Oldenzaal 03 1-def - Rijkswaterstaat · - Een nieuwe regeling waarin het fietsverkeer enkel...
Transcript of Oldenzaal 03 1-def - Rijkswaterstaat · - Een nieuwe regeling waarin het fietsverkeer enkel...
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Groene Golf Team
Kluyverweg 4 Het Zuiderkruis 29
2629 HT Delft 5215 MV ’s Hertogenbosch
Kruispunt Beukersmolen
Advies inzake de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid
op dit kruispunt te Oldenzaal
Kruispunt Beukersmolen
Advies inzake de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid
op dit kruispunt te Oldenzaal
17 september 2008
i Kruispunt Beukersmolen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Colofon
Uitgegeven door: Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Groene Golf Team
Verantwoordelijke: M. Muller, projectleider
A. Wilson, plaatsvervangend projectleider
Opdrachtgever:
Contactpersoon:
Gemeente Oldenzaal
F. Blokhuis
J. Smit
Informatie: M. Muller
Telefoon: 06 5064 6701
E-mail: [email protected]
Uitgevoerd door: J. Kokje, adviseur
P. Weiland, teambegeleider
Projectcode: Oldenzaal_03_1
Kruispunt: Beukersmolen
Datum: 17 september 2008
ii Kruispunt Beukersmolen
Het Groene Golf Team helpt graag bij het realiseren van een snellere verkeersdoorstroming
De doorstroming op de Nederlandse rijkswegen, belangrijke provinciale- en stedelijke routes,
is niet overal optimaal. Oorzaken zijn onder meer de groei van het verkeer, tekortschietende
capaciteit van de infrastructuur en niet goed afgestelde verkeersregelinstallaties (VRI’s).
VRI’s kunnen vaak beter afgestemd worden op de actuele verkeerspatronen. Een betere
afstemming van VRI’s bevordert, met name op doorgaande wegen, de verkeersdoorstroming
en is goed voor de luchtkwaliteit en/of verkeersveiligheid. Ook betekent het een daling van
het aantal voertuigverliesuren voor het verkeer.
Het Groene Golf Team (GGT) helpt gemeenten, provincies en het Rijk om de VRI’s beter af
te stellen. Dit gebeurt door een analyse van de huidige installaties en het blootleggen van
inefficiënte situaties, die in de loop van de tijd zijn ontstaan.
Waar mogelijk worden aan de hand van ‘quickscans’ direct eenvoudige en snelle
verbeteringen uitgevoerd. Zo is in kort tijdsbestek met een kleine ingreep grote winst te
behalen. Uiteraard vindt hierover vooraf overleg met de opdrachtgever plaats.
De bevindingen worden altijd in een rapport vastgelegd.
De adviezen van het team zijn kosteloos. De (eventuele) uitvoeringskosten van de
aanbevelingen zijn voor rekening van de wegbeheerder.
Het GGT bestaat uit 20 afgestudeerde HBO’ers en academici met een verkeerskundige
opleiding. Ze staan onder supervisie van ervaren verkeerskundigen en werken vanuit Delft en
Den Bosch.
Inmiddels heeft een groot aantal gemeenten en wegbeheerders advies gekregen van het GGT. Een deel van de adviezen is al gerealiseerd. Gemiddeld is per kruispunt een winst behaald van ruim 15.000 voertuigverliesuren per jaar. De meeste aanpassingen kosten weinig of geen geld, zodat er in maatschappelijk opzicht sprake is van een aantrekkelijk rendement.
Het GGT is onderdeel van het project FileProof (fileaanpak op de korte termijn) van het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Bij dit project staan bereikbaarheid en doorstroming
centraal. Meer informatie over FileProof vindt u op: www.vananaarbeter.nl onder het kopje
‘filevermindering’.
iii Kruispunt Beukersmolen
Inhoudsopgave
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. INLEIDING 1
2. OBSERVATIES 3
2.1 ALGEMENE BEVINDINGEN 3 2.2 KORTE OPSTELSTROKEN 3 2.3 DEELCONFLICT RICHTINGEN 5 EN 11 4 2.4 FIETSVERKEER 4 2.5 PARAMETERWIJZIGINGEN 5 2.6 TECHNISCH DEFECT 5
3. KRUISPUNTANALYSE MET COCON 7
3.1 ANALYSE VAN DE HUIDIGE SITUATIE 7 3.2 CROW-TIJDSINSTELLINGEN 9 3.3 ANALYSE REGELINGSVARIANTEN 10 3.4 EVALUATIE REGELINGSVARIANTEN 14 3.5 OPBRENGSTEN EN KOSTEN 16 3.6 CONCLUSIES 17
4. CONCLUSIES EN ADVIEZEN 18
4.1 CONCLUSIES 18 4.2 ADVIEZEN 19 4.3 EFFECTEN 19
BIJLAGE 1: PARAMETERWIJZIGINGEN 20
BIJLAGE 2: TELGEGEVENS EN AFRIJCAPACITEITEN 23
BIJLAGE 3: ONTRUIMINGSTIJDEN 24
BIJLAGE 4: FASEDIAGRAMMEN 27
BIJLAGE 5: OPBRENGSTEN EN KOSTEN VAN DE ADVIEZEN 30
iv Kruispunt Beukersmolen
Managementsamenvatting
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding en opdracht
Op verzoek van de gemeente Oldenzaal heeft het Groene Golf Team
(GGT) onderzoek gedaan naar het functioneren van de
verkeersregelinstallatie (VRI) op het kruispunt Beukersmolen. De
gemeente ontvangt regelmatig klachten met betrekking tot de
wachttijden voor auto’s en fietsers. Op het kruispunt vindt ook veel
roodlichtnegatie plaats. De gemeente vermoedt dat zowel de
doorstroming van het verkeer als de verkeersveiligheid gebaat zijn bij
een andere regelstrategie.
Constateringen
Tijdens observaties in ochtendspits en avondspits heeft het GGT
geconstateerd dat de VRI naar behoren functioneert en er zich geen
afwikkelingsproblemen voor doen. Het GGT constateerde wel dat er
veel ‘dode momenten’ zijn waarop alle richtingen rood zijn. Fietsers
maken gebruik van deze momenten om door rood over te steken.
Tevens constateerde het GGT een technisch defect op de Berkstraat. De
invloed hiervan is echter zeer beperkt.
Op verzoek van de gemeente heeft het GGT de ontruimingstijden
opnieuw bepaald. Tevens zijn de groen- en groenknippertijden van de
voetgangersoversteekplaatsen opnieuw bepaald. Deze aanpassingen
zorgen voor een efficiëntere afwikkeling van het verkeer.
Het GGT heeft onderzocht of het mogelijk is om de verkeers-
doorstroming te verbeteren en daarmee de roodlichtnegatie te
verminderen. Uit dit onderzoek blijkt het volgende:
- In het kader van de verkeersveiligheid is het niet wenselijk dat
fietsers twee realisaties hebben binnen een cyclus, eenmaal met
het parallelle autoverkeer mee en eenmaal alle fietsrichtingen
tegelijk. Dit leidt tot onduidelijkheid voor de fietsers.
- Een nieuwe regeling waarin het fietsverkeer enkel tegelijk met
het parallelle autoverkeer een groenfase heeft en waarin
deelconflicten tussen voetgangers, fietsers en auto’s worden
toegestaan, is sneller en efficiënter. Als gevolg hiervan neemt
de roodlichtnegatie af. Ondanks het toestaan van
deelconflicten voor de voetgangers, zorgt dit voor een
verbetering van de verkeersveiligheid op het kruispunt.
Adviezen en effecten
Het GGT heeft tijdens de observaties ter plaatse direct enkele
parameters van de VRI anders ingesteld. Dit heeft geleid tot een
flexibelere en efficiëntere afwikkeling van het verkeer. Het GGT
adviseert om jaarlijks de VRI te beoordelen op de actuele
verkeerskundige situatie door middel van observaties tijdens
ochtendspits en avondspits.
v Kruispunt Beukersmolen
Het GGT adviseert verder om de ontruimingstijden en groen- en
groenknippertijden op het kruispunt in te stellen volgens de CROW-
richtlijnen. Dit leidt tot een efficiëntere afwikkeling van het verkeer. De
verbetering bedraagt 6% per jaar.
Om de roodlichtnegatie te beperken, adviseert het GGT om de huidige
regeling te vervangen door een regeling waarbij de fietsers niet meer
tegelijk met elkaar groen hebben. Daarnaast worden deelconflicten
toegestaan tussen auto’s, fietsers en voetgangers. Deze regeling is
efficiënter dan de huidige en leidt daarmee tot een afname van de
roodlichtnegatie. Ondanks het toestaan van deelconflicten voor de
voetgangers, zorgt dit voor een verbetering van de verkeersveiligheid
op het kruispunt.
Tenslotte verdient het aanbeveling om het technische defect op de
Berkstraat zo spoedig mogelijk te laten repareren
Wanneer de adviezen van het GGT worden uitgevoerd, levert dit een
doorstroomwinst op van 17% in de spitsperioden. De besparing
bedraagt 1.800 voertuigverliesuren per jaar. Uitgedrukt in euro’s
bedraagt de maatschappelijke winst op jaarbasis € 20.000,-. De kosten
van het uitvoeren van de maatregelen zoals beschreven in het advies
van het GGT bedragen eenmalig € 16.500,-.
1 Kruispunt Beukersmolen
1. Inleiding
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het Groene Golf Team (GGT) van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat onderzoekt hoe met eenvoudige aanpassingen de
doorstroming op met verkeerslichten geregelde kruispunten kan
worden verbeterd.
Op verzoek van de gemeente Oldenzaal heeft het GGT onderzoek
gedaan naar het functioneren van de verkeersregelinstallatie (VRI) op
het kruispunt Beukersmolen. De gemeente wil graag dat het
functioneren van deze VRI wordt doorgelicht, omdat er regelmatig
klachten zijn van weggebruikers met betrekking tot de wachttijden voor
auto’s en fietsers. Ook vindt veel roodlichtnegatie plaats. De gemeente
vermoedt dat zowel de doorstroming van het verkeer als de
verkeersveiligheid gebaat zijn bij een andere regelstrategie. Tevens zijn
de ontruimingstijden verouderd.
Op het voertuigafhankelijke geregelde kruispunt komen de Spoorstraat,
Berkstraat, Steenstraat en Prinses Beatrixstraat samen. De ligging van
het kruispunt is weergegeven in figuur 1. Figuur 2 is een overzichtsfoto
van het kruispunt. Figuur 3 is een ongeschaalde overzichtstekening
inclusief richtingnummers.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 1
Overzichtsfoto Oldenzaal
A1
Centrum
Beukersmolen
2 Kruispunt Beukersmolen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 2
Overzichtsfoto kruispunt Beukersmolen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 3
Overzichtstekening kruispunt Beukersmolen (ongeschaald)
Prinses Beatrixstraat
Spoorstraat
Steenstraat
Berkstraat
2 1
21
5
22
33
8
24
35
11
12
25
37
N
3 Kruispunt Beukersmolen
2. Observaties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Op woensdag 19 september tijdens de avondspits en donderdag 20
september tijdens de ochtendspits heeft het GGT het functioneren van
de VRI tijdens observaties beoordeeld. In dit hoofdstuk staan de
bevindingen van het GGT beschreven.
2.1 Algemene bevindingen
De VRI functioneert naar behoren. Op alle richtingen wordt het
volledige verkeersaanbod verwerkt en er ontstaan geen lange
wachtrijen.
De Spoorstraat (richtingen 1 en 2) en de Prinses Beatrixstraat
(richtingen 11 en 12) zijn de drukste armen van het kruispunt. Zowel ’s
ochtends als ’s avonds is er veel fietsverkeer op de Spoorstraat en de
Steenstraat (richtingen 21 en 24). Er zijn weinig voetgangers. Er is geen
openbaar vervoer op dit kruispunt.
2.2 Korte opstelstroken
Richtingen 1 en 12 beschikken over korte opstelstroken (zie figuur 4).
Deze hebben respectievelijk een lengte van 24 meter en 45 meter. Als
gevolg van de korte opstelruimte kunnen deze richtingen snel
geblokkeerd raken of de naastgelegen richtingen blokkeren. Tijdens de
observaties zijn dergelijke blokkades echter niet waargenomen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 4
Korte opstelstrook richting 1
4 Kruispunt Beukersmolen
2.3 Deelconflict richtingen 5 en 11
Het autoverkeer van de Berkstraat en de
Prinses Beatrixstraat (richtingen 5 en 11)
heeft een deelconflict. Om aanrijdingen te
voorkomen, heeft de gemeente twee
maatregelen getroffen:
- Onder het verkeerslicht van richting
5 hangt een waarschuwingsbord
dat het verkeer attendeert op
tegenliggers van richting 11 (zie
figuur 5).
- In de regeling van het kruispunt is
gespecificeerd dat richting 11 niet
meeverlengt met richting 5. Dit
betekent dat deze richting altijd rood wordt direct nadat het
laatste voertuig de stopstreep heeft gepasseerd. Op deze
manier wordt voorkomen dat verkeer dat na de laatste auto uit
de wachtrij nog komt aanrijden het groene licht ziet, versnelt en
zo een grotere kans heeft op aanrijdingen met het verkeer van
richting 5. Deze verwachten immers niet meer dat de
tegenligger ook groen licht heeft. De detectie op richting 11
functioneert naar behoren. De wijze waarop het deelconflict
wordt geregeld leidt niet tot afwikkelingsproblemen.
2.4 Fietsverkeer
Op de Berkstraat en de Steenstraat zijn voor de fietsers (richtingen 22
en 24) zogenaamde opgeblazen fiets opstelstroken (OFOS) aangelegd.
Een OFOS is een opstelstrook voor fietsers, die de gehele breedte van
de rijstrook bestrijkt. Fietsers staan op een OFOS tussen de stopstreep
en de achter hun wachtende auto’s. Vanwege de OFOS mogen rich-
tingen 5 en 8 nooit eerder of langer groen zijn dan richtingen 22 en 24.
Fietsers op richtingen 21 en 24 hebben per cyclus tweemaal groen,
eenmaal met het parallelle autoverkeer mee uit de eigen richting en
eenmaal groen tegelijk met de fietsers op
richting 25. Deze fase lijkt op een “alle fietsers
tegelijk groen” (AFTG) fase, maar is het feitelijk
niet. Richting 22 is namelijk nooit tegelijk groen
met de andere fietsrichtingen, omdat deze in de
regeling een conflict hebben met elkaar. De
reden hiervoor is onduidelijk. Wel hangt op alle
armen van het kruispunt het verkeersbord dat
figuur 6 toont. Dit bord is hier echter niet van
toepassing. Daar zijn twee redenen voor, te
weten:
- De primaire realisaties van richtingen 21 en 24 zijn niet tegelijk
met elkaar en niet tegelijk met de andere fietsrichtingen. Deze
vinden namelijk plaats tegelijk met het parallelle autoverkeer,
respectievelijk richtingen 2 en 8. Deze twee richtingen hebben
een conflict en zijn nooit tegelijk groen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 5
Waarschuwingsbord onder verkeerslicht op Berkstraat
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 6
AFTG-bord op kruispunt Beukersmolen
5 Kruispunt Beukersmolen
- Op het moment dat de fietsrichtingen tegelijk groen zijn,
hebben slechts drie van de vier fietsrichtingen tegelijk groen:
richtingen 21, 24 en 25. Richting 22 is enkel tegelijk groen met
richting 5.
Hierdoor veroorzaakt het verkeerbord verwarring bij fietsers, omdat zij
verwachten tegelijk groen te zijn met de andere fietsrichtingen, terwijl
dit in veel van de gevallen niet zo is. Omdat er feitelijk geen sprake is
van een AFTG-fase en om verwarring te voorkomen, adviseert het GGT
om bij handhaving van de situatie deze verkeersborden te verwijderen.
Ondanks dat richtingen 21 en 24 tweemaal groen zijn per cyclus, is er
toch veel roodlichtnegatie van het fietsverkeer. De oorzaak hiervan ligt
in de ruimte die de regeling hiervoor biedt als gevolg van lange
ontruimingstijden. Hierdoor ontstaan ‘dode momenten’ in de regeling.
Alle richtingen zijn op zulke momenten rood. Fietsers maken gebruik
van deze momenten om door rood over te steken. Er zijn twee
oorzaken voor de lange ontruimingstijden:
- Het fietsverkeer kan alle richtingen op rijden. Fietsers rijden niet
alleen rechtdoor, maar slaan ook af naar rechts en naar links.
Dit leidt tot langere ontruimingstijden voor het fietsverkeer.
- De realisatieruimte van richtingen 5 en 8 is afhankelijk van de
langere ontruimingstijden van het parallelle fietsverkeer op
richtingen 22 en 24. Richtingen 5 en 8 worden eerder rood dan
nodig is, omdat zij tegelijk met richtingen 22 en 24 rood
moeten worden.
2.5 Parameterwijzigingen
Tijdens de observaties heeft het GGT in overleg met de gemeente
enkele parameterinstellingen van de VRI gewijzigd. Dit betreft de
hiaattijden van de detectielussen. Deze aanpassingen hebben geleid tot
een flexibelere en efficiëntere regeling. Een overzicht van de
parameterwijzigingen is te vinden in bijlage 1. In deze bijlage is tevens
opgenomen wat de parameters inhouden en waarom het GGT de
instellingen ervan heeft aangepast.
2.6 Technisch defect
Tijdens de observaties heeft het GGT geconstateerd dat detector D051
(de koplus op de OFOS op de Berkstraat, zie figuur 7) defect was. Het
GGT adviseert de gemeente om de defecte detector zo spoedig
mogelijk te laten herstellen.
Het GGT heeft als tijdelijke maatregel deze detector uitgeschakeld. Dit
heeft geen gevolgen voor de afwikkeling van het verkeer op de
Berkstraat, omdat er twee andere detectoren zijn op deze arm van het
kruispunt: de koplus van richting 5 (D052) en de drukknop van richting
22 (DRK222). Enkel wanneer er geen autoverkeer is en wanneer een
fietser niet op de drukknop drukt, krijgt deze geen groen.
6 Kruispunt Beukersmolen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 7
Detectie op de Berkstraat
Berkstraat
7 Kruispunt Beukersmolen
3. Kruispuntanalyse met COCON
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.1 Analyse van de huidige situatie
De gemeente heeft het GGT gevraagd om de huidige regeling van het
kruispunt kritisch te bekijken en te onderzoeken of een andere
regelstrategie tot een verbetering van de verkeersdoorstroming leidt.
Aangenomen wordt dat een dergelijke verbetering de
verkeersveiligheid ten goede komt, omdat een efficiëntere regeling leidt
tot minder roodlichtnegatie.
Voor het onderzoek maakt het GGT gebruik van het
verkeersregeltechnische programma COCON. Met behulp hiervan is de
huidige situatie gemodelleerd voor de ochtend- en avondspits. Deze
modellering is nodig om te een overzicht te verkrijgen van de huidige
situatie en alternatieve regelstrategieën te kunnen beoordelen.
3.1.1. Verzamelde gegevens
Om de huidige situatie te modelleren heeft het GGT de volgende
gegevens verzameld:
- telgegevens;
- afrijcapaciteiten;
- listing van het regelprogramma van de VRI;
- lengte van opstelstroken.
Telgegevens
Op woensdag 10 en donderdag 11 oktober 2007 heeft de VRI het
autoverkeer geteld. Het GGT heeft deze zogenaamde machinetellingen
gebruikt. De telgegevens staan vermeld in tabel B3 in bijlage 2. Bij deze
telgegevens valt op dat het in de ochtend- en in de avondspits
ongeveer even druk is en dat richting 5 de drukste richting is.
Afrijcapaciteiten
Met behulp van de “wizard afrijcapaciteit” in COCON zijn de
afrijcapaciteiten op het kruispunt bepaald. De afrijcapaciteit is het
aantal voertuigen dat een richting per uur maximaal kan afwikkelen
indien deze het gehele uur groen zou zijn. De afrijcapaciteiten staan
vermeld in tabel B3 in bijlage 2. De afrijcapaciteit van richting 1 is
beperkt doordat het verkeer naar rechts afslaat. De afrijcapaciteit van
richtingen 5 en 8 wordt beperkt door de deelconflicten die zij hebben
met kruisende fietsers. Richting 5 heeft daarnaast ook een deelconflict
met richting 11. Op richting 8 is de invloed van het fietsverkeer echter
zo klein, dat dit geen effect heeft op de bepaling van de afrijcapaciteit.
Listing
Uit de listing van het regelprogramma van de VRI zijn de gegevens over
ontruimingstijden, vaste tijdsinstellingen en synchroon en tegelijk starts
8 Kruispunt Beukersmolen
verzameld. De ontruimingstijdenmatrix staat vermeld in tabel B4 in
bijlage 3. In het regelprogramma zijn de volgende synchroon en tegelijk
starts vastgesteld:
- Synchroon starts van richtingen (voorstart is mogelijk):
o 2 en 21: voorstart 0 sec., geen meerealisatie;
o 5 en 22: voorstart 0 sec., 22 realiseert mee met 5;
o 8 en 24: voorstart 0 sec., 24 realiseert mee met 8.
- Tegelijk starts van richtingen (geen voorstart mogelijk):
o 5 en 11: geen meerealisatie;
o 21 en 37: 21 realiseert mee met 37 bij aanvraag op 37;
o 25 en 21 en 24 realiseren gelijktijdig.
Opstelstroken
Bij het modelleren van de huidige regeling wordt ook rekening
gehouden met de lengte van de opstelstroken. Dit geldt in het
bijzonder voor de korte opstelstroken van richtingen 1 en 12. COCON
toetst de benodigde opstelruimte en uit de uitvoer blijkt of er in theorie
problemen kunnen ontstaan vanwege een beperkte opstelcapaciteit.
3.1.2. Modellering van de huidige situatie
Werkwijze
Hoewel het kruispunt voertuigafhankelijk wordt geregeld, is de werking
van de regeling voor de drukke perioden benaderd met behulp van een
starre regeling. Dit mag omdat tijdens drukke perioden de
maatgevende richtingen elke cyclus groen krijgen en de lengten van de
groenfasen tijdens drukke perioden meestal geen grote fluctuaties
vertonen. Hierdoor gedraagt de voertuigafhankelijke regeling zich bij
benadering als een starre regeling.
Richtingen die in minder dan 10% van de cycli groen krijgen, zijn bij
het ontwerpen van de starre regeling buiten beschouwing gelaten.
Hierbij is er van uitgegaan dat een incidentele realisatie van deze
richtingen vanwege de voertuigafhankelijke werking van de regeling
geen grote gevolgen heeft voor de totale verkeersafwikkeling.
Er kunnen richtingen voorkomen die niet iedere cyclus groen worden,
maar wel vaker dan in 10% van de cycli. Voor elke regelsituatie die
hierdoor kan ontstaan, is een aparte starre regeling ontworpen. Op
deze manier kunnen één of meer starre regelingen ontstaan die elk een
beeld geven van de verschillende situaties die zich voor kunnen doen.
Elke regeling wordt geëvalueerd. De uiteindelijke evaluatiegegevens
worden verkregen door elke situatie naar rato van het aantal keer dat
die zich voordoet, in de berekening mee te nemen.
Regelsituaties
Op het kruispunt komen drie regelsituaties voor. Het aantal keren dat
een bepaalde regelsituatie voorkomt, is bepaald op basis van de
waarnemingen tijdens de observaties. De drie regelsituaties zijn:
1. aanvraag op alle richtingen (25% van de cycli);
2. geen voetgangers (50% van de cycli);
9 Kruispunt Beukersmolen
3. geen voetgangers en één realisatie van richting 21 (25% van de
cycli).
Evaluatie
Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste evaluatiegegevens. Dit
zijn de gemiddelde waarden, naar rato van het aantal keren dat de
regelsituaties zich voordoen. De uitgebreide evaluatiegegevens en de
fasediagrammen zijn te vinden in het COCON-bestand op de CD-
ROM. De fasediagrammen voor regelsituatie 1 (aanvraag op alle
richtingen) zijn opgenomen als figuur B1 (ochtendspits) en figuur B2
(avondspits) in bijlage 4.
Evaluatiegegevens huidige situatie
Ochtendspits Avondspits
Gemiddelde cyclustijd 84 sec. 85 sec.
Gemiddelde totale verliestijd 17 vvu/u 19 vvu/u
Uit de evaluatiegegevens blijkt dat er wat betreft cyclustijd en totale
verliestijd weinig verschil is tussen de situatie in de ochtendspits en in
de avondspits. Dit is logisch, aangezien het in beide spitsen ongeveer
even druk is op het kruispunt.
3.2 CROW-tijdsinstellingen
Het GGT maakt gebruik van tijdsinstellingen zoals voorgeschreven in de
CROW-richtlijnen. Deze richtlijnen staan vermeld in het “Handboek
verkeerslichtenregelingen”, CROW-publicatie 213. De volgende
tijdsinstellingen zijn opnieuw bepaald:
- ontruimingstijden;
- groen- en groenknippertijden van de voetgangersoversteken.
3.2.1. Ontruimingstijden
De ontruimingstijden op het kruispunt zijn verouderd. Op verzoek van
de gemeente heeft het GGT de ontruimingstijden opnieuw bepaald
volgens de CROW-richtlijnen. In tabel B4 staat een overzicht van de
huidige ontruimingstijden. In tabel B5 staan de nieuwe
ontruimingstijden vermeld. De verschillen tussen de huidige en de
nieuwe ontruimingstijden staan in tabel B6. De tabellen zijn te vinden in
bijlage 3.
3.2.2. Groen- en groenknippertijden
Het GGT heeft ook de groen- en groenknippertijden van de
voetgangersoversteken opnieuw bepaald. Deze nieuwe tijdsinstellingen
hebben invloed op de ontruimingstijden. Een langere groenknippertijd
verkort de ontruimingstijden. In de tabellen met ontruimingstijden in
bijlage 3 is de invloed van andere groenknippertijden reeds
meegenomen.
Een overzicht van de oude en nieuwe groen- en groenknippertijden
staat in tabel 2. De groenknippertijd is afhankelijk van de lengte van de
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel 1 Overzicht evaluatiegegevens huidige situatie
10 Kruispunt Beukersmolen
voetgangersoversteek. De nieuwe groenknippertijden nemen daarom
aanzienlijk toe ten opzichte van de huidige instellingen. Daar staat
echter tegenover dat de vastgroentijd aanzienlijk lager is, omdat de
oversteken in de huidige regeling exclusief groen hebben. In het geval
dat de oversteken niet exclusief groen hebben, neemt de vastgroentijd
aanzienlijk toe.
Groen- en groenknippertijden
Oversteek Lengte
(m)
Vastgroentijd
(sec)
Groenknippertijd
(sec)
Huidig CROW
exclusief
CROW niet-
exclusief
Huidig CROW
33 17 10 4 14 2 7
35 12 8 4 10 2 5
37 17 12 4 14 2 7
Op basis van de nieuwe ontruimingstijden en de nieuwe groen- en
groenknippertijden voor de voetgangersoversteken is de regeling van
het kruispunt opnieuw gemodelleerd. De fasevolgorde veranderde niet
als gevolg van deze nieuwe tijdsinstellingen.
Voor de evaluatie zijn dezelfde drie regelsituaties aangehouden als
§3.1. De uitgebreide evaluatiegegevens en de fasediagrammen zijn te
vinden in het COCON-bestand op de CD-ROM. De fasediagrammen
voor regelsituatie 1 zijn opgenomen als figuren B3 en B4 in bijlage 4.
Tabel 3 geeft een overzicht van de belangrijkste evaluatiegegevens. Uit
deze gegevens blijkt dat de gemiddelde cyclustijd afneemt. In de
ochtendspits neemt de gemiddelde totale verliestijd af met 12%. In de
avondspits is de afname 5%.
Evaluatiegegevens regeling volgens CROW-richtlijnen
Ochtendspits Avondspits
Gemiddelde cyclustijd (sec) 77 79
Gemiddelde totale verliestijd (vvu/u) 15 18
Verschil met huidige gemiddelde totale
verliestijd (%) 12 5
3.3 Analyse regelingsvarianten
Op basis van de nieuwe ontruimingstijden en groen- en
groenknippertijden heeft het GGT drie regelingsvarianten onderzocht.
Het doel was om te bepalen of het mogelijk is om de doorstroming te
verbeteren en de roodlichtnegatie te verminderen door middel van een
afname van de cyclustijd en de totale verliestijd. De drie
regelingsvarianten zijn:
1. AFTG-fase (§3.3.1);
2. Geen AFTG-fase, deelconflicten toestaan(§3.3.2);
3. deelconflicten en AFTG-fase (§3.3.3)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel 2 Groen- en groenknippertijden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel 3 Overzicht evaluatiegegevens regeling volgens CROW-richtlijnen
11 Kruispunt Beukersmolen
Bij het ontwerp van de regelingsvarianten is voor het fietsverkeer
expliciet gekozen voor of alleen een AFTG-fase (variant 1 en 3), of
alleen een realisatie met het parallelle autoverkeer (variant 2). Het is
niet wenselijk om beide situaties toe te staan, omdat dit verwarrend en
daarmee onveilig is voor het fietsverkeer.
Het invoeren van alleen een AFTG-fase heeft tot gevolg dat de
vormgeving op de Berkstraat (richtingen 5 en 22) en de Steenstraat
(richtingen 8 en 24) moet worden aangepast. Vanwege de OFOSen
moet het fietsverkeer op deze richtingen nu altijd meerealiseren met
het autoverkeer. Bij invoering van alleen een AFTG-fase is dit niet meer
mogelijk. Daarom moeten deze OFOS’en worden vervangen door
aparte opstelstroken voor het auto- en het fietsverkeer. Dit heeft
gevolgen voor de ontruimingstijden van richtingen 5 en 8. Deze zijn
daarom bij varianten 1 en 3 opnieuw bepaald.
3.3.1. Variant 1: AFTG-fase
Bij regelingsvariant 1 is sprake van een AFTG-fase. De fietsrichtingen
realiseren niet meer tegelijk met het parallelle autoverkeer. Er zijn twee
achterliggende ideeën voor deze regeling. Enerzijds heeft de gemeente
aangegeven graag een AFTG-fase te willen. Anderzijds is het zo dat in
de huidige regeling richtingen 5 en 8 afhankelijk zijn van de langere
ontruimingstijden van het parallelle fietsverkeer op richtingen 22 en 24.
Richtingen 5 en 8 worden eerder rood dan nodig is, omdat zij tegelijk
met richtingen 22 en 24 rood moeten worden. Als deze richtingen niet
meer aan elkaar gekoppeld zijn, ontstaat ruimte in de regeling.
Bij het ontwerp van deze regelingsvariant zijn de volgende
uitgangspunten gehanteerd:
- Iedere cyclus is er een AFTG-fase met een tegelijk start van de
vier fietsrichtingen 21, 22, 24 en 25.
- Richtingen 5 en 22 en richtingen 8 en 24 hebben geen
synchroonstart meer en zijn conflicterend. De ontruimingstijden
zijn bepaald volgens CROW-richtlijnen (zie tabel B7).
- Richting 21 en richting 37 hebben geen tegelijk start meer en
zijn conflicterend. De ontruimingstijden zijn bepaald volgens
CROW-richtlijnen (zie tabel B7).
Er zijn twee regelsituaties ontworpen:
1. aanvraag op alle richtingen (25% van de cycli);
2. geen voetgangers (75% van de cycli).
Bij de modellering van deze variant als starre regeling verandert de
fasevolgorde nauwelijks ten opzichte van de huidige situatie. De AFTG-
fase komt voor de groenfase van richtingen 5 en 11 in plaats van erna.
3.3.2. Variant 2: geen AFTG-fase, deelconflicten toestaan
Bij regelingsvariant 2 is er geen AFTG-fase. De groenfase van een
fietsrichting is tegelijk met de groenfase van het parallelle autoverkeer.
Tevens zijn deelconflicten toegestaan tussen voetgangers en niet-
exclusief naar rechts afslaand autoverkeer. Dit betekent dat een
deelconflict wordt toegestaan voor richting 33 met richtingen 8 en 24.
12 Kruispunt Beukersmolen
Voor richting 35 wordt echter enkel een deelconflict toegestaan met
fietsrichting 25. Een deelconflict met richting 11 wordt niet toegestaan.
De reden hiervoor is dat richtingen 5 en 11 een deelconflict hebben en
tegelijk realiseren. Dit betekent dat indien een deelconflict wordt
toegestaan tussen richtingen 11 en 35, richting 5 ook een deelconflict
heeft met richting 35. Een deelconflict van naar links afslaand
autoverkeer met langzaam verkeer is vanwege de verkeersveiligheid
niet wenselijk.
Verder is een deelconflict van richting 25 met richting 11 niet
toegestaan. Dit deelconflict is niet gewenst, omdat de fietsers van
richting 25 voornamelijk naar links afslaan en dan het verkeer van
richting 11 moeten kruisen.
Het aantal afslaande auto’s op richting 8 is zodanig, dat geen
problemen worden verwacht met de afwikkeling op deze richting.
Tevens zijn op enkele andere kruispunten in Oldenzaal deelconflicten
reeds toegestaan.
De gedachte bij deze variant is dat het ontbreken van een aparte fase
voor de afwikkeling van het fietsverkeer leidt tot een snellere en
efficiëntere regeling. Daarnaast wordt met het toestaan van
deelconflicten het kruispunt veiliger, ondanks dat het voor de
weggebruikers minder veilig overkomt, omdat voetgangers geen
exclusief groen meer hebben. Echter, omdat de cyclustijd en daarmee
de wachttijd voor het verkeer korter wordt, neemt de kans op
roodlichtnegatie af. Dit leidt tot een veiliger kruispunt. Het GGT schat
in dat de voordelen van het toestaan van deelconflicten groter zijn dan
de nadelen ervan.
Bij het ontwerp van deze regelingsvariant zijn de volgende
uitgangspunten gehanteerd:
- Er is geen AFTG-fase.
- Fietsrichtingen hebben maximaal één realisatie per cyclus,
tegelijk met de parallelle autorichting.
- Richting 33 heeft een deelconflict met richtingen 8 en 24.
- Richting 35 heeft een deelconflict met richting 25.
- De afrijcapaciteit van richting 8 neemt af als gevolg van het
deelconflict.
- Richting 33 heeft een (minimale) voorstart van 1 seconde op
het fiets- en autoverkeer.
- Voor richting 33 worden de groen- en groenknippertijden
gehanteerd voor niet-exclusieve oversteken.
Er zijn drie regelsituaties ontworpen:
1. aanvraag op alle richtingen (25% van de cycli);
2. geen voetgangers (50% van de cycli);
3. geen voetgangers en geen richtingen 21 en 25 (25% van de
cycli).
13 Kruispunt Beukersmolen
Bij de modellering van deze variant als starre regeling, ontstaat een
fasediagram waarbij het kruispunt in vier fasen wordt geregeld. Dit is
een fase minder dan in de huidige regeling.
Opmerking over regelsituatie 1
Bij een aanvraag op richtingen 33 en 35, is het niet mogelijk om
richting 25 op hetzelfde moment groen te laten worden als richting 35,
vanwege de ontruimingstijd van richting 33 naar richting 25. Dit heeft
tot gevolg dat richting 25 pas groen wordt wanneer de groenfase van
richting 35 reeds voorbij is. Hierdoor is feitelijk niet meer sprake van
een deelconflict tussen deze richtingen. Om te voorkomen dat richting
25 toch groen wordt tijdens de groen- of groenknipperfase van richting
35, moet in de regeling van het kruispunt worden opgenomen dat deze
twee richtingen een tegelijk start hebben, behalve na een realisatie van
richting 33. In dat geval mag richting 25 pas groen worden na de
groenknipperfase van richting 35.
3.3.3. Variant 3: AFTG-fase, deelconflicten toestaan
Regelingsvariant 3 is een combinatie van varianten 1 en 2. Er is een
AFTG-fase en deelconflicten van voetgangers met het naar rechts
afslaande autoverkeer zijn toegestaan. Het idee bij deze variant is dat
de voordelen van een AFTG-fase en het toestaan van deelconflicten
worden gecombineerd en zo een nog efficiëntere regeling ontstaat. Bij
deze variant is het deelconflict van richting 35 met richting 11 wel
mogelijk, omdat de groenfase van richting 25 nu tijdens de AFTG-fase
is. Daarnaast is er geen deelconflict meer tussen richtingen 5 en 11.
Bij het ontwerp van deze regelingsvariant zijn de volgende
uitgangspunten gehanteerd:
- Iedere cyclus is er een AFTG-fase met een tegelijk start van de
vier fietsrichtingen 21, 22, 24 en 25.
- Richtingen 5 en 22 en richtingen 8 en 24 hebben geen
synchroonstart meer en zijn conflicterend. De ontruimingstijden
zijn bepaald volgens CROW-richtlijnen (zie tabel B9).
- Richting 21 en richting 37 hebben geen tegelijk start meer en
zijn conflicterend. De ontruimingstijden zijn bepaald volgens
CROW-richtlijnen (zie tabel B9).
- Richting 11 heeft een conflict met richtingen 5 en 22. De
ontruimingstijden zijn bepaald volgens CROW-richtlijnen (zie
tabel B9).
- Richtingen 33 en 8 en richtingen 35 en 11 hebben een
deelconflict. Als gevolg van deze deelconflicten neemt de
afrijcapaciteit van richtingen 8 en 11 af.
- Richtingen 33 en 35 hebben een (minimale) voorstart van 1
seconde op het autoverkeer.
- Voor richtingen 33 en 35 worden de groen- en
groenknippertijden gehanteerd voor niet-exclusieve oversteken.
Op het kruispunt komen twee regelsituaties voor:
1. aanvraag op alle richtingen (25% van de cycli);
2. geen voetgangers (75% van de cycli).
14 Kruispunt Beukersmolen
Bij de modellering van deze variant als starre regeling, ontstaat een
fasediagram met een gewijzigde fasevolgorde ten opzichte van de
huidige situatie en de andere regelingsvarianten. Dit leidt echter niet
tot een efficiëntere regeling. In plaats van de voordelen van varianten 1
en 2 te combineren, combineert variant 3 juist de nadelen van deze
twee varianten. Er is een aparte fase nodig voor de afwikkeling van het
fietsverkeer, waardoor het overige verkeer een langere wachttijd heeft.
Daarnaast is richting 35 maatgevend voor de groentijd van richtingen
1, 11 en 12. Deze krijgen hierdoor meer groen dan zij nodig hebben en
het overige verkeer moet langer voor rood licht wachten.
3.4 Evaluatie regelingsvarianten
De fasediagrammen en de uitgebreide evaluatiegegevens van de drie
regelingsvarianten zijn te vinden in het COCON-bestand op de CD-
ROM. Ter illustratie zijn de fasediagrammen die de aanvraag op alle
richtingen weergeven, opgenomen in figuur B5 t/m B10 in bijlage 4.
De drie regelingsvarianten worden geëvalueerd op:
- cyclustijd en totale verliestijd;
- effecten voor fietsers;
- effecten voor wachtrijen op richtingen 1 en 12.
3.4.1. Cyclustijd en totale verliestijd
In tabel 4 en tabel 5 staat een overzicht van de cyclustijden en totale
verliestijden per regelingsvariant voor respectievelijk de ochtend- en
avondspits. De waardes in de tabellen zijn gemiddelden, waarin de
waardes van de verschillende regelsituaties naar rato zijn opgenomen.
ochtendspits
Variant Huidig CROW 1 2 3
Gem. cyclustijd
(sec) 84 77 72 58 82
Gem. totale
verliestijd (vvu/u) 17 15 16 14 17
Verschil in gem.
tot. verl.tijd (%) - 12 6 18 0
avondspits
Variant Huidig CROW 1 2 3
Gem. cyclustijd
(sec) 85 79 73 60 81
Gem. totale
verliestijd (vvu/u) 19 18 19 15 18
Verschil in gem.
tot. verl.tijd (%) - 5 0 21 5
Uit de gegevens in de tabellen blijkt dat bij regelingsvariant 2 (geen
AFTG-fase, deelconflicten toestaan) zowel de gemiddelde cyclustijd als
de gemiddelde totale verliestijd duidelijk lager zijn dan in de huidige
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel 4 Overzicht cyclustijd en totale verliestijd, ochtendspits
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel 5 Overzicht cyclustijd en totale verliestijd, avondspits
15 Kruispunt Beukersmolen
situatie en de overige regelingsvarianten. Variant 2 scoort zo goed
omdat er geen aparte fase is voor de afwikkeling van het fietsverkeer.
3.4.2. Effecten voor fietsers
De regelingsvarianten hebben gevolgen voor het fietsverkeer. In de
huidige regeling hebben richting 21 en 24 twee mogelijke realisaties
per cyclus, bij de drie regelingsvarianten nog maar één. In tabel 6 en
tabel 7 staat een overzicht van de gemiddelde verliestijden op de
fietsrichtingen in avond- en ochtendspits. Uit deze gegevens blijkt dat
er bij de huidige regeling een duidelijk verschil is tussen de gemiddelde
verliestijden van richtingen 21 en 24 en die van richtingen 22 en 25. Dit
is het gevolg van de dubbele realisatie van richtingen 21 en 24.
Bij de regelingsvarianten zijn de gemiddelde verliestijden van de fietsers
veel meer gelijk. Bij varianten 1 en 3 zijn deze zelfs op alle richtingen
gelijk. Met uitzondering van de gemiddelde verliestijd op richting 25,
zijn deze bij varianten 1 en 3 echter hoger dan in de huidige situatie. Bij
variant 2 zijn de gemiddelde verliestijden van richtingen 22 en 25 lager,
die van richtingen 21 en 24 zijn hoger. De verliestijden zijn nu echter
meer gelijkmatig verdeeld over de vier richtingen.
Gemiddelde verliestijden fietsverkeer, ochtendspits (sec)
Variant Huidig CROW 1 2 3
Richting 21 18 17 31 25 36
Richting 22 30 27 31 20 36
Richting 24 14 13 31 21 36
Richting 25 38 34 31 24 36
Gemiddelde verliestijden fietsverkeer, avondspits (sec)
Variant Huidig CROW 1 2 3
Richting 21 18 17 32 25 36
Richting 22 30 28 32 21 36
Richting 24 15 14 32 22 36
Richting 25 38 35 32 25 36
3.4.3. Effecten wachtrijen richtingen 1 en 12
Richtingen 1 en 12 beschikken over korte opstelstroken, met een lengte
van respectievelijk 24 meter en 45 meter (zie §3.1). Omdat deze
stroken zo kort zijn, is het van belang om te weten wat het effect van
de regelingsvarianten is op de verwachte overschrijding van de
beperkte opstelcapaciteit. Het is echter niet goed mogelijk om deze
effecten te bepalen op basis van de uitvoer van COCON. Hier zijn twee
redenen voor:
- Als een richting kan meeverlengen in een regelsituatie, leidt dit
tot een afname van de het aantal overschrijdingen. Het is
echter niet zeker of dit in de praktijk ook gebeurt.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel 6 Gemiddelde verliestijden fietsverkeer, ochtendspits
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel 7 Gemiddelde verliestijden fietsverkeer, avondspits
16 Kruispunt Beukersmolen
- Een verwachte overschrijding in de uitvoer van COCON
betekent niet dat er in de praktijk daadwerkelijk een probleem
is. Voor de huidige situatie geeft de uitvoer van COCON dit
aan, maar op straat zijn geen problemen waargenomen.
Deze redenen maken dat het niet goed mogelijk is om het effect van
andere regelingsvarianten op het verwachte aantal overschrijdingen van
de opstelcapaciteit van richtingen 1 en 12 te evalueren met de
beschikbare middelen. Evaluatie kan enkel geschieden op basis van
microsimulatie met bijvoorbeeld VISSIM of AIMSUN. Binnen het kader
van dit project vindt echter geen microsimulatie plaats.
3.4.4. Conclusies evaluatie regelingsvarianten
Uit de evaluatie van de gemiddelde cyclustijden en gemiddelde totale
verliestijden blijkt dat regelingsvariant 2 (geen AFTG-fase,
deelconflicten toestaan) tot de grootste verbeteringen leidt. Deze
verbetering wordt voornamelijk veroorzaakt door het ontbreken van
een aparte fase voor het fietsverkeer.
Bij alle regelingsvarianten neemt de gemiddelde verliestijd van de
fietsers op richtingen 21 en 24 toe. Dit is echter het gevolg van de
keuze om uit het oogpunt van veiligheid nog maar één realisatie van
deze richtingen toe te staan. Regelingsvariant 2 leidt wederom tot de
beste resultaten als enkel de drie regelingsvarianten onderling worden
vergeleken. Daarnaast leidt regelingsvariant 2 vergeleken met de
huidige situatie tot een afname van de gemiddelde verliestijd op
richtingen 22 en 25.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek, kan worden
geconcludeerd dat het vervangen van de huidige regeling door
regelingsvariant 2 de voorkeur heeft. Deze regelingsvariant heeft
tevens als voordeel ten opzichte van de twee andere regelingsvarianten
dat geen aanpassingen hoeven plaats te vinden aan de infrastructuur
van het kruispunt.
3.5 Opbrengsten en kosten
Wanneer de gemeente Oldenzaal de regeling van het kruispunt aanpast
met de instellingen van regelingsvariant 2 (deelconflicten, geen AFTG-
fase), bespaart dit op jaarbasis 1.800 voertuigverliesuren. Dit staat
gelijk aan een maatschappelijke bate van (afgerond) € 20.000,-. De
berekeningen staan vermeld in tabel B10 in bijlage 5.
Het GGT raamt de kosten voor het aanpassen van de regeling en het
repareren van de defecte detector op de Berkstraat op € 16.500,-. Dit
bedrag is slechts een indicatie en exclusief de kosten voor
verkeersmaatregelen. De berekening van dit bedrag is terug te vinden
in tabel B11 in bijlage 5.
17 Kruispunt Beukersmolen
3.6 Conclusies
Uit de analyse van het kruispunt Beukersmolen met behulp van starre
regelingen blijkt het volgende:
- Het toepassen van ontruimingstijden en groen- en
groenknippertijden, beide bepaald volgens CROW-richtlijnen,
leidt tot een regeling met gemiddeld een kortere cyclustijd en
een afname van de totale verliestijd.
- In het kader van de verkeersveiligheid is het niet wenselijk dat
fietsers twee realisaties hebben binnen een cyclus, eenmaal met
het parallelle autoverkeer mee en eenmaal alle fietsrichtingen
tegelijk. Dit leidt namelijk tot onduidelijkheid voor de fietsers.
- Bij een nieuwe regeling waarin deelconflicten tussen
voetgangers, fietsers en auto’s worden toegestaan en het
fietsverkeer enkel tegelijk met het parallelle autoverkeer een
groenfase heeft (regelingsvariant 2), nemen zowel de
gemiddelde cyclustijd als de gemiddelde totale verliestijd
aanzienlijk af ten opzichte van de huidige situatie.
- Het invoeren van regelingsvariant 2 leidt tot een jaarlijkse
maatschappelijke winst van € 20.000,-. De eenmalige kosten
van de aanpassingen aan de regeling en de reparatie van een
defecte detector op de Berkstraat bedragen € 16.500,-.
18 Kruispunt Beukersmolen
4. Conclusies en adviezen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.1 Conclusies
Het GGT heeft tijdens observaties op het kruispunt Beukersmolen het
volgende geconstateerd:
- De VRI functioneert naar behoren, er zijn echter nog wel
verbeteringen mogelijk.
- Fietsers op richtingen 21 en 24 hebben twee realisaties per
cyclus. De eerste realisatie is met het parallelle autoverkeer,
respectievelijk richtingen 2 en 8. De tweede realisatie is tegelijk
met de fietsers op richting 25. De fietsers op richting 22 hebben
dan echter geen groen. Dit alles is verwarrend voor de
weggebruikers. Deze verwarring wordt versterkt door de
verkeersborden die aangeven dat er sprake is van een alle
fietsers tegelijk groenfase (AFTG-fase), terwijl hier geen sprake
van is.
- Het GGT heeft enkele parameters van de VRI anders ingesteld.
Dit heeft geleid tot een flexibelere en efficiëntere afwikkeling
van het verkeer.
- Detector D051 op de Berkstraat is defect en moeten worden
gerepareerd. Deze storing heeft echter nauwelijks effect op de
afwikkeling van het verkeer, omdat ook andere detectoren op
deze arm van het kruispunt voor groenaanvragen zorgen.
Uit de analyse van het kruispunt Beukersmolen met behulp van starre
regelingen blijkt het volgende:
- Het toepassen van ontruimingstijden en groen- en
groenknippertijden, beide bepaald volgens CROW-richtlijnen,
leidt tot een regeling met gemiddeld een kortere cyclustijd en
een afname van de totale verliestijd.
- In het kader van de verkeersveiligheid is het niet wenselijk dat
fietsers twee realisaties hebben binnen een cyclus, eenmaal met
het parallelle autoverkeer mee en eenmaal alle fietsrichtingen
tegelijk. Dit leidt namelijk tot onduidelijkheid voor de fietsers.
- Bij een nieuwe regeling waarin deelconflicten tussen
voetgangers, fietsers en auto’s worden toegestaan en het
fietsverkeer enkel tegelijk met het parallelle autoverkeer een
groenfase heeft (regelingsvariant 2), nemen zowel de
gemiddelde cyclustijd als de gemiddelde totale verliestijd
aanzienlijk af ten opzichte van de huidige situatie. Als gevolg
hiervan neemt ook de roodlichtnegatie af.
- Invoering van regelingsvariant 2 leidt tot een jaarlijkse
maatschappelijke winst die gelijk staat aan de eenmalige kosten
van de aanpassingen aan de regeling en de reparatie van een
defecte detector op de Berkstraat.
19 Kruispunt Beukersmolen
4.2 Adviezen
Het GGT adviseert om de ontruimingstijden en groen- en
groenknippertijden op het kruispunt in te stellen volgens de CROW-
richtlijnen. Dit leidt tot een efficiëntere afwikkeling van het verkeer.
Omdat er feitelijk geen sprake is van een AFTG-fase en om verwarring
te voorkomen, adviseert het GGT om de verkeersborden die aangeven
dat alle fietsers tegelijk groen zijn te verwijderen.
Om de roodlichtnegatie te beperken, adviseert het GGT om de huidige
regeling te vervangen door een regeling waarbij er geen AFTG-fase is
en deelconflicten worden toegestaan tussen auto’s, fietsers en
voetgangers (regelingsvariant 2). Deze regeling is efficiënter dan de
huidige en leidt daarmee tot een afname van de roodlichtnegatie.
Ondanks het toestaan van deelconflicten voor de voetgangers, zorgt dit
voor een verbetering van de verkeersveiligheid op het kruispunt. Het is
daarbij wel raadzaam om door middel van waarschuwingslichten de
weggebruikers te attenderen op de deelconflicten.
Daarnaast verdient het aanbeveling om detector D051 op de Berkstraat
zo spoedig mogelijk te laten repareren en opnieuw in te schakelen.
Verder geeft het GGT de volgende algemene adviezen:
- jaarlijks de VRI observeren tijdens ochtendspits en avondspits
om zo te bepalen of deze nog naar behoren functioneert;
- eens per vijf jaar een uitgebreider onderzoek naar het
functioneren van de VRI (laten) uitvoeren;
- de actuele parameterinstellingen van de VRI ophalen uit de
regelautomaat. Op deze manier kan de leverancier van de
regelautomaat (Vialis) bij een volgende softwarewijziging de
actuele parameterinstellingen overnemen als nieuwe default;
- een nieuwe listing laten maken van het regelprogramma van de
VRI met daarin vermeld de wijzigingen die het GGT heeft
doorgevoerd in de parameterinstellingen. Op deze manier zijn
de nieuwe actuele parameterinstellingen eenvoudig terug te
vinden.
4.3 Effecten
Wanneer de adviezen van het GGT worden uitgevoerd, levert dit een
doorstroomwinst op van 17% in de spitsperioden. De besparing
bedraagt 1.800 voertuigverliesuren per jaar. Uitgedrukt in euro’s
bedraagt de maatschappelijke winst op jaarbasis € 20.000,-. De kosten
van het uitvoeren van de maatregelen zoals beschreven in het advies
van het GGT bedragen eenmalig € 16.500,-.
20 Kruispunt Beukersmolen
Bijlage 1: Parameterwijzigingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uitleg parameterinstellingen
Het GGT heeft tijdens de observaties aandacht geschonken aan de
instellingen van de volgende parameters:
- maximum groentijden;
- hiaattijden van de detectielussen;
- maximale duur verlengen met de koplussen;
- opties om richtingen een meerealisatie te geven;
- opties om richtingen te laten meeverlengen.
Maximum groentijden
Het verkeersaanbod op een kruispunt kan in de loop der tijd
veranderen. Als gevolg van de toename van het verkeersaanbod op een
richting, kan de maximum groentijd die was ingesteld niet meer
voldoen. Er ontstaan dan wachtrijen op die richting en in ernstige
gevallen moet het verkeer meerdere malen voor rood licht stoppen
voordat het kruispunt is gepasseerd.
Uit de observaties van het GGT bleek dat het niet noodzakelijk was om
de maximum groentijden aan te passen op dit kruispunt.
Hiaattijden van de detectielussen
De detectielussen op een rijstrook registeren het aanwezige
verkeersaanbod op die rijstrook. Op het moment dat een detectielus
gedurende een vastgestelde tijd geen verkeer meer heeft geregistreerd,
wordt het groen op die richting beëindigd. Deze vastgestelde tijd is de
hiaattijd op de detectielus, ook wel het grenshiaat genoemd. Een goede
instelling van de hiaattijden op de detectielussen is van belang voor een
goede verkeersdoorstroming.
Het GGT heeft voor de gemeente Oldenzaal waarden berekend die
worden gehanteerd bij het instellen van de hiaattijden op de
detectielussen. Deze staan vermeld in tabel B1 en zijn berekend met
behulp van de onderstaande formule1 voor het berekenen van
hiaattijden.
v
Ltt
lddetectieve
grensH −=
waarin:
tH = hiaattijd (s);
tgrens = kritische volgtijd tussen twee opeenvolgende auto’s (s);
Ldetectieveld = lengte van het detectieveld (m);
V = snelheid van het voertuig (m/s).
1 Wilson, ir. A. Handboek verkeerslichtenregelingen, CROW publicatienr. 213, 2006.
21 Kruispunt Beukersmolen
Als voorbeeld hieronder de berekening van de hiaattijd bij een
detectielus van 20 meter.
v
Ltt
lddetectieve
grensH −= ( )s6,057,014
202 ≈=−=
De hiaattijden in tabel B1 zijn onderverdeeld naar lengte van de
detectielus en gelden voor alle detectielussen. In tabel B2 staat een
overzicht van de gewijzigde hiaattijden per detectielus.
Maximale duur verlengen met de koplussen
De koplus is de detectielus die vlak voor de stopstreep ligt. In Oldenzaal
zijn de parameters voor deze koplussen zo ingesteld, dat deze tijdens
een groenfase slechts gedurende een beperkte tijd registreren of er nog
verkeersaanbod is om zo de groentijd te verlengen. Na deze tijd wordt
alleen nog verlengd op basis van detectie op de andere detectielussen.
Op dit kruispunt gebeurt dit tijdens de eerste 6 seconden na startgroen.
Het GGT zag geen reden om deze instelling te wijzigen.
Opties om richtingen een meerealisatie te geven
Wanneer een richting geen verkeersaanbod heeft, maar zonder dat
andere richtingen hier hinder van ondervinden toch tegelijk met een
andere richting groen krijgt, is sprake van een meerealisatie. Het
voordeel hiervan is dat verkeer dat tijdens het groen komt aanrijden,
meteen door kan rijden en niet voor rood hoeft te wachten op de
volgende groenfase. Waar dit mogelijk is, stelt het GGT deze opties in
de regelingen van kruispunten in. Vanwege het geringe aantal
richtingen, kunnen deze opties op dit kruispunt niet worden ingesteld.
Opties om richtingen te laten meeverlengen
Naast de optie tot meerealisatie, is er ook de mogelijkheid om
richtingen met elkaar te laten meeverlengen. Dit houdt in dat een
richting nog niet naar rood gaat op het moment dat er geen
verkeersaanbod meer is, zolang een niet-conflicterende richting nog
groen is en er geen conflicterende aanvraag is die kan worden
gerealiseerd. Het meeverlengen wordt beëindigd op het moment dat er
een aanvraag is op een conflicterende richting van de richting die
meeverlengt.
Uit het oogpunt van verkeersveiligheid moet voorzichtig worden
omgegaan met het instellen van de optie tot meeverlengen wanneer
deelconflicten worden toegestaan. Er kunnen namelijk gevaarlijke
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B1 Geadviseerde hiaattijden
Detectielus Hiaattijd (s)
< 5 meter (koplus) 1.6
= 10 meter (lange lus) 1.3
= 15 meter (langere lus) 1.0
= 20 meter (extra lange lus) 0.6
Fietsrichtingen 2.0
22 Kruispunt Beukersmolen
situaties ontstaan wanneer auto’s gaan versnellen om het groen nog te
halen en niet meer opletten op het kruisende verkeer waar een
deelconflict mee is.
Op dit kruispunt zijn alle mogelijke opties tot meeverlengen reeds
ingesteld. Het GGT zag geen reden om deze instellingen aan te passen.
Overzicht parameterwijzigingen
Tabel B2 geeft per detector een overzicht van de oude waarde van de
hiaattijd en de nieuwe waarde. De parameters van de VRI op dit
kruispunt kunnen worden gewijzigd met behulp van een laptop in
combinatie met HyperTerminal. Het gebruik van de laptop in
combinatie met Hyperterminal is een vrij gemakkelijk, maar uitgebreid
proces. Er wordt verbinding gemaakt met de regelautomaat. Daarna
verschijnen op het beeldscherm de instellingen van de parameters van
de VRI. In de specificatie van de regeling zijn opeenvolgende nummers
te vinden (bijv. 1-1-2-2-1) die moeten worden gekozen in de
verschillende menu’s om bepaalde parameters te bekijken of te
wijzigen.
Detector Oude waarde (sec.) Nieuwe waarde (sec.)
D011 3,0 1,6
D012 1,5 1,0
D021 3,0 1,6
D022 1,5 1,0
D051* 3,0 2,0
D052 3,0 1,6
D053 1,0 0,6
D081 3,0 2,0
D082 3,0 1,6
D083 1,0 0,6
D111 3,0 1,6
D112 1,0 0,6
D121 3,0 1,6
D122 1,0 0,6
D211 3,0 2,0
D251 3,0 2,0
* D051 is defect en daarom tijdens de observatie uitgeschakeld
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B2 Parameterwijzigingen hiaattijden
23 Kruispunt Beukersmolen
Bijlage 2: Telgegevens en afrijcapaciteiten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Richting
Intensiteit
ochtendspits
(mvt/u)1
Intensiteit
avondspits
(mvt/u)2
Afrijcapaciteit
(pae/u)3
1 149 190 1700
2 141 183 1900
5 222 215 1840
8 192 182 1900
11 121 140 1900
12 180 180 1900
214 250 250 -
22 200 200 -
24 250 250 -
25 200 200 - 1 donderdag 11 oktober 2007
2 woensdag 10 oktober 2007
3 bepaald met behulp van wizard afrijcapaciteit in COCON
4 aantallen fietsers bepaald op basis van aannames
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B3 Telgegevens en afrijcapaciteiten kruispunt Beukersmolen
24 Kruispunt Beukersmolen
Bijlage 3: Ontruimingstijden
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Huidige ontruimingstijdenmatrix
1 2 5 8 11 12 21 22 24 25 33 35 37
1 . . 1 0 . . 1 0 0 . . . 3
2 . . 3 3 2 2 . 3 4 2 4 4 .
5 3 2 . 3 d. 3 3 . 2 2 2 4 4
8 4 3 2 . 2 5 4 2 . 2 2 1 5
11 . 1 d. 2 . . 0 d. 3 2 4 3 1
12 . 3 2 1 . . 1 2 1 . . . 1
21 2 . 5 5 5 4 . 4 . . 8 8 d.
22 5 3 . 3 d. 4 5 . 2 3 2 6 6
24 5 3 3 . 3 5 . 3 . . 3 2 7
25 . 4 4 4 2 . . 3 . . 6 5 2
33 . 6 11 10 6 . 6 11 10 6 . . .
35 . 5 6 8 5 . 5 6 9 5 . . .
37 12 . 11 11 12 10 d. 11 11 14 . . .
Ontruimingstijdenmatrix volgens CROW-richtlijnen
1 2 5 8 11 12 21 22 24 25 33 35 37
1 . . 0 0 . . 3 0 0 . . . 4
2 . . 4 3 1 0 . 5 4 1 6 4 .
5 0 0 . 1 d. 4 0 . 3 0 2 5 4
8 1 0 0 . 1 5 1 1 . 2 3 2 6
11 . 0 d. 0 . . 0 d. 1 3 4 5 2
12 . 1 0 0 . . 0 0 0 . . . 0
21 3 . 3 6 5 2 . 7 . . 9 9 d.
22 5 2 . 1 d. 5 2 . 3 2 2 7 8
24 5 1 3 . 2 5 . 3 . . 4 2 8
25 . 2 3 4 4 . . 4 . . 7 6 3
33 . 5 13 12 7 . 2 14 14 5 . . .
35 . 4 5 9 6 . 3 7 10 7 . . .
37 12 . 7 6 13 8 d. 6 6 14 . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B4 Huidige ontruimingstijdenmatrix (seconden)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B5 Ontruimingstijdenmatrix volgens CROW-richtlijnen (seconden)
25 Kruispunt Beukersmolen
Verschillen in ontruimingstijdenmatrices
1 2 5 8 11 12 21 22 24 25 33 35 37
1 . . -1 0 . . 2 0 0 . . . 1
2 . . 1 0 -1 -2 . 2 0 -1 2 0 .
5 -3 -2 . -2 . 1 -3 . 1 -2 0 1 0
8 -3 -3 -2 . -1 0 -3 -1 . 0 1 1 1
11 . -1 . -2 . . 0 . -2 1 0 2 1
12 . -2 -2 -1 . . -1 -2 -1 . . . -1
21 1 . -2 1 0 -2 . 3 . . 1 1 .
22 0 -1 . -2 . 1 -3 . 1 -1 0 1 2
24 0 -2 0 . -1 0 . 0 . . 1 0 1
25 . -2 -1 0 2 . . 1 . . 1 1 1
33 . -1 2 2 1 . -4 3 4 -1 . . .
35 . -1 -1 1 1 . -2 1 1 2 . . .
37 0 . -4 -5 1 -2 . -5 -5 0 . . .
Groene cellen zijn kortere ontruimingstijden.
Rode cellen zijn langere ontruimingstijden.
Witte cellen zijn ongewijzigde ontruimingstijden.
Ontruimingstijdenmatrix regelingsvariant 1
1 2 5 8 11 12 21 22 24 25 33 35 37
1 . . 0 0 . . 3 0 0 . . . 4
2 . . 4 3 1 0 . 5 4 1 6 4 .
5 0 0 . 1 d. 4 0 3 3 0 2 5 4
8 1 0 0 . 1 5 1 1 2 2 3 2 6
11 . 0 d. 0 . . 0 d. 1 3 4 5 2
12 . 1 0 0 . . 0 0 0 . . . 0
21 3 . 3 6 5 2 . . . . 9 9 5
22 5 2 4 1 d. 5 . . . . 2 7 8
24 5 1 3 3 2 5 . . . . 4 2 8
25 . 2 3 4 4 . . . . . 7 6 3
33 . 5 13 12 7 . 2 14 14 5 . . .
35 . 4 5 9 6 . 3 7 10 7 . . .
37 12 . 7 6 13 8 12 6 6 14 . . .
Wijzigingen in de matrix ten opzichte van tabel B5 zijn geel
gemarkeerd.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B6 Verschillen in ontruimingstijden-matrices huidig en volgens CROW-richtlijnen (seconden)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B7 Ontruimingstijdenmatrix regelingsvariant 1 (seconden)
26 Kruispunt Beukersmolen
Ontruimingstijdenmatrix regelingsvariant 2
1 2 5 8 11 12 21 22 24 25 33 35 37
1 . . 0 0 . . 3 0 0 . . . 4
2 . . 4 3 1 0 . 5 4 1 6 4 .
5 0 0 . 1 d. 4 0 . 3 0 2 5 4
8 1 0 0 . 1 5 1 1 . 2 d. 2 6
11 . 0 d. 0 . . 0 d. 1 3 4 5 2
12 . 1 0 0 . . 0 0 0 . . . 0
21 3 . 3 6 5 2 . 0 0 0. 9 9 d.
22 5 2 . 1 d. 5 0 . 0 0. 2 7 8
24 5 1 3 . 2 5 0 0 . 0 d. 2 8
25 . 2 3 4 4 . 0 0 .0 . 7 d. 3
33 . 5 13 d. 7 . 2 14 d. 5 . . .
35 . 4 5 9 6 . 3 7 10 d. . . .
37 12 . 7 6 13 8 d. 6 6 14 . . .
Wijzigingen in de matrix ten opzichte van tabel B5 zijn geel
gemarkeerd.
Ontruimingstijdenmatrix regelingsvariant 3
1 2 5 8 11 12 21 22 24 25 33 35 37
1 . . 0 0 . . 3 0 0 . . . 4
2 . . 4 3 1 0 . 5 4 1 6 4 .
5 0 0 . 1 1 4 0 3 3 0 2 5 4
8 1 0 0 . 1 5 1 1 2 2 d. 2 6
11 . 0 1 0 . . 0 3 1 d. 4 d. 2
12 . 1 0 0 . . 0 0 0 . . . 0
21 3 . 3 6 5 2 . . . . 9 9 5
22 5 2 4 1 3 5 . . . . 2 7 8
24 5 1 3 3 2 5 . . . . d. 2 8
25 . 2 3 4 d. . . . . . 7 6 3
33 . 5 13 d. 7 . 2 14 d. 5 . . .
35 . 4 5 9 d. . 3 7 10 7 . . .
37 12 . 7 6 13 8 12 6 6 14 . . .
Wijzigingen in de matrix ten opzichte van tabel B5 zijn geel
gemarkeerd.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B8 Ontruimingstijdenmatrix regelingsvariant 2 (seconden)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B9 Ontruimingstijdenmatrix regelingsvariant 3 (seconden)
27 Kruispunt Beukersmolen
Bijlage 4: Fasediagrammen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Huidige situatie, ochtendspits
Huidige situatie, avondspits
CROW-tijden, ochtendspits
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B1 Fasediagram huidige situatie, ochtendspits, aanvraag op alle richtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B2 Fasediagram huidige situatie, avondspits, aanvraag op alle richtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B3 Fasediagram CROW-tijden, ochtendspits, aanvraag op alle richtingen
28 Kruispunt Beukersmolen
CROW-tijden, avondspits
Regelingsvariant 1, ochtendspits
Regelingsvariant 1, avondspits
Regelingsvariant 2, ochtendspits
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B4 Fasediagram CROW-tijden, avondspits, aanvraag op alle richtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B5 Fasediagram regelingsvariant 1, ochtendspits, aanvraag op alle richtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B6 Fasediagram regelingsvariant 1, avondspits, aanvraag op alle richtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B7 Fasediagram regelingsvariant 2, ochtendspits, aanvraag op alle richtingen
29 Kruispunt Beukersmolen
Regelingsvariant 2, avondspits
Regelingsvariant 3, ochtendspits
Regelingsvariant 3, avondspits
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B8 Fasediagram regelingsvariant 2, avondspits, aanvraag op alle richtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B9 Fasediagram regelingsvariant 3, ochtendspits, aanvraag op alle richtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur B10 Fasediagram regelingsvariant 3, avondspits, aanvraag op alle richtingen
30 Kruispunt Beukersmolen
Bijlage 5: Opbrengsten en kosten van de adviezen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opbrengsten van de adviezen op jaarbasis
Winst per werkdag Ochtendspits Avondspits Totaal
Huidige situatie (vvu) 17 19
Adviessituatie (vvu) 14 - 15 -
Winst in vvu/spits 3 4
Winst per jaar in vvu
(*253 dagen) 759 1.012 1.771
Maatschappelijke baten
per jaar (* €11,-) € 19.500,€ 19.500,€ 19.500,€ 19.500,-
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B10 Berekening opbrengsten van de adviezen op jaarbasis
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel B11 Kostenindicatie van de adviezen
Kostenindicatie van de adviezen
Advies Eenheidsprijs Kosten
Aanpassingen aan de verkeersregelinstallatie
Nieuw regelprogramma (CCOL) € 10.000,- € 10.000,-
Reparatie defecte detector (zie §2.6)
Toevoegen nieuwe koplus D051 € 1.000,- € 1.000,-
+
Totaal € 11.000,-
Overhead (factor 0,5) € 5.500,-
+
Indicatie totale kosten € 16.500,€ 16.500,€ 16.500,€ 16.500,-