OBS De Triolier€¦ · Web viewOnderwijs met hoofd, hart en handen • Goed presteren door goed...
Transcript of OBS De Triolier€¦ · Web viewOnderwijs met hoofd, hart en handen • Goed presteren door goed...
ICT-BELEIDS en INVESTERINGSPLAN RBOB-scholen
September 2014-september 2018
Vooraf:Om een goed en betrouwbaar beeld te krijgen/hebben is het van belang dat dit document up to date wordt gehouden. Je geeft in dit document aan , uiteraard in overleg met je LD, met welk onderwijsconcept/leerstijl jouw school werkt of wil gaan werken en hoe ict daarbij een rol kan spelen.
Daarvoor kunnen investeringen nodig zijn om doelen te kunnen bereiken: aanschaf pc’s of tablets, specifieke software of apps, touchscreens, bijscholingen of cursussen et cetera. Het MT moet snel kunnen zien of de aanvraag gehonoreerd kan worden als het gaat over bovenschoolse bekostiging.
Daarbij is het dus ook van belang dat zowel de leerlingen als de leerkrachten voldoende competent zijn (21 st century skills /mediawijsheid et cetera) om de doelstellingen te kunnen realiseren. Daarvoor wordt o.a. de ict-roadmap, waarop staat welke groep wat/ wanneer doet, in dit document opgenomen en tijdens de bouwoverleggen /plenaire bijeenkomsten regelmatig onder de aandacht gebracht.
Speerpunt van dit document vind je onder hoofdstuk 4: Vierjarenplanning: kernacties . Hier geef je heel concreet en overzichtelijk aan, op basis van de gegevens onder de hoofdstukken1-2-3-5 en 7, waar jouw school zich de komende vier jaar op gaat richten t.a.v. investeringen in algemene zin en het bereiken van doelen in het bijzonder. We hopen enerzijds dat dit document structuur biedt door de beredeneerde inzet van ict en daarmee de ondersteuning, meerwaarde ten aanzien van ons onderwijsleerproces en anderzijds dat het ook rust, overzicht bewerkstelligt voor zowel de directie als voor de leerkrachten …en niet in de laatste plaats voor de ict-er!
1.Uitgangspunten Koersplan RBOB de Kempen
2.Onderwijsconcept/Leerstijl school
3.Computergebruik leerlingen per groep
4.Vierjarenplanning: Kernacties
5.Overzicht hardware
6.Communicatie
7.ICT-roadmap/21 st Century Skills
8.ICT-(basis-) Competenties Leerlingen-Leerkrachten RBOB de Kempen
9.Mediawijsheid Competentieniveaus Leerlingen-Leerkrachten RBOB de Kempen
1. Uitgangspunten / Koersplan RBOB De Kempen
investeren in de toekomst en presteren met plezierKoersplan RBOB de Kempen
RBOB De Kempen heeft als primair doel het in stand houden van openbare en algemeen toegankelijke scholen in de regio de Kempen en omstreken, het geven van onderwijs en daarin ‘gaan voor kwaliteit’. Het draait daarbij om de ontwikkelingsperspectieven van het kind.
RBOB De Kempen wil een professionele dynamische organisatie zijn, die met respect en actieve tolerantie zorgt voor optimale ontplooiing van de kinderen in een inspirerende en uitdagende werkomgeving.
De organisatie van RBOB De Kempen is zodanig ingericht dat deze in staat is flexibel in te spelen op veranderingen van de omgeving. Betrokkenheid van alle geledingen, ieder in zijn eigen
Kinderen: talent time bij RBOB-scholen
Ieder kind krijgt het onderwijs en de ondersteuning die het nodig heeft. Zoveel mogelijk thuisnabij. Kinderen verschillen van elkaar, in talenten, in mogelijkheden en in de aanpak die zij nodig hebben die talenten te ontwikkelen. Soms hebben ze extra ondersteuning nodig. Talenten worden optimaal benut. Er wordt vooral gekeken naar wat een kind wel kan en minder naar waar het (ten opzichte van anderen) niet zo goed in is. En…., alle kinderen zijn speciaal.
Onderwijs: degelijk
De afgelopen jaren zijn forse stappen gezet om de lat hoger te leggen. Geen zwakke scholen bij RBOB. Er is hard gewerkt aan de leeropbrengsten van taal en rekenen. Maar er is natuurlijk meer dan dat. In ieder geval werken de scholen opbrengst- en ontwikkelingsgericht. Zij bewaken daarin de doorgaande lijn, ook die van voor en na de basisschoolperiode. Er is niet alleen aandacht voor de gemiddelde leerling, maar alle kinderen krijgen een passend aanbod. Daarbij is nadrukkelijk aandacht voor excellente leerlingen, opdat ook zij uitgedaagd blijven worden. Ouders worden bij dit proces betrokken. Het onderwijs bij RBOB is van deze tijd, betekenisvol en duurzaam. Kinderen ontwikkelen zich in kennis, vaardigheden, gedrag. Maar ook is er voldoende
aandacht voor sport en cultuur. Het ICT-programma RBOB Online wordt verder verdiept, met name op het gebied van de inzet van digitaal leermateriaal.
Medewerkers: professioneel en bevlogen
Om ervoor te zorgen dat de kinderen op de scholen ‘het goed doen’, is goed en genoeg personeel nodig. Daar valt en staat het mee. De medewerkers zijn dus van kapitaal belang, niet in het minst degene die het voor de klas mag doen: de leraar. De bekwaamheid van leraren zal afgestemd moeten zijn op verschillen binnen de klas, evenals die met betrekking tot opbrengstgericht werken. Nog niet zo ervaren leraren zullen hier extra in begeleid moeten worden. Bij RBOB De Kempen werken leraren en andere medewerkers met plezier, krijgen en nemen zij kansen zich te ontwikkelen.
Onderwijsmiddelen: kwaliteit verhogend
Goed materiaal is het halve werk. Voor scholen gaat het dan vooral om lesmateriaal, inventaris en digitale hulpmiddelen. Lesmethodes zijn van deze tijd en voldoen in hoge mate aan de gestelde kwaliteitseisen. De school is goed ingericht. Het digitale ‘wagenpark’ is met onder andere computers, touchscreens en tablets op orde. RBOB De Kempen ziet ICT als onmisbaar als het o.a. gaat om effectief klassenmanagement, ook met het oog op de toekomst met een grotere diversiteit bij het passend onderwijs. De leerkracht heeft daarvoor de juiste tools nodig waarmee hij of zij de lessen snel en effectief kan afstemmen op de leerbehoeften van kinderen. Daarvoor is technologie beschikbaar, o.a. in de vorm van touchscreens al dan niet in combinatie met het gebruik van tablets. Digitale leermiddelen maken het mogelijk beter aan te sluiten bij de behoefte van de individuele leerling. Dit geldt bijvoorbeeld voor leerlingen met een leerachterstand, voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, maar ook voor leerlingen die juist meer uitdaging nodig hebben. RBOB wil dat alle scholen adequaat gefaciliteerd zijn, dat zij goed zijn voorzien. Dit vraagt ook om een optimaal gebruik van de aanwezige middelen. RBOB wil daarvoor het volgende: Het reeds ingezette beleid met investeringsplannen voor meer jaren, waarin o.a. ICT, wordt voortgezet. Daarbij wordt extra aandacht besteed aan het rendement, het verhogen van de prestaties en het omgaan met de middelen.
2. Onderwijsconcept/Leerstijl school
Openbare basisschool de BelhamelDe Belhamel voorziet in de behoefte aan openbaar basisonderwijs in Dommelen. Vanuit de identiteit van het openbaar onderwijs zijn alle kinderen welkom, ongeacht hun afkomst of religie. We leren kinderen dat iedereen zichzelf mag blijven en dat er zoveel verschillen als mensen zijn. Deze actieve tolerantie is een van de belangrijkste kernwaarden binnen de school en bepaalt onze grondhouding. Op De Belhamel werken leerlingen en leerkrachten in een veilige en inspirerende omgeving aan de brede ontwikkeling van onze leerlingen. Met brede ontwikkeling bedoelen we: leren met hoofd, hart en handen, groots in kleinschaligheid, samen leren en spelen in het Integraal Kind Centrum Dommelen.
Onderwijs met hoofd, hart en handen• Goed presteren door goed in je vel te zitten. • Taal, lezen en rekenen en de sociaal emotionele ontwikkeling staan centraal.• We bieden veel structuur.
De ruime school• Leren, spelen en bewegen: binnen én buiten ineen groene, ruime, eigentijdse, veilige en rijke(leer)omgeving
Groots in kleinschaligheid• Elkaar kennen, helpen en respecteren, leren vanverschillen.• Openbaar, niet apart maar samen
Samen leren en spelen in het Integraal KindCentrum Dommelen• Een doorlopende leerlijn van 0 tot 12 jaar.• De bibliotheek in school: Lezen IS Top!• Bevlogen medewerkers, gebruik maken van kwaliteiten,presteren met plezier• Samen opvoeden met ouders.• Een ontmoetingspunt in en voor Dommelen; je bent welkom!!.
3.Computergebruik leerlingen per groep
Eerst software-profielen per groep onder Skool in orde maken= uit het profiel halen wat niet of nauwelijks wordt gebruikt!
Taal Rekenen overigGroep1 Schatkist Taal Schatkist rekenen
Groep2 Schatkist Taal Schatkist rekenen
Groep3 Basispoort:- Veilig leren lezen- Mijn klas
Basispoort:- WIG- Mijn klas
SqulaLeskompasOnlineklas.nl
Groep4 Basispoort:- Mijn klas
Basispoort:- WIG- Mijn klas
SqulaLeskompasOnlineklas.nl
Groep5 Basispoort:- Mijn klas
Basispoort:- WIG- Mijn klas
SqulaLeskompasLeestrainer.nl
Groep6 Basispoort:- Mijn klas
Basispoort:- WIG- Mijn klas
SqulaLeskompasLeestrainer.nl
Groep7 Basispoort:- Mijn klas
Basispoort:- WIG- Mijn klas
SqulaLeskompas
Groep8 Basispoort:- Mijn klas
Basispoort:- WIG- Mijn klas
SqulaLeskompas
4.Vierjarenplanning: kernacties
ICT in Onderwijs Schooljaar 2014-2015 Schooljaar 2015-2016 Schooljaar 2016-2017 Schooljaar 2017-2018
VAKDOMEINEN
Technisch en aanvankelijk lezen
Traject CED leesplezier
Spelling CED opbrengstgerichtWoordenschatBegrijpend Lezen CED groepsplannenSchrijvenSpreken-luisterenRekenen-wiskunde CED groepsplannen
WIG implementatieBeredeneerd inzettenbasispoort
Soc.-emotionele ontwikkeling KIJK EN SCOL oriëntatie
KIJK en SCOL implementatie
Wereldoriëntatie Oriëntatie nieuwe methode
Cultuur Oriëntatie nieuwe methode
Engels Oriëntatie nieuwe methode
Implementatie Groove me
Beweging en gezondheid Basislessen nieuwe methode
Parnassys Afspraken/rapporten/ historisch overzicht
Afspraken/rapporten/ historisch overzicht
DIGIPROJECTEN Veilig InternetMediamakkers
Projecten borgen
ZORG EN
BEGELEIDING/PASSEND ONDERWIJS Social media Klasbord App OBS De Belhamel?
Investeringen Schooljaar 2014-2015 Schooljaar 2015-2016 Schooljaar 2016-2017 Schooljaar 2017-2018
Lijst software opschonen Website upgraden Implementatie tablets/chromebooks
Implementatie tablets/chromebooks?
Actieplan
ICT in OnderwijsActie Resultaat Wie
verantwoordelijkWanneer gereed
Uitkomst evaluatie d.d.:.....
ICT en investeringenActie Resultaat Wie
verantwoordelijkWanneer gereed
Uitkomst evaluatie d.d.:.....
ICT- Professionaliseringsplan
Naam leerkracht(en) Professionaliseringsdoel Professionaliseringsactie
Periode Kosten Kostendekking (P&A, Lerarenbeurs, ...)
5. Overzicht hardware OBS de Belhamel
Blauw: touchscreensZwart: desktopsOranje:tabletsRood: serverGroen: laptops/skoolmates
Nr. Aanschafdatum Mac-adres Merk/type1 WS1/ 78:E3:B5:AF:46:FD Prowise 55”/1-22 10-09-12 WS2/ 78:E3:B5:AF:47:5A HP compac 4300 sff/1-23 10-09-12 WS3/ 78:E3:B5:B1:7A:7F HP compac 4300 sff4 15-11-12 WS4/ 78:E3:B5:BD:FF:AC HP compac 4300 sff5 15-11-12 WS5/78:E3:B5:B0:FE:F4 HP compac 4300 sff6 15-11-12 WS6/78:E3:B5:B0:FE:74 HP compac 4300 sff7 22-12-11 WS7/64:31:50:35:AE:73 HP compac 4300 sff8 15-11-12 WS8:78:E3:B5:AF:46:EE HP compac 4300 sff9 15-11-12 WS9/ 78:E3:B5:AF:C3:4D HP compac 4300 sff
10 WS10/78:E3:B5:B0:FA:CB Prowise 55”/3-411 2014 WS11/78:E3:B5:B0:FC:16 Prowise 65”/7-812 2014 WS12/78:E3:B5:B0:FD:1C Prowise 65”/5-613 15-11-12 WS13/78:E3:B5:B0:FF:2A HP compac 4300 sff14 15-11-12 WS14/78:E3:B5:B0:FF:68 HP compac 4300 sff15 2014 WS15/ 64:31:50:39:4D:00 Prowise 70”/6-716 22-12-11 WS16/ 64:31:50:34:71:19 HP compac 4300 sff17 22-12-11 WS17/8E3B5AF46FD HP compac 4300 sff/1-218 22-12-11 ws18/64-31-50-35-AE-73 HP compac 4300 sff19 ws19/64-31-50-39-4D-00 HP compac 4300 sff20 2013 WS20/78E3B5B17257 HP compac 4300 sff
21 2013 WS21/78E3B5B117D8 HP compac 4300 sff22 ws22/78-E3-B5-B6-54-21 HP compac 4300 sff23 ws23/78-E3-B5-BD-FD-35 HP compac 4300 sff24 2011 ws24/0023811515B9 HP compac 4300 sff
server2013 Tablets 1e generatie Prowise
Oktober 2014 Tablets 2e generatie Prowise
2014 1 Touchscreen 55” Prowise02-2015 1 Touchscreen 65” Prowise/RBOB-lokaal
6. Communicatie
Multidisciplinair overleg tussen LD-ICT-IB 3x jaarlijks .1 keer met de CD en 1 keer met BIC.
LD – ICT: LD – ICT – BIC: 2x met Jean-Pierre
7. ICT-Roadmap
Roadmap ict 2014-2015 School:
Digitale projecten / 21 st Century Skills/Mediawijsheid
Proj
ect
Projecten eenvoudig
VriendenboekjePaintWordDigibeeldWordleBloonTagxedo
Meer:Zie:communicatie-platform
Projecten(kennisconstructie)
Webquest / Webpad MIPhoto Story (onderwijskundige toepassing )Google EarthE-mail/Internet2createToyinimaPhun/AlgodooThe dotStorybirdGlogsterZelfkrantmakenPreziPodcastingWebsite bouwenBeebotSpheroSketchupPoppletDe Presenter
Voor de lk:
Photopeach
Lipdub
Et cetera
Groepsprojecten:
Mediawijsheid:
Mediamakkers(groep 5-8)
Veilig Internet(groep 5-8)
Online Mediawijsheid
Tijdpad(maand)
Beredeneerde inzet
Symbaloo:Rekenen
Symbaloo:spelling
MDO
OverlegLD-IB-ICT(CD)
3 xper jaar
Groep 1-2 Begrijpend
Kijken
Groep 3 BegrijpendKijken
Symbaloo
Groep 4 BegrijpendKijken
Symbaloo
Groep 5 BegrijpendKijken
Mediamakkers of Veilig Internet 5-6
Symbaloo
Groep 6 BegrijpendKijken
Mediamakkers of Veilig Internet 5-6
Symbaloo
Groep 7 BegrijpendKijken
Veilig Internet 7-8 Symbaloo
Groep 8 BegrijpendKijken
Veilig Internet 7-8 Symbaloo
Aandachtspunten
-Structureel projecten op groepspagina website plaatsen.-1 project per groep per jaar-Projecten zoveel mogelijk koppelen aan schoolontwikkelingsplannen.-Leerlingen tot ‘experts’ opleiden t.a.v. digitale projecten/hardware-Multi Disciplinair Overleg minimaal 1 x met BIC-er.-Zie ook: www.rbobdekempen.yurls.net -Zie ook: http://rbob.ictfocus.nl
8.ICT –(basis-)vaardigheden leerlingen RBOB de Kempen 2014(zie ook competenties Mediawijsheid Leerlingen)Eventueel aanpassen/toevoegen op schoolniveau!
Leerlingen
Groep 1-2-Kinderen moeten leren omgaan met hard- en software. Ze moeten de muis en zo nodig het toetsenbord kunnen bedienen om zelfstandig met de programmatuur in hun groepen te kunnen werken. De gebruikte software en internetsites staat met name in dienst op het gebied van taal c.q. woordenschat en rekenenDe kinderen weten hoe ze-de computer aan en uit kunnen zetten. -hun eigen programma opstarten-apps kunnen opstarten
Groep 3Gebruik van hardware mag geen problemen meer opleveren. Kinderen kunnen de computer zelf opstarten, inloggen en uitloggen op het interne netwerk en ze kunnen zelfstandig werken met de educatieve programma’s in hun groep. De software is vooral gericht op het ondersteunen van het onderwijs op het gebied van taal / lezen / rekenen. Op het gebied van informatieverwerking wordt gebruik gemaakt van internetsites en word.De kinderen weten hoe ze-de computer aan en uitzetten.-hun eigen programma moeten opstarten.-waar de letters op het toetsenbord te vinden zijn.-de spatie-, enter- en back space -knoppen moeten gebruiken.-met de muis of de pijltjestoetsen de cursor verplaatsen.-een punt moeten zetten achter een zin.-in Word een eenvoudig tekstje typen.-de knoppen “ongedaan maken” en “opnieuw” moeten gebruiken.-De kinderen weten wat internet is.-De kinderen kunnen apps opstarten
Groep 4Gebruik van hardware mag geen problemen meer opleveren. Kinderen kunnen de computer zelf opstarten, inloggen en uitloggen op
het interne netwerk en ze kunnen zelfstandig werken met de educatieve programma’s in hun groep. De software is vooral gericht op het ondersteunen van het onderwijs op het gebied van taal / lezen / rekenen. Op het gebied van informatieverwerking wordt gebruik gemaakt van internetsites en word.De kinderen weten hoe ze-een tekst typen in word.-leestekens en hoofdletters moeten gebruiken-bewerkingen als lettergrootte, vet, cursief en onderstreept moeten uitvoeren.-de werkbalk knoppen “ongedaan maken” en “opnieuw” kunnen bedienen.-een ander lettertype moeten kiezen.-zelfstandig de programma’s moeten afsluiten.-iets kunnen opzoeken in een eenvoudige (kindgerichte) zoekmachine-een tablet aan- en uit kunnen zetten.-de juiste app kunnen opzoeken en opstarten-het geluid kunnen aanpassen.-De kinderen weten wat internet is.-De kinderen kunnen kidsplace gebruiken
Groep 5-8Ieder kind kan in het netwerk zijn weg vinden met een persoonlijke documenten map. Naast het voortzetten van het gebruik van educatieve software en informatieverwerking, staat de computer ook in het teken van schriftelijke en mondelinge presentaties, bijvoorbeeld door middel van Word en PowerPoint. Alle kinderen weten hoe ze zich moeten gedragen op het Internet.Groep 5De kinderen weten hoe ze-in Word een document kunnen openen en opslaan.-speciale letters en tekens moeten gebruiken.-hun eigen tekst kunnen afdrukken.-met de muis een stuk tekst kunnen selecteren. -met de spellingscontrole om moeten gaan.-zelfstandig internet kunnen opstarten en afsluiten-iets kunnen opzoeken in een eenvoudige (kindgerichte) zoekmachine.-een tablet aan- en uit- moeten zetten.-de juiste app kunnen opzoeken en opstarten-het geluid kunnen aanpassen-de camera-mogelijkheden kunnen benutten.-De kinderen kunnen kidsplace gebruiken.Groep 6-De kinderen weten hoe ze
kunnen tekst en plaatjes van internet kopiëren en plakken in word: crtl-c en ctrl-v.-een afdrukvoorbeeld kunnen zien.-verschillende knoppen in de browser kunnen hanteren.-een internetadres kunnen typen in de adresbalk.-een eenvoudige presentatie kunnen maken in Power Point-een tablet kunnen aan- en uitzetten.-de juiste app kunnen opzoeken en opstarten-het geluid kunnen aanpassen-de camera-mogelijkheden kunnenbenutten-De kinderen worden getraind in toetsenbordvaardigheden.-De kinderen kunnen zelfstandig werken met zoekmachines.-De kinderen kunnen kidsplace gebruiken
Groep 7De kinderen weten hoe ze -tabellen kunnen invoegen in word-met het rol-menu knop “figuur opmaken” eenvoudige bewerking met plaatjes kunnen uitvoeren.-de kinderen kunnen opsommingtekens gebruiken.-de TAB-knop kunnen gebruiken.-zelfstandig informatie kunnen opzoeken op internet en verwerken in bijvoorbeeld een werkstuk.-een Power Point /Prezi /Presenter presentatie kunnen voorbereiden (bijvoorbeeld voor een spreekbeurt) -een e-mail kunnen versturen.-een tablet aan- en uit- kunnen zetten.-De kinderen kunnen kidsplace gebruiken.-hoe ze het kunnen het geluid moeten aanpassen-de camera-mogelijkheden kunnen benutten en filmpjes kunnen maken.-De kinderen worden gestimuleerd een typediploma te halen.-De kinderen kunnen de juiste app opzoeken en opstarten
Groep 8De kinderen weten hoe ze
-nummers onder aan de pagina kunnen zetten.-een goede pagina indeling kunnen maken.- tekst in kolommen kunnen zetten.-een werkstuk op de computer kunnen maken, met een goede indeling in hoofdstukken en pagina indeling. Ze kunnen hierbij plaatjes en tekstopmaak gebruiken.-een Power Point /Prezi /Presenter presentatie kunnen voorbereiden (bijvoorbeeld voor een spreekbeurt) -De kinderen weten wat de gevaren en risico’s zijn van het surfen op internet.-De kinderen kunnen een tablet aan- en uitzetten.-De kinderen kunnen kidsplace gebruiken.-De kinderen kunnen motiveren waarom ze graag een bepaalde app zouden willen-het geluid kunnen aanpassen-de camera-mogelijkheden kunnen benutten en filmpjes kunnen maken.
ICT –(basis-)vaardigheden leerkrachten RBOB de Kempen 2014(zie ook competenties Mediawijsheid Leerkrachten)Eventueel aanpassen/toevoegen op schoolniveau!
Algemeen
Instrumentele vaardighedenDe leraar beschikt over de digitale basisvaardigheden om ict in het onderwijs effectief in te zetten in lessituaties én in de onderwijsorganisatie en om zich nieuwe ict toepassingen snel eigen te maken Informatie vaardighedenDe leraar is in staat online effectief informatie te zoeken en te vinden, de betrouwbaarheid van deze informatie te beoordelen, diverse online informatiebronnen te benutten, informatie van diverse bronnen met elkaar te vergelijken en de gevonden informatie te synthetiserenMedia vaardighedenDe leraar is zich bewust van de medialisering van de samenleving, hij begrijpt hoe media gemaakt worden en ziet hoe media de werkelijkheid kleuren. Hij is zich bewust van de mogelijkheden en risico’s van internet en sociale media en gaat hier actief en kritisch mee om voor zijn eigen professionele ontwikkeling Opleiden tot ict-geletterde leerlingenDe leraar maakt leerlingen bewust van de mogelijkheden en risico’s van internet en sociale media en begeleidt ze in het opdoen van kennis en vaardigheden om op een weloverwogen manier gebruik te maken van internet en sociale media Pedagogisch – didactisch gebruik van ictDe leraar maakt in onderwijssituaties weloverwogen gebruik van ict gekoppeld aan pedagogische en didactische doelen, de inhoud en de eigen visie. Hij doet hierbij recht aan verschillen tussen leerlingen en maakt zijn keuzes inzichtelijk Ontwerpen van ict-rijke leerarrangementen De leraar kan leerarrangementen met ict ontwerpen Evalueren in ict-rijke leerprocessenDe leraar reflecteert op en onderzoekt het lesgeven met ict en kan leerprocessen en –opbrengsten evalueren met behulp van ict Competenties om te leren en innoveren met ictDe leraar leert en werkt samen met collega’s in het gebruik van ict en is op de hoogte van online sociale netwerken
Specifiek
Op groepsniveau is iedere leerkracht op de hoogte van de mogelijkheden die de educatieve programma’s voor zijn of haar groep bieden en is in staat de kinderen hiermee beredeneerd te kunnen laten werken. Ze kunnen op basis van analyses zelf voorstellen doen inzake aanschaf software betreffende zijn/haar groep c.q. bouw.
Office PakketLeerkrachten moeten met name de basisvaardigen beheersen van Word en Powerpoint, zodat ze o.a. kunnen voldoen aan onderstaande vaardigheden.
E-mail/Office 365/ DCPDe leerkracht bezit de vaardigheid en kennis die nodig is om zakelijk gebruik te kunnen maken van het eigen school gebonden e- mailadres en het gebruik van het bovenschools Digitaal Communicatie Platform.
Parnassys/Skool/LOVS De leerkracht beheerst de vaardigheid om handelingsplannen, rapporten, verslagen van oudergesprekken et cetera digitaal te bewerken en up to date te houden.Leerkrachten kunnen inloggen op het Skool-netwerk en kennen hun gebruikersrechten. Ze kunnen aanpassingen maken voor hun groep.Leerkrachten kunnen zelf toets resultaten invoeren, analyseren en vastleggenin het leerlingvolgsysteem LOVS
Website schoolDe leerkracht kan zijn/haar eigen groepspagina van de schoolwebsite onderhouden: o.a. het gebruik van digitale camera, verwerking van de foto’s / video’s en het kunnen uploaden van content.
Het digitale (interactieve) bordHet ontwikkelen van vaardigheden m.b.t. het digitale schoolbord en de daarbij behorende software “de Presenter”*Ze kunnen een eenvoudige les maken in de Presenter, inclusief het toevoegen van afbeeldingen, filmpjes en tools.*Ze kunnen een interactieve les ontwerpen en geven met de inzet van tablets i.c.m. ProConnect.*Ze kunnen de les op juiste wijze opslaan en delen met collega’s van school en/of bestuur.*Ze moeten voldoende vaardigheden bezitten t.a.v. tablets en ze beredeneerd kunnen inzetten. Daarbij moeten ze redelijk op de hoogte zijn van geschikte apps voor hun onderwijsconcept.
21 st century skillsLeerkrachten moeten weten wat het inhoudt en hoe je met de inzet van ict hieraan kunt appelleren. Ze moeten minimaal 1 digitaal project per jaar uitvoeren, gekoppeld aan het SOP, en dat vermelden in de school ict-roadmap.
ICT-beleidsplanLeerkrachten dienen op de hoogte te zijn van het ict-beleidsplan.
ProtocollenLeerkrachten dienen op de hoogte te zijn van protocollen/afspraken ten aan zien van bijvoorbeeld gebruik internet, mobiele telefoon, social media et cetera.
Mediawijsheid-Veilig InternetLeerkrachten van groep 5-6 voeren het project Mediamakkers structureel uit.Leerkrachten van groep 7-8 voeren het project Veilig Internet structureel uit.(zie documenten vaardigheden leerlingen en leerkrachten)
Hardware: desktops-tablets-touchscreens et ceteraLeerkrachten moeten de basale (technische) kennis en vaardigheden bezitten om de hardware effectief in te kunnen zetten
Hard- en SoftwareStoringen en problemen bij hard- en software, die ze zelf niet kunnen oplossen, correct (digitaal) kunnen melden aan de ICT- er.
9. Mediawijsheid Competentieniveaus Leerlingen-Leerkrachten RBOB de Kempen
LeerlingenB1Bewustzijn van de medialisering van de samenleving
Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8
Is zich bewust van de belangrijke rol van media in veel domeinen van het menselijk bestaan.Merkt het intensieve gebruik en dynamische karakter van nieuwe media op en heeft besef van de impact daarvan op de leefwereld van mensen
Beseft dat de samenleving vraagt om mediavaardigheden. Weet de meer evidente van het mediagebruik op het menselijk bestaan te benoemen, zoals: het feit dat media altijd en overal aanwezig zijn, dat we altijd met elkaar in verbinding staan, dat er
veel informatie op ons afkomt.B1TakenMeebeleven, meedenken, meepraten over tendensen en gevolgen van medialisering van de samenleving.
Ervaart verschillende soorten media als tv, boek enz.
Kan de verschillen benoemen tussen de verschillende media.
Kan benoemen hoe media een rol spelen in eigen leven, hoe met media omgegaan wordt.
Kan eigen mening verwoorden over hoe media een rol spelen in eigen leven, en kan dit vergelijken met anderen, en andere tijdperken.
B2Begrijpen hoe media gemaakt worden
Herkent de primaire doelstellingen van mediaboodschappen: onderscheidt evidente commerciële van informerende boodschappen.
Herkent veelgebruikte standaardtechnieken en begrijpt hoe mediaproducenten deze technieken inzetten om hun doelstellingen te realiseren
Kan kennis van standaardtechnieken inzetten om mediaboodschappen te analyseren
B2 TakenMediaboodschappen analyseren Kan aangeven wie de hoofdpersoon
van de boodschap is en wat deze persoon meemaakt.
Kan aangeven wat de hoofdboodschap is, en of het reclame of werkelijkheid is.
Kan onderscheid maken tussen soorten nieuwsprogramma's, kan overeenkomsten tussen reclames aangeven (doel: verkoop, dus positief)
Kan standaardtechnieken herkennen in favoriete programma's. Kan boodschap zelf omvormen tot een nieuwsitem of reclameboodschap door gebruik te maken van veelvoorkomende formats.
B3Zien hoe media de werkelijkheid kleuren
Beseft dat mediaboodschappen vaak een format hebben. Journaal heeft ander format dan een entertainmentprogramma
Herkent de perspectieven van waaruit informatie wordt overgedragen Herkent wanneer een mediaboodschap gekleurd is.
Herkent wanneer mediaboodschappen vooroordelen en rolpatronen bevestigen en versterken. Evalueert informatie kritisch en laat zich niet gemakkelijk manipuleren
B3TakenPraten over verschillen tussen media Kent verschillende programma's /
websites Kan verschillen aangeven tussen programma's/websites e.d.
Kan boodschap uit verschillende bronnen halen en verschillen aangeven.
Kan dezelfde boodschap op verschillende manieren laten zien en de verschillen aanwijzen.
G1Apparaten, software en toepassingen gebruiken
Heeft begrip van de bedieningslogica van apparaten en toepassingen. Onderzoekt actief wat er kan met media.
Heeft begrip van de bedieningslogica van apparaten en toepassingen. Onderzoekt actief wat er kan met media.
Heeft begrip van de bedieningslogica van apparaten en toepassingen. Onderzoekt actief wat er kan met media.
Heeft begrip van de bedieningslogica van apparaten en toepassingen. Onderzoekt actief wat er kan met media.
G2Taken
Kan met programma/app werken Kan een simpele handeling uitvoeren (ok, of start klikken)
Kan het programma opstarten en sluiten, en werken in verschillende levels.
Kan eenvoudige software downloaden, installeren en gebruiken.
Kan switchen tussen de verschillende apps en programma's, kan instellingen van de verschillende programma's beheren en aanpassen aan eigen wensen, en kan programma's verwijderen.
C1Informatie vinden en verwerken
Groep 1/2 (4-6 jaar) Groep 3/4 (6-8 jaar) Groep 5/6 (8-10 jaar) Groep 7/8 (10-12 jaar
Kan diverse gedrukte, digitale en audiovisuele informatiebronnen benutten om basale informatie te vinden.
Kan bij verschillende informatiebehoeften het juiste medium kiezen. Kan de aard van informatiebronnen inschatten: weet bijvoorbeeld informatieve bronnen van entertainmentbronnen te onderscheiden. Kan (crossmediaal) schakelen tussen diverse informatiebronnen. Weet diverse online informatiebronnen te benutten om informatie te vinden en te gebruiken voor eigen doel.
Kan de betrouwbaarheid van informatie beoordelen. Kan informatie van diverse bronnen met elkaar vergelijken en de gevonden informatie synthetiseren. Kan binnen het totale (gevraagde en ongevraagde) informatieaanbod relevante informatie selecteren. Weet relevante informatie systematisch te beheren
C1Taken
Informatie zoeken Kan keuze maken uit een pictogrammenmenu.
Kan enkelvoudige zoekterm intypen in zoekmachine.
Kan meerdere zoektermen combineren, haalt deze uit de opdrachtomschrijving.
Kan zowel open als gesloten zoekopdrachten omzetten in juiste trefwoorden.
Informatie beoordelen Kan gericht op 1 pagina content vinden die aan voorwaarde voldoet (kleurplaat/spelletje).
Kan beoordelen of gevonden informatie binnen een gesloten systeem aan de voorwaarden voldoet.
Kan beoordelen of gevonden informatie binnen een open systeem aan de voorwaarden voldoet.
Kan zelfstandig informatie beoordelen, en aangeven waarom hij/zij informatie wel of juist niet gebruikt en waar dit van afhangt.
C2Content creëren
Groep 1/2 (4-6 jaar) Groep 3/4 (6-8 jaar) Groep 5/6 (8-10 jaar) Groep 7/8 (10-12 jaar)
Gebruikt eenvoudige toepassingen om eigen content te creëren.
Gebruikt diverse toepassingen om unieke eigen content te creëren.
Edit unieke eigen gemaakte content met in acht neming van gangbare maatschappelijke waarden en normen in voorgeschreven toepassing.
Gebruikt media om unieke eigen content te delen op diverse platformen. Kiest een geschikt medium bij het verzenden van
mediaboodschappen en giet deze in optimale vorm met in acht neming van gangbare maatschappelijke waarden en normen
C2TakenZelf film maken Kan met een camera 1 scène
opnemen. Kan met een camera meerdere scènes opnemen.
Kan de zelf opgenomen scènes monteren met eenvoudige software.
Kan een boodschap meegeven aan de film, en de film, plannen, maken, en verspreiden.
C3Participeren in sociale netwerken
Groep 1/2 (4-6 jaar) Groep 3/4 (6-8 jaar) Groep 5/6 (8-10 jaar) Groep 7/8 (10-12 jaar)
Onderhoudt onder begeleiding via sociale netwerken contact met zowel familie, vrienden, verenigingsgenoten en medescholieren.
Onderhoudt via sociale netwerken contact met zowel familie, vrienden, verenigingsgenoten en medescholieren. Heeft een profiel op een of meerdere sociale netwerksites.
Onderhoudt via sociale netwerken contact met zowel familie, vrienden, verenigingsgenoten en medescholieren. Reageert op ondersteunende wijze op de activiteiten van anderen op diverse sociale netwerken. Heeft een bewust vormgegeven profiel op een of meerdere sociale netwerksites. Deelt interessante en vermakelijke content, zowel in persoonlijke als onderwijscontexten. Reageert alert en constructief op posts van anderen, en houdt zo de community levendig en interessant. Kan nieuwe online relaties aangaan en bestaande relaties koesteren. Stimuleert de interactie tussen anderen. Bevordert de participatie van andere community members. Herkent uitsluiting, flaming en destructief gedrag van anderen
C3 Taken
Een account beheren Kan op door leerkracht ingestelde platforms inloggen en werken onder eigen account.
Kan een inlognaam en wachtwoord kiezen op een platform thuis of op school.
Kan een account aanmaken en personaliseren, en nadenken over privacy.
S1Reflecteren op het eigen mediagebruik
Groep 1/2 (4-6 jaar) Groep 3/4 (6-8 jaar) Groep 5/6 (8-10 jaar) Groep 7/8 (10-12 jaar)
Is zich bewust van eigen patroon van mediagebruik.
Doseert de duur en frequentie van het eigen mediagebruik. Doorgrondt mediamechanismen die verleiden om steeds verder te lezen, kijken, klikken of spelen. Beseft hoe het eigen mediagebruik invloed heeft op de
eigen levensstijl. Kan analyseren hoe de eigen mediaconsumptie van invloed is op de eigen kijk op de wereld (‘je bent wat je surft/kijkt/speelt/downloadt’). Houdt de ervaringshorizon ruim door de eigen mediaconsumptie
S1Taken
Groep 1/2 (4-6 jaar) Groep 3/4 (6-8 jaar) Groep 5/6 (8-10 jaar) Groep 7/8 (10-12 jaar)
Gesprek voeren over eigen mediagebruik
Kan vragen van leerkracht beantwoorden die gaan over hoe vaak media gebruikt wordt, en wat er gedaan wordt.
Kan aangeven wat verschil is tussen eigen media gebruik en dat van anderen (meer/minder, zelfde soorten).
Kan aangeven wat relatie is tussen mediagebruik en bijvoorbeeld tijd voor andere hobby's, tijd voor school, kennis van nieuws enz.
Kan eigen mediagebruik onder woorden brengen en reguleren.
Gesprek voeren over risico's van delen van persoonlijke informatie
Kan praten over stereotypen (hoe herken je een prinses?).
Kan praten over hoe anderen naar jou kijken en hoe je zelf wil overkomen.
Is in staat om willekeurige mensen online op te zoeken, er achter te komen wat er over die mensen bekend is, en deze personen te typeren.
Is in staat zichzelf op te zoeken op internet en is zich bewust van het effect van zijn online imago.
S2Doelen realiseren met media
Groep 1/2 (4-6 jaar) Groep 3/4 (6-8 jaar) Groep 5/6 (8-10 jaar) Groep 7/8 (10-12 jaar)
Kan digitale en online media gebruiken wanneer dit gevraagd wordt (zoals het invullen van een online vragenlijst).
Kan onder begeleiding toepassingen gebruiken bij het realiseren van persoonlijke, onderwijsgerelateerde en sociaal-maatschappelijke doelstellingen en kan deze effectief inzetten (zoals bij het geld inzamelen voor een goed doel). Deelt expertise met anderen om ook hun mediastrategie te optimaliseren. Heeft niet alleen eigen doeleinden voor ogen, maar bevordert ook die van anderen en de communities waaraan deelgenomen wordt.
S2TakenReclameboodschap maken Kan opdracht van leerkracht
uitvoeren: 'maak reclame voor….' Kan zelf bepalen waar reclame voor gemaakt wordt, en met welk medium.
Kan reclame voor verschillende doelgroepen maken.
Kan reclame maken en daadwerkelijk uitzetten in real life.
leerkrachten Niveau 0 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4
B1.Bewust zijn van de medialisering van de samenleving
Is zich niet bewust van desteeds belangrijker rol vanmedia in veel domeinen vanhet menselijk bestaan.
Merkt het toenemend gebruikvan nieuwe media wel op,maar heeft geen besef vande impact daarvan op de
Beseft dat de gemedialiseerdesamenleving vraagt om nieuwemediavaardigheden.
Weet de meer evidente effectenvan het toenemend mediagebruik
Kan de uiteenlopende effectenvan de medialisering op onzebestaanswijze analyseren envanuit meerdere
leefwereld van mensen. op het menselijkbestaan te benoemen, zoals:het feit dat media altijd enoveral aanwezig zijn, dat wealtijd met elkaar in verbindingstaan, dat er steeds meerinformatie op ons af komt, etc.
perspectievenbelichten.Verdiept zich daartoe in denieuwste inzichten en actuelediscussies.
B2.Begrijpen hoe media gemaakt wordt
Consumeert en gebruikt mediazonder te weten of zich af tevragen hoe deze gemaakt zijn.
Herkent de primairedoelstellingenvanmediaboodschappen:onderscheidt commerciële vaninformerende boodschappen.
Herkent veelgebruiktestandaardtechnieken.Begrijpt hoemediaproducentendezetechnieken inzetten om hundoelstellingen te realiseren.Gebruikt deze kennis ommediaboodschappen kritischte evalueren.
Kan analyseren hoegangbare formats, codesen conventies bepalend zijnvoor de inhoud en vorm diemediaproducenten aan hunmediaboodschappen geven.
Heeft gedetailleerde kennisvan de formats en techniekendie mediaproducten gebruiken,en de codes en conventies(omtrent vorm en inhoud)waar zij zich aan houden.Is in staat deze formats, technieken,codes en conventieskritisch te evalueren.
B3. Zien hoe media de werkelijkheid kleuren
Herkent de perspectievenvan waaruit informatie wordtovergedragen niet. Neemtinformatie snel voor waaraan en laat zich eenvoudigmanipuleren.
Beseft dat het format van eenmediaboodschap de inhoud diewordt overgedragen bepaalt:het Journaal, bijvoorbeeldbelicht een thema anders daneen entertainmentprogramma;een krant anders daneen nieuws-app.
Herkent wanneer eenmediaboodschap gekleurdis door politieke, ideologischeof levensbeschouwelijkeovertuigingen.
Herkent wanneer mediaboodschappenvooroordelen,rolpatronen en ideologieënbevestigen en versterken.
Kan kritisch analyserenhoe conventies en gebruikenbinnen de mediabranche vaninvloed zijn op de maatschappelijkebeeldvorming en denormen en waarden binneneen cultuur.
G1.Apparaten, software en content gebruiken
Heeft moeite met debedieningslogicavanapparaten en toepassingen.Maakt mede daardoor weiniggebruik van nieuwe mediatechnologieënen verdiept zichniet in de mogelijkheden diedeze bieden.
Heeft basaal begrip van debedieningslogica van nieuwemedia apparaten en toepassingen.Gebruikt e-mail,internet, mobiele telefoonen sms wanneer dat door deomgeving gevraagd wordt,maar doet dit niet uit eigenbeweging. Onderzoekt demogelijkheden die nieuwemedia bieden niet actief.
Gebruikt e-mail, internet,mobiele telefoon en smsfrequent. Heeft een profielop een of meerdere socialenetwerken. Speelt verschillendegames. Uploadt af en toeeigen content. Wacht, bij hetuitproberen van meer innovatievemediatechnologieën,af op wat anderen in deeigen omgeving doen.
Is een actief gebruiker vandiverse nieuwe media. Speeltdiverse games. Communiceertvia diverse applicaties metvrienden en collega’s. Uploadteigen audiovisueel materiaal.Is actief binnen diverse socialenetwerken. Doet dit allesook mobiel, via smartphoneof tablet. Opereert makkelijkcrossmediaal. Heeft een voortrekkersrolbinnen de eigenomgeving.
Volgt technologische ontwikkelingenop de voet en probeertde nieuwste technologieën uit.Onderscheidt daarbij zinvolletoepassingen van commerciëlehypes. Maakt zich nieuwe toepassingeneigen, tweakt dezenaar behoefte, en integreertze binnen een persoonlijkmediasysteem. Creëert metdeze toepassingen hoogwaardigecontent en zet deze in omte communiceren en doelen terealiseren.
G2. Oriënteren binnen media-omgevingen
Heeft moeite zich te oriënterenbinnen meer complexemediaomgevingen.
Kan zich oriënteren binnenafgebakende mediaomgevingenmet een enkelvoudige menustructuur(zoals een krant, een
Kan zich oriënteren binnenmediaomgevingen waarinapparaten en/of toepassingenop lineaire wijze met elkaarverbonden zijn (zoals bij
Kan zich oriënteren binnenmediaomgevingen waarinapparaten, content entoepassingenop meerdere
Switcht trefzeker van de enenaar de andere toepassingen tussen apparaten. Koppeltapparaten en toepassingenaan elkaar en integreert deze
website, of het bedieningsmenuvan een televisie).
een game binnen een sociaalnetwerk, de koppelingtussen fotocamera en pc,of softwarepakketen vandezelfde fabrikant).
manieren met elkaarverbondenzijn of kunnenworden (zoals smartphones,video editors en socialenetwerken).
ineen persoonlijk mediasysteem.Weet wanneer welketoepassingenhet meestgeschikt zijn om in te zetten.
C1..Informatie vinden en verwerken Weet media niet te gebruikenom geschikte en betrouwbareinformatie te vinden.
Kan diverse gedrukte,digitale en audiovisueleinformatiebronnen benuttenom informatie te vinden.Kan bij verschillendeinformatiebehoeften hetjuiste medium kiezen.
Kan de betrouwbaarheidvan informatie beoordelen.Kan de aard van informatiebronneninschatten: weetbijvoorbeeld informatievebronnen van entertainmentbronnente onderscheiden.
Kan (crossmediaal) schakelentussen diverse informatiebronnen.Weet diverse onlineinformatiebronnen te benutten.Weet het volledige kennisreservoirvan het internet efficiëntte ontsluiten. Kan informatievan diverse bronnen met elkaarvergelijken en de gevondeninformatie synthetiseren.Kan binnen het totale(gevraagde en ongevraagde)informatieaanbod relevanteinformatie selecteren.
Heeft een persoonlijkestrategie om via diverse nieuwemediatoepassingen en socialenetwerken informatie optimaaltot zich te laten komen.Weet relevante informatiesystematisch te beheren.Deelt relevante informatieen kiest daarbij voorverschillende doelgroepenhet juiste medium.
C2.Content creëren Produceert zelf geenmediacontent.
Kan mediaboodschappensturen via standaardkanalenals e-mail en sms.
Verstuurt tweets. Plaatst eigencontent op een of meerderesociale netwerksites. Uploadtfoto’s en video’s. Kan contentdelen via e-mail en sms.
Gebruikt media ompersoonlijke en professioneleinformatie te delen. Gebruiktdiverse toepassingen omunieke eigen content tecreëren. Edit foto’s en video’salvorens deze te uploaden.Optimaliseert het effect vanverzonden boodschappen doorgebruik te maken van demogelijkheden die toepassingenbieden (zoals bijvoorbeeldhashtags op Twitter).
Deelt belangwekkende informatieop diverse platformen(als Slideshare). Draagt bijaan co-creatie initiatieven alsforums en kennisbanken (alsWikipedia). Kan een eigenwebsite inrichten. Creëert endeelt hoogwaardig audiovisueelmateriaal. Kiest een geschiktmedium bij het verzenden vanmediaboodschappen en gietdeze in optimale vorm.
C3.Participeren in sociale netwerken Neemt niet deel aan socialemedia netwerken.
Volgt de posts en uploads vanvrienden en familie op socialenetwerken en reageert daar opsociale wijze op.
Onderhoudt via socialenetwerken contact met zowelnaasten en kennissen, alsmet professionele relaties(medescholieren, collega, etc.).Reageert op ondersteunendewijze op de activiteiten vananderen op diverse socialenetwerken.
Heeft een bewust vormgegevenprofiel op een of meerderesociale netwerksites. Deeltinteressante en vermakelijkecontent, zowel in persoonlijkeals professionele contexten.Reageert alert en constructiefop posts van anderen, en houdt
Stimuleert de interactietussen anderen. Bevordertde participatie van anderecommunity members.Inspireert anderen optimaalgebruik te maken van socialenetwerken. Is behalve opzichzelf en naasten ook gerichtop het gemeenschappelijkedoel van de community als
zo de community levendig eninteressant. Kan nieuwe onlinerelaties aangaan en bestaanderelaties koesteren.
geheel. Waakt over denettiquette binnen socialenetwerken en gaat uitsluiting,flaming en destructief gedragvan anderen tegen.
S1.Reflecteren op het eigen mediagebruik
Denkt niet na over het eigenmediagebruik.
Is zich bewust van het eigenpatroon van mediagebruik.
Doseert de duur en frequentievan het eigen mediagebruik.Doorgrondt mediamechanismendie verleiden om steedsverder te lezen, kijken, klikkenof spelen.
Beseft hoe het eigenmediagebruik invloed heeftop de eigen levensstijl. Kananalyseren hoe de eigenmediaconsumptie van invloedis op de eigen kijk op de wereld(‘je bent wat je surft/kijkt/speelt/downloadt’).
Ontwikkelt een bewustestrategie om optimaal metmedia om te gaan. Doseertwanneer welke media gebruiktworden. Weet media op hetjuiste moment in én uit teschakelen. Houdt deervaringshorizon ruim doorde eigen mediaconsumptiedivers te houden.
S2.Doelen realiseren met media Maakt geen gebruik van mediabij het nastreven van de eigendoelstellingen.
Kan digitale en onlinemedia gebruiken wanneerdit gevraagd wordt (zoalsbij het invullen van eenbelastingaangifte of hetdigitaal versturen vaneen sollicitatiebrief).
Weet wanneer welketoepassingen meerwaardehebben bij het realiseren vanpersoonlijke doelstellingenen kan deze effectief inzetten(zoals bij het verkopen vantweedehands spullen of hetvinden van een partner).
Weet wanneer welketoepassingen meerwaardehebben bij het realiserenvan professionele en socialedoelstellingen en kan dezeeffectief inzetten (zoals bij hetvinden van een nieuwe baan ofhet geld inzamelen vooreen goed doel).
Ontwikkelt een doelgerichtestrategie om in alle levenssferenoptimaal gebruik temaken van de mogelijkhedendie traditionele, nieuwe ensociale media bieden. Weetwanneer welke mediatoepassingenhet eigen welbevindenen levensgelukkunnenverhogen(of juist verlagen)en zet deze mediatoepassingendaar actief voor in. Deeltexpertise met anderen om ookhun mediastrategie te optimaliseren.Heeft niet alleen eigendoeleinden voor ogen, maarbevordert ook die van anderenen de communities waaraandeelgenomen wordt.