijn immers meestal niet vakspecifiek.

Ook moet wat de leerlingen gedurende hun schoolloopbaan aan vaardigheden verwerven in het plusdocument worden opgenomen. De VO Raad is bezig met de ontwikkeling en implementatie van deze afspraak en haalt daarvoor ook informa-tie op uit het veld.

Kyra KeybetsBeleidsmedewerker CNV Onderwijs voortgezet onderwijs

Op 17 april 2014 heeft de VO-Raad met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Sectorakkoord voor het voortgezet onderwijs 2014-2017 afgesloten. het sectorakkoord beschrijft de ambities voor het voortgezet onderwijs en bevat afspraken over prioriteiten, doelstellingen, maatregelen en investeringen in het voortgezet onderwijs. Een van de afspraken in het akkoord is dat de leerling een document krijgt met daarin beschreven zijn andere resultaten en vaardigheden: het plusdocument.

Plusdocument in het voortgezet onderwijs

13april 2015

h‘Welke extra vaardigheden laten leerlingen zien?’

Page 14: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

14 april 2015

mijn school

Het jaarlijks ritueel van de aanmelding vindt weer plaats. De kinderen van het primair onderwijs trappelen aan de poor-ten van het voortgezet onderwijs om toe-gelaten te mogen worden. De jaarlijkse dans van het primair naar het voortgezet onderwijs, waar kinderen na een zomer-vakantie ineens leerlingen geworden zijn, is weer in volle gang. Mijn mensen werken zich drie slagen in het rond om gesprekken, dossiers, observaties en an-dere relevante zaken in orde te maken voor een nieuwe lichting. Een nieuwe lichting van praktijkschool jongeren.Het lijkt een weinig populaire bood-schap om af te geven aan de om-geving dat er een nieuwe lichting praktijkschool jongeren aankomt in het voortgezet onderwijs. Alsof het gaat om een groep die je beter maar niet in huis kunt hebben, waarover je maar beter geen advies kunt geven. Toch zijn ze er wel, jongeren die aangewezen zijn op deze tak van sport.Laatst mocht ik spreken over ons prak-tijkonderwijs met aanstaande leraren in het primair onderwijs. Vierdejaars leerlingen op een pabo in Nederland hebben weinig weet over wie wij zijn in onderwijsland, laat staan over wat en hoe wij het doen in onderwijsland. Dat gebrek aan kennis doet mij twijfelen aan de pr-molens die waaien in het onder-wijsland. Mogen wij wel bestaan? Moet ik bang worden, omdat het advies van basisscholen belangrijker wordt? Kennen de leraren in het primair onderwijs ons voldoende om een advies te geven als

het gaat over kinderen voor het praktijk-onderwijs?Het laatste wat ik wil, is twijfelen, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik heb veel minder aanmeldingen dan in de laatste vijf jaren, terwijl krimp in het

voortgezet onderwijs hier nog niet aan de orde is. Wordt Nederland dan toch echt slimmer? Kan het verschil in aanmeldin-gen komen door andere zaken; groeien de andere praktijkscholen in de regio?Net toen de twijfel bijna was verdwe-nen, gebeurden er twee dingen die de twijfel in alle hevigheid deden oplaaien.

Onderweg naar school luisterde ik naar Radio 1, waar een mevrouw van een ouderbelangenorganisatie pleitte voor inspraak van ouders in het advies van primair naar voortgezet onderwijs. “Ou-ders zijn immers ervaringsdeskundigen van hun eigen kind”, zo beluisterde ik het pleidooi. Ik persoonlijk gruwel van zoveel onwetendheid bij een klein deel van de ouders van Nederland, die zo lijken te

spreken voor een groot deel van alle andere ouders, maar dit even terzijde.

Een tweede twijfel zaaiende factor kwam uit een leerlingdossier. Een hulpverlener had op basis van een doorverwijzing van de huisarts naar een psycholoog het advies gegeven aan een basisschool om het advies praktijkonderwijs om te zetten naar vmbo basisbe-

roeps, omdat het kind op het praktijk-onderwijs wellicht ondervraagd zou worden. Opnieuw kreeg ik de rillingen over mijn rug en begon ik een partij te gruwelen.Ik zie een nieuwe wereld voor me. Een wereld waarin ik als school tegen

ouders en hulpverleners ga vertellen wat zij allemaal fout doen. Ik ga ze ver-volgens voorzien van opvoedadviezen en alvast hulpverleningstrajecten bepalen voor het geval dat nodig mocht blijken. Kom, kom schoenmakers van Nederland blijft bij uw leest. Praat vooral over waar-voor u ter wereld bent gekomen, maar wees wijselijk stil over zaken die niet aan u zijn besteed. Spreken is zilver, maar zwijgen is goud.

frank is directeur van een praktijkschool in het voortgezet onderwijs. hij deelt zijn ervaringen als schoolleider uit de praktijk. Kijk mee over zijn schouder.

Spreken is zilver

Page 15: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

15maand 2011

Open mind

15april 2015

U kunt reageren op deze column via [email protected].

Studenten en docenten in het Maagdenhuis verwijten het universiteitsbestuur dat het te ver is afgedreven van het universiteitshart. De mate waarin zij de universiteit leidt als bedrijf is doorgeschoten en te veel gedre-ven door rendementdenken. Bestuurders vervreemden zich van de academische praktijk en van de cultuur die deze moet ondersteunen. Studenten en docenten zijn vasthoudend en lijken een goede antenne te hebben voor wat er in de samenleving leeft. De spanning tussen bestuur en beroeps-praktijk is herkenbaar in veel scholen. Niet iedereen reageert positief op de actie. Wel-licht voelen bezetters zich gesteund door het gevoelde onbehagen in de samenleving, waarin het strikt bedrijfsmatig kijken naar instellingen met een maatschappelijke functie een zichtbaar tekort vertoont, omdat de benadering niet aansluit bij de dynamiek van de beroepsuitoefening. Er lijkt steeds

meer sprake van twee groepen bewoners die een huis bewonen maar elkaars taal verleerd zijn. Zo ontstaan spanningen tus-sen professionals en de bestuurlijke kolom. Ik gebruik de aanduidingen als globale categorieën in de erkenning dat nuances bewust zijn weggelaten. Twee culturen, de bestuurscultuur en de professionele, met elk een eigen idioom, terminologie en redeneerpatronen met achterliggende belangen, om betekenis te geven aan zaken waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen. Twee taalregisters met woorden die naar elkaar verwijzen, die binnen het register samenhang vertonen, maar zich moei-lijk laten verbinden met het taalregister van de ander. Tussen de culturen is een verhouding ontstaan die aangeduid kan worden als asymmetrisch. Bestuurders en managers zijn primair leidinggevend en daarmee beoordelend en pas in de tweede plaats faciliterend. Organogram-men maken dit inzichtelijk. We hebben het afgeleerd om omgekeerd te denken en managers te zien als hulptroepen van professionals. De ingebakken asymmetrie is weinig bevorderlijk voor een harmo-nieuze afstemming tussen de dynamiek waaraan bestuur en management beant-woordt en de dynamiek in de professionele

beroepsuitoefening. Juist omdat de bestuurlijke kolom tekent voor verantwoording richting subsidieverstrekkers, wordt de druk op professionals om zich te richten naar wensen van management vergroot. De bestuurlijke kolom vormt de verbinding tussen bin-nen- en buitenwereld en onderhandelt met de buitenwereld over condities van geldverschaffing. Deze condities worden gewoonlijk niet geformuleerd in het taalregister van professionals, maar in die van de bestuurlijke kolom. Vanuit het perspectief van profes-sionals identificeert de bestuurlijke kolom zich, alleen al door taal, met subsidieverstrekkers. De subsidieverstrekkers voeren met elkaar en met bestuurders debatten over wat wenselijk is, ‘het wat’. Denk aan examenprogramma’s. Dit gaat via de bestuurlijke kolom als resultaat van bijvoorbeeld sectorakkoorden in de richting van de professionele kolom, die dit aangedragen krijgt als een te bereiken resultaat, waarvan zij zelf bepalen ‘hoe’ ze dat realiseren. Dit is de denkbeweging die we kennen uit het rapport van Commis-sie Dijsselbloem die daarmee een, naar verwachting, verlossend onderscheid introduceerde tussen ‘het wat’ en ‘het hoe’. Gelukkig is dit onderscheid op zijn retour en wordt vaker bepleit dat profes-sionals niet alleen als meesters moeten worden beschouwd in ‘het hoe’, maar ook een stem moeten hebben in de bepaling van

‘het wat’ en in het ‘waarom’ en ‘waartoe’. Soms lijkt het erop dat professionals vervreemd raken van zichzelf. Dat merk je als ze aan de bestuurlijke kolom vragen om protocollen – alsof niet zijzelf zich over de wenselijkheid daarvan en inhoud moeten uitspreken. Een interessant verschil tussen de bestuurlijke en professionele kolom is dat de bestuurlijke altijd gericht is op het algemene, terwijl de professional altijd vertrekt vanuit het bijzondere, individuele; de unieke pedagogische relatie tussen leraar en leerling. Terwijl voor de bestuurder/manager het belang van de individuele leerling de uitzondering op de regel is, is voor de professional het meervoud een onvermijdelijke, ongewenste reductie, want altijd wel een reductie. Onderwijsfilosoof Gert Biesta wijst op nog een verschil: bestuur/management heeft als oogmerk controle en risicobeheer-sing terwijl in de kern van het onderwijs: de pedagogische relatie, juist sprake is van risico’s nemen. Opvoeding, onderwijs gaan naar hun aard vergezeld van ongebaande wegen. Hoe kunnen die twee werelden elkaar ontmoeten en binnen een huis in vrede leven? Het lijkt verstandig dat beiden inzien dat er sprake is van twee culturen met elk een taalregister die beiden een legitiem beroep doen op ei-gen verantwoordelijkheid. De bestuurlijke kolom is verantwoording schuldig aan de subsidieverstrekker die eisen stelt, de professional is verantwoording verschuldigd, dan vooral voor hoe professionele standaarden worden toegepast in beslissingen. Vervolgens is het goed als elke partij de behoefte van de ander erkent. Beiden zijn ingesponnen in een cultuur met een eigen dynamiek en informa-tiebehoeften. Het is goed als beiden in eigen huis in gesprek gaan over perceptieverschillen. Gelukkig is er aandacht voor deze span-ning en is het mogelijk deze zo te benoemen dat er een dialoog kan ontstaan in plaats van een conflict.Harm Klifman

Een ongemakkelijke spanning

15april 2015

Page 16: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

16 april 2015

vraag & antwoord

In de beschrijving gaan we uit van een fulltime baan. Tenzij nadrukkelijk anders vermeld, gelden de bepalingen voor parttimers naar rato van de betrekkings-omvang.

VAN JAARTAAK NAAR WEEKTAAKDe totale omvang van de jaartaak van een werknemer wijzigt niet door de invoering van de 40-urige werkweek. Een werknemer heeft een jaartaak van 1.659 uur. Met ingang van 1 augustus 2015 wordt deze jaartaak verdeeld over werkweken van veertig uur. Er zullen dus 41,475 werkweken zijn. Omdat er voor de lestijd die leerlingen moeten krijgen niets verandert, betekent dit dat er enkele werkweken zullen zijn waarin er geen leerlingen op school zijn.

41,475 WEKENMoeten werknemers daadwerkelijk 41,475 weken aanwezig zijn? Veel werk-nemers gaan ervan uit dat ze vanaf 1 augustus 2015 daadwerkelijk veertig uur per week op school moeten werken. Dat is echter niet zo. In de werktijdenre-geling die met instemming van de PMR wordt vastgesteld, wordt onder meer bepaald in hoeverre er sprake is van een plaats- en tijdgebonden weektaak. Voor een deel van de taken is dat vanzelfspre-kend, maar er zijn ook werkzaamheden die uitgevoerd kunnen worden zonder dat daarvoor is vastgelegd waar en wanneer het gebeurt. Voor de 83 uren professionalisering geldt in ieder geval dat de werknemer de invulling daarvan zelf regelt en afhankelijk van de gekozen

invulling geldt dat ook voor het basis-budget van veertig uur voor duurzame inzetbaarheid.Wel is het zo dat de werkgever vooraf-gaand aan het schooljaar met de individuele werknemers afspraken moet maken over de invulling van de 40-urige werkweek. Daarbij geeft hij aan wat de omvang van de lessentaak is, hoeveel uren (of bij het overlegmodel welk percentage van de lessentaak) worden toegekend voor voorbereiding en nazorg, wat de overige taken zijn en hoe de uren voor duurzame inzetbaarheid worden ingezet. Bij alle taken moet hij daarbij ook de totale omvang in uren vastleg-gen. Voor parttimers moet de werkgever bovendien ook vastleggen op welke dagen zij de werkzaamheden moeten verrichten.Uiteraard moet de werkgever eveneens vastleggen wanneer er gewerkt wordt in de weken waarop er geen leerlingen zijn. En ook voor deze weken geldt dat de aan-wezigheidsplicht geldt voor werkzaamhe-

De invoering van de 40-urige werkweek vanaf 1 augustus 2015 roept heel wat vragen op. Er gaat dan ook wel het een en ander veranderen. hoe ingrijpend de veranderingen zijn, hangt voor een deel af van de keuzes die de school maakt. Wat zijn de spelregels voor de 40-urige werkweek?

De 40-urige werkweek in de praktijk

Page 17: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

17april 2015

in de nieuwe regeling wordt gecom-penseerd in de extra werkweken als er geen leerlingen zijn.Deze leerkracht zal dus niet meer hoe-ven werken en als er geen sprake is van een plaats- en tijdgebonden weektaak, zal ook de aanwezigheid op school niet wijzigen. De meest wezenlijk verande-ring zal zijn dat er gedurende ruim twee weken werkzaamheden zullen worden

opgedragen op dagen dat de leerlingen vakantie hebben. Tenminste een deel daarvan zal wellicht plaats- en tijdge-bonden zijn in de vorm van collectieve scholing, vergaderingen en dergelijke.

TAAKVERDELiNgSMODELLENEen school kan kiezen voor het basis-model of het overlegmodel. Het basis-model is voor een groot deel gelijk aan het huidige model. De maximale lessen-taak blijft 930 uur. Wel is nu expliciet geregeld dat de werkgever met het team afspreekt welke taken er binnen de school uitgevoerd moeten worden. Vervolgens wordt met instemming van de PMR vastgesteld welke taken er zijn en hoeveel uur daarvoor beschikbaar is. De werkgever maakt daarna met iedere individuele werknemer een afspraak over de individuele jaartaak, zoals dat nu ook gebeurt.Het overlegmodel kan worden inge-voerd als de PGMR daarmee instemt. Per school wordt vervolgens een invoeringsplan gemaakt, waarin in ieder geval is opgenomen welke taken onder de opslagfactor voor-/nazorg vallen en op grond van welke zaken per individu de opslagfactor wordt vastgesteld. De opslagfactor moet uitkomen op een percentage van minimaal 35 procent en maximaal 45 procent van de lessentaak. De cao bepaalt dat daarbij in ieder geval moeten worden betrokken: groeps-grootte, ervaring, zorgleerlingen en belastbaarheid. Dit invoeringsplan moet

instemming hebben van de PMR en van de meerderheid van het personeel. De stemprocedure voor het personeel over dit plan maakt onderdeel uit van de instemmingsbevoegdheid van de PGMR bij de invoering van het overlegmodel.Vervolgens wordt net als bij het basis-model bepaald welke taken er zijn en hoe de normering daarvan is. Daarbij kan de maximale lessentaak afwijken

van de norm van 930 uur. De werkgever maakt ook in dit model individuele af-spraken met de werknemer over diens jaartaak.

WERKWEKEN zONDER LEERLiNgENOmdat vrijwel geen enkele school werkt met 41 schoolweken, zullen er enkele werkweken zijn, waarin er geen leerlin-gen zijn. Deze werkweken zullen voor het begin van het schooljaar vastgelegd moeten zijn. Het hoeven geen aaneen-gesloten weken te zijn en ze hoeven ook niet allemaal in dezelfde vakantie te vallen. Omdat ze deel uitmaken van de werktijdenregeling, heeft de PMR instemming op het vastleggen van deze dagen/weken. De invulling is onderdeel van de afspraken over de totale jaartaak die met het team en de PMR worden gemaakt.

BESTAAT ER NOg COMPENSATiE-VERLOf?Het compensatieverlof verdwijnt uit de cao. In de praktijk zal het echter, zeker bij een fulltimer, voorkomen dat de lestijd voor een groep leerlingen hoger is dan 930 uur. In dat geval kan de leerkracht van deze groep niet alle lesuren invullen en zal hij een aantal dagen uitgeroosterd moeten worden. In die tijd kan hij niet-lestaken uitvoeren. Als deze echter niet tijd- en plaatsgebonden zijn, kan hij op die momenten wel thuis werken.

Jan Damen, CNV Onderwijs

den die op grond van de werktijden- regeling en het taakbeleid plaats- en tijdgebonden zijn.

WERKTiJDfACTORTot nu toe werd de werktijdfactor afge-leid van de jaartaak van 1.659 uur. Dat verandert bij de invoering van de 40-urige werkweek. Vanaf dat moment geldt voor nieuwe werknemers en voor zittende werknemers die de betrekkingsomvang willen wijzigen, dat de werktijdfactor wordt afgeleid van de 40-urige werk-week. Daarnaast mag de betrekkings-omvang nog uitsluitend in hele uren per week worden uitgedrukt.Om voor parttimers de werktijdfactor te kunnen vaststellen, zal dus ook vast-gelegd moeten worden hoeveel uren een dag en een dagdeel bevatten. Dat hoeven per dag niet noodzakelijk hele uren te zijn, maar uitgaande van een benoeming in hele uren is het wel voor de hand liggend dat een werkdag en ook een dagdeel worden uitgedrukt in hele uren. Iemand met een benoeming voor twee dagen van acht uur heeft dus werktijd-factor 0,4.Voor werknemers die op 31 juli 2015 in dienst zijn, verandert de werktijdfactor niet. Ook de inzetbaarheid per week hoeft voor deze werknemers niet veel te wijzigen. Een voorbeeld verduidelijkt dat. Een werknemer die nu een werktijd- factor heeft van 0,4636 kan bij 39,2 we-ken de lessentaak precies op twee hele dagen invullen (als de lessentaak 5,5 uur per dag is). Maar deze werknemer heeft een jaartaak van 769 uur en omgerekend per week is dat bij 39,2 schoolweken dus 19,6 uur. Voorts zegt de cao dat iemand met wtf 0,4636 ingezet kan worden op vijf dagdelen.

Dat blijft in de nieuwe cao hetzelfde. De weektaak wordt 18,5 uur. Deze leer-kracht kan nog steeds de lessentaak invullen op twee dagen en heeft dan zestien uur gewerkt (bij dagen van acht uur). De overige 2,5 uur blijven beschik-baar voor werkzaamheden op andere dagen.Het verschil tussen de 19,6 uur per week in het huidige systeem en de 18,5 uur

‘er zullen enkele werkweken zijn, waarin er geen leerlingen zijn’

Page 18: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

et jaar 1996 eindigt met een pleidooi in Direct voor de positie van de adjunct. Jo (Ritzen) en Tien (Netelenbos) leiden ons in een artikel de nieuwe tijd in. Actueel wordt dat het ‘onder-

wijs in eigen, allochtone levende taal’ (OALT), opvolger van OET, verdwijnt uit de school. Het moet maar buiten de reguliere lessen gegeven worden. Jan Oskam schrijft (januari 1997) over de tussen- doelen voor het onderwijs in groep 1 en 2. Liever, veel liever dat, dan een kleutertest, stelt hij. Ook al zo’n never ending story. Daarover gesproken, het artikel ‘Inspecteur van controleur naar meedenker’ geeft de zoveelste verbetering aan in het werk van de inspecties. En nu in 2015 komen ze weer aan met verbeteringen. Ja, nieuwe tijden. Ook het luxeverzuim krijgt aandacht. De leerplicht-ambtenaar wordt strenger.

De ontwikkelingen rond WSNS gaan gewoon door, ondanks alle protesten. De rugzak verschijnt aan de horizon, ondanks alle pro-testen en de samenbundeling van besturen zet door, ondanks alle protesten. Daar ligt misschien de kiem van het gegeven dat er nooit naar protesten geluisterd is in de afgelopen dertig jaar. Die zijn er altijd, denken beleidsmakers, dus ga er handig mee om, negeer en pareer ze en ga gewoon door. In hetzelfde kader staat de oneindige reeks artikelen over de Cito-eindtoets. Het taakbeleid is ook volop in het nieuws. Hoe bepaal je het aantal minuten voor de verkeerscom-missie of de keukeninkoop? Gelukkig hebben we nu (2015) allemaal digitale systemen die alles uitrekenen. Blijft hoe ervaart je team dat en dat is niet veranderd.

Op 1 augustus 1998 is de seniorenregeling een feit. Extra vrije uren voor mensen van boven de 55. BAPO kan flexibel opge-nomen worden. Dan volgen nog vijftien bepalingen om het makkelijk te maken. Ook de vrouwen in de schoolleiding komen om de hoek. Het plan (uit 1993?) ’Vrouw en management’ is niet echt een succes, dus tijd voor een nieuw plan. Zo doe je dat.Een onderwerp waarover je vandaag de dag nauwelijks meer iets hoort, is klassen-verkleining. Op 1 augustus 1997 werd die (laatste?) maatregel genomen. Ook de normjaartaak wordt naar beneden aange-past, op richting de 36 uur. Het sparen van uren voor eerdere pensionering komt in zicht. Wat een tijd. Op 1 januari 1998 krijgt het onderwijs er 0.75 procent bij. Direct berekent dat daarmee de achterstand ten opzichte van andere sectoren is opgelopen tot meer dan 3 procent.Eindelijk een artikel over ICT in februari 1998. Nee, ICT leefde nog niet in die tijd. Voer voor hobbyisten en de PR-factor was nog onderbelicht. Het ministerie foetert dat er per tien leerlingen een computer moet zijn en trekt er vijftig miljoen gulden voor uit. Ze doet haar naam eer aan: mini-sterie. Het optimisme spat ervan af. In het maartnummer het vervolg. Er komen voorhoedescholen. Daar moet software en scholing ontwikkeld worden. Het jaar 2000 nadert echter met rasse schreden.De gezondheid van de directieleden baart Direct zorgen. Een artikel over stress- management kan zo vandaag herplaatst worden. Een gewichtige zaak. Ook gewich-tig is de gewichtenregeling. Deze wordt herijkt. Dat is een Haags woord voor naar beneden aangepast. Schrik in den lande. En daarbij blijft het niet. Het jaar 2000 nadert.Hiermee stuur ik u weer de dagelijkse onderwijswei in. Reacties kunt u mailen naar [email protected].

Met dank aan: Arie van Leeuwen, Henk Wijnolts, Jan Maasland, Hielke Doetjes, Wolter Smit, Albert Jan van Klaveren, Ankie den Hollander, Jan Oskam en vele anderen.

Chris Lindhout

Chris Lindhout is al 25 jaar als redacteur verbonden aan Direct. Tijd voor hem om achterom te kijken naar waar we ons in al die jaren druk over hebben gemaakt. hij doet verrassende ontdekkingen in de archieven van Direct. Lindhout neemt ons mee naar de goede oude tijd en slaat een brug naar de goede hedendaagse tijd.

h

18 april 2015

Page 19: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

19april 2015

De gesprekkencyclus kan een betekenis-volle katalysator zijn voor professio-nele ontwikkeling van medewerkers en scholen. In de praktijk wordt hij echter niet altijd zo benut. Alleen als leiding-gevenden medewerkers serieus nemen, krijgen begrippen als ‘nieuwsgierig zijn’, ‘in je kracht komen’, ‘aandacht voor’, ‘waarderen’, ‘meer energie’ en ‘een leven lang leren’ echt betekenis. Hoe zorg je voor een betekenisvolle gesprekken-cyclus? Dit boek biedt een breed scala slimme en effectieve ideeën, tips en adviezen. In het boek vindt u onder meer welke instrumenten u kunt inzetten, wat u moet weten over belangrijke juridische aspecten, wat u het beste kunt doen bij disfunctionerende medewerkers én bij medewerkers die excelleren, en – ook – wat u vooral niet moet doen in de ‘Top 10 om een gesprekkencyclus te laten mislukken’.

gESPREKKENCyCLUS: VAN ziNVOL NAAR BETEKENiSVOLSuzanne Witteveen, Hans van Willegen, Henk Hendriks e.a.ISBN: 9789491806421Uitgeverij Pica€ 32,50

Positive Behavior Support is een effectief gebleken schoolbrede aanpak, gericht op het expliciet maken en stimuleren van gewenst gedrag. Net als ‘gewone’ vakken als taal, rekenen en biologie, kun je leerlingen gewenst gedrag leren door duidelijk en consequent te zijn in wat je van hen verwacht. Het doel van PBS is om leerprestaties te verbeteren door een sociale omgeving te scheppen die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Hiervoor worden methoden aangereikt op het niveau van de school, de klas en de individuele leerling.In deze herziene uitgave staan onder meer een extra hoofdstuk over agres-sie en pesten, uitgebreidere strategieën, tips, scenario’s, formats en voorbeelden van gedragsverwachtingen en formulie-ren, gedetailleerde voorbeelden en cases en ideeën van scholen die met succes PBS hebben geïmplementeerd.

PBS – gOED gEDRAg KUN JE LEREN!Annemieke Golly en Jeff SpragueISBN: 9789077671986Uitgeverij Pica€ 52,50

Jaarlijks krijgen ouders van zo’n 19.000 kinderen te horen dat hun kind Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) heeft, bijvoorbeeld door een val, ongeluk, neurologische aandoening of ziekte. Afhankelijk van de plaats en aard van het letsel kan het kind problemen in het dagelijks functioneren, het leren, gedrag en de belastbaarheid blijven ervaren. Dit betekent dat ouders, het onderwijs en de hulpverlening voor de uitdaging staan om voor deze leerlingen een − vaak langdurig − zorg- en onderwijstraject te realiseren. Voor de leerkracht biedt dit boek inzicht in de veranderde leefwereld van het kind en toepasbare handelingsadviezen. Wat kun je doen om de leerling te begeleiden in de eerste periode na het letsel? Hoe krijg je zicht op wat er veranderd is in het functioneren van de leerling en wat is nodig om hem zo optimaal mogelijk te laten functioneren?

iK hOU NOg STEEDS VAN APPELTAARTSuzanne de Roos en Diana MoonenISBN: 9789491806360Uitgeverij Pica€ 23,95

boeken

Page 20: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

20 april 2015

ositive Behavior Support. Een van origine Amerikaans pedagogisch model dat de afgelopen jaren in Nederland en elders in Europa in geadapteerde vorm flinke opgang

maakt in zowel het primair als in het voortgezet onderwijs. PBS is namelijk geen dogmatische mal waar je als school in geperst moet worden, maar veel meer een pedagogiek van vertrouwen

die eigen vormen mag aannemen, passend bij de schoolcultuur. Het vertrouwen bijvoorbeeld dat bemoediging meer oplevert dan straf en dat een positief leefklimaat het niet alleen ‘leuker’ maakt op school (dat ook), maar dat er ook beter wordt geleerd. In de woorden van pedagoge Rita Pierson: ‘students don’t learn from people they don’t like’.

gROEN gEDRAgOp het Corderius College in Amersfoort zijn we een aantal jaren geleden begonnen met de stapsgewijze invoering van PBS,

waarbij we zowel het personeel als de directie hebben betrokken. Want juist omdat het de hele schoolcultuur betreft, kan PBS niet zonder voldoende draag-vlak. Een van de eerste dingen die je dan ook met elkaar doet, is nagaan of er een probleem is, waarvoor PBS mogelijk een oplossing zou kunnen zijn. Op onze school bleek dat het weglekken van te veel energie aan die handvol leerlingen in de klas die vaak te laat komt, de boeken thuis heeft laten liggen en onder tafel eindeloos druk blijft met WhatsApp. Dat groepje met (in PBS-termen) ‘geel ge-drag’ krijgt wel vaak de meeste aandacht, terwijl er voor de leerlingen die wél goed mee doen (‘groen gedrag’) vaak nauwe-lijks een compliment af kan. PBS helpt om dat klimaat om te draaien.

Cultuurverandering met diepgaande impact op identiteit

PBS: de synergie van een positief pedagogisch klimaatWat is er eigenlijk veel goeds te melden op onze scholen. Ondanks alle (werk)druk van buiten én van binnen wordt er dag in dag uit heel wat gepresteerd, vaak met een enorme bezieling en plezier. Toch lekt er veel energie weg aan kleine correcties, weinig inspirerende vergaderingen en ‘zuigende’ leerlingen, waardoor de beleving van een schooldag heel anders kan zijn. PBS kan helpen om de positieve dingen die er al zijn te verbinden en te structureren tot een positief en voorspelbaar pedagogisch klimaat met een aanstekelijk synergie, waarvan iedereen profiteert. Want PBS is niet weer iets wat erbij komt, maar vooral de dingen anders doen.

P

‘Juist omdat het de hele school -cultuur betreft, kan Pbs niet

zonder voldoende draagvlak’

Page 21: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

21april 2015

PBS begint dan ook doorgaans met het verwoorden en visualiseren van dat groene, gewenste gedrag, want wat je aandacht geeft, groeit. We nemen te vaak aan dat leerlingen wel weten hoe het hoort, maar dat valt vaak tegen en we zijn lang niet altijd in staat om de motieven erachter positief te verwoorden. Waarom zou je niet mogen eten in de klas of ren-nen in de gang? Een eerste fase in de ontwikkeling van PBS is dan ook het ge-zamenlijk nadenken over wat we eigenlijk onder gewenst gedrag verstaan en hoe we dat zichtbaar willen maken en willen aanleren. Een mooi proces van bewust-wording waarbij iedereen betrokken kan worden: van docenten tot leerlingen en van ouders tot conciërges en directie. Want PBS kan alleen maar slagen als het

‘schoolwide’ is, schoolbreed. Iedereen doet mee. Anders blijven het goedkope trucjes met slechts een tijdelijk effect.

iDENTiTEiTMaar het gaat nog een stapje dieper. Gaandeweg ontdekten we namelijk dat dit proces als vanzelf leidt tot het (opnieuw) doordenken van de kernwaarden van de school en daarmee tot goede en verfrissende gesprekken over de identiteit. In studie-dagen en teambijeenkomsten hebben we gemerkt dat dit enorm verbindend kan werken, omdat we een gezamenlijk perspectief ontwikkelden. We hebben onze kernwaarden zelfs in grote let-ters boven de hoofdingang geplaatst: betrokken, verantwoorde-lijk, veilig. Als doel voor ogen, maar ook als weg die we gaan en waarop we aangesproken willen worden. Door elkaar, maar ook door leerlingen en ouders. En dat werkt.Als het gewenste gedrag benoemd is, kan er gewerkt worden aan ‘groene’ interventies om dit gedrag te versterken. Dat gebeurt binnen PBS altijd op basis van data en niet op onder-buikgevoel. Dat helpt om ongewenst gedrag veel scherper te

Page 22: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

lokaliseren en daarmee ook gerichtere interventies te doen. De stroom aan rode kaarten (verwijdering uit de les) in de mavo bij-voorbeeld, kon via registratie in en analyse vanuit Magister her-leid worden tot een relatief gering aantal docenten en leerlingen (klassen), waarmee het probleem direct ‘kleiner’ werd. Vervol-

gens werd een interventie bedacht die met name gericht was op herstel van de relatie aan het einde van de dag, waarbij ook de afdelingsleider was betrokken. De daling van het aantal rode kaarten is spectaculair en deze manier van werken is inmiddels in de hele school geïmplementeerd. Met als direct gevolg meer effectieve lestijd voor de leerlingen met ‘geel’ (of in dit geval zelfs ‘rood’) gedrag en een plezierigere sfeer in de klas.

iMPACTIntussen is de impact van PBS door de jaren heen gegroeid en werkelijk alles wordt er door ‘geïnfecteerd’. Van het aannamebeleid tot de vergaderstruc-tuur van de teams en de inrichting van de kelder (volgens de leerlingen een onveilige plek) tot een beloningssysteem voor gewenst gedrag in de brugklas en ouderbetrokkenheid bij het jaarthema (huiswerk). Een PBS-team, waarin alle geledingen in de school vertegenwoor-digd zijn, begeleidt het hele proces, want deze cultuurverandering vereist continue aandacht, nieuwe ideeën en on-derhoud. Opmerkelijk is hoe vaak we het met elkaar eens zijn over de problemen, leerlingen, docenten en ouders bijvoor-beeld. Niemand vindt de troep in de gang fijn en van een afrekencultuur wordt niemand blij. Samen komen we steeds weer tot nieuwe, verrassende interven-ties met een positieve insteek.Kernvraag bij alles wat we doen is: wat heb je nodig? Een vraag die zowel aan leerlingen die spijbelen wordt gesteld als aan docenten die moeite hebben met de orde in een klas. Steeds op-nieuw blijkt hoe diepgaand deze vraag kan zijn en hoe verstrekkend soms de antwoorden. Vanuit PBS zijn we erach-ter gekomen dat het investeren in een positief klimaat een zaak is van lange adem, die meer en meer een bedding creëert, waarin de goede dingen kunnen gebeuren. Argwaan maakt plaats voor vertrouwen, zowel horizontaal als verti-caal. Random acts of kindness; ze horen inmiddels bij de school. Leerlingen en ouders worden steeds meer betrokken bij schoolontwikkelingen en oplossingen voor gezamenlijke problemen. Kortom: er is veel gaande en tegelijk is er nog heel veel nodig en mogelijk. Maar de synergie is merkbaar, aanstekelijk en treft iedereen. Want: ‘a rising tide lifts all the ships’.

Pim Kalkman, conrector scholing en ontwikkeling Corderius College Amersfoort, adviseur en coach PBS Verus ([email protected])

‘leerlingen en ouders worden steeds meer betrokken bij

schoolontwikkelingen en oplossingen voor gezamenlijke problemen’

PBS-NETWERKDe invoering van PBS in je school kan bijna niet zonder informatie en inspiratie van buitenaf. Verus, de vereniging voor (protestants en katholiek) christelijk on-derwijs, is daarom een PBS-netwerk gestart, waarin scholen die met PBS willen beginnen of al op weg zijn regelmatig samenkomen voor inspiratie, verdieping en uitwisseling van ideeën. Ook bezoeken we scholen voor gesprekken, studiedagen en sinds kort bieden we een traject aan van externe coaching voor de onder-steuning van PBS-teams. Voor meer informatie kunt u terecht bij Pim Kalkman, adviseur en PBS-coach van Verus via [email protected].

april 201522

Page 23: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

column

Soms vraag ik me af hoe leuk het nog is om directeur te zijn. Vanmorgen vroeg begin ik met het regelen van inval voor een door griep gevelde leerkracht. Ik moet haar ziek naar huis sturen. Gelukkig heb ik na drie telefoontjes al beet. Vervolgens vang ik de groep het eerste kwartier op tot de invaller er is. Een moeder die mij heel graag wil spreken, staat al die tijd op me wachten. Uiteindelijk blijkt dat te gaan om een dagje verlof, omdat haar moeder 67 jaar is geworden en haar verjaardag in een vakantiehuisje wil vieren. Ik moet de blaren op mijn tong praten om haar duidelijk te maken dat dit niet mag. Wanneer ik haar de deur wil wijzen, word ik geholpen door

een vertegenwoordiger die ongevraagd binnenloopt. Normaal gesproken stuur ik die meteen weg en zeg dat ze een afspraak kunnen maken, maar nu helpt het me om de moeder naar huis te sturen. Na een kwartiertje wijs ik ook de vertegenwoordi-ger de deur, omdat ik, zoals ik het zeg, een afspraak heb bij een ‘concollega’.Bijna een uur te vroeg kom ik op de school in de buurt aan voor een overleg over de Koningsspelen. Als ik uitleg hoe mijn mor-gen is geweest, snapt Martin, de collega-directeur, me en schenkt koffie in om even gezellig bij te kletsen. Het duurt niet lang

voordat dezelfde vertegenwoordiger hier op de stoep staat, maar mijn collega heeft hem binnen een minuut weer buiten. De vertegenwoordiger zwaait nog vriendelijk naar me.Martin heeft ook behoefte aan een uitlaat-klep en legt zijn zorgen over de nieuwe cao en de nieuwe Flexwet bij me neer. Wat be-treft de nieuwe cao is er binnen zijn bestuur discussie over de veertigurige werkweek. Dat betekent in hun geval dat alle mensen meer moeten gaan werken of een lagere werktijdfactor krijgen. Dat roept de nodige spanning op onder het personeel. Bij ons is er gezegd dat we in eerste instantie niets veranderen, maar dat we bij nieuw

personeel pas met nieuwe normen gaan rekenen. Martin waarschuwt me dat er dan verschil ontstaat en dat ook dat onrust kan veroorzaken. Ik fluister hem toe dat dit verschil bij ons al lang bestaat met de mensen die wel en geen compensatieverlof hebben en met de BAPO’ers. Maar zo lang niemand klaagt…De Wet werk en zekerheid, de nieuwe Flex-wet, lijkt ook problemen te veroorzaken. Ik wist wel dat je een tijdelijke kracht in plaats van drie, nog maar twee jaar tijdelijk mag aannemen, maar Martin vertelt me dat wanneer je een invaller drie keer hebt

laten invallen, je een vast contract moet aanbieden. Dat betekent dat Martin geen invallers meer zoekt bij ziekte. Ik beloof Martin me in deze wet te gaan verdiepen, want dit klinkt me heel vreemd in de oren. Nu snap ik waarom het Vervangingsfonds ermee gaat stoppen, bedenk ik.Ondertussen is Wilma aangeschoven, de derde directeur uit de buurt, die meehelpt de Koningsspelen voor de buurt te orga-niseren. Zij heeft ook behoefte aan een praatje pot en legt haar zorgen rondom de IKC’s op tafel. Haar bestuur wil van alle scholen een integraal kindcentrum maken. Ik bedenk dat dit voor Martin las-tige concurrentie kan opleveren. Zelf ben ik er niet bang voor, omdat ik al voor- en naschoolse opvang heb geregeld in mijn school.Als we tegen de tijd dat onze bespreking volgens de agenda klaar had moeten zijn, tot de conclusie komen dat we het nog niet over de Koningsspelen hebben gehad, brengt Wilma de oplossing. Zij heeft vijf stagiaires van de mbo Sport en bewegen in haar school, die een sportdag moeten organiseren. Zij geeft hen gewoon de op-dracht en wil het geheel wel begeleiden. Martin en ik stemmen meteen in.Op de terugweg naar school bedenk ik dat het leuk is om directeur te zijn. Er zijn weer voldoende uitdagingen.

Dirk van Boven

Voldoende uitdagingen

‘hoe leuk is het nog om directeur te zijn?’

23april 2015

Page 24: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

24 april 2015

at is Schooljudo? De naam doet al snel vermoeden dat het een van de vele sportkennismakingsprogramma’s is. Maar als je Schooljudo onder de loep neemt, dan

zie je al snel dat het veel meer is dan een kennismaking met judo. Kom je de – tot dojo omgetoverde – gymzaal binnen tijdens een schooljudo les, dan zie je gelijk dat het programma een stap ver-der gaat. Schooljudo staat voor zeven waarden: respect, discipline, beheersing, vertrouwen, weerbaarheid, samenwerken en plezier. Deze waarden staan zelfs op de achterkant van de judopakken gedrukt. Leerlingen hebben tijdens het stoeien de opvoedkundige waarden letterlijk in hun handen. En dan is er nog iets bijzonders.

De judoleraar heet bij schooljudo ‘Entertrainer’. Plezier is een van de belangrijkste waarden in het programma. Als judoleraar ben je daarom trainer en entertainer in één. Met plezier tijdens de les leer je meer en Schooljudo.nl wil dat iedere leerling met een glimlach op de mat staat. Ongeacht je judo wel of niet leuk vind. Schooljudo moet leuk zijn. Anders gaat er iets fout.

VOORTgEzET ONDERWiJSWaarom wil Schooljudo.nl naar het voortgezet onderwijs? “Jaren-lang is Schooljudo actief in het basisonderwijs”, vertelt project-leider Ivar Spierings. “Er worden tijdens schooltijd zes weken schooljudo aangeboden. Bij grote gemeentelijke projecten ver-zorgt Schooljudo met de lokale judoclub naschoolse lessen en een

grote afsluitende clinic met een judotop-per. Denk hierbij aan de oprichter en am-bassadeur van Schooljudo: Ruben Houkes. Het programma werd eerst aangeboden aan de groepen 3 en 4. Vervolgens merk-ten we dat er veel vraag was bij scholen voor de oudere groepen. Bijvoorbeeld uit de groepen 5 tot en met 8. De kinderen uit groep 8 konden volgens hun leerkrachten wel wat weerbaarder worden en sterker in hun schoenen staan, voordat ze naar de middelbare school gingen. Sinds een jaar of twee bieden we het programma voor iedere groep aan in het basisonderwijs.”Maar dat verklaart nog niet de stap naar het voortgezet onderwijs. Spierings: “Een paar maanden later kwamen opeens de te-lefoontjes van middelbare scholen en van beleidsmedewerkers bij diverse gemeen-ten die vroegen of Schooljudo ook werd aangeboden in het voortgezet onderwijs. Op dat moment waren we er nog niet klaar voor, want de focus lag daar nog niet. We vroeg onszelf af: waarom ligt die focus er eigenlijk niet? Daarop hadden we geen antwoord. Na meerdere gesprekken met scholen en gemeenten besloten we om dit schooljaar een pilot te starten in Amster-dam op De Nieuwe Havo en de school vond het geweldig. De school koos bewust niet voor een standaard kennismaking met judo, maar voor schooljudo. Het verhaal van de opvoedkundige waarden had ze gegrepen. Dus om antwoord te geven op de vraag waarom Schooljudo.nl naar het voortgezet onderwijs wil: er was veel vraag naar, Schooljudo.nl is er klaar voor en we denken juist in de tijd van een verharde samenleving, dat we met een ‘luchtig’ programma als Schooljudo de juiste snaar raken bij leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Al tien jaar is de organisatie Schooljudo.nl actief in het basisonder-wijs, ooit begonnen op een kleine school in Drenthe. Nu organiseert Schooljudo.nl meer dan 350 programma’s, waaraan jaarlijks 25.000 kinderen meedoen. De organisatie heeft de ambitie om nog veel meer kinderen belangrijke opvoedkundige waarden mee te geven door middel van judo. En niet alleen in het basisonderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs.

‘schooljudo staat voor zeven waarden: respect, discipline, beheersing, vertrouwen,

weerbaarheid, samenwerken en plezier’

Stoeien met respect

Schooljudo nu ook op het voortgezet onderwijs

W

Page 25: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

25april 2015

PROfESSiONALOp veel scholen is judo of zelfverdediging onderdeel van het vaste curriculum. De vakdocent, die vaak jaren geleden tijdens de ALO het vak judo heeft gevolgd, geeft de les. De leerkracht komt vaak niet verder dan een paar simpele worpen en wat technieken. Simpelweg omdat hij niet meer lesstof heeft. Schooljudo kan voor de vakdocenten een verademing zijn. Een professional neemt de judolessen over en de school krijgt met Schooljudo veel meer dan standaard judolessen. En dat ook nog

voor een scherpe prijs. Dat komt door landelijke partners Zilveren Kruis Achmea en Infotheek. De zorgverzekeraar en IT-specialist dragen zorg voor een groot deel van de kosten voor Schooljudo, zodat het programma betaalbaar blijft voor scholen.

‘als judoleraar ben je daarom

trainer en enter-tainer in één’

Page 26: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

26 april 2015

door Chris Lindhout

column

“Hé, is Annie er niet?”Verbazing klinkt in de personeelskamer. Annie, al meer dan 42 jaar de rots in de branding van het onderwijs bij ons op school, is niet komen opdagen.

Wat blij was ze toen de regering besloot om de AOW-leeftijd naar 67 te brengen. De pensioenfondsen volgden trouw. Annie nam gebak mee.De rest van het team was minder enthousiast. Het bestuur nam gepaste maatregelen. Noem het een vorm van passend onderwijs voor leerkrachten. Er werd een solidariteitspot gevormd. Het bestuur snapte ook wel dat hoe langer je mensen laat werken, hoe groter de kans op uitval is. Vanuit die pot werd een prachtige rollatorstalling gebouwd. Ook werd een gratis buslijn geopend naar Huize Avondzon. En alsof dat nog niet genoeg was, huurde ze drie maal per week een verpleegkundige in die met allerlei ouderdomskwaaltjes uit de voeten kon, maar die vooral mentale steun gaf. Het plan om iedere leerkracht boven de 65 een rugzak te geven om extra faciliteiten te kunnen betalen, haalde het niet. Te duur. Er zouden te veel mensen gebruik van gaan maken.Ook op schoolniveau werd ingespeeld op de nieuwe uitdaging.

Voortaan zouden de kinderen de leer-krachten niet meer aanspreken met mees-ter Jan en juf Beppie, maar met opa Piet en oma Carla. Het gaf een andere sfeer op school.De inspectie kreeg daarentegen steeds meer moeite met ons. We veranderden te weinig en gingen te weinig mee met de nieuwe tijd. Karel, onze directeur deed het af met: “van oude mensen moet je geen spetterende dingen verwachten. Je mag blij zijn als ze doen wat ze doen.” Dus wer-den we zwakke school.Laatst werd er een jonge leerkracht aan-getrokken. Margreet van groep 2 had het met haar zeventig jaar wel gezien. De rit met de bus naar Avondzon elke werkdag was haar te veel geworden. Het aange-nomen jonkie werd de enige leerkracht zonder gehoorapparaat. Ze was 52 jaar.

“Annie is een dagje vrij”, meldt Karel. Ik vond dat ze daar wel recht op had na het schoolkamp van drie dagen in een tent op een koud en winderig Ameland.Ik knik. Ik denk aan mijn gymles. Oma Margriet was vorige week door de brand-weer bevrijd, nadat ze niet meer uit het vogelnestje kon komen. Wat moest ik doen? Ook de ‘vogelnestles’ of die maar overslaan? Ja, lang doorwerken kent zo zijn uitdagingen.

zie het als uitdaging

Page 27: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

27april 2015

Gedichtkorte berichten

Wilt u uw team verrassen met een gedichtenbundel van Chris Lindhout? Mail voor meer informatie of om te bestellen naar [email protected].

gedichtenbundels

Verschijningsdata

Editie 4. 23 mei

Editie 5. 20 juni

Editie 6. 5 september

Editie 7. 17 oktober

Editie 8. 21 november

Wilt u een bijdrage leveren aan Direct of heeft u een goed idee voor een artikel? Mail dan naar [email protected].

inspirerend beeld

Ik heb een beeld van jou, mijn kind.

God is niet in beelden te vangen.Niet te vangen in woorden

of op een stick of in de cloud.Slechts in beeldspraak is

zijn beeltenis te benaderen,maar altijd te weinig

te krom, net niet, toch anders.

Dogma’s zijn beelden.Dood, star, niet te veranderen.

Dogma’s over de ander,dogma’s over jou, mijn kind.

Standbeelden zijn het, onbewegelijk.

Maar jij, mijn kind, bentelke dag anders

elke dag verrassendelke dag verfrissend.

Jouw beeld geeft me inspiratie.

Daarom hou ik van jou.

Chris Lindhout

BRENG ARBO-RISICO’S EENVOUDIG IN KAART De Arbomeester helpt u bij het

inventariseren en analyseren van

de arbeids-risico’s. Ook kunt u

met de Arbomeester een plan van

aanpak maken waarin u beschrijft

welke acties u gaat ondernemen.

IS HET VEILIG OP UW SCHOOL?

ARBOMEESTER.NL

Direct 2015

Page 28: onderwijs 2032...lijnen en kleuren krijgt het onderwijs in de komende jaren? Het brengt me terug bij de kern van onderwijs. Het prachtige vak van ‘werelden openen en perspectieven

Naam+voorl. M/V

Adres

Postcode

Plaats

Tel.nr. overdag

Tel.nr. ‘s avonds

Geb.datum

E-mail

Sector waarin je werkzaam bent

Ik wil mijn contributie maandelijks betalen via automatische

incasso. Hiervoor ontvang ik een machtigingsformulier.*

IBAN-rekeningnummer

Datum Handtekening

Naam+voorl. M/V

Adres

Postcode

Plaats

Tel.nr.

Lidnummer

Als aanbrenger van een nieuw lid ontvang ik graag de volgende

cadeaubon: Dinerbon Theaterbon Bioscoopbon

Bol.com cadeaubon VVV cadeaubon

Als aanbrenger van het nieuwe lid ontvang je het gekozen aanbrengcadeau op je privé-adres. Toezending kan pas plaatsvinden nadat de gegevens van het nieuwe lid telefonisch zijn gecontroleerd en een eerste contributie is geïnd. De fiets wordt na 30 juni verloot onder alle aanbrengers.

CNV Onderwijs, t.a.v. Ledenadministratie, Antwoordnummer 51053, 3501 VC Utrecht, [email protected]

Ondergetekende verplicht zich tot 2 jaar lidmaatschap met 50% korting per maand. CNV Onderwijs zal na ontvangst van de aanmelding telefonisch contact opnemen voor aanvullende gegevens, zodat de inschrijving definitief kan worden gemaakt. Jongeren, werklozen, gepensioneerden en arbeidsongeschikten betalen een aangepast tarief. Kijk voor de tarieven op www.jestaatnietinjeeentje.nl. Studenten zijn uitgesloten van deze actie. De actie is geldig tot en met 30 juni 2015.

*Het machtingsformulier dient ingevuld te worden teruggestuurd voor automatische incasso.

Gegevens nieuw lid

Aanmeldbon

Jouw gegevens

Werf een nieuw CNV Onderwijs lid en maak kans op een fiets van de Fietsfabriek! Daarnaast ontvang je een cadeaubon

t.w.v. € 25,- naar keuze. Het nieuwe lid ontvangt 2 jaar lang

50% korting op het lidmaatschap en maakt kans op een goed

gevulde picknickmand t.w.v € 55,-.

Voorjaars-voordeel: Samen één

2 jaar lidmaatschap voor de prijs van één jaar!