NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4...

21
1 van 21 Documentcode Vervallen versie d.d. Huidige versie d.d. Vastgesteld door normcommissie Goedgekeurd door schemabeheerder Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016 NVRD Keurmerk Beeldschoon Eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem voor beeldgericht werken bij het beheer van de buitenruimte Versie 3.1 Arnhem, 10 februari 2016 NVRD Postbus 1218 6801 BE Arnhem

Transcript of NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4...

Page 1: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

1 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

NVRD – Keurmerk Beeldschoon

Eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem voor beeldgericht werken bij het

beheer van de buitenruimte

Versie 3.1

Arnhem, 10 februari 2016

NVRD

Postbus 1218

6801 BE Arnhem

Page 2: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

2 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

Inhoud

0 Inleiding

1 Scope

1.1 Algemeen

1.2 Regisserend en uitvoerend beheer

1.3 Ambitiethema’s

1.4 Bepaling van de scope

1.5 Toepassing

1.6 Procesketen

2 Normatieve verwijzing

3 Begrippen en definities

4 Kwaliteitsmanagementsysteem

4.1 Algemeen

4.2 Scope van het kwaliteitsmanagementsysteem

4.3 Beleidsplan

4.4 Kwaliteitsbeleidsplan

4.5 Kwaliteitshandboek

4.6 Interne audits

4.6.1 Algemeen

4.6.2 Procedure voor interne audits

4.6.3 Eisen aan de interne auditors

4.7 Managementbeoordeling

4.8 Beheer van het kwaliteitsmanagementsysteem

4.9 Cross reference list

5 Managementverantwoordelijkheid

5.1 Rol van het management

5.2 Rollen en taakverdeling

6 Management van middelen

6.1 Competentieprofielen

6.2 Werving en instroom

6.2.1 Criteria voor werving en instroom van medewerkers

Page 3: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

3 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

6.2.2 Omgang met afwijkende competenties

6.2.3 Functioneringsgesprekken

6.3 Training en ontwikkeling van vaardigheden

6.3.1 Algemeen

6.3.2 Uitvoerende medewerkers

6.3.3 Leidinggevenden bij de uitvoering

6.3.4 Registratie en evaluatie van opleidingen

6.4 Ontwikkeling van het bewustzijn

6.5 Uitbesteding en inhuur

6.5.1 Uitbestedingsbeleid en evaluatie van uitbestedingen

6.5.2 Procedure voor uitbesteding van diensten

6.5.3 Tijdelijke medewerkers en stagiaires

7 Procesbeschrijving

7.1 Algemeen

7.1.1 Integrale procesketen

7.1.2 Onderverdeling van de vereisten

7.2 Integraal beleid

7.3 Gebiedsbeschrijving

7.4 Normeringsysteem

7.5 Minimale beeldkwaliteit

7.5.1 Ondergrens

7.5.2 Verwachtingen van gebruikers

7.5.3 Afstemming

7.6 Opdrachtformulering

7.7 Opdrachtverstrekking

7.8 Opdrachtaanvaarding

7.8.1 Verificatie van de opdracht

7.8.2 Aanvullingen van de opdracht

7.8.3 Rapportage aan de opdrachtgever

7.8.4 Specificatie van beeldgerichte opdrachten

7.9 Uitvoeringsprogramma

7.10 Uitvoering

7.10.1 Beeldgericht optreden

7.10.2 Beeldgericht aansturen

7.10.3 Preventie

7.10.4 Signalering

7.10.5 Overleg

7.11 Meldingen

Page 4: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

4 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

7.12 Controle en nazorg

7.12.1 Controle

7.12.2 Nazorg

Page 5: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

5 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

0 Inleiding

Dit is het document “NVRD – Keurmerk Beeldschoon. Eisen aan het

kwaliteitsmanagementsysteem voor beeldgericht werken bij het beheer van de

buitenruimte”. De beoordelingseisen zijn tot stand gekomen in overleg binnen de

branche en beschrijft de eisen voor het certificeren van beeldgericht werken.

Het schema is een privaatrechtelijk schema zonder wettelijke eisen.

Het is de eerste norm binnen de branche om kennis en ervaring met betrekking tot

beeldgericht werken te borgen in een kwaliteitsmanagementsysteem.

Bij het opstellen van het document zijn betrokken geweest:

a. gemeenten als beheerder en opdrachtgever;

b. gemeentelijke uitvoeringsorganisaties;

c. publieke zelfstandige uitvoeringsorganisaties;

d. aannemers als commerciële uitvoerder;

e. NVRD als brancheorganisatie.

Page 6: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

6 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

Keurmerk Beeldschoon. Eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem voor

beeldgericht werken bij het beheer van de buitenruimte

1 Scope

1.1 Algemeen

Dit document beschrijft de eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een

organisatie die zich richt op beeldgericht werken bij het beheer en onderhoud van de

buitenruimte.

1.2 Regisserend en uitvoerend beheer

Dit document benadert het beheer en onderhoud van de buitenruimte als een integrale

procesketen tussen formeel beheerder en gebruiker, waartussen zich een organisatie

plaatst die verantwoordelijk is voor een deel van het proces of het gehele proces. Het

proces wordt onderscheiden in:

a. regisserend beheer;

b. uitvoerend beheer.

In paragraaf 7.1.2 worden de vereisten ten aanzien van het proces volgens dit

onderscheid onderverdeeld. De organisatie kan worden gecertificeerd voor

regisserend beheer, uitvoerend beheer of een combinatie van uitvoerend en

regisserend beheer.

1.3 Ambitiethema’s

Dit document betreft beheer en onderhoud dat zich richt op het behouden van een

schone uiterlijke staat van de buitenruimte. De uiterlijke staat van de objecten in de

buitenruimte kan verstoringen van uiteenlopende aard ondergaan. De combinatie van

een object en een verstoring en de bijpassende onderhouds- en beheermaatregelen

vormt een ambitiethema van het beheer en onderhoud van de buitenruimte.

In het kader van dit document worden de volgende ambitiethema’s op het gebied van

schoon onderscheiden:

a. (zwerf-) afval op verharding;

b. graffiti;

c. natuurlijk afval;

d. onkruid in beplanting;

e. onkruid op verharding;

f. uitwerpselen;

Page 7: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

7 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

g. veegvuil (uit goten);

h. vullingsgraad van afvalbakken;

i. (zwerf-) afval in het groen.

Verder worden in het kader van dit document de volgende ambitiethema’s op het

gebied van heel onderscheiden:

j. banken en tafels;

k. bebording;

l. beplanting;

m. bomen;

n. gazon;

o. gesloten verharding;

p. hagen;

q. markering;

r. open verharding;

s. speelvoorziening;

t. verlichting.

Noot: De ambitiethema’s zijn ontleend aan de indeling die is opgenomen in CROW-

Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”.

1.4 Bepaling van de scope

De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende aanduidingen

bevatten:

a. een keuze voor regisserend beheer of uitvoerend beheer of een combinatie

van beide;

b. het ambitiethema of het geheel van ambitiethema’s dat door het

kwaliteitsmanagementsysteem wordt beheerst.

1.5 Toepassing

Dit document is van toepassing op alle organisaties die zich inspannen om de

buitenruimte beeldgericht te beheren en te onderhouden.

1.6 Procesketen

Dit document is bestemd voor de organisatie die zich plaatst in de procesketen tussen

de partij die formeel verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de

buitenruimte en de gebruiker van de buitenruimte:

Page 8: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

8 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

formeel beheerder → organisatie → gebruiker

↓ ↑

regisserend beheer → uitvoerend beheer

2 Normatieve verwijzing

NEN-EN-ISO 19011:2011 nl

3 Begrippen en definities

Dit document hanteert een aantal begrippen die specifiek zijn voor de bedoelde

werkzaamheden. Voor zover verondersteld moet worden dat deze begrippen niet

algemeen bekend zijn, worden ze beschreven in de volgende definitielijst:

Beeldkwaliteit = kwaliteitsaanduiding van de buitenruimte volgens een

normeringsysteem waarin de kwalificatie tenminste is vastgelegd in fotobeelden op

een schaalbalk en eventueel is aangevuld met tellingen en omschrijvingen

Beheer, regisserend = doorlopend plannen, budgetteren en voorbereiden van

activiteiten die erop gericht zijn om de buitenruimte in een aanvaardbare conditie te

houden of terug te brengen

Beheer, uitvoerend = daadwerkelijk uitvoeren en direct aansturen van activiteiten die

erop gericht zijn om de buitenruimte in een aanvaardbare conditie te houden of terug

te brengen

4 Kwaliteitsmanagementsysteem

4.1 Algemeen

De organisatie moet in overeenstemming met de eisen van deze norm een

gedocumenteerd kwaliteitsmanagementsysteem inrichten, implementeren,

onderhouden en continu verbeteren, met inbegrip van de benodigde processen en hun

onderlinge samenhang.

4.2 Scope van het kwaliteitsmanagementsysteem

De organisatie moet de scope van het kwaliteitsmanagementsysteem documenteren

en vaststellen door een keuze te maken ten aanzien van de reikwijdte van het beheer

en de betrokken ambitiethema’s overeenkomstig paragraaf 1.2 tot en met 1.4.

Page 9: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

9 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

4.3 Beleidsplan

De organisatie moet een beleidsplan met een strategisch beleid, missie, visie en

hoofddoelstellingen ontwikkelen, documenteren en vaststellen.

4.4 Kwaliteitsbeleidsplan

De organisatie moet een kwaliteitsbeleidsplan ontwikkelen, documenteren en

vaststellen, dat:

a. aansluit aan bij het beleidsplan van de organisatie;

b. aantoonbaar is gericht op het realiseren van de tevredenheid van de

opdrachtgever en gebruikers;

c. voorziet in de evaluatie van het reeds uitgevoerde kwaliteitsbeleid;

d. voor alle relevante onderdelen en niveaus binnen de organisatie

kwaliteitsdoelen bevat, die van het kwaliteitsbeleid zijn afgeleid.

4.5 Kwaliteitshandboek

De organisatie moet een kwaliteitshandboek ontwikkelen, documenteren en

vaststellen, waarin tenminste is beschreven:

a. de scope van het kwaliteitsmanagementsysteem;

b. de vastgestelde werkwijzen, processen en procedures;

c. de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van alle medewerkers in relatie

tot het kwaliteitssysteem.

4.6 Interne audits

4.6.1 Algemeen

Het kwaliteitsmanagementsysteem moet jaarlijks worden beoordeeld door het

uitvoeren van interne audits, waarin wordt onderzocht of het systeem voldoet aan de

eisen en of het doeltreffende is geïmplementeerd en onderhouden. De geconstateerde

afwijkingen moeten aantoonbaar worden verbeterd.

4.6.2 Procedure voor interne audits

De organisatie moet een procedure vaststellen voor de werkwijze bij het uitvoeren

en registreren van de interne audits, waarin ten minste is geregeld:

a. de planning en uitvoering van interne audits, waarbij rekening wordt

gehouden met de status en het belang van de processen en onderwerpen die

worden beoordeeld en de resultaten van de vorige audits;

b. de vaststelling van een auditprogramma, waarin de auditcriteria, de

reikwijdte, de frequentie en de auditmethoden zijn omschreven;

Page 10: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

10 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

c. de verantwoordelijkheid voor het invoeren van corrigerende maatregelen

indien er afwijkingen worden geconstateerd.

4.6.3 Eisen aan de interne auditors

De keuze van de interne auditor en de uitvoering van de interne audits moet voldoen

aan de eisen van ISO/IEC 19011:2011 nl.

4.7 Managementbeoordeling

De organisatie moet op grond van gegevens uit het kwaliteitsmanagement periodiek

en tenminste jaarlijks een beoordeling uitvoeren en registreren ten aanzien van het

beleid, de doelstellingen en de plannen. De gegevens die bij de evaluatie moeten

worden betrokken omvatten ten minste:

a. resultaten van de interne en externe audits;

b. terugkoppeling van opdrachtgevers en informatie over de tevredenheid van

gebruikers;

c. evaluatie van de activiteiten van het bevordering van het bewustzijn, cultuur

en werkhouding;

d. informatie over de interne prestaties

e. informatie over prestaties van leveranciers en onderaannemers;

f. jaarrekening en periodieke financiële rapportages;

g. aanbevelingen ter verbetering, status van verbetermaatregelen en status van

vervolgmaatregelen van vorige managementbeoordelingen;

h. informatie over veranderingen die van invloed kunnen zijn op het

kwaliteitsmanagementsysteem.

Als de managementbeoordeling daartoe aanleiding geeft, moet het management van

de organisatie het beleid, de doelstellingen en plannen bijstellen en de nodige

verbeteracties in gang zetten, indien daartoe aanleiding is.

4.8 Beheer van het kwaliteitsmanagementsysteem

De organisatie moet een procedure vaststellen voor het opstellen, wijzigen,

goedkeuren, coderen, uitgeven en vermenigvuldigen van fysieke en digitale

documenten die onderdeel zijn van het kwaliteitssysteem.

De procedure moet, voor zover van toepassing, regels bevatten voor:

a. distributie, toegang, het terugvinden alsmede het gebruik;

b. opslag en behoud, waaronder behoud van leesbaarheid;

c. beheersing van wijzigingen en versiebeheer;

d. bewaring en vernietiging.

Page 11: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

11 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

4.9 Cross reference list

De organisatie mag de documenten anders benoemen en indelen en moet in dit geval

beschikken over een ‘cross reference list’ ten behoeve van de interne en externe

audits.

5 Managementverantwoordelijkheid

5.1 Rol van het management

Een van de managementleden van de organisatie is verantwoordelijk voor

kwaliteitsmanagement binnen de organisatie en het onderhoud van het

kwaliteitsmanagementsysteem. Deze persoon rapporteert aan het management en

stelt verbeteringen voor. De verantwoordelijkheid van het management omvat ten

minste:

a. ontwikkeling en vaststelling van het meerjarig beleidsplan;

b. ontwikkeling en vaststelling van het kwaliteitsbeleidsplan;

c. uitvoering en vaststelling van de managementbeoordeling.

5.2 Rollen en taakverdeling

De organisatie moet rollen en taken ten aanzien van de kwaliteit van het proces

verdelen en toekennen aan functionarissen. De rollen en taken moeten zodanig

verdeeld en gedocumenteerd zijn, dat de organisatie de kwaliteit over de gehele

procesketen kan overzien.

6 Management van middelen

6.1 Competentieprofielen

De organisatie moet competentieprofielen ontwikkelen, documenteren en gebruiken

voor de uitvoerende medewerkers, verantwoordelijk leidinggevenden en overige

betrokkenen bij de uitvoering van de werkzaamheden. De organisatie mag zich

hierbij baseren op de NVRD Functie- en beroepscompetentieprofielen.

6.2 Werving en instroom

6.2.1 Criteria voor werving en instroom van medewerkers

De organisatie moet criteria formuleren en documenteren voor het werven en laten

instromen van personeel.

Page 12: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

12 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

6.2.2 Omgang met afwijkende competenties

In relatie tot de resultaten die behaald moet worden, moet de organisatie beschrijven

op welke wijze wordt omgegaan met de eventueel afwijkende competenties van

medewerkers die instromen in het kader van een beleid ter bevordering van de

arbeidsparticipatie van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De aangepaste

omgang met competenties moet zodanig zijn vormgegeven en geregistreerd worden

dat aan de vereisten ten aanzien van beeldgericht optreden wordt voldaan door

bijvoorbeeld binnen de ploegen een voldoende combinatie van competenties

aanwezig te laten zijn en een adequate aansturing te geven.

6.2.3 Functioneringsgesprekken

De organisatie moet met alle medewerkers jaarlijks functioneringsgesprekken voeren

en de uitvoering daarvan registeren. Tijdens een functioneringsgesprek worden de

opleidingseisen en wensen geïnventariseerd.

6.3 Training en ontwikkeling van vaardigheden

6.3.1 Algemeen

Voor zowel de scope met regisserend beheer als voor de scope met uitvoerend beheer

moet de organisatie een opleidingsplan bezitten en uitvoeren op grond waarvan het

personeel regelmatig en over de gehele loopbaan wordt getraind, zodat de

vaardigheid aanwezig is om beeldgericht te werken.

6.3.2 Uitvoerende medewerkers

Voor de scope met uitvoerend beheer moet de organisatie het uitvoerende personeel

naast de hierboven genoemde vaardigheid tevens training geven voor het bezitten

van vaardigheden ten aanzien van:

a. het uitvoeren van de werkzaamheden op grond van beeldgericht optreden,

waartoe ten minste behoort:

1. het bepalen van de plekken waar inzet moet worden gepleegd;

2. het ter sprake brengen of medebepalen van de juiste inzet in

menskracht en machines;

3. het anticiperen op de beeldkwaliteit aan de hand van de te verwachten

degeneratie;

4. het kunnen combineren van verschillende werkzaamheden in één

werkgang.

Page 13: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

13 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

6.3.3 Leidinggevenden bij de uitvoering

Voor de scope met uitvoerend beheer moet de organisatie de direct leidinggevenden

van het uitvoerende personeel (teamleiders) training geven voor het bezitten van de

vaardigheden ten aanzien van:

a. een effectieve aansturingsmonitoring, waartoe ten minste behoort:

1. het uitvoeren van metingen met het normeringssysteem;

2. het maken van een heldere monitoringsrapportage voor de aansturing

van de uitvoerende ploeg;

3. het aansturen van de uitvoerende ploegen op basis van de

monitoringsrapportage.

6.3.4 Registratie en evaluatie van opleidingen

De organisatie moet een actueel overzicht van training, opleiding en ervaring van

medewerkers bijhouden. De effectiviteit van de training en opleidingen moet worden

geëvalueerd en evaluatieresultaten moeten input vormen voor het opstellen en

bijstellen van het opleidingsplan en het inkoopbeleid van opleidingen.

6.4 Ontwikkeling van het bewustzijn

Voor de scope met uitvoerend beheer moet de organisatie voor het uitvoerende

personeel activiteiten ontwikkelen ter bevordering van het bewustzijn, cultuur en

werkhouding ten aanzien van:

a. het verrichten van werkzaamheden namens of in opdracht van de formele

beheerder van de buitenruimte;

b. de waardering van gebruikers en omgang met gebruikers.

De gedocumenteerde plannen voor activiteiten ter bevordering van het bewustzijn,

cultuur en werkhouding moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan het

management. Het resultaat van de uitvoering van de activiteiten moet worden

geëvalueerd in de periodieke managementevaluatie.

6.5 Uitbesteding en inhuur

6.5.1 Uitbestedingsbeleid en evaluatie van uitbestedingen

Indien van toepassing moet een uitbestedingsbeleid worden gevoerd en moeten

leveranciers systematisch en periodiek worden beoordeeld op basis van vooraf

gestelde criteria. De geregistreerde evaluatie vormt input voor de beoordeling van

het inkoop- en uitbestedingsbeleid tijdens de managementbeoordeling.

Page 14: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

14 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

6.5.2 Procedure voor uitbesteding van diensten

De organisatie moet de uitbesteding van diensten regelen in een gedocumenteerde

procedure waarin ten minste uitwerking wordt gegeven aan:

a. de verantwoordelijkheid van de organisatie voor de kwaliteitsborging door

bijvoorbeeld passende communicatie, keuring, monitoring;

b. eisen aan competenties, opleiding, training en functiebeoordelingen.

6.5.3 Tijdelijke medewerkers en stagiaires

De organisatie moet kwalificatie-eisen stellen aan in te huren tijdelijke medewerkers,

zoals ZZP-ers, gedetacheerden, medewerkers van uitzendbureaus en stagiaires. De

prestaties van deze medewerkers moeten doorlopend aan deze eisen worden getoetst.

7 Procesbeschrijving

7.1 Algemeen

7.1.1 Integrale procesketen

De organisatie moet de processen die nodig zijn om de werkzaamheden uit te voeren,

op zodanige wijze plannen en ontwikkelen dat:

a. de kwaliteit over de gehele procesketen geleverd kan worden;

b. de plaats van de organisatie in de procesketen duidelijk is

7.1.2 Onderverdeling van de vereisten

Voor de certificatie voor de scope met regisserend beheer moet de organisatie

behalve aan de relevante eisen beschreven paragraaf 4 tot en met 6 voldoen aan de

eisen beschreven in paragraaf 7.2 tot en met 7.7 van dit document.

Voor de certificatie voor de scope met uitvoerend beheer moet de organisatie behalve

aan de relevante eisen beschreven paragraaf 4 tot en met 6 voldoen aan de eisen

beschreven in paragraaf 7.8 tot en met 7.12 van dit document

Eisen aan organisaties die zich richten op het regisserend beheer van de buitenruimte

7.2 Integraal beleid

De organisatie die tevens de hoedanigheid van formeel beheerder heeft, moet een

gedocumenteerd beleid met betrekking tot het integraal beheer van de buitenruimte

hanteren, waarbij eventuele sectorale benaderingen (bijv. ten aanzien van

Page 15: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

15 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

infrastructuur, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, winkelgebieden en

bedrijventerreinen) met elkaar in samenhang gebracht worden.

Onder een beleid met betrekking tot het integraal beheer van de buitenruimte wordt

verstaan een beleidsdocument dat ten minste driejaarlijks is geëvalueerd en

vastgesteld door de formeel beheerder en waarin verantwoordelijkheid wordt

genomen ten aanzien van:

a. een gerichtheid op de wensen en verwachtingen van gebruikers en de

bevordering van hun waardering voor de buitenruimte;

b. een keuze voor een beeldgerichte werkwijze bij het beheer en onderhoud van

de buitenruimte;

c. een keuze voor de integratie van werkzaamheden;

d. de vaststelling of procedure van vaststelling van de minimale beeldkwaliteit;

e. de aanbesteding, inbesteding of eigen uitvoering.

Het vereiste van het opstellen van een integraal beleid is niet van toepassing op

organisaties die geen hoedanigheid als formeel beheerder hebben. In het geval dat de

formeel beheerder een beleid ten aanzien van het integraal beheer van de

buitenruimte heeft vastgesteld, moeten de organisaties belast met het regisserend en

uitvoerend beheer dit beleid aantoonbaar toepassen.

7.3 Gebiedsbeschrijving

De organisatie moet bepalen in welk gebied de werkzaamheden verricht worden door

de ontwikkeling van een gedocumenteerde gebiedsbeschrijving. De

gebiedsbeschrijving moet de volgende elementen bevatten:

a. een benaming en eenduidige begrenzing van het te onderhouden gebied;

b. een onderverdeling afhankelijk van minimale beeldkwaliteit of

beeldkwaliteiten in het gebied;

c. een beschrijving van de aanwezige gebiedskennis bestaande uit bijvoorbeeld:

verstoringsbronnen, degeneratiesnelheid, stedelijkheidsklasse, frequentie van

evenementen en andere actoren die ten aanzien van het beheer in het gebied

actief zijn.

7.4 Normeringsysteem

De organisatie moet een gedocumenteerd normeringssysteem ontwikkelen voor de

bepaling van de beeldkwaliteit van een gebied. Het normeringssysteem moet aan de

volgende vereisten voldoen:

a. het beschrijft de meetmethode;

b. het specificeert de typering van het te onderhouden object;

Page 16: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

16 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

c. het benoemt voor iedere onderhoudsactiviteit ten minste drie en ten

hoogste vijf kwaliteitsgradaties die worden geschreven aan de hand van

fotobeelden op een schaalbalk (beeldenset) en eventueel worden

aangevuld met een kwantitatieve aanduiding (technische norm);

d. het moet als uniforme normering gebruikt worden in alle processtappen;

e. het moet vooraf gevalideerd zijn.

De organisatie mag gebruik maken van het normeringssysteem zoals beschreven in

CROW-Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”.

7.5 Minimale beeldkwaliteit

7.5.1 Ondergrens

De organisatie moet voor ieder gebiedsonderdeel een minimale beeldkwaliteit

documenteren en vaststellen in termen van het normeringssysteem. De organisatie

mag voor elk van de combinaties van objecten en verstoringen binnen het gebied

afzonderlijke minimale beeldkwaliteiten vaststellen. De minimale beeldkwaliteit per

object voor elk gebiedsonderdeel moet worden aangehouden als ondergrens, zodat

de minst schone locatie in het gebiedsonderdeel onder normale omstandigheden

nooit meer verstoord dan de bijbehorende kwaliteitsgradatie.

7.5.2 Verwachtingen van gebruikers

De organisatie moet bepalen op welke wijze inzicht wordt verkregen in de wensen

en verwachtingen van gebruikers. Bij het vaststellen van de minimale beeldkwaliteit

per object voor elk gebiedsonderdeel moet rekening worden gehouden met deze

wensen en verwachtingen van gebruikers.

7.5.3 Afstemming

De minimale beeldkwaliteit per object voor elk gebiedsonderdeel moet worden

onderschreven door de formeel beheerder en moet verenigbaar zijn met het eventueel

aanwezige beleid met betrekking tot het integrale beheer van de buitenruimte.

7.6 Opdrachtformulering

De organisatie moet werkzaamheden beschrijven in een document dat ten minste de

volgende onderdelen moet bevatten:

a. een aanduiding van de locatie van de werkzaamheden en een

gebiedsbeschrijving;

b. de minimale beeldkwaliteit per object voor elk gebiedsonderdeel;

Page 17: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

17 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

c. een beschrijving van de objecten en de aard van verstoringen waarop de

opdracht van toepassing is.

De organisatie mag gebruik maken van een bestek opgesteld volgens de RAW-

systematiek zoals aangeduid in CROW-Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus

openbare ruimte 2013”.

7.7 Opdrachtverstrekking

De organisatie die het uitvoerend beheer inbesteedt of uitbesteedt, moet zich ervan

overtuigen dat de opdrachtnemer van de werkzaamheden kan voldoen aan de eisen

die onder scope met uitvoerend beheer aan een dergelijke organisatie worden gesteld.

De organisatie moet de opdrachtnemer in staat stellen om de werkzaamheden op het

vereiste kwaliteitsniveau uit te voeren door het verstrekken van een passende

opdracht.

Eisen aan organisaties die zich richten op het uitvoerend beheer van de buitenruimte

7.8 Opdrachtaanvaarding

7.8.1 Verificatie van de opdracht

De organisatie die het uitvoerend beheer van de buitenruimte in opdracht aanneemt,

moet zich ervan overtuigen dat de opdrachtgever passende voorbereidingen heeft

getroffen om het beheer beeldgericht te laten uitvoeren. De voorbereidingen van de

opdrachtgever moeten blijken uit de verstrekking van informatie over ten minste:

a. de gebiedsbeschrijving;

b. het normeringssysteem;

c. de minimale beeldkwaliteit per object voor elk gebiedsonderdeel.

7.8.2 Aanvullingen van de opdracht

In het geval dat de informatie niet in het kader van de verstrekte opdracht beschikbaar

is, moet de organisatie de in de voorgaande paragraaf genoemde informatie zelf

opstellen, documenteren en inhoudelijk afstemmen met de formeel beheerder.

7.8.3 Rapportage aan de opdrachtgever

Wanneer tussentijdse rapportages en evaluaties met de opdrachtgever zijn

overeengekomen, dan moeten deze rapportages en evaluaties voldoen aan een door

het management vastgesteld minimaal eisenpakket dat deel uitmaakt van het

kwaliteitsmanagementsysteem.

Page 18: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

18 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

7.8.4 Specificatie van beeldgerichte opdrachten

De organisatie die uitsluitend is belast met het uitvoerend beheer moet voor iedere

aangenomen opdracht in het projectdossier aangeven of het beheer van de

buitenruimte beeldgericht en volgens de eisen van dit document wordt uitgevoerd.

7.9 Uitvoeringsprogramma

De organisatie moet een gedocumenteerd uitvoeringsprogramma opstellen, waarin

een consistente uitwerking van de werkzaamheden wordt gemaakt en dat de volgende

elementen omvat:

a. een formulering van de minimale beeldkwaliteit per object voor elk

gebiedsonderdeel;

b. een beschrijving van de processen voor de realisatie van de minimale

beeldkwaliteit per object voor elk gebiedsonderdeel, waarbij tevens de

omgang met eventuele verschillen in het normeringssysteem van de

opdrachtgever en de organisatie wordt beschreven;

c. consistent gecommuniceerde kwaliteitseisen, doelen en toekenning

verantwoordelijkheden;

d. een consequente distributie van verantwoordelijkheid voor een eigen

gebiedsonderdeel aan ploegen van uitvoerende medewerkers;

e. een consistente instructie aan ploegen van uitvoerende medewerkers om de

uitvoering te baseren op het beeldgericht optreden en een adequate

toekenning van uitvoeringsvrijheid om keuzes maken over de inzet van

middelen;

f. de continuïteit in de verdeling van verantwoordelijkheden en beschikbaarheid

van uitvoerende medewerkers voor de uitvoering van hun taak;

g. de flexibele aanpassing van de benodigde capaciteit met het oog op de

doelstellingen en omstandigheden:

h. de inrichting van een adequate aansturingsmonitoring en het actieve gebruik

van de informatie die hieruit beschikbaar komt.

7.10 Uitvoering

7.10.1 Beeldgericht optreden

De organisatie moet processen plannen en ontwikkelen die ervoor zorgen dat het

uitvoerende personeel de werkzaamheden daadwerkelijk uitvoert overeenkomstig

een werkwijze waarbij het uitvoerende personeel:

a. doorlopend verstoringen in het gewenste beeld opmerkt door te letten op:

1) afwijkingen ten opzichte van de minimale beeldkwaliteit;

Page 19: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

19 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

2) de grootste negatieve afwijkingen;

3) het verschil (range) tussen de schoonste en meest verstoorde locatie;

b. bevoegdheden heeft en over middelen beschikt om prioriteiten te stellen en

keuzes te maken ten aanzien van de aanpak van de verstorende elementen,

waarbij achtereenvolgens:

1) begonnen wordt bij de meest verstorende elementen;

2) het verschil (range) tussen de schoonste en meest verstoorde locatie

zo klein mogelijk wordt gehouden;

3) elk gebiedsonderdeel ten minste op het niveau van de minimale

beeldkwaliteit wordt gehouden.

7.10.2 Beeldgericht aansturen

In elk gebiedsonderdeel moet de organisatie de uitvoerende medewerkers aansturing

geven. In het kader van de aansturing moet regelmatig een aansturingsmonitoring

worden uitgevoerd en bij voorkeur heeft de monitoring een wekelijkse en minimaal

maandelijkse frequentie. Met betrekking tot de aansturing moet de organisatie de

volgende activiteiten ontwikkelen:

a. het benoemen en instrueren van personeel om door of namens de

verantwoordelijk leidinggevende te monitoren op:

1) een juist resultaat van de werkzaamheden;

2) een adequate interne en externe informatievoorziening over de

bereikte kwaliteit en verstoringen daarvan;

3) een tijdige bijstelling of correctie van de werkzaamheden wanneer de

omstandigheden daartoe aanleiding geven.

b. het plannen en ontwikkelen van processen voor:

1) het regelmatig vergaren van informatie op basis van een representatief

aantal meetpunten per gebiedsonderdeel met als doel om het

beeldgericht optreden van de ploeg te verbeteren;

2) bespreking van de bevindingen van de aansturingsmonitoring met het

uitvoerende personeel en het formuleren van oorzaken en

verbeterpunten;

3) het controleren van de opvolging naar aanleiding van verbeterpunten

door additionele meetpunten op te nemen in de informatiegaring;

4) het rapporteren van de bevindingen uit de aansturingsmonitoring aan

het management.

De organisatie mag voor de beschrijving van de meetmethode gebruik maken van de

beschrijving in CROW-Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”.

Page 20: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

20 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

7.10.3 Preventie

De organisatie moet processen plannen en ontwikkelen om structurele verstoringen

te kunnen voorkomen door:

a. het identificeren van terugkerende verstoring op grond van het beeldgericht

optreden en de aansturing;

b. uitvoerende medewerkers te betrekken bij het informeren van het publiek en

het voorkomen van terugkerende beeldverstoring;

c. escalatie naar het middenmanagement, formeel beheerder of handhavende

instantie mogelijk te maken voor de gevallen waarin de uitvoerende

medewerkers niet tot een oplossing kunnen komen.

7.10.4 Signalering

De organisatie moet processen plannen en ontwikkelen die ervoor zorgen dat de

organisatie binnen de kaders van de werkzaamheden een oplettende en signalerende

functie vervult ten aanzien van de staat van onderhoud en eventueel voorgenomen

nieuw ontwerp en inrichting.

7.10.5 Overleg

De organisatie moet processen plannen en ontwikkelen die ervoor zorgen dat de

informatie die is verkregen uit de monitoring, meldingen en signalering, periodiek

wordt besproken met de formeel beheerder.

7.11 Meldingen

De organisatie moet in staat zijn om op beheerste en passende wijze uitvoering te

geven aan werkzaamheden die voortkomen uit meldingen die met betrekking tot de

buitenruimte door gebruikers worden gedaan en die worden onderscheiden van de

constateringen van eigen medewerkers en medewerkers van de opdrachtgever. In de

processen moet ten minste uitwerking worden gegeven aan;

a. afspraken met de formeel beheerder en overige betrokkenen over de

bereikbaarheid, registratie, werkverdeling, procedures en behandeling van

meldingen;

b. regels en procedures opstellen ten aanzien van een eenduidige en tijdige

behandeling van meldingen waarbij rekening is gehouden met efficiëntie,

bevordering van tevredenheid van gebruikers en communicatie;

c. registratie van de afhandeling van de meldingen en een periodieke evaluatie

van de meldingen en de wijze van afhandelen.

Page 21: NVRD Keurmerk Beeldschoon · Publicatie 323 “Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013”. 1.4 Bepaling van de scope De bepaling van de scope van de certificatie moet de volgende

21 van 21

Documentcode Vervallen versie

d.d.

Huidige versie d.d. Vastgesteld door

normcommissie

Goedgekeurd door

schemabeheerder

Beoordelingseisen 09-07-2015 10-02-2016 10-02-2016 10-02-2016

7.12 Controle en nazorg

7.12.1 Controle

De organisatie moet processen plannen en ontwikkelen voor een interne en externe

evaluatie van de geleverde diensten, waarbij ten minste aandacht wordt geschonken

aan het meten van:

a. de effectiviteit van de dienst;

b. de efficiëntie van de werkzaamheden.

7.12.2 Nazorg

De organisatie moet in een procedure beschrijven hoe moet worden gehandeld

wanneer de diensten niet voldoen aan de gestelde eisen, bijvoorbeeld naar aanleiding

van issues die voortkomen uit controles, meldingen en signaleringen.