Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

12
Woord vooraf Mbote na beno (goede dag aan jullie) Eric Depreeuw De bruisende jeugd van Afrika als motor van wereldwijde groei… Niemand heeft ernaast kunnen kijken: Congo zou op 30 juni 2010 de vijftigste verjaardag vieren (sommigen verkiezen ‘herdenken’) van de onafhankelijkheid, op een drafje verwor- ven in 1960, tot min of meer algemene verbazing van de koloniale mogendheid België. De commentaren en analyses liepen min of meer volgens dezelfde krachtlijnen: vooral tus- sen 1885 en 1908 zijn er gruweldaden gepleegd die nu als grove misdaden tegen de menselijkheid zouden worden aangeklaagd; de weldaden van de kolonisatie worden anno 2010 beduidend lager ingeschat dan tijdens de twintigste eeuw; België heeft de toestand in de kolonie schromelijk verkeerd beoordeeld; de Congolezen hebben daarna onder hun opeenvolgende leiders hun eigen land van crisis naar crisis zien verglijden, al dan niet met medeplichtigheid van meerdere Westerse mogendheden. Ik vergeet waarschijnlijk nog enkele aspecten die ter gelegenheid van de onafhanke- lijkheidsverjaardag aan het licht (of aan bod) kwamen, zoals bijvoorbeeld de nostalgische wens om de Belgische ‘oncles’ maar te laten terugkomen zodat de goede oude tijd kan her- steld worden. Een constante is me bij dit alles opgevallen: weinig of geen experts of commentatoren waren hoopvol met betrekking tot de toekomst van Congo. Afrika in zijn geheel kreeg zelfs het weinig benijdenswaardige stigma ‘het verloren continent’ toegewezen. Dat Zuid-Afrika het aandurfde het WK voetbal te organiseren, leek in de ogen van velen een onverantwoor- de daad van zelfoverschatting. Dat het er nog voortreffelijk van af bracht, werd vaak beschouwd als een gelukstreffer dan als een teken van hoop. Vanuit zijn krakende zetel op- pert Europa, het oude continent, als een knorrende grootva- der, zijn eigenwijze mening over de zuiderbuur. Een uitzondering en tevens een waarschuwing in dit geheel vormt het boek Le temps de l’Afrique, verschenen in maart 2010. De auteurs zijn resp. Jean-Michel Severino, directeur- generaal van het Agence française de développement (AFD) en Olivier Ray, medewerker aan datzelfde AFD. Het boek werd enthousiast aangeprezen door Louis Michel, ex- minister van Ontwikkelingssamenwerking, tijdens zijn toe- spraak in Waver ter gelegenheid van de tiende verjaardag van Corporate Funding Programme. Severino en Ray beweren dat Europa weinig of niets begrijpt van het Afrika van de 21 e eeuw omdat het steeds blijft kijken vanuit de geschiedenis. In plaats van te pogen vooruit te kijken, de schijnwerper kilometers vooruit te richten, kijkt het door de achteruitkijkspiegel en wordt zich niet bewust van de enorme metamorfose die in Afrika aan de gang is. Na- dat de omvang van de bevolking er tussen de 16 e en 20 e eeuw om meerdere redenen sterk op achteruitging, is er de laatste decennia een enorme toename: in 1950 telde men in Afrika 221 miljoen inwoners, anno 2009 werd de kaap van 1 miljard (1.000 miljoen) gepasseerd. Dit betekent ui- teraard een gevaar voor onder meer de lokale stabiliteit en voor de toename van de welstand. In zeker opzicht is deze toename in bepaalde regio’s noodzakelijk, zo is een mini- male bevolkingsdichtheid een voorwaarde voor economi- sche groei. Een gevolg van deze toename is dat de bevolking van Afri- ka beneden de Sahara ontzettend jong is. We kunnen spreken van een bruisende Afrikaanse jeugd die elke be- zoeker van een Afrikaans land charmeert. Verder stellen Severino en Ray vast dat de verstedelijking enorme propor- ties aanneemt, onder meer door de mobiliteit van deze (jonge) mensen (cf. interview met een Congolese expat, verder in dit nummer). De bevolkingstoename met een jonge bevolkingspiramide tot gevolg, en de dynamiek en de mobiliteit die daaruit voorvloeien bleven niet zonder gevolgen voor de wereld in zijn geheel en voor de noorderbuur Europa in het bijzonder. Het gaat niet zozeer over optimisme of pessimisme, het gaat om de erkenning van de feiten die op ons toekomen, om realisme dus. Afrika, waarvan deskundigen de bevol- king tegen 2050 schatten op 1,8 miljard inwoners, zal in toenemende mate onmiskenbaar een plaats afdwingen in het wereldgebeuren en hierbij zelf auteur worden van zijn geschiedenis. Eurafrikaanse ruimte creëren

description

Getuigenis van een Belgische Congolees: Gregory Luaba Deome aan het woord Eric Depreeuw

Transcript of Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

Page 1: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

Woord vooraf

Mbote na beno (goede dag aan jullie)Eric Depreeuw

De bruisende jeugd van Afrika als motorvan wereldwijde groei…

Niemand heeft ernaast kunnen kijken: Congo zou op 30 juni2010 de vijftigste verjaardag vieren (sommigen verkiezen‘herdenken’) van de onafhankelijkheid, op een drafje verwor-ven in 1960, tot min of meer algemene verbazing van dekoloniale mogendheid België. De commentaren en analysesliepen min of meer volgens dezelfde krachtlijnen: vooral tus-sen 1885 en 1908 zijn er gruweldaden gepleegd die nu alsgrove misdaden tegen de menselijkheid zouden wordenaangeklaagd; de weldaden van de kolonisatie worden anno2010 beduidend lager ingeschat dan tijdens de twintigsteeeuw; België heeft de toestand in de kolonie schromelijkverkeerd beoordeeld; de Congolezen hebben daarna onderhun opeenvolgende leiders hun eigen land van crisis naarcrisis zien verglijden, al dan niet met medeplichtigheid vanmeerdere Westerse mogendheden. Ik vergeet waarschijnlijknog enkele aspecten die ter gelegenheid van de onafhanke-lijkheidsverjaardag aan het licht (of aan bod) kwamen, zoalsbijvoorbeeld de nostalgische wens om de Belgische ‘oncles’maar te laten terugkomen zodat de goede oude tijd kan her-steld worden.

Een constante is me bij dit alles opgevallen: weinig of geenexperts of commentatoren waren hoopvol met betrekking totde toekomst van Congo. Afrika in zijn geheel kreeg zelfs hetweinig benijdenswaardige stigma ‘het verloren continent’toegewezen. Dat Zuid-Afrika het aandurfde het WK voetbalte organiseren, leek in de ogen van velen een onverantwoor-de daad van zelfoverschatting. Dat het er nog voortreffelijkvan af bracht, werd vaak beschouwd als een gelukstrefferdan als een teken van hoop. Vanuit zijn krakende zetel op-pert Europa, het oude continent, als een knorrende grootva-der, zijn eigenwijze mening over de zuiderbuur.

Een uitzondering en tevens een waarschuwing in dit geheelvormt het boek Le temps de l’Afrique, verschenen in maart2010. De auteurs zijn resp. Jean-Michel Severino, directeur-generaal van het Agence française de développement (AFD)en Olivier Ray, medewerker aan datzelfde AFD. Het boekwerd enthousiast aangeprezen door Louis Michel, ex-minister van Ontwikkelingssamenwerking, tijdens zijn toe-spraak in Waver ter gelegenheid van de tiende verjaardagvan Corporate Funding Programme.

Severino en Ray beweren dat Europa weinig of niets begrijptvan het Afrika van de 21e eeuw omdat het steeds blijft kijkenvanuit de geschiedenis. In plaats van te pogen vooruit te

kijken, de schijnwerper kilometers vooruit te richten, kijkthetdoor de achteruitkijkspiegel en wordt zich niet bewust vande enorme metamorfose die in Afrika aan de gang is. Na-dat de omvang van de bevolking er tussen de 16e en 20e

eeuw om meerdere redenen sterk op achteruitging, is er delaatste decennia een enorme toename: in 1950 telde menin Afrika 221 miljoen inwoners, anno 2009 werd de kaapvan 1 miljard (1.000 miljoen) gepasseerd. Dit betekent ui-teraard een gevaar voor onder meer de lokale stabiliteit envoor de toename van de welstand. In zeker opzicht is dezetoename in bepaalde regio’s noodzakelijk, zo is een mini-male bevolkingsdichtheid een voorwaarde voor economi-sche groei.

Een gevolg van deze toename is dat de bevolking van Afri-ka beneden de Sahara ontzettend jong is. We kunnenspreken van een bruisende Afrikaanse jeugd die elke be-zoeker van een Afrikaans land charmeert. Verder stellenSeverino en Ray vast dat de verstedelijking enorme propor-ties aanneemt, onder meer door de mobiliteit van deze(jonge) mensen (cf. interview met een Congolese expat,verder in dit nummer).

De bevolkingstoename met een jonge bevolkingspiramidetot gevolg, en de dynamiek en de mobiliteit die daaruitvoorvloeien bleven niet zonder gevolgen voor de wereld inzijn geheel en voor de noorderbuur Europa in het bijzonder.Het gaat niet zozeer over optimisme of pessimisme, hetgaat om de erkenning van de feiten die op ons toekomen,om realisme dus. Afrika, waarvan deskundigen de bevol-king tegen 2050 schatten op 1,8 miljard inwoners, zal intoenemende mate onmiskenbaar een plaats afdwingen inhet wereldgebeuren en hierbij zelf auteur worden van zijngeschiedenis.

Eurafrikaanse ruimte creëren

Page 2: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

2

Beide auteurs bezondigen zich niet aan een naïef optimis-me. Afrika zal zich geleidelijk ontwikkelen volgens een eigenwetmatigheid maar dit zal verlopen via crisissen, lijden enzelfs terugval. Ze zijn van oordeel dat dit begeleidende ver-schijnselen zijn van de grote sprongen voorwaarts, eerderdan symptomen van verval en desintegratie.

We moeten samen een Eurafrikaanse ruimte creëren, nietop basis van medelijden of schuldbesef maar op basis vangemeenschappelijke belangen. Het oude Europa moet be-seffen dat ‘la jeunesse bouillonnante (africaine) deviendraun des moteurs de la croissance mondiale’.

Deze analyse is ook op kleinschalig niveau van belang, dusook voor Blik op Afrika. Voortdurend moeten we ons bezin-nen over de wijze waarop we onze projecten uitbouwen metonze partners in Congo. Dit is niet alleen onze verantwoor-delijkheid maar ook deze van de partners. De meeste me-dewerkers van Blik op Afrika hebben nog de Congolese ko-loniale tijd gekend en moeten zich dus hoeden voor de ach-teruitkijkspiegel. Vele Afrikaanse partners hebben weinig ofgeen ervaring met het bereiken van duurzaam resultaat opbasis van eigen initiatief en inspanning. We moeten de val-kuilen vermijden en hoopvol werken aan een bruisende Eu-rafrikaanse Blik op Afrika. ED

De bruisende jeugd van Afrika als motor vanwereldwijde groei...

Dit is niet alleen onze verantwoordelijkheid maar ook deze van de partners

Page 3: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

3

DE VLAM VAN DE HOOP BRANDEND HOUDENVerslag van een onderwijsmissie in Congo - april 2010

- Guido Caerts

Pedagogisch-didactische vorming voor leraren en directiesis één van de objectieven van Blikopafrika. In dat kaderorganiseerde de vzw vorig jaar in Kikwit, van 23 februari tot4 maart, vormingssessies voor directrices van de scholenvan de zusters Annuntiaten uit Congo, Burundi en Kame-roen. Het programma resulteerde in een lijvige bundel metverslagen en suggesties. Daarbij kwam van de deelnemersde uitdrukkelijke vraag naar een vervolg. Geen eenvoudigevraag trouwens. Via een ontwerpnota kwam de werkgroepVorming tot het besluit dat we moesten zoeken naar eenconcreet toepassingsveld voor wat de directies tijdens desessies in Kikwit hadden geleerd. Bijvoorbeeld door in elkeschool een kleinschalig project op te starten dat een zicht-bare impact op het schoolgebeuren zou hebben. Uitgangs-punt voor het project moest een sterkte-zwakteanalyse zijn,uiteraard met inachtneming van de lokale context. Om hetgeheel overzichtelijk te houden zouden in een eerste faseenkel de acht scholen in Congo bij het project worden be-trokken.De Stuurgroep van de vzw keurde het voorstel goed entrok er 2050 $ per school voor uit. Twee duo’s werden be-last met de opstart: Fernand Rochette en zuster Guillaumi-ne Clerx trokken naar Kingandu en Kimbongo, Guido Cae-rts en Paula Veestraeten naar Totshi en Kibangu (Kikwit).

De voorbereidingTwee duo’s die elk in vier verschillende scholen aan het

werk gaan, dat vraagt om een uitgelijnde gemeenschappe-lijke aanpak. Vooreerst moesten de scholen gebrieft. Naasteen beknopte nota over bedoeling en opzet van de onder-neming verstuurden we een vragenlijst waarmee de direc-ties, in overleg met het personeel, onze komst kondenvoorbereiden. Het werkschema ter plaatse bevatte tweeluiken: een uitgebreide schoolanalyse en de concrete uit-werking van een project.

Schoolanalyse

Uitwerking project

Materiële nodenStellen dat het onderwijs in Congo met zware problemenkampt is een open deur intrappen. Een groot percentagevan de kinderen gaat gewoon niet naar school, omdat zehet schoolgeld niet kunnen betalen. En voor hen die er welen vaak met veel enthousiasme naartoe trekken, is de be-huizing ondermaats, zijn er onvoldoende banken, geenhandboeken, te weinig schriften en stylo’s, Om nog niet tespreken over de penibele situatie van de leraars: ze wor-den slecht en meestal te laat betaald, en voor vorming ennascholing is er al helemaal geen geld. De schoolanalyseop de vier locaties van de zusters Annuntiaten heeft datalleen maar bevestigd. Wat niet betekent dat er geen ver-schillen zijn tussen scholen in een afgelegen gebied of ineen stedelijke omgeving, tussen oude gebouwen die drin-gend aan renovatie toe zijn en locaties waar een compleetnieuwe school wordt gebouwd, tussen instellingen waar deICT-toepassingen al enkele jaren geïntroduceerd zijn enandere waar de nieuwe technologie in haar kinderschoe-nen staat of nog helemaal moet opgestart worden. Maar deCongolese context van behoefte aan elementaire didacti-sche voorzieningen is overal aanwezig. Bovendien blijven

Functioneren van di-rectie en administratie

Schoolwerkplan Financieel beheer Infrastructuur Personeelsbeleid Communicatie en par-

ticipatie Externe contacten

Schoolloopbaan enleerlingenoriëntering

Pedagogisch-didactische aanpak

Opvolging van leerlin-gen

Meest opvallende te-korten

Remediëring Welbevinden leerlin-

gen en personeel Internaat

Beginsituatie Doelstelling(en) Strategie: Hoe pakken we het aan? Wat hebben

we nodig? Welke mogelijkheden (budget) hebbenwe? Wie is verantwoordelijk?

Timing Opvolging – evaluatie - rapportering

overleg bij het huiswerk

Page 4: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

4

moderne elektrische installaties en hightech toestellen bij-zonder kwetsbaar in een gebied waar technologische vor-ming en het basisinstrumentarium voor herstellingswerkenniet permanent beschikbaar zijn.En toch sta je te kijken van de veerkracht van deze mensen,leraars en leerlingen. Hoe zij met de schaarse middelen dievoorhanden zijn en in vaak overbevolkte lokalen – 50 of 60leerlingen per klas is geen uitzondering – toch aardig hunbest blijven doen. En met welke gretigheid het personeelmeedenkt en meewerkt om, via een project waarvoor eenbeperkt budget ter beschikking wordt gesteld, de kwaliteitvan het onderwijs op te krikken.

Didactische aanpakHet zal niemand verwonderen dat in de gegeven omstandig-heden de didactische aanpak zich vooral beperkt tot frontaalen repetitief onderwijs. En toch zie je ook alternatieve werk-vormen: leerlingen die individueel aan de slag gaan met deleraar als coach, samenwerking tussen leerlingen, wandel-lessen om terplekke vast te stellen wat erosie is, om naar deboten op de Kwilu te gaan kijken, om de omgeving te ver-kennen, … Didactische werkvormen die nog verder zoudenontwikkeld zijn, mochten er meer mogelijkheden voor gerich-te nascholing en vorming zijn.

De projectenOmzeggens alle projecten zijn in de eerste plaats gericht ophet lenigen van de meest urgente materiële noden: herstel-lingswerken gebouwen, aanmaak banken, aanschaf elemen-tair didactisch materiaal, mogelijkheden voor ontspanning enparascolaire activiteiten.

Een belangrijk item is ook de verbetering van de levensom-standigheden voor internaatsleerlingen. Voor de meestenonder ons is dat wellicht de meest schokkende ervaring ge-weest: de erbarmelijke huisvesting van honderden leerlin-

gen, meisjes of jongens tussen 12 en 18 jaar, met twee ineen eenpersoonsbed (en wat is een bed in Afrika?), in lugu-bere zalen, zonder enige vorm van privacy, zonder elektrici-teit en vaak zonder sanitaire voorzieningen. Het is een hui-zenhoog knelpunt waaraan zo snel mogelijk iets moet ge-daan worden en dat de volgende jaren zeker meer dan ge-wone aandacht verdient.

Hoopgevend is dat de leraars overal vragende partij zijn voorhet volgen van vormingssessies, al dan niet op locatie geor-

ganiseerd. We hebben trouwens van de gelegenheid ge-bruikgemaakt om in dit verband contacten te leggen, ondermeer met de Fondation Banatee*, een vormingscentrum,gevestigd in Kikwit, dat op het vlak van didactische onder-steuning heel wat te bieden heeft.

BesluitDe toestand van het onderwijs in Congo is ernstig maar niethopeloos. Daarvoor is de overlevingsdrang en de wilskrachtvan de mensen die wij tijdens onze missie ontmoet hebben,te groot. We zijn er ons van bewust dat de hindernissenveelvuldig en soms onoverkomelijk zijn. En we koesterenniet de illusie dat we met de opgestarte projecten de onder-wijsomstandigheden in de betrokken scholen fundamenteelten goede kunnen keren. Maar precies in deze context iselke stap vooruit, hoe klein ook, belangrijk. Al was het maarom de vlam van de hoop brandend te houden. Misschien isdat, in de huidige algemene verloedering, de belangrijkstebetekenis van deze projecten voor enkele Congolese scho-len. GC

In een volgend nummer van Nsangu laten we u kennismaken met Jean en Odette Mupepe, de drijvendekrachten achter de privé school en het vormingscentrum(ED)

een afsluitende drink

Page 5: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

5

Drie jaar geleden gingen Hugo Priemen en ikzelf in op-dracht van Blik op Afrika naar Congo voor het installerenvan zonnepanelen in de school van Totshi. De zusters An-nuntiaten hebben in Congo vestigingen in de provincieBandundu, meer bepaald in de hoofdplaats Kikwit, gekendvan het destijds gevreesde Ebola-virus, en buiten Kikwitnog vier vestigingen op een afstand van 120 km tot 200 kmin verschillende richtingen. Deze keer werd aan Dirk Hoor-naert en aan mij gevraagd om opnieuw een technischezending op ons te nemen.

De missie van Totshi

Totshi bevindt zich ten zuiden van Kikwit, richting Angola,op ongeveer 130 km. Totshi ligt in een vlakte op 600 mhoogte, aan drie zijden omzoomd door de Kwilurivier. Aan-gezien er geen brug is die verder reizen mogelijk maakt, isTotshi ook een beetje het einde van de wereld. Totshi heeftzoals Kikwit vrij veel palmbomen waarvan de palmnoten degegeerde palmolie geven.De parochie werd er gesticht in 1938. De zusters kwamenin 1939 uit Kikwit naar deze afgelegen plek om er de scho-len uit te bouwen. Het klooster is een degelijk en mooi ge-bouw, voorzien van een grote groentetuin. Er is ook eenneerhof met kippen, konijnen en zelfs varkens. De lagereen secundaire scholen liggen aan de overkant van de wegen werden ooit door Mobutu genationaliseerd. Nu staan zeweer onder het beheer van de zusters, wat evenwel in-houdt dat het onderhoud en de uitbreiding volledig ten hun-ne laste vallen. De ouders dragen, zoals overal in Congo,ook hun steentje bij (de zogenaamde minerval). De leer-krachten wonen in degelijke huizen, ook gebouwd in op-dracht van de zusters. Daarbij hoort ook een perceel grondvoor de voedselvoorziening. Dat is niet alleen nodig omdatde Congolese staat een slechte en onregelmatige betaleris. Door de afgelegen en nogal geïsoleerde ligging is Totshivoor veel leerkrachten geen aantrekkelijke werkplek, eneen goede wooninfrastructuur moet daartegen enig soelaasbrengen…In Totshi is er ook een gezondheidscentrum met materniteitgerund door twee zusters. Zuster Yvonne verbleef ooit inHeverlee en kent nog steeds een aardig mondje Neder-lands.

Technische installaties in Totshi

De installatie in Totshi bestaat uit zonnepanelen en eenparaboolantenne. De panelen leveren stroom aan deschool zodat de leerlingen er met computers kunnen lerenwerken. Een paraboolantenne is nodig om via satelliet eeninternetverbinding te kunnen realiseren, die dan weer di-

dactische mogelijkheden biedt voor de leerkrachten. Bijmijn weten zijn er in de hele provincie, groter dan heel Bel-gië, geen tien scholen met een internetverbinding. Drie vandeze scholen zijn van de zusters Annuntiaten.

De installatie in Totshi heeft, mede dank zij de goede zor-gen van Séraphin Namwisi, goed gewerkt totdat onweer enbliksem roet in het eten gooiden (zie Nsangu nr. 5). Eénonweer zorgde voor meer dan 8.000 Euro schade. Dewerkgroep Logistiek van Blik op Afrika stelde vast dat inKingandu een gelijkaardige installatie sinds 2006 geen der-gelijke problemen gekend heeft. Daar staan het elektrischpaneel en de modem in een stalen container. Dat is eigen-lijk een kooi van Faraday, beschermend tegen bliksem,zoals een auto. Het lag dus voor de hand om die oplossingopnieuw te gebruiken in Totshi.

Er werden in Antwerpen twee containers gekocht in eenplat bouwpakket en deze werden begin december ver-stuurd per boot. In maart zijn deze via de haven Mataditoegekomen in Kinshasa. De vrachtwagen van de zustersleverde één pakket in goede staat af in Kibangu (nieuweschool nabij Kikwit), het andere werd later eveneens metde vrachtwagen doorgevoerd naar Totshi. Zo’n transport isop zich al legendarisch te noemen gezien de staat van dewegen, de onbetrouwbare bruggen en de wisselendeweersomstandigheden.

Het echte werk

Maandag was onze eerste effectieve werkdag in Totshi.Het voornaamste was het maken van de twee funderings-stroken waarop de container moest geplaatst worden.Daarvoor konden we een beroep doen op vier metselaarsdie we van vorige keer kenden. Ik maakte met hen de af-spraak dat die twee stroken ‘s avonds klaar zouden zijn.Ondertussen controleerden we het vorige keer achtergela-ten materiaal en de kleine werktuigen die we nodig zoudenhebben.

Dinsdagmorgen verzamelden de gevraagde 20 helperszich onder de mangoboom voor het klooster. Na wat veilig-heidsvoorschriften trokken we naar de school waar hetmoest gebeuren. Met nog wat uitleg en verdeling van demankracht werd de bodemplaat van ongeveer 800 kg metbehulp van een viertal lange buizen en vele handen opge-tild en op de fundamenten gelegd. De metselaars haddende bekisting al weggenomen. Dan werden er drie hoeksteu-nen vastgeschroefd en een aantal lege benzinevaten wer-den erbij gehaald zodat we de dakplaat van 600 kg niet opde grond hoefden te leggen. De dakplaat moest 2,40 m

Terug naar Totshi- Jan Stevens

Page 6: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

6

hoog gehesen worden. Alle handen, ook die van de metserswaren nodig om die klus te klaren. Om 10 u lag de dakplaatveilig op de vier steunen. Alle bouten werden nog eens extranagezien en vastgezet.

Om 16 u waren alle muurpanelen, de vensters en de deurgeplaatst en kon de container op slot. Sommige van de me-dewerkers vonden het een te mooie installatie om er alleenwat materiaal in te zetten… Wij vonden dat we een goedekop koffie wel verdiend hadden.

De binnenafwerking en installatie van de elektrici-teit

De binnenafwerking van de container en de elektriciteit ston-den nog op ons programma. Alles is in het pakket mooi mee-geleverd: plinten, lampen, bekabeling, het is er allemaal bij,zelfs de isolatie voor de hoeken en de bovenste aansluitingtussen muren en dak. Dirk kon al beginnen denken aan de

plaatsing van het grote schakelbord en de voorbereiding vande verhuis. Ook het aarden van de container en het paneelmoesten onze aandacht krijgen.

Op vrijdagmorgen om 6 u vertrokken Dirk en ik samen metde nachtwaker, te voet 3 km ver naar de plek waar men ge-probeerd had om op de rivier Lwansi een watermolen te bou-wen. Het gebouwtje voor de pomp stond er nog, maar hetkanaal en de afdamming waren tijdens een zwaar onweerweggespoeld. Er was ondeskundig gewerkt, zonder plan enzonder voldoende cement op een moeilijke ondergrond. Wijkunnen er dan ook geen goed rapport over uitbrengen inHeverlee. Spijtig van het verloren geld! Een volgende keermoet zo’n project beter begeleid worden.

De terugweg bergop was gemakkelijker dan de afdaling. Wewaren om 8 u terug, op tijd om ‘ons volk’ aan het werk tezetten. De verhuis van het paneel en het heraansluiten vanalle kabels hielden ons de hele dag bezig. Op een momentdacht ik dat Dirk door het vele werk aan sommige weerbar-stige draden krampen zou krijgen in zijn vingers. Om 18 uging echter het licht aan in de container en alles was bevei-ligd. Ik heb Dirk onmiddellijk gefeliciteerd voor die prestatie.Na vijf dagen was de klus geklaard. Verschillende zusterskwamen kijken en uitten hun bewondering. Samen werken

loont, de lessen informatica kunnen hervat worden met com-puters voorzien van verzekerde elektriciteit. JS

Was het 800 kg of 600 kg?

800 kg of 600 kg, ze staat er bovenop...

Vereende krachten, moe maar voldaan

Page 7: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

7

ZWART of WITWat hebben ze gemeen?

De visie van...Jef VERMASSEN Annemie STRUYF

9 november 2010 23 november 2010

H.-Hartinstituut - Heverlee - 20 uurToegangsprijs per avond: 10 €

Kaartenverkoop en info: www.blikopafrika.be

Ver. uitg.: solidariteitsfonds Blik op Afrika

ten voordelevan

Page 8: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

8

Ondanks de centimeters dikke sneeuwlaag is het kerstconcert op 18 december 2009een succes. Een 400-tal aanwezigen genieten van het concert onder leiding van KatrienKonings en Dieter Staelens en gebracht door de verzamelde koren van de lagere schoolHH, het Hhartcore (leerlingen en leerkrachten van het secundair HH) en het instrumentaalensemble HH

Twee bureaucontainers voor Totshi en Kibangu worden op 29 december 2009 verstuurd vanuit Antwerpen naarMatadi. Ze komen bij de zusters in Kinshasa aan op 9 maart 2010.

Via Belex worden op 10 maart 2010 reserve-omvormers, tarom en andere goederen verstuurd

Van 12 maart tot 2 april verblijft Eric Depreeuw in Congo in het kader van het VLIR-UOS project voor leerlingenbe-geleiding. Hij bezoekt samen met Prof. Kabeya van UNIKIN de scholen van Kikwit en Totshi.

Op 20 maart 2010 vindt in het H.Hartinstituut het concert “La Primavera” plaats ten voordele van Blikopafrika enhet Buso van Terbank. Liebrecht Vanbeckevoort (pianist), Iris Luypaers (mezzosopraan) en het Kryptos-strijkkwartet zorgen voor een topavond. Het geheel wordt georganiseerd door Ariadne en de leerlingen tweedegraad van het beroepsonderwijs van het H.Hartinstituut.

Van 5 tot 26 april 2010 verblijven Jan Stevens en Dirk Hoornaert in Totshi en Kibangu (zie bijdrage in dit nummer).Ze installeren op die twee plaatsen een container voor de internetinstallatie. In Totshi herplaatsen ze de zonnepa-nelen en in Kibangu treffen ze de nodige voorbereidingen voor de plaatsing van zonnepanelen en van een schotel-antenne.

Van 11 tot 30 april 2010 zijn Zr Guillaumine Clercx, Guido Caerts, Fernand Rochette en Paula Veestraeten opwerkbezoek in Congo (zie bijdrage in dit nummer). In vier lagere en vier secundaire scholen in Kikwit, Totshi, Kin-gandu en Kimbongo werden op basis van een schoolanalyse pedagogisch-didactische projecten uitgewerkt die decompetenties van de leerkrachten moeten verhogen en de onderwijskwaliteit verbeteren. Dit gebeurde in elkeschool in nauw overleg met de directie en met een schoolteam.

op 29 mei 2010 vindt te Hoepertingen de tweede reflectiedag plaats voor de medewerkers van Blik op Afrika.

3 augustus: nieuwe zending voor de scholen in Congo (zie bijdrage elders in dit nummer).

MO

Tijdslijn van onze activiteiten– Magda Olbrechts

21 januari 2011 : Kerstconcert

Page 9: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

9

Nieuwe zending goederen voor onze scholen in Congo- Fernand Rochette

Zoals jullie weten doen wij grote inspanningen om het ni-veau van het onderwijs te verhogen en dit vooral via deweg van vorming voor leraren en directies. Dit is onze core-business. Maar ook de materiële noden van onze Afrikaan-se partners zijn bijzonder groot. Wat kan een goed opgelei-de leraar beginnen met een klas van 50 leerlingen zonderdidactische hulpmiddelen?

Onze politiek bestaat erin om zoveel als mogelijk goede-ren te kopen in Congo zelf, omdat dit ter plaatse de econo-mie ondersteunt en omdat het vervoer van goederen pe-perduur is. Maar regelmatig krijgen wij van Belgische scho-len, klinieken en particulieren degelijke materialen, waar-van terecht verwacht wordt dat deze in Afrikaanse scholenbelanden. **

Het Belgisch leger is bij deze onderneming een meer danwelgekomen partner. Reeds driemaal mochten wij goede-ren verzenden via reguliere vluchten waarop nog cargo-ruimte ter beschikking was. Ook recent, op 3 augustus,verzonden wij via een legervlucht zes kubieke meter goe-deren verdeeld over 52 colli’s. Een paar dagen later warendeze goederen, dankzij de hulp van de Orde van Malta,reeds bij de zusters in Kinshasa. Daarna werd de vracht-wagen van de zusters ingezet voor het vervoer naar Kikwit.Van daaruit wordt gezorgd voor de verdere distributie naaronze 8 scholen.

Toch even opsommen wat wij verzonden.

Rekenmachientjes op zonne-energie Lampen op zonne-energie (na enkele uren opla-

den in de zon zijn deze lampen goed voor 4 uurdegelijke verlichting)

Overhead projectoren Projectieschermen Rugzakken die perfect als schooltas kunnen

dienst doen PC’s, schermen Een naaimachine Boeken Klasseermateriaal

** Wij zijn onze donateurs en het leger bijzonder dankbaarmaar mogen we toch deze bedenking geven?Onze Afrikaanse vrienden hebben recht op zeer degelijkmateriaal. Wij trachten dan ook nieuwe of “ zo goed alsnieuwe“ materialen op te sturen. Voor ICT materialen doen

wij een beroep op de organisatie “ Close the Gap” die onsvoor zeer zachte prijzen bijna perfect occasie rmateriaalbezorgt. Dit is hun specialiteit en zij werken alleen met er-kende ngo’s en vzw’s. Via deze weg vragen wij daaromaan Blikopafrika geen tweedehands PC’s, schermen, prin-ters etc meer te bezorgen. Ze worden niet verstuurd en zebezorgen ons een boel extra en nutteloos werk. FR

Laat de bliksem nu maar knallen, de donder maar rollen

Page 10: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

10

ED: Kan je de situatie van de Congo-lese ‘expats’ in België beschrijven?

Gregory Luaba: Ik ga niet veralgeme-nen. Ik steun me op wat ik ervaar bijkennissen, vrienden die een profielhebben dat min of meer overeenkomtmet het mijne. Dit wil zeggen, ze be-schikken over een academisch diplo-ma, behaald in degelijke Belgische in-stellingen. Over ’t algemeen is de situa-tie van de Congolese expats in Belgiëmoeilijk. Of die expat nu geboren is inCongo, zoals ikzelf, of in België, zoalsmeerdere vrienden van me, maakt wei-nig verschil. De moeilijkheden begin-nen al in de lagere school. Elk jaarmoet men de verblijfsvergunning tonendie dan ook nog eens jaarlijks moethernieuwd worden. In het gemeente-huis leverde dat bij tijd en wijle ookfrustraties op. Het gebeurde ook dat weniet mee konden met onze klasgenotenwanneer er een schoolreis naar hetbuitenland werd georganiseerd.Na het behalen van het universitairdiploma wordt de beproeving nog gro-ter voor de Congolezen die de Belgi-sche nationaliteit niet verwierven. Ikwas in dat geval. Ik had de mijn oplei-ding economie achter de rug, hadenorm veel zelfvertrouwen opgedaandankzij een prachtige stage van bijnaeen jaar in het buitenland. Ik dachteenmaal terug in België een interes-

sante baan te vinden. Ik had immerseen diploma van de ICHEC manage-ment school in Brussel, ik kwam vaneen stage in een grote multinational inde financiële sector, ik sprak vloeiendEngels en Spaans… alleen ik had deCongolese nationaliteit. Ik solliciteerdevaak en telkens kreeg ik te horen: “Jehebt een zeer interessant profiel, Gre-gory, MAAR…”! Dereden die men door-gaans ter verantwoor-ding opgaf was dat ikgeen ervaring had.Waarom lieten ze mijin godsnaam komen,mijn CV vermelddeimmers dat ik een juni-orprofiel had?Een dame zei me:“Neem terug contactop als je de Belgischenationaliteit hebt”. Zogezegd, zo gedaan. Ikkreeg interim jobs omklasseerwerk te doen,fotokopieën te maken,archieven te ordenenof producten te scannen in het maga-zijn. Ik heb vrienden die in de openbaresector tewerk gesteld zijn na succesvolde selectie-examens van Selor te heb-ben afgelegd. Een groot aantal heeftgesolliciteerd bij privé bedrijven. Vaakwerken ze na 5 à 7 jaar nog met tijdelij-ke contracten, telkens te hernieuwen.Het valt op dat diegenen met een con-tract van onbepaalde duur niet in Bel-gië maar in het buitenland werken:Luxemburg, Nederland, de Verenigde

Staten of Engeland. Wanneer het aleens lukt in België is het doorgaans bijeen buitenlandse multinational, zeldenkunnen we erin vliegen bij grote Belgi-sche bedrijven. Ikzelf werk nu bij eenAmerikaanse multinational. Mijn trajectwas niet evident maar ik heb mijn pleken mijn draai gevonden en nu kan ikme ontplooien.

ED: Houden jullie voeling met jullieafkomst, met de roots?

Gregory Luaba: dat hangt af van defamiliale geschiedenis, de persoonlijkelevensloop. Bij mij is dat nogal bijzon-der in die zin dat mijn ouders in Kinsha-sa wonen. Ik ben 18 jaar geleden bijmijn ouders en familie vertrokken enben naar Brussel gekomen. Ik was

Getuigenis van een Belgische Congolees:Gregory Luaba Deome aan het woord

- Eric Depreeuw

We hebben elkaar toevallig ontmoet in Waver tijdens de viering van het tienjari-ge bestaan van de vereniging Corporate Funding Programme. Gregory LuabaDeome, een dynamisch ogende dertiger, was tijdens de receptie duidelijk in deweer met ‘netwerken’. Na onze kennismaking en wat heen en weer gepraat,vroeg ik hem een bijdrage te schrijven voor Nsangu ya bwala. Enkele dagenlater kreeg ik zijn getuigenis, geschreven in het Frans, en gestructureerd vol-gens enkele richtvragen die ik hem had voorgelegd. In de lijn van het WoordVooraf in dit nummer dacht ik: we kunnen maar beter een begin maken met desamenwerking, ook met de Congolezen die tussen ons leven.

De Congostroom

Page 11: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

11

Mijn ambitie situeert zich op het economische niveau. Ikkoester de hoop ooit een maximum aan gemotiveerde jonge-ren en ervaren beroepsmensen aan het werk te kunnen zet-ten. Er zijn er momenteel te veel die nu op de straat staanzonder hoop op een betere toekomst. Dat betekent een on-derneming uitbouwen zodat de mensen kunnen werken ingoede omstandigheden en een redelijk loon verdienen. On-dernemen op een sociaal verantwoorde manier, daar komthet op aan. Op die manier kan zich een middenklasse ont-wikkelen die lokaal consumeert en de nationale economiedoet draaien. De staat krijgt zo meer inkomsten (die mis-schien niet allemaal terecht komen waar het zou moeten).Door economische groei kan Congo finaal minder afhankelijkworden van de uitvoer (van grondstoffen) en ook minder af-hankelijk van buitenlandse hulp.

Voilà, professor, dit zijn mijn bedenkingen op dit moment.Het is niet volledig en misschien te weinig maar ik heb hetvrij druk: volgende week ben voor mijn werk in Duitsland. ED

Page 12: Nieuwsbrief Nsangu (1/2)

12

Colofoon

Aan dit nummer werkten mee: Guido Caerts, Eric Depreeuw, GregoryLuaba, Magda Olbrechts, Fernand Rochette, Jan Stevensen nog anderenVormgeving: Marie-Dominique LodensFoto’s: Guido Caerts, Eric Depreeuw, Fernand Rochette, Jan Stevens

Vertaling Franse versie: Fran Van HemelrijckHoofdredactie: Eric DepreeuwVerantwoordelijke uitgever:Zr. Roza Peeters, Naamsesteenweg 355– 3001 Leuven

Meer informatie over onze werking vindt u op

www.blikopafrika.be

Een bijdrage storten?

431-4732001-20

van Missiefonds Annuntiaten – Heverlee

Fiscaal aftrekbaar vanaf 30 €