Nieuwsbrief Zorginnovatie - portal.juliuscentrum.nlportal.juliuscentrum.nl/Portals/0/Zorginnovatie...

3

Click here to load reader

Transcript of Nieuwsbrief Zorginnovatie - portal.juliuscentrum.nlportal.juliuscentrum.nl/Portals/0/Zorginnovatie...

Page 1: Nieuwsbrief Zorginnovatie - portal.juliuscentrum.nlportal.juliuscentrum.nl/Portals/0/Zorginnovatie nieuwsbrieven... · Nieuwsbrieflezer Teun Lucassen, ... Gerben Goudriaan werkt als

Nieuwsbrief Zorginnovatie

Nieuwsbrief nummer 486, 6 mei 2012

Standby tarief en eigen bijdragen: oplossing voor spoedposten

Stel, in een spoedpost zijn een huisartsenpost en een Spoedeisende hulpafdeling van een ziekenhuis opgegaan. De gezamenlijke organisatie

ontvangt een standby tarief per inwoner uit het verzorgingsgebied. De spoedpost ontvangt dat bedrag ongeacht het aantal patiënten dat zij ontvangt. Daarnaast ontvangt de organisatie van elke patiënt een eigen bijdrage van twintig euro. Dat kan zonder gevaar voor de volksgezondheid zo blijkt uit  twee studies: patiënten met spoedklachten laten zich niet weerhouden door zo’n bedrag om naar de  spoedpost te gaan. De bevolking waarvoor de spoedpost werkt, heeft via brochures, cursussen, patiëntenverenigingen en massamedia scholing ontvangen rond de vraag bij welke lichamelijke of psychische symptomen wel of geen spoed in het geding is. Huisartsen hebben in de ochtendspreekuren meer

ruimte om spoedpatiënten te behandelen. De spoedpost kan ’s avonds al een afspraak regelen via het internet met de eigen huisarts op de

volgende ochtend. Indien al deze systeemwijzigingen zouden plaatsvinden,  zou de vraag naar spoedzorg een aantal jaren dalen. Al deze kennis deed ik een aantal jaren geleden op tijdens een studiereis naar Nieuw-Zeeland. Al deze kennis kwam weer boven, toen ik op zaterdag 5 mei de

uitstekende reportage in Medisch Contact las over de spoedpost van het Kennemer Gasthuis te Haarlem. Die post functioneert thans tien jaar,

verhoogde de kwaliteit van de spoedzorg en leidde tot kostenverlaging. Alleen lukt het niet om in al die jaren een gepaste bekostiging te regelen.

Zorgverzekeraars, koepelorganisaties, adviesorganen en ministerie komen er niet uit.  Net als andere spoedposten staat die in het Kennemerland daarom onder druk. Of die nog bestaat over anderhalf jaar, is de vraag.  Tot zover dit droeve bericht. In de Masterclass Kwaliteit en financiën van zorg die in spetember start, besteden wij veel aandacht aan beleid dat kwaliteit van zorg verhoogt en tegelijk kosten bespaart. Klik hier voor

meer informatie.  

Zorggroepen en zorgverzekeraars gaan experimenteren met patiëntprofielen

Huisartsenzorggroepen en zorgverzekeraars gaan pilots inrichten met patiëntprofielen om zo de benodigde zorg voor een totale cliëntenpopulatie in kaart te brengen. Dat zou weer de basis kunnen zijn voor de zorgcontractering van chronische aandoeningen. Daarbij bevordert het gebruik

van patiëntprofielen het werken met een individueel zorgplan per patiënt. Dat is een wens van de patiëntenorganisaties. De hoop is 1. te kunnen contracteren voor verscshillende zorggroepen (voor bv diabetes, COPD, CVRM)  heen en 2. een standaard te introduceren zodat alle verzekeraars op dezelfde wijze contracteren. Hiervoor zijn pilots in aantocht. Die sluiten aan op een pilot in Houten. Daar is het model al getoetst. Er blijken

al veel van de benodigde gegevens inderdaad voorhanden te zijn. Houten is positief en ziet verdere mogelijkheden. De oorspronkelijke in Houten

gebruikte, zeer gedetailleerde registratie om te komen tot berekeningen van benodigde zorg en de kosten daarvan, kunnen in het model

teruggebracht worden tot een overzichtelijk en hanteerbaar schema. In de komende maanden worden nieuwe ‘koppels’ van zorgverzekeraars en

zorggroepen gezocht om als pilot voor de werking van het model te fungeren. Op dit moment zijn zes potentiële pilotplekken in beeld. Aan het eind van het jaar wordt de balans opgemaakt in een vervolgbijeenkomst bij Zorgverzekeraars Nederland. Wie interesse heeft voor deelname aan

een pilot of meer informatie wil, kan contact opnemen met Martien Bouwmans, beleidsadviseur Zorg bij ZN. Telefoon: 030 - 698 83 22, e-mail:

[email protected]. Bouwmans besprak al deze informatie als docent in een sessies van de Julius Masterclass Chronische Zorg. Tot zover dit

bericht. Op het congres chronische zorg dat Vilans en de Julius Academy organiseren op vrijdag 29 juni, komt het contracteren op basis van

patiëntenprofielen uitgebreid aan de orde. Wil je daarheen/ Klik dan hier. 

Instrument voor vroegsignalering opvoedproblemen slaat aan

De SPARK is een instrument voor vroegsignalering van opvoedproblemen van 18 maanden oude peuters. Jeugdverpleegkundigen en hun staf

hebben tijdens een regio toer van Julius onderzoeker dr. Henk van Stele en Zeeuwse jeugdverpleegkundige Ingrid Staal het instrument omarmd.

Die toernee vond plaats in de afgelopen weken. ZonMw bekostigde de rondtoer. Ook de Inspectie Jeugdgezondheidszorg was enthousiast over het

instrument. De Jeugdgezondheidszorg reageerde vooral positief over de integere manier waarmee de SPARK is ontwikkeld en onderzocht: in

samenwerking en voortdurende afstemming met het werkveld. De gestructureerde en valide methode voorkomt kindermishandeling, verdriet bij

ouders en kind en kosten van zorg op lange termijn. Hoogleraar jeugdgezondheidszorg Frans Feron reageerde tijdens de regiotoer in Eindhoven:

'De investering die je nu doet bij de jeugd, kun je later terug verdienen. Mijn advies is dan ook om in economische recessie te investeren in de

jeugd.' Twee organisaties hebben al aangegeven mee te willen werken aan het implementatietraject van de SPARK, wie volgt? Neemt contact op

met Suzanne van der Linden - Kleikers via [email protected] en telefoonnummer 088-7568751. Tot zover dit bericht. Op vrijdag 20

september vindt het nationale congres over recente ontwikkelingen rond Centra voor Jeugd en Gezin plaats. Daarin is volop plaats voor nieuwe

ontwikkelingen in de meetinstrumenten. Noteer alvast de datum. Het programma verschijnt over enkele weken.

Congres spoedzorg vindt plaats op donderdag 15 november in Domus Medica

Zes actuele thema’s staan centraal op twaalfde nationale congres over recente ontwikkelingen in de spoedzorg. Dat vindt op donderdag 15

november plaats in de Domus Medica te Utrecht.  De zes thema’s zijn: 1. de medische opvang na de recente schietpartij in een winkelcentrum

te Alphen aan de Rijn 2. de crisisbeheersing in zorginstellingen 3. De toekomst van het Calamiteitenhospitaal in Utrecht 4. Logistieke

vraagstukken in de spoedzorg 5. Recente ontwikkelingen in de acute psychiatrie en 6. concentratie en profilering van de SEH’s. Het

Spoedzorgcongres is mede mogelijk gemaakt met ondersteuning van de ROAZ  regio Midden Nederland en West Nederland. Wil je naar dit congres? Klik dan hier, lees de uitgebreide brochure, meld je aan en doe nieuwe

kennis(sen) op. 

Wikipedia even goed als de Encyclopaedia Britannica

In Nieuwsbrief 484 van 22 april (klik hier) stond een bericht met de kop “Wikipedia is een betrouwbare bron: eens/mee oneens”.

Nieuwsbrieflezer Teun Lucassen, promoveert ijn Twenthe op het onderwerp “Trust in Collaborative Repositories”. Hijh mailt naar aanleiding van

dit bericht: In mijn experimenten gebruik ik regelmatig Wikipedia als informatiebron om de effecten van verschillende gerelateerde concepten

(bijv. domein expertise, informatievaardigheden) op vertrouwen in informatie te onderzoeken. Vergelijking tussen Wikipedia en een

systematische literatuurreview loopt snel spaak. Wikipedia is namelijk een encyclopedie, en wat daar in staat is over het algemeen van een heel

ander niveau dan wat er in een literatuurreview staat. Wat wel kan, is Wikipedia vergelijken met andere, traditionelere encyclopedieën. Vooroplopend daarin was natuurlijk altijd Encyclopaedia Britannica. Alweer zeven jaar geleden heeft er in Nature een directe  vergelijking gestaan tussen Wikipedia en Britannica (Giles, 2005). Het resultaat was dat de twee goed vergelijkbaar zijn, en dat Britannica ook niet foutloos

is. Ik zou wel eens een hernieuwde vergelijking willen zien (of doen), omdat er inmiddels weer zeven jaar door veel vrijwilligers aan Wikipedia

gewerkt is, wat een flinke kwaliteitsverbetering op zou moeten leveren. De perceptie van de betrouwbaarheid van Wikipedia door Internet

gebruikers is nogal ambigu. Zo hebben Flanagin & Metzger (2011) laten zien dat informatie gepresenteerd alsof het op Wikipedia staat minder

betrouwbaar wordt gevonden, terwijl informatie van Wikipedia, maar gepresenteerd alsof het van een andere bron komt juist betrouwbaarder

wordt gevonden. Mijn eigen onderzoek laat ook zoiets zien (Lucassen & Schraagen, 2011).  Veel gebruikers baseerden hun oordeel over de betrouwbaarheid van informatie op het feit dat het van Wikipedia komt. Voor ongeveer de helft daarvan was dat positief, de andere helft stond

juist negatief ten opzichte van Wikipedia.”. Tot zover de interessante reactie van Teun Lucassen. Hij voegt drie referenties toe  van de door hem geciteerde bronnen: Flanagin, A. J. and Metzger, M. J. (2011). From encyclopÆdia britannica to wikipedia. Information, Communication & Society, 14(3):355-374. Giles, J. (2005). Internet encyclopaedias go head to head. Nature, 438(7070):900-901. Lucassen, T. and Schraagen, J.

M. (2011). Factual accuracy and trust in information: The role of expertise. Journal of the American Society for Information Science and

Technology, 62(7):1232-1242.

Nederlandse  ziekenhuizen staan digitaal in de steigers

Deze jaren ontwikkelen vele ziekenhuizen Geïntegreerde Digitale Ziekenhuis Informatie Systemen (GD-ZIS’sen). Die kunnen patiënten informatie ordenen per patiënt: dan is er sprake van een elektronisch patiënten dossier. Zij kunnen die informatie ook ordenen per arts: dat is van belang voor kwaliteitsbeleid en benchmarking. De systemen zijn ook geschikt om patiënteninformatie te ordenen naar  zorgverzekeraar: dat is makkelijk voor de facturering.  Tenslotte is de informatie te ordenen naar afdeling: dat is van belang voor managers. Vrijwel alle Nederlandse ziekenhuizen zijn thans bezig  om een GD-ZIS aan te schaffen of hebben dat onlangs gedaan. Ze staan digitaal in de steigers. Ik baseer deze

stelling op de grote bereidheid bij ziekenhuizen om deel te nemen aan het onderzoek van mijn promovendus Rube van Poelgeest. Die ordent GD-

ZIS’sen van de Nederlandse ziekenhuizen naar de mate van volwassenheid ofwel ‘maturity.’  Bij fase nul heeft een ziekenhuis alleen maar

informatie opgeslagen op papier. Bij fase 7 communiceert een ziekenhuis naar zijn patiënten en verwijzer via het internet..  Tot zover dit bericht. Wil je naar dat congres? Klik hier. 

Case manager is geen goede vervanger van een zorgprogramma

In Nieuwsbrief 482 van 15 april staat  een bericht met de kop “COPD zorgprogrammaleiders, zijn jullie goed bezig?”. In dit bericht betwijfelde ik

de noodzaak van standaard zorgprogramma’s die op een specifieke ziekte zijn gericht. Ik zag liever case managers naar voren treden die

indiviudele zorgprogramma ontwerpen op basis van een brede intake van zorgbehoeften en multipathologie. Nieuwsbrieflezer  Edmée van den Akker uit Monnickendam is het daarmee niet eens.  Zij schrijft:  Het is denk ik geen goede zaak om COPD zorgprogramma's te vervangen door casemanagers. Dat is tekort door de bocht. Wel denk ik dat veel meer de rol van de casemanager bekeken moet worden. Vandaar dat wij in een

project in Monnickendam hier een pilot aan willen wijden. We gaan een casemanager inzetten in de palliatieve zorg bij COPD patiënten. COPD zorgprogramma;s zouden meer gebaat zijn bij een goede projectmanager en duidelijke afspraken over financiering en monitoring van de zorg.

ICT blijft daar een heet hangijzer. Ook zitten de zorgverleners die betrokken zijn bij zorgprogramma's nog teveel in de comfort zone. Zolang

niet wordt gekeken naar resultaten van het implementeren van zorgprogramma's hebben de zorggroepen vrij spel.” Tot zover de mail van Van

den Akker.     

Wie heeft ervaring met zorgpad over koelen na reanimatie?

Gerben Goudriaan werkt als verpleegkundige in de Coronary Care Unit van het Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht. Samen met een aantal

medisch specialisten herontwerpt hij een zorgpad voor het koelen van patiënten na een reanimatie. Hij zoekt contact met andere Nieuwesbrieflezers die ook met zo’n zorgpad werken. Hij mailt: “Sinds 2005 koelen wij na reanimatie.  Leiddraad hierbij zijn de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care . In 2009 hebben wij het koelingsprotocol up to date gemaakt. Dat was bij de  implementatie van de Criticool (koelwrap). Ik was voor die laatste update verantwoordelijk, samen met een aantal medisch specialisten alhier. Ik wil vragen of u via

de Nieuwsbrief in contact kunt brengen met collega’s met ervaring met het opstellen van zo’n. Ik zou hierdoor graag toetsen of we op de goede

weg zijn/ blijven en of wij eventueel nieuwe ontwikkelingen missen. Het emailadres van Goudriaan is [email protected]  

Ligduur is cruciaal in nieuw DBC systeem

Nieuwsbrief 481 van 4 april (klik hier) opent met het bericht “Ziekenhuizen delen vaker zorgpakket uit”. Daarin stel ik, dat een DBC geopend

wordt en één  prijs kent, onafhankelijk van de ligduur. De arts Yolande Waterreus is  senior beleidsmedewerker bij DBC Onderhoud. Zij mailt dat deze stelling thans onjuist is: Zij schrijft: Vanaf 1 januari 2012 is niet langer het oude DBC-systeem, waarin DBC’s worden gekozen en geopend

van kracht maar DOT. In DOT wordt een subtraject gestart maar is pas duidelijk welk DBC-zorgproduct afgeleid wordt op het moment van

afsluiten van het subtraject. Afhankelijk van aard en aantal zorgactiviteiten dat in het subtraject valt, wordt het product afgeleid/ bepaald.

Ligduur is bij het bepalen van het soort klinisch product DE cruciale factor. In iedere zorgproductgroep zijn tenminste drie producten voor

klinische opnames (kort/ middel/ lang). In sommige producten is ook nog klinisch zeer lang aanwezig. Uiteraard geldt voor deze klinische

producten een oplopende prijs. “. Tot zover Waterreus. Ik dank haar voor de actualisering. Het bericht ging overigens over het jaar 2011, toen  DOT nog niet functioneerde.

Agenda Congressen en Masterclasses   Congressen

·        Congres Ziekenhuis Informatie Systemen op 15 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Gezondheidsrecht op 22 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Chronische Zorg op 29 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Spoedzorg op 15 november in Utrecht: Lees meer

  Masterclasses Masterclass Geïntegreerd Management van Kwaliteit en Financiën van Patiëntenzorg van september 2012 t/m april 2013: Lees meer

VERANTWOORDING

Hierbij ontvang je de wekelijkse Nieuwsbrief Zorginnovatie van het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde. Wil je meer weten over een bericht? Neem dan contact op via [email protected]. Wil je de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook inschrijven voor rechtstreekse toezending. In- en uitschrijven voor de nieuwsbrief, evenals

het bijwerken van je inschrijfgegevens kan via de buttons onderaan de nieuwsbrief.

De nieuwsbrief is gericht aan relaties van het Julius Centrum: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblokstudenten, gastdocenten, stageverleners aan co-assistenten Sociale Geneeskunde,

onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts onderwijs op het gebied van de Volksgezondheid en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan op www.juliusacademy.nl/nieuwsbriefzorginnovatie.

Heb je belangstelling voor nieuws over ketenzorg en zorginnovaties in het buitenland? Surf dan naar de website van het International Network of Integrated Care www.integratedcare.org. Wil je

wetenschappelijke artikelen lezen over deze onderwerpen? Lees dan het peer reviewed internettijdschrift International Journal of Integrated Care op www.ijic.org. Dit is een gratis tijdschrift, dat online publiceert

en is opgenomen in Pubmed. Ook submissions van conceptartikelen zijn welkom.

Opsteller van deze nieuwsbrief is:

Guus Schrijvers

Hoogleraar Public Health, in het bijzonder Structuur en Functioneren van de Gezondheidszorg

Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde

Universitair Medisch Centrum Utrecht

E-mail: [email protected]

Telefoon: 088 755 9356

De informatie opgenomen in dit bericht kan vertrouwelijk zijn en is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Indien u dit bericht onterecht

ontvangt, wordt u verzocht de inhoud niet te gebruiken en de afzender direct te informeren door het bericht te retourneren. Het Universitair

Medisch Centrum Utrecht is een publiekrechtelijke rechtspersoon in de zin van de W.H.W. (Wet Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk

Onderzoek) en staat geregistreerd bij de Kamer van Koophandel voor Midden-Nederland onder nr. 30244197.

Denk s.v.p aan het milieu voor u deze e-mail afdrukt.

This message may contain confidential information and is intended exclusively for the addressee. If you receive this message unintentionally, please do not use the contents but notify the sender immediately by

return e-mail. University Medical Center Utrecht is a legal person by public law and is registered at the Chamber of Commerce for Midden-Nederland under no. 30244197.

Please consider the environment before printing this e-mail.

Page 2: Nieuwsbrief Zorginnovatie - portal.juliuscentrum.nlportal.juliuscentrum.nl/Portals/0/Zorginnovatie nieuwsbrieven... · Nieuwsbrieflezer Teun Lucassen, ... Gerben Goudriaan werkt als

Nieuwsbrief Zorginnovatie

Nieuwsbrief nummer 486, 6 mei 2012

Standby tarief en eigen bijdragen: oplossing voor spoedposten

Stel, in een spoedpost zijn een huisartsenpost en een Spoedeisende hulpafdeling van een ziekenhuis opgegaan. De gezamenlijke organisatie

ontvangt een standby tarief per inwoner uit het verzorgingsgebied. De spoedpost ontvangt dat bedrag ongeacht het aantal patiënten dat zij ontvangt. Daarnaast ontvangt de organisatie van elke patiënt een eigen bijdrage van twintig euro. Dat kan zonder gevaar voor de volksgezondheid zo blijkt uit  twee studies: patiënten met spoedklachten laten zich niet weerhouden door zo’n bedrag om naar de  spoedpost te gaan. De bevolking waarvoor de spoedpost werkt, heeft via brochures, cursussen, patiëntenverenigingen en massamedia scholing ontvangen rond de vraag bij welke lichamelijke of psychische symptomen wel of geen spoed in het geding is. Huisartsen hebben in de ochtendspreekuren meer

ruimte om spoedpatiënten te behandelen. De spoedpost kan ’s avonds al een afspraak regelen via het internet met de eigen huisarts op de

volgende ochtend. Indien al deze systeemwijzigingen zouden plaatsvinden,  zou de vraag naar spoedzorg een aantal jaren dalen. Al deze kennis deed ik een aantal jaren geleden op tijdens een studiereis naar Nieuw-Zeeland. Al deze kennis kwam weer boven, toen ik op zaterdag 5 mei de

uitstekende reportage in Medisch Contact las over de spoedpost van het Kennemer Gasthuis te Haarlem. Die post functioneert thans tien jaar,

verhoogde de kwaliteit van de spoedzorg en leidde tot kostenverlaging. Alleen lukt het niet om in al die jaren een gepaste bekostiging te regelen.

Zorgverzekeraars, koepelorganisaties, adviesorganen en ministerie komen er niet uit.  Net als andere spoedposten staat die in het Kennemerland daarom onder druk. Of die nog bestaat over anderhalf jaar, is de vraag.  Tot zover dit droeve bericht. In de Masterclass Kwaliteit en financiën van zorg die in spetember start, besteden wij veel aandacht aan beleid dat kwaliteit van zorg verhoogt en tegelijk kosten bespaart. Klik hier voor

meer informatie.  

Zorggroepen en zorgverzekeraars gaan experimenteren met patiëntprofielen

Huisartsenzorggroepen en zorgverzekeraars gaan pilots inrichten met patiëntprofielen om zo de benodigde zorg voor een totale cliëntenpopulatie in kaart te brengen. Dat zou weer de basis kunnen zijn voor de zorgcontractering van chronische aandoeningen. Daarbij bevordert het gebruik

van patiëntprofielen het werken met een individueel zorgplan per patiënt. Dat is een wens van de patiëntenorganisaties. De hoop is 1. te kunnen contracteren voor verscshillende zorggroepen (voor bv diabetes, COPD, CVRM)  heen en 2. een standaard te introduceren zodat alle verzekeraars op dezelfde wijze contracteren. Hiervoor zijn pilots in aantocht. Die sluiten aan op een pilot in Houten. Daar is het model al getoetst. Er blijken

al veel van de benodigde gegevens inderdaad voorhanden te zijn. Houten is positief en ziet verdere mogelijkheden. De oorspronkelijke in Houten

gebruikte, zeer gedetailleerde registratie om te komen tot berekeningen van benodigde zorg en de kosten daarvan, kunnen in het model

teruggebracht worden tot een overzichtelijk en hanteerbaar schema. In de komende maanden worden nieuwe ‘koppels’ van zorgverzekeraars en

zorggroepen gezocht om als pilot voor de werking van het model te fungeren. Op dit moment zijn zes potentiële pilotplekken in beeld. Aan het eind van het jaar wordt de balans opgemaakt in een vervolgbijeenkomst bij Zorgverzekeraars Nederland. Wie interesse heeft voor deelname aan

een pilot of meer informatie wil, kan contact opnemen met Martien Bouwmans, beleidsadviseur Zorg bij ZN. Telefoon: 030 - 698 83 22, e-mail:

[email protected]. Bouwmans besprak al deze informatie als docent in een sessies van de Julius Masterclass Chronische Zorg. Tot zover dit

bericht. Op het congres chronische zorg dat Vilans en de Julius Academy organiseren op vrijdag 29 juni, komt het contracteren op basis van

patiëntenprofielen uitgebreid aan de orde. Wil je daarheen/ Klik dan hier. 

Instrument voor vroegsignalering opvoedproblemen slaat aan

De SPARK is een instrument voor vroegsignalering van opvoedproblemen van 18 maanden oude peuters. Jeugdverpleegkundigen en hun staf

hebben tijdens een regio toer van Julius onderzoeker dr. Henk van Stele en Zeeuwse jeugdverpleegkundige Ingrid Staal het instrument omarmd.

Die toernee vond plaats in de afgelopen weken. ZonMw bekostigde de rondtoer. Ook de Inspectie Jeugdgezondheidszorg was enthousiast over het

instrument. De Jeugdgezondheidszorg reageerde vooral positief over de integere manier waarmee de SPARK is ontwikkeld en onderzocht: in

samenwerking en voortdurende afstemming met het werkveld. De gestructureerde en valide methode voorkomt kindermishandeling, verdriet bij

ouders en kind en kosten van zorg op lange termijn. Hoogleraar jeugdgezondheidszorg Frans Feron reageerde tijdens de regiotoer in Eindhoven:

'De investering die je nu doet bij de jeugd, kun je later terug verdienen. Mijn advies is dan ook om in economische recessie te investeren in de

jeugd.' Twee organisaties hebben al aangegeven mee te willen werken aan het implementatietraject van de SPARK, wie volgt? Neemt contact op

met Suzanne van der Linden - Kleikers via [email protected] en telefoonnummer 088-7568751. Tot zover dit bericht. Op vrijdag 20

september vindt het nationale congres over recente ontwikkelingen rond Centra voor Jeugd en Gezin plaats. Daarin is volop plaats voor nieuwe

ontwikkelingen in de meetinstrumenten. Noteer alvast de datum. Het programma verschijnt over enkele weken.

Congres spoedzorg vindt plaats op donderdag 15 november in Domus Medica

Zes actuele thema’s staan centraal op twaalfde nationale congres over recente ontwikkelingen in de spoedzorg. Dat vindt op donderdag 15

november plaats in de Domus Medica te Utrecht.  De zes thema’s zijn: 1. de medische opvang na de recente schietpartij in een winkelcentrum

te Alphen aan de Rijn 2. de crisisbeheersing in zorginstellingen 3. De toekomst van het Calamiteitenhospitaal in Utrecht 4. Logistieke

vraagstukken in de spoedzorg 5. Recente ontwikkelingen in de acute psychiatrie en 6. concentratie en profilering van de SEH’s. Het

Spoedzorgcongres is mede mogelijk gemaakt met ondersteuning van de ROAZ  regio Midden Nederland en West Nederland. Wil je naar dit congres? Klik dan hier, lees de uitgebreide brochure, meld je aan en doe nieuwe

kennis(sen) op. 

Wikipedia even goed als de Encyclopaedia Britannica

In Nieuwsbrief 484 van 22 april (klik hier) stond een bericht met de kop “Wikipedia is een betrouwbare bron: eens/mee oneens”.

Nieuwsbrieflezer Teun Lucassen, promoveert ijn Twenthe op het onderwerp “Trust in Collaborative Repositories”. Hijh mailt naar aanleiding van

dit bericht: In mijn experimenten gebruik ik regelmatig Wikipedia als informatiebron om de effecten van verschillende gerelateerde concepten

(bijv. domein expertise, informatievaardigheden) op vertrouwen in informatie te onderzoeken. Vergelijking tussen Wikipedia en een

systematische literatuurreview loopt snel spaak. Wikipedia is namelijk een encyclopedie, en wat daar in staat is over het algemeen van een heel

ander niveau dan wat er in een literatuurreview staat. Wat wel kan, is Wikipedia vergelijken met andere, traditionelere encyclopedieën. Vooroplopend daarin was natuurlijk altijd Encyclopaedia Britannica. Alweer zeven jaar geleden heeft er in Nature een directe  vergelijking gestaan tussen Wikipedia en Britannica (Giles, 2005). Het resultaat was dat de twee goed vergelijkbaar zijn, en dat Britannica ook niet foutloos

is. Ik zou wel eens een hernieuwde vergelijking willen zien (of doen), omdat er inmiddels weer zeven jaar door veel vrijwilligers aan Wikipedia

gewerkt is, wat een flinke kwaliteitsverbetering op zou moeten leveren. De perceptie van de betrouwbaarheid van Wikipedia door Internet

gebruikers is nogal ambigu. Zo hebben Flanagin & Metzger (2011) laten zien dat informatie gepresenteerd alsof het op Wikipedia staat minder

betrouwbaar wordt gevonden, terwijl informatie van Wikipedia, maar gepresenteerd alsof het van een andere bron komt juist betrouwbaarder

wordt gevonden. Mijn eigen onderzoek laat ook zoiets zien (Lucassen & Schraagen, 2011).  Veel gebruikers baseerden hun oordeel over de betrouwbaarheid van informatie op het feit dat het van Wikipedia komt. Voor ongeveer de helft daarvan was dat positief, de andere helft stond

juist negatief ten opzichte van Wikipedia.”. Tot zover de interessante reactie van Teun Lucassen. Hij voegt drie referenties toe  van de door hem geciteerde bronnen: Flanagin, A. J. and Metzger, M. J. (2011). From encyclopÆdia britannica to wikipedia. Information, Communication & Society, 14(3):355-374. Giles, J. (2005). Internet encyclopaedias go head to head. Nature, 438(7070):900-901. Lucassen, T. and Schraagen, J.

M. (2011). Factual accuracy and trust in information: The role of expertise. Journal of the American Society for Information Science and

Technology, 62(7):1232-1242.

Nederlandse  ziekenhuizen staan digitaal in de steigers

Deze jaren ontwikkelen vele ziekenhuizen Geïntegreerde Digitale Ziekenhuis Informatie Systemen (GD-ZIS’sen). Die kunnen patiënten informatie ordenen per patiënt: dan is er sprake van een elektronisch patiënten dossier. Zij kunnen die informatie ook ordenen per arts: dat is van belang voor kwaliteitsbeleid en benchmarking. De systemen zijn ook geschikt om patiënteninformatie te ordenen naar  zorgverzekeraar: dat is makkelijk voor de facturering.  Tenslotte is de informatie te ordenen naar afdeling: dat is van belang voor managers. Vrijwel alle Nederlandse ziekenhuizen zijn thans bezig  om een GD-ZIS aan te schaffen of hebben dat onlangs gedaan. Ze staan digitaal in de steigers. Ik baseer deze

stelling op de grote bereidheid bij ziekenhuizen om deel te nemen aan het onderzoek van mijn promovendus Rube van Poelgeest. Die ordent GD-

ZIS’sen van de Nederlandse ziekenhuizen naar de mate van volwassenheid ofwel ‘maturity.’  Bij fase nul heeft een ziekenhuis alleen maar

informatie opgeslagen op papier. Bij fase 7 communiceert een ziekenhuis naar zijn patiënten en verwijzer via het internet..  Tot zover dit bericht. Wil je naar dat congres? Klik hier. 

Case manager is geen goede vervanger van een zorgprogramma

In Nieuwsbrief 482 van 15 april staat  een bericht met de kop “COPD zorgprogrammaleiders, zijn jullie goed bezig?”. In dit bericht betwijfelde ik

de noodzaak van standaard zorgprogramma’s die op een specifieke ziekte zijn gericht. Ik zag liever case managers naar voren treden die

indiviudele zorgprogramma ontwerpen op basis van een brede intake van zorgbehoeften en multipathologie. Nieuwsbrieflezer  Edmée van den Akker uit Monnickendam is het daarmee niet eens.  Zij schrijft:  Het is denk ik geen goede zaak om COPD zorgprogramma's te vervangen door casemanagers. Dat is tekort door de bocht. Wel denk ik dat veel meer de rol van de casemanager bekeken moet worden. Vandaar dat wij in een

project in Monnickendam hier een pilot aan willen wijden. We gaan een casemanager inzetten in de palliatieve zorg bij COPD patiënten. COPD zorgprogramma;s zouden meer gebaat zijn bij een goede projectmanager en duidelijke afspraken over financiering en monitoring van de zorg.

ICT blijft daar een heet hangijzer. Ook zitten de zorgverleners die betrokken zijn bij zorgprogramma's nog teveel in de comfort zone. Zolang

niet wordt gekeken naar resultaten van het implementeren van zorgprogramma's hebben de zorggroepen vrij spel.” Tot zover de mail van Van

den Akker.     

Wie heeft ervaring met zorgpad over koelen na reanimatie?

Gerben Goudriaan werkt als verpleegkundige in de Coronary Care Unit van het Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht. Samen met een aantal

medisch specialisten herontwerpt hij een zorgpad voor het koelen van patiënten na een reanimatie. Hij zoekt contact met andere Nieuwesbrieflezers die ook met zo’n zorgpad werken. Hij mailt: “Sinds 2005 koelen wij na reanimatie.  Leiddraad hierbij zijn de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care . In 2009 hebben wij het koelingsprotocol up to date gemaakt. Dat was bij de  implementatie van de Criticool (koelwrap). Ik was voor die laatste update verantwoordelijk, samen met een aantal medisch specialisten alhier. Ik wil vragen of u via

de Nieuwsbrief in contact kunt brengen met collega’s met ervaring met het opstellen van zo’n. Ik zou hierdoor graag toetsen of we op de goede

weg zijn/ blijven en of wij eventueel nieuwe ontwikkelingen missen. Het emailadres van Goudriaan is [email protected]  

Ligduur is cruciaal in nieuw DBC systeem

Nieuwsbrief 481 van 4 april (klik hier) opent met het bericht “Ziekenhuizen delen vaker zorgpakket uit”. Daarin stel ik, dat een DBC geopend

wordt en één  prijs kent, onafhankelijk van de ligduur. De arts Yolande Waterreus is  senior beleidsmedewerker bij DBC Onderhoud. Zij mailt dat deze stelling thans onjuist is: Zij schrijft: Vanaf 1 januari 2012 is niet langer het oude DBC-systeem, waarin DBC’s worden gekozen en geopend

van kracht maar DOT. In DOT wordt een subtraject gestart maar is pas duidelijk welk DBC-zorgproduct afgeleid wordt op het moment van

afsluiten van het subtraject. Afhankelijk van aard en aantal zorgactiviteiten dat in het subtraject valt, wordt het product afgeleid/ bepaald.

Ligduur is bij het bepalen van het soort klinisch product DE cruciale factor. In iedere zorgproductgroep zijn tenminste drie producten voor

klinische opnames (kort/ middel/ lang). In sommige producten is ook nog klinisch zeer lang aanwezig. Uiteraard geldt voor deze klinische

producten een oplopende prijs. “. Tot zover Waterreus. Ik dank haar voor de actualisering. Het bericht ging overigens over het jaar 2011, toen  DOT nog niet functioneerde.

Agenda Congressen en Masterclasses   Congressen

·        Congres Ziekenhuis Informatie Systemen op 15 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Gezondheidsrecht op 22 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Chronische Zorg op 29 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Spoedzorg op 15 november in Utrecht: Lees meer

  Masterclasses Masterclass Geïntegreerd Management van Kwaliteit en Financiën van Patiëntenzorg van september 2012 t/m april 2013: Lees meer

VERANTWOORDING

Hierbij ontvang je de wekelijkse Nieuwsbrief Zorginnovatie van het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde. Wil je meer weten over een bericht? Neem dan contact op via [email protected]. Wil je de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook inschrijven voor rechtstreekse toezending. In- en uitschrijven voor de nieuwsbrief, evenals

het bijwerken van je inschrijfgegevens kan via de buttons onderaan de nieuwsbrief.

De nieuwsbrief is gericht aan relaties van het Julius Centrum: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblokstudenten, gastdocenten, stageverleners aan co-assistenten Sociale Geneeskunde,

onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts onderwijs op het gebied van de Volksgezondheid en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan op www.juliusacademy.nl/nieuwsbriefzorginnovatie.

Heb je belangstelling voor nieuws over ketenzorg en zorginnovaties in het buitenland? Surf dan naar de website van het International Network of Integrated Care www.integratedcare.org. Wil je

wetenschappelijke artikelen lezen over deze onderwerpen? Lees dan het peer reviewed internettijdschrift International Journal of Integrated Care op www.ijic.org. Dit is een gratis tijdschrift, dat online publiceert

en is opgenomen in Pubmed. Ook submissions van conceptartikelen zijn welkom.

Opsteller van deze nieuwsbrief is:

Guus Schrijvers

Hoogleraar Public Health, in het bijzonder Structuur en Functioneren van de Gezondheidszorg

Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde

Universitair Medisch Centrum Utrecht

E-mail: [email protected]

Telefoon: 088 755 9356

De informatie opgenomen in dit bericht kan vertrouwelijk zijn en is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Indien u dit bericht onterecht

ontvangt, wordt u verzocht de inhoud niet te gebruiken en de afzender direct te informeren door het bericht te retourneren. Het Universitair

Medisch Centrum Utrecht is een publiekrechtelijke rechtspersoon in de zin van de W.H.W. (Wet Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk

Onderzoek) en staat geregistreerd bij de Kamer van Koophandel voor Midden-Nederland onder nr. 30244197.

Denk s.v.p aan het milieu voor u deze e-mail afdrukt.

This message may contain confidential information and is intended exclusively for the addressee. If you receive this message unintentionally, please do not use the contents but notify the sender immediately by

return e-mail. University Medical Center Utrecht is a legal person by public law and is registered at the Chamber of Commerce for Midden-Nederland under no. 30244197.

Please consider the environment before printing this e-mail.

Page 3: Nieuwsbrief Zorginnovatie - portal.juliuscentrum.nlportal.juliuscentrum.nl/Portals/0/Zorginnovatie nieuwsbrieven... · Nieuwsbrieflezer Teun Lucassen, ... Gerben Goudriaan werkt als

Nieuwsbrief Zorginnovatie

Nieuwsbrief nummer 486, 6 mei 2012

Standby tarief en eigen bijdragen: oplossing voor spoedposten

Stel, in een spoedpost zijn een huisartsenpost en een Spoedeisende hulpafdeling van een ziekenhuis opgegaan. De gezamenlijke organisatie

ontvangt een standby tarief per inwoner uit het verzorgingsgebied. De spoedpost ontvangt dat bedrag ongeacht het aantal patiënten dat zij ontvangt. Daarnaast ontvangt de organisatie van elke patiënt een eigen bijdrage van twintig euro. Dat kan zonder gevaar voor de volksgezondheid zo blijkt uit  twee studies: patiënten met spoedklachten laten zich niet weerhouden door zo’n bedrag om naar de  spoedpost te gaan. De bevolking waarvoor de spoedpost werkt, heeft via brochures, cursussen, patiëntenverenigingen en massamedia scholing ontvangen rond de vraag bij welke lichamelijke of psychische symptomen wel of geen spoed in het geding is. Huisartsen hebben in de ochtendspreekuren meer

ruimte om spoedpatiënten te behandelen. De spoedpost kan ’s avonds al een afspraak regelen via het internet met de eigen huisarts op de

volgende ochtend. Indien al deze systeemwijzigingen zouden plaatsvinden,  zou de vraag naar spoedzorg een aantal jaren dalen. Al deze kennis deed ik een aantal jaren geleden op tijdens een studiereis naar Nieuw-Zeeland. Al deze kennis kwam weer boven, toen ik op zaterdag 5 mei de

uitstekende reportage in Medisch Contact las over de spoedpost van het Kennemer Gasthuis te Haarlem. Die post functioneert thans tien jaar,

verhoogde de kwaliteit van de spoedzorg en leidde tot kostenverlaging. Alleen lukt het niet om in al die jaren een gepaste bekostiging te regelen.

Zorgverzekeraars, koepelorganisaties, adviesorganen en ministerie komen er niet uit.  Net als andere spoedposten staat die in het Kennemerland daarom onder druk. Of die nog bestaat over anderhalf jaar, is de vraag.  Tot zover dit droeve bericht. In de Masterclass Kwaliteit en financiën van zorg die in spetember start, besteden wij veel aandacht aan beleid dat kwaliteit van zorg verhoogt en tegelijk kosten bespaart. Klik hier voor

meer informatie.  

Zorggroepen en zorgverzekeraars gaan experimenteren met patiëntprofielen

Huisartsenzorggroepen en zorgverzekeraars gaan pilots inrichten met patiëntprofielen om zo de benodigde zorg voor een totale cliëntenpopulatie in kaart te brengen. Dat zou weer de basis kunnen zijn voor de zorgcontractering van chronische aandoeningen. Daarbij bevordert het gebruik

van patiëntprofielen het werken met een individueel zorgplan per patiënt. Dat is een wens van de patiëntenorganisaties. De hoop is 1. te kunnen contracteren voor verscshillende zorggroepen (voor bv diabetes, COPD, CVRM)  heen en 2. een standaard te introduceren zodat alle verzekeraars op dezelfde wijze contracteren. Hiervoor zijn pilots in aantocht. Die sluiten aan op een pilot in Houten. Daar is het model al getoetst. Er blijken

al veel van de benodigde gegevens inderdaad voorhanden te zijn. Houten is positief en ziet verdere mogelijkheden. De oorspronkelijke in Houten

gebruikte, zeer gedetailleerde registratie om te komen tot berekeningen van benodigde zorg en de kosten daarvan, kunnen in het model

teruggebracht worden tot een overzichtelijk en hanteerbaar schema. In de komende maanden worden nieuwe ‘koppels’ van zorgverzekeraars en

zorggroepen gezocht om als pilot voor de werking van het model te fungeren. Op dit moment zijn zes potentiële pilotplekken in beeld. Aan het eind van het jaar wordt de balans opgemaakt in een vervolgbijeenkomst bij Zorgverzekeraars Nederland. Wie interesse heeft voor deelname aan

een pilot of meer informatie wil, kan contact opnemen met Martien Bouwmans, beleidsadviseur Zorg bij ZN. Telefoon: 030 - 698 83 22, e-mail:

[email protected]. Bouwmans besprak al deze informatie als docent in een sessies van de Julius Masterclass Chronische Zorg. Tot zover dit

bericht. Op het congres chronische zorg dat Vilans en de Julius Academy organiseren op vrijdag 29 juni, komt het contracteren op basis van

patiëntenprofielen uitgebreid aan de orde. Wil je daarheen/ Klik dan hier. 

Instrument voor vroegsignalering opvoedproblemen slaat aan

De SPARK is een instrument voor vroegsignalering van opvoedproblemen van 18 maanden oude peuters. Jeugdverpleegkundigen en hun staf

hebben tijdens een regio toer van Julius onderzoeker dr. Henk van Stele en Zeeuwse jeugdverpleegkundige Ingrid Staal het instrument omarmd.

Die toernee vond plaats in de afgelopen weken. ZonMw bekostigde de rondtoer. Ook de Inspectie Jeugdgezondheidszorg was enthousiast over het

instrument. De Jeugdgezondheidszorg reageerde vooral positief over de integere manier waarmee de SPARK is ontwikkeld en onderzocht: in

samenwerking en voortdurende afstemming met het werkveld. De gestructureerde en valide methode voorkomt kindermishandeling, verdriet bij

ouders en kind en kosten van zorg op lange termijn. Hoogleraar jeugdgezondheidszorg Frans Feron reageerde tijdens de regiotoer in Eindhoven:

'De investering die je nu doet bij de jeugd, kun je later terug verdienen. Mijn advies is dan ook om in economische recessie te investeren in de

jeugd.' Twee organisaties hebben al aangegeven mee te willen werken aan het implementatietraject van de SPARK, wie volgt? Neemt contact op

met Suzanne van der Linden - Kleikers via [email protected] en telefoonnummer 088-7568751. Tot zover dit bericht. Op vrijdag 20

september vindt het nationale congres over recente ontwikkelingen rond Centra voor Jeugd en Gezin plaats. Daarin is volop plaats voor nieuwe

ontwikkelingen in de meetinstrumenten. Noteer alvast de datum. Het programma verschijnt over enkele weken.

Congres spoedzorg vindt plaats op donderdag 15 november in Domus Medica

Zes actuele thema’s staan centraal op twaalfde nationale congres over recente ontwikkelingen in de spoedzorg. Dat vindt op donderdag 15

november plaats in de Domus Medica te Utrecht.  De zes thema’s zijn: 1. de medische opvang na de recente schietpartij in een winkelcentrum

te Alphen aan de Rijn 2. de crisisbeheersing in zorginstellingen 3. De toekomst van het Calamiteitenhospitaal in Utrecht 4. Logistieke

vraagstukken in de spoedzorg 5. Recente ontwikkelingen in de acute psychiatrie en 6. concentratie en profilering van de SEH’s. Het

Spoedzorgcongres is mede mogelijk gemaakt met ondersteuning van de ROAZ  regio Midden Nederland en West Nederland. Wil je naar dit congres? Klik dan hier, lees de uitgebreide brochure, meld je aan en doe nieuwe

kennis(sen) op. 

Wikipedia even goed als de Encyclopaedia Britannica

In Nieuwsbrief 484 van 22 april (klik hier) stond een bericht met de kop “Wikipedia is een betrouwbare bron: eens/mee oneens”.

Nieuwsbrieflezer Teun Lucassen, promoveert ijn Twenthe op het onderwerp “Trust in Collaborative Repositories”. Hijh mailt naar aanleiding van

dit bericht: In mijn experimenten gebruik ik regelmatig Wikipedia als informatiebron om de effecten van verschillende gerelateerde concepten

(bijv. domein expertise, informatievaardigheden) op vertrouwen in informatie te onderzoeken. Vergelijking tussen Wikipedia en een

systematische literatuurreview loopt snel spaak. Wikipedia is namelijk een encyclopedie, en wat daar in staat is over het algemeen van een heel

ander niveau dan wat er in een literatuurreview staat. Wat wel kan, is Wikipedia vergelijken met andere, traditionelere encyclopedieën. Vooroplopend daarin was natuurlijk altijd Encyclopaedia Britannica. Alweer zeven jaar geleden heeft er in Nature een directe  vergelijking gestaan tussen Wikipedia en Britannica (Giles, 2005). Het resultaat was dat de twee goed vergelijkbaar zijn, en dat Britannica ook niet foutloos

is. Ik zou wel eens een hernieuwde vergelijking willen zien (of doen), omdat er inmiddels weer zeven jaar door veel vrijwilligers aan Wikipedia

gewerkt is, wat een flinke kwaliteitsverbetering op zou moeten leveren. De perceptie van de betrouwbaarheid van Wikipedia door Internet

gebruikers is nogal ambigu. Zo hebben Flanagin & Metzger (2011) laten zien dat informatie gepresenteerd alsof het op Wikipedia staat minder

betrouwbaar wordt gevonden, terwijl informatie van Wikipedia, maar gepresenteerd alsof het van een andere bron komt juist betrouwbaarder

wordt gevonden. Mijn eigen onderzoek laat ook zoiets zien (Lucassen & Schraagen, 2011).  Veel gebruikers baseerden hun oordeel over de betrouwbaarheid van informatie op het feit dat het van Wikipedia komt. Voor ongeveer de helft daarvan was dat positief, de andere helft stond

juist negatief ten opzichte van Wikipedia.”. Tot zover de interessante reactie van Teun Lucassen. Hij voegt drie referenties toe  van de door hem geciteerde bronnen: Flanagin, A. J. and Metzger, M. J. (2011). From encyclopÆdia britannica to wikipedia. Information, Communication & Society, 14(3):355-374. Giles, J. (2005). Internet encyclopaedias go head to head. Nature, 438(7070):900-901. Lucassen, T. and Schraagen, J.

M. (2011). Factual accuracy and trust in information: The role of expertise. Journal of the American Society for Information Science and

Technology, 62(7):1232-1242.

Nederlandse  ziekenhuizen staan digitaal in de steigers

Deze jaren ontwikkelen vele ziekenhuizen Geïntegreerde Digitale Ziekenhuis Informatie Systemen (GD-ZIS’sen). Die kunnen patiënten informatie ordenen per patiënt: dan is er sprake van een elektronisch patiënten dossier. Zij kunnen die informatie ook ordenen per arts: dat is van belang voor kwaliteitsbeleid en benchmarking. De systemen zijn ook geschikt om patiënteninformatie te ordenen naar  zorgverzekeraar: dat is makkelijk voor de facturering.  Tenslotte is de informatie te ordenen naar afdeling: dat is van belang voor managers. Vrijwel alle Nederlandse ziekenhuizen zijn thans bezig  om een GD-ZIS aan te schaffen of hebben dat onlangs gedaan. Ze staan digitaal in de steigers. Ik baseer deze

stelling op de grote bereidheid bij ziekenhuizen om deel te nemen aan het onderzoek van mijn promovendus Rube van Poelgeest. Die ordent GD-

ZIS’sen van de Nederlandse ziekenhuizen naar de mate van volwassenheid ofwel ‘maturity.’  Bij fase nul heeft een ziekenhuis alleen maar

informatie opgeslagen op papier. Bij fase 7 communiceert een ziekenhuis naar zijn patiënten en verwijzer via het internet..  Tot zover dit bericht. Wil je naar dat congres? Klik hier. 

Case manager is geen goede vervanger van een zorgprogramma

In Nieuwsbrief 482 van 15 april staat  een bericht met de kop “COPD zorgprogrammaleiders, zijn jullie goed bezig?”. In dit bericht betwijfelde ik

de noodzaak van standaard zorgprogramma’s die op een specifieke ziekte zijn gericht. Ik zag liever case managers naar voren treden die

indiviudele zorgprogramma ontwerpen op basis van een brede intake van zorgbehoeften en multipathologie. Nieuwsbrieflezer  Edmée van den Akker uit Monnickendam is het daarmee niet eens.  Zij schrijft:  Het is denk ik geen goede zaak om COPD zorgprogramma's te vervangen door casemanagers. Dat is tekort door de bocht. Wel denk ik dat veel meer de rol van de casemanager bekeken moet worden. Vandaar dat wij in een

project in Monnickendam hier een pilot aan willen wijden. We gaan een casemanager inzetten in de palliatieve zorg bij COPD patiënten. COPD zorgprogramma;s zouden meer gebaat zijn bij een goede projectmanager en duidelijke afspraken over financiering en monitoring van de zorg.

ICT blijft daar een heet hangijzer. Ook zitten de zorgverleners die betrokken zijn bij zorgprogramma's nog teveel in de comfort zone. Zolang

niet wordt gekeken naar resultaten van het implementeren van zorgprogramma's hebben de zorggroepen vrij spel.” Tot zover de mail van Van

den Akker.     

Wie heeft ervaring met zorgpad over koelen na reanimatie?

Gerben Goudriaan werkt als verpleegkundige in de Coronary Care Unit van het Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht. Samen met een aantal

medisch specialisten herontwerpt hij een zorgpad voor het koelen van patiënten na een reanimatie. Hij zoekt contact met andere Nieuwesbrieflezers die ook met zo’n zorgpad werken. Hij mailt: “Sinds 2005 koelen wij na reanimatie.  Leiddraad hierbij zijn de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care . In 2009 hebben wij het koelingsprotocol up to date gemaakt. Dat was bij de  implementatie van de Criticool (koelwrap). Ik was voor die laatste update verantwoordelijk, samen met een aantal medisch specialisten alhier. Ik wil vragen of u via

de Nieuwsbrief in contact kunt brengen met collega’s met ervaring met het opstellen van zo’n. Ik zou hierdoor graag toetsen of we op de goede

weg zijn/ blijven en of wij eventueel nieuwe ontwikkelingen missen. Het emailadres van Goudriaan is [email protected]  

Ligduur is cruciaal in nieuw DBC systeem

Nieuwsbrief 481 van 4 april (klik hier) opent met het bericht “Ziekenhuizen delen vaker zorgpakket uit”. Daarin stel ik, dat een DBC geopend

wordt en één  prijs kent, onafhankelijk van de ligduur. De arts Yolande Waterreus is  senior beleidsmedewerker bij DBC Onderhoud. Zij mailt dat deze stelling thans onjuist is: Zij schrijft: Vanaf 1 januari 2012 is niet langer het oude DBC-systeem, waarin DBC’s worden gekozen en geopend

van kracht maar DOT. In DOT wordt een subtraject gestart maar is pas duidelijk welk DBC-zorgproduct afgeleid wordt op het moment van

afsluiten van het subtraject. Afhankelijk van aard en aantal zorgactiviteiten dat in het subtraject valt, wordt het product afgeleid/ bepaald.

Ligduur is bij het bepalen van het soort klinisch product DE cruciale factor. In iedere zorgproductgroep zijn tenminste drie producten voor

klinische opnames (kort/ middel/ lang). In sommige producten is ook nog klinisch zeer lang aanwezig. Uiteraard geldt voor deze klinische

producten een oplopende prijs. “. Tot zover Waterreus. Ik dank haar voor de actualisering. Het bericht ging overigens over het jaar 2011, toen  DOT nog niet functioneerde.

Agenda Congressen en Masterclasses   Congressen

·        Congres Ziekenhuis Informatie Systemen op 15 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Gezondheidsrecht op 22 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Chronische Zorg op 29 juni in Utrecht: Lees meer

·        Congres Spoedzorg op 15 november in Utrecht: Lees meer

  Masterclasses Masterclass Geïntegreerd Management van Kwaliteit en Financiën van Patiëntenzorg van september 2012 t/m april 2013: Lees meer

VERANTWOORDING

Hierbij ontvang je de wekelijkse Nieuwsbrief Zorginnovatie van het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde. Wil je meer weten over een bericht? Neem dan contact op via [email protected]. Wil je de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook inschrijven voor rechtstreekse toezending. In- en uitschrijven voor de nieuwsbrief, evenals

het bijwerken van je inschrijfgegevens kan via de buttons onderaan de nieuwsbrief.

De nieuwsbrief is gericht aan relaties van het Julius Centrum: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblokstudenten, gastdocenten, stageverleners aan co-assistenten Sociale Geneeskunde,

onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts onderwijs op het gebied van de Volksgezondheid en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan op www.juliusacademy.nl/nieuwsbriefzorginnovatie.

Heb je belangstelling voor nieuws over ketenzorg en zorginnovaties in het buitenland? Surf dan naar de website van het International Network of Integrated Care www.integratedcare.org. Wil je

wetenschappelijke artikelen lezen over deze onderwerpen? Lees dan het peer reviewed internettijdschrift International Journal of Integrated Care op www.ijic.org. Dit is een gratis tijdschrift, dat online publiceert

en is opgenomen in Pubmed. Ook submissions van conceptartikelen zijn welkom.

Opsteller van deze nieuwsbrief is:

Guus Schrijvers

Hoogleraar Public Health, in het bijzonder Structuur en Functioneren van de Gezondheidszorg

Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde

Universitair Medisch Centrum Utrecht

E-mail: [email protected]

Telefoon: 088 755 9356

De informatie opgenomen in dit bericht kan vertrouwelijk zijn en is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Indien u dit bericht onterecht

ontvangt, wordt u verzocht de inhoud niet te gebruiken en de afzender direct te informeren door het bericht te retourneren. Het Universitair

Medisch Centrum Utrecht is een publiekrechtelijke rechtspersoon in de zin van de W.H.W. (Wet Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk

Onderzoek) en staat geregistreerd bij de Kamer van Koophandel voor Midden-Nederland onder nr. 30244197.

Denk s.v.p aan het milieu voor u deze e-mail afdrukt.

This message may contain confidential information and is intended exclusively for the addressee. If you receive this message unintentionally, please do not use the contents but notify the sender immediately by

return e-mail. University Medical Center Utrecht is a legal person by public law and is registered at the Chamber of Commerce for Midden-Nederland under no. 30244197.

Please consider the environment before printing this e-mail.