OI 2 column

1
Er gaat iets grondigs verkeerd tussen onderwijs en onderzoek. Tussen deze twee werelden is het zelfs zo mis, dat dit jaar een apart regieorgaan is opgericht om de kloof te dichten: het Nationaal Regieorgaan Onderwijs- onderzoek (NRO). De eerste daad van dit regieorgaan is opmerkelijk. “Help!”, roept het. “Wij hebben geen idee.” Het NRO vroeg namelijk wetenschappers en anderen om input. Iedereen die een thema kon bedenken om de kloof tussen onderwijs en onderzoek kleiner te maken, was tot 15 mei welkom. Op dit moment wikt en weegt het NRO alle ideeën om tot een agenda te komen voor de komende jaren. Laat ik vanaf deze plek ook pogen een bijdrage te leveren om het NRO op weg te helpen. De eerste vraag is natuurlijk: Wat is het probleem? Ik vermoed dat beide werelden geen probleem ervaren. Onderwijs en onderzoek gaan hun eigen goddelijke gang en willen niets met elkaar te maken hebben. Docenten volgen de wetenschap niet en vinden dat wel prima zo. Ze kunnen toch zelden iets leren van onderzoek voor hun eigen praktijk. Wetenschappers halen tege- lijkertijd hun neus op voor de Nederlandse klaslokalen. Zij mikken op publicaties in internationale tijdschriften en daarvoor zijn gegevens uit andere landen net zo goed. Wanneer wij toch vinden dat er een probleem is (en dat vinden wij), dan is de vraag wat we kunnen doen. Een paar simpele ingrepen zouden al een goede start zijn. Het begint allemaal bij beleidsmakers (en straks bij het NRO). Een doodgewone eis aan elk nieuw plan zou moe- ten zijn dat dit ‘onderzoekbaar’ moet worden opgesteld. Elk voorstel voor een onderwijsvernieuwing zou gepaard moeten gaan met een plan hoe de werking onderzocht zou kunnen worden. In de medische sector is dit vanzelfsprekend. Sterker, wanneer een geneesmiddel niet eerst wetenschappelijk getest wordt, dan mag het de markt niet op. In het onderwijs mag dat wel. Elk plannetje mag meteen worden uitgerold en opgeschaald. Aan serieus onderzoek naar een innovatie heeft een beetje visionair immers een gloeiende hekel. Toch zouden er een hoop tragische en kostbare blunders voorkomen kunnen worden wanneer we onderwijs- vernieuwingen eerst goed uittesten. Denk daarbij aan het Studiehuis, realistisch rekenen, of hogescholen finan- cieren op basis van behaalde diploma’s. Dit uittesten is overigens iets anders dan beginnen met een pilot, zoals nu vaak gebeurt. Bij een pilot wordt zelden of nooit voldaan aan de eisen van wetenschappelijk onderzoek. De meeste pilots kijken alleen naar de ‘organiseerbaarheid’ van een vernieuwing, niet naar de werking ervan. Wat moeten we wel doen? De regels voor evidence based onderzoek zijn eigenlijk heel simpel. Leer van de medische wetenschap. Wees geduldig bij elke vernieuwing. Begin klein. Zorg voor goede controlegroepen. Laat het toeval bepalen welke groep in aanmerking komt voor een bepaalde vernieuwing. Laat de vernieuwing - hoe geweldig ook - niet meteen voor iedereen gelden. In moeilijke financiële tijden, zou het voorkómen van kostbare fouten bovenaan moeten staan. Onderzoek kan het onderwijs uit de wind houden. Daarom het volgende voorstel: bij elk nieuw onderwijsplan dat meer dan één school betreft, moet in een vroeg stadium een (onderwijs)wetenschapper verplicht betrokken worden. Die wetenschapper helpt het plan zo op te zetten dat evidence based onderzoek mogelijk is. Wanneer dit niet kan, dan gaat als regel het plan niet door. Uitzonderingen op deze regel gelden alleen als ze met hele goede redenen onderbouwd worden. Als elk nieuw plan ‘onderzoekbaar’ is, dan weten scholen ook dat ze voortaan op deugdelijk onderzoek kunnen rekenen. Nu is dat niet het geval. What Works Clearingshouse in de Verenigde Staten, dat evidence based bewijsmateriaal voor Amerikaanse docenten verzamelt, schat dat 97 procent van al het onderwijsonderzoek niet bruikbaar is in de praktijk. Wanneer onderzoek naar elk nieuw plan mogelijk wordt, dan zal de stroom aan publicaties over het Neder- landse onderwijs exponentieel toenemen. Geen vage papers in bladen die alleen wetenschappers lezen over problemen in verre buitenlanden, maar concreet toegepast Nederlands onderzoek waar het onderwijs meteen voordeel van heeft. Evidence based onderzoek, of anders niets. Ik zeg: “Doen!” Evidence based onderwijs- onderzoek, of anders niet Ferry Haan Column OnderwijsInnovatie juni 2013 15

description

Evidence based onderwijsonderzoek, of anders niet Column van Ferry Haan

Transcript of OI 2 column

Er gaat iets grondigs verkeerd tussen onderwijs en onderzoek. Tussen deze twee werelden is het zelfs zo mis, dat dit jaar een apart regieorgaan is opgericht om de kloof te dichten: het Nationaal Regieorgaan Onderwijs-onderzoek (NRO). De eerste daad van dit regieorgaan is opmerkelijk. “Help!”, roept het. “Wij hebben geen idee.”

Het NRO vroeg namelijk wetenschappers en anderen om input. Iedereen die een thema kon bedenken om de kloof tussen onderwijs en onderzoek kleiner te maken, was tot 15 mei welkom. Op dit moment wikt en weegt het NRO alle ideeën om tot een agenda te komen voor de komende jaren. Laat ik vanaf deze plek ook pogen een bijdrage te leveren om het NRO op weg te helpen. De eerste vraag is natuurlijk: Wat is het probleem?

Ik vermoed dat beide werelden geen probleem ervaren. Onderwijs en onderzoek gaan hun eigen goddelijke gang en willen niets met elkaar te maken hebben. Docenten volgen de wetenschap niet en vinden dat wel prima zo. Ze kunnen toch zelden iets leren van onderzoek voor hun eigen praktijk. Wetenschappers halen tege-lijkertijd hun neus op voor de Nederlandse klaslokalen. Zij mikken op publicaties in internationale tijdschriften en daarvoor zijn gegevens uit andere landen net zo goed. Wanneer wij toch vinden dat er een probleem is (en dat vinden wij), dan is de vraag wat we kunnen doen. Een paar simpele ingrepen zouden al een goede start zijn. Het begint allemaal bij beleidsmakers (en straks bij het NRO). Een doodgewone eis aan elk nieuw plan zou moe-ten zijn dat dit ‘onderzoekbaar’ moet worden opgesteld. Elk voorstel voor een onderwijsvernieuwing zou gepaard moeten gaan met een plan hoe de werking onderzocht zou kunnen worden. In de medische sector is dit vanzelfsprekend. Sterker, wanneer een geneesmiddel niet eerst wetenschappelijk getest wordt, dan mag het de markt niet op. In het onderwijs mag dat wel. Elk plannetje mag meteen worden uitgerold en opgeschaald. Aan serieus onderzoek naar een innovatie heeft een beetje visionair immers een gloeiende hekel.

Toch zouden er een hoop tragische en kostbare blunders voorkomen kunnen worden wanneer we onderwijs-vernieuwingen eerst goed uittesten. Denk daarbij aan het Studiehuis, realistisch rekenen, of hogescholen finan-cieren op basis van behaalde diploma’s. Dit uittesten is overigens iets anders dan beginnen met een pilot, zoals nu vaak gebeurt. Bij een pilot wordt zelden of nooit voldaan aan de eisen van wetenschappelijk onderzoek. De meeste pilots kijken alleen naar de ‘organiseerbaarheid’ van een vernieuwing, niet naar de werking ervan. Wat moeten we wel doen? De regels voor evidence based onderzoek zijn eigenlijk heel simpel. Leer van de medische wetenschap. Wees geduldig bij elke vernieuwing. Begin klein. Zorg voor goede controlegroepen. Laat het toeval bepalen welke groep in aanmerking komt voor een bepaalde vernieuwing. Laat de vernieuwing - hoe geweldig ook - niet meteen voor iedereen gelden.

In moeilijke financiële tijden, zou het voorkómen van kostbare fouten bovenaan moeten staan. Onderzoek kan het onderwijs uit de wind houden. Daarom het volgende voorstel: bij elk nieuw onderwijsplan dat meer dan één school betreft, moet in een vroeg stadium een (onderwijs)wetenschapper verplicht betrokken worden. Die wetenschapper helpt het plan zo op te zetten dat evidence based onderzoek mogelijk is. Wanneer dit niet kan, dan gaat als regel het plan niet door. Uitzonderingen op deze regel gelden alleen als ze met hele goede redenen onderbouwd worden. Als elk nieuw plan ‘onderzoekbaar’ is, dan weten scholen ook dat ze voortaan op deugdelijk onderzoek kunnen rekenen. Nu is dat niet het geval. What Works Clearingshouse in de Verenigde Staten, dat evidence based bewijsmateriaal voor Amerikaanse docenten verzamelt, schat dat 97 procent van al het onderwijsonderzoek niet bruikbaar is in de praktijk. Wanneer onderzoek naar elk nieuw plan mogelijk wordt, dan zal de stroom aan publicaties over het Neder-landse onderwijs exponentieel toenemen. Geen vage papers in bladen die alleen wetenschappers lezen over problemen in verre buitenlanden, maar concreet toegepast Nederlands onderzoek waar het onderwijs meteen voordeel van heeft.Evidence based onderzoek, of anders niets. Ik zeg: “Doen!”

Evidence based onderwijs-onderzoek, of anders niet

Ferry Haan

Column

OnderwijsInnovatie juni 2013 15