Nieuwsbrief Ontspoorde zorg in kaart

4
Een lastig onderwerp Ouderenmishandeling is de laatste tijd vaak in het nieuws, maar het blijft een taboeonderwerp. Want wees eerlijk, wat doet u als u ziet of hoort hoe iemand zijn of haar dementerende partner afsnauwt? De eerste keer waar- schijnlijk niets. Maar wat als het herhaaldelijk gebeurt? Het klinkt overdreven om dit mishandeling te noemen, maar het geeft wel aan hoe lastig het onderwerp is. Waar ligt de grens? Slaan, verwonden of bestelen is zonder twijfel mishandeling. Maar hoe zit het met uitschelden, kleineren, isoleren of een extra pilletje geven om de rust in huis te bewaren? Zorg ontspoort vaak door de onmacht en frustratie die ontstaat door overbelasting van een mantelzorger. En de belasting neemt, vaak ongemerkt, gaandeweg toe. De feiten Naar schatting worden in Nederland elk jaar 130.000 ouderen slachtoffer van mishandeling. Dat is 1 op de 20. Bij dementerenden is het naar schat- ting 1 op de 10. Toenemend risico In veel gevallen van mishandeling is er sprake van overbelaste mantelzorg. Door de (dubbele) vergrijzing en de bezuinigingen in de zorg zal de druk op mantelzorgers alleen maar toene- men en wordt het risico op ontsporing nog groter. Ook professionals in de (ouderen)zorg zullen door personeels- tekorten meer onder druk komen te staan, zodat ook daar het risico op ontsporing groter wordt. Ontsporing van zorg in kaart In de Provinciale Staten van Overijssel zijn vragen gesteld over het toene- mende risico op ontsporing van zorg. Naar aanleiding daarvan is besloten tot een onderzoek naar ouderenmis- handeling en ontspoorde zorg, naar de omvang van het probleem en meer specifiek naar de manier waarop di- verse organisaties een beleid hanteren om gevallen van ouderenmishande- ling en ontspoorde zorg te voorkomen. Gemeenten kunnen profiteren van de uitkomsten van het onderzoek, omdat zij als wettelijke taak in het kader van de Wmo ondersteuning moeten bieden aan mantelzorgers. De Provin- cie Overijssel heeft Arcon verzocht het onderzoek uit te voeren. ‘Iedereen is zich bewust van de problematiek, maar de vraag is: hoe krijg je dit op tafel en hoe maak je dit onderwerp bespreekbaar?’ Aandachtsfunctionaris Dimence Ontspoorde zorg in kaart

description

Nieuwsbrief Ontspoorde zorg in kaart - Een lastig onderwerp. Zorg ontspoort vaak door de onmacht en frustratie die ontstaat door overbelasting van een mantelzorger of een zorgprofessional. Nieuwsbrief naar aanleiding van het onderzoek Ontspoorde Zorg in Kaart, in 2011 uitgevoerd door Arcon.

Transcript of Nieuwsbrief Ontspoorde zorg in kaart

Page 1: Nieuwsbrief Ontspoorde zorg in kaart

Een lastig onderwerpOuderenmishandeling is de laatste tijd vaak in het nieuws,

maar het blijft een taboeonderwerp. Want wees eerlijk,

wat doet u als u ziet of hoort hoe iemand zijn of haar

dementerende partner afsnauwt? De eerste keer waar-

schijnlijk niets. Maar wat als het herhaaldelijk gebeurt?

Het klinkt overdreven om dit mishandeling te noemen,

maar het geeft wel aan hoe lastig het onderwerp is. Waar

ligt de grens? Slaan, verwonden of bestelen is zonder

twijfel mishandeling. Maar hoe zit het met uitschelden,

kleineren, isoleren of een extra pilletje geven om de rust

in huis te bewaren? Zorg ontspoort vaak door de onmacht

en frustratie die ontstaat door overbelasting van een

mantelzorger. En de belasting neemt, vaak ongemerkt,

gaandeweg toe.

De feiten

Naar schatting worden in Nederland

elk jaar 130.000 ouderen slachtoffer

van mishandeling. Dat is 1 op de 20.

Bij dementerenden is het naar schat-

ting 1 op de 10.

Toenemend risico

In veel gevallen van mishandeling is

er sprake van overbelaste mantelzorg.

Door de (dubbele) vergrijzing en de

bezuinigingen in de zorg zal de druk

op mantelzorgers alleen maar toene-

men en wordt het risico op ontsporing

nog groter. Ook professionals in de

(ouderen)zorg zullen door personeels-

tekorten meer onder druk komen te

staan, zodat ook daar het risico op

ontsporing groter wordt.

Ontsporing van zorg in kaart

In de Provinciale Staten van Overijssel

zijn vragen gesteld over het toene-

mende risico op ontsporing van zorg.

Naar aanleiding daarvan is besloten

tot een onderzoek naar ouderenmis-

handeling en ontspoorde zorg, naar

de omvang van het probleem en meer

specifiek naar de manier waarop di-

verse organisaties een beleid hanteren

om gevallen van ouderenmishande-

ling en ontspoorde zorg te voorkomen.

Gemeenten kunnen profiteren van de

uitkomsten van het onderzoek, omdat

zij als wettelijke taak in het kader

van de Wmo ondersteuning moeten

bieden aan mantelzorgers. De Provin-

cie Overijssel heeft Arcon verzocht het

onderzoek uit te voeren.

‘Iedereen is zich bewust van de problematiek, maar de vraag is: hoe krijg je dit op tafel en hoe maak je dit onderwerp bespreekbaar?’ Aandachtsfunctionaris Dimence

Ontspoorde zorg in kaart

Page 2: Nieuwsbrief Ontspoorde zorg in kaart

Twee deelonderzoeken:

Het onderzoek richt zich op het beleid

in instellingen, maar we zijn ons er

van bewust dat ontspoorde zorg voor-

namelijk in huiselijke kring speelt. In

het vervolg van dit project zullen we

hier verder op ingaan.

Om antwoord te krijgen op deze

vraag is het onderzoek opgesplitst in

twee deelonderzoeken: een kwali-

tatief en een kwantitatief deel.

Kwalitatief onderzoek:

Er zijn 10 face-to-face vraaggesprek-

ken gevoerd met vertegenwoordigers

van de sectoren zorg, GGZ, welzijn,

veiligheid, religie, overheid, wonen,

financiën, mantelzorgondersteuning

en vrijwilligersorganisaties.

Vooraf was bekend dat er in Twente

reeds een consultatienetwerk op

gebied van ouderenmishandeling en

ontspoorde zorg actief was, maar in de

regio IJssel-Vecht niet. Door in beide

regio’s te interviewen zijn de verschil-

len in aanpak van ouderenmishande-

ling en ontspoorde zorg duidelijker

geworden.

Resultaten interviews

Uit de interviews is gebleken dat er

grote verschillen zijn tussen de regio’s.

In de Regio Twente heeft men op

papier een duidelijk en gestructureerd

beleid omtrent ouderenmishandeling

en ontspoorde zorg. Dit is vastgelegd

in het convenant ‘Ouderenmishande-

ling Ontspoorde Zorg Twente’ dat is

gesloten tussen meerdere zorginstel-

lingen in Twente. Er zijn aandachts-

functionarissen aangesteld die binnen

hun organisatie het eerste aanspreek-

punt zijn bij gevallen van ouderenmis-

handeling. Daarnaast geeft de aan-

dachtsfunctionaris meer bekendheid

aan het onderwerp door middel van

trainingen en scholing.

In de regio Twente zijn in 2010

24 meldingen van ouderenmishande-

ling geregistreerd en doorgegeven aan

het Landelijk Platform Bestrijding

Ouderenmishandeling (LBPO). In

15 van deze gevallen ging het om

psychische mishandeling. Opvallend is

dat 22 van de 24 meldingen gemaakt

zijn door professionals. Deze cijfers

geven aan hoe belangrijk de rol van

professionals is bij het signaleren van

ouderenmishandeling.

‘Het gevaar binnen zorginstellingen is dat grenzen snel verlegd worden. Wanneer pakt een collega een oudere iets te hard aan? Men gaat dingen snel normaal vinden’. Sociaal geriater Dimence

Het onderzoekDe probleemstelling:

Wat doen verschillende organisaties

in Overijssel die betrokken zijn bij

ouderen aan de bestrijding van

ouderenmishandeling?’

Page 3: Nieuwsbrief Ontspoorde zorg in kaart

‘We weten eigenlijk niet goed wat we met de signalen aan moeten. Voor ons is het niet duidelijk bij wie we dergelijke signalen kunnen melden en wat de meerwaarde hiervan is.’ WIJZ

Kwantitatief onderzoek:

Er is een digitale enquête afgenomen

onder Overijsselse professionals. De

resultaten van deze enquête geven

inzicht in de mate waarin professionals

binnen heel Overijssel bekend zijn met

ouderenmishandeling en ontspoorde

zorg en of men weet hoe er mee om-

gegaan dient te worden. De enquête

is opgezet met medewerking en de

kennis van Kadera, aanpak huiselijk

geweld.

Resultaten enquête

! De enquête is het meest ingevuld

door vrouwen van gemiddeld 46 jaar

die over het algemeen al langer in de

zorg werken.

! Iets meer dan de helft van hen is

bekend met het begrip ontspoorde

zorg. Aangezien het overgrote deel

van de respondenten werkt binnen de

sectoren zorg, GGZ en Welzijn is het

aandeel dat niet bekend is met ont-

spoorde zorg hoog te noemen.

! Slechts 5 (van de 187) respondenten

geven aan dat er binnen hun instel-

ling vaak over ontspoorde zorg wordt

gesproken en 30 mensen geven aan

dat er nooit over gesproken wordt.

! Omdat er niet vaak over wordt

gesproken, worden mensen ook niet

vaak door de instelling waar ze werken

benaderd over ontspoorde zorg. Dit

terwijl de mensen die niet benaderd

waren dit wel op prijs zouden stellen.

! Ondanks dat de meeste mensen

die de enquête hebben ingevuld wel

weten waar ze met signalen van

ontspoorde zorg terecht kunnen, is het

voor velen niet duidelijk of hun instel-

ling een handelingsprotocol heeft. En

bijna de helft weet niet of onvoldoen-

de wat er met de melding gedaan

wordt. Men vindt overigens wel dat

een protocol houvast zou bieden bij

signalen van ontsporing van zorg. Het

werken met een protocol wordt niet

als belastend ervaren.

! En wanneer er toch signalen van

ontspoorde zorg zijn wordt in de

meeste gevallen contact gezocht met

iemand binnen de eigen organisatie.

! Iets meer dan de helft van de be-

roepskrachten die de enquête hebben

ingevuld geven aan in 2010 gemiddeld

5,6 keer signalen van ouderenmishan-

deling te hebben gesignaleerd. Binnen

dit relatief kleine onderzoek gaat het

dan om een kleine 350 meldingen van

ouderenmishandeling.

In de regio IJssel-Vecht hebben de

meeste organisaties geen duidelijk

beleid om ontspoorde zorg te signa-

leren. Ook krijgen professionals veel

minder voorlichting en scholing om de

signalen te leren herkennen en wordt

er minder met protocollen en signale-

ringskaarten gewerkt.

Ondanks pogingen van Kadera, dat

middels een publiciteitscampagne

aandacht voor het onderwerp heeft

gevraagd, begint het bewustzijn voor

het onderwerp pas langzaam door te

dringen. Organisaties kennen elkaar

niet en kunnen de meerwaarde en

expertise van de ander niet inschat-

ten. Dit houdt in stand dat organisaties

voornamelijk naar binnen staren en

niet de samenwerking zoeken.

Kortom:

Er is nog veel te doen om de bewust-

wording over en de bekendheid

met ontspoorde zorg en ouderenmis-

handeling te vergroten. Er zal betere

afstemming moeten komen tussen

verschillende instellingen en organi-

saties. Ook zal er zal gekeken moeten

worden hoe melding en registratie

verbeterd kunnen worden.

‘Financiële uitbuiting is een heel groot probleem. Het komt verschrikkelijk vaak voor, je wilt het niet weten’. Coördinator OMOZ-T

Page 4: Nieuwsbrief Ontspoorde zorg in kaart

ConferentieOp 28 juni 2011 zijn de resultaten

van het onderzoek ‘Ontspoorde zorg

in kaart’ gepresenteerd aan een

vijfentwintigtal professionals die in

hun werk met ouderen te maken

hebben.

Tijdens deze bijeenkomst is volop

gediscussieerd over wat gedaan kan

worden met de uitkomsten van het

onderzoek. Iedereen was het erover

eens dat er geen nieuwe netwerken,

instellingen en methoden moeten

worden opgetuigd, maar dat er moet

worden aangesloten bij wat er al

is. Daar zou een inventarisatie van

moeten komen, zodat er verbindingen

kunnen worden gemaakt. Er kan dan

van elkaars expertise gebruik worden

gemaakt. Daarbij moet ook worden

gekeken wat er elders in het land is

georganiseerd: welke modellen zijn

er en welke sluiten het beste aan bij

IJssel-Vecht? Ook moet er een bewust-

wordingsproces op gang gebracht wor-

den bij professionals die bij ouderen

thuis komen, zoals Wmo-consulenten.

• Er is een groot verschil in aanpak

tussen intramuraal en thuis. De

komst van de wet Meldcode biedt

veel handvatten voor instellingen

om aandacht voor ouderenmishan-

deling te vragen.

• Er zou aandacht voor ontspoorde

zorg moeten zijn binnen het

reguliere zorgaanbod.

• In de thuissituatie moet uitgegaan

worden van de eigen kracht van

de oudere en zijn omgeving.

Wellicht kunnen ervaringsdeskun-

digen een rol spelen.

• Over het betrekken van de buurt bij

signalering zijn de meningen

verdeeld.

Het onderwerp ouderenmishande-

ling ligt binnen gemeenten bij veel

verschillende afdelingen, zoals veilig-

heid, Wmo of preventie. Dat hangt af

van hoe colleges dat hebben verdeeld.

Via overleg met de centrumgemeente

moet worden gestreefd om ouderen-

mishandeling overal onder dezelfde

afdeling te laten vallen. Dan wordt het

onderwerp herkenbaarder.

In een volgend project willen we de

aandacht verleggen naar ondersteu-

ning van mantelzorgers, met name

in huisartsenzorg en de samenwerking

in de keten. Voor meer informatie

hierover: volg de website

www.seniorenoverijssel.nl

‘Ik denk dat ouderenmishandeling op dit moment een niet in kaart gebracht probleem is, alles gebeurt achter gesloten deuren’. Zorgcoördinator ’t Hoge Huis Zwolle

ActieplanOp woensdag 15 juni heeft staatssecretaris van VWS Marlies Veldhuijzen van

Zanten het Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg geopend bij de Inspec-

tie voor de Gezondheidszorg (IGZ): 088-1205050. Slachtoffers en hun naasten,

zorgprofessionals en bestuurders van zorginstellingen kunnen hier ouderen-

mishandeling door medewerkers van zorginstellingen melden.

Met de opzet van het Meldpunt ouderenmishandeling in de zorg onderstreept de

staatssecretaris het belang dat ze hecht aan de veiligheid voor ouderen en toont

ze aan dat ouderenmishandeling onacceptabel is. Het meldpunt is onderdeel van

het nationaal actieplan ‘Ouderen in veilige handen’, dat de staatssecretaris op

30 maart 2011 naar de Tweede Kamer stuurde. Ze trekt hiervoor de komende jaren

10 miljoen euro per jaar uit.

Steunpunten Huiselijk GeweldOuderenmishandeling in

huiselijke kring waarbij een

mantelzorger of familielid de

pleger is, kan en mag de IGZ

niet onderzoeken.

Het behandelen van meldingen

van ouderenmishandeling in

de huiselijke kring is een taak

van de Steunpunten Huiselijk

Geweld (SHG’s): 0900-126 26 26

Augustus 2011

Een uitgave van svwo/Arcon:

074 242 6520 | www.arcon.nl

Contact: Christel van de Pieterman

[email protected]