NME centrum Betuwe LES 1 · Kondig tot slot de volgende les (gastles) aan, waarin de leerlingen...
Transcript of NME centrum Betuwe LES 1 · Kondig tot slot de volgende les (gastles) aan, waarin de leerlingen...
NME centrum Betuwe
LES 1
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding les 1
NME centrum Betuwe versie sept 2018 2
COLOFON Deze handleiding hoort bij het project “Energie?Zuinig!” Dit project is een combinatie van … … de Leskist “Energie? Natuurlijk Duurzaam!” … en het landelijke project “Energieke Scholen” Het project is ontwikkeld … … door Anna Regina de Jong van Stichting in2nature … voor en met NME-centrum Betuwe (Annemieke Jansen) … in opdracht van Gemeente Buren (maart 2014)
Meer informatie: NME-centrum Midden-Betuwe
Bezoekadres na afspraak: Tielsestraat 11b, 4043 JP Opheusden
Coördinator: Annemieke Jansen, bereikbaar op 0344-603758 of 06-20641777
Mail [email protected]
Website www.nmebetuwe.nl
NME centrum Betuwe
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding les 1
NME centrum Betuwe versie sept 2018 3
INHOUDSOPGAVE Handleiding les 1
COLOFON ............................................................................................................................ 2
IN HET KORT ....................................................................................................................... 4
LES 1. Inleidende les DUURZAAM ENERGIEGEBRUIK .......................................................... 5
BIJLAGE 1.1: bordschema ENERGIE, woordweb ENERGIE BESPAREN ........................................ 10
BIJLAGE 1.2: Uitleg begrippen .......................................................................................... 12
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding les 1
NME centrum Betuwe versie sept 2018 4
IN HET KORT
Les 1 Inleidende les DUURZAAM ENERGIEGEBRUIK
gegeven door de leerkracht
1.1 “Wat weet ik?”
Ordenen van bestaande kennis en ervaring (45 min)
1.2 “WAAROM zou ik?”
Leerlingen maken werkbladen over energiebesparing en gebruik van duurzame energie
(30 min)
Les 2 Praktijkles “HOE kan ik?”
door gastdocent NME-centrum Betuwe
Terugkoppeling naar les 1 (20 min)
Leerlingen doen proeven “HOE kan ik?”. De proeven gaan over energie besparen en duurzame
energie gebruiken (90 min)
Nabespreking proeven (10 min)
Les 3 Afsluitende les OP ONDERZOEK
begeleiding door de leerkracht
3.1 Op onderzoek naar energiegebruik in de school (ca. 60 minuten, sommige opdrachten
worden verspreid over de dag uitgevoerd)
3.2 Presentatie aan de klas (30-60 minuten)
EN DAN……..
Maatregelen nemen! (optioneel)
Kleine of grote maatregelen, alles mag. Alle beetjes helpen!
Laat de gemeente weten wat jullie hebben gedaan of willen doen (pers vindt dit ook leuk).
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding les 1
NME centrum Betuwe versie sept 2018 5
LES 1 Inleidende les DUURZAAM ENERGIEGEBRUIK
gegeven door de leerkracht
Materialen
Bordschema ENERGIE (bijlage 1.1)
Woordweb ENERGIE BESPAREN (bijlage 1.1)
Uitleg begrippen (bijlage 1.2 – alleen voor uzelf ter voorbereiding)
Filmpje over energie (Bijv. https://www.youtube.com/watch?v=Z_OVinEfLso of bij
Klokhuis www.klokhuis.nl )
Werkblad 1.0: “Waar of niet waar?”
Werkbladen 1.1 tot en met 1.8: “WAAROM zou ik?”
Antwoorden van de werkbladen
Kaart (Noordwest) Nederland (=onderdeel van werkblad 1.5)
Voorbereiding door leerkracht
U leest bijlage 1.1 en 1.2 door.
U bestudeert alle werkbladen.
U bestudeert de antwoorden.
Zet het filmpje klaar op het digibord.
Zet het ‘werkblad 1.5 Windenergie – kaart Nederland’ klaar op het digibord.
U print werkblad 1.0 voor elke leerling.
U print de werkbladen 1.1 t/m 1.8 allemaal één keer (LET OP: dubbelzijdig!).
U print het werkblad 1.5 windenergie – kaart Nederland’ één keer in zwart wit.
Lesopbouw
1.1 ‘Wat weet ik?’
Klassengesprek (20 min)
Filmpje over energie (10 min)
Werkblad 1.0 maken (individueel) en nabespreken (15 min)
1.2 ‘WAAROM zou ik?’
Werkbladen 1.1 t/m 1.8 maken in groepen en nabespreken (30 min)
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 6
LESBESCHRIJVING
LES 1 Inleidende les DUURZAAM ENERGIEGEBRUIK
1.1 ‘Wat weet ik?’ De leerlingen maken kennis met allerlei begrippen waaronder duurzaam energiegebruik en
energie besparen. U ordent bestaande kennis en laat voorbeelden zien van zuinig omgaan met
energie en van het gebruik van duurzame energiebronnen.
Klassengesprek
U introduceert het onderwerp aan de hand van het bordschema ENERGIE en het woordweb
ENERGIE BESPAREN in bijlage 1.1.
U begint met het bordschema met het woord ENERGIE. In het schema vindt u vragen. Door het
stellen van die vragen kunt u het schema stap voor stap uitbouwen. Wanneer u de inbreng van
de leerlingen direct ordent, houdt u het overzichtelijk.
Bijdragen van leerlingen die betrekking hebben op lichaamsenergie, voedsel, conditie etc.
schrijft u op een zijbord. Het zijn goede opmerkingen, maar vallen buiten het onderwerp van dit
lesprogramma, en worden dus niet in het schema opgenomen.
Als het schema klaar is bespreekt u het begrip duurzaam.
Daarna kunt u binnen het schema aangeven wat duurzame energie is (groen omcirkelen) en wat
niet-duurzame energie is (bruin/rood omcirkelen).
Tot slot bespreekt u het onderwerp van dit project: duurzaam energiegebruik. Hieronder vallen
twee dingen: • het gebruik van duurzame energie, • zuinig omgaan met energie, zodat je
energie bespaart. Gebruik hiervoor het woordweb ENERGIE BESPAREN.
Bewaar het bestand van het woordweb. Dit heeft u in les 3 nodig als evaluatie voor de leerlingen
zodat ze weten wat ze geleerd hebben. Het document t.z.t. uitprinten voor elke leerling.
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 7
In bijlage 1.2 vindt u uitleg over de begrippen broeikaseffect & klimaatprobleem, duurzaam
duurzaam energiegebruik, elektriciteitscentrale, fossiele brandstoffen en groene stroom.
Deze begrippen kunt u gaandeweg met de leerlingen bespreken.
Filmpje
Bekijk met de leerlingen het filmpje (Klokhuis-aflevering DUURZAME ENERGIE).
Werkblad 1.0 maken en bespreken
Alle leerlingen gaan aan de slag met werkblad 1.0. Ze moeten ieder voor zich beoordelen welke
uitspraken over duurzame energie juist zijn en welke niet. Wanneer ze klaar zijn, bespreekt u
het werkblad gezamenlijk na.
1.2 ‘WAAROM zou ik?’
Duurzaam energiegebruik heeft twee aspecten:
• zuinig omgaan met energie èn • duurzame energie gebruiken.
Elk aspect is in 4 onderwerpen uitgewerkt (zie kader hiernaast).
Per onderwerp is er één werkblad.
De leerlingen gaan nu kijken naar het WAAROM van deze twee
aspecten.
Organisatie
U deelt de klas in 8 groepen en verdeelt de onderwerpen
(werkbladen) onder deze 8 groepen. Elke groep werkt aan één
onderwerp en vult het bijbehorende werkblad in.
Indien er tijd over is of meer tijd beschikbaar is, kunt u elke groep
een tweede onderwerp laten maken. Kies dan per groep voor een
onderwerp van het andere aspect. In dat geval moet u wel extra
kopieën maken.
Onderwerpen per aspect
Zuinig omgaan met energie:
1. let op de lampen
2. zuinig zijn met stroom
3. isolatie
4. zelf energie leveren
Duurzame energie gebruiken:
5. windenergie gebruiken
6. zonnewarmte gebruiken
7. zonnestroom gebruiken
8. bio-energie gebruiken
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 8
Toelichting werkbladen
Elk werkblad bestaat uit een stuk tekst (een gesprek tussen twee personen) en een opdracht –
invulblad.
Werkblad 1.1: Waarom zou ik letten op de lampen?
opdracht: uitzoeken wat de relatie is tussen brandende lampen en luchtvervuiling, onderzoekje
op school
Werkblad 1.2: Waarom zou ik letten op stroomslurpers en sluipverbruikers?
opdracht: interview in de school over stroomverbruik van apparaten
Werkblad 1.3: Waarom zou ik warmte vasthouden?
opdracht: tekst bij een stripverhaaltje schrijven
Werkblad 1.4: Waarom zou ik zelf energie leveren?
opdracht: vragen beantwoorden, eigen mening formuleren
Werkblad 1.5: Waarom zou ik windenergie gebruiken?
opdracht: windmolens plaatsen (intekenen) en daarbij een keuze maken tussen verschillende
locaties
LET OP: zet voor deze opdracht het ‘Werkblad 1.5 Windenergie-kaart Nederland’ klaar op het
digibord.
Werkblad 1.6: Waarom zou ik zonnewarmte gebruiken?
opdracht: tekening zonneboiler interpreteren, juistheid aantal stellingen beoordelen
Werkblad 1.7: Waarom zou ik zonnestroom gebruiken?
opdracht: tekst bij een stripverhaaltje schrijven
Werkblad 1.8: Waarom zou ik bio-energie gebruiken?
opdracht: drie omschrijvingen van het begrip bio-energie beoordelen
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 9
Nabespreking werkbladen 1.1 t/m 1.8
Bespreek de opdrachten na. Hiervoor kunt u de bijgeleverde antwoorden gebruiken. Laat de
groepen aan elkaar vertellen welke opdracht zij hebben gemaakt en wat zij hebben ontdekt en
geleerd. Bespreek met de leerlingen de vragen: “Waarom zou je zuinig omgaan met energie?”
en “Waarom zou je duurzame energie gebruiken?”
U vraagt naar de argumenten vóór, maar ook bezwaren en problemen mogen aan bod komen.
Kondig tot slot de volgende les (gastles) aan, waarin de leerlingen door middel van proefjes
gaan ontdekken HOE ze zuinig kunnen omgaan met energie en HOE je duurzame energie kunt
opwekken en gebruiken.
Extra filmpjes en meer informatie over (duurzame) energie
Filmpjes
Klokhuis (www.klokhuis.nl) heeft veel meer filmpjes over (duurzame) energie. Mocht u tijd
hebben, dan kunt u ook filmpjes bekijken over onder andere stroom, de gasbel, windmolens op
zee, spaarlamp, bewegingsenergie, batterij, zonnewagenrace, alternatieve energie, duurzame
energie, etc. Zoektermen als ENERGIE, ALTERNATIEVE ENERGIE, ENERGIEBRONNEN leveren veel
filmpjes en nieuwe zoektermen op.
Websites
Leuke kinderwebsite met veel informatie: www.energiegenie.nl
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 10
BIJLAGE 1.1
Bordschema ENERGIE
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 11
Woordweb ENERGIE BESPAREN
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 12
BIJLAGE 1.2
Uitleg begrippen
Binnenmilieu
Het binnenmilieu is het milieu in gebouwen. Hier tegenover staat het buitenmilieu. Beide
kunnen een relevante invloed op de gezondheid hebben. Meestal wordt met binnenmilieu de
lucht en zijn chemische bestanddelen bedoeld, maar het kan ook om bijvoorbeeld licht, straling
of geluid gaan.
De binnenlucht is vaak veel meer vervuild dan de buitenlucht. Daarom speelt de kwaliteit van de
binnenlucht een belangrijke rol in de levenskwaliteit. Voorbeelden van gevolgen van een slecht
binnenmilieu zijn het ontstaan of verergeren van aandoeningen zoals astma, allergie, hoofdpijn,
misselijkheid, vermoeidheid en irritatie van ogen, neus of keel. Bepaalde types
binnenmilieuvervuiling kunnen tot verschillende soorten kanker en zelfs tot de dood leiden.
Broeikaseffect en Klimaatverandering
Eén van de gassen die vrijkomt bij verbranding van steenkool, aardolie en aardgas is
koolstofdioxide (CO2). Dit gas houdt de warmte van de zon vast. Net als het glas van een
broeikas, waarin bijvoorbeeld tomaten groeien.
Te veel broeikasgassen zorgen ervoor dat de aarde te warm wordt. Daardoor verandert het
klimaat. Het wordt bijvoorbeeld warmer. Dat is een probleem. Dit noemen we ook wel het
klimaatprobleem. Veel planten en dieren zullen verdwijnen. Het ijs aan de noord- en zuidpool
smelt en de gletsjers verdwijnen. Ook de hoogte van het zeewater zal stijgen. Hierdoor krijg je
overstromingen.
Duurzaam
Duurzaam betekent: het gaat lang mee en is van goede kwaliteit.
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 13
► Energie uit fossiele brandstoffen is niet duurzaam. De voorraad olie, aardgas en steenkool
raakt immers op. Bovendien ontstaat bij verbranding van fossiele brandstoffen milieuschade
(broeikaseffect). In het bordschema (zie bijlage) is deze niet-duurzame energie bruin
omcirkeld.
► Energie van wind, water, zon of biomassa is wel duurzaam. Het raakt niet op en veroorzaakt
geen milieuschade. In het bordschema (zie bijlage) is deze zogenaamde groene energie groen
omcirkeld.
Duurzaam energiegebruik
Duurzaam energiegebruik gaat verder dan alleen maar duurzame energie gebruiken.
Het heeft 2 aspecten:
1. duurzame energie gebruiken (windenergie, zonne-energie, bio-energie)
2. zuinig zijn met energie (energie besparen)
Elektriciteitscentrale
In een elektriciteitscentrale wordt steenkool, aardgas of aardolie verbrand. Soms ook hout of
afval. Verbranding geeft warmte. Daarmee wordt water gekookt. Er ontstaat stoom. Stoom
heeft veel kracht (denk aan een fluit op een fluitketel). Die stoomkracht laat een groot rad
(turbine) draaien. Deze draaiende beweging wordt doorgegeven aan een generator. In een
generator zitten een magneet en spoelen koperdraad. Als de magneet snel langs de spoelen
koperdraad draait, ontstaat er elektriciteit (stroom).
Project “Energie? Zuinig!” Docentenhandleiding
NME centrum Betuwe versie sept 2018 14
Fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool)
Fossiele brandstoffen bevinden zich in de bodem en zijn gevormd uit zeer oude plantenresten.
Het gebruik van fossiele brandstoffen heeft 2 grote nadelen:
1. ze raken op (de volgende generaties zitten straks zonder)
2. bij verbranding komen gassen in de lucht die zorgen voor het broeikaseffect en
klimaatverandering.
Groene stroom
Groene stroom wordt niet wordt opgewekt door de verbranding van aardolie, aardgas of
steenkool. Groene stroom wordt opgewekt door gebruik te maken van schone energiebronnen
zoals windenergie en zonne-energie. Ook verbranding van biomassa (hout en andere
plantenresten) levert groene stroom op. Hierbij komt wel kooldioxide (CO2) vrij, maar evenveel
als dat door de planten wordt opgenomen. De hoeveelheid kooldioxide neemt daardoor niet
toe.
Groene energie is een breder begrip dan groene stroom. Bij het vergisten van biomassa
bijvoorbeeld komt gas vrij ('groen gas') en aardwarmte kan gebruikt worden om kassen op de
juiste temperatuur te brengen ('groene warmte').