NVT Galerie - Tijana Lukovic & Jolien Collen

9
JOLIEN COLLEN & TIJANA LUKOVIC 27 juni – 11 juli 2014 Interview Pablo Janssen, Foto's Tijana Lukovic

description

Dubbelinterview met Tijana Lukovic & Jolien Collen. Nadenkend en mijmerend over hun werk en over het leven.

Transcript of NVT Galerie - Tijana Lukovic & Jolien Collen

JOLIEN COLLEN & TIJANA LUKOVIC

27 juni – 11 juli 2014

Interview Pablo Janssen, Foto's Tijana Lukovic

NVT’s Afterthoughts A (not so) Savage Journey into the minds of Tijana Lukovic & Jolien Collen

Twee weken of beter gezegd drie vrijdagavonden lang schonk de NVT Galerie vanaf 27 juni haar luttele vierkante meters expositieruimte opnieuw aan een duo jonge en Gentse kunstenaars; Tijana Lukovic & Jolien Collen. Een interessante artistieke symbiose waar je op, tussen en onder kon lopen was het resultaat van deze soms prettig gestoorde maar onmiskenbaar geniale collaboratie. Niet uitsluitend vanwege de sympathieke verschijning van beide dames, maar eveneens uit nieuwsgierigheid naar de gezichten en gedachten achter het werk, besloten wij hen gezamenlijk op de rooster te leggen op zoek naar kunstig food for thought. Geteisterd door ‘zomerse’ buien zakken we noodgedwongen af naar één van Gents beste cafés (opgelet: sluikreclame), de Afsnis, stiekem in de hoop dat de tongen wat losser zullen worden onder invloed van de daar vaak rijkelijk vloeiende drank. Ondanks dat bijgevolg het angstzweet mij reeds uitbreekt bij het zien van Tijana’s muntthee, beginnen we toch met volle moed aan het interview. Muziek rondom ons keihard, nootjes, drank en micro op tafel; en go!

Jolien en Tijana, hoe en wanneer kwamen jullie voor het eerst met elkaar in aanraking?

TL: We ontmoetten elkaar voor het eerst in kunstencentrum Croxhapox waar we tegelijkertijd exposeerden. Laura (art director Croxhapox, nvdr) zei reeds dat we op een bepaalde manier met gelijkaardige dingen bezig waren, en er was effectief een zekere connectie tussen ons. JC: Ik ben je tekeningen gaan bekijken toen je er even niet was en herkende meteen de kronkelstroom van denken die je weergeeft, de vlotheid van je werk. Net zoals ik durf je rechtstreeks op papier te zetten wat je denkt.

Wie besloot uiteindelijk om samen iets te gaan doen bij NVT?

TL: Wel, ik had er reeds een expositie in het vooruitzicht, en men had me gevraagd of het mogelijk zou zijn iemand mee te brengen om samen mee te exposeren. Ik was dus op zoek naar een kunstenaar of kunstenares wiens werkaansloot bij het mijne.

En Jolien was de enige optie?

TL: Op dat moment wel ja. Niet alleen maakt

ze heel gelijkaardig werk, ze is ook iemand dieik als persoon heel graag heb. Ik zat namelijk even in een dipje, en Jolien slaagde er echt in mij daar bovenop te helpen. Ze is heel wild en positief ingesteld en leek het tegenbeeld van hoe ik mij op dat moment voelde, wat waarschijnlijk de reden is dat ik zo goed bij haar aansloot. De mensen van NVT waren het met ons eens, en het feit dat ik zoveel plezier beleefde bij het opstellen van onze tentoonstelling bewees dat het een goed idee was Jolien te kiezen.

Jullie kozen voor een opstelling waarbij het moeilijk is te zien waar het ene werk begint en het andere stopt. Zijn jullie niet bang hierdoor een deel van jullie eigenheid te verliezen?

TL: Ik kreeg deze opmerking reeds van anderemensen, maar vond deze manier van werken het experimenteren waard. Ik ben niet bepaald egocentrisch wat mijn werk betreft en zag dat Jolien dat evenmin was, waardoor de situatie mij interessant leek om iets dergelijks te proberen.JC: Ik vind persoonlijk dat het onderscheid best goed zichtbaar was. Als je iets langer kijktdan zie je duidelijk het verschil tussen hoe Tijana werkt en hoe ik werk. Bij Tijana is alles

veel preciezer, veel mooier geschreven bijvoorbeeld, terwijl ik iets slordiger en nonchalanter omspring met mijn materiaal. Hetgrote voordeel van deze intieme collaboratie is dat, naar mijn mening althans, het ene werk hetandere sterker maakte. Vaak kwamen we samen tot een combinatie die mooier was dan haar verschillende delen afzonderlijk.

Zoals in jouw werk Tijana, twee dingen samenbrengen om dan weer tot iets interessants te komen?

TL: Ja, inderdaad. En zoals Jolien zei; als je iets langer kijkt zie je echt twee artiesten die leven in dat ene organisme.JC: Ik denk ook dat het sowieso de bedoeling is van een tentoonstelling dat je samen tot iets nieuws komt. Zo niet kan je evengoed alleen tentoonstellen. Niet dat dat niet interessant kan zijn, maar in zo een kleine ruimte kan je denk ik meer bereiken met een gezonde dosis interactie. Zoals Tijana al zei zijn we beide nietzo egocentrisch over ons werk. Aanvankelijk sprong ik heel voorzichtig om met haar tekeningen, maar al snel waren we van alles aan mekaar aan het plakken en naaien zonder veel angst iets te scheuren of kapot te maken.

Ok, gelijkgestemde kunstenaars zoals jullie samenbrengen kwam dus al naar voor als belangrijke verdienste van de NVT Galerie. Wat is volgens jullie het verdere nut, het bredere doel van zulks een kleine galerij?

TL: Het is uiteraard zeer belangrijk dat er plekken bestaan zoals de NVT Galerie, omdat jonge kunstenaars anders geen plek zouden hebben om hun werk te tonen, of iets te organiseren waar ze kunnen naar buiten brengen wat er in hun atelier gebeurt. Kunst moet gezien worden, en zonder kleine galerijenals deze zouden veel kunstenaars en hun werk uit de boot vallen.JC: Het feit dat de NVT Galerie zo laagdrempelig is is ook belangrijk. Elke vrijdag zitten Tom, Elke en Casimir (curatoren NVT, nvdr) buiten voor de deur iets te drinken.

Op die manier is het heel gemakkelijk met hen in gesprek te gaan en snel eens binnen rond te kijken. Het is een plek waar je op je gemak even kan binnenspringen. Eveneens draait het er niet altijd rond kunst, maar ook rond het leren kennen van nieuwe en interessante mensen, wat het juist zo tof maakt.

Zijn jullie soms niet bang te veel van jezelf bloot te geven? Aangezien jullie vaak heel persoonlijke gedachten gebruiken in jullie werk?

JC: De laatste tijd heb ik mijzelf inderdaad wel eens betrapt op een zekere voorzichtigheidop dat vlak. Ik teken bijvoorbeeld nooit over seks, althans nooit expliciet. Ik ben ook niet echt een persoon die hier gemakkelijk een serieus gesprek over heeft, en weer het denk ik bijgevolg ook een beetje uit mijn werk.TL: Ik ben vaak bezig met dingen die niet echtover mij gaan. Ik werk eerder rond hedendaagse problemen waarover ik dan mijn mening geef.

En komt dat niet juist doordat je bang bent al te zeer rond jezelf te werken?

TL: Voordien was ik inderdaad bang. Nu ben ik echter van plan deze angst van mij af te zetten en iets over mijzelf te gaan maken. Ik zie het als een uitdaging komaf te maken met die oude twijfels.JC: Ik gebruik uiteindelijk ook wel heel wat dingen vanuit mijn dagelijks leven.

Verstop je je misschien daarom achter een gezonde dosis humor?

JC: Misschien wel ja. Maar misschien ook gewoon omdat ik van lachen hou. Veel van mijn inspiratie komt uit mijn familie en die zijnop een heel positieve manier een tikkeltje crazy. Maar het mag dan wel heel persoonlijk zijn, het draait er absoluut niet rond de aandacht naar mij toe te trekken.

We hadden het er reeds over dat jullie beiden erg veel tekst gebruiken in jullie werk. Waarom doen jullie dat?

JC: Met woorden zijn natuurlijk dingen mogelijk die met beelden heel wat moeilijker zijn. Tekst kan bijvoorbeeld heel dubbelzinnig zijn. Ik gebruik die dubbelzinnigheden vaak om het geheel iets moeilijker te maken of om te draaien. Ik schrijf ook zoals ik spreek; geen perfect Nederlands dus, en vaak vol schrijffouten. (lacht).

Maar als jullie vinden dat je met woorden soms meer kan doen, waarom zijn jullie danbijvoorbeeld geen schrijvers geworden?

TL: Ik heb daar effectief nog over nagedacht, maar mijn roeping ligt denk ik toch meer binnen de beeldende kunsten.JC: Schrijven is helaas niet echt iets voor mij. Ik kan het niet goed en vind het bijgevolg maarsaai. Maar ik hou wel van de inherente schoonheid die woorden soms bezitten. Momenteel ben ik een werk aan het maken waarin ik de woorden ‘meloen’ en ‘melancholie’ verwerk. Als je die beide tekent is dat heel banaal - alhoewel dat laatste misschien moeilijk te tekenen valt - terwijl de woorden an sich zo mooi zijn.TL: Zoals je zegt bestaan woorden en beelden naast elkaar in onze gedachten. Ik denk dat het voor jou gewoon natuurlijk is om zowel te schrijven als te tekenen, nee? Ik voel het ook zo aan momenteel.JC: Inderdaad, en zoals ik zei gebruik ik ook woorden als beelden, ik schrijf vaak in spiegelbeeld, en hou puur van hoe het resultaateruit ziet. Titels zijn trouwens ook heel belangrijk in mijn werk.

Aangezien je over titels begint, één van je werken heet “tuurlijk heb ik nen titel, maar die wil ik niet zeggen”. Is dit een oprechte titel, of hou je er gewoon van de toeschouwer bij de neus te nemen?

JC: Wel, vaak is humor gewoon belangrijk in

mijn titels. Maar de titel is ook een extra hint, een extra connectie met de toeschouwer die ik soms echt essentieel vind in mijn werk.

Tijana, zoals je zopas vermeldde draait je werk vaak rond actuele problemen. Een thema dat in enkele van je werken terugkeert is dat van de GMO’s, welke rol zie jij weggelegd voor het artistieke in een debat als dit?

JC: (grijpt micro) Wacht hoor, wat zijn GOM’s? Dienen die niet om potlood uit te wissen?

Nee, GMO’s zijn genetically modified organisms. Men knutselt bijvoorbeeld aan de genen van maïs zodat die maïs resistent wordt aan een bepaald pesticide waarmee jedan alles er rond kapot kan maken zonder dat de plant zelf sterft. Deze praktijken, en vooral de manieren waarop de technologie wordt ingezet, zijn nog steeds heel gecontesteerd.

JC: Ach zo, dat ken ik wel.TL: Wel, enerzijds kan kunst hier misschien van nut zijn om meer mensen met het onderwerp te laten kennismaken, of om hen er meer over te laten nadenken. Dit is misschien deels mijn drijfveer maar het is zeker niet mijn hoofddoel. Niet iedereen die het werk ziet is geïnteresseerd in een dergelijk debat. Ik laat het aan de toeschouwer of hij/zij met het onderwerp van mijn werk in dialoog wil gaan of niet. Men kan ook gewoon genieten van de esthetische kant van het werk.JC: Had je dan niet evengoed iets anders kunnen kiezen? Als je geen echt doel hebt met het werken rond dit thema?TL: Nee, want de reden dat ik dit toon is vooral omdat het mij persoonlijk interesseert. Omdat ik er veel over lees en er mee begaan ben. Als er dan iemand door mijn werk te zien besluit een bijdrage te leveren dan is dat mooi meegenomen. Het gaat er mij niet over de toeschouwer de les te spellen.

En denk je dat kunst moet of mag politiek zijn? Denk je dat kunst in de 21e eeuw nog kan bijdragen aan een betere toekomst zoalsmen vroeger misschien sneller geloofde?

TL: Ik denk dat dit nog steeds mogelijk is. Vooral door dingen mooier weer te geven dan ze eigenlijk zijn, of door interessante verbanden te leggen die men niet op het eerste zicht ziet. Dat is wat kunst doet; mensen de wereld op een andere manier laten zien. Echt iets veranderen zal kunst daarentegen niet zo gemakkelijk doen, maar zij kan wel kleine bijdragen leveren binnen een groter geheel.JC: Als beginnend kunstenaar vroeg ik me steevast af of ik iets sociaal verantwoord moestgaan doen of niet. Uiteindelijk kwam ik echter tot het besluit dat ik niet de grootste denker ben en ik evenmin de ambitie heb dit te zijn. Daarom besloot ik om mij hier niet op te concentreren en mij met andere dingen bezig tehouden. Maar ik geloof wel dat dit kan en mag.Ik zag echter ooit een tentoonstelling in Berlijndie puur om het politiek geëngageerde draaide.Dat was echt verschrikkelijk, kunst is meer dandat. Kunst mag politiek zijn maar er moet meerachter zitten.

Wat denken jullie dan over de balans esthetiek/inhoud bij kunst? Kan iets voor jullie enkel om inhoud draaien zonder het esthetische en vice versa?

TL: Alhoewel in mijn werk het esthetische ongetwijfeld ook van belang is, geloof ik dat iets enkel om inhoud kan draaien. Aan de andere kant geloof ik wel niet meer in het omgekeerde. Kunst draait vandaag de dag niet meer om het puur esthetische. Ik vind wel niet dat het de bedoeling kan zijn dat je bij een kunstwerk een hele pagina uitleg moet gaan lezen. Als het daarentegen in enkele zinnen of zelfs zonder woorden duidelijk gemaakt kan worden, wordt het al heel wat interessanter.JC: Ik ben het met Tijana eens. Ik zag ooit een heel sterk werk van Navid Nuur dat in deze discussie relevant is; hij plakte een stuk gele plakband aan de muur, en op de onderkant

schreef hij “I’m just an idea between the tape and the wall”. Ingenieus gevonden, nee? Het puur conceptuele kan dus zeker werken, maar in het puur esthetische geloof ik minder. Daarvoor kan je ook naar een bos gaan, niet? (lacht).

Iets heel anders nu. Als jullie één persoon zouden moeten noemen die jullie echt geïnspireerd of beïnvloed heeft, wie zou dat zijn en waarom?

JC: Mijn familie, mijn hele familie. Ik kan er niet meteen één iemand uithalen. Ik kies hen voor de conversaties die ik dagelijks met ze voer, voor de heerlijk vreemde kronkels die wijvaak in ons hoofd hebben. Maar nu moet ik opletten wat ik zeg want dit onderwerp zit heeldiep. (aarzelt even). Ik gebruik vaak dingen dieik van hen opvang omdat wij hetzelfde bloed hebben, omdat zij mij gevormd hebben tot wie ik ben en dat nog steeds doen, kortweg omdat ze heel belangrijk zijn in mijn leven. Wat zij zeggen en denken ligt heel dicht bij hoe ik in de wereld sta. Zij staan dagelijks met mij op, leven met mij zowel tijdens mijn slechtste als mijn beste momenten. Anderzijds zijn we allemaal ook heel verschillend. Verder ben ik ook heel koppig, waardoor ik soms bewust het omgekeerde kies van wat zij mij aanraden. Ook op die manier helpen ze mij vaker dan ze misschien zelfs soms beseffen.TL: In mijn geval is dit zonder twijfel David Lynch. Toen ik naar zijn films begon te kijken was ik meteen geobsedeerd door de manier waarop hij dingen tegelijkertijd verwarrend en intrigerend maakt, door hoe hij heel uiteenlopende zaken aan elkaar linkt. Ik hou ook van zijn conceptie van angst; als iets wat we nodig hebben maar tegelijk verafschuwen. In mijn werk probeer ik die connecties ook te maken, die vreemde, absurde connecties. Zo begin ik een bepaald werk bijvoorbeeld met een duiker, maar ik plaats die duiker doodleuk op straat. Op die manier vraagt de toeschouwerzich meteen af waarom de duiker niet in het water zit maar op straat staat. Net zoals in Lynch’s films speel ik graag met absurde

correlaties, maar het gaat verder dan dat; zijn conceptie van kunst inspireerde mij echt om te doen wat ik nu doe. Ondanks dat we met heel uiteenlopende media werken vermoed ik dat we de dingen op een vergelijkbare manier zien.

Heb je dan motivatie ooit zelf iets met film te doen?

TL: Ja, ik heb in het verleden wel eens geëxperimenteerd met film. Ik monteerde ooit oude vakantiefoto’s die ik vond op rommelmarkten onder verhalen die ik zelf bij deze foto’s verzon. Ik speel ook met een idee voor een kortfilm waarin ik zelf figureer, maar dat laat ik liever nog even in het midden bij wijze van verassing.

Maar aan het begin van dit interview zei je dat je blij was dat ik niets met het geluid van dit interview zou doen, dat het schriftelijk zou worden weergegeven. Heb jedan geen problemen met zelf in beeld komen?

TL: Soms wel. Vroeger in Servië gaf ik vaak interviews voor de camera, maar ik was nooit tevreden met hoe ik eruit zag. Ik vind dat ik mijn mond vreemd beweeg wanneer ik spreek.JC: wuuueeeuuuh (maakt oergeluiden).TL: Ja inderdaad, wuuueeeuuuh. Ik heb het gevoel dat ik niet 100% mijzelf kan zijn voor een camera. Maar als ik zelf iets maak kan ik natuurlijk opnieuw proberen tot ik tevreden ben van het resultaat.

Jolien, jij werkt net zoals Tijana graag rond het concept van een spel, is het je bij jou te doen om wat de toeschouwer zal denken bij het uitvoeren van jouw instructies of zie jij het geheel meer als een soort van experiment waarbij jij gaat kijken wat er gebeurt op de tentoonstelling?

JC: Wel, in mijn werk ‘guilty pleasure’ kreeg de bezoeker de keuze om een keramieken potjekapot te gooien tegen een wand of om het ongebroken achter te laten. Hierbij zag ik niet

wat er gebeurde omdat de wand zich in een afgesloten ruimte bevond. Ik maak dit soort werken meer omdat ik van spelletjes en wat daar bij komt kijken hou. Ik kan namelijk niet goed tegen mijn verlies, en hou bijgevolg ook van vals spelen. Om goed vals te spelen moet je creatief zijn, en dat is interessant. Ik ben dus de laatste om te gaan zeggen dat je je bij mijn werk aan de regeltjes moet houden.TL: Dat is waar creativiteit hoogtij viert, niet? In het spel.JC: Inderdaad, maar het is mij niet enkel daar om te doen. Zoals ik al zei lach ik zoals de meesten heel graag. Daarom wil ik ook via mijn kunst mensen een lach op hun gezicht toveren.

Wat kan er volgens jullie nog verbeterd worden aan het algemene artistiek milieu in Gent?

JC: Ik weet niet of ik wel deel uit maak van de Gentse “kunstscene”. Ik woon nog steeds thuis in Boarle, een boerenhol aan de rand van Gent (lacht).TL: Jawel hoor, je exposeert hier en hebt hier je atelier. Wat volgens mij beter kan is dat de Gentse galerijen van tijd tot tijd open calls zouden moeten organiseren. In mijn thuisland Servië houdt elke galerij jaarlijks zo een open call; iedereen krijgt enkele weken tijd om hen een voorstel toe te sturen waaruit de galerij daneen tiental kunstenaars kiest die de kans krijgen bij hen te exposeren. Op die manier krijgen kunstenaars zonder een uitgebreid scalaaan connecties ook een eerlijke kans. Toen ik een drietal jaar geleden in Gent aankwam wist ik echt niet waar te beginnen.JC: Het is hier inderdaad niet echt de gewoonte ergens binnen te stappen en jezelf te verkopen. Sommige mensen hebben daar geen problemen mee, andere galerijen zullen sceptisch reageren en zich afvragen waarom je je zo opdringt. Zij zoeken liever zelf naar exposanten.

Maar denk je dan dat de gemiddelde bezoeker van het SMAK ook afzakt naar die

kleinere galerijen?

JC: Enkel de toffe bezoekers natuurlijk! (lacht). Musea zijn namelijk helaas vaak heel saai. Je mag nergens aankomen en moet constant op je tellen passen. Het zou eigenlijk weer een pak feestelijker en minder formeel moeten worden. Bij NVT staat de bar midden in de expositieruimte; dat is een veel interessanter concept dan een doorsnee museum vandaag de dag.

Hoe zien jullie de toekomst voor jezelf?

JC: Mijn vader stelde mij toevallig dezelfde vraag gisteren, dus ik kan het gemakkelijk uitleggen. Volgend jaar ben ik van plan mijn lerarenopleiding aan Sint Lucas af te werken en daarnaast te doen waar ik zin in heb. Daarnazoek ik wel alle formaliteiten uit; neem ik het artistieke erbij als bijberoep, word ik zelfstandig, of doe ik het anders? Ik wil ook geen kunstenaar zijn om kunstenaar te zijn. Daarom noem ik mijzelf een knutselares. Ik doe wat ik graag doe en hoop dit te kunnen doen tot ik oud ben en geen tanden meer heb.TL: Ik zou allereerst graag mijn Nederlands perfectioneren. Verder wil ik ook meer en meerdeel gaan uitmaken van de kunstwereld hier. Het is voor mij namelijk heel belangrijk te weten wie ik ben. Ik heb geen flauw idee wat ik zou moeten zijn indien ik mezelf geen kunstenares zou mogen noemen. Verder hoop ik net zoals Jolien lang bezig te zijn met wat iknu doe en het vooral graag te blijven doen. Hetzou mooi zijn indien we dit interview binnen vijftig jaar opnieuw doen en ik nog steeds met veel plezier teken en kunst maak.JC: We hebben blijkbaar een vergelijkbaar beeld van onze toekomst, maar ik blijf mij ongemakkelijk voelen bij het woord

‘kunstenaar’. Het is zo een dwaas woord.TL: Nee, dat is het niet. Het is je identiteit. Je moet iets zijn.JC: Maar ik heb met moeite mijn hoger onderwijs afgewerkt, hoe kan ik dan zeggen al een kunstenares te zijn?TL: Omdat dat net de reden is waarom je aan St. Lucas begonnen bent, en bijvoorbeeld niet geneeskunde bent gaan studeren.

Wat is een kunstenaar voor jullie dan?

TL: Voor mij is een kunstenaar simpelweg iemand die plezier schept in kunst produceren, wat dat voor hem of haar dan ook precies inhoudt.JC: Ik las ooit iets van de Japanse kunstenaar Shintaro Miyake waarin ik me erg kan vinden. Miyake beweert dat hij wel eens bij zichzelf denkt ‘ik ben een kunstenaar’, waarna hij zijn tanden poetst en denkt ‘what the fuck’ om vervolgens te gaan slapen. Dat is hoe ik denk over kunstenares zijn; ‘what the fuck’. Ik haal mijzelf constant onderuit, ik ben erg goed in zelfrelativering. TL: Inderdaad, maar naar mijn mening zijn er mensen die bang zijn zichzelf kunstenaar te noemen uit vrees dat anderen denken dat zij ditdoen om speciaal te zijn. Ik wil mij hier echter niet aan aanpassen; kunstenaar zijn is mijn identiteit, ik zeg het niet voor het prestige. Ik weet dat ik een kunstenares ben.JC: Maar ik noem mijzelf een knutselares?TL: Ok, noem het hoe je het wil noemen, het is maar een naam. Het is alleszins zeker dat je geen dokter bent, en laat ons daar blij om zijn! (lacht).JC: Ik denk nochtans dat ik een grappige dokter zou zijn. Alle kinderen zouden van mij houden; hier, pillekes, smijt er maar mee! (lacht)

Aangezien er ondertussen al heel wat tijd is weggetikt, de dronken man aan de flipperkast na het winnen van de jackpot (zo klonk het althans) met de minuut luidruchtiger wordt en wij eigenlijk ook gewoon naar de die avond geplande voetbalwedstrijd willen kijken, besluiten we een punt te zetten achter de conversatie. Wanneer we schuilend voor de regen nog even napraten in een nisje naast de Afsnis vragen we ons gezamenlijk af of er nu echte antwoorden zullen te vinden zijn op de opname, aangezien wij voorlopig het gevoel hebben dat we alles er gewoon warriger op gemaakt hebben dan het voordien al was. Gelukkig brengt Tijana redding met de volgende woorden; “if you are not confused that means that you are not thinking enough”. Nalachend fiets ik weg onder een zachtjes huilende hemel, hopend alvast een bescheiden lichtje te zullen kunnen werpen op de wereld van twee hele toffe kunstenaars, knutselaars, what the fuck…

http://joliencollen.wordpress.com/http://www.tijanalukovic.com/

Meer beeldmateriaal op http://www.facebook.com/nvtgalerie/

NVT Galerie - Dampoortstraat 26, B-9000 Gent - T +32 474 505483 - [email protected] - http://www.nvtgalerie.be/