Nieuwswaardigheid nieuwsfoto's van burgerfotografen en fotojournalisten
-
Upload
denieuwereporter -
Category
Documents
-
view
716 -
download
1
description
Transcript of Nieuwswaardigheid nieuwsfoto's van burgerfotografen en fotojournalisten
Klik!
De nieuwswaardigheid van de
(burger)fotojournalist
Een analyse van de nieuwswaarden in nieuwsfoto’s van de
burgeroorlog in Syrië en het verschil tussen professionele- en
burgerjournalisten
Master Thesis
Martine Braam
s1403362
Willem Koetsenruijter
Sebastiaan van der Lubben
april 2015
1
Abstract
Burgerjournalistiek speelt een steeds grotere rol in de wereld van de (foto)journalistiek. Steeds
meer nieuwsmedia maken gebruik van deze verslaggeving door burgers, bijvoorbeeld door hun
foto’s in kranten of online te publiceren. In de nieuwsverslaggeving van de burgeroorlog in Syrië
is de rol van burgerjournalistiek nadat het land als onveilig voor journalisten werd verklaard,
groter dan ooit tevoren.
De fotoverslaggeving van de oorlog in Syrië leent zich dan ook perfect voor een
onderzoek dat het verschil tussen professionele-‐ en burgerjournalisten wil meten. Dat verschil is
in dit onderzoek gemeten in termen van nieuwswaardigheid. Aan de hand van een op foto’s
aangepaste versie van de Theorie van Nieuwswaarden van Galtung en Ruge (1965) is onderzocht
of er verschillen bestaan tussen gepubliceerde nieuwsfoto’s gemaakt door professionele-‐ en
burgerjournalisten. Nieuwsfoto’s zijn nog niet vaak onderzocht aan de hand van de twaalf
klassieke nieuwswaarden, en nog niet eerder werd het verschil tussen professionele-‐ en
burgerjournalisten gemeten in termen van nieuwswaardigheid.
Uit eerder onderzoek naar burgerjournalistiek blijkt dat de journalistiek steeds meer
vloeibaar wordt (Deuze, 2006). De grenzen tussen professionals en burgers vervagen in de hele
wereld, zo ook in de journalistiek. Voor de nieuwswaardigheid van de nieuwsfoto’s over het
geheel genomen werden dan ook geen grote verschillen verwacht tussen professionele-‐ en
burgerjournalisten. Mortensen (2014) stelt echter dat burgers zich wel onderscheiden door het
principe van right time, right place (Mortensen, 2014). Hieruit volgde de verwachting dat foto’s
gemaakt door burgers vaker nieuwswaarden in zich hebben waarbij het tijdsbestek tussen
gebeurtenis en het maken van de foto van belang is. Te weten de waarden frequency en
unexpectedness.
Dit onderzoek bevestigt het idee dat burgerjournalisten zich onderscheiden door ‘het op
het juiste moment, op de juiste plaats zijn’. Nieuwsfoto’s gemaakt door burgerjournalisten
bevatten significant vaker de waarde frequency dan nieuwsfoto’s gemaakt door professionele
journalisten. Professionele journalisten onderscheiden zich weer door de voordelen van de
perskaart. Zij zijn vaker aanwezig bij van tevoren geplande persmomenten en onderscheiden
zich hiermee van hun burgercollega’s. Nieuwsfoto’s gemaakt door professionele journalisten
tonen significant vaker de waarde reference to elite persons dan nieuwsfoto’s gemaakt door
burgerjournalisten. Ook de theorie van Mark Deuze over de vloeibare journalistiek wordt
onderschreven. Er blijkt geen significant verschil te vinden tussen nieuwsfoto’s gemaakt door
professionele-‐ en burgerjournalisten, als het gaat om de algemene nieuwswaardigheid.
Keywords: citizen journalism, journalism, news values, newsworthiness, liquid journalism
2
Voorwoord
Bij het schrijven van een masterscriptie is één ding van het allergrootste belang. De keuze voor
het onderwerp. Iets wat snel, eigenlijk ietwat gehaast moet gebeuren. En toch zo belangrijk. De
student zal immers maanden zoet zijn met het onderwerp dat in die gehaaste periode wordt
uitgekozen. Ik heb destijds de keuze gemaakt een onderzoek te doen naar de nieuwswaardigheid
van nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië. In de maanden die hierop volgden ben ik
overladen met de meest gruwelijke beelden van gebombardeerde dorpen, bloedende mensen en
vergaste kinderen. Iets wat ik niemand zal aanraden. Ik kan inmiddels het onderwerp Syrië op
het nieuws niet meer loskoppelen van die honderden plaatjes die ik de afgelopen maanden
grondig heb moeten bestuderen. (Zet alsjeblieft af!) Maar toch heb ik geen spijt. Sterker nog, ik
sta nog altijd achter mijn beslissing dit onderwerp te onderzoeken. Want achter al die narigheid
kwam uiteindelijk een voor mij erg interessant onderzoek naar voren. Bovendien heeft het me
een interessant ‘table topic’ gegeven. Normaliter beginnen mensen snel af te dwalen als je begint
te vertellen over een scriptieonderwerp. Maar nieuws en nieuwswaardigheid blijken
onderwerpen die vrijwel iedereen interesseren.
Dan rest mij nu nog een paar mensen te bedanken, want gelukkig stond ik er al die maanden niet
alleen voor.
Allereerst wil ik graag mijn begeleider Willem Koetsenruijter bedanken voor alle steun en
feedback. Al mijn angst voor een kwantitatief onderzoek is uiteindelijk weggenomen en met wat
sparren heen en weer is er uiteindelijk een volledig eindproduct op tafel gekomen. Zonder deze
hulp was deze scriptie nooit geworden wat het nu is.
Daarnaast wil ik mijn vrienden bedanken die iedere keer weer geïnteresseerd naar mijn
verhalen wilde luisteren. In het bijzonder Suzanne van Hemert die mij kennis liet maken met de
wondere wereld die SPSS heet. En last but not least, mijn lieve vriend Mark van Hoeke, die mijn
hele scriptieperiode achter mij heeft gestaan en mij door dik en dun heeft gesteund.
Dank jullie wel.
-‐ Martine
3
Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Theoretisch Kader: Over nieuwswaarden en burgerjournalistiek in een vloeibare wereld 7 2.1 De vloeibaarheid van de (burger)Journalistiek 7 2.2 De journalist vs. de burger 9 2.3 De Nieuwswaardigheid van Gebeurtenissen 12 2.4 Voorbij Galtung & Ruge 15 2.5 De foto en de nieuwswaardigheid 16 2.6 Casestudy: Burgerjournalistiek in Syrië 17
3. Afbakening: Nieuwswaarden in nieuwsfoto’s 19 3.1 Crisis in Syrië: fotojournalistiek door professionals en burgers 19 3.2 De keuze voor de Nieuwswaarden van Galtung en Ruge 20 3.3 Van nieuwswaarden naar fotonieuwswaarden 21
4. Methode: Het meten van het verschil 26 4.1 Kwantitatieve inhoudsanalyse 26 4.2 Codeboek 27 4.3 Betrouwbaarheid van het onderzoek 33 4.4 Bevindingen codering 33
5. Resultaten: Het verschil tussen journalist en burger 35 5.1 Resultaten: MANOVA 36 5.2 Resultaten per nieuwswaarde 38 5.3 Resultaten: Controle 41 5.4 Nieuwswaardigheid 42
6. Conclusie 43 6.1 Nieuwswaarden in nieuwsfoto’s 43 6.2 Verschil tussen burger en journalist 43 6.3 Samenvatting 46
7. Discussie 47 7.1 Academische relevantie 47 7.2 Maatschappelijke relevantie 48 7.3 Beperkingen van het onderzoek 49 7.4 Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek 51
Bibliografie 53 Bijlagen 56 Bijlage 1: Inter Rater Reliability Test 56 Bijlage 2: Codering 60
4
1. Inleiding
“Foto’s inspireren de lezer, genereren emoties, condenseren informatie, moedigen aan
verder te lezen en meer informatie te zoeken.” (Holtz-‐Bacha et al., 2006)
Zet een foto bij een nieuwsbericht en de lezer wordt meteen aangetrokken. Een foto zorgt ervoor
dat het nieuwsverhaal net wat meer aandacht krijgt van de lezer. Nieuwsfotografen registreren
niet enkel het nieuws, ze brengen het gevoel over van hoe het echt was (Kobré, 2008, p. 322).
Een foto leent zich dus perfect om de lezer een beeld te geven van een nieuwswaardige
gebeurtenis.
Tegenwoordig zijn het niet alleen professionele fotografen die ons bereiken met
nieuwswaardig beeld. Mark Deuze (2006) beschrijft de hedendaagse journalistiek als liquid
journalism. Iedereen kan waar dan ook een foto maken en vervolgens op het internet verslag
doen van het nieuws (Deuze, 2006, p. 6). Een journalistiek die vloeibaar is geworden. Deze
ontwikkeling wordt door professionele nieuwsfotografen steeds meer als bedreiging van het vak
gezien. Nieuwsfotograaf Bas de Meijer schrijft begin 2013 dat hij met de komst van deze
burgerconcurrenten en de gevolgen die dat met zich mee brengt, een professionele carrière als
nieuwsfotograaf niet meer vol kan houden.
“Ik stop ermee. Want de tarieven zijn 60% gedaald en het was al geen vetpot. Daarmee is
een absoluut dieptepunt bereikt. Met geen goed fatsoen kun je van dat bedrag als
fotojournalist een bedrijf draaiend houden” (De Meijer, 2013).
Op grond van deze bevindingen rijst de vraag op wat nog de meerwaarde van professionele
nieuwsfotografen is nu iedere burger overal zelf foto’s kan maken. Geeft een professionele
fotograaf nog een meerwaarde aan de nieuwsverslaggeving, en heeft een professionele foto
meer nieuwswaarden in zich dan een foto gemaakt door een burger? Waarom zou een
nieuwsorganisatie nog professionele fotografen in dienst nemen als er voor een zacht prijsje, of
zelfs gratis, eenzelfde soort foto van een burger kan worden overgenomen. Onderzoek naar de
verschillen in nieuwswaardigheid van nieuwsfoto’s gemaakt door professionele-‐ en
burgerjournalisten, kan dus antwoord geven op een maatschappelijk relevante vraag.
De term nieuwswaardigheid komt uit de Theorie van Nieuwswaarden. Deze vindt zijn
oorsprong in 1965 met het werk van Galtung en Ruge (1965). Zij beschrijven een lijst van
nieuwsfactoren van waaruit de nieuwswaardigheid van een bericht kan worden gemeten. De
literatuur over nieuwswaarden en nieuwswaardigheid richt zich voornamelijk op
nieuwsverhalen en geschreven journalistiek. Minder onderzoek is er gedaan naar
5
nieuwswaarden in foto’s. Foto’s spelen echter een steeds grotere rol in de nieuwsverslaggeving.
Het is dus interessant te onderzoeken welke van de klassieke nieuwswaarden terug te vinden
zijn in nieuwsfoto’s. Ook is het verschil tussen nieuwsfoto’s gemaakt door professionele-‐ en
burgerjournalisten niet eerder gemeten in termen van nieuwswaardigheid. Hiermee wordt, in
beide gevallen, beoogd een aanvulling te geven op de bestaande literatuur.
Omdat in een studie nooit alle professionele nieuwsfoto’s en foto’s gemaakt door burgers
kunnen worden geanalyseerd, is er gekozen voor een casus. Deze casus richt zich op de
burgeroorlog in Syrië. Nieuwsverhalen over oorlogen bevatten veel nieuwswaarden. Het zijn
verhalen vol spanning, actie en leed. Vaak verwijzen ze naar iets negatiefs en zijn er bekende
personen en belangrijke landen bij betrokken. Ook zijn ze van invloed op de politieke situatie in
de wereld en dus op de eigen cultuur en zijn ze te herleiden naar acties van personen. Allemaal
nieuwswaarden beschreven door Galtung en Ruge (1965). Een nieuwsfotograaf die zijn leven
waagt in een oorlogsgebied geeft een bijna heroïsch beeld. Maar niet enkel die professionele
fotografen bereiken ons met nieuwswaardig beeld. In navolging van de Arabische Lente
ontstonden er in 2011 opstanden in het land en vandaaruit ontstond de huidige burgeroorlog.
Een oorlog waarbij naarmate deze vorderde, steeds meer burgers de rol van journalist op zich
namen. Zo was de wereld geshockeerd toen er beelden vrijkwamen van de dode mensenmassa’s
na de gasaanvallen in 2013. Beelden gemaakt door burgers. Ook het verhaal van deze oorlog
bevat veel nieuwswaarden die zijn beschreven door Galtung en Ruge (1965). De vraag is nu of
professionele journalisten andere nieuwswaarden tonen dan burgerjournalisten doen. Zitten er
verschillen in de nieuwswaardigheid van foto’s gemaakt door beide groepen?
Meer specifiek wordt in dit onderzoek op zoek gegaan naar het antwoord op de vraag;
Is er een verschil, te karakteriseren in termen van nieuwswaardigheid, tussen
gepubliceerde professionele nieuwsfoto’s en gepubliceerde foto’s gemaakt door burgers?
Omdat de theorie van nieuwswaarden zich expliciet toespitst op geschreven berichten
moet de methode bij deze theorie worden aangepast op nieuwsfoto’s. Daarbij wordt
onderscheid gemaakt tussen nieuwswaarden die direct in de afbeelding te vinden zijn, en
nieuwswaarden die te vinden zijn in de gebeurtenis die de foto toont.
De verwachting vooraf is dat er bij de meeste nieuwswaarden geen significante
verschillen te vinden zijn in de nieuwswaardigheid van foto’s genomen door professionele
fotografen en burgers. Deze verwachting komt voort uit de theorie over de vloeibare wereld van
Zygmunt Bauman (2005) en de vloeibare journalistiek van Mark Deuze (2006). De wereld is
continu in beweging en grenzen vervagen (Bauman, 2001). Zo ook in de journalistiek. Door de
jaren heen zijn burgers overladen met nieuwsverhalen en dat wat daarin als belangrijk wordt
6
aangemerkt. Dit heeft een lerend effect gehad op de nieuwsontvanger waardoor burgers
dezelfde waarden als nieuwswaardig beschouwen. De verschillen die wel voorkomen hebben
naar verwachting enkel te maken met de mogelijkheid om de foto te nemen. Mortensen (2014)
stelt dat burgerjournalisten zich onderscheiden van professionele journalisten door het principe
van “right time, right place” (Mortensen, 2014). Een burger is vaak toevallig op de plek van een
gebeurtenis of is er in de buurt. Die burger zal altijd sneller ter plaatse zijn dan een professional
(uitzonderingen daargelaten). Burgers maken dan dus meer foto’s van nieuwswaardige
gebeurtenissen waarbij het tijdsbestek tussen gebeurtenis en het maken van de foto van belang
is. De verwachting is dan ook dat burgerfoto’s wel meer gebeurtenissen met de waarden
frequency en unexpectedness zullen tonen dan professionele foto’s. Professionele journalisten
hebben dan weer het voordeel dat ze, als professionals, makkelijker bij bepaalde vooraf
geplande ‘nieuwswaardige’ momenten (als persconferenties) aanwezig kunnen zijn. Hierdoor
wordt verwacht dat de nieuwswaarde reference to elite persons vaker bij professionele
journalisten voorkomt dan bij burgerjournalisten.
In hoofdstuk twee wordt de opkomst van de burgerjournalistiek behandeld alsmede de
veranderingen die dit met zich meebrengt voor de professionele journalistieke wereld.
Daarnaast worden de waarden die nieuwswaardige verhalen in zich hebben volgens Galtung &
Ruge besproken, alsmede hoe die nieuwswaarden door de jaren heen zijn bekritiseerd en
eventueel veranderd. In het derde hoofdstuk wordt nader ingegaan op de gekozen casus en de
theorie van nieuwswaarden aangepast op nieuwsfoto’s. Het vierde hoofdstuk bespreekt de
methode en het bijbehorende codeboek. Het vijfde hoofdstuk toont de resultaten van het
kwantitatieve onderzoek waarbij de verschillen tussen beide groepen worden benoemd. In de
conclusie wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag waarna dit antwoord in de discussie in
perspectief wordt geplaatst.
De geanalyseerde foto’s zijn te vinden op
https://www.flickr.com/gp/124930329@N06/57R13i/ en de complete scorelijst is gebundeld
in bijlage 2.
7
2. Theoretisch Kader: Over nieuwswaarden en burgerjournalistiek in een vloeibare wereld In dit hoofdstuk wordt beschreven wat burgerjournalistiek is, hoe deze zich binnen het academisch
spectrum verhoudt tegenover de professionele journalistiek en welke verschillen er uit de literatuur
naar voren komen. Ook worden verschillende theorieën over nieuwswaardigheid uitgewerkt om
aan te geven hoe de theorie van nieuwswaarden eventuele verschillen tussen professionele-‐ en
burgerjournalisten kan duiden.
Nieuwswaarden en nieuwswaardigheid in gepubliceerde nieuwsfoto’s staan in dit onderzoek
centraal. Er wordt onderzocht of er verschillen zijn tussen nieuwsfoto’s gemaakt door
professionele-‐ en burgerjournalisten, in termen van nieuwswaardigheid. Omdat de nadruk in dit
onderzoek ligt op het verschil tussen professionele-‐ en burgerjournalisten wordt allereerst
uiteengezet welke theorieën bestaan over burgerjournalistiek, hoe deze passen binnen dit
onderzoek, en welke verwachtingen deze scheppen voor de resultaten.
Het verschil tussen professionele-‐ en burgerjournalisten kan op allerlei manieren worden
gekarakteriseerd, zoals economisch, technisch of ethisch. In dit onderzoek wordt het verschil
aangeduid in termen van nieuwswaarden. Om te achterhalen welke theorie over
nieuwswaardigheid het meest relevant is in dit onderzoek worden verschillende theorieën
behandeld. Uiteindelijk kan hieruit worden opgemaakt welke theorie in dit onderzoek centraal
zal staan. Die theorie zal worden gebruikt om de verschillen tussen nieuwsfoto’s van
professionals en burgers te duiden.
2.1 De vloeibaarheid van de (burger)Journalistiek
Örnebring (2013) stelt dat de term burgerjournalistiek over het algemeen wordt gebruikt als het
gaat over nieuws geproduceerd door amateurs, in tegenstelling tot professionele journalisten.
Deze uitleg van burgerjournalistiek zal ook in dit onderzoek worden gebruikt. Nieuws wordt
niet enkel door professionele journalisten geproduceerd. Al decennia lang maken burgers,
bewust of onbewust, deel uit van de productie van nieuws. Deuze (2006) benoemd vroege
vormen van burgerjournalistiek als pamfletten, nieuwsbrieven van activisten en radiopiraten.
Hij stelt dat hoewel burgerjournalistiek al veel langer invloed uitoefent op de productie van
nieuws, professionele media in de twintigste eeuw nooit echt rekening hebben hoeven houden
met zulke burgerjournalisten (Deuze, 2006). Hallin (1992) spreekt van de ‘High Modernism’ van
de Amerikaanse journalistiek die een “sense of wholeness en seamlessness” hadden. Met de
komst van het internet lijken die hoogtijdagen voor de professionele journalistiek voorbij.
8
Het internet biedt burgers een heel nieuw platform waarop het produceren van nieuws
en het bereiken van een groot publiek veel gemakkelijker is geworden. Volgens Miller (2005) is
de burgerjournalistiek groot geworden door het schrijven van weblogs, en later ook door het
verspreiden van digitale foto’s en video’s. Door die opkomst van burgerjournalistiek op blogs
wordt deze vorm van journalistiek dan ook vaak geassocieerd met het internet. Toch is het
internet niet het enige medium waar burgerjournalistiek is terug te vinden. Goode (2009)
beschrijft dat nieuwsprogramma’s op de televisie gebruik maken van materiaal afkomstig van de
mobiele telefoon van een burger. Ook bespreekt hij speciale secties in kranten waar burgers hun
verhalen kwijt kunnen, en hoe kranten vaak foto’s gemaakt door burgers gebruiken. Deze foto’s
staan centraal in dit onderzoek.
Dit onderzoek gaat dus over in kranten gepubliceerde nieuwsfoto’s, gemaakt door
professionele-‐ en burgerjournalisten. Lasica (2003, p. 73) stelt dat burgerjournalisten
voornamelijk met visuele middelen (foto’s en video’s) bijdragen aan de nieuwsverslaggeving.
Beelden zijn voor burgers gemakkelijk te maken [een foto met een mobiele telefoon is makkelijk
gemaakt] (Örnebring, 2013). Volgens Mortensen (2011) komt die grote visuele bijdrage ook
voort uit een cultuur waar iedereen altijd bezig is met het maken van foto’s en die meteen delen
om te tonen wat men heeft meegemaakt. Bovendien willen nieuwsorganisaties ze graag
gebruiken. Foto’s gemaakt door ooggetuigen worden door het publiek gezien als een autoriteit
(Örnebring, 2013). Mortensen & Keshelashvili (2013) beschrijven hoe foto’s door het publiek
worden gezien als de waarheid en dat ze daardoor minder verificatie nodig. Dat wat op de foto
staat zal wel waar zijn. Het maakt dan ook niet uit of de foto door een professional is genomen of
niet. Een nieuwsfoto gemaakt door een burger wordt door de lezer als even betrouwbaar
ervaren als een nieuwsfoto gemaakt door een professional (Mortensen & Keshelashvili, 2013).
Volgens Pleijter (2013) spelen zulke foto’s gemaakt door burgers, derhalve een steeds grotere
rol in de journalistiek. De komst van burger(foto)journalistiek zorgt volgens Mortensen (2011)
voor een enorme hoeveelheid visuele informatie over wereldwijde gebeurtenissen die we kort
geleden nog niet ter beschikking hadden. De grenzen tussen professionele journalisten en
burgers worden zo steeds minder duidelijk (Mortensen, 2011).
Deze opkomst van actieve burgers in de journalistiek kan gezien worden als een vorm
van samensmelting van professionals en burgers. De grenzen in wereld vervagen. Zygmunt
Bauman (2002) stelt dat we de wereld waarin we leven moeten zien als vloeibaar. Een wereld
die constant in revolutie is, constant verandert en waar de samenleving zich niet snel genoeg
aan kan, of wil passen. We zijn nog bezig met het aanpassen aan een situatie als deze alweer is
veranderd. Grenzen vervagen en mensen krijgen een dubbelrol. Men heeft geen vaste rol meer
en switcht ook van rol. Zo wordt een patiënt zelf arts als hij op internet zoekt naar wat zijn
9
symptomen zouden kunnen betekenen. Hij benoemt het als de ‘liquid life’, ofwel de vloeibare
wereld. (Bauman, 2005).
Een ontwikkeling die met de groei van de burgerjournalistiek dus ook merkbaar is in de
journalistiek. Deuze (2006) noemt dit liquid journalism. De grenzen binnen de journalistiek
vervagen en Deuze (2006) roept de media op om deze ontwikkeling te omarmen.
“De media als sociale instituties, ontsnappen niet aan het gevoel van de plotselinge
verandering die vanuit de vloeibare moderne wereld doordringt. En het is precies dit
idee van een vergankelijke en onzekere (mondiaal en lokaal) flux wat de professionele
journalistiek maar niet wil accepteren.” (Deuze, 2006, p. 4)
Deuze (2006) stelt dat de journalistiek zich moet aanpassen aan de vloeibare wereld en dat nog
niet genoeg doet. Redacties hebben volgens Mortensen (2011) nog altijd moeite om te gaan met
informatie verkregen van burgerjournalisten. Deuze (2006) roept op te genieten van de nieuwe
mogelijkheden die de vloeibare wereld ons biedt. Hij benoemt de nieuwe journalistiek als “liquid
journalism’. “Een journalistiek die deze ecologie succesvol zal omarmen zal zelf vloeibaar
moeten worden.” (Deuze, 2006, p.7) Een journalistiek waarin geen groot verschil meer is tussen
journalist en publiek. Iedereen kan een rol spelen in de verslaggeving van nieuws.
In deze scriptie wordt onderzocht of er een verschil is tussen nieuwswaarden in foto’s
van professionals en burgers. In een wereld of journalistiek waarin er geen grenzen meer zijn
tussen professionals en burgers, zou men vanuit de theorie over de vloeibare journalistiek,
kunnen veronderstellen dat er geen verschillen zijn tussen nieuwswaarden in foto’s van
professionele-‐ en burgerjournalisten.
2.2 De journalist vs. de burger
Niet iedereen deelt het optimisme van Deuze (2006) over een vloeibare journalistiek. Örnebring
(2013) stelt dat voornamelijk professionele journalisten de opkomst van burgerjournalistiek
zien als een bedreiging voor de journalistiek als professie. Een professie die onder vuur ligt.
Wtischge en Nygren (2009) beschrijven een trend richting de ‘de-‐professionalisatie’ van de
journalistiek. Een dreiging die zorgt voor een clash tussen de twee groepen. De houding van
professionele journalisten tegenover burgerjournalistiek is dan ook overwegend negatief.
Journalisten proberen steeds meer de grenzen en waarden van hun beroep proberen te
beschermen (Witschge & Nygren, 2009). Journalisten houden zich niet simpelweg bezig met het
verslaan van nieuws en het tikken van stukjes voor de krant. Een journalist moet zijn werk doen
en daarbij een aantal ongeschreven regels ter harte nemen. Zo beschrijft Reese (1990) dat
journalisten het journalistieke paradigma, het geaccepteerde conventionele nieuwsmodel
waarbinnen de journalistiek te werk gaat, moeten beschermen. Als er sprake is van een
10
abnormaliteit die gedeeltelijk, of geheel buiten dit journalistieke paradigma valt, moeten
journalisten deze ‘Paradigm Repair’ (Reese, 1990, p. 394) uitvoeren. Journalisten uiten hun
zorgen over de kwaliteit van het werk van burgers. Ze zien grote verschillen tussen hen en
burgerjournalisten. Örnebring (2013) beschrijft de drie verschillende vlakken waarop
professionele journalisten vinden dat ze zichzelf onderscheidden van burgerjournalisten;
1. Expertise
2. Duty
3. Autonomy
Als eerste expertise. Professionals bezitten een vorm van expertise die burgers niet hebben, deze
expertise benoemen ze als ‘editorial judgement’ (Örnebring, 2013, p. 43). Professionals zijn
[volgens hen] in staat voor het publiek te bepalen wat ze moeten weten en wat belangrijk is.
Hieruit kan worden opgemaakt dat professionele journalisten verwachten dat hun werk meer
nieuwswaarden zal bevatten dan het werk van burgerjournalisten. Het tweede vlak waarop
burgers van professionals verschillen is die van duty, ofwel plicht. De plicht om objectief en
eerlijk te zijn en het vinden van de juiste balans (Örnebring, 2013). Hierbij benoemd Örnebring
de code of ethics (2013, p. 45). Professionals onderscheiden zich van amateurs door hun ethische
waarden (Mortensen, 2014). Burgers hebben geen oog voor deze ethische code en publiceren
hierdoor zonder verificatie en ethische overdenkingen. Als derde en laatste autonomy
(Örnebring, 2013, p. 46). Een professionele journalist werkt voor een journalistieke organisatie,
een ‘institution’, en dat wekt vertrouwen bij het publiek. Professionele journalistiek kan dus
direct vertrouwd worden, burgerjournalistiek niet. Sterker nog, nieuwsfoto’s gemaakt door
burgers zijn vaak anoniem. Dit kan gezien worden als een genreconventie.
Professionele journalisten verwachten dus meer nieuwswaardige verhalen te bieden
omdat ze een vorm van expertise bevatten. Een interessant gegeven om in het achterhoofd te
houden bij het bekijken van de resultaten. Maar omdat dit onderzoek slechts de mening van de
groep professionele journalisten beschrijft, kan deze uitspraak geen objectieve verwachting
scheppen voor dit onderzoek. Örnebring doet verder alleen uitspraken over het maakproces van
de foto (en van waaruit de foto wordt genomen) die niet direct van invloed zijn op de
nieuwswaarden in een foto. Daarom schept deze theorie ook verder geen verwachtingen over het
verschil in nieuwswaarden in gepubliceerde nieuwsfoto’s gemaakt door professionals en
burgers.
Niet alleen zien professionals zichzelf als anders dan burgerjournalisten, maar ook als
‘beter’. Mortensen & Keshelashvili (2013) onderzoeken in hun artikel hoe professionele
journalisten over de burgerjournalistiek denken en in hoeverre deze aannames kloppen met de
werkelijkheid. De professionals in het onderzoek stellen dat de kwaliteit van het werk van
burgerjournalisten te wensen over laat. Zowel aan de technische bekwaamheid als journalistieke
11
ethiek van burgerjournalisten wordt sterk getwijfeld. Kan een burger wel de juiste belichting
instellen en is een burger wel in staat het menselijke aspect in de foto te krijgen (Mortensen &
Keshelashvili, 2013)? Uit het onderzoek van Mortensen & Keshelashvili (2013) blijken
professionele journalisten op het gebied van ethische journalistiek ook daadwerkelijk hoger te
scoren. Tara Mortensen (2014) zegt hierover in later onderzoek dat het dan ook van belang is
dat als nieuws steeds meer door burgers wordt gemaakt, professionele journalisten instappen
om de ethische waarden toe te voegen. Mette Mortensen (2011) geeft aan dat bestaande
nieuwsmedia procedures moeten gaan bedenken om burgerjournalistiek te kunnen gebruiken
zonder deze ethische waarde te verlagen. Hierbij kan gedacht worden aan de rol van de
professionele redactie, die voor publicatie ingrijpt. Mortensen & Keshelashvili (2013) stellen wel
dat professionele journalisten foto’s gemaakt door burgers lager inschatten op het moment dat
het bekend is dat ze door burgers zijn gemaakt dan wanneer dit niet zo is. Zij trekken de
volledige objectiviteit van professionele journalisten tegenover het werk van
burgerjournalistiek dan ook in twijfel.
Dat professionele journalisten niet objectief kijken naar het werk van hun
burgercollega’s komt volgens Mortensen en Keshelashvili (2013) voort uit het feit dat
professionele journalisten zich bedreigd voelen. Door dat gevoel van bedreiging halen
journalisten wellicht niet genoeg uit het werk dat burgers aanleveren. Aan de andere kant zijn
ook burgerjournalisten nog altijd op zoek naar de rol die ze binnen het journalistieke venster
vervullen. Weinig burgers zijn bereid het werk te doen dat door professionele
nieuwsorganisaties van journalisten wordt geëist (Mortensen & Keshelashvili, 2013). Toch
denken ze vaak dat ze zich net zo moeten gedragen als professionele journalisten. Hierdoor
hebben ze volgens Mortensen (2014) te weinig oog voor dat wat ze onderscheidt van de
professionele journalisten. Namelijk het principe van het ‘op de juiste plek zijn op het juiste
moment’ (Mortensen, 2014). Burgers hebben een grote voorsprong op professionals als er
onverwachts iets nieuwswaardigs gebeurt. [Een toevallige passant is altijd eerder ter plekke dan
een journalist die vanaf de redactie moet komen nadat het nieuws bekend is gemaakt.] En dat is
volgens Mortensen & Keshelashvili (2013) ook waarvoor de burgerjournalistiek als waardevol
moet worden gezien. Professionele journalisten moeten inzien dat zijzelf niet altijd direct ter
plekke kunnen zijn en burgers wel en dus het nut van een samenwerkingsverband inzien
(Mortensen, 2014). Hiermee onderschrijft Mortensen gedeeltelijk de theorie over de vloeibare
journalistiek van Deuze (2006), over een journalistiek waarin iedereen een rol kan spelen in de
verslaggeving van nieuws. Hoewel Deuze stelt dat er geen groot verschil meer is tussen
journalist en burger, claimt Mortensen juist dat beide groepen het verschil in kracht moeten
onderkennen. In beide theorieën wordt echter gesteld dat professionals en burgers meer
moeten samenwerken om zo tot beter journalistiek werk te komen.
12
In dit onderzoek worden beide groepen met elkaar vergeleken. Uit de resultaten van het
onderzoek zal blijken of er een verschil te vinden is in nieuwswaarden die terug te vinden zijn in
foto’s van professionele-‐ en burgerjournalisten. Hierbij kan het principe van het ‘op de juiste tijd
op de juiste plek zijn’ wellicht een rol spelen. Dit kan betekenen dat burgerfoto’s meer
gebeurtenissen tonen die de nieuwswaarden frequency en unexpectedness in zich hebben. Bij
deze waarden is het tijdsbestek waarin een foto wordt gemaakt na de gebeurtenis meer van
belang dan bij de andere nieuwswaarden die Galtung en Ruge (1965) beschrijven. De
verwachting is dan ook dat ook deze nieuwswaarden vaker te vinden zullen zijn in nieuwsfoto’s
gemaakt door burgers.
2.3 De Nieuwswaardigheid van Gebeurtenissen
In de paragrafen hierboven zijn de verschillende theorieën die bestaan over burgerjournalistiek
en het verschil met de professionele journalistiek uiteengezet. Zoals aangegeven wordt het
verschil tussen beide groepen in dit onderzoek gekarakteriseerd in termen van
nieuwswaardigheid.
“Journalisten spreken van “het nieuws” alsof gebeurtenissen uit zichzelf nieuws worden.
[…] Maar uit miljoenen gebeurtenissen die iedere dag plaatsvinden, wordt slechts een
heel klein gedeelte ooit zichtbaar als “potentiële nieuwsverhalen”: en uit die selectie
wordt door de media slechts een fractie geproduceerd als het nieuws van de dag.” (Hall,
1973, p. 181)
Zoals Hall (1973) het in de quote hierboven stelt, journalisten doen lijken alsof gebeurtenissen
vanzelf nieuws worden. Maar een verhaal komt niet zomaar in het nieuws. Men kan zich
afvragen wat het is dat een gebeurtenis nieuwswaardig maakt. Waarop worden die verhalen
geselecteerd? Harcup en O’Neill (2001) stellen dat men in de wetenschappelijke wereld het
proces van nieuwsselectie probeert te begrijpen door de nieuwswaarden die gebruikt worden
wanneer journalisten verhalen selecteren, te identificeren en te definiëren. Men onderzoekt dus
welke waarden in een verhaal aanwezig zijn die deze nieuwswaardig maken. Dit idee wordt voor
het eerst door Walter Lipmann (1922) benoemd. Met deze theoretische benadering tracht hij te
achterhalen waarom sommige gebeurtenissen wel in het nieuws komen en anderen juist
genegeerd worden (Lipmann, 1922). Om deze theoretische benadering te kunnen toetsen
kwamen Östgaard (1965) en Galtung en Ruge (1965) ieder met een lijst van nieuwsfactoren.
Hiermee ontstond de Theory of News Values, ofwel de Theorie van Nieuwswaarden. Östgaard
benoemt drie nieuwswaarden. Simplification, identification en sensationalism. Galtung en Ruge
onderzoeken in hun artikel de verslaggeving in Noorse kranten rondom drie buitenlandse crises.
Te weten Congo, Cuba en Cyprus. Zij gaan een stap verder dan Östgaard (1965) en presenteren
13
een lijst van twaalf factoren “die in het bijzonder belangrijk lijken” (Galtung & Ruge, 1965, p.65).
Hierbij maken ze onderscheid tussen acht algemeen geldende nieuwswaarden:
1. Frequency: Een gebeurtenis die zich net zo snel ontwikkeld, of met een gelijke snelheid,
als het nieuwsmedium. (Harcup & O’Neill, 2001, pp. 262-‐263)
2. Threshold: Gebeurtenissen moeten een bepaalde drempelwaarde overgaan voordat ze
als nieuwswaardig beschouwd kunnen worden. (Harcup & O’Neill, 2001, p. 263)
3. Unambiguity: Hoe minder ambigu, of onduidelijk, het verhaal is hoe eerder de
gebeurtenis nieuws wordt. (Harcup & O’Neill, 2001, p. 263)
4. Meaningfulness: Dat wat gelijkend is aan de eigen cultuur zal eerder worden geselecteerd
als nieuws. Dit omdat de gebeurtenis dan beter past in het referentiekader van de
ontvanger. (Harcup & O’Neill, 2001, p. 263)
5. Consonance: Het nieuwsmedium kan een gebeurtenis voorspellen of, hopen dat deze
gebeurt. Hierbij maakt het medium een “mental pre-‐image” van een bepaalde
gebeurtenis, waardoor de kans dat het echt nieuws wordt vergroot wordt. (Harcup &
O’Neill, 2001, p. 263)
6. Unexpectedness: De meest onverwachte of zeldzame gebeurtenissen hebben de grootste
kans om nieuws te worden. (Harcup & O’Neill, 2001, p. 263)
7. Continuity: Als een gebeurtenis eenmaal nieuws is geweest zal het naar alle
waarschijnlijkheid ook in het nieuws blijven. Dit omdat het publiek het verhaal kent en
zo gewend is geraakt aan het onderwerp en het makkelijk zal begrijpen. (Harcup &
O’Neill, 2001, p. 263)
8. Composition: Of een gebeurtenis nieuws wordt is niet enkel afhankelijk van de
intrinsieke nieuwswaarde maar ook of de gebeurtenis past in de compositie van het
nieuwsmedium van die dag. (Harcup & O’Neill, 2001, p. 263)
En vier waarden die cultureel bepaald worden:
9. Reference to elite nations: De acties van een eliteland worden als meer belangrijk gezien
dan de acties van andere landen. De definitie van zo’n eliteland worden bepaald door de
cultuur, de politiek en de economische situatie van een land. (Harcup & O’Neill, 2001, p.
263)
10. Reference to elite persons: De acties van elite personen worden door nieuws
verzamelaars geien als meer belangrijk dan de acties van andere personen. (Harcup &
O’Neill, 2001, p. 263)
14
11. Reference to persons: Nieuws heeft de neiging om gebeurtenissen als acties van personen
weer te geven. (Harcup & O’Neill, 2001, p. 263) Galtung en Ruge geven een aantal
redenen voor deze drang naar personificatie. Het is een uitkomst van ‘cultural idealism’.
Men ziet de mens als meester van zijn eigen lot en hierdoor kunnen gebeurtenissen
enkel gezien worden als daad van vrije wil. De lezer kan zich beter identificeren met een
persoon door een combinatie van objectie en empathie. Een persoon kan beter binnen
een tijdspanne handelen die in lijn ligt met de tijdspanne van een nieuwsmedium en als
laatste ligt de drang naar personificatie in lijn met de opkomst van ‘nieuwere’
nieuwsmedia. Het is makkelijker, en duidelijker, om een foto te maken van een persoon
dan van een ‘structuur’. (Galtung & Ruge, p. 68-‐69)
12. Reference to something negative: Negatieve gebeurtenissen kunnen gezien worden als
niet ambigu en consistent, is vaak meer onverwacht en ontwikkelt zich vaak in een
kortere periode dan positief nieuws. (Harcup & O’Neill, 2001, pp. 263-‐264)
Ook voor de hang naar negativisme binnen nieuwsverhalen geven Galtung en Ruge een
aantal verklaringen. Dit komt voornamelijk voort uit het feit dat negatieve
nieuwsberichten vaak voldoen aan criteria van andere nieuwswaarden. Zo zijn negatieve
verhalen vaak frequent en onverwacht, er is niet veel tijd nodig om iets negatiefs te
veroorzaken, om iets positiefs voor elkaar te krijgen is vaak meer moeite, en dus tijd,
nodig. Ook zijn negatieve verhalen sneller niet ambigu. Dat wat positief is voor de één is
voor de ander niet positief, er hangt meer onduidelijkheid aan iets positiefs vast. Als
laatste zijn negatieve verhalen vaak meer consonant. Negatief nieuws voldoet de
behoefte aan negatieve berichten die een mens blijkbaar nodig heeft. (Galtung & Ruge, p.
69-‐70)
Bij deze nieuwswaarden benoemen ze drie belangrijke verwachtingen voor de uitwerking van
hun theorie:
1. Hoe meer een gebeurtenis de bovenstaande criteria benadert, hoe eerder deze zal
worden geselecteerd als nieuws. (“selectie”) (Galtung & Ruge, 1965, p. 71)
2. Als een nieuwsitem is gekozen zullen de criteria die dit item nieuwswaardig maken in
het verhaal worden geaccentueerd. (“distorsie”)” (Galtung & Ruge, 1965, p. 71)
3. Zowel het proces van selectie als distorsie vindt plaats in al de stappen in de ketting van
gebeurtenis naar lezer. (“replicatie”) “ (Galtung & Ruge, 1965, p. 71)
Samenvattend; “hoe hoger de totale score van een gebeurtenis is, hoe aannemelijker het is dat
iets nieuws wordt” (Galtung & Ruge, 1965, p. 71). De Theorie van Nieuwswaarden van Galtung en
15
Ruge (1965) is wordt een mijlpaal in het theoretisch kader rondom nieuwswaardigheid
genoemd. Harcup en O’Neill (2001, p. 265) noemen het een “landmark study” en Bell (1991,
p.155) ) stelt dat de theorie “het fundament voor de studie naar nieuwswaarden heeft gelegd.”
De theorie van nieuwswaarden van Galtung en Ruge (1965) is bruikbaar in dit onderzoek omdat
de in dit onderzoek gekozen casus, de burgeroorlog [crisis] in Syrië, overeenkomsten toont met
de cases in het onderzoek van Galtung en Ruge (1965). In dat onderzoek worden drie crises
behandeld. De twaalf nieuwswaarden zijn dus opgesteld aan de hand van onderzoek naar drie
cases die vergelijkbaar zijn met de casus die in dit onderzoek wordt gehanteerd.
2.4 Voorbij Galtung & Ruge
De theorie van nieuwswaarden van Galtung en Ruge (1965) wordt gezien als het meest
invloedrijke verklaringsmodel van nieuwswaarden (Harcup & O’Neill, 2001, p. 265). Ook in dit
onderzoek lijkt deze theorie toereikend aan de onderzoeksvraag. Toch zijn deze nieuwswaarden
in de bijna 50 jaar na uitgave een aantal keer bekritiseerd en herzien. Om een volledig beeld te
krijgen van de theorieën over nieuwswaarden is het van belang voorbij Galtung & Ruge (1965)
te kijken.
Bell (1991) geeft toe dat de lijst van Galtung en Ruge zeker relevant is maar voegt wel
een extra dimensie toe aan de theorie, het selectieproces. Hij beschrijft vier waarden; selection,
cooption, predictablity en prefabrication, die hij van belang acht bij de selectie van het nieuws.
Harcup en O’Neill (2001) nemen de twaalf nieuwsfactoren onder de loep door nieuwsverhalen
gepubliceerd in grote kranten uit het Verenigd Koninkrijk te analyseren. Ze bekijken welke
nieuwswaarden te operationaliseren zijn en beginnen hierbij met de twaalf klassieke
nieuwswaarden. Galtung en Ruge (1965) focussen zich alleen op grote internationale crises en
zagen daarmee volgens Harcup en O’Neill (2001, p. 276) het ‘normale’ meer lokale en simpelere
nieuws over het hoofd. Zij voegen dan ook een aantal ‘vrolijkere’ nieuwswaarden toe aan die van
Galtung en Ruge, zoals amusement, humor, positivisme en promotiewerk.
Brighton en Foy (2007, p. 29) gaan een stap verder en benoemen de nieuwsfactoren van
Galtung en Ruge als niet meer van deze tijd. In de tussenliggende veertig jaar zijn er nieuwe
media ontstaan en het publiek daarvan reikt verder dan één land. Het onderzoek van Galtung en
Ruge onderzoekt enkel Noorwegen. De nieuwe multimediale journalist hanteert andere
nieuwswaarden als selectiefactoren. (Brighton & Foy, 2007). Zo noemen ze ongebruikelijkheid en
externe invloeden als extra factoren.
Toch komt ook een groot deel van de nieuwswaarden van Brighton en Foy (2007) nog
steeds overeen met de klassieke waarden van Galtung en Ruge (1965) die in het debat over
nieuwswaardigheid nog altijd overeind blijven staan. In doet onderzoek is bovendien sprake van
een met Galtung & Ruges vergelijkbare casus, namelijk de burgeroorlog in Syrië. Ook wordt een
vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd, waar in plaats van gepubliceerde krantenartikelen,
16
gepubliceerde foto’s bekeken worden. Er wordt geen rekening gehouden met het selectieproces
en er is geen sprake van veranderende media. Derhalve is in dit onderzoek de theorie van
Galtung & Ruge (1965) het meest toepasbaar.
2.5 De foto en de nieuwswaardigheid
De nieuwsfoto speelt een onderbelichte rol in de theorie van nieuwswaarden. “Ondanks het feit
dat nieuwsfoto’s een belangrijke rol spelen in de verslaggeving door media is er […] een tekort
aan studies die de theorie van nieuwswaarden toepassen op fotojournalistiek” (Rössler,
Bomhoff, Haschke, Kersten & Müller, 2011, p. 415). Harcup en O’Neill (2001, p. 274) benoemen
kort zogenaamde “fotomogelijkheden”, de mogelijkheid die een verhaal biedt om foto’s bij te
voegen, ook al hebben ze geen echte toegevoegde nieuwswaarde. Die “fotomogelijkheden” zijn
slechts een klein onderdeel van de categorie ‘entertainment’ voor Harcup en O’Neill (2001).
Singletary en Lamb (1984) bespreken de nieuwswaarden in prijswinnende foto’s en
komen tot de conclusie dat foto’s beoordeeld kunnen worden d.m.v. de klassieke
nieuwswaarden, en dat foto’s over het algemeen focussen op een kleiner gedeelte van deze
nieuwswaarden (Singletary & Lamb, 1984, p. 108). Singletary en Lamb stellen dat het
aanlokkelijk is om speciale fotonieuwswaarden te onderscheiden, als emotie, spanning of actie.
Maar deze liggen uiteindelijk te dichtbij de klassieke nieuwswaarden om deze apart te
benoemen (1984, p.108, p.233).
Rössler et al. (2011) komen wel met een lijst van “fotonieuwswaarden” die zijn
samengesteld op basis van nieuwsfactoren uit eerder onderzoek naar nieuwswaarden. Deze
nieuwsfactoren zijn opgesteld voor hun onderzoek “naar de criteria die redacteuren toepassen
bij de selectie van beelden voor een nieuwsblad en hoe deze foto’s aankomen bij de ontvanger”
(Rössler et al., 2011, p. 416). Hierbij noemen ze damage, violence/aggression, controversy,
celebrities, unexpectedness, emotions, execution and technique en sexuality/eroticism.
Als een gebeurtenis, of een foto, geen nieuwswaarden bevat is deze niet nieuwswaardig. En als
deze niet nieuwswaardig is dan wordt het ook geen nieuws. In dit onderzoek is het de vraag of er
een verschil is, te karakteriseren in termen van nieuwswaardigheid, tussen gepubliceerde
professionele nieuwsfoto’s en gepubliceerde foto’s gemaakt door burgers? Zoals Rössler et al.
(2011) al aangeven is er relatief weinig onderzoek gedaan naar nieuwswaarden in nieuwsfoto’s.
Er is nog geen bestaande methode die bovenstaande vraag kan beantwoorden. In het volgende
hoofdstuk zal de theorie van nieuwswaarden van Galtung en Ruge (1965) worden omgevormd
naar een zogenaamde theorie van fotonieuwswaarden. Hierbij wordt kwantitatief bekeken welk
van deze fotonieuwswaarden te vinden zij in nieuwsfoto’s van professionele-‐ en
burgerjournalisten.
17
2.6 Casestudy: Burgerjournalistiek in Syrië
Omdat het niet mogelijk is om alle professionele nieuwsfoto’s en nieuwsfoto’s ooit gemaakt door
burgers met elkaar te vergelijken wordt er een bepaalde casus uitgekozen. Deze casus moet zich
kunnen lenen voor een onderzoek naar het verschil in nieuwswaarden te vinden in nieuwsfoto’s,
gemaakt door professionele-‐ en burgerjournalisten.
Media zijn bij de verslaggeving rondom de burgeroorlog in Syrië enorm afhankelijk van
wat burgerjournalisten vrijgeven. De Syrische burgeroorlog leent zich dan ook goed als casus
voor onderzoek naar burgerjournalistiek. Tussen de nieuwsfoto’s over de oorlog in Syrië is veel
burgermateriaal beschikbaar. Hierdoor kan goed worden bekeken welke nieuwswaarden in
deze burgerfoto’s te vinden zijn. Bij een verslaggeving van een oorlog waarbij de bijdrage van
burgers groter is dan ooit tevoren, is het interessant te kijken of er verschil is tussen de
verslaggeving van professionele-‐ en burgerjournalisten, in termen van nieuwswaarden. Dit kan
betekenen dat de verslaggeving van deze gebeurtenis nu een ander karakter krijgt dan wanneer
de verslaggeving enkel door professionele journalisten wordt gedaan. Zo zou de nadruk meer op
het negatieve kunnen liggen of worden meer subtiele gebeurtenissen wellicht niet opgepikt.
Voordat de methode en het te onderzoeken materiaal worden geïntroduceerd wordt in deze
paragraaf achtergrond informatie gegeven over de burgeroorlog in Syrië en de rol van
burgerjournalistiek in de verslaggeving daarvan.
Het gemak waarmee de burger een foto kan nemen of zijn verhaal via internet en social
media kan verspreiden zorgt ervoor dat burgers steeds vaker wezenlijk iets kunnen toevoegen
aan de verslaggeving van professionele journalisten. De rol van de burgerjournalist wordt echter
essentieel op het moment dat er in een gebied steeds minder professionele journalisten te
vinden zijn, zoals in Syrië nu. Het principe van right time/right place (Mortenson &
Keshelashvili, 2013, p. 154) gaat dan tot op een bepaalde hoogte op. De burgers zijn op de juiste
plek op de juiste tijd en de journalisten niet. Tot zover loopt het gelijk. Wat anders is dan
gewoonlijk is dat de professionele journalisten hier niet alleen later ter plaatste zijn, eigenlijk
komen professionals er helemaal niet meer. Hierdoor is het werk van burgerjournalisten meer
essentieel dan dat van de ‘toevallige voorbijganger’.
Syrië is in 2014 één van de meest gevaarlijke landen in de wereld voor journalisten
(Caplan-‐Bricker, 2014). Tussen november 2011 en juli 2014 kwamen al 65 journalisten in Syrië
om het leven (Committee to Protect Journalists [CPJ], 2014). Daarnaast lopen ze het risico
ontvoerd te worden door lokale partijen. Een gevolg hiervan is volgens Caplan-‐Bricker (2014)
dat steeds minder journalisten vanuit het buitenland naar Syrië komen om vanuit daar verslag
te doen van de misstanden in het land. Hierdoor ontstaan er problemen met het verkrijgen van
betrouwbare verslaggeving. Het tekort aan journalisten in Syrië wordt opgevuld door het
18
grootschalige werk van burgerjournalisten (Caplan-‐Bricker, 2014). “[…] de brutaliteit van de
Syrische rebellen zijn vastgelegd door burgers met camera’s.” (Mortensen, 2014, p. 20).
In maart 2011 werden 15 Syrische studenten gearresteerd na het bekalken van muren
met anti-‐regeringsteksten. Raziq (2012) benoemd dit als het startpunt van grootse protesten
tegen de Syrische regering en snoeiharde tegenwerking van de Syrische president Assad.
Caplan-‐Bricker (2014), stelt dat het vaak mensen zijn die openlijk de oppositie steunen, die nu
het werk van burgerjournalist hebben opgenomen. Vaak zijn het gevluchte activisten die vanuit
het buitenland nauw contact onderhouden met de achtergebleven familie thuis. Een voorbeeld
hiervan is Rami Abdul Rahman die door de New York Times, Reuters en AP vaak gebruikt wordt
als bron. Ook zijn er in Syrië verschillende groepen die vanuit een bepaalde stad verslag doen
van de misstanden in het land. De twee bekendste groepen zijn Shaam News Network (SNN), dat
vanuit Damascus werkt en Aleppo Media Center (AMC), actief vanuit Aleppo. Kleinere
groeperingen zijn Edlib News en Media Office of Douma city. (eigen toevoeging). Vooral SNN werd
wereldwijd bekend door het verspreiden van foto’s en filmbeelden van de gifgasaanvallen die als
definitief bewijs van deze gebeurtenis golden (Caplan-‐Bricker, 2014).
Professionele journalisten zien het belang van deze groeperingen steeds groter worden
in Syrië. “Om verslag te kunnen doen van het conflict, hebben we geen andere keuze dan
burgerjournalisten om beelden naar buiten te kunnen brengen.” stelt Soazig Dollet van het
Franse persbureau RSF (Caplan-‐Bricker, 2014). Dat men afhankelijk is van burgerjournalisten is
bepaald niet een ideale situatie volgens Liz Sly, hoofdredactrice van de Engelse divisie van de
Baghdad Washington Post. Men is erg afhankelijk van burgers en dat kan erg lastig zijn als er iets
gebeurt op een nieuwe plek. Dan moet men op zoek gaan naar nieuwe betrouwbare bronnen en
dat is niet erg gemakkelijk, zo stelt Arnold (2012). Doordat professionele journalisten nooit
honderd procent zeker kunnen weten of de burgerjournalisten betrouwbaar zijn staat er bij
ieder verhaal over Syrië de tekst “Deze informatie kan niet worden geverifieerd.” (Arnold, 2012).
19
3. Afbakening: Nieuwswaarden in nieuwsfoto’s Dit hoofdstuk toont het te onderzoeken materiaal en zet uiteen hoe de theorie van nieuwswaarden van Galtung & Ruge wordt aangepast voor en geoperationaliseerd in een onderzoek naar nieuwswaarden in nieuwsfoto’s.
3.1 Crisis in Syrië: fotojournalistiek door professionals en burgers
Het materiaal dat wordt onderzocht bestaat uit gepubliceerde nieuwsfoto’s van de burgeroorlog
in Syrië. Meer specifiek, 100 professionele nieuwsfoto’s en 100 foto’s gemaakt door burgers
worden met elkaar vergeleken. Met professionele foto’s worden foto’s bedoeld die gemaakt zijn
in dienst van een nieuwsmedium (zoals een krant of een persbureau). Hierbij worden enkel
gepubliceerde foto’s onderzocht. Deze gepubliceerde foto’s komen uit vier westerse
kwaliteitskranten, in de gedrukte krant of de website. Meer specifiek, de Nederlandse
kwaliteitskranten de Volkskrant en de NRC. Daarnaast twee wereldwijd toonaangevende
kwaliteitskranten, The Guardian en The New York Times. Ook de foto’s gemaakt door burgers zijn
gepubliceerd in deze kwaliteitskranten. Er is voor deze kranten gekozen om een breed beeld te
geven van foto’s die in het westen gepubliceerd worden.
N.B: Omdat er onderscheid gemaakt wordt tussen professionele nieuwsfoto’s en nieuwsfoto’s
gemaakt door burgers is het van belang de oorsprong van iedere foto te achterhalen. Zo kunnen
beide groepen worden onderscheiden. Zonder kennis over de maker van de foto kan immers
niet worden vastgesteld of de foto is gemaakt door een professionele-‐ of een burgerjournalist.
Dit is een tijdrovend gedeelte van het onderzoek. Veel kranten refereren naar het persbureau.
Daar kan niet uit worden opgemaakt of de maker een professionele-‐ of een burgerjournalist is.
Persbureaus kopen immers ook foto’s van burgers op. Om de maker van de foto te achterhalen
moet gezocht worden naar een publicatie van dezelfde foto elders, waar wel een referentie naar
de maker bij staat. Dit kan door de digitale locatie van de foto te kopiëren en vervolgens in het
internetzoekprogramma google op afbeeldingen te zoeken. Zo komt er een hele lijst met
webpagina’s waarop deze foto te vinden is. Met enig geluk staat er op één van deze pagina’s wel
een complete referentie naar de maker van de foto. Ook kan het voorkomen dat er (ook na
verder onderzoek) niet te achterhalen is wie de maker is van de foto. In zo’n geval kan die
bepaalde foto niet gebruikt worden in het onderzoek. Er dient van tevoren in de planning
rekening gehouden te worden met dit tijdinnemende vooronderzoek.
Tijdens de analyse wordt geen rekening gehouden met het proces voor publicatie (het
onderzoek gaat immers over gepubliceerde foto’s), zoals het selectieproces of bewerking met
programma’s als photoshop. Dit is een bewuste keuze, door te kiezen voor reeds gepubliceerde
foto’s kunnen accentverschillen beter bekeken worden. Het feit dat alle foto’s al zijn
20
gepubliceerd toont aan dat allen eerder nieuwswaardig bevonden zijn. De vraag is niet of er
überhaupt sprake is van nieuwswaardigheid, maar of er een verschil te observeren valt in de
nieuwswaarden, te vinden in foto’s van burgers en professionals. Leggen burgerjournalisten
bijvoorbeeld meer de nadruk op negativiteit of personificatie dan professionele journalisten
doen? Mocht er uit dit onderzoek blijken dat er geen significant verschil te vinden is tussen
professionele foto’s en foto’s gemaakt door burgers dan komen de resultaten overeen met de
theorie over de vloeibaarheid van de journalistiek (Deuze, 2006). Deuze beschrijft een
journalistiek waar geen groot verschil meer is tussen journalist en publiek en waarin iedereen
een rol kan spelen in de verslaggeving van het nieuws. De journalistieke redactie speelt nog
altijd een grote rol in de publicatie van de foto’s maar die foto’s zijn wel gemaakt door burgers.
Die hebben de nieuwswaardigheid van de foto ingezien. En doordat die foto is gepubliceerd
speelt de burger een rol in de verslaggeving van die gebeurtenis.
De verwachting vooraf is dat de uitkomst van dit onderzoek tot op zekere hoogte
overeen komt met de theorie over de ‘vloeibare journalistiek’ van Mark Deuze. Burgers zullen
over het algemeen dezelfde nieuwswaarden herkennen als professionele journalisten doen.
Toch wordt wel verwacht dat burgerfoto’s een hogere hoeveelheid nieuwswaarden bevatten
waarbij het tijdsbestek waarin de foto is gemaakt na de gebeurtenis een grotere rol speelt.
Hierbij kan worden gedacht aan de waarden frequency en unexpectedness. Deze verwachting
komt voort uit de theorie over het ‘op het juiste moment, op de juiste tijd zijn’ van Mortensen
(2014).
3.2 De keuze voor de Nieuwswaarden van Galtung en Ruge
Om het verschil in termen van nieuwswaarden tussen professionals en burgers te vinden wordt
er gebruik gemaakt van de theorie van nieuwswaarden, specifiek die van Galtung en Ruge (1965).
Aangezien deze theorie dateert uit 1965 en er door de jaren heen vernieuwend onderzoek is
gedaan naar deze theorie, zou er bij deze keuze vraagtekens kunnen worden gezet. Toch zijn de
klassieke nieuwswaarden van Galtung en Ruge, om verschillende redenen, in dit onderzoek het
meest relevant.
De gekozen casus, de burgeroorlog [crisis] in Syrië, toont overeenkomsten met de cases
in het onderzoek van Galtung en Ruge (1965), die onderzoek doen naar drie crises. De twaalf
nieuwswaarden zijn dus opgesteld aan de hand van onderzoek naar drie cases die vergelijkbaar
zijn met de casus die in dit onderzoek wordt gehanteerd. Met in later onderzoek toegevoegde
waarden door Harcup & O’Neill (2001), die meer positieve nieuwswaarden benoemen, wordt
geen rekening gehouden. Nieuwswaarden als amusement en humor zijn hier weinig van
toepassing op de gekozen casus.
In deze scriptie worden nieuwsfoto’s onderzocht. Van veranderende media of een intermediaire
journalist is hier geen sprake, het gaat immers om foto’s, waardoor de nieuwswaarden van
21
Brighton en Foy (2007) niet relevant zijn voor dit onderzoek. Ook wordt in dit onderzoek niet
gekeken naar het selectieproces voorafgaand aan publicatie, of de uitwerking van foto’s op de
ontvanger. Bell beschrijft vier extra nieuwswaarden die juist van toepassing zijn op het
selectieproces. Hierom zal er met de toevoegingen van Bell (1991) geen rekening worden
gehouden. Om dezelfde reden wordt ook geen gebruik gemaakt van de photo news factors van
Rössler et al. (2011). Hoewel deze op het eerste oog meer van toepassing lijken op een
onderzoek naar nieuwswaarden in foto’s zijn deze fotonieuwsfactoren ook van toepassing op het
selectieproces voorafgaand aan de publicatie, en hier dus niet relevant.
Derhalve worden in dit onderzoek de twaalf nieuwswaarden van Galtung en Ruge gebruikt.
3.3 Van nieuwswaarden naar fotonieuwswaarden
De nieuwswaarden van Galtung en Ruge zijn oorspronkelijk van toepassing op nieuwsverhalen.
Deze paragraaf toont de manier waarop deze vertaald kunnen worden naar nieuwsfoto’s.
Sommige nieuwswaarden zijn direct over te zetten van nieuwsverhaal naar nieuwsfoto. Andere
zijn niet tot nauwelijks toepasbaar op beeld alleen. Daarbij moet ook gekeken worden naar het
verhaal achter de foto, de gebeurtenis die de foto toont.
Er kunnen vraagtekens gezet worden bij het nut van onderzoek naar foto’s waarbij de
onderzoeker ook rekening houdt met de gebeurtenis, en dus het nieuwsverhaal achter de foto.
Waarom dan niet een onderzoek naar het verhaal zelf? Kritiek waar iets voor te zeggen valt.
Toch is er genoeg reden om onderzoek te doen naar nieuwswaarden in nieuwsfoto’s.
Nieuwsfotografen registreren niet enkel nieuws, ze brengen het gevoel over van hoe het echt
was, aldus Kobré (2008, p. 322). Een foto voegt dus een extra dimensie toe aan een
nieuwsverhaal, het toont de lezer immers wat ze aan het lezen zijn. Dit is precies de reden dat
kwaliteitskranten een foto op de voorpagina zetten en niet enkel het nieuwsverhaal. Die extra
dimensie van een foto bij een nieuwsverhaal wordt door kranten al vanaf de uitvinding van de
camera erkent.
Een andere reden en in dit onderzoek de belangrijkste, is dat de foto’s symbool kunnen
staan voor de keuzes van de burgerjournalist. Dit onderzoek tracht te meten of professionals en
burgers verschillende nieuwswaarden herkennen of niet. Hiervoor moet een product geleverd
door burgerjournalisten, vergeleken worden met een product geleverd door professionele
journalisten. De grootste bijdrage van burgerjournalisten (aan nieuwsmedia) is visueel
(Mortenson & Keshelashvili, 2013). De beste manier om bijdragen van burgerjournalisten te
onderzoeken is te kijken naar de door hen gemaakte foto’s. Op het moment dat de burger die
foto maakt denkt hij niet aan enkel het plaatje, de tweedimensionale foto. Hij denkt aan datgene
wat op de foto staat. Dat verhaal wil hij kenbaar maken aan de wereld.
22
Hoewel een foto het beste materiaal is om burgerjournalistiek in zijn meest pure vorm te
onderzoeken, dient er bij het gekozen materiaal een kritische noot geplaatst te worden. Men
moet stilstaan bij de rol van de journalistieke redactie van het medium dat de foto verspreidt.
Een foto wordt niet zomaar gepubliceerd. Voordat deze in de krant komt wordt de foto door de
redactie uitgekozen. De burgerjournalistieke nieuwsfoto’s gaan als het ware door een
professionele ‘journalistieke zeef’. In theorie zouden de gepubliceerde foto’s een aantal
‘gelukstreffers’ kunnen zijn, tussen een grote groep niet-‐nieuwswaardige burgerfoto’s. (Dit is
echter niet aannemelijk. Blijkbaar is het aanbod van foto’s gemaakt door burgerjournalisten
groot genoeg om deze keuze te maken.) Of de redacteur kiest enkel de foto’s met
nieuwswaarden die hij zelf interessant vind. Ditzelfde geldt echter voor foto’s van professionele
fotojournalisten. Maar om echt zeker te zijn van een eerlijke steekproef, en dus niet enkel een
aantal gelukstreffers, moet er uit alle foto’s die aan de persbureaus worden aangeboden een
willekeurige hoeveelheid professionele en burgerfoto’s onderzocht worden. Het is echter
onmogelijk om alle nieuwsfoto’s die door burgers gemaakt worden te achterhalen. Daarom is er
gekozen om reeds gepubliceerde foto’s te onderzoeken. Door hierbij te kiezen voor een casus
blijft het te onderzoeken materiaal behapbaar. Daarnaast is een foto na publicatie door de
journalistiek zeef heen, het meest pure product geleverd door een burger. Aan de foto zelf kan de
professional niets veranderen, aan een verhaal wel.
Een onderzoek naar nieuwsfoto’s is dus relevant. Ook als dit betekent dat er om de
nieuwswaarde in de foto te vinden, gekeken moet worden naar de gebeurtenis die de foto toont.
Dat doet de lezer namelijk ook direct, de link leggen met de gebeurtenis die de foto toont. Dit is
een onderzoek naar het verschil in nieuwswaarden die te vinden zijn in nieuwsfoto’s gemaakt
door professionele-‐ en burgerjournalisten. Hierbij gaat het niet om de kwaliteit van de foto an
sich, maar om de nieuwswaarden die deze foto tot nieuwsfoto maken. Die kunnen ook uit de
getoonde gebeurtenis of het achterliggende verhaal naar voren komen.
Tijdens de analyse wordt gekeken naar nieuwswaarden die direct uit de foto naar voren komen
en nieuwswaarden die te vinden zijn door het kennen van het verhaal of de gebeurtenis.
Ter verduidelijking, er wordt onderscheid gemaakt tussen foto’s die men zonder behoorlijke
achtergrond informatie kan analyseren, en foto’s waarbij voorkennis nodig is. Een voorbeeld; we
kunnen er vanuit gaan dat de gemiddelde kwaliteitskrantenlezer Barack Obama herkent als
president van de Verenigde Staten. Zo kan een nieuwsfoto waarop Obama staat direct
gerelateerd worden aan de nieuwswaarden reference to elite persons en reference to elite nations.
Bij diezelfde foto is het dan weer afhankelijk van het nieuwsverhaal achter de foto of er sprake is
van unexpectedness. Het hangt namelijk van het verhaal af of er gezegd kan worden dat de
gebeurtenis, waarbij Obama betrokken is, onverwacht is of niet.
23
De volgende nieuwswaarden moeten direct in de foto zelf te vinden zijn;
1. Reference to elite nations: Toont de foto zichtbaar een link naar een eliteland?
Hierbij haat het om de landen die in onze eigen cultuur, de Nederlandse/Westerse,
gezien worden als elitelanden. Het gaat bijvoorbeeld om landen uit West-‐Europa, leden
van de Europese Unie en wereldmachten. Hieronder een uitputtende lijst met eliteland;
-‐ Australië -‐ België -‐ Bulgarije -‐ Canada -‐ Cyprus -‐ Duitsland -‐ Denemarken -‐ Estland -‐ Finland -‐ Frankrijk -‐ Griekenland -‐ Hongarije -‐ Ierland -‐ Italië -‐ Koninkrijk der Nederlanden -‐ Kroatië -‐ Letland -‐ Litouwen -‐ Luxemburg -‐ Malta -‐ Noorwegen -‐ Polen -‐ Portugal -‐ Roemenië -‐ Rusland -‐ Slovenië -‐ Slowakije -‐ Spanje -‐ Tsjechië -‐ Verenigd Koninkrijk -‐ Verenigde Staten van Amerika -‐ Zweden -‐ Zwitserland
2. Unambiguity: Is een foto duidelijk of niet?
Is het op het eerste gezicht, of na korte bestudering van de foto duidelijk welke soort
situatie of gebeurtenis deze toont?
3. Reference to elite persons: Toont de foto een elitepersoon of niet?
Met elitepersonen worden personen bedoeld die belangrijk, bekend of beroemd te
noemen zijn. Denk hierbij aan staatshoofden, acteurs, zangers of andere personen die bij
het grotere publiek bekend zijn.
24
4. Reference to something negative: Toont de foto iets negatiefs?
N.B: Het gaat hier niet om de achterliggende gebeurtenis, maar om de foto zelf. Het
negatieve moet visueel zichtbaar zijn. Er dient geen rekening gehouden te worden met
de achtergrond van het verhaal. Een foto van een auto refereert niet naar iets negatiefs,
ook niet als men vanuit de achtergrond weet dat in die auto iemand is vermoord. Dit is
immers op de foto niet te zien. Pas als er expliciet iets van de moord zelf op de foto te
zien is (bijvoorbeeld een grote hoeveelheid bloed op de ramen) wordt er naar iets
negatiefs gerefereerd.
5. Meaningfulness(I): Klopt het getoonde beeld met het beeld dat er van een bepaalde
cultuur of bevolkingsgroep bestaat?
Het gaat hierbij om stereotypen of vooroordelen. Hoe denkt men over een bepaalde
cultuur of bevolkingsgroep? Toont de foto een tafereel dat overeenkomt met deze
gedachten, dan is er sprake van meaningfulness(I). Komt deze niet overeen dan is daar
geen sprake van.
N.B. De waarde meaningfulness kan drie verschillende betekenissen hebben, dit is de
eerste, de twee anderen zijn te vinden bij de nieuwswaarden die toe te passen zijn op de
gebeurtenis of het verhaal.
De volgende nieuwswaarden zijn te vinden in de gebeurtenis of het achterliggende verhaal dat de
foto toont;
6. Frequency: Is de gebeurtenis op de foto een kortdurende of een langdurende?
Met een kortdurende gebeurtenis worden gebeurtenissen waarbij urgentie geboden is
bedoeld. Een bomaanslag gebeurt ineens, een protestactie is uiteindelijk eindig. Dit soort
gebeurtenissen zijn frequent. Een langdurende gebeurtenis speelt zich af over een lange
periode zonder dat deze tot een climax komt. Zo’n climax wordt gerekend tot de frequent
gebeurtenissen.
7. Meaningfulness(II): Ligt de getoonde gebeurtenis in lijn met de eigen cultuur?
N.B: In deze studie wordt de Nederlandse en westerse cultuur als de ‘eigen cultuur’
beschouwd. Is er iemand uit deze regio te zien op de foto of speelt de gebeurtenis zich af
in een westers land, dan is er sprake van meaningfulness(II).
8. Meaningfulness(III): Kan de getoonde gebeurtenis impact hebben op de eigen cultuur?
De gebeurtenis speelt zich af in een andere regio dan die van de eigen cultuur, maar kan
wel impact hebben op die eigen cultuur. Denk hierbij aan acties die de politieke leiders in
het eigen land aanzetten tot acties tegen die van het land waar de gebeurtenis zich heeft
afgespeeld.
9. Unexpectedness: Is de getoonde gebeurtenis onverwacht?
25
10. Consonance: Ligt de getoonde gebeurtenis in lijn der verwachtingen?
N.B: Nieuwswaarde 9 en 10 wekken de indruk niet gezamenlijk voor te kunnen komen.
Immers, een gebeurtenis is of onverwacht, of ligt in de lijn der verwachtingen. Toch
bestaan er een aantal situaties waarin beide nieuwswaarden voor kunnen komen. Een
luchtaanval tijdens een oorlog ligt in lijn der verwachtingen. Tegelijkertijd weet niemand
precies wanneer deze plaats zal vinden. Zo’n moment komt vrijwel altijd onverwacht.
Een foto van zo’n gebeurtenissen kan zowel de nieuwswaarden unexpectedness als
consonance bevatten.
11. Reference to persons: Is het getoonde terug te voeren naar acties van personen? Mensen
hebben de neiging gebeurtenissen terug te voeren naar acties van personen. Is dit
mogelijk met de gebeurtenis die de foto toont? Een natuurramp kan men niet
terugvoeren naar een actie van één of meerdere personen, de hulpverlening voor en
tijdens die ramp wel. De mate waarin dit gebeurt kan alleen worden geanalyseerd als
men bekend is met het achtergrondverhaal.
N.B: De waarde threshold is in dit onderzoek van toepassing op alle foto’s. Immers, alle foto’s zijn
gepubliceerd en zijn dus reeds de drempelwaarde gepasseerd. Hetzelfde geldt voor de waarde
continuity, alle foto’s bij elkaar tonen de continuity van het nieuwsverhaal over de Syrische
burgeroorlog aan. De waarde composition, die spreekt over de balans binnen de verhalen in de
krant, zal in dit onderzoek niet worden gebruikt. Dit omdat er geen rekening wordt gehouden
met het selectieproces of de andere verhalen die in de krant te vinden zijn.
In navolging van Galtung & Ruge (1965) wordt er aangenomen dat;
Hoe meer onafhankelijke nieuwswaarden te vinden zijn in een foto, hoe groter de kans dat deze als
nieuwswaardig wordt bevonden. Hoe meer nieuwswaarden in de foto, hoe nieuwswaardiger de
foto wordt beschouwd.
26
4. Methode: Het meten van het verschil In dit hoofdstuk wordt de in dit onderzoek gebruikte methode verder uiteengezet en het codeboek
geïntroduceerd. Daarna volgt een reeks voorbeelden die tonen hoe foto’s gecodeerd moeten
worden. Ook wordt de betrouwbaarheid van het onderzoek bewezen en dat wat opviel tijdens het
coderen besproken.
4.1 Kwantitatieve inhoudsanalyse
In dit onderzoek wordt een kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd. De inhoud van
nieuwsfoto’s van de oorlog in Syrië, wordt in dit mediaonderzoek geanalyseerd. Het gaat hierbij
niet om het maakproces of de perceptie van de foto maar slechts over dat wat uit de inhoud van
het medium naar voren komt.
Deze kwantitatieve analyse is gebaseerd op tweehonderd gepubliceerde nieuwsfoto’s van de
burgeroorlog in Syrië. Daarvan zijn honderd nieuwsfoto’s gemaakt door professionele
journalisten en honderd nieuwsfoto’s gemaakt door burgers. De content die is verzameld is
afkomstig uit de periode vanaf het moment dat de burgeroorlog in Syrië volgens deskundigen
begon, maart 2011, tot de datum van de laatste foto die in deze scriptie is opgenomen, januari
2015. De oorlog in Syrië is op het moment van het schrijven van deze scriptie nog altijd gaande.
In een onderzoek naar het verschil in termen van nieuwswaarden, tussen gepubliceerde
nieuwsfoto’s gemaakt door professionele-‐ en burgerjournalisten is deze corpus goed van
toepassing.
Om de kwantitatieve analyse uit te kunnen voeren is een codeboek opgesteld. Iedere foto wordt
gescoord aan de hand van de nieuwswaarden die in het vorige hoofdstuk zijn besproken. Voor
iedere foto wordt bijgehouden uit welke krant deze komt, of de foto is gemaakt door een
professionele-‐ of een burgerjournalist en wat de naam van de maker is. Deze codering ziet er als
volgt uit:
Figuur 1: Operationalisatie codering nieuwsfoto’s per nieuwswaarde
Hoe deze codering tot stand komt wordt in de volgende paragraaf besproken.
Krant Burg/Prof Maker 1:2Ref.2to2elite2nations 2:2Unambiguity 3:2Ref.2to2elite2persons 4:2Ref.2to2something2negative 5:2Meaningfulness2(I) 6:2Frequency 7:2Meaningfulness2(II) 8:2Meaningfulness2(III) 9:2Unexpectedness 10:2Consonance 11:2Ref.2to2personsFoto21 2 2 Louai'Beshara 2 1 2 2 1 0 2 2 2 0 0Foto22 1 2 SANA 2 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1Foto23 1 2 Zain'Karam 2 1 2 2 1 0 2 2 2 1 0Foto24 4 2 Youssef'Badawi 2 1 2 2 0 0 2 2 2 0 1Foto25 2 2 SANA 2 1 1 2 0 1 2 1 2 1 1Foto26 1 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto27 4 1 Shaam'News'Network 2 2 2 2 1 1 2 2 2 1 1Foto28 4 2 William'Ismail 2 1 2 2 1 0 2 2 0 0 0Foto29 2 2 Baz'Ratner 2 1 2 1 0 2 2 1 2 1 1Foto210 2 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 0 1 2 2 1 2 1Foto211 3 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 0 1 2 2 2 1 1Foto212 2 2 Bassam'Khabieh 2 1 2 1 0 1 2 2 1 2 1Foto213 1 2 JM'Lopez 2 1 2 1 1 2 2 2 1 2 1Foto214 1 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 1 1Foto215 2 2 Ammar'Khassawneh 2 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1Foto216 4 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto217 2 1 Aleppo'Media'Centre 2 1 2 2 1 2 2 2 2 1 1Foto218 3 2 Muzaffar'Salman 2 1 1 2 2 1 2 2 1 2 1Foto219 3 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto220 4 2 UNRWA 2 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1Foto221 2 2 Bassam'Khabieh 2 1 2 1 2 1 2 2 1 1 1Foto222 1 1 Anoniem'(Burger) 2 1 2 1 1 1 2 2 1 1 1Foto223 3 2 Louai'Beshara 2 1 1 2 1 2 2 1 2 1 1Foto224 4 1 Shaam'News'Network 2 1 2 2 1 1 2 2 2 1 1Foto225 2 1 Edlib'News'Network 2 1 2 2 1 1 2 1 2 1 1Foto226 2 2 Aref'Hretani 2 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1Foto227 3 1 Shaam'News'Network 2 2 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto228 3 2 Bryan'Denton 2 1 2 2 1 1 2 1 1 2 1Foto229 4 2 Ahmed'Jadallah 2 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1Foto230 2 2 Ammar'Abdullah 2 1 2 1 1 1 2 2 1 1 1Foto231 1 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto232 4 1 Shaam'News'Network 2 1 1 2 0 1 1 1 1 1 1Foto233 2 1 Aleppo'Media'Centre 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto234 3 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1Foto235 4 2 Giath'Taha 2 1 2 2 1 2 2 2 2 1 1Foto236 2 2 Goran'Tomasevic 2 1 2 1 1 2 2 2 1 1 1Foto237 3 2 George'Ourfalian 2 1 2 1 0 2 2 2 2 1 1Foto238 2 2 Abdelghne'Karoof 2 1 2 1 1 2 2 1 2 1 1Foto239 1 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 1 1Foto240 1 2 SANA 2 1 1 2 1 2 2 2 2 1 1Foto241 4 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 1 1Foto242 2 1 Aleppo'Media'Centre 2 1 2 1 1 1 2 2 2 1 1Foto243 3 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 0 2 2 2 2 1 1Foto244 1 2 File' 2 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1Foto245 4 2 SANA 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto246 2 2 Joseph'Eid 2 1 2 2 1 2 2 2 2 1 1Foto247 1 1 Shaam'News'Network 2 2 2 1 1 1 2 2 2 1 1Foto248 3 2 Lynsey'Addario 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1 1Foto249 4 1 Shaam'News'Network 2 2 2 2 1 1 2 2 2 1 1Foto250 2 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 0 2 2 2 2 1 1Foto251 3 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto252 3 2 SANA 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1Foto253 4 2 Sam'Tarling 2 1 2 2 1 2 2 2 2 2 1Foto254 1 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto255 2 2 Manu'Brabo 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto256 3 2 Thomas'Munita 2 1 2 1 1 2 2 1 2 1 1Foto257 4 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 2 1 1Foto258 1 2 George'Ourfalian 2 1 2 1 1 2 2 2 2 2 1Foto259 2 1 Shaam'News'Network 2 1 2 2 1 1 2 2 2 1 1Foto260 3 1 Shaam'News'Network 2 1 2 1 1 1 2 2 1 2 1Foto261 3 2 Thomas'Munita 2 1 2 1 1 2 2 1 2 1 1
27
4.2 Codeboek
In het vorige hoofdstuk is de Theorie van Nieuwswaarden van Galtung en Ruge (1965) omgezet
naar een voor foto’s bruikbare methode. In deze paragraaf wordt het codeboek dat gebruikt
wordt in deze kwantitatieve inhoudsanalyse, uitvoerig besproken.
Iedere foto wordt gescoord op de in het vorige hoofdstuk genoemde nieuwswaarden die
Galtung en Ruge (1965) hebben opgesteld en die voor dit onderzoek zijn aangepast. Per foto zal
aan iedere nieuwswaarde een score van nul tot twee worden toegewezen. Eén voor wel
aanwezig, twee voor niet aanwezig en nul voor niet van toepassing.
Het scoreoverzicht, en de mogelijke scores per nieuwswaarden verschillen. Een foto
verwijst simpelweg wel (1) of niet naar (2) een eliteland. Maar bij een nieuwswaarde als
meaningfulness ligt dit iets ingewikkelder. Deze waarde kan niet van toepassing zijn op de foto.
Hieronder volgt een codeboek is in dit onderzoek van kracht voor de verschillende
nieuwswaarden.
Nieuwswaarde Mogelijke score
1. Reference to elite nations 1, 2
2. Unambiguity 1, 2
3. Reference to elite persons 1, 2
4. Reference to something negative 1, 2
5. Meaningfulness (I) 1, 2, 0
6. Frequency 1, 2, 0
7. Meaningfulness (II) 1, 2, 0
8. Meaningfulness (III) 1, 2, 0
9. Unexpectedness 1, 2, 0
10. Consonance 1, 2, 0
11. Reference to persons 1, 2, 0
Figuur 2: Codeboek methode Theorie van (Foto)Nieuwswaarden
De waarden threshold en continuity vormen een uitzondering op deze regel. Deze waarden zijn
voor alle foto’s van toepassing en krijgen derhalve bij iedere foto een 1 krijgen toegewezen.
Omdat hierbij geen verschillen kenbaar zijn worden deze waarden binnen het onderzoek buiten
beschouwing gelaten. Ook de waarde composition wordt in dit onderzoek buiten beschouwing
gelaten, de compositie van de krant wordt in dit onderzoek immers niet bekeken.
Ter illustratie wordt per nieuwswaarde een voorbeeld gegeven van een nieuwsfoto die
gescoord wordt met 1 – wel aanwezig -‐ en een foto die gescoord wordt met 2 – niet aanwezig -‐.
28
Voorbeelden nieuwswaarden te vinden in de foto zelf;
1: Reference to elite nations
2: Unambiguity 1: Wel De foto toont een vogel badend in een grote hoeveelheid olie. De vogel zelf is geheel bedekt met olie. Geheel duidelijk is het dat het hier om een olieramp gaat waarvan flora en fauna slachtoffer zijn geworden. Dit is een voorbeeld van een niet ambigue foto.
2: Niet De foto toont het forensisch team dat op zoek is naar informatie over de vermissing van de broertjes Ruben en Jullian in 2013. Hoewel het verhaal zelf niet erg ambigu is, is de foto niet duidelijk. Zo’n foto zal dan ook niet snel gebruikt worden ter verduidelijking.
1: Wel Op deze foto staan de presidenten van de Verenigde Staten en Groot-‐Brittannië, twee wereldmachten. Hier is dus sprake van een verwijzing naar een eliteland. (Voor een uitputtende lijst elitelanden zie vorig hoofdstuk)
2: Niet Op de foto staan de president van Zuid-‐Korea en de president van Laos. Ze geven elkaar een hand op een persmoment nadat ze overleg hebben gehad. Zuid-‐Korea en Laos zijn vanuit westers oogpunt niet erg belangrijke landen. Er is in deze foto dus geen verwijzing naar elitelanden. Derhalve is de foto in het westen niet erg nieuwswaardig.
29
3: Reference to elite persons 1: Wel De foto toont twee personen. President van de Verenigde Staten, Barack Obama, en minister-‐president van Nederland, Mark Rutte. Aanneembaar is dat beide personen bekend zijn bij het krant lezende publiek. Er is dus aantoonbaar een verwijzing naar een elite persoon in deze foto.
2: Niet In de foto hiernaast staan zeven mensen op de foto. Geen van hen is benoembaar als ‘elitepersoon’. Geen van hen is herkenbaar voor het grote publiek.
4: Reference to something negative 1: Wel De foto toont vier uitgemergelde volwassenen en drie uitgemergelde kinderen. Allen slachtoffer van de holocaust. Zonder achtergrondinformatie over de toedracht van de foto zijn er genoeg verwijzingen naar iets negatiefs te vinden in de foto.
2: Niet De foto toont een geboorte van een kind en haar gelukkige vader, in dit geval toenmalige prins Willem Alexander, van Nederland, en zijn dochter Amalia. Er is geen enkele negatieve verwijzing te vinden in deze foto.
30
5: Meaningfulness(I) (Klopt het getoonde beeld met het beeld dat er van een bepaalde cultuur of bevolkingsgroep bestaat?) 1: Wel Op de foto zien we een aantal mensen op een roltrap met een Aziatisch uiterlijk. Het westerse beeld van Aziatische mensen is dat ze overal met een mondkapje rondlopen. Op deze foto hebben vier van de vijf mensen een mondkapje op. Het beeld op de foto komt dus overeen met het algemene beeld.
2: Niet De foto toont een groep mannen met een Arabisch uiterlijk. Eén van hen houdt een kruis omhoog, een teken van het Christendom. Het beeld dat in het westen bestaat van Arabieren is dat ze de Islam aanhangen. Het omhoog houden van het kruis impliceert dat de mannen Christelijk zijn. Dit past niet in het westerse beeld.
Voorbeelden van nieuwswaarden die te vinden zijn in de gebeurtenis of het achterliggende
verhaal dat de foto toont;
6: Frequency
1: Wel De foto toont politicus Pim Fortuyn met een hoofdwond. De foto is genomen nadat hij is doodgeschoten. De moord is een shortterm gebeurtenis die de media stap voor stap kon volgen. Dat maakt dat deze foto een erg frequente gebeurtenis toont.
2: Niet De foto toont een Afrikaans uitziend kind reikend naar een bord met rijst. Het is een duidelijke verwijzing naar een gebied waar sprake is van hongersnood. Hongersnood is vaak een zeer langdurige gebeurtenis en zal niet snel zomaar in het nieuws komen. Als dit wel gebeurt is dit op een moment van climax, dat valt dan weer te typeren als een frequente gebeurtenis.
31
7: Meaningfulness(II): (Ligt de getoonde gebeurtenis in lijn met de eigen cultuur?)
1: Wel De foto toont een bord met affiches voor de Europese verkiezingen in Nederland. Dit is een gebeurtenis die, vanzelfsprekend, erg belangrijk is voor de eigen cultuur. Hier is dus sprake meaningfulness(II).
2: Niet De foto toont een verkiezingsloket in Zimbabwe en verwijst naar de landelijke verkiezingen aldaar. Deze verkiezingen zijn niet belangrijk voor de westerse cultuur. Er is hier dus geen sprake van meaningfullnes(II).
8: Meaningfulness(III) (Kan de getoonde gebeurtenis impact hebben op de eigen cultuur?)
1: Wel De foto toont de Russische president Poetin die zijn stembiljet in de container gooit. De Russische verkiezingen vinden niet plaats binnen de westerse wereld. Maar de uitslag ervan kan er uiteindelijk wel impact hebben op die westerse wereld.
2: Niet Hetzelfde voorbeeld als bij meaningfulness(II) gaat op in dit geval. De verkiezingen van Zimbabwe zullen geen impact hebben binnen de westerse wereld.
32
9: Unexpectedness 1: Wel Dit is een foto van de Tsunami in 2004 in Indonesië. De vloedgolf kwam erg plotseling en onverwacht opzetten. Dit is een voorbeeld van een gebeurtenis die erg onverwacht is.
2: Niet De foto toont een overstroomd gebied in Bangladesh. Bangladesh staat erom bekend vaak met overstromingen te kampen. Deze gebeurtenis ligt dus geheel in de lijn der verwachtingen. Deze gebeurtenis is dus helemaal niet onverwacht.
10: Consonance 1: Wel De foto toont de Syrische groepering ISIS. Na een aanslag in Bagdad eisen zij deze op. De media heeft ISIS neergezet als gevaarlijke terroristische groepering. Deze aanslag ligt in lijn der verwachtingen en komt derhalve in het nieuws.
2: Niet De foto toont de plaats delict van de schietpartij in Noorwegen. De schieter bleek de Noorse Anders Breivik, een blonde autochtone Noor. De media had in de eerste uren de daad al aan moslimterroristen toegekend. De media verwacht aanslagen van moslimterroristen. Deze uitkomst lag derhalve niet in lijn der verwachtingen.
33
11: Reference to persons
1: Wel De foto toont Adolf Hitler aanbeden door omringende aanhangers. Adolf Hitler staat symbool voor de Tweede Wereldoorlog, en wordt overal gezien als de grote schuldige aan het uitbreken van de oorlog, en alle uitwassen hiervan. Deze foto toont een gebeurtenis waarbij sprake is van een verwijzing naar een persoon.
2: Niet De foto toont een vulkaan die dreigt uit te barsten. Een gebeurtenis die op geen manier gezien kan worden als een consequentie van een actie van één of meerdere personen. De foto toont geen verwijzing naar een persoon.
Nadat alle foto’s zijn gecodeerd worden de resultaten gebruikt om het verschil tussen
nieuwsfoto’s gemaakt door professionele journalisten en die gemaakt door burgerjournalisten,
in termen van nieuwswaarden, te vinden.
4.3 Betrouwbaarheid van het onderzoek
Omdat er in dit onderzoek gebruik wordt gemaakt van een kwantitatieve inhoudsanalyse is het
van belang de betrouwbaarheid van de methode aan te tonen. Er moet derhalve worden
bewezen dat het onderzoek herhaalbaar is en herhaaldelijk hetzelfde resultaat zal opleveren.
Om dit te bewijzen is een ‘inter reliability analyse’ uitgevoerd door middel van een KAPPA
analyse. Een willekeurige selectie van dertig foto’s uit het onderzoek zijn door een willekeurige
andere beoordeeld na het lezen van de methode. De resultaten zijn naast elkaar gelegd en
komen overeen met 83,1% en is derhalve betrouwbaar gebleken (zie bijlage 3 voor uitwerking).
4.4 Bevindingen codering
Over het algemeen is de methode goed bruikbaar gebleken om nieuwswaarden in nieuwsfoto’s
te analyseren. Echter, na het uitvoeren van de codering kunnen bij een aantal nieuwswaarden
opmerkingen worden geplaatst.
34
1. Reference to something negative:
Wat is negatief en wat niet? Hoewel er in de methode hiervoor een duidelijke
beschrijving wordt gegeven blijft er altijd een grijs gebied over. Over dit grijze gebied
moet de codeur keuzes maken. Zodra die keuzes zijn genomen moet hier de rest van het
onderzoek aan vast worden gehouden. Bij de waarde reference to something negative
gaat het om de foto zelf, niet het achterliggende verhaal. Het gaat er dus om wat men ziet.
Een voorbeeld: Refereert een foto van iemand met een geweer in zijn hand bijvoorbeeld
direct naar iets negatiefs? Een geweer kan iemand doden. Ongeacht wie of welke partij
met een geweer staat afgebeeld, kan het doden van een persoon niet worden gezien als
positieve gebeurtenis. De keuze is in dit geval dus gevallen op ja, een foto van iemand
met een geweer in zijn hand refereert naar iets negatiefs.
2. Meaningfulness(I);
De waarde meaningfulness(I) wordt van alle nieuwswaarden veruit het vaakst gecodeerd
met een 0 (niet van toepassing). Niet alle nieuwsfoto’s scheppen een beeld van de
cultuur waarover het verhaal gaat. Dit betekent echter niet dat deze nieuwswaarde niet
van toepassing is op foto’s an sich. Op veruit het merendeel van de foto’s is
meaningfulness(I) wel toepasbaar. De codeur moet oppassen dat hij/zij niet op zoek gaat
naar deze waarde als deze simpelweg niet op de foto van toepassing is. Voorbeelden
hiervan zijn foto’s van compleet verwoeste steden waarop niets meer te herkennen is.
3. Frequency:
Daar waar een nieuwsverhaal vrijwel altijd naar een gebeurtenis verwijst doet een
nieuwsfoto dit niet altijd. Er worden soms foto’s gepubliceerd die geen gebeurtenis
tonen. Zo wordt er gebruik gemaakt van foto’s waarop enkel een vlag te zien is. Deze
foto’s tonen geen gebeurtenis. Hoewel het nieuwsverhaal wellicht nieuwswaarden in zich
heeft kan dit over de foto niet worden gezegd. De foto moet de gebeurtenis waarover het
artikel gaat of een verwante gebeurtenis tonen, anders kan de foto niet worden gescoord
op deze waarden.
35
5. Resultaten: Het verschil tussen journalist en burger In dit hoofdstuk worden de resultaten van de kwantitatieve inhoudsanalyse getoond en besproken.
Er is gebruik gemaakt van een ‘Multivariate Analysis of Variance’ (MANOVA) om het verschil, te
karakteriseren in termen van nieuwswaardigheid, tussen gepubliceerde professionele nieuwsfoto’s
en gepubliceerde foto’s gemaakt door burgers te onderzoeken.
Alle tweehonderd nieuwsfoto’s die binnen het corpus vallen zijn beoordeeld en gecodeerd
volgens de in het vorige hoofdstuk besproken methode. Alle nieuwswaarden zijn per foto
beoordeeld met ofwel een 1 (wel aanwezig), 2 (niet aanwezig) of 0 (niet van toepassing). Hoe
dichter het gemiddelde cijfer bij één ligt, hoe vaker de nieuwswaarde voorkomt. In de
onderliggende grafiek is een overzicht te zien van de uitkomst van deze scores. De complete lijst
resultaten is gebundeld en terug te vinden in bijlage 2.
Figuur 3: Gemiddelden per nieuwswaarde voor professionele-‐ en burgerjournalisten
In figuur 3 staan de gemiddelden per nieuwswaarde voor nieuwsfoto’s van zowel professionele-‐
als burgerjournalisten afgebeeld. Bij de waarde reference to persons is het gemiddelde als enige
geheel gelijk. Bij de rest van de nieuwswaarden is allemaal een verschil op te merken.
Verschillen die op het oog opvallen zijn te vinden bij de waarden unambiguity, reference to elite
persons, reference to something negative, frequency, unexpectedness en consonance.
Zoals eerder gezegd, hoe dichter het gemiddelde bij de één ligt, hoe vaker de waarde voorkomt.
Reference to elite persons en consonance komen dus vaker voor in nieuwsfoto’s gemaakt door
professionele journalisten. De waarden unambiguity, reference to something negative, frequency
900 1.000 1.100 1.200 1.300 1.400 1.500 1.600 1.700 1.800 1.900 2.000
Burger
Professional
36
en unexpectedness komen vaker voor in nieuwsfoto’s gemaakt door burgerjournalisten. Of deze
verschillen ook significant zijn, en dus niet onderhevig aan het toeval moet blijken uit de
statistieke data.
5.1 Resultaten: MANOVA
In dit hoofdstuk wordt met behulp van de gecodeerde foto’s statistisch bekeken of er significante
verschillen bestaan in termen van nieuwswaarden tussen de twee groepen; professionele-‐ en
burgerjournalisten. Omdat er sprake is van één onafhankelijke variabele en elf afhankelijke
variabelen wordt er met deze resultaten een multivariate analyse van variantie (MANOVA)
uitgevoerd. Een MANOVA kan het verschil tussen twee of meer groepen, in dit geval
professionele-‐ en burgerjournalisten, voor meerdere afhankelijke variabelen, in dit geval de
nieuwswaarden, tegelijkertijd berekenen.
Om onvoorziene fouten te voorkomen is gebruik gemaakt van een op een Bonferroni
aangepast alfa niveau van significantie van .0045. De nulhypothese wordt dus verworpen als er
sprake is van een significantie die kleiner is dan .0045.
De MANOVA biedt geen mogelijkheid om missende waarden (wanneer een
nieuwswaarde is gescoord met een 0, niet van toepassing) paarsgewijs uit te sluiten. Hierdoor
gaat tijdens een analyse waar rekening wordt gehouden met missende waarden veel bruikbare
data verloren. Om dit probleem zo veel mogelijk op te lossen zijn er twee verschillende
MANOVA’s uitgevoerd. Eén waarbij geen sprake is van missende data (MANOVA I) en één
waarbij de missende waarden zijn uitgesloten van de analyse (MANOVA II).
Na het uitvoeren van beide MANOVA’s wordt voor de nieuwswaarden waarbij een significant
verschil is gevonden ter controle een Kruskal-‐Wallis ANOVA uitgevoerd.
Figuur 4: Missende waarden per nieuwswaarde
Statistics
Ref.
to
elite
nati
ons
Unambi
guity
Ref.
to
elite
pers
ons
Ref. to
somet
hing
negati
ve
Meaningfu
lness (I)
Frequ
ency
Meaningfu
lness (II)
Meaningfu
lness (III)
Unexpecte
dness
Conson
ance
Ref.
to
pers
ons
N Vali
d
200 200 200 200 176 194 199 199 198 196 197
Miss
ing
0 0 0 0 24 6 1 1 2 4 3
37
Bovenstaand schema toont het aantal missende waarden per nieuwswaarde. Hieruit blijkt dat de
eerste vier nieuwswaarden allen met een één (wel) of een twee (niet) zijn gescoord. Deze
nieuwswaarden zullen worden berekend met de eerste MANOVA (I). De laatste zeven
nieuwswaarden zijn allemaal één of meerdere keren gescoord met een nul (niet van toepassing)
en hebben derhalve missende waarden in de test. Deze nieuwswaarden zullen worden berekend
met de tweede MANOVA (II).
N.B: Het valt op dat de nieuwswaarde meaningfulness (I) verreweg het vaakst is gescoord met
een drie (niet van toepassing), te weten 24 van de 200. Dit komt neer dat bij zo’n twaalf% van de
foto’s binnen de gekozen casus de nieuwswaarde meaningfulness (I) niet van toepassing was op
de nieuwsfoto van de burgeroorlog in Syrië. Meaningfulness (I) wordt in dit onderzoek wel
meegenomen omdat het percentage foto’s waarop deze nieuwswaarde wel van toepassing is nog
altijd groot genoeg is om relevant te noemen.
De MANOVA voert een aantal testen uit die het verschil tussen beide groepen over alle
variabelen tezamen berekenen. In deze scriptie wordt de Pillai’s Trace test aangehouden. In de
onderliggende figuren zijn de resultaten van beide MANOVA’s te zien.
Multivariate Testsa Effect Value F Hypothesis df Error df Sig. Partial Eta Squared
Maker Pillai's Trace ,078 4,096b 4,000 195,000 ,003 ,078
Figuur 5: Resultaten significantie MANOVA (I)
Uit de eerste MANOVA, die is uitgevoerd voor de eerste vier nieuwswaarden, blijkt dat er een
significant verschil (F = 4.096, p = 0.003, partiële η2 = .078) bestaat in termen van
nieuwswaardigheid tussen nieuwsfoto’s gemaakt door professionals en burgers.
Multivariate Testsa Effect Value F Hypothesis df Error df Sig. Partial Eta Squared
Maker Pillai's Trace ,316 12,623b 6,000 164,000 ,000 ,316
Figuur 6: Resultaten significantie MANOVA (II)
Ook de tweede MANOVA, die is uitgevoerd voor de overige zeven waarden, toont een significant
verschil (F = 12.623, p = .000, partiële η2 = .316)
Na het uitvoeren van beide MANOVA’s tonen beide analyses een significant verschil.
Onder de nieuwswaarden die in beide testen zijn onderzocht zijn dus significante verschillen
gevonden. Waar dit verschil zit en welke kant deze op gaat wordt in de volgende paragraaf
besproken. Hier wordt ingegaan op het verschil per nieuwswaarde en welke groep daarin meer
of minder heeft gescoord.
38
5.2 Resultaten per nieuwswaarde
Uit bovenstaande schema’s blijkt dat er een significant verschil (Respectievelijk p = .003 en p =
.000) bestaat tussen de nieuwswaarden die te vinden zijn in nieuwsfoto’s gemaakt door burgers
en die gemaakt door professionele journalisten. Uit de grafiek van figuur 3 zijn op het oog bij
meerdere nieuwswaarden verschillen af te lezen. Maar waar de significante verschillen liggen is
nog niet duidelijk. Er zijn immers elf verschillende nieuwswaarden die voor kunnen komen in de
nieuwsfoto’s. Per nieuwswaarde wordt besproken of er sprake is van een significant verschil
tussen foto’s gemaakt door burgers en professionele journalisten.
Tests of Between-Subjects Effects
Source Dependent Variable
Type III Sum of
Squares df
Mean
Square F Sig.
Partial Eta
Squared
Maker Reference to elite nations ,045 1 ,045 ,644 ,423 ,003
Unambiguity ,500 1 ,500 4,476 ,036 ,022
Reference to elite persons ,980 1 ,980 11,401 ,001 ,054
Refercence to something
negative
,605 1 ,605 2,815 ,095 ,014
Figuur 7: MANOVA (I) Resultaten per nieuwswaarde
Reference to elite nations
Foto’s die refereren naar een eliteland komen binnen de casus voor, maar niet vaak. Zowel op
nieuwsfoto’s van professionele journalisten (M = 1.910) als burgers (M = 1.940) wordt in slechts
enkele van de tweehonderd foto’s een referentie gemaakt naar een eliteland. Hoewel er een
klein verschil te zien is tussen beide groepen, waarbij de nieuwswaarde iets vaker voorkomt in
foto’s van professionals dan in die van burgers, is deze niet significant (op een Bonferroni
aangepast alfa niveau .0045, F = .644, p = .423, partiële η2 = .003). Er kan dus niet gezegd worden
dat er in nieuwsfoto’s van burgers vaker de nieuwswaarde reference to elite nations te vinden is
dan bij professionals of vice versa.
Unambiguity
Foto’s blijken vaak duidelijk te zijn. Beide groepen scoren erg hoog als het gaat om de
nieuwswaarde unambiguity. Foto’s van professionele journalisten (M = 1.080) zijn vaker
duidelijk dan die van burgers (M = 1.180), maar dit verschil is niet significant te noemen (op een
Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 4.476, p = .036, partiële η2 = .022). Wel valt op dat
foto’s van professionele journalisten vaak duidelijker zijn dan die van burgers. Burgerfoto’s
tonen regelmatig een foto van een luchtaanval ergens ver weg. De foto dient dan als ‘bewijs’ van
de aanval. Het enige wat de kijker ziet is een pluim rook in de verte. Hoewel het duidelijk is wat
39
de foto toont, zou het ook duidelijker kunnen. Die duidelijkere foto’s zijn vaak terug te vinden bij
de professionele journalisten.
Reference to elite persons Er bestaat een significant verschil in de mate waarop de nieuwswaarde reference to elite persons
voorkomt in nieuwsfoto’s van burgerjournalisten en die van professionele journalisten (op een
Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 11.401, p = 0,001, partiële η2 = .54). Nieuwsfoto’s van
professionele journalisten (M = 1.830) tonen vaker elitepersonen dan nieuwsfoto’s van burgers
(M = 1.970) dat doen. Wat ook opvalt is dat de foto’s van burgers die refereren naar
elitepersonen altijd refereren naar een afbeelding van die persoon. Het is nooit een directe foto
van de persoon zelf. Dit is vrijwel altijd wel het geval bij nieuwsfoto’s van professionals die
refereren naar elitepersonen.
Reference to something negative
Burgerfoto’s (M = 1.260) refereren iets vaker naar iets negatiefs dan foto’s gemaakt door
professionals (M = 1.380). Dit verschil is echter niet significant (op een Bonferroni aangepast
alfa niveau .0045, F = 2.815, p = .095, partiële η2 = .14) te noemen.
Tests of Between-Subjects Effects Source Dependent Variable Type III Sum of Squares df Mean Square F Sig. Partial Eta Squared
Maker Meaningfulness (I) ,208 1 ,208 6,300 ,013 ,036
Frequency 10,127 1 10,127 56,302 ,000 ,250
Meaningfulness (II) ,006 1 ,006 ,160 ,690 ,001
Meaningfulness (III) ,135 1 ,135 ,862 ,355 ,005
Unexpectedness ,634 1 ,634 2,630 ,107 ,015
Consonance ,753 1 ,753 3,357 ,069 ,019
Reference to persons ,000 1 ,000 . . .
Figuur 8: MANOVA (II) Resultaten per nieuwswaarde
Meaningfulness (I)
Meaningfulness (I) verwijst naar het getoonde beeld van een bepaalde cultuur. Als deze
overeenkomst met het beeld dat algemeen bekend is bij de kijker dan is deze nieuwswaarde
aanwezig. Meaningfulness(I) komt vaak voor in de nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië en
is bijna gelijk verdeeld tussen de groep burgerfoto’s (M = 1.00) en de groep professionele foto’s
(M = 1.07). Er is dan ook geen significant verschil (op een Bonferroni aangepast alfa niveau
40
.0045, F = 6.300, p = .013, partiële η2 = .036) in de mate waarop deze nieuwswaarde voorkomt in
foto’s van burgers en professionals.
Frequency
Burgerfoto’s (M = 1.141) tonen vaker gebeurtenissen met de nieuwswaarde frequency dan
nieuwsfoto’s gemaakt door professionals (M = 1.628) dat doen. Dit verschil is significant (op een
Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = 56.302, p = .000, partiële η2 = .250) te noemen. Wat
hierbij opvalt is dat professionele foto’s vaak een algemeen beeld van het oorlogsgebied tonen in
tegenstelling tot burgerfoto’s die zich meer concentreren op één bepaalde gebeurtenis.
Meaningfulness (II)
Meaningfulness (II) verwijst naar gebeurtenissen die in lijn liggen met de eigen cultuur, ofwel
binnen de eigen cultuur plaatsvinden. Binnen het gekozen corpus is de nieuwswaarde
meaningfulness (II) maar weinig terug te vinden. Dit geldt voor zowel de groep burgerfoto’s (M =
1,953) als de groep professionele foto’s (M = 1,965). Er is dan ook geen significant verschil (op
een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F = .160, p = .690, partiële η2 = .001) tussen de mate
waarin de nieuwswaarde meaningfulness (II) voorkomt in de beide groepen.
Meaningfulness (III)
Meaningfulness (III) verwijst naar gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op de eigen
cultuur. Deze nieuwswaarde is in beide groepen, burgerfoto’s (M = 1.835) en professionele foto’s
(M = 1.779), vaker terug te vinden dan de waarde meaningfulness (II). Toch komt deze nog
steeds vaker niet voor dan wel. Ook hier is geen significant verschil (op een Bonferroni
aangepast alfa niveau .0045, F = .862, p = .355, partiële η2 = .005) te benoemen tussen beide
groepen.
Unexpectedness
De nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië tonen regelmatig onverwachte gebeurtenissen.
Burgerfoto’s (M = 1.529) tonen vaker onverwachte gebeurtenissen dan professionele foto’s dit
doen (M = 1.651), maar dit verschil is niet significant te noemen (op een Bonferroni aangepast
alfa niveau .0045, F = 2.630 p = .107, partiële η2 = .015). Wat hierbij opvalt is dat professionele
foto’s vaker een algemeen beeld van het oorlogsgebied tonen (waardoor er ook minder sprake is
van frequency) dan burgerfoto’s, die vaker een bepaalde gebeurtenis tonen. Dit draagt bij aan het
feit dat er minder onverwachte gebeurtenissen getoond worden op foto’s van professionele
journalisten.
41
Consonance
Consonance verwijst naar een gebeurtenis die in lijn der verwachtingen ligt. Deze nieuwswaarde
komt net iets vaker voor in professionele nieuwsfoto’s (M = 1.279) dan in burgerfoto’s (M =
1.412). Maar dit verschil is niet significant te noemen (op een Bonferroni aangepast alfa niveau
.0045, F = 3.357 p = .069, partiële η2 = .019).
Reference to persons
Alle foto’s binnen de gekozen casus verwijzen naar personen. Hierbij is geen verschil te
herkennen tussen burgerfoto’s (M = 1.000) en professionele foto’s (M = 1.000). Er komt dan ook
geen uitslag uit de uitgevoerde MANOVA (II) voor deze nieuwswaarde.
Na het uitvoeren van beide MANOVAs blijkt dat er een significant verschil bestaat
(respectievelijk F = 4.096, p = 0.003, partiële η2 = .078 en F = 12.623, p = .000, partiële η2 = .316)
in termen van nieuwswaardigheid tussen nieuwsfoto’s gemaakt door professionals en burgers.
Deze significante verschillen komen, na het uitvoeren van een Bonferroni correctie, voor bij de
nieuwswaarden reference to elite persons (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, F =
11.401, p = 0,001, partiële η2 = .54) en frequency (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045,
F = 56.302, p = .000, partiële η2 = .250). Ook bij de nieuwswaarde unambiguity (F = 4.476, p =
.036, partiële η2 = .022) is een redelijk verschil te vinden. Dit verschil is echter niet aan te duiden
als significant met een op een Bonferroni aangepast alfa niveau van .0045.
5.3 Resultaten: Controle Ter controle is voor de nieuwswaarden waarvoor de MANOVA een significant verschil aanduidt
een Kruskal-‐Wallis ANOVA uitgevoerd.
Test Statisticsa,b Frequency
Chi-Square 35,566
df 1
Asymp. Sig. ,000
a. Kruskal Wallis Test
b. Grouping Variable: Burger vs. Prof
Figuur 10: Resultaten Kruskal Wallis ANOVA Frequency
Test Statisticsa,b Reference to elite persons
Chi-Square 10,834
df 1
Asymp. Sig. ,001
a. Kruskal Wallis Test
b. Grouping Variable: Burger vs. Prof
Figuur 9: Resultaten Kruskal Wallis ANOVA Reference
to elite persons
42
Beide Kruskal-‐Wallis ANOVA’s tonen aan dat er zowel bij de nieuwswaarde reference to elite
persons (op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, p = .001) als de nieuwswaarde frequency
(op een Bonferroni aangepast alfa niveau .0045, p = .000) een significant verschil waar te nemen
valt. Deze resultaten komen overeen met de eerder uitgevoerde MANOVA’s.
5.4 Nieuwswaardigheid
Met deze resultaten kan uiteindelijk worden bepaald hoe ‘nieuwswaardig’ foto’s van burgers en
professionals gemiddeld zijn. Want zoals Galtung & Ruge (1965) stellen;
“Hoe meer een gebeurtenis de gestelde criteria benadert, hoe eerder die gebeurtenis wordt
geregistreerd als nieuws (Galtung & Ruge, 1965, p. 71).” Ofwel hoe nieuwswaardiger een
gebeurtenis is.
Om erachter te komen wat de gemiddelde nieuwswaardigheid van nieuwsfoto’s gemaakt door
burgers en professionals is wordt er per foto de nieuwswaardigheid uitgerekend. Hiervoor
worden de scores, 1 (wel aanwezig) en 2 (niet aanwezig) bij elkaar opgeteld en gedeeld door het
aantal nieuwswaarden (elf). Vervolgens wordt er met die resultaten een ‘Independent Sample T-‐
Test’ uitgevoerd. Foto’s met missende waarden worden niet meegerekend in deze analyse. Hoe
dichter het gemiddelde van de groep bij één ligt, hoe nieuwswaardiger de foto’s gemiddeld zijn.
Group Statistics Burger vs.
Prof N Mean
Std.
Deviation
Std. Error
Mean
Nieuwswaard
igheid
Burger 85 1,4759 ,08015 ,00869
Professional 86 1,5021 ,11476 ,01237
Figuur 11: Gemiddelde nieuwswaardigheid van nieuwsfoto’s per groep
Bovenstaande grafiek toont de gemiddelde nieuwswaardigheid voor de groepen burgers (M =
1.4759, SD = .08015) en professionals (M = 1.5021, SD = .11476). Uit de T-‐Test blijkt dat er geen
significant verschil (t(169) = -‐1.727, p = .086) bestaat tussen de gemiddelde nieuwswaardigheid
van nieuwsfoto’s gemaakt door burgers, en nieuwsfoto’s gemaakt door professionals.
43
6. Conclusie
Tijdens het onderzoek stond de volgende vraag centraal;
Is er een verschil, te karakteriseren in termen van nieuwswaardigheid, tussen gepubliceerde
professionele nieuwsfoto’s en gepubliceerde foto’s gemaakt door burgers?
Om deze vraag te beantwoorden is gebruik gemaakt van de twaalf nieuwswaarden uit de Theorie
van Nieuwswaarden van Galtung & Ruge (1965). Deze nieuwswaarden zijn omgezet naar
‘fotonieuwswaarden’ en aan de hand van deze nieuwe methode zijn alle foto’s binnen de casus
gecodeerd.
6.1 Nieuwswaarden in nieuwsfoto’s
De bestaande ‘Theorie van Nieuwswaarden’ (Galtung & Ruge, 1965) is toepasbaar op onderzoek
naar krantenartikelen. Om deze in een onderzoek naar nieuwswaarden in nieuwsfoto’s te
gebruiken was het noodzakelijk om de theorie om te vormen naar een op foto’s toepasbare
methode. Om dit te realiseren zijn een aantal stappen genomen:
1. Er is onderscheid gemaakt tussen nieuwswaarden die direct op de foto te zien zijn en
nieuwswaarden die pas kenbaar worden als men het achterliggende verhaal kent.
2. Per nieuwswaarde is bepaald hoe deze te interpreteren is vanaf een foto, met of zonder
achterliggend verhaal.
3. Drie nieuwswaarden zijn binnen dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Te weten,
threshold, continuity en composition.
Na het uitvoeren van het onderzoek blijkt dat alle nieuwswaarden die overbleven in deze
methode, ook daadwerkelijk voorkomen in de gekozen casus.
6.2 Verschil tussen burger en journalist
De verwachting was dat er over het geheel geen enorm grote verschillen zouden bestaan tussen
foto’s gemaakt door burgers en foto’s gemaakt door professionals, in termen van
nieuwswaardigheid. Dit kwam voort uit de theorie van Mark Deuze (2006) over de vloeibare
journalistiek. Als er verschillen zouden bestaan dan zou dit te verklaren zijn vanuit de theorie
over het principe van ‘right place, right time’ (Mortensen, 2014). Burgers zijn vrijwel altijd
sneller ter plekke dan professionele journalisten en naar verwachting zullen gepubliceerde
burgerfoto’s dan ook vaker nieuwswaarden in zich hebben waarbij het tijdsbestek tussen
gebeurtenis en het maken van de foto van belang is. Hierbij gaat het vaak om plotselinge
gebeurtenissen die de nieuwswaarden frequency en unexpectedness in zich hebben. Professionele
44
journalisten komen op hun beurt weer gemakkelijker bij vooraf geplande nieuwswaardige
situaties terecht, zoals persconferenties. Hieruit volgt de verwachting dat professionele
journalisten vaker elite personen tonen in hun foto’s dan burgers dat doen. Hieronder nogmaals
het schematisch overzicht van de verwachtingen:
Nieuwswaarde Verwachting
1. Reference to elite nations Gelijk
2. Unambiguity Gelijk
3. Reference to elite persons Komt meer voor bij professionele journalisten
4. Reference to something negative Gelijk
5. Meaningfulness (I) Gelijk
6. Frequency Komt meer voor bij burgerjournalisten
7. Meaningfulness (II) Gelijk
8. Meaningfulness (III) Gelijk
9. Unexpectedness Komt meer voor bij burgerjournalisten
10. Consonance Gelijk
11. Reference to persons Gelijk
Figuur 12: Verwachting verschillen in nieuwswaarden tussen professionele-‐ en burgerjournalisten
Uit het statistisch onderzoek blijkt dat er wel degelijk een significant verschil is, te
karakteriseren in termen van nieuwswaarden, tussen gepubliceerde nieuwsfoto’s gemaakt door
burgers en professionele journalisten. Dit significante verschil manifesteert zich in de
nieuwswaarden reference to elite persons en frequency. Deze verschillen komen beide overeen
met de verwachting. Hieronder een schematisch overzicht van de resultaten:
Nieuwswaarde Resultaat
1. Reference to elite nations Geen significant verschil
2. Unambiguity Geen significant verschil
3. Reference to elite persons Komt significant vaker voor bij professionele
journalisten
4. Reference to something negative Geen significant verschil
5. Meaningfulness (I) Geen significant verschil
6. Frequency Komt significant vaker voor bij
burgerjournalisten
7. Meaningfulness (II) Geen significant verschil
45
Figuur 11: Resultaten verschillen in nieuwswaarden tussen professionele-‐ en burgerjournalisten
Uit de resultaten blijkt dat zowel journalisten als burgers refereren naar elite personen.
Professionele journalisten doen dit echter significant vaker. Dit komt overeen met de
verwachting vooraf. Een professionele journalist komt, vanuit zijn professie, gemakkelijker op
plaatsen waar elite personen te fotograferen zijn. Burgerjournalisten kunnen bijvoorbeeld niet
zomaar naar een persconferentie van president Assad. Burgerfoto’s, binnen de casus, die wel
refereren naar een elitepersoon tonen altijd een beeltenis van de bepaalde persoon, nooit de
persoon zelf.
De nieuwswaarde frequency komt binnen de casus significant vaker voor in nieuwsfoto’s
gemaakt door burgers dan in nieuwsfoto’s gemaakt door professionals. Dit is te verklaren vanuit
de theorie over het principe van ‘right place, right time’ (Mortenson, 2014). Bij een plotselinge,
of kortdurende gebeurtenis is het tijdsbestek tussen gebeurtenis en het maken van de foto van
essentieel belang. Een burger is vrijwel altijd eerder ter plekke dan een professionele journalist
en zal dus eerder die ene foto hebben die het belangrijkste moment van de gebeurtenis toont.
Dat nieuwsfoto’s gemaakt door burgers vaker de nieuwswaarde frequency tonen dan
nieuwsfoto’s gemaakt door professionals ligt dus in lijn der verwachtingen. Er werd ook
verwacht dat burgerfoto’s vaker de nieuwswaarde unexpectedness zouden tonen. Dit omdat
plotselinge of kortdurende gebeurtenissen vaak onverwacht zijn. Hoewel uit de resultaten wel
blijkt dat deze nieuwswaarde vaker voorkomt in nieuwsfoto’s gemaakt door burgers als in die
gemaakt door professionals, is dit verschil niet significant te noemen. De theorie van Mortensen
(2014) gaat in dit geval gedeeltelijk op.
N.B: In dit onderzoek is enkel bekeken naar de verschillen tussen burgers en professionele
journalisten in nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië. De keuze voor een oorlog als casus
kan van invloed zijn op de uitkomst van dit onderzoek. Zo is te verwachten dat er in
nieuwsfoto’s van een oorlog, gezien de aard van deze gebeurtenis, altijd vaker de nieuwswaarde
reference to something negative te vinden is. Dit werkt door naar de resultaten van dit
onderzoek. In het volgende hoofdstuk wordt er uitgebreider ingegaan op de beperkingen van
deze scriptie.
8. Meaningfulness (III) Geen significant verschil
9. Unexpectedness Geen significant verschil
10. Consonance Geen significant verschil
11. Reference to persons Geen significant verschil
46
6.3 Samenvatting
Uit de resultaten van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat als het gaat om
gepubliceerde nieuwsfoto’s over de burgeroorlog in Syrië, foto’s gemaakt door burgers vaker de
nieuwswaarde frequency tonen dan foto’s gemaakt door professionals. Foto’s gemaakt door
professionele journalisten vaker de nieuwswaarde reference to elite persons tonen. Beide
groepen vullen elkaar dus aan op deze punten. Omdat professionele journalisten gemakkelijker
bij van te voren aangekondigde persmomenten aanwezig zijn, tonen nieuwsfoto’s gemaakt door
professionele journalisten vaker de nieuwswaarde reference to elite persons dan nieuwsfoto’s
gemaakt door burgers. Burgerjournalisten zijn op hun beurt tijdens of na een gebeurtenis
vrijwel altijd sneller ter plaatse. Hierdoor tonen nieuwsfoto’s gemaakt door burgerjournalisten
vaker de nieuwswaarde frequency dan nieuwsfoto’s gemaakt door professionals. Er kan dus
gesteld worden dat professionele-‐ en burgerjournalisten elkaar aanvullen als het gaat om deze
nieuwswaarden.
Er kan worden geconcludeerd dat binnen deze casus enkel verschillen, in termen van
nieuwswaardigheid, te vinden zijn tussen foto’s gemaakt door professionele-‐ en
burgerjournalisten bij nieuwswaarden waarbij de mogelijkheid tot het maken van de foto van
belang is. Voor de rest van de nieuwswaarden, en de algemene nieuwswaardigheid, is geen
significant verschil aangetoond. Voor de nieuwswaarden waar geen significant verschil voor is
aangetoond, zou men kunnen zeggen dat de theorie van Mark Deuze (2006) over de vloeibare
journalistiek opgaat. Ook het feit dat er geen significant verschil te vinden is tussen de
gemiddelde nieuwswaardigheid van professionele nieuwsfoto’s en burgerfoto’s wijst die kant
op. Toch kan dit, zonder meer specifiek onderzoek naar de beweegredenen van de maker van de
foto, niet met zekerheid worden beweerd.
47
7. Discussie
In dit laatste hoofdstuk wordt het nut van deze studie en de bijdrage ervan aan het bestaande
corpus en de academische literatuur kritisch uiteengezet. Ook worden de beperkingen van dit
onderzoek behandeld en aanbevelingen gedaan voor toekomstig onderzoek.
7.1 Academische relevantie
Nieuwswaardigheid
Uit hoofdstuk twee van deze scriptie, het theoretisch kader, blijkt er binnen de bestaande
academische literatuur “een tekort te zijn aan studies die de theorie van nieuwswaarden
toepassen op fotojournalistiek”(Rössler, Bomhoff, Haschke, Kersten & Müller, 2011, p. 415).
Deze studie vult een deel van deze lacune in de onderzoeksliteratuur op. Er zijn niet veel eerdere
onderzoeken bekend waarbij de klassieke nieuwswaarden van Galtung & Ruge (1965) zijn
toegepast op gepubliceerde nieuwsfoto’s. Slechts enkele onderzoeken richten zich überhaupt op
nieuwswaarden in nieuwsfoto’s. Singletary & Lamb (1984) analyseren in hun onderzoek
prijswinnende nieuwsfoto’s en komen tot de conclusie dat klassieke nieuwswaarden ook van
toepassing zijn op foto’s, maar gebruiken deze nieuwswaarden niet om de nieuwswaardigheid
van de foto aan te tonen. Ook Rössler et al. (2011) bespreken in hun onderzoek nieuwswaarden
in foto’s. Deze ‘fotonieuwswaarden’ zijn van toepassing op de criteria die een redactie toepast
tijdens de selectie van foto’s voor een nieuwsblad, en hoe het publiek hierop reageert. Dus niet
op de nieuwswaardigheid van de foto. Deze scriptie onderscheidt zich van eerder onderzoek
door de klassieke nieuwswaarden van Galtung & Ruge om te vormen naar fotonieuwswaarden
en met behulp van deze waarden de nieuwswaardigheid van deze foto’s te toetsen. Nieuwsfoto’s
maken, zoals Rössler et al. het stellen, integraal deel uit van de verslaggeving van het nieuws
(2011, p. 415). Een onderzoek dat bekijkt welke nieuwswaarden in foto’s gevonden kunnen
worden is zeker relevant binnen het academisch veld.
Het verschil tussen professionele-‐ en burger journalist
Het uitgevoerde onderzoek is niet enkel een relevante toevoeging op de academische literatuur
die bestaat over nieuwswaardigheid. Deze scriptie biedt ook een nieuwe blik op het verschil
tussen professionele-‐ en burgerjournalisten. Hoewel er in de laatste jaren steeds meer
onderzoek wordt gedaan naar het verschil tussen de twee, onderscheidt dit onderzoek zich door
een kwantitatieve analyse uit te voeren die het verschil tussen professionals en burgers
rechtstreeks toetst in termen van nieuwswaardigheid. Eerder onderzoek spitst zich meer toe op
de mening van professionals over burgerjournalistiek (Mortensen & Keshelashvili, 2013 en
48
Örnebring, 2013), en richt zich daarbij op verschillen als inhoudelijke kwaliteit, ethische
waarden en betrouwbaarheid. De nieuwswaardigheid van zaken wordt in eerder onderzoek
nauwelijks besproken. Aan de hand van andere waarden worden in deze onderzoeken
uitspraken gedaan over het verschil tussen professionals en burgers. Dit onderzoek zet een stap
verder en bekijkt wat deze eerdere uitspraken voor verwachting scheppen op het gebied van
nieuwswaarden. Vervolgens wordt getoetst of deze uitspraken kloppen binnen de gekozen casus.
In eerder onderzoek doet men wel uitspraken over het verschil tussen professionals en burgers,
maar kan deze niet hard maken. In deze scriptie is getracht het verschil binnen de gekozen
casus, hard te maken. Door het uitvoeren van een kwantitatieve analyse kunnen verschillen
duidelijk aan de hand van cijfers worden blootgelegd.
7.2 Maatschappelijke relevantie
Zoals in de inleiding al even werd aangestipt, rijst met de opkomst van burgerjournalistiek de
vraag wat nog de meerwaarde is van professionele fotojournalistiek. Iedereen kan immers
overal zo een foto maken. En een burger is vrijwel altijd sneller en gemakkelijker ter plekke dan
een journalist die nog van de redactie moet komen. Uit het vooronderzoek blijkt dan ook dat dit
het gebied is waarop de burger zichzelf onderscheidt van de professional. Het principe van right
time, right place (Mortenson, 2014). De verwachting die hieruit voortvloeide was dat foto’s
gemaakt door burgers meer nieuwswaarden zouden bevatten waarbij het tijdsbestek tussen
gebeurtenis en het maken van de foto van belang is. Deze waarden zijn frequency en
unexpectedness. Uit de conclusie blijkt dat er enkel bij de waarde frequency een significant
verschil te vinden is. Dit houdt in dat een gedeelte van deze theorie opgaat.
Professionele-‐ en burgerjournalisten onderscheidden zich in dit onderzoek slechts op
twee nieuwswaarden, de hierboven genoemde waarde frequency, die vaker voorkomt in
burgerfoto’s, en de nieuwswaarde reference to elite persons, die meer te vinden is in foto’s van
professionele journalisten. Hieruit kan niet direct worden geconcludeerd dat professionele
nieuwsfotografen waardeloos zijn geworden. Professionele journalisten fotograferen meer
bekende mensen dan burgers doen. Maar, behalve als het gaat om kiekjes maken van bekende
mensen, onderscheiden professionele journalisten zich binnen dit onderzoek verder niet van
hun burgercollega’s. Ook is er geen verschil gemeten tussen de nieuwswaardigheid van
nieuwsfoto’s gemaakt door burgers en professionele journalisten.
Deze resultaten impliceren dat professionele journalisten zich enkel nog onderscheiden
van hun burgercollega’s doordat ze als professional meer mogelijkheden krijgen op journalistiek
gebied. Een journalist wordt toegelaten tot een persconferentie, een burger meestal niet. Als het
om nieuwswaardigheid van nieuwsfoto’s gaat onderscheidt de professional zich niet meer van de
burger. Sterker nog, doordat burgers vrijwel altijd eerder op de plek van een gebeurtenis zijn
49
onderscheiden zij zich juist van de professionele journalist. Het nut van de fotojournalist als
professie, als het gaat om de nieuwswaardigheid van de nieuwsfoto’s, kan hiermee in twijfel
worden getrokken.
N.B: Hoewel de verschillen die dit onderzoek toont te verklaren zijn met uit eerder onderzoek
voortgekomen theorieën, is het lastig om vanuit dit onderzoek alleen een maatschappelijke
uitspraak te doen over de relevantie van fotojournalistiek als professie. Het onderzoek kijkt
enkel naar nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië die reeds zijn gepubliceerd. De poule foto’s
waaruit de redactie kan kiezen is niet bekend. Dit onderzoek en de ontwikkelde methode, moet
beschouwd worden als aanzet voor uitgebreider onderzoek van waaruit in de toekomst meer
uitspraken kan worden gedaan. In de aankomende paragraaf wordt er dieper ingegaan op de
beperkingen van dit onderzoek.
7.3 Beperkingen van het onderzoek
Zoals in de vorige paragraaf al werd aangestipt zijn er binnen dit onderzoek keuzes gemaakt die
van invloed kunnen zijn op de resultaten en de daaruit behaalde conclusie. In deze paragraaf
worden deze beperkingen van het onderzoek besproken.
Theorie
Binnen de Theorie van Nieuwswaarden (Galtung & Ruge, 1965) wordt onderscheid gemaakt
tussen algemeen geldende nieuwswaarden en cultureel bepaalde nieuwswaarden. Door de keuze
voor de burgeroorlog in Syrië als casus zijn die cultureel geldende nieuwswaarden niet altijd
even zuiver te noemen. Vrijwel alle burgerfoto’s zijn gemaakt door Syrische burgers. Die leven in
een andere cultuur dan de westerse wereld, waarin de foto’s zijn gepubliceerd. Hoewel de
nieuwswaarde voor de foto en degene die de foto publiceert nog steeds opgaat, gaat deze
officieel niet op voor de maker van de foto. Hierdoor zouden de cultureel bepaalde
nieuwswaarden in nieuwsfoto’s gemaakt door professionele-‐ en burgerjournalisten van elkaar
moeten verschillen. Vooraf werd dit gezien als een beperking van het onderzoek. Echter, uit de
resultaten is dit verschil niet op te maken. Toch moet dit punt wel worden aangestipt.
Afbakening: Casus
Door gebrek aan tijd en mankracht is er in dit onderzoek geen plaats geweest om al het
beschikbare materiaal te bestuderen. Daarom is er gebruik gemaakt van een casus:
gepubliceerde nieuwsfoto’s van de burgeroorlog in Syrië. Deze keuze heeft een drietal
beperkende gevolgen gehad in het vervolg van dit onderzoek.
50
1. Er is omwille van tijdgebrek enkel gebruik gemaakt van gepubliceerde nieuwsfoto’s.
Deze nieuwsfoto’s zijn door de redacties van de onderzochte kranten uitgekozen en
derhalve door een ‘journalistiek zeef’ gegaan, alvorens ze zijn gepubliceerd. Er was
geen tijd om gesprekken te voeren met deze redactieleden waardoor de afwegingen
die gemaakt zijn voor het kiezen van de foto, niet bekend zijn bij de onderzoeker. Een
nieuwswaarde waarop deze beperking van invloed kan zijn is meaningfulness(I). Het
is mogelijk dat er veel foto’s door Syrische burgers gemaakt zijn die niet kloppen met
het beeld dat de westerse wereld van de Syrische cultuur heeft. Deze zijn vervolgens
niet gepubliceerd omdat die foto’s worden uitgekozen door de westerse redactie, die
op zoek is naar beelden die kloppen met het westerse beeld. Ook is niet bekend
vanuit welke poel van nieuwsfoto’s de redactieleden hebben kunnen kiezen. Hoewel
dit onwaarschijnlijk te noemen is zou het in het meeste extreme geval zo kunnen zijn
dat uit honderd foto’s, met 99 professionele foto’s en één burgerfoto, net die ene
burgerfoto uitgekozen is.
2. De keuze voor de burgeroorlog in Syrië zorgt ook voor beperkingen. Een oorlog heeft
in essentie vaak al bepaalde nieuwswaarden in zich. Gebeurtenissen in een oorlog zijn
vaak negatiever, onverwachter en korter durend (frequency). Ook gaat het over een
gebeurtenis die zich het gros van de tijd niet in de westerse wereld (de eigen cultuur)
afspeelt. Hierdoor komen nieuwswaarden als meaningfulness (II) en (III)
waarschijnlijk minder vaak voor. Zo kunnen verschillen tussen foto’s gemaakt door
professionals en burgers, binnen deze nieuwswaarden zijn vervaagd.
3. Er is geen rekening gehouden met de perceptie van de foto. Hoe kijkt de krantlezer
ernaar en hoe beoordeeld hij/zij de nieuwswaardigheid van de foto.
Afbakening: Nieuwswaardigheid
De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek komt voort uit de opkomst van de
burgerjournalistiek, en hieruit volgend de vraag wat nog het nut is van professionele
fotojournalisten. Om de verschillen tussen professionele journalisten en burgerjournalisten te
duiden is er gekozen voor de nieuwswaardigheid van de door professionele-‐ en
burgerjournalisten gemaakte nieuwsfoto’s. Hierdoor wordt het eventuele nut van de
professionele fotojournalist enkel getest op het gebied van nieuwswaardigheid.
Hoewel nieuwswaardigheid in de wereld van de journalistiek hoog in het vaandel staat is dit niet
het enige punt waarmee fotojournalisten zichzelf nuttig kunnen bewijzen.
De journalistiek als professie heeft met meer zaken te maken dan het enkel brengen van
nieuwswaardige verhalen. De foto’s in dit onderzoek zijn niet getest op kwaliteit (is het een
mooie foto?), de mate van indruk die deze maakt, ethische waarden of op betrouwbaarheid. Al
51
deze waarden zijn ook van belang bij de afweging van de keuze voor publicatie en de perceptie
van het publiek.
Afbakening: Methode
Er is in dit onderzoek gebruik gemaakt van een kwantitatieve analyse waarbij de
nieuwswaarden voor iedere foto gescoord zijn op een schaal van één op drie. Eén voor wel
aanwezig, twee voor niet aanwezig en nul voor niet van toepassing. Een nieuwswaarde is
simpelweg wel of niet aanwezig. Hierdoor ontstaat er een harde score waarbij er geen ruimte is
voor nuance. Een gedeeltelijke kwalitatieve analyse van de mate waarop een nieuwswaarde in
de foto aanwezig is zou die nuance toe kunnen passen. Dit onderzoek doet enkel uitspraken over
de kwantiteit waarin nieuwswaarden binnen de casus voor beide groepen aanwezig zijn. Niet
over de kwaliteit van de nieuwswaardigheid.
7.4 Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek
In de vorige paragraaf zijn de beperkingen van dit onderzoek besproken. Met die beperkingen in
het achterhoofd kan er advies gegeven worden voor toekomstig onderzoek. Met de nieuwe op
foto’s aangepaste methode zou er vanuit uitgebreider onderzoek meer maatschappelijk advies
voort kunnen komen, voor zowel professionele journalisten en nieuwsredacties als
burgerjournalisten.
Meer materiaal
Uit de vorige paragraaf blijkt dat de gekozen casus in dit onderzoek waarschijnlijk van invloed is
op de resultaten. Een vervolgonderzoek zou dan ook gebruik moeten maken van een zo breed
mogelijke casus. Idealiter zouden alle foto’s die ooit door professionele-‐ en burgerjournalisten
gemaakt zijn en zijn aangeboden aan een nieuwsorganisatie, moeten worden geanalyseerd en
gescoord. Omdat dit zelfs binnen onderzoek met aanzienlijk meer mankracht en tijd, vrijwel
onmogelijk is, zou men kunnen kiezen voor alle foto’s van één bepaalde krant, of te rade kunnen
gaan bij één bepaald persbureau. Op die manier is de casus al veel breder dan de keuze voor één
bepaald onderwerp waarbij sommige nieuwswaarden überhaupt meer voorkomen dan andere.
Gedeeltelijk kwalitatieve analyse
Met de in dit onderzoek ontwikkelde methode is in deze scriptie gebruik gemaakt van een
scoreschaal van één op drie. In toekomstig onderzoek zou er gebruik kunnen worden gemaakt
van dezelfde methode met daarbij een gedeeltelijke kwalitatieve analyse, die op zoek gaat naar
de mate waarop de nieuwswaarde voorkomt in een foto. Dit kan door gebruik van een grotere
52
scoreschaal, van bijvoorbeeld één op vijf of één op tien. Uit de resultaten van dit onderzoek
blijken nieuwsfoto’s gemaakt door professionele-‐ en burgerjournalisten even nieuwswaardig.
Een grotere scoreschaal zou meer nuanceverschillen kunnen tonen.
Diepte-‐interviews
Dit onderzoek biedt bruikbaar materiaal voor een kwalitatieve vervolgstudie. Met de resultaten
uit dit onderzoek in het achterhoofd kunnen er diepte-‐interviews worden gehouden met
redactieleden van de vier onderzochte kranten. Bij voorkeur met degenen die verantwoordelijk
zijn voor de keuze van de gepubliceerde foto’s. Door middel van deze diepte-‐interviews kan er
meer informatie worden gevonden over de keuzes van de redactie, en de grotere poel aan foto’s
waaruit de redactieleden kunnen kiezen. Zo krijgt de onderzoeker meer informatie over de rol
van de redactie en in hoeverre de gepubliceerde foto’s gezien kunnen worden als representatief
voor het werk van professionele-‐ en burgerjournalisten.
Survey
De methode die in dit onderzoek is ontwikkeld kan in toekomstig onderzoek ook gebruikt
worden om survey’s mee af te nemen. Zo zou een onderzoeker de fotonieuwswaarden kunnen
versimpelen en zo krantlezers zelf de foto’s blind laten scoren. Hierdoor kan worden bekeken
hoe nieuwswaardig de lezer de foto vindt. Hierbij kunnen vragen gesteld worden over de ethiek,
kwaliteit van de foto en over hoe betrouwbaar lezers burgerjournalisten beschouwen.
Uit zo’n onderzoek kunnen bepaalde conclusies getrokken worden over de mening van de lezer
over het nut van de fotojournalist als professie in bredere zin.
53
Bibliografie Arnold, D. (2012). Syria: A War Reported By Citizen Journalists, Social Media. Radio Free Europe. Retrieved July 27, 2014, form http://www.rferl.org/content/syria-‐war-‐reported-‐by-‐citizen-‐journalists-‐social-‐media/24630841.html.
Bauman, Z. (2002). The 20th century: the end or the beginning? Thesis Eleven, 70, 15-‐25. Bauman, Z. (2005). Liquid Life. Cambridge: Polity Press. Bell, Allan (1991). The Language of News Media, Oxford: Blackwell. Brighton, P. & Foy, D. (2007). News Values. Londen: Sage Publications. Comittee to Protect Journalists. (2014). 65 Journalists Killed in Syria since 1992/Motive Confirmed. Retrieved July 28, 2014, from http://cpj.org/killed/mideast/syria/. Caplan-‐Bricker, C. (2013). A Guide to Syria’s Best Cititzen Journalism. New Republic. Retrieved July 27, 2014, from http://www.newrepublic.com/article/114532/guide-‐citizen-‐journalists-‐feeding-‐us-‐news-‐syria. Deuze, D. (2006). Liquid Journalism. (Working Paper) Bloomington: Indiana University Eilders, C. (2006). News factors and news decisions: Theoretical and methodological advances in
Germany. Communications, (31) , 5–24.
Field, A. (2009). Discovering Statistics Using SPSS. 3rd edition. London: Sage Publications Ltd.
Galtung, J., & Ruge, M. H. (1965). The structure of foreign news: The presentation of the Congo, Cuba and Cyprus crises in four Norwegian newspapers. Journal of Peace Research, 2 , 64–91. Goode, L. (2009). Social Nes, Citizen Journalism and Democracy. New Media & Society, 11(8), 1-‐19.
Hall, Stuart (1973). “The determinations of news photographs”, in: Stanley Cohen and Jock Young (Eds), The Manufacture of News: Deviance, Social Problems and the Mass Media, London: Constable. Hallin, D. (1992). The passing of the “high modernism” of American journalism. Journal of Communication, 42, 14-‐25. Harcup, T., & O’Neill, D. (2001). What is news? Galtung and Ruge revisited. Journal-‐ ism Studies, 2(2), 261-‐280. Holtz-‐Bacha, C., Kutsch, A., Beck, K., & Schönbach, K. (2006) Editorial Focus: “Emotionalisierung durch Bilder”. Publizistik, 51(1).
54
Kepplinger, H.M., & Ehmig, C.E., (2006). Predicting news decisions. An empirical test of the two-‐component theory of news selection. Communications, 31, 25-‐43.
Kobré, K. (2008). Photojournalism. The Professional’s Approach. 6th edition. Oxford: Elsevier, Focal Press. Lasica, J.D. (2003). Blogs and journalism need each other. Nieman Reports, 57(3), 70-‐74. Li, S. (2012). The April Fifth Movement: Marking the Rise of Citizen Photojournalism in the People’s Republic of China. Visual Communication Quarterly, 19, 68 -‐ 84 Lippmann, W. (1961). Public opinion. New York: Macmillan. Meijer, de, B., (2013). Fotograferen voor een fooi. Bas de Meijer. Retrieved January 6, 2014, from http://basdemeijer.nl/afdruk/fotograferen-‐voor-‐een-‐fooi/. Miller, R. (2005). Journalism Returns to it’s Grassroots. EContent, 28, 22-27.
Mortensen, T.B. & Keshelashvili, A. (2013). If Everyone with a Camera Can Do This, Then What? Professional Threat in the Face of Citizen Photojournalism. Visual Communication Quarterly, 20(3), 144 – 158. Mortensen, M. (2011). When Citizen Photojournalism Sets the News Agenda. Neda Afgha as a Web 2.0 Icon of Post-‐Election Unrest in Iran. Global Media and Communication, 7(1), 4-‐16. Mortensen, T. (2014). Comparing the Ethics of Citizen Photojournalists and Professional Photjournalists: A Coorientational Study. Journal of Mass Media Ethics: Exploring Questions of Media Morality, 29, 19 – 37. Nip, J.Y.M., (2007). Exploring the second fase of public journalism. Journalism Studies, 7(2), 212 -‐ 236. Örnebring, H. (2013). Anything You Can Do, I Can Do Better? Professional Journalists on Citizen Journalism in Six European Countries. The International Communication Gazette, 75(1), 35 – 53.
Östgaard, E. (1965). Factors Influencing The Flow of News. Journal of Peace Research, 2, 39–63. Outing, S. (2005). The 11 Layers of Citizen Journalism. Poynteronline. Retrieved March 6, 2015, from http://www.poynter.org/content_view.asp?id=83126. Pleijter, A. (2013). Help! De journalistiek is vloeibaar. De Nieuwe Reporter. Retrieved January 6, 2014, from http://www.denieuwereporter.nl/2013/04/help-‐de-‐journalistiek-‐wordt-‐vloeibaar.
55
Reese, S. D., (1990) ’The News Paradigm and the Ideology of Objectivity: A Socialist at the Wall
Street Journal’, Critical Studies in Mass Communication, 7, 390-‐409
Rössler, P., Bomhoff, J., Haschke, J.F., Kersten, J. & Rüdiger, M. (2011). Selection and impact of press photography: An empirical study on the basis of photo news factors. Communications, 36, 415-‐439. Raziq, A. (2012). Syrian Citizen Journalists Risk All to Bring Stories from the Frontlines. PR Watch. Retrieved July 28, 2014, from http://www.prwatch.org/news/2012/05/11507/syrian-‐citizen-‐journalists-‐risk-‐all-‐bring-‐stories-‐frontlines.
Singletary, W., & Lamb, C. (1984). News Values in Award-‐Winning Photos. Journalism Quaterly, 6(1), 104-‐108, 233. Wahl-‐Jorgensen, K., & Hanitzch. (2009). The Handbook of Journalism Studies. New York: Routledge. Witschge, T., & Nygren, G. (2009). Journalism: A Profession Under Pressure? Journal of Media Business Studies, 6(1), 37-‐59.
56
Bijlagen
Bijlage 1: Inter Rater Reliability Test
In deze bijlage vindt u de uitwerking van de Inter Reliability Test die is uitgevoerd om de
betrouwbaarheid van de methode aan te tonen. Er is gebruik gemaakt van een KAPPA analyse
om het percentage van de overeenkomst te berekenen. Bij iedere nieuwswaarde is deze
overeenkomst significant gebleken en de methode betrouwbaar gebleken. Alle percentages zijn
bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal nieuwswaarden;
(100% + 75,4% + 100% + 90,2% + 71% + 92,1% + 48,3% + 83,7% + 80,5% + 63.1% + 100%) /
11 = 82.127 %
Reference to elite nations Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa 1,000 ,000 5,477 ,000
N of Valid Cases 30 Resultaten Reference to elite nations
Unambiguity
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,754 ,133 4,144 ,000
N of Valid Cases 30
Resultaten Unambiguity
Reference to elite persons
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa 1,000 ,000 5,477 ,000
N of Valid Cases 30
Resultaten Reference to elite persons
57
Reference to something negative
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,902 ,096 4,964 ,000
N of Valid Cases 30
Resultaten Reference to something negative
Meaningfulness (I)
Resultaten Meaningfulness (I)
Frequency
Resultaten Frequency
Meaningfulness (II)
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,710 ,152 4,062 ,000
N of Valid Cases 30
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,921 ,077 5,664 ,000
N of Valid Cases 30
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,483 ,302 4,448 ,000
N of Valid Cases 30 Resultaten Meaningfulness (II)
58
Meaningfulness (III)
Unexpectedness
Consonance
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,631 ,152 3,854 ,000
N of Valid Cases 30 Resultaten Consonance
Reference to persons
Symmetric Measures
Value
Measure of Agreement Kappa .a
N of Valid Cases 30
a. No statistics are computed because Beoordelaar 1 and Beoordelaar 2 are constants.
Resultaten Reference to persons
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,837 ,111 5,230 ,000
N of Valid Cases 30 Resultaten Meaningfulness (III)
Symmetric Measures
Value
Asymp. Std.
Errora
Approx.
Tb
Approx.
Sig.
Measure of
Agreement
Kappa ,805 ,108 4,852 ,000
N of Valid Cases 30 Resultaten Unexpectedness
59
Omdat beide testpersonen de nieuwswaarde reference to persons met een één (wel aanwezig)
hebben gescoord geeft de KAPPA geen uitkomst. Maar omdat alle resultaten overeen komen kan
worden gesteld dat de overeenkomst 100% is.
60
Kran
tBu
rg/Prof
Maker
1:2Ref.2to2elite
2nations
2:2Una
mbiguity
3:2Ref.2to2elite
2persons
4:2Ref.2to2something2negative5:2M
eaningfulness2(I)6:2Frequ
ency
7:2M
eaningfulness2(II)
8:2M
eaningfulness2(III)9
:2Une
xpectedn
ess10:2C
onsona
nce
11:2R
ef.2to2pe
rson
sFoto21
22Louai'Beshara
21
22
10
22
20
0Foto22
12SA
NA
21
21
12
22
21
1Foto23
12Zain'Karam
21
22
10
22
21
0Foto24
42Yo
ussef'B
adaw
i2
12
20
02
22
01
Foto25
22SA
NA
21
12
01
21
21
1Foto26
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto27
41Shaam'New
s'Network
22
22
11
22
21
1Foto28
42William'Ismail
21
22
10
22
00
0Foto29
22Ba
z'Ratne
r2
12
10
22
12
11
Foto210
21Shaam'New
s'Network
21
21
01
22
12
1Foto211
31Shaam'New
s'Network
21
21
01
22
21
1Foto212
22Ba
ssam
'Khabieh
21
21
01
22
12
1Foto213
12JM
'Lop
ez2
12
11
22
21
21
Foto214
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
11
1Foto215
22Am
mar'Khassaw
neh
21
21
12
22
21
1Foto216
41Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto217
21Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
22
12
22
21
1Foto218
32Muzaffar'S
alman
21
12
21
22
12
1Foto219
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto220
42UNRW
A2
12
11
22
22
11
Foto221
22Ba
ssam
'Khabieh
21
21
21
22
11
1Foto222
11An
oniem'(B
urger)
21
21
11
22
11
1Foto223
32Louai'Beshara
21
12
12
21
21
1Foto224
41Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto225
21Edlib'New
s'Network
21
22
11
21
21
1Foto226
22Aref'Hretani
21
21
12
22
21
1Foto227
31Shaam'New
s'Network
22
21
11
22
12
1Foto228
32Bryan'De
nton
21
22
11
21
12
1Foto229
42Ah
med
'Jadallah
21
21
12
22
21
1Foto230
22Am
mar'Abd
ullah
21
21
11
22
11
1Foto231
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto232
41Shaam'New
s'Network
21
12
01
11
11
1Foto233
21Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
12
1Foto234
31Shaam'New
s'Network
21
21
12
22
21
1Foto235
42Giath'Taha
21
22
12
22
21
1Foto236
22Go
ran'To
masevic
21
21
12
22
11
1Foto237
32Ge
orge'Ourfalian
21
21
02
22
21
1Foto238
22Ab
delghn
e'Karoof
21
21
12
21
21
1Foto239
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
11
1Foto240
12SA
NA
21
12
12
22
21
1Foto241
41Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
11
1Foto242
21Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
21
1Foto243
31Shaam'New
s'Network
21
21
02
22
21
1Foto244
12File'
21
21
12
22
21
1Foto245
42SA
NA
21
21
11
22
12
1Foto246
22Joseph
'Eid
21
22
12
22
21
1Foto247
11Shaam'New
s'Network
22
21
11
22
21
1Foto248
32Lynsey'Add
ario
21
22
22
22
21
1Foto249
41Shaam'New
s'Network
22
22
11
22
21
1Foto250
21Shaam'New
s'Network
21
21
02
22
21
1Foto251
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto252
32SA
NA
11
12
11
21
21
1Foto253
42Sam'Tarling
21
22
12
22
22
1Foto254
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto255
22Manu'Brabo
21
21
11
22
12
1Foto256
32Thom
as'M
unita
21
21
12
21
21
1Foto257
41Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
21
1Foto258
12Ge
orge'Ourfalian
21
21
12
22
22
1Foto259
21Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto260
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto261
32Thom
as'M
unita
21
21
12
21
21
1
1
Bijlage 2: Codering
2
61
Foto262
22To
lga'Bo
zoglu
21
21
11
22
11
1Foto263
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto264
42Mon
a'Mahmoo
d2
12
11
22
22
11
Foto265
41Shaam'New
s'Network
21
21
02
22
21
1Foto266
12Ra
uf'M
altas
21
21
11
21
12
1Foto267
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
21
1Foto268
21Shaam'New
s'Network
21
21
12
21
21
1Foto269
32Tyler'H
icks
21
21
02
22
21
1Foto270
42Moh
amed
'Azakir
21
22
12
21
22
1Foto271
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto272
41Shaam'New
s'Network
22
21
02
22
21
1Foto273
22YA
HYA'AR
HAB
21
22
11
22
12
1Foto274
32Pierre'Torres
21
21
12
22
21
1Foto275
31Shaam'New
s'Network
22
21
01
22
21
1Foto276
21Shaam'New
s'Network
21
21
12
22
21
1Foto277
32Sam'Tarling
21
21
12
22
21
1Foto278
42Moh
amed
'Abd
'El'G
hany
21
11
12
22
21
1Foto279
12Quisar'Len
s2
12
11
12
21
11
Foto280
22SA
NA
21
21
01
22
21
1Foto281
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto282
41Shaam'New
s'Network
22
21
11
22
12
1Foto283
42Meh
met'Engin
22
22
12
22
21
1Foto284
21Shaam'New
s'Network
21
21
12
22
21
1Foto285
12Narcisco'Co
ntreras
21
21
12
11
12
1Foto286
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto287
22Bilal'H
ussein
21
22
11
22
21
1Foto288
42Mahmou
d'Ha
ssano
21
11
12
22
21
1Foto289
11Shaam'New
s'Network
22
22
11
22
21
1Foto290
41Shaam'New
s'Network
22
22
11
22
21
1Foto291
32Thom
as'M
unita
21
21
12
22
21
1Foto292
21Shaam'New
s'Network
21
21
12
22
21
1Foto293
42Kh
aled
'AlXH
arir
11
12
21
21
12
1Foto294
31Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto295
32Tyler'H
icks
21
11
12
22
21
1Foto296
32Tyler'H
icks
21
22
12
22
21
1Foto297
11ErbinC
ity2
22
11
12
22
11
Foto298
22Atef'Safadi
21
21
01
22
11
1Foto299
41Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto2100
22Louai'Beshara
11
12
11
11
21
1Foto2101
42Kh
aled
'AlXH
arir
12
22
01
21
21
1Foto2102
21Shaam'New
s'Network
21
21
11
21
21
1Foto2103
11ErbinC
ity2
22
10
12
11
21
Foto2104
22Men
ahem
'Kahana
11
21
12
21
12
1Foto2105
12Kh
alil'Ashawi
12
21
12
22
11
1Foto2106
31Shaam'New
s'Network
22
21
12
22
21
1Foto2107
41Shaam'New
s'Network
21
21
01
22
21
1Foto2108
42Joseph
'Eid
22
21
10
00
00
0Foto2109
21Shaam'New
s'Network
21
21
12
22
21
1Foto2110
42James'Law
ler'D
uggan
22
21
12
22
21
1Foto2111
12Ho
sar'K
atam
21
21
11
22
12
1Foto2112
11ErbinC
ity2
12
11
12
21
21
Foto2113
31Shaam'New
s'Network
22
22
02
22
12
1Foto2114
32Yuri'Kado
bnov
11
12
11
11
21
1Foto2115
22Louai'Beshara
21
21
11
22
11
1Foto2116
41Shaam'New
s'Network
11
21
11
22
22
1Foto2117
21Edlib'New
s'Network
21
21
11
22
21
1Foto2118
22Marco'Lon
gari
21
21
11
22
21
1Foto2119
32Ah
med
'Abo
ud2
12
11
22
22
11
Foto2120
11Edlib'New
s'Network
22
21
11
21
12
1Foto2121
31Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto2122
31Islamic'State
21
21
11
21
12
1Foto2123
22Kh
aled
'Khatib
21
21
11
22
11
1
62
Foto2124
41Shaam'New
s'Network
22
22
11
22
21
1Foto2125
12Giran'To
masevic
21
22
12
22
12
1Foto2126
21Shaam'New
s'Network
12
21
11
22
21
1Foto2127
32Bryan'De
nton
21
22
12
22
21
1Foto2128
42Hu
ssein'Malla
21
21
12
22
21
1Foto2129
11ErbinC
ity2
12
10
12
12
11
Foto2130
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
21
1Foto2131
32Bryan'De
nton
21
21
12
22
21
1Foto2132
41Mob
ile'Pho
ne2
12
11
12
22
11
Foto2133
12Ha
ssan'Ammar
21
21
12
22
21
1Foto2134
21Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
12
1Foto2135
32Ha
mid'Khatib
21
21
12
22
21
1Foto2136
22Kh
alil'Ashawi
21
21
12
22
21
1Foto2137
11Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto2138
12Yo
ussef'B
adaw
i2
11
22
12
21
21
Foto2139
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
21
12
1Foto2140
41ErbinC
ity1
12
21
22
12
11
Foto2141
32Luca'Locatelli
21
22
22
22
21
1Foto2142
21Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
01
22
12
1Foto2143
41Shaam'New
s'Network
21
22
11
11
21
1Foto2144
11Med
ia'Office'of'D
ouma'City
21
21
11
22
12
1Foto2145
12Ba
ssam
'Khableh
21
21
11
22
12
1Foto2146
32SA
NA
22
12
12
22
21
1Foto2147
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto2148
41Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto2149
21Shaam'New
s'Network
21
12
11
21
21
1Foto2150
22Nou
r'Fou
rat
21
21
11
22
21
1Foto2151
42Gilil'Yaari
21
22
12
22
21
1Foto2152
12Muh
ammed
'Muh
eisen
21
22
12
21
21
1Foto2153
11An
oniem'(B
urger)
21
21
11
22
11
2Foto2154
32Ch
ristoph
er'Gregory
11
12
11
21
21
1Foto2155
31Edlib'New
s'Network
21
22
12
22
21
1Foto2156
41Am
ateu
rvideo
21
21
02
22
21
1Foto2157
21Shaam'New
s'Network
21
12
11
22
21
1Foto2158
32Bryan'De
nton
21
21
12
22
21
1Foto2159
32Sergey'Pon
omarev
21
21
12
22
21
1Foto2160
12An
mar'alXA
rbini
21
21
12
22
21
1Foto2161
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
21
1Foto2162
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto2163
31Edlib'New
s'Network
21
21
12
22
21
1Foto2164
41Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
22
11
22
12
1Foto2165
42Gh
aith'Abd
ulahad
21
21
11
22
12
1Foto2166
21Shaam'New
s'Network
21
21
11
21
21
1Foto2167
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto2168
12An
mar'alXA
rbini
21
21
11
22
12
1Foto2169
11Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto2170
12SA
NA
21
22
12
22
21
1Foto2171
31Ah
rar'a
lXSham
21
22
12
22
21
1Foto2172
41Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
12
1Foto2173
32Ch
ristia
n'Liew
ig1
11
21
12
12
11
Foto2174
21Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
12
1Foto2175
32SA
NA
21
21
11
22
11
1Foto2176
42Bu
lent'Kilic
21
21
12
22
21
1Foto2177
11Ab
uu'Fidaa
21
22
11
11
12
1Foto2178
22SA
NA
22
22
11
22
21
1Foto2179
12Alice'Martin
s2
12
11
22
22
11
Foto2180
22Giath'Taha
22
22
11
22
12
1Foto2181
41Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
21
1Foto2182
21Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
12
1Foto2183
31Shaam'New
s'Network
21
21
11
21
12
1Foto2184
42Be
noit'Tessier
21
12
01
21
21
1Foto2185
11Ab
uu'Fidaa
22
21
11
11
12
1
63
Foto2186
12Ah
med
'Abo
ud2
12
11
12
21
21
Foto2187
41Shaam'New
s'Network
21
21
11
22
11
1Foto2188
41Am
ateu
r'Video
22
21
11
22
12
1Foto2189
42Alaa'AlXM
arjani
21
21
12
21
12
1Foto2190
42Da
rio'Lop
ezXM
ills
21
12
12
21
12
1Foto2191
21Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto2192
12Zain'Karam
21
21
11
21
21
1Foto2193
11Ab
uu'Fidaa
21
22
11
11
21
1Foto2194
21Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
12
1Foto2195
32Malek'Al'She
rmali
21
21
12
22
21
1Foto2196
11Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto2197
31Shaam'New
s'Network
21
22
11
22
21
1Foto2198
12Ab
dullah'AlXSham
21
21
11
22
12
1Foto2199
11Alep
po'M
edia'Cen
tre
21
21
11
22
21
1Foto2200
12Ab
o'Mhio
21
21
12
22
21
1