Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de...

16
© Saga Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders Lesbeschrijvingen (versie 6.0) | havo/vwo

Transcript of Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de...

Page 1: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

© Saga

Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders Lesbeschrijvingen (versie 6.0) | havo/vwo

Page 2: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

2

Inhoudsopgave

1.Systeemeisen------------------------------------------------------------------------------2

2.Inhoudelijkeopzet-----------------------------------------------------------------------32.1Essentiesvroegemiddeleeuwen(500-1000)----------------------------------32.2Aanpaklesmodule-------------------------------------------------------------------42.3Opbouwlessen------------------------------------------------------------------------42.4Ruimteomzelfdelessenaantepassen----------------------------------------4

3.Opbouwlesmodule----------------------------------------------------------------------53.1Onderzoekslessen--------------------------------------------------------------------53.2Collegemateriaaldocent-----------------------------------------------------------63.3Overzichtlesmodule-----------------------------------------------------------------7

4.Lesbeschrijvingen-------------------------------------------------------------------------9Lesbeschrijvingtijdsprong|havo/vwo------------------------------------------9Lesbeschrijvingles1|Ola’smissie|havo/vwo-----------------------------10Lesbeschrijvingles2|Ola’szoektochtbegint|havo/vwo---------------11Lesbeschrijvingles3|Debijzonderevondst|havo/vwo----------------12Lesbeschrijvingles4|Vuilehanden|havo/vwo---------------------------13Lesbeschrijvingles5,6|Duivelsdilemma,Slot|havo/vwo-------------14Lesbeschrijvingcollege|Verspreidingvanhetchristendom|h/v-----15Lesbeschrijvingcollege|Ontstaanenverspreidingvandeislam|h/v16

1. Systeemeisen De lesomgeving is te gebruiken op alle formaten en types digitale schoolborden, schermen en touchscreens. De lessen worden het beste weergegeven op een schermverhouding van 16:9. Hoe hoger de resolutie, hoe beter de weergave. De methode werkt via de internetbrowser. We adviseren de volgende browserversies: • Microsoft Internet Explorer 11 of hoger; • Microsoft Edge, laatste 5 versies; • Google Chrome, laatste 5 versies; • Mozilla Firefox, laatste 5 versies; • Safari 8 of hoger. Het digibord moet geluid kunnen afspelen. Om met onze methodes te kunnen werken, moet het digibord of het touchscreen verbonden zijn met het internet. Afhankelijk van de schoolgrootte is het aan te raden om gebruik te maken van een snelle, zakelijke breedbandverbinding. Een bekabeld netwerk (LAN) is sneller dan een draadloos netwerk, daarom heeft een zogenoemde LAN-verbinding de voorkeur. Je kunt controleren of je browser up-to-date is via de site http://www.whatbrowser.org/.

Page 3: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

3 © Saga

2. Inhoudelijke opzet Ola en het geheime genootschap is een lesmodule over het tijdvak van monniken en ridders. Elke lesmodule van Saga bevat een uitdaging voor leerlingen. In deze lessenserie gaan leerlingen Ola Diepgraver, dochter van een beroemd archeoloog, helpen. Ola wil lid worden van een geheim historisch genootschap, net als haar vader. Ze hoopt zo erachter te komen wat er met haar vader is gebeurd, die onverwacht is overleden. Om toegelaten te worden moet ze als opdracht het voorwerp zoeken dat het beste de macht van Karel de Grote weergeeft. De klas wordt Ola’s hulplijn om te zorgen dat ze toegelaten wordt. De lesmodule bestaat uit 9 onderdelen: een tijdsprongles (introductie op het tijdvak), 5 onderzoekslessen, 2 collegelessen en een toets. 2.1 Essenties vroege middeleeuwen (500-1000) Wanneer je je met het tijdvak monniken en ridders (vroege middeleeuwen) bezighoudt, is het belangrijk om te beseffen dat er helemaal geen grote breuk was rond 500. Er waren nieuwe volkeren die zich zoveel mogelijk probeerden te schikken in de politieke, culturele en godsdienstige tradities van Rome. Daarbij hadden de volksverhuizingen waar vaak over wordt verteld niet het karakter van invasies, maar van etnogenese. Dat hield in dat de Germaanse stammen een eenheid konden vormen – vaak vanwege militaire redenen, die ook door de Romeinen zelf in gang werden gezet – en zich zo langzaam als een volk gingen beschouwen. De Germanen volgden het Romeinse ideaal: ze werden bijna allemaal onmiddellijk christen (omdat Christus in hun ogen de God van de Romeinen was) en zij wilden een keizer. Daarom was de kroning tot keizer en het toevoegen van Rome tot het rijk ook zo belangrijk voor Karel de Grote. In deze periode kwamen de ‘barbaarse’ tradities samen met het christelijk geloof en deze smeltkroes is een heel belangrijke basis voor de Europese cultuur. ‘Een wens van de Karolingers (d.w.z. Karel en zijn entourage van edelen en intellectuelen) was om de samenleving om te vormen tot een echt christelijke samenleving. Karel vond dat hij niet alleen verantwoordelijk was voor het wereldse welzijn van zijn onderdanen, maar ook voor hun spirituele welzijn; d.w.z. hij wilde proberen om zoveel mogelijk van zijn onderdanen naar de hemel te laten gaan na hun dood (zo simpel kun je het wel stellen). Daarvoor was het nodig dat God op de juiste, correcte manier werd gediend en aanbeden. ‘Correctio’ is dan ook het sleutelwoord van de Karolingische periode; men wilde eventuele misstanden

corrigeren, beter maken. Er was dan ook veel nadruk op kerkelijk (canoniek) recht, waarin de regels voor de geestelijkheid stonden, maar waarin ook (meer en meer) religieuze leefregels voor de leken werden opgenomen: met wie mag je wel en niet trouwen? Wat mag je wel en niet eten? Wanneer mag je de kerk in en wanneer niet? Hoe wordt overspel bestraft? etc.’1 In de periode 500 – 1000 werd wel gebroken met de economische stabiliteit (en globalisering) die de Romeinen hadden opgebouwd. De nieuwe economie richtte zich op lokale markten en handelscontacten. Daardoor kregen lokale grote landheren opeens ook politieke invloed. Hierop werd de nieuwe politieke structuur gebaseerd. ‘Karel de Grote had gewoon niet de financiële middelen om een eigen leger en bestuur te organiseren, zoals zijn Byzantijnse en Arabische collega's dat nog wel hadden. Hij kon alleen leiding geven door voortdurend overleg te plegen met zijn rijksgroten, vandaar het voortdurende rondreizen van het hof van de ene palts naar de andere. De deal was dat zij hem hielpen met soldaten, in ruil waarvoor hij hen compenseerde met land en buit in de veroverde gebieden. Met andere woorden: hij kon zijn macht alleen handhaven door constant oorlog te voeren. Dat is een inzicht dat eigenlijk pas enkele jaren geleden algemeen is doorgedrongen. Dat is geen fraaie conclusie, maar wat wel heel belangrijk is dat hierdoor het voor het eerst absoluut noodzakelijk werd om te besturen via overleg. Dat kon Karel de Grote heel erg goed en daarmee heeft hij een traditie in gang gezet die in West-Europa daarna nooit meer is verdwenen: alle bestuur vindt plaats in overleg, eerst alleen met adel en bisschoppen, in later eeuwen ook met de burgerij.’2 ‘Het zou dus onterecht zijn om Karels regering als een periode van relatieve rust te kenmerken. Dat was het zeker niet. Maar het vechten vond plaats aan de randen van het rijk; binnen het rijk was er voldoende rust om te handelen en te investeren in kennis en cultuur. Daarnaast is het belangrijk dat Karel succesvol was in zijn oorlogen; die leverden enorme voorraden aan buit op. De schat van de Avaren, bijvoorbeeld, was van een onvoorstelbare grootte. Deze influx van geld zorgde ervoor

1 Dr. Sven Meeder 2 Prof. Dr. Peter Raedts

Page 4: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

4 © Saga

dat de edelen Karel trouw bleven (ze werden er financieel (veel) beter van) en dat er ruimte was om te investeren in sociale, culturele en religieuze ontwikkelingen.’3 Er was wel sprake van wat politieke versnippering, maar dit was veel minder grootschalig dan vroegere historici dachten. Er was ook geen sprake van barbarij. De verschillende Germaanse volkeren droegen allemaal de Romeinse waarden en idealen met zich mee, voelden zich erfgenamen van Rome (en dat is een reden dat Karel de Grote succesvol kon zijn). Karel de Grote is hiervoor een uitstekend voorbeeld: hij waande zich zeker Romeins. 2.2 Aanpak lesmodule Welk voorwerp symboliseert de macht van Karel de Grote het best? Dat is de centrale vraag die leerlingen beantwoorden binnen de lesmodules van monniken en ridders. Maar waarom is die macht van Karel de Grote dan zo belangrijk? Karel de Grote belichaamt de continuïteit met Rome door zijn keizerschap. Hij maakte het ideaal van alle Germaanse vorsten – 1 universele vorst over alle volkeren –werkelijkheid. Maar hij brak ook met de wijze van regeren zoals de oude keizers dat deden: de Romeinse keizers baseerden hun macht op veel eenheid, rijkdom, en vooral op een staand leger en een goed belastingsysteem; Karel op overleg en het leenstelsel. Daarmee vertegenwoordigt hij ook de nieuwe en creatieve oplossingen in een veranderde wereld en een van de belangrijkste essenties van deze periode: bestuur door overleg. In deze lesmodule gaan leerlingen in een interactief verhaal Ola helpen met haar zoektocht naar het voorwerp dat de macht van Karel de Grote het beste symboliseert. Ola fotografeert de voorwerpen (zwaard, tekening van Karels’ vrouw, keizerskroon, sikkel en uitnodiging) en zet deze op haar Instagram-account. Leerlingen onderzoeken deze voorwerpen vervolgens met behulp van bronnen in een Luminati-database waartoe zij toegang krijgen. Ze kiezen uiteindelijk het beste voorwerp. Hierbij komen de volgende vaardigheden aan bod: • aantekeningen maken en hoofd- en bijzaak onderscheiden; • verzamelen van informatie uit verschillende soorten bronnen;

3 Dr. Sven Meeder

• beoordelen of de informatie voor jouw onderzoeksvraag bruikbaar en betrouwbaar is;

• conclusies trekken en argumenten formuleren die de conclusies ondersteunen; • samenwerken; • beoordelen van argumenten van anderen; • kiezen welke zwaarder wegen: voor- of nadelen. Hiervoor argumenten geven; • tijd- en plaatsgebondenheid begrijpen; • kritisch denken. In de collegelessen worden de volgende kenmerkende aspecten behandeld: • de verspreiding van het christendom over West-Europa; • het ontstaan en de verspreiding van de islam. 2.3 Opbouw lessen Je bepaalt zelf of en wanneer je de collegelessen inzet. Collegelessen/ Toets Onderzoekslessen Tijdsprong

1. Ola’s missie

2. Ola’s zoektocht begint

3. De bijzondere vondst

4. Vuile handen

5. Duivels dilemma College Verspreiding van het christendom

College Ontstaan en verspreiding van de islam

Toets

2.4 Ruimte om zelf de lessen aan te passen Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders en het sleutelbegrip macht) en voor de colleges uiteraard ook eigen materiaal inzetten. De onderzoekslessen kun je aanpassen naar je eigen voorkeur. Je kunt je eigen uitleg en verwerking gebruiken of toevoegen bij de verschillende onderdelen in de Voorbereiding op de missie in elke les. Je kunt zelf een missie-vervangende

Page 5: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

5 © Saga

opdracht bedenken en aanbieden. Je kunt bijvoorbeeld meer/andere bronnen voor in de Luminati-database maken en aanbieden. (les 2). Je kunt ook op een andere manier onderzoeken of de landbouw belangrijk was voor de macht van Karel de Grote. (les 4) Je kunt een eigen les toevoegen of een les vervangen door de leerlingen onderzoek te laten doen naar een ander voorwerp, bijvoorbeeld de troon of ‘de kroon’ van Karel in Aken. Je kunt een andere eindopdracht ontwerpen. Je kunt ervoor kiezen om les 5 te doen en de leerlingen een vlog te laten maken met daarin hun advies aan Ola. Maar je kunt er ook voor kiezen om het advies veel korter en simpeler te laten inleveren, zonder vlog. Je kunt daar een cijfer aan verbinden, of niet. Je kunt het zo groot en zo klein maken als je wil.

3. Opbouw lesmodule Een lesmodule heeft een vaste opbouw. De lesstof voor een lesmodule bestaat uit: 1. Onderzoekslessen:

A. Onderzoeksles = klassikale missie per les, 1 overkoepelende uitdaging B. Leertekst = huiswerk C. Thuisquiz = huiswerk D. Eventueel: Tijdlijnopdracht = huiswerk

2. Collegemateriaal: A. Tijdsprong B. Colleges

3. Toets A. Rubric voor beoordeling onderzoeksresultaat les 5 B. Eindtoets: toetsvragenbank

3.1 Onderzoekslessen A Uitdaging De uitdaging bestaat uit maximaal 5 onderzoekslessen die tot een onderzoeksresultaat leiden dat beoordeeld kan worden m.b.v. een rubric. Elke onderzoeksles heeft een vaste opbouw en volgt 6 stappen van de onderzoekscyclus:

1. Trigger die nieuwsgierig maakt, waardoor een leerling wil onderzoeken. De leerling krijgt een missie = wat ga je deze les doen? De missie is gekoppeld aan de lesdoelen.

2. Voorbereiding op de missie. De leerling krijgt hier kennis aangereikt die ze nodig hebben voor de missie en ze oefenen vaardigheden. Dit is een moment in de les waarop de docent er voor kan kiezen klassikaal of aan een kleinere groep uitleg te geven. Als docent kan je in de gaten houden wie meer hulp nodig heeft (differentiatie), en kan je (klassikaal) kennis of vaardigheden verder bespreken, desgewenst met eigen materiaal of met het materiaal dat wij hier bieden.

3. De missie zelf. Meestal is dit een onderzoek met stappenplan: opdrachten en bronnen.

4. Concluderen/presenteren Inleveren lesproduct: het Resultaat. 5. En dus ... samenvatten/nabespreken Reflectie op het geleerde. Hier

wordt nog een keer in spelvorm met het belangrijkste leerdoel geoefend. Zo wordt expliciet gemaakt wat de leeropbrengst is. Dat is een belangrijk startpunt voor het inslijpen van die kennis of vaardigheid.

Page 6: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

6 © Saga

6. Herhalen, oefenen en onthouden. Huiswerk, met de leerdoelen van de les, de leertekst, de thuisquiz en eventueel een tijdlijnopdracht om de leerstof thuis verder te oefenen.

B Leertekst De leertekst bij een onderzoeksles is niet het vertrekpunt van het onderzoek, maar komt pas op het einde. Het is een samenvatting van de leeropbrengst uit de voorbereidingsfase van de les en het onderzoek/ de missie.

• Dit heb ik gedaan > beschrijving van het onderzoek tijdens de les. • Dit weet ik nu > opbrengst/ samenvatting van de kennis die hieruit kwam. • Deze begrippen ken ik. • Dit kan ik nu > opbrengst door oefenen van een vaardigheid tijdens het

onderzoek. • Waarom is dit belangrijk? > vanuit leerlingenperspectief geschreven en

gericht op relevantie voor de leerling. Let op: in de leertekst komt niet alles dat de leerlingen hebben geleerd letterlijk

terug. Het is het destillaat van zowel datgene dat in de voorbereidingsfase is aangereikt door Saga en de docent, en datgene dat ze zelf hebben ontdekt tijdens het onderzoek in het kader van de missie.

C Thuisquiz

• Gesloten interactieve vragen waarmee een leerling zelfstandig de kennis, vaardigheid en begrippen kan oefenen die aan bod zijn gekomen tijdens de les.

• Bevat inhoudelijke feedback en feed forward. • Controle voor leerling en docent: is de leerstof overgekomen? Zo niet,

waar zitten de hiaten? 3.2 Collegemateriaal docent A Tijdsprong De tijdsprong is een specifiek type college waarin de docent een tijdvak introduceert. Hierin staat centraal: 1. introductie van het sleutelbegrip van deze lesmodule;

2. introductie van het tijdvak. De tijdsprong heeft een vaste opbouw: 1. introductie van het sleutelbegrip, in dit geval macht; 2. tijdlijn plus opdrachten; 3. werkvorm-idee voor de docent; in deze lesmodule daarnaast ook een quiz. 4. mogelijkheid om eigen materiaal in te zetten (in de toekomst kan je dit

uploaden); 5. leertekst. Leerdoelen:

• Leerling activeert zijn voorkennis. • Leerling maakt kennis met de kenmerken van het nieuwe tijdvak. • Leerling denkt na over relevantie voor nu, aan de hand van het

sleutelbegrip. Het sleutelbegrip is ook de rode draad in de onderzoekslessen.

B College In een college staat de docent centraal. Je kan je eigen verhaal vertellen en wordt daarbij – indien gewenst – ondersteund door heldere schema’s, kaarten, etc. Het college biedt:

• intro: waarmee de nieuwsgierigheid van de leerlingen getriggerd kan worden en de voorkennis geactiveerd.

• uitleg in de vorm van een video en een leertekst, waarin de kenmerkende aspecten helder worden uitgelegd.

• conceptmap die de leerlingen kunnen invullen op basis van de video. • oefenopdrachten voor de leerlingen: open (bron)vragen over de stof.

Leerlingen oefenen met de stof en bereiden zich zo verder voor op de toets.

• Eventueel een tijdlijnopdracht. • In de toekomst kan je je eigen materiaal uploaden.

Page 7: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

7 © Saga

3.3 Overzicht lesmodule Les Tijdsprong Les 1

Ola’s missie Les 2 Ola’s zoektocht

Les 3 De bijzondere vondst

Les 4 Vuile handen

Les 5 Duivels dilemma en Slot

College Verspreiding van het christendom

College Ontstaan en verspreiding van de islam

Historische inhoud

• In de tijd plaatsen Tijdvak monniken en ridders

• Introductie kernbegrip van lesmodule: macht

• Introductie Karel de Grote en de kroning van Karel tot keizer in 800

• Componenten van de macht van Karel de Grote: oorlogvoering, huwelijks-politiek en geloof

• Bestuur en het leenstelsel in de vroege middeleeuwen

• Landbouw en leven op een middeleeuws domein

n.v.t.

• Organisatie van de kerk en verspreiding van het christendom via missionarissen

• Ontstaan en verspreiding van de islam

Belangrijke begrippen

adel, boerenstand, centraal bestuur, geestelijkheid, keizer, macht, standenmaatschappij, symbool, tijdvak van monniken en ridders, vroege middeleeuwen

Byzantijnse Rijk, Franken, paus, Saksen

huwelijkspolitiek, bondgenootschap

achterleenman, domein, eed van trouw, leen, leenheer, leenman.

autarkisch, drieslagstelsel, herendiensten. horige, landheer, lijfeigene, pacht, vrije boer

macht, vroege middeleeuwen, symbool

bekeren, bisdom, bisschop, heidenen, kerstenen, klooster, missionaris, monniken,nonnen, 'ora et labora', pastoor, paus.

Allah, hedjra, islam, Ka'ba, kalief, Koran, moslim, profeet, sjiieten, soennieten, vijf zuilen van de islam.

Vaardigheden • Chronologie • Argumenten

geven

• Aantekeningen maken

• Hoofd- en bijzaken onderscheiden

• Beeldbronnen analyseren.

• Bruikbaarheid en betrouwbaar-heid

• Argumenten geven.

• Historische tekstbronnen analyseren

• Betrouwbaar-heid

• Voor- en nadelen analyseren en een afgewogen keuze maken.

• Inleven/ tijd- en plaatsgebon-denheid.

• Argumenten geven (via AUB-methode)

• Vlog maken • Presenteren.

• Hoofd- en bijzaken onderscheiden

• Informatie uit bronnen halen

• Inleven/ tijd- en plaatsgebon-denheid.

• Hoofd- en bijzaken onderscheiden

• Informatie uit bronnen halen

• Beargumen-teren.

Page 8: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

8 © Saga

Saga-onderzoeks-team

Overkoepelende uitdaging voor leerlingen: Ola wil lid worden van een geheim genootschap. Haar opdracht is een voorwerp te vinden dat het beste de macht van Karel de Grote symboliseert. Jullie zijn haar hulplijn. Gaat het Ola lukken toegelaten te worden?

Ankerpunt college Ankerpunt college

Verhaal Hoe laat Poetin zijn macht zien? Vanuit één van de machtigste mannen uit het heden wordt gekeken naar het begrip macht, en wordt een tijdsprong gemaakt naar de middeleeuwen en Karel de Grote. Zij lieten zich allebei inspireren door het Romeinse keizerrijk.

Leerlingen leren hier Ola kennen. Ola heeft hun hulp nodig. De klas wordt haar hulplijn bij haar poging om lid te worden van een geheim genootschap. Naast de hulplijntest die de klas moet voltooien, krijgen de leerlingen al meteen een eerste missie waarbij ze Ola van informatie moeten voorzien over Karel de Grote.

Ola heeft de hulp van de klas weer nodig! Ze heeft verschillende voorwerpen gevonden, maar de leerlingen moeten haar helpen om te bepalen welke het belangrijkste is. Door bronnen die het genootschap heeft gegeven te bestuderen kan de klas Ola goed advies geven! Waar moet Ola volgens de leerlingen naartoe?

Ola heeft een echt document gevonden van Karel de Grote! Zijn handtekening staat er zelfs op. De leerlingen gaan proberen erachter te komen wat er in het document staat en hoe belangrijk deze informatie is. Na het onderzoek geeft de klas advies of het document echt zo belangrijk of niet.

Op zoek naar informatie over Karel de Grote stuit Ola in Verden op een archeologische opgraving waar ze een sikkel vindt. Hierdoor komt Ola op een nieuw spoor: het domein. De leerlingen gaan voor Ola onderzoeken hoe een middeleeuws domein eruitzag en hoe belangrijk deze was voor de macht van Karel de Grote.

De klas geeft Ola via een vlog het laatste definitieve advies! De leerlingen hebben Ola aan veel informatie geholpen, maar welk voorwerp symboliseert de macht van Karel de Grote nu het beste? De onderbouwing van de keuze bepaalt of Ola wel of niet bij het geheime genootschap mag. Hopelijk heeft de klas het goede advies gegeven!

Karel de Grote ontleende zijn macht voor een groot deel aan het christelijk geloof. Maar hoe zat dat precies? Hoe verspreidde dit geloof zich over Europa?

Ola moet van het geheime genootschap de macht van Karel de Grote onderzoeken, maar is dat genootschap wel te vertrouwen? Was het rijk van Karel de Grote wel het grootste en machtigste? Misschien in Europa, maar…

Page 9: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

9 © Saga

4. Lesbeschrijvingen Lesbeschrijving ti jdsprong | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie Wat voor tijd was de tijd van monniken en ridders? Kennis 1. Ik kan de tijd van monniken en ridders

plaatsen op een tijdbalk. 2. Ik kan met behulp van voorbeelden

uitleggen dat er verschillende vormen van macht zijn.

3. Ik kan de 3 standen noemen en uitleggen wat de taak was van elke stand.

Begrippen adel, boerenstand, centraal bestuur, geestelijkheid, keizer, macht, standenmaatschappij, symbool, tijdvak van monniken en ridders, vroege middeleeuwen Rode draad lesmodule macht

• Bekijk de video’s en werkvormen. • Kies welke onderdelen je wilt

doen en welke niet. • Kies of je de werkvorm wilt doen

waarbij de leerlingen met de 3 standen aan de slag gaan.

• Print evt. de pdf met de kaartjes bij de 3 standen.

• Bepaal in welke volgorde je de onderdelen wilt doen.

• Gebruik voor de uitleg eventueel eigen dia’s. Let daarbij wel op dat de inhoud van de volgende lessen niet al gegeven wordt; dat kan ten koste van de motivatie van de leerlingen gaan.

10-15 Openingsschermen over sleutelbegrip macht: Intro: sleutelbegrip (scherm 1 t/m 4) • Scherm 1: Op scherm 1 staan onder de bruine knop met het kompas erop de

leerdoelen van deze les. Onderwijsleergesprek: waar denk jij aan bij het woord succes? Weten jullie wie Poetin is? Weten jullie wat een symbool is?

• Klik op de knop en kijk de video over Poetin en Karel de Grote. Op het leerlingwerkblad vinden de leerlingen kijkvragen die ze kunnen invullen. Bespreek klassikaal, zie tips onder docent info-knop. NB: het begrip macht is de rode draad van deze lesmodule en dat komt ook terug in deze video.

• Scherm 2: Bespreek de collage klassikaal: Wat zie je? Wie heeft de meeste macht? Wat voor vormen van macht zijn er?

• Scherm 3 en 4: Doe de oefening: het koppelen van de verschillende afbeeldingen aan verschillende soorten macht. Bespreek eventueel na.

15 + 15 +5 Keuzemenu (scherm 5) Op scherm 5 volgt een keuzemenu, met materiaal waarmee je de tijd van de Monniken en ridders kan introduceren. Als docent kies je zelf of je materiaal van Saga in wil zetten, en zo ja, welk. Je kan ook eigen materiaal gebruiken. Wij bieden: • een tijdlijn met verwerkingsvragen op het digitale leerlingwerkblad; • een werkvorm over de standenmaatschappij; waarbij de leerlingen zelf ontdekken hoe de maatschappij in groepen verdeeld was. Tip: niets van tevoren vertellen, laat hen het zelf uitzoeken! • een quiz over de middeleeuwen; • een leertekst.

+ Eigen materiaal docent Er is ook de mogelijkheid om als docent eigen materiaal te gebruiken om het tijdvak te introduceren. In de toekomst zul je dat materiaal hier kunnen uploaden.

Page 10: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

10 © Saga

Lesbeschrijving les 1 | Ola’s missie | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie Wie was Karel de Grote? Verzamelen van achtergrondinformatie over Karel de Grote. Kennis 1. Ik kan uitleggen waarom de paus Karel

de Grote tot keizer heeft gekroond. 2. Ik kan uitleggen wat de kroning van

Karel de Grote te maken heeft met het Romeinse Rijk.

Vaardigheden 1. Ik kan verschillende soorten

aantekeningen maken bij een verhaal of tekst.

2. Ik kan hoofdzaken en bijzaken van elkaar onderscheiden bij het maken van aantekeningen.

Begrippen Byzantijnse Rijk, Franken, paus, Saksen.

• Bekijk de filmpjes en de beginschermen waarop de uitdaging van deze les wordt uitgelegd.

• Doe zelf de hulplijntest om erachter te komen welke vaardigheden opnieuw voorbij komen.

• Maak een keuze of leerlingen zelfstandig de voorbereiding op de missie doen of dat je dit deels klassikaal wilt bespreken.

• Print het (voorlees)verhaal van Karel de Grote uit en lees het vooraf goed door. Alternatief is uitdelen, maar dan wordt een andere vaardigheid getoetst en geoefend bij de leerlingen.

• Kopieer het formulier 'Aantekeningen maken' voor de leerlingen.

• Bekijk de inhoud van 'en dus ...'.

Deze les heeft in verhouding tot andere lessen veel inleiding en oefening. Het is de eerste les waarin de leerlingen met Ola te maken krijgen. Je kunt ervoor kiezen om lesonderdeel 4 (‘Voorbereiding missie: leren aantekeningen maken’) iets uitgebreider te doen en de onderzoeksles in 2 delen te geven. De tweede les begint dan met een korte herhaling van hoe je aantekeningen maakt, gevolgd door lesonderdeel 5 waarin de leerlingen aantekeningen bij het verhaal maken. Je hebt dan meer tijd om dit rustig na te bespreken.

5 Introductie (scherm 1 en 2) Vertel dat er een aantal onderzoekslessen aankomt.

10 Introductiefilm Luminati + hulpli jntest (scherm 3 en 4) Hier kijken leerlingen naar een videoboodschap van de Luminati en horen ze wat de opdracht van Ola is. Ze proberen haar te helpen door hulplijn te worden. Voorwaarde hiervoor is dat ze de hulplijntest goed afronden.

5 Eerste vlog van Ola + wat weet je nu? (scherm 5 en 6) Ola spreekt de leerlingen toe en vertelt over haar opdracht. Leerlingen krijgen achtergrondinformatie over de Luminati en Ola.

10 Voorbereiding missie (scherm 7 en 8) Leerlingen krijgen informatie over hoe je aantekeningen maakt, en hoe je hoofd- en bijzaak kunt onderscheiden. Geef hierover klassikale uitleg.

25 Missie + samenvatting (scherm 9 en 10) Leerlingen luisteren naar een verhaal over de kroning van Karel de Grote en maken aantekeningen. Las leespauzes in na alke alinea, en bespreek klassikaal bij enkele alinea's welke zaken hoofd- of bijzaken zijn. Daarna vergelijken ze hun eigen aantekeningen met die van een buurman, en krijgen ze verwerkingsopdrachten, aan de hand waarvan ze kunnen checken of ze alle hoofdzaken genoteerd hebben

5 Resultaat (scherm 11) Leerlingen sturen hun belangrijkste punten over Karel de Grote naar Ola.

10 En dus … + huiswerk (scherm 12 en 13) Bespreek de hoofdpunten van de les na en geef huiswerk op.

Page 11: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

11 © Saga

Lesbeschrijving les 2 | Ola’s zoektocht begint | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie Hoe kwam Karel de Grote aan zijn macht? Oorlogsvoering, huwelijkspolitiek en steun van de kerk als middelen voor Karel de Grote om macht te krijgen. Kennis 1. Ik kan 2 redenen noemen en toelichten

waarom de paus met Karel de Grote wilde samenwerken.

2. Ik kan 3 redenen noemen en toelichten waarom Karel de Grote zoveel oorlogen voerde.

3. Ik kan uitleggen of huwelijkspolitiek een belangrijk middel was om je macht te vergroten of verstevigen.

Vaardigheden 1. Ik kan informatie verzamelen uit

verschillende soorten bronnen. 2. Ik kan argumenten van anderen

beoordelen. 3. Ik kan beoordelen of informatie uit een

bron bruikbaar en betrouwbaar is. Begrippen bondgenootschap, huwelijkspolitiek

• Bekijk de filmpjes en de beginschermen waarop de uitdaging van deze les wordt uitgelegd.

• Bepaal of je bruikbaarheid en betrouwbaarheid (voorbereiding op de missie) klassikaal wilt behandelen of leerlingen dit individueel laat doen.

• Bepaal of je de klas in groepjes van 3 of 6 leerlingen wilt indelen voor de missie.

• Bekijk alle 18 bronnen (maak eventueel een selectie) voor de missie.

• Bepaal of je de leerlingen online aan de bronnen wilt laten werken of print en kopieer voldoende setjes bronnen voor alle groepjes.

10 Vlog Ola + Instagram + wat weet je nu? (scherm 1 en 2) Hier kijken leerlingen een vlog van Ola en maken het onderdeel ‘wat weet je nu?’. Ola heeft 3 voorwerpen gevonden waar de leerlingen informatie over moeten vinden: het zwaard staat symbool voor oorlogvoering, de tekening van zijn vrouw en kind staat voor huwelijkspolitiek en de kroon van de paus staat voor zijn band met de kerk. De onderzoeksvraag is: ‘welke van de symbolen geeft het beste de macht van Karel de Grote weer?’

10 Voorbereiding missie (scherm 3 en 4) Leerlingen krijgen informatie en oefeningen over hoe je de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van bronnen beoordeelt.

25 Missie (scherm 5) De klas wordt in groepjes van 3 (of 6) verdeeld. Binnen een groepje kiest elke leerling (of elk duo) een van de voorwerpen (zwaard, tekening van de vrouw of kroon van de paus). Leerlingen krijgen 18 verschillende bronnen. De eerste opdracht is om de bruikbaarheid van de bronnen te evalueren en de bronnen te verdelen. Vervolgens gaan de leerlingen kijken of de gekozen bronnen nuttige informatie geven over hun onderwerp.

5 Resultaat (scherm 6) Leerlingen bespreken in hun groepje welk van de 3 voorwerpen het beste de macht van Karel de Grote weergeeft.

5 Hulpli jnadvies aan Ola (scherm 7) Klassikaal wordt geïnventariseerd welk voorwerp het meest gekozen is en waarom. Uiteindelijk kiest de klas 1 van de 3 voorwerpen als advies voor Ola om te bepalen waar ze naartoe moet gaan.

5 Ola ontvangt advies + vlog + Instragram + wat weet je nu? (scherm 8 en 9) De klas bekijkt de vlog en doet de ‘Wat weet je nu?’ van Ola.

10 En dus … + Huiswerk (scherm 10 en 11) Je vult klassikaal het woordweb in (op digibord indien mogelijk) en geeft huiswerk op.

Page 12: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

12 © Saga

Lesbeschrijving les 3 | De bijzondere vondst | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie Wat was het leenstelsel en wat waren de voor- en de nadelen van dit stelsel voor de macht van Karel? Kennis 1. Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel

werkte met behulp van de begrippen leenman, leenheer, domein, rechten, plichten, eed, raad en daad.

2. Ik kan minstens 3 voor- en nadelen van het leenstelsel noemen en ze uitleggen.

Vaardigheden 1. Ik kan betrouwbare informatie halen uit

een tekstbron. Begrippen achterleenman, domein, eed van trouw, leen, leenheer, leenman.

• Bekijk vooraf de video’s en onderdelen ‘wat weet je nu?’ zodat de opdracht voor de les duidelijk wordt.

• Bestudeer de primaire bron (de brief van Karel aan zijn leenman) en bekijk de vragen op het werkblad.

• Bepaal of je de voorbereiding op de missie klassikaal of individueel wilt doen.

• Bepaal of je de leerlingen het document online of uitgeprint wil laten analyseren. In het tweede geval, zorg voor voldoende kopieën.

• Bekijk bij ‘en dus …’ de uitleg-items en de werkvorm die daar aangeboden staan. Bepaal welke je wilt uitvoeren. Als je de werkvorm kiest, zorg dan dat je enkele vellen A3-papier hebt.

5 Videoboodschap van de Luminati (scherm 1 en 2) Ola ontvangt een boodschap van de Luminati met de opdracht om in Aken te gaan zoeken.

5 Vlog van Ola + Instagram + wat weet je nu? (scherm 3) Ola gaat naar Aken en bezoekt daar allerlei plekken, waaronder de palts en het archief. In het archief vindt ze een document dat de klas moet gaan analyseren.

10 Voorbereiding op de missie (scherm 4 en 5) Leerlingen krijgen handvatten over hoe je informatie uit tekstbronnen kunt halen.

25 Missie (scherm 6) Leerlingen krijgen de vertaling van een originele brief van Karel de Grote aan een van zijn leenmannen. Ze gaan de tekst fragment voor fragment analyseren met vragen erbij. Zo ontdekken ze hoe het leenstelsel werkt.

10 Advies aan Ola (scherm 7) Leerlingen geven advies aan Ola of het document van Karel de Grote een belangrijk voorwerp is dat de macht van Karel de Grote weergeeft.

10 + 15 En dus … + huiswerk (scherm 8 en 9) Hier is ruimte voor de docent om uit te leggen wat de voor- en nadelen van het leenstelsel zijn (zie docenteninformatie bij de schermen en de leertekst). Een hotspotplaat waarin nogmaals uitgelegd wordt hoe het leenstelsel werkte, zoals leerlingen dat uit de bron hebben gehaald. En een werkvorm waarbij het leenstelsel in de klas nagespeeld wordt. Door dit na te spelen ervaren leerlingen hoe het is om leenheer/leenman te zijn en ondervinden ze de voor- en nadelen van het systeem. Wat als een klasgenoot in opstand komt tegen de leenheer? Wie steunt wie en waarom? Er is ook een schema van het leenstelsel dat je kunt gebruiken bij de uitleg van de voor- en nadelen.

Page 13: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

13 © Saga

Lesbeschrijving les 4 | Vuile handen | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie Hoe werkte het domeinstelsel? Hoe belangrijk was de landbouw voor Karel de Grote? Het leven en de organisatie op een domein. Kennis 1. Ik kan beschrijven welke 3 soorten

boeren op een domein woonden en wat hun rechten en plichten waren.

2. Ik kan 2 verschillen noemen tussen horigen en vrije boeren.

3. Ik kan vertellen hoe een jaar van een boer eruit zag.

Vaardigheden 4. Ik kan me inleven in die tijd en

argumenten geven waarom ik liever vrije boer of horige zou willen zijn.

Begrippen autarkisch, drieslagstelsel, herendiensten, horige, landheer, lijfeigene, pacht, vrije boer

• Bekijk alle nieuwe informatie van Ola op scherm 1 t/m 4.

• Bekijk de informatie bij voorbereiding op de missie en bepaal of je de leerlingen de voorbereiding individueel wilt laten maken of het eerst klassikaal wilt uitleggen.

• Lees aandachtig de instructie door van het spel ‘wie boert er goed?’.

• Kopieer voldoende setjes (4-5 leerlingen per setje) voor de leerlingen en snijd/knip de kaarten, zodat de leerlingen meteen aan de slag kunnen.

• Bereid een korte klassikale instructie voor over het spel (doel van het spel, spelverloop, de rest van de regels).

• Zorg ervoor dat elk groepje een kopie heeft van de speluitleg.

• Bestudeer de verwerkingsopdrachten bij het spel.

• Bepaal of je de nabespreking individueel of klassikaal wilt houden.

10 Ola’s Instagramstory + vlog + Instagram + weet wat je nu? (scherm 1 t/m 4) Bekijk met de klas de nieuwe informatie van Ola en leer je missie voor deze les kennen.

10 Voorbereiding op de missie (scherm 5 en 6) De leerlingen gaan zich verdiepen in het Middeleeuwse domein. Ze kijken hoe een domein eruit zag en welke mensen en rollen er allemaal waren.

25 Missie: ervaar hoe de landbouw werkte (scherm 7) In dit gedeelte gaan de leerling een spel doen, waarbij ze een horige boer spelen die moet proberen te overleven en met geluk hogerop te komen. Leerlingen leren/ervaren al spelend hoe lastig het leven van een middeleeuwse boer was. Na het spelen maken de leerlingen enkele verwerkingsvragen in hun werkblad over het domeinstelsel. Ze beschrijven hoe dit stelsel werkte en ook hoe belangrijk het domeinstelsel en de landbouw voor de macht van Karel de Grote waren.

10 Resultaat: jull ie advies aan Ola (scherm 8) De conclusie van de verwerkingsvragen wordt per groepje bepaald.

5 Jullie advies aan Ola + bericht van Ola (scherm 9 en 10) Klassikaal wordt de vraag besproken hoe belangrijk de landbouw voor Karel de Grote was en of de sikkel dus een goed voorwerp is voor Ola of niet.

5 En dus … + huiswerk (scherm 11) Via een hotspotplaat kan de kern van het domeinstelsel klassikaal herhaald worden ter controle. Suggestie: je leest een begrip op en de klas moet aangeven bij welk nummer het hoort op de kaart.

Page 14: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

14 © Saga

Lesbeschrijving les 5, 6 | Duivels dilemma, Slot | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie In deze les wordt het voorwerp gekozen dat de macht van Karel de Grote het beste weergeeft. Keuzes onderbouwen met argumenten. Kennis 1. Ik kan de argumenten voor en tegen alle

voorwerpen van de onderzoekslessen noemen en uitleggen.

2. Ik kan beargumenteren welke van de voorwerpen volgens mij het beste de macht van Karel symboliseert.

Vaardigheden 1. Ik kan de keuzes die ik maak uitleggen aan

de hand van argumenten. 2. Ik gebruik daarbij de AUB-methode. 3. Ik kan aan het eind van een groot

onderzoek alle argumenten verzamelen en conclusies trekken.

4. Ik kan een vlog maken, waarin ik mijn mening uitleg en onderbouw.

• De les is in 2 delen geknipt, zodat de leerlingen de afloop nog niet kunnen zien. Plan het onderdeel ‘6 | slot’ dus nog niet van tevoren in en laat het alleen op het bord zien.

• Bekijk vooraf de video en schermen waarin de opdracht voor de les duidelijk wordt.

• Bekijk de vragen bij ‘voorbereiding’ op het werkblad.

• Bepaal of je de voorbereiding op de missie klassikaal of individueel wilt doen.

• Bekijk de rubric en de missieopdrachten in het werkblad.

10 Ola’s Instagramstory (scherm 1 en 2) Bekijk met de klas de nieuwe informatie van Ola en leer je missie voor deze les kennen.

10 Voorbereiding op de missie (scherm 3 en 4) De leerlingen gaan deze les een definitieve keuze maken over welk voorwerp het best de macht van Karel de Grote weergeeft. In de voorbereiding leren ze hoe ze een keuze kunnen maken en hoe ze deze moeten onderbouwen (uitleggen met argumenten).

25 Missie: een vlog (scherm 5) Hier vindt de laatste missie voor de leerlingen als hulplijn plaats. De leerlingen gaan in groepjes een vlog maken waarin ze het voorwerp kiezen dat in hun ogen het best de macht van Karel de Grote weergeeft. Eerst maken ze een selectie van 3 voorwerpen, die ze vervolgens rangschikken in een top 3. De onderbouwing van de keuze wordt in een vlog opgenomen.

10 Resultaat: jull ie advies aan Ola (scherm 6) De vlogs van de verschillende groepjes worden klassikaal bekeken en er wordt één vlog uitgekozen dat de klas het beste vindt. Deze wordt naar Ola gestuurd (dit gebeurt niet echt, de docent meldt dat deze naar Ola wordt gestuurd).

5 De afloop Deze les sluit anders af dan de rest. De docent kan evalueren hoe het maken van de vlogs is gegaan, maar verder is er geen thuisquiz omdat er geen nieuwe informatie bij is gekomen. De leerlingen moeten nu wachten tot het begin van de volgende les om te horen welke keuze Ola uiteindelijk heeft gemaakt en of ze toegelaten is. Dat kun je klassikaal laten zien met onderdeel ‘6 | slot’.

Page 15: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

15 © Saga

Lesbeschrijving college | Verspreiding van het christendom | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie Deze les is een college. De belangrijkste inhoud wordt klassikaal door de docent of via de collegevideo overgedragen aan de leerlingen. Daarnaast zijn er verschillende verwerkings- en verdiepingsopdrachten waar de docent uit kan kiezen. Kennis 1. Ik kan uitleggen hoe de kerk

georganiseerd was. 2. Ik kan beschrijven hoe het leven in een

klooster was. 3. Ik kan uitleggen waarom missionarissen

naar het gebied van Nederland gingen. 4. Ik kan een reden noemen waarom

missionarissen bij hun bekeringswerk hulp kregen van koningen.

5. Ik kan twee manieren noemen waarop missionarissen ervoor zorgden dat mensen zich bekeerden tot het christendom.

Begrippen bekeren, bisschop, pastoor, paus, monniken, nonnen, klooster, 'ora et labora', heidenen, kerstenen, missionaris, Willibrord, Bonifatius

• Bekijk de collegevideo en de werkvormen.

• Kies welke onderdelen je wilt doen en welke niet.

• Kies of en wat je zelf wilt toevoegen aan de les om het kenmerkend aspect goed over te brengen.

• Kies of je de collegeinhoud via de collegevideo of zelf (al dan niet via de aangereikte dia’s en teksten) wilt aanreiken.

• Kies of je de verwerkingswerkvorm wilt doen waarbij de leerlingen zich inleven in een missionaris.

• Print in dat geval de kaartjes en opdracht- en invulbladen voor de leerlingen uit en snij/knip de kaartjes uit zodat elk duo leerlingen een setje heeft.

• Kies of je de quiz in de klas wilt of niet.

• Print en kopieer de tijdbalk voor leerlingen als ze geen leerwerkboek hebben, zodat ze bij het laatste onderdeel deze kunnen invullen. De tijdbalk wordt verder aangevuld met informatie uit de volgende collegeles (over de islam).

10 Intro: christeli jke feestdagen (scherm 1) In deze werkvorm krijgen de leerlingen verschillende afbeeldingen te zien over (christelijke) feestdagen. Steeds hoort er één afbeelding niet bij. De vraag is waarom niet. Zo komen leerlingen erachter dat de meeste van onze feestdagen christelijk zijn, waar deze feestdagen vandaan komen, maar ook dat er veel niet-christelijke elementen in zitten.

10-20 Uitleg: Verspreiding van het christendom (scherm 2) Binnen dit onderdeel is er de optie om de collegevideo te laten zien. Het is ook mogelijk om zelf de inhoud (al dan niet via de aangeleverde dia’s en tekst) over te brengen.

25-35 Verwerking: verschillende opties • Als eerste verwerking voor de inhoud is er de mogelijkheid om leerlingen de

conceptmap in te laten vullen (dit zou ook als huiswerkopdracht gebruikt kunnen worden).

• Ook zijn er verwerkingsvragen op het digitale werkblad en ze kunnen de tijdlijn in het leerwerkboek verder aanvullen.

• Een quiz van 10 vragen kan klassikaal gedaan worden. Door klassikaal de vragen te bespreken wordt de kern van de inhoud ook herhaald.

• Verder bieden we een werkvorm: Inleven in een missionaris • Bij deze activerende verwerkingsopdracht gaan leerlingen zich inleven in

missionarissen en Friese heidenen en de missionarissen proberen de heidenen te bekeren. De keuze van de argumenten bepaalt hun succes en of ze hun missie zullen overleven.

• In de toekomst komt er de optie om je eigen materiaal te uploaden.

5 Huiswerk Onder het onderdeel Huiswerk zijn de leerdoelen van de les geplaatst, alsook de leertekst voor deze collegeles. Er is ook een kleine opdracht waarbij leerlingen gevraagd worden om de belangrijkste informatie van de les in te vullen in de tijdbalk van dit tijdvak. Deze tijdbalk kan verder in andere lessen worden aangevuld.

Page 16: Ola en het geheime genootschap | Monniken en ridders · Je bepaalt zelf of en wanneer je de colleges inzet. Je kan voor de tijdsprong (introductie van de tijd van de Monniken en ridders

16 © Saga

Lesbeschrijving college | Ontstaan en verspreiding van de islam | havo/vwo

Leerdoelen Voorbereiding Lesverloop

Essentie Deze les is een college. De belangrijkste inhoud wordt klassikaal door de docent of via de collegevideo overgedragen aan de leerlingen. Daarnaast zijn er verschillende verwerkings- en verdiepingsopdrachten waar de docent uit kan kiezen. Kennis 1. Ik kan uitleggen waar en wanneer de

islam is ontstaan. 2. Ik kan uitleggen wat Mohammed als

profeet voor de islam betekent. 3. Ik kan uitleggen wat de vijf zuilen van de

islam zijn. 4. Ik kan uitleggen hoe de islam zo snel

verspreid is in de eerste honderd jaar. 5. Ik kan verklaren waarom de islam uiteen

viel in sjiieten en soennieten. 6. Ik kan enkele kenmerken noemen van

middeleeuwse islamitische cultuur.

Begrippen islam, Ka'ba, profeet, Koran, moslim, Allah, hedjra, vijf zuilen van de islam, kalief, soennieten, sjiieten

• Bekijk de collegevideo en de werkvormen.

• Kies welke onderdelen je wilt doen en welke niet.

• Kies of en wat je zelf wilt toevoegen aan de les om het kenmerkend aspect goed over te brengen.

• Kies of je de collegeinhoud via de collegevideo of zelf (al dan niet via de aangereikte dia’s en teksten) wilt aanreiken.

• Kies of je de verwerkingswerkvorm wilt doen waarbij naar afbeeldingen over het leven van Mohammed wordt gekeken.

• Print in dat geval de tijdbalk en afbeeldingen uit voor elk duo.

• Kies of je de quiz in de klas wilt of niet.

• Print en kopieer de tijdbalk voor leerlingen als ze geen leerwerkboek hebben, zodat ze bij het laatste onderdeel deze kunnen invullen. De tijdbalk is wellicht al uitgedeeld vanuit de vorige collegeles (over het christendom).

10-15 Intro: Oproep tot gebed (scherm 1) In deze werkvorm krijgen de leerlingen een beeld te zien van biddende mensen in een moskee en een oproep tot gebed te horen. Het idee hierachter is om associaties van leerlingen te bevragen. Deze informatie kan input geven voor een klassengesprek over wat ze weten van de islam en hoe ze erover denken.

10-20 Uitleg: Ontstaan en verspreiding van de islam (scherm 2) Binnen dit onderdeel is er de optie om de collegevideo te laten zien. Het is ook mogelijk om zelf de inhoud (al dan niet via de aangeleverde dia’s en tekst) over te brengen.

10-20 Verwerking: Verschillende opties (scherm 3) • Als eerste verwerking voor de inhoud is er de mogelijkheid om leerlingen de

conceptmap in te laten vullen (dit zou ook als huiswerkopdracht gebruikt kunnen worden).

• Ook zijn er verwerkingsvragen op het digitale werkblad en ze kunnen de tijdlijn in het leerwerkboek verder aanvullen.

• Een quiz van 10 vragen kan klassikaal gedaan worden. Door klassikaal de vragen te bespreken wordt de kern van de inhoud ook herhaald.

• Verder bieden we een werkvorm: Het leven van Mohammed in beeld • Bij deze verwerkingsopdracht krijgen leerlingen een tijdbalk met de

belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van Mohammed. Daarnaast ontvangen zij 10 (islamitische) afbeeldingen met gebeurtenissen. Deze moeten zij aan de tijdbalk koppelen. De wijze waarop Mohammed wordt afgebeeld kan via deze afbeeldingen ook uitgebreid besproken worden.

• In de toekomst komt er de optie om je eigen materiaal te uploaden.

5 Huiswerk Onder het onderdeel Huiswerk zijn de leerdoelen van de les geplaatst, alsook de leertekst. Er is ook een kleine opdracht waarbij leerlingen gevraagd worden om de belangrijkste informatie van de les in te vullen in de tijdbalk van dit tijdvak. Deze tijdbalk kan verder in andere lessen worden aangevuld.