NT2_Wablieft_Handleiding

download NT2_Wablieft_Handleiding

of 22

Transcript of NT2_Wablieft_Handleiding

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    1/22

    Wablieft-krantenin de klas

    Een handleiding voor lesgevers

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    2/22

    Inhoudsopgave

    Inleiding

    Lezen

    Krantenkoppen

    Een artikel puzzelen

    Dictee

    Zelf journalist Jouw mening

    Informatie weglaten

    Werken met woorden uit een artikel

    Werken met zinnen uit een artikel

    Digitaal lezen

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    3/22

    Inleiding

    Deze handleiding wil lesgevers in basisonderwijs, secundair onderwijs envolwassenenonderwijs (basiseducatie, TKO en CVO) inspiratie bieden om

    met de Wablieft-krant, Wablieft Start, de digitale Wablieft Start en deonline krant te werken in de les.

    Gebruik je zelf een inspirerende werkvorm? Mail die naar Wablieft, dankunnen we deze opnemen in de volgende uitgave van deze handleiding.

    We wensen je veel plezier met de kranten van Wablieft!

    Het Wablieft-team

    [email protected] 015 446 512www.wablieft.be/dekrant

    2015

    Bij iedere oefening vind je volgende symbolen:

    werkwijze

    alleen met twee

    in groep met de klas

    niveau/leeftijd

    Basisonderwijs

    Secundair onderwijs

    Volwassenenonderwijs

    uitdagend moeilijkeenvoudig

    moeilijkheidsgraad

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    4/22

    4

    Lezen

    1. Een artikel verkennen met leesrondes

    Laat de leerlingen (lln.) of cursisten (csn.) een artikel instilte lezen.Stel na een eerste leesronde een algemene vraag,bijvoorbeeld: wat is de belangrijkste info in het artikel?Nu leest iedereen de tekst opnieuw. Vervolgens stel je

    opnieuw vragen.Eventueel plan je nog een derde leesronde met nogmeer detailvragen.De vragen kunnen verschillende vormen hebben:

    open of gesloten vragen meerkeuzevragen waar of niet waar-vragen

    2. Artikels kiezen

    Hang verschillende artikels aan de muren. Laat de lln. ofcsn. rondlopen in de klas en naar de artikels kijken: zemogen de artikels kort scannen.Ze krijgen drie minuten de tijd om bij n van deartikels te gaan staan; dat mag het artikel zijn dat henhet meest choqueert, interesseert, irriteert...Geef na drie minuten het signaal dat iedereen moetblijven staan.

    Opgelet: er mogen niet meer dan drie lln. of csn. bijn artikel staan.

    De lln. of csn. die bij hetzelfde artikel staan, vertellenelkaar waarom ze precies voor dat artikel hebbengekozen. Laat hen dit opschrijven in een paarsteekwoorden.Je kunt vervolgens elk groepje voor de klas latenvertellen wat ze onderling besproken hebben.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    5/22

    5

    3. Inhoudsvragen bij een artikel schrijven

    Elk duo heeft n krantenartikel. Elk duo leest eenander artikel. Na de leesbeurt maakt elk duo drieinhoudsvragen bij het artikel. De antwoorden schrijvenze op een apart strookje.

    Nu geeft elk groepje zijn tekst met de vragen aan eenander groepje. Hierop volgt weer een leesfase: degroepjes lezen elkaars artikel en beantwoorden elkaarsvragen. Met de controlestrookjes kunnen ze achterafhun antwoorden controleren.

    4. Zoek de verschillen

    Kies vooraf een artikel. Op enkele plaatsen in hetartikel wijzig je de informatie. De ene cs. of ll. heeft eenoorspronkelijke tekst, de andere de gewijzigde. Eerstleest iedereen het artikel. Vervolgens gaan de csn. oflln. op zoek naar de verschillen tussen de twee artikels.Let op:dit doen ze door erover te praten, niet doorelkaars artikel te lezen.

    Opmerking:Geef vooraf duidelijk aan hoeveel

    verschillen er tussen de twee artikels zijn.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    6/22

    6

    Krantenkoppen

    1. Waarover gaat het artikel?

    Confronteer de lln. of csn. met een kop en laat ze pertwee voorspellen waarover het artikel kan gaan. Laatvervolgens enkele duos hun ideen voor de klasgroepbrengen.

    2. De juiste kop

    Verzin bij een artikel minstens drie mogelijkekrantenkoppen. De lln. of csn. lezen het artikel enkiezen vervolgens de meest logische kop bij hetartikel. Daarna vergelijken ze met hun buur enbeargumenteren ze hun keuze.

    3. Zelf koppen bedenken

    Elk duo heeft n pen. Hang aan de muren in deklas zo veel artikels als er duos zijn. Opgelet: Bedekde echte krantenkop of knip hem los van het artikel.Zorg er ook voor dat er boven elk artikel voldoende

    witruimte is.Laat de duos de artikels lezen. Nadat ze een artikelgelezen hebben, bedenken de duos er een passendekop voor en schrijven ze de kop boven het artikel.Opmerking: Het is belangrijk dat de werkpartnersmet elkaar overleggen en het samen eens wordenover een passende krantenkop. Aan de hand van deinhoud van het artikel motiveren ze hun voorstel aande anderen.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    7/22

    7

    4. Zelf koppen bedenken

    en ze correct combineren

    Geef elk duo een artikel zonder krantenkop en met eenblanco strookje. Het duo leest het artikel en schrijft eenpassende titel op het strookje. Vervolgens haal je deartikels en de strookjes op.

    De artikels leg je vooraan in de klas verspreid overenkele tafels of je hangt ze aan de muren. De strookjesverdeel je onder de duos.

    Opgelet:Zorg ervoor dat elk duo een strookje van eenander duo krijgt en niet dat van zichzelf. Vervolgenslezen de duos de artikels; ze combineren hun strookjemet het passende artikel en motiveren hun keuze.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    8/22

    8

    Een artikel

    puzzelen

    1. Verschillende artikels verknippen

    Verknip enkele artikels in drie stukken: de foto, de kopen het artikel zelf. Geef aan elke ll. of cs. n van dezeknipsels. Ze bekijken en/of lezen wat er op hun knipselstaat. Vervolgens lopen ze rond in de klas; ze vertellenaan hun medecursisten wat er op hun knipsel staat

    Opgelet:ze mogen hun knipsel niet aezen; ze moetener echt over vertellen. Op deze manier proberen zehun artikel te reconstrueren; een cursist met een fotomoet dus de bijbehorende kop en het passende artikelzoeken (en omgekeerd).

    2. Een artikel verknippen

    Je knipt vooraf enkele artikels in alineas. Elk groepjekrijgt de strookjes van een bepaald artikel en probeertze in een logische volgorde te leggen. Bij deze oefeningoverleggen de cursisten met elkaar over de volgorde enbeargumenteren hun keuze.Opgelet:Zorg ervoor dat er in het artikel voldoendesignaalwoorden (= woorden die de structuur meeaangeven, bijvoorbeeld verwijswoorden) staan, zodat erniet te veel combinatiemogelijkheden zijn.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    9/22

    9

    Dictee1. Het BIEP-dictee

    Zoek een kort artikel en haal er de sleutelwoorden uit.Dicteer het artikel en vervang de sleutelwoorden doorBIEP. Na het dictee proberen de lln. of csn. aan de handvan de context de sleutelwoorden te achterhalen.

    Opgelet: Het is hierbij wel belangrijk dat de lln. of csn. deweggelaten woorden kennen. Je mag zeker geennieuwe woorden door BIEP vervangen. Anders leidtdeze oefening tot frustratie bij alle partijen. Laat ook niet te veel woorden weg; zorg ervoor dater voldoende context overblijft om de ontbrekendewoorden te vinden.

    2. De dictoglos

    Variant 1Lees een berichtje tweemaal voor. Bij de eersteluisterbeurt noteren de cursisten niets. Bij de tweede keernoteren ze trefwoorden. Vervolgens laat je de cursisten- aan de hand van de trefwoorden - de oorspronkelijketekst reconstrueren. Deze tekst hoeft geen letterlijkeweergave van de voorgelezen tekst te zijn, maar hij moetwel inhoudelijk en vormelijk correct zijn.

    Opmerking: Zoek leuke of gekke berichtjes die niet te lang zijn. Schrijf eigennamen en woorden waarvan je zekerweet dat ze nieuw zijn, vooraf op het bord.

    Variant 2Je kunt de lln. of csn. zelf een artikel stil laten lezen envervolgens het artikel ophalen. Per twee noteren ze in

    correcte zinnen wat ze net gelezen hebben. Deze teksthoeft geen letterlijke weergave van het artikel te zijn: zeproberen zo goed mogelijk met hun eigen woorden deinhoud van het artikel in n tekstje weer te geven.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    10/22

    10

    3. Het boodschappersdictee

    Hang in de gang of op de achterzijde van het bord eentekst. De lln. of csn. duiden binnen hun groepje eenboodschapper aan. Deze boodschapper gaat de tekstlezen en probeert zo veel mogelijk te memoriserenom dat vervolgens te dicteren aan het groepje. Het

    is daarbij heel belangrijk dat de boodschapper dewoorden zo correct mogelijk uitspreekt; anders zal hetgroepje fouten opschrijven.

    Opmerking: De boodschappers moeten zacht spreken, zodat zeniet ongewild andere groepjes helpen. Binnen een groepje mogen de boodschappers elkaarafwisselen, zodat ieder groepslid eens schrijft en eensboodschapper is.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    11/22

    11

    Zelf journalist

    1. Zelf schrijven 1

    Geef de kernwoorden uit een artikel dat jullie in deles zullen behandelen. De lln. of csn. schrijven in duosmet deze woorden een artikel. Het leuke hieraan isdat de resultaten (waarschijnlijk) totaal van elkaarzullen verschillen. Laat enkele tekstjes na verbeteringvoorlezen.

    Lees vervolgens samen het artikel waaruit dekernwoorden komen.

    2. Zelf schrijven 2

    Toon een krantenkop en een foto. Vertel dat ze hetbijhorende artikel zullen schrijven. Om informatie overde inhoud van het artikel te krijgen, moeten de lln. of

    csn. ja/neen-vragen stellen. De lesgever geeft vervolgensantwoord.Als er vijf vragen beantwoord zijn, kun je vragen ofiemand wil proberen de inhoud van het artikel samente vatten. Terwijl iemand aan het woord is, knik jeinstemmend ja op informatie die de juiste kant opgaaten schud je duidelijk neen op foute gissingen.De lln. of csn. letten goed op je reacties en hebben nuaanwijzingen voor nieuwe vragen gekregen.Nu mag je klas weer vijf ja/nee-vragen stellen. Ook nu

    reageer je door ja te knikken of neen te schudden.Normaal gezien hebben de lln. of csn. nu genoeginformatie om het artikel te schrijven. Dit kan alleen ofin duos.

    Het interessante eraan is dat je totaal verschillendeversies zult lezen. Laat na verbetering enkele versiesvoorlezen en lees uiteindelijk zelf het oorspronkelijkeberichtje voor.

    Opmerking:In plaats van de titel en fotos, kun je ook

    de belangrijkste woorden uit een artikel halen en opbasis van die woorden de cursisten vragen laten stellen.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    12/22

    12

    3. Zelf schrijven 3

    Voorzie vier werkzones. In elke hoek ligt het begin vaneen kort krantenartikel. Elk groepje denkt na over eenpassend vervolg op het artikel. Hang de artikeltjes op,zodat de groepjes elkaars artikel kunnen lezen.

    Opmerking: In plaats van telkens een volledig artikel te latenschrijven, kun je ze ook telkens maar n zin latenschrijven. Laat ze vervolgens doorschuiven naar devolgende werkhoek. Zorg voor prikkelende beginzinnen, zodat de cursisteninspiratie krijgen om een vervolg te schrijven.

    4. Maak zelf een journaalDe hele klas bereidt samen een journaal voor. Je duidteen nieuwslezer aan. Die kondigt de hoofdpunten aanvan het journaal, aan de hand van de voorpagina. Enlinkt alle stukjes aan elkaar.De andere lln. of csn. werken in duos. In elk duo isiemand verslaggever; de ander is woordvoerder. Delln. of csn. lezen per twee een artikel. Dat artikel gaanze nu brengen zoals in het gesproken journaal: deverslaggever interviewt de woordvoerder. Kies dus best

    artikels met citaten, of een interview.

    Tip:landkaarten en fotos maken het nog realistischer.

    Opmerking: Voor deze opdracht geef je de lln. ofcsn. voldoende voorbereidingstijd. Je kunt ze hunnieuwsitem grondig laten uitschrijven en vervolgens hethele journaal voor de klas laten opvoeren.Je kan dit laten lmen.Ook leuk is een radiojournaal laten opnemen, en

    verschillende leerlingen elk een stukje laten voorlezen.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    13/22

    13

    5. De schoolkrant

    Maak zelf een schoolkrant of klaskrant. Leg eerst derubrieken vast. Daarna kiezen de lln. een rubriek, enstuur je ze op pad.Kijk met de leerlingen naar de rubrieken in de krant: eris de wereld, Belgi, sport, tip, blog, mening, verhaal

    Stel dat ze zelf een schoolkrant gaan maken, welkerubrieken horen daar dan in thuis? (in de klas, in delerarenkamer, op uitstap, grappig nieuws)

    Maak van de lln. echte journalisten. Ze gaan zelf nieuwszoeken. Hoe doen ze dat?

    a) Oefen een interview met hen. Als ze personenhebben die ze willen interviewen, overloop dan samende vragen. Stuur duos op pad: n iemand stelt de

    vragen, de andere noteert.

    b) Als ze een artikel schrijven, volgen ze natuurlijk destructuur van een krantenartikel: het belangrijkstenieuws vooraan, de vijf Ws beantwoorden.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    14/22

    14

    Jouw mening

    1. Blog, brief, mening

    De lln. of csn. lezen een artikel en schrijven hungevoelens en hun mening neer in de vorm van eenlezersbrief, een klachtenbrief, een felicitatie, eenbedankbriefjeJe kunt ze ook een bepaalde rol opgeven en ze vanuit

    die rol passend laten reageren (bijvoorbeeld: eenpolitieagent, een conservatieve politicus of een strengeleraar). Dat vinden ze meestal moeilijker, omdat zedaarbij soms regelrecht tegen hun eigen ideen enovertuigingen moeten ingaan en zich moeten proberenin te leven in een totaal andere persoonlijkheid.

    Opmerking:Begeleid de lln. of csn. bij deschrijfopdracht: geef vooraf duidelijk aan hoe zede gevraagde schrijfvorm moeten opstellen, welke

    elementen in zulke schrijfvormen aan bod moetenkomen

    BelangrijkStuur de tekst op naar Wablieft. Dan zien de lln. ofcsn. hem enkele weken later op blz 9 bij Brieven vanlezers. Brieven mag je sturen naar:

    [email protected] naarWablieftKardinaal Mercierplein 12800 Mechelen

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    15/22

    15

    2. Meningen over De mening van

    Nieuws roept meningen op. In de Wablieft-krant spelenwe hierop in met een wekelijkse mening van, waarintelkens n collega haar of zijn mening geeft overeen actueel thema. In een aantal klasgroepen is hetklimaat veilig genoeg om te praten over meningen en,

    vooral, respectvol te kunnen omgaan met verschillendemeningen. Er bestaan heel veel werkvormen om in tegaan op de inhoud van een artikel.En grote vorm is de rechtbank. Je verdeelt de klas intwee groepen. Twee personen zet je apart, zij zullen derechter en de hulprechter zijn.

    Je kiest n artikel uit. En groep is het eens met demening. Ze moeten hun argumenten opschrijven. Deandere groep is het niet eens met de mening. Ook deze

    groep zet de meningen op papier. Kies zelf hoe je degroepen verdeelt: mensen kiezen volgens hun eigenmening, of de lesgever plaatst ze in een groep en zemoeten die andere mening verdedigen.

    Elke groep kiest n woordvoerder. Die woordvoerdersgaan het in de rechtszaal opnemen tegen elkaar. Derechter en de hulprechter geven de woordvoerders omde beurt het woord, en proberen de rust te bewaren.De woordvoerders mogen de hulp inroepen van hun

    groep, om nieuwe argumenten aan te halen.

    Laat de twee groepen een tijdje discussiren. Hou ophet einde een stemming: wie is het nu eens met demening en wie is het oneens met de mening?Wie is er tijdens het debat van mening veranderd?Wat deed hen van mening veranderen?

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    16/22

    16

    Informatie weglaten

    1. Een deel van de zin weglaten

    Laat het eerste deel of het tweede deel van enkelezinnen uit het artikel weg. De lln. of csn. moetendit zelf aanvullen. Hun aanvulling moet natuurlijklogisch passen binnen de context van het artikel, maarhet resultaat zal bij elke ll. of cs. of bij elk groepje

    verschillend zijn.

    Opmerking: Als je deze taak te moeilijk vindt voorje groep, dan kun je de invulmogelijkheden in eenkadertje aanbieden.

    2. Een alinea weglaten

    Fase 1:Deel de klasgroep in twee: groep A en groep B.Zet de As en de Bs bij elkaar en deel daarna het artikeluit. De As krijgen de eerste en de derde alinea uit eenartikel. De Bs geef je de tweede en de vierde alineavan datzelfde artikel. Ze krijgen (individueel) een tientalminuten om zich de inhoud van hun tekstdeel eigente maken en over eventuele onduidelijkheden met hunburen te overleggen. Circuleer in de klas en help bijwoordenschatproblemen.

    Fase 2: Laat nu elke A-cursist plaats nemen tegenovereen B-cursist. De cursisten zien elkaars tekst niet. Deduos vertellen elkaar in hun eigen woorden wat erprecies in hun alineas stond. Terwijl cursist A naarcursist B luistert, mag die korte aantekeningen maken.Let op: het is geen dictee. De cursisten schrijven enkelkernwoorden op.

    Fase 3: Zet alle As weer bij elkaar en ook alle Bs. Per

    twee reconstrueren de As de ontbrekende alineasop basis van de informatie die ze van hun B-partnerhebben gekregen.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    17/22

    17

    Loop rond, help en verbeter waar nodig. Laat enkeleduos hun alineas voorlezen. De luisteraars letten opde volledigheid ervan en op de verschillen tussen huneigen versie en de voorgelezen versie. Geef na deschrijfoefening de volledige tekst.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    18/22

    18

    Werken met woorden

    uit een artikel

    1. Woordspin en mindmap

    a) Geef de lln. of csn. per twee een artikel. Ze makeneen mindmap rond het hoofdthema uit dat artikel.Vervolgens tekent elk groepje zijn mindmap op hetbord en brengt aan de hand daarvan de inhoud uit hetgelezen artikel.

    b) Geef lln. een woord dat of zin die belangrijk is ineen artikel. Leerlingen gebruiken het woord om via eenwoordspin vrij te associren. Als oefening b klaar is,kunnen ze vervolgens oefening a doen.

    Voorbeeld:Tom Boonen is gevallen, dat doet mij denken aan- mijn oma die gevallen is en naar het ziekenhuis moest- mijn ets die kapot is- mijn neef die niet kon gaan tennissen omdat hij een

    oorontsteking had

    2. Woorden uit verschillende artikels

    Geef de leerlingen enkele strookjes met op elk strookjeeen woord uit een artikel. De lln. of csn. scannen kortde artikels en overleggen met elkaar uit welke artikelsde woorden komen. Ze motiveren ook waarom ze datdenken.

    Opmerking: Selecteer woorden typisch voor een bepaalde context. Deze oefening kan individueel of in groepjes gebeuren.Voorbeeld:olie - tornooi - rebellen - platform - eerste prijs - vechten- wedstrijd - winnen - ontvoeren - zee - olievlek -schoonmaak - boren - vluchtelingDrie miljoen mensen op de vlucht: rebellen, vechten,

    ontvoeren, vluchtelingOngeval met platform in zee: olie, olievlek,schoonmaak, platform, borenTennis in Belgi: wedstrijd, tornooi, winnen, eerste prijs

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    19/22

    19

    3. Woorden door cursisten laten omschrijven

    De lln. of csn. omschrijven een woord uit een artikel. Deanderen raden het woord.

    Opmerking:a) Je kunt de woorden in de klas op strookjes uitdelen of

    je kunt de cursisten de woorden uit de tekst laten kiezen.b) Loop rond, help en verbeter waar nodig, zodat de lln.of csn. alleen correcte omschrijvingen voorlezen.

    4. Bingo-spel

    Maak verschillende bingo-kaartjes waarop een achttal

    woorden staan en waarvan je het belangrijk vindt datde lln. of csn. ze onthouden. Je kunt alle bingokaartenidentiek maken; of je maakt kaarten met verschillendewoorden.

    Lees een artikel voor. De lln. of csn. luisteren endoorstrepen telkens het genoemde woord op hunkaart. Het duo dat het eerst alle woorden op zijn kaartdoorstreept heeft, roept bingo en wint het spel.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    20/22

    20

    Werken met zinnenuit een artikel

    Variant 1

    Kies een zin uit een artikel dat je vooraf samen gelezenen behandeld hebt. Laat de csn. per twee de zinherschrijven met hun eigen woorden.Opgelet:ze mogen andere woorden gebruiken, maarde betekenis moet dezelfde blijven.Loop rond, help en verbeter waar nodig. Laat

    vervolgens enkele duos hun zin voorlezen.

    Variant 2

    Kies een zin uit een artikel dat je vooraf samen gelezenen behandeld hebt. Lln. of csn. herschrijven de zin zo,dat die net het omgekeerde betekent.

    Voorbeeld:

    Veel mensen eten insecten zonder dat ze het weten. Veel mensen eten bewust insecten. Veel mensen eten insecten en weten dat.

    Variant 3

    Geef een zin uit een artikel dat je nog niet behandelde.Laat de lln. of csn. in duos deze zin zelf in een artikelverwerken.

    Opmerking: Zorg voor zinnen die vragen bij hen oproepen(wie? wat? waar? wanneer? waarom? hoe? ) enwaar ze meteen informatie bij kunnen verzinnen. Geef eventueel meerdere zinnen, zodat de cursisteneen ruime keuze hebben.

    Voorbeelden: Ze stapte daarom uit de regering.

    Hun tenen groeien scheef. Dan krijgen hun kinderen ook stress.

    Eventueel geef je achteraf de tekst waarin degedicteerde zin voorkwam.

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    21/22

    21

    Digitaal lezen(digitale WS of online krant)

    Lezen gebeurt meer en meer op een scherm, en minderen minder op papier. Met de digitale Wablieft Start ende online krant kunnen je lln. of csn. ook digitaal lezenoefenen: op pc of tablet. Of open de digitale WablieftStart op een e-reader of Smartboard.

    Een paar werkvormen:

    - De meeste mensen lezen niet onmiddellijk op eenscherm. Ze scannen de tekst: ze bekijken titels en fotosen beslissen dan of ze de tekst lezen. Laat je lln. of csn.15 seconden kijken naar een artikel op een scherm.

    Vraag hen daarna of ze de tekst willen lezen. Waaromwel? Waarom niet? Wie wil, leest daarna de hele tekst.(De tijd is afhankelijk van het leesniveau van je groep.Een vlotte lezer heeft maximaal vijf seconden nodig omte beslissen.)

    - Heb je een digitaal schoolbord ter beschikking?Dan zijn er tal van mogelijkheden om te werken metde digitale artikels. Maar met een projector kom jeook al ver. Projecteer bijvoorbeeld een artikel op eenwhiteboard. Geef de groep rustig de tijd om het artikelte lezen. Laat daarna de lln. of csn. met whiteboardstiftde woorden omcirkelen die ze niet begrijpen. Overloopde omcirkelde woorden in groep. Wie kan eenomcirkeld woord uitleggen voor zijn klasgenoten? Decirkels rond woorden die uitgelegd en begrepen zijn,worden uitgeveegd. Blijven er nog omcirkelde woordenover? Zoek ze op in een woordenboek, of online.

    digitaal

  • 7/25/2019 NT2_Wablieft_Handleiding

    22/22

    Wablieft

    krant tekstadvies boeken

    Kardinaal Mercierplein 1

    2800 Mechelen

    www.wablieft.be

    015 44 65 12

    http://www.wablieft.be/kranthttp://www.wablieft.be/kranthttp://www.wablieft.be/tekstadvieshttp://www.wablieft.be/boekenhttp://www.wablieft.be/http://www.wablieft.be/http://www.wablieft.be/boekenhttp://www.wablieft.be/tekstadvieshttp://www.wablieft.be/krant