[Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND-...

7
BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN KONING, BIJ KABINETSCHRIJVEN VAN 6 JULIJ 1856, N O . 65 EN VAN 5 JUNIJ 1859 Source: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, 7de Deel, [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] (1860), pp. XI-XVI Published by: KITLV, Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies Stable URL: http://www.jstor.org/stable/25733813 . Accessed: 15/05/2014 18:57 Your use of the JSTOR archive indicates your acceptance of the Terms & Conditions of Use, available at . http://www.jstor.org/page/info/about/policies/terms.jsp . JSTOR is a not-for-profit service that helps scholars, researchers, and students discover, use, and build upon a wide range of content in a trusted digital archive. We use information technology and tools to increase productivity and facilitate new forms of scholarship. For more information about JSTOR, please contact [email protected]. . KITLV, Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies is collaborating with JSTOR to digitize, preserve and extend access to Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië. http://www.jstor.org This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PM All use subject to JSTOR Terms and Conditions

Transcript of [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND-...

Page 1: [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN

BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- ENVOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M.DEN KONING, BIJ KABINETSCHRIJVEN VAN 6 JULIJ 1856, N O . 65 EN VAN 5 JUNIJ 1859Source: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië, 7de Deel,[Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] (1860), pp. XI-XVIPublished by: KITLV, Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean StudiesStable URL: http://www.jstor.org/stable/25733813 .

Accessed: 15/05/2014 18:57

Your use of the JSTOR archive indicates your acceptance of the Terms & Conditions of Use, available at .http://www.jstor.org/page/info/about/policies/terms.jsp

.JSTOR is a not-for-profit service that helps scholars, researchers, and students discover, use, and build upon a wide range ofcontent in a trusted digital archive. We use information technology and tools to increase productivity and facilitate new formsof scholarship. For more information about JSTOR, please contact [email protected].

.

KITLV, Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies is collaborating with JSTOR todigitize, preserve and extend access to Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië.

http://www.jstor.org

This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions

Page 2: [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN

BIJLAGE B.

BEGLEMENT

VAN HET

KONINKLIJK INSTITUUT

VOOE DE

TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDEBLANDSCH-INDIE.

GOEDGEKEURD EN BEKRACIITIGD DOOR Z. M. DEN KONING, BIJ KABINETSCHRIJVEN VAN 6 JULIJ 1856, N?. 65 EN VAN 5 JUNIJ 1859.

I. VAN HET INSTITUUT IN HET ALGEMEEN.

Art. 1. Het doel van het Instituut is de bevordering van de taal

land- en volken-kunde van Nederlandsch Indie.

Art. 2. Het Instituut staat in verbinding met bet Koninklijk In

stituut van Ingenieurs, tot wederkeerige dienst en hulp in voor

komende gevallen.

Art. 3. De zetel van het Instituut is daar, waar de Koninklijke Aka

demie ter opleiding van ambtenaren voor Nederlandsch Indie gevestigd is.

Art. 4. Het Jnstituuts-jaar gaat in met 1 Mei.

II. VAN DE LEDEN.

Art. 5. De Leden zijn gewone Leden, Leden donateurs en

buitenlandsche Leden.

De geldelijke bijdrage der gewone Leden is twaalf gulden in het

jaar. Die eene jaarlijksche bijdrage geven van vijf en twintig gulden of

meer, zijn Leden donateurs.

This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions

Page 3: [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN

XII REGLEMENT.

Personen buiteri Nederland en zijne overzeesche bezittingen woonach

tig, wier verbinding aan het Instituut wenschelijk geaeht wordt, kunnen

door het bestuur tot buitenlandsche Leden worden benoemdr Van

hen wordt geene geldelijke bijdrage gevorderd.

Die gewoon Lid of Lid donateur wenscht te worden, rigt zich, met

opgaaf van zijne woonplaats, tot den Secretaris van het Bestuur, en ont

vangt van hem het bewijs van lidmaatschap. In Nederlandsch Indie

wendt men zich, ten zelfden einde, tot de Commissarissen van het In

stituut. Bedenkingen tegen de uitreiking van het bewijs van lidmaat

schap, worden door den Secretaris of de Commissarissen gebragt ter

kennis van het Bestuur, hetwelk daarover beslist, of wel de zaak

onderwerpt aan het oordeel der Algemeene Vergadering.

Art. 6. De jaarlijksche bijdrage wordt betaald op kwitantie, in Ne

derland van den Penningmeester, in Indie van een der Commissarissen.

Art. 7. Ingeval iemand in de betaling der contributie twee jaren ten

achteren is, geeft de Penningmeester daarvan kennis aan het Bestuur.

Het Bestuur of de Commissarissen zijn gemagtigd om zoodanig Lid

vervalien te verklaren van zijn lidmaatschap.

De toezending der w^erken van het Instituut wordt bij achterlijkheid

in de contributie terstond gestaakt.

III. VAN HET BESTUUR.

Art. 8. De leiding van het Instituut is opgedragen aan een Be

stuur, bestaande uit twaalf leden, waarvan een President, een Vice

President, en een Penningmeester, die door de leden van het

Bestuur uit hun midden gekozen worden.

Alle jaren treden, naar rang van benoeming, drie leden af, die eerst

na een jaar herkiesbaar zijn.

De Secretaris wordt jaarlijks door het Bestuur uit zijn midden of

uit de overige Leden van het Instituut benoemd.

Art. 9. De Leden van het Bestuur worden, in de algemeene verga

dering van Mei, bij stemming met gesloten briefjes benoemd. Voor

This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions

Page 4: [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN

REGLEMENT. XIII

elke vacature wordt door het Bestuur een drietal aan de Vergadering

voorgesteld, zonder dat zij evenwel in hare keus daardoor gebonden is.

Art. 10. Wanneer tusschentijds plaatsen in het Bestuur openvallen, worden zij aangevuld in de daarop volgende algemeene vergadering. De Leden op deze wijze benoemd, treden af op den tijd bepaald voor

hen, in wier plaats zij zijn gekozen.

Art. 11. In Nederlandsch Indie worden de belangen van het In

stituut behartigd door drie Leden-Commissarissen, te benoemen

door het Bestuur.

Zij benoemen Leden-Corr espondenten op die plaatsen in Ne

derlandsch-Indie, waar hun dit wenschelijk toeschijnt tot bereiking van

het doel van het Instituut.

Art. 12. Het Bestuur vergadert ten minste alle twee maanden, daar

en wanneer het goedvindt.

Art. 13. De President van het Bestuur leidt de orde der werk

zaamheden in alle vergaderingen en handhaaft de reglementen van het

Instituut.

Art. 14. Bij afwezigheid van den President treedt de Vice-Presi

deut in al zijnes functien; bij afwezigheid van beiden, de oudste in ja

ren der aanwezige Leden van het Bestuur. De Secretaris is van het

Voorzitterschap verschoond.

Art. 15. De Secretaris voert de correspondentie van het Instituut

en houdt de notulen der vergaderingen. Wanneer hij geen Lid is van

het Bestuur heeft hij in de Bestuursvergaderingen slechts eene raad

gevende stem.

Art. 16. Aan den Penningmeester is het beheer der geldmiddelen

opgedragen, onder toezigt van het Bestuur. Hij doet geene betalingen

dan na daartoe door het Bestuur te zijn gemagtigd.

Art. 17. De Commissarissen vertegenwoordigen in Indie het Be

stuur des Instituuts in de bij dit reglement bepaalde gevallen (art. 5,

7, 18 en 19).

Art. 18. De Commissarissen belasten zich met de toezending van

de Bijdragen en Werken aan de Leden in Indie en met het geldelijk

beheer daar te lande.

This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions

Page 5: [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN

XIV REGLEMENT.

Zij doen jaarlijks verslag van hunne werkzaamheden en rekening en

verantwoording aan het Bestuur.

IV. VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET INSTITUUT.

Art. 19. Het Instituut bcvordert het doel, aangewezen in Art. 1,

door zooveel mogelijk de algemeene medewerking uittelokken en aan

temoedigen.

Art. 20. Daartoe stelt het aan ieder, die tot dit doel wil mede

werken en de vruchten zijner nasporingen bekend maken, de gelegen

heid open, voor kleinere opstellen in Bijdragen tot de taal- land

en volkenkunde van Nederlandsch Indie, en voor stukken

van grooteren omvang in eene reeks van Werken.

Art. 21. Ook stelt het Bestuur vragen voor ter beantwoording en

zal het op elke andere wijze verdienstelijke ondernemingen^van elken

aard, in zoover zij tot den werkkring van het Instituut behooren, aan

moedigen en beloonen.

Art. 22. De Bijdragen en Werken worden kosteloos aan de Leden

verstrekt. Zij worden ook door middel van den boekhandel verkryg

baar gesteld.

Art. 23. De stukken voor de Bijdragen of Werken besterad, wor

den aan den Secretaris gezonden; hij is met de zorg voor de uitgaaf

belast.

Vooraf doet hij van de ingekomen stukken opgaaf aan den Presi

dent, door wien zij kunnen gesteld worden in handen van eene spe

ciale commissie om te dienen van advies. De President geeft, in dit

geval, van zijne verrigting kennis in de eerstvolgende Bestuursverga

dering.

Art. 24. De inzenders van stukken, die geplaatst worden in de

Bijdragen of in de Werken, ontvangen een honorarium met of zonder

grooter of kleiner aantal presentexemplaren, door het Bestuur in over

leg met hen te bepalen. Art. 25. Een stuk, hetwelk niet geplaatst wordt, ontvangt de in

This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions

Page 6: [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN

REGLEMENT. XV

zender, op zijne aanvrage, terug. Het Instituut is bevoegd daarvan

afschrift te houden.

V. VAN DE ALGEMEENE VERG ADERIN GEN.

Art. 26. Eene algemeene vergadering heeft plaats op den tweeden

Zaturdag in Mei en verder zoo dikwijls het Bestuur zulks noodig oordeelt.

De Leden worden veertien dagen te voren tot het bijwonen der al

gemeene vergaderingen beschreven, met opgaaf van de pun ten ter be

handeling.

Art. 27. Op de algemeene vergadering van Mei geeft het fiestuur

een verslag van den staat en de werkzaamheden van het Instituut ge

durende het afgeloopen Instituuts-jaar, en doet rekening en verantwoor

ding van de geldmiddelen.

Daarna worden de nieuwe Leden voor het Bestuur benoemd.

Eindelijk worden mededeelingen aangeboord of voorstellen overwo

gen, eerst van het Bestuur en vervolgens van de Leden die zich daar

toe, vdor den aanvang der vergadering, bij den President hebben aan

gemeld. Andere voorstellen worden niet in overweging genomen, dan

op besluit van de vergadering.

Het jaarlijksch verslag wordt gedrukt in de Bijdragen.

Art. 28. Alle besluiten worden opgemaakt bij volstrekte meerder

heid van stemmen der aanwezige medestemmende Leden. Bij het sta

ken der stemmen heeft de President eene beslissende stem.

VI. ALGEMEENE BEPALINGEN.

Art. 29. De eigendommen van het Instituut worden bewaard in een

der loealen van de Koninklijke Akademie.

Art. 30. De Secretaris is belast met de functien van Bibliotbeearis.

Art. 31. Het gebruik van de boeken, platen en kaarten aan bet

Instituut toebehoorende, is aan de Leden toegestaan op bewijs van

ontvangst en onder voorwaarde van teruggave na veertien dagen.

This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions

Page 7: [Nieuwe Volgreeks, 3e Deel] || BIJLAGE B. REGLEMENT VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE TAAL- LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH-INDIË. GOEDGEKEURD EN BEKRACHTIGD DOOR Z. M. DEN

XVI REGLEMENT.

Art. 32. Het Bestuur brengt elk voorstel tot verandering van dit

Keglement in de Algemeene Vergadering. De voorgestelde verandering

moet door eene meerderheid van twee derden der aanwezige Leden zijn

aangenomen, alvorens aan de goedkeuring van Z. M. den Koning te

kunnen worden onderworpen.

Art. 33. Een voorstel tot verandering van dit Beglement, uitgaande van de Leden, moet ten minsten zes weken te voren, door twintig of

meer Leden, bij het Bestuur worden ingediend.

This content downloaded from 195.78.109.78 on Thu, 15 May 2014 18:57:04 PMAll use subject to JSTOR Terms and Conditions