Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

9
N ieuwsbrief Samenwerkingverband Zuid Met extra aandacht voor: onderwijs- arrangementen 30 maart 2012

description

Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

Transcript of Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

Page 1: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

Nieuwsbrief Samenwerkingverband Zuid

Met extra aandacht voor: onderwijs­arrangementen

30 maart 2012

Page 2: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

2

INHOUDHet LeSLokaaLDit keer de nieuwe bibliotheek van de eerste openluchtschool.

De voorZitter verteLtPeter Bovenlander blikt terug op de studiemiddag voor directies en intern begeleiders van 20 maart jl.

tiPDit keer schijnen we het licht op het boek ‘Stappen naar passend onderwijs ­ Het invoeren van een tussen­voorziening’ van Simone Sarphatie.

oP PaD De redactie ging naar basisschool de elout om te praten over het lesgeven aan kinderen met down­syndroom.

Punt uit!Directeur Frank Bronkhorst reageert op de stelling ‘tussenvoorzieningen: de toekomst van het speciaal basisonderwijs?’

SteDeLiJk nieuwSin de rubriek stedelijke ontwikkelingen houden wij u op de hoogte van de samen werking tussen de verschillende samenwerkingsverbanden.

Het citaatvoormalig adviseur Sardes alfons timmerhuis spreekt zich uit over de betekenis van Passend onderwijs.

ScHooL in BeeLDopenbare basisschool de witte olifant in beeld gebracht.

agenDa De activiteiten van de komende tijd op een rij.

COLOFON

coördinator emmy Lugthartredacteur Lise­Lotte kerkhofontwerp roquefort ontwerpers

Het samenwerkingsverband maakt de nieuwsbrief om iedereen op de hoogte te houden van de activiteiten. Daarnaast wil het samenwerkingsverband via de nieuwsbrief alle scholen nog meer bij de ontwikkelingen betrekken.

Page 3: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

3

Het leslOkaalOnze lens is op zoek naar de praktijk van Passend onderwijs. Heeft u een geschikte rekenmethode voor kinderen met rekenproblemen, een handige klassenopstelling voor gedifferentieerd lesgeven of een ander voorbeeld van Passend onderwijs in of rondom uw leslokaal? E-mail dan de redactie en wie weet staat uw klas de volgende keer in ‘Het leslokaal’. Dit keer de bibliotheek van de Eerste Openluchtschool.

Zoveel mogelijk kinderen goed leren lezen is ongeveer het belangrijkste doel van iedere basisschool. Zonder lezen valt er immers niets te leren. Op de Eerste Openluchtschool kon het lezen nog wat beter uit de verf komen. De school heeft daarom dit jaar gekozen voor VNL (vernieuwen van het niveaulezen). Volgens het team werpt het nu al zijn vruchten af: het plezier en het lees-niveau van veel kinderen is ver-groot. De nieuwe en bijzondere bibliotheek draagt daar na-

tuurlijk aan bij. De bibliotheek is ingedeeld in 12 niveaus, waarbij zowel gekeken is naar het technisch leesniveau als het belevingsniveau. De leer-krachten zijn daarnaast lees-coaches geworden: er wordt door de hele school gelijktijdig gelezen, de eigen leraar helpt boeken uitkiezen, promoveert een leerling naar een volgend niveau en laat leerlingen een korte boekpromotie doen.

Meer informatie over VNL? Check www.obdnoordwest.nl.

Page 4: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

4

Het wordt weer een leerzame lente. Binnen het samenwerkingsver-band staat deze lente vooral in het teken van het verder vormgeven van de doelstellingen van Passend onderwijs. Doelstellingen als: het verbinden van de onderwijskundige en pedagogische ondersteuning binnen de school met de onderwijs-kundige en gezinsondersteuning buiten de school en het snel en goed ondersteunen van kinderen met een speciale onderwijsbehoefte door het organiseren van passende arrange-menten. De discussie tijdens de stu-diedag op 20 maart jl. over wat we verstaan onder extra ondersteuning en basisarrangementen, was erg interessant. Opvallend was dat er nog grote verschillen zijn tussen het interne aanbod van de verschillende scholen. De visie en huidige aanpak van een school bepaalt dan ook welk beeld men heeft van de gewenste ex-terne ondersteuning. Duidelijk werd dat alle scholen op zoek zijn naar kwalitatief hoogwaardig maatwerk dat bij hen past tegen een zo laag mogelijke prijs. Ook willen alle scho-len voldoende zicht en greep houden op wat er extern geboden wordt.

De geopperde ideeën ten aanzien van de samenwerking tussen onder-wijs en jeugdzorg nemen we de ko-mende tijd mee in de ‘proeftuin’. De proeftuin bestaat uit een combinatie van een ‘educatief steunpunt’ voor de onderwijskundige aanpak binnen de school en een ‘pedagogisch steun-punt’ voor de ondersteuning van ou-ders en kinderen buiten de school. Het Ouder- en Kindcentrum (OKC) vormt daarbij het pedagogisch

steunpunt. De inzet van de huidige samenwerkingspartners wordt binnen de proeftuin afgestemd en zo mogelijk uitgebreid met nieuwe partners. Denk aan het schoolmaat-schappelijk werk en medewerkers van Bureau Jeugdzorg.

Een ‘onderwijsadviseur’ aan de onderwijskant en een ‘gezinsadvi-seur’ aan de gezinskant treden in de proeftuin op als integrale regisseurs van alle ondersteuningsactivitei-ten. De afstemming tussen beide adviseurs moet er voor zorgen dat het ondersteuningsproces samen-hang en tempo krijgt en houdt. Elke school heeft als aanspreekpunt een vaste onderwijsadviseur en een vaste gezinsadviseur. Vanuit beide steunpunten wordt bekeken of en in welke mate bestaande en nieuwe budgetten gebundeld kunnen wor-den, waardoor de bezuinigingen zo min mogelijk gaan leiden tot een verschraling van het ondersteu-ningsaanbod.

De proeftuin zal onder een centrale regie op één locatie binnen stads-deel Centrum en op één locatie binnen stadsdeel Zuid rondom een OKC worden ingevuld. Dat betekent dat er in eerste instantie in twee pilots een beperkt aantal scholen zal deelnemen. Rondom deze twee pilots wordt een passende vorm van wijkoverleg en zorgbreedteoverleg opgezet.

De komende maanden wordt het concept van de proeftuin nader uitgewerkt. We houden u daarvan op de hoogte.

De VOORZItteR VeRtelt

De voorzitter van het samenwerkingsverband is Peter Bove lander. Peter is al een aantal jaren de voorzitter van ons swv. Daarnaast is hij plaatsvervangend algemeen directeur van Openbaar Onderwijs aan de Amstel.

De leukste boeken, de nieuwste maga-zines en beste websites? Houd elkaar op de hoogte en geef uw tip door aan de redactie. Dit keer schijnen we het licht op het boek ‘Stappen naar passend onderwijs - Het invoeren van een tussen-voorziening’ van Simone Sarphatie.

Een tussenvoorziening is volgens het ministerie van OCW: “een mogelijkheid om passend onderwijs nabij school te realiseren.” Een nadere omschrijving is er niet. Niet zo gek dus dat er verschil-lende initiatieven bestaan, die elk een tussenvoorziening worden genoemd. Een reden voor Sarphatie om hierover een publicatie te maken.

Sarphatie geeft aan dat er veel verschil-len zijn in voorzieningen, maar dat er wel een basismodel is: het groepsmodel. De tussenvoorziening is volgens Sarphatie namelijk doorgaans gericht op een bepaalde groep. Dit kan een groepje hoogbegaafde kinderen zijn of een klas kinderen met een specifieke beperking. De constructie van deze voorziening is eindeloos. Denk aan het volgen van instructie in de tussenvoorziening, maar het meedraaien in de klas op overige momenten.

De visie van de school, het bestuur en het samenwerkingsverband is bepalend voor de specifieke keuzes. Geen blauwdruk dus in dit boek, maar wel aandachtspunten en kritische suc-cesfactoren waar we op moeten letten bij het overwegen van het instellen van een tussenvoorziening. Denk aan het risico van een status aparte voor deze groep. Sarphatie waarschuwt hiervoor een geeft mogelijkheden om dit te voor-komen.

‘Stappen naar passend onderwijs’ is te bestellen door € 32,50 (+ € 3,00 verzendkosten) over te maken op ing 5794185 t.n.v. consultaal, almere, o.v.v. ‚Stappen’ en uw naam en adres. iSBn 978­90­815420­2­9.

tIPs

‘Stappen naar passend onderwijs’

Page 5: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

5

OP PaDDe redactie neemt u mee naar plek-ken waar driftig wordt overlegd en gewerkt aan nog beter onderwijs. Dit keer gingen we naar basisschool de Elout.

Leren door te doenDirecteur Jan: “Laat ik beginnen met aangeven dat het geen bewuste keuze geweest is om kinderen met downsyn-droom nu juist bij ons les te geven. De komst van deze kinderen is op natuur-lijke wijze de afgelopen jaren gegroeid. Het begon met een telefoontje van één ouderpaar. Zij vertelden dat ze een regu-liere school voor hun kind zochten, maar nergens terecht konden. Bij het ontwik-kelen van ons zorgprofiel hebben wij als team geconcludeerd dat we kinderen met het downsyndroom in ieder geval tot groep 3 konden opvangen, dus ik nodigde de ouders uit voor een gesprek. Een kennismaking, waarin we de ver-wachtingen en mogelijkheden van onze school en het team voor hun kind samen

bekeken. Na een uitgebreide observatie van het kind, vooral om te kijken of het kind qua gedrag wel mee kan draaien in een groep, gesprekken met mijn team en overleg met de ouders besloten we om het te proberen.” Proberen, omdat het volgens Jan lastig te voorspellen was hoe het echt zou zijn, het team ook niet in eens de kennis had van het werken met deze kinderen en hij – als leiding-gevende- iemand is, die graag vanuit de praktijk ontdekt waar de mogelijkheden en grenzen liggen van het leraarschap. Leren door te doen.

Waardevol Het is volgens het team van de Elout waardevol dat kinderen elkaar op school leren kennen en ouders reageren, net

als de andere leerlingen, volgens juf Anneloes en Jan ook altijd positief op de kinderen. Jan: “Deze kinderen ontroeren je snel en maken ons werk extra bijzon-der. Ik ben jaren geleden het onderwijs in gegaan om er juist te zijn voor kinderen, die je echt nodig hebben om te leren en te groeien. Door een beroep te doen op je vakmanschap kom je beslagen ten ijs.” Anneloes: “Natuurlijk vond ik het wel even spannend toen ik een kindje met down in mijn groep kreeg en ik kan het niet ontkennen: het is intensief om deze kinderen bij de groep te houden. Dit, doordat ze onvoorspelbaar blijven, vaak in onveilige situaties géén gevaar zien en je altijd uitproberen. Kinderen met downsyndroom zijn uniek, eigenzinnig en charmant. Als je consequent bent,

‘Lesgeven aan kinderen met downsyndroom: is een beroep doen op je vakmanschap’

op de kleurrijke basisschool de elout in oud­Zuid zit­ten, sinds vijf jaar geleden het eerste kind kwam, nu een aantal kinderen met downsyndroom. Hoog tijd om eens een kijkje te nemen en in gesprek te gaan met directeur Jan verlaan en groepsleerkracht anneloes Dusseljee over wat het onderwijs aan deze groep kinderen inhoudt. wat betekent het voor de leraren en wat heeft de school aan

extra ondersteuning nodig? en welke mogelijkheden biedt het samenwerkingsverband hier, vanuit de nieuwe wet Passend onderwijs, straks voor? tijdens het gesprek werd snel duidelijk dat werken met kinderen met downsyn­droom leraren een beroep laat doen op hun vakmanschap, waarbij ondersteuning in de klas pure noodzaak is.

Page 6: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

6

dan accepteren ze wel gewoon je gezag. Ik behandel deze kinderen eigenlijk net als elk kind. Ik probeer een veilige en leerrijke omgeving te creëren en stem mijn instructie zoveel mogelijk op het kind af, maar ik kan dat voor deze kinde-ren niet zonder extra handen in de klas.”

“Extra handen in de klas pure nood­zaak”Anneloes staaft haar uitspraak met verschillende voorbeelden. Situaties die met leren, het individuele gedrag, prak-tische problemen of met de veiligheid te maken hebben. Zo zijn kinderen met downsyndroom vaak klokzindelijk. Dit betekent dat ze er aan herinnerd moe-ten worden om naar de wc te gaan. Je bent dan niet altijd op tijd om ongelukjes te voorkomen. Zonder onderwijsas-sistent verstoren dit soort praktische situaties de les te vaak. Het belangrijkste vind Anneloes het garanderen van de veiligheid voor alle kinderen. Extra ogen en handen zijn, bijvoorbeeld bij het gymmen, noodzakelijk om gevaarlijke situaties te voorkomen. Voor het leren is er vanuit cluster 3 ambulante onder-steuning, maar dat is maar een half uur

per kind per dag. De onderwijsassistent is daarom ook druk met het helpen verwerken van lesjes, want dat kunnen ze niet zelfstandig. Begrijpend lezen en rekensommen zijn voor de kinderen, door het abstracte karakter van de stof, erg lastig. De grootste uitdaging van kinderen met downsyndroom is toch echt het gedrag. Jan: “De voorwaarden aan de komst van deze kinderen helpen ons hier wel bij. Zo moeten deze kinde-ren gewoon mee kunnen draaien met een groep en corrigeer- en hanteerbaar gedrag hebben. Van ons mogen ouders verwachten dat we altijd zorgen voor de onmisbare extra handen in de klas.”

Reële verwachtingen scheppenNieuwsgierig naar de tevredenheid van ouders van deze groep kinderen, begrepen wij dat de school niet altijd kan voldoen aan de verwachtingen van hun ouders. Doen we wel of geen gebaren-cursus om nog beter om te kunnen gaan met kinderen met downsyndroom en zo ja wie volgt die cursus dan? Moeten we dan ook alle kinderen gebaren leren in de hoop dat de aansluiting tussen deze en andere kinderen nog beter wordt?

En hoe hard en vaak stimuleer je deze kinderen om nieuwe dingen te leren, als je weet dat ze uit veiligheid het liefste dingen doen die ze al kunnen. Vraag-stukken, die regelmatig in het team be-sproken wordt. Jan: “Onze intern bege-leider is bezig met het ontwikkelen van een gedragsprotocol, dat schept voor de toekomst nog meer duidelijkheid. Voor het team en de ouders. Alle lessen die we hebben getrokken, komen hierin terug. Het is aan ons om uit te leggen dat we, gezien alle andere verplichtin-gen, niet altijd kunnen voldoen aan alle verwachtingen van ouders.”

Vereenzaming ligt op de loer Eén van de belangrijkste uitdagingen voor de komende tijd? Het tegengaan van de vereenzaming van deze kinderen als ze in de middenbouw komen. Jan: “We merken dat kinderen met downsyn-droom in de kleuterklas sociaal gezien goed mee komen, maar dat ze vanaf hun zesde meer alleen komen te staan.” Jan vervolgt: “Kinderen zijn vanaf hun zesde een aantal jaar heel erg op zichzelf gericht, terwijl er tegelijkertijd ook van nature een groepsvorming plaatsvindt.”

Page 7: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

7

Frank Bonkhorst: In de ideale wereld van het basis­onderwijs zouden 2 scenario’s aannemelijk zijn:1. In 2015 is het speciaal basisonderwijs aanzienlijk kleiner, want het reguliere basisonderwijs kunnen dan nog meer leerlingen aan dan nu2. In 2020 is er geen speciaal basison­derwijs meer, want het reguliere basis­onderwijs kan dan alle leerlingen aan

De realiteit is echter dat het speciaal ba­sisonderwijs (SBO) al jaren de beweging maakt van de zogenaamde “schuivende panelen”: een beweging tussen speciaal onderwijs en basisonderwijs. Logisch, want het gaat om maatwerk voor kinde­ren. Deze verschuivingen zullen, onder invloed van politieke­ en onderwijsin­houdelijke keuzes, ook blijven. De vraag naar SBO­scholen zal dus ook niet snel verdwijnen. Nu is wel het moment voor het reguliere basisonderwijs om in nieuwe samenwerkingsvormen met het SBO, een impuls te geven aan een brede professionalisering door uitwisseling, ondersteuning en scholing.

PUNt UIt!In ‘Punt uit!’leest u in pak en beet 20 regels het commentaar van een collega over een zaak die hij of zij belangrijk acht. Het commentaar kan gericht zijn op een onderwerp in de klas of in de school of een bestuurlijke kwestie. De redactie hoort graag welke zaak u bezighoudt. Aan de redactie welk commentaar wanneer verschijnt. Dit keer directeur Frank Bonkhorst van Tobiasschool (speciaal basis onderwijs en VMBO neven-vestiging zorg).

‘Tussenvoorzieningen: de toekomst van het speciaal basisonderwijs?’

Kinderen met downsyndroom - ook bij stimulatie van de juf of meester- kunnen in dit proces niet goed meekomen. In de bovenbouw staan kinderen weer meer open voor wat er om hun heen gebeurt en zijn ze juist geneigd om het kind in de groep op te nemen. Het team wil daarom nu twee kinderen met downsyndroom in één middenbouwgroep samen laten doorgroeien.Het is nog een bespreekpunt, want de ouders willen voor hun kind het liefste de volle aandacht van de juf of meester.

Ambities Ambities om elk kind passend onderwijs te geven, zijn er volop. Jan: “Ik zou het liefst een groot deel van de overleggen, waarin je met heel veel mensen aan tafel zit, schrappen. Ik wil namelijk snel knopen doorhakken. Als er een probleem is op de tussenschool is, wil ik dit bespreken met de direct betrokkenen en zo snel mogelijk met de oplossing aan de slag. Dit scheelt veel tijd en dus geld. Die middelen kunnen we dan besteden aan programma’s voor de kinderen, het veilig stellen van de extra begeleiding in de klas en het uitbreiden van ondersteuningsmogelijkheden.” Ideeën over het bundelen van de verschillende geldpotjes zijn er ook. Het inrichten van aparte klasjes met kinderen, die allemaal een specifieke leerbehoefte hebben, zien ze op de Elout niet zitten. Met: “Passend onderwijs gaat nu juist om samen in de klas te spelen en te leren”, sluit Jan het inspirerende gesprek.

Page 8: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

8

steDelIJk NIeUWs

De schoolbesturen in Amsterdam en Diemen bereiden zich dit schooljaar intensief voor op passend onderwijs. Dit bekent onder meer het opzetten van één samenwerkingsverband. Een nieuw stedelijk samenwerkingsverband passend onderwijs opzetten voor heel Amsterdam/ Diemen is geen eenvou-dige zaak. Het gaat om bijna 62.000 leerlingen, 46 schoolbesturen en ruim 200 scholen. Het heeft dan ook enige maanden geduurd om een eerste kader te beschrijven voor het nieuwe samen-werkingsverband. De besturen hebben in januari een eerste koersnotitie vast-gesteld. Hierin gaat het om de volgende uitgangspunten:

• we sluiten aan bij het “eigen kracht” denken

• passend onderwijs moet plaats-vinden in de klas

• onderwijsondersteuning en (pre-ventieve) jeugdzorg organiseren scholen met de OKC vanuit de wijk

• de onderwijsondersteuning is laag-drempelig in de toegang en van een hoogwaardige kwaliteit

• hulp is beschikbaar op basis van de vraag en we sturen op resultaten

• zorg nemen we niet over, we helpen jou het zelf te kunnen

• we geloven in het zelforganiserend vermogen (van gezinnen, leerkrach-ten en scholen)

• we hoeven niet alles te kunnen, maar we willen het leren

• wat we niet zelf kunnen (leren) doen we samen met anderen reaucratie en grotere beheersbaarheid van de uitgaven. Landelijke indicatie-criteria voor speciaal onderwijs en rugzak verdwijnen. Samenwerkings-verbanden moeten de toekenning van ondersteuning en plaatsing in het speciaal onderwijs zelf regelen binnen een vastgesteld budget.

Voor de inrichting van het nieuwe samen werkingsverband is het van be-lang de wettelijke taken goed te regelen.

Nu de koersnotitie is vastgesteld kan de uitwerking van start gaan. Er wordt nu een werkorganisatie ingericht, die in korte tijd de concrete voorbereidingen op het nieuwe samenwerkingsverband gaat uitvoeren. Daar worden ook direc-teuren en intern begeleiders bij betrok-ken. De koersnotitie kunt u opvragen bij uw schoolbestuur.

‘Koersnotitie stedelijk samenwerkingsverband’

DRS. ALFONS TImmERhuIS voormalig adviseur Sardes

“Passend onderwijs brengt aanpas­singen in de structuur met zich mee, maar uiteindelijk moet de maat worden genomen bij het kind bij wie het niet vanzelf gaat.” Drs. Alfons Timmerhuis (1955) voormalig adviseur Sardes

Een spraakmakend citaat, wijze levensles of opmerkelijke uitspraak van uw collega, bekende filosoof of eigenzinnige pedagoog waar we blij van worden of harder door gaan werken. De redactie ontvangt graag uw citaat.

In de rubriek stedelijke ontwikkelingen houden wij u op de hoogte van de samen-werking tussen de verschillende samenwerkingsverbanden.

Het CItaat

Page 9: Nieuwsbrief Zuid - 30 maart 2012

9

aGeNDavoor de komende periode staan de volgende overleggen op de agenda:

wiJkgericHt Samenwerkenmaandag 2 april Rivierenbuurt 13.00 – 14.15 uur Anne Frankdinsdag 3 april Binnenstad 9.00 – 11.00 uur Witte Olifantdonderdag 19 april Museumkwartier 9.00 – 11.00 uur OOadAdonderdag 19 april Apollobuurt 13.00 – 15.00 uur AMSdinsdag 24 april Centrum west 13.00 – 15.00 uur OKC Lindengracht

trekkerSgroePdinsdag 3 april 14.30 – 16.00 uur OKC Lindengracht

DageLiJkS BeStuurwoensdag 11 april 11.00 – 12.30 uur OOadA

kerngroePmaandag 16 april 15.00 – 17.00 uur OOG

BeSturenoverLegdonderdag 26 april 9.00 – 11.00 uur OOG

sCHOOl IN BeelD

De scholen in het samenwerkingsverband zien er erg verschillend uit. Logisch, want de ene school ligt middenin de stad aan de gracht, terwijl de andere school nabij een weiland ligt. Om een beeld te krijgen van onze prachtige scholen laten we elke keer een andere school zien. Dit keer de Witte Olifant een openbare basisschool, gelegen vlakbij de Nieuwmarkt.