nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

12
Voorbereidingsformulier Bewegingsactiviteiten & Trainingen

Transcript of nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

Page 1: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

Voorbereidingsformulier

Bewegingsactiviteiten &

Trainingen

Page 2: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

Naam student: Wieke van Genugten & Jip de Jongh

Klas: SAM 1B

Naam opleidingsdocent FSH:

Maud Vliegen

Naam werkplekbegeleider:

Werkplek:

Datum & tijd van de les: 16-12-2010 Groep:

Lesopdracht: Uni-hockey Lesnummer:

Beginsituatie analyse randvoorwaardenDe les zal worden gegeven aan een groep van ongeveer 27 deelnemers. De deelnemers zijn allen in opleiding deskundigen, dan wel begeleiders van sport. De groep bestaat uit 21 jongens en 6 meisjes van de leeftijd 17 tot 24 jaar. De groep heeft al en aantal keren aan Uni-hockey gedaan en heeft dus al enige ervaring hiermee. Deze les duurt 35 minuten en wordt gegeven in de stadssporthal te Sittard, waar 1/3 van de zaal beschikbaar is. Alle benodigde materialen zijn aanwezig in de sporthal, denk hierbij aan Uni-hockeysticks, ballen, pylonen, patjes etc. De motivatie van de groep om mee te komen doen is dat ze les willen leren geven en kunnen leren van de les die gegeven wordt.

Beginsituatie analyse van de lesgeverDit is voor ons de 2e les die wij gaan geven aan deze klas. We kennen de groep nu ongeveer 3 maanden en we weten hoe deze groep het doet tijdens de lessen die gegeven worden.

Verder hebben wij allebei ervaring met het geven van een hockeytraining. Jip heeft 1 jaar lang 1 uur in de week aan kinderen van de leeftijd 6/7. Wieke geeft nu een half jaar 1,5 uur per week training aan kinderen van 11/12 jaar. Dit is vooral een gesloten lesgeef stijl.

Inhoudelijke beginsituatie analyse voor deze (reeks van) activiteit(en)/ training(en)SensomotorischCa 80% van de groep beheerst de basistechnieken van unihockey. Denk hierbij aan passen, aannemen, dribbelen en schieten op doel.

Conditioneel90% van de groep bestaat uit sporters. Het is voor de groep dan ook mogelijk om een les van 35 minuten vol te houden bij een intensiteit van ongeveer 80% van de maximale hartslag.

CognitiefHet grootste deel (ca. 80%) van de groep kent de basisregels van unihockey en kent termen als passen, aannemen, dribbelen en schieten op doel. Enkele mensen uit de groep (ca. 10%) doen aan hockey of ijshockey. Deze mensen zullen dus meer weten van unihockey en de tactieken in het spel. Ook is de groep bekend met den algemene veiligheidsregels.

Sociaal emotioneelDe groep kent elkaar nu al ruim 4 maanden. De groep is erg hecht en kent elkaar goed. De groep werkt over het algemeen goed mee maar kan heel erg druk zijn. Vooral de jongens kunnen erg competitief en over enthousiast zijn. Zij willen vaak beter zijn dan de rest, een soort van haantjesgedrag. Hierdoor moeten de lesgevers goed opletten en optreden wanneer het nodig is, anders wordt het een erg chaotische les.

Doelstelling voor deze activiteit/ training (oefendoel)SensomotorischNa de les weten de deelnemers hoe zij een stick vast moeten houden en hoe zij ervoor kunnen zorgen dat de bal op de grond blijft. De klas is in staat om een bal fatsoenlijk te pushen en over te spelen. Zij kunnen drijven met de bal aan de stick en ze kunnen richten en afwerken op doel.

Page 3: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

Conditioneel

CognitiefNa de les zal de kennis over unihockey groter zijn, vooral de kennis van de technieken (vasthouden stick, hoe te pushen etc.) termen (als passen en drijven) en veiligheid binnen het spel (denk hierbij aan sticks laag houden).

Sociaal emotioneel

Doelstelling voor deze activiteitenreeks/ trainingenreeks op de lange termijn (leerdoel)

Concreet leerdoel van de lesgever

1. Feedback vorige les:Opzetten materialen moet sneller en gesloten gebeuren.Materialen van te voren klaarzetten.Betere en duidelijker uitleg en deze geven NA het opzetten van de materialen.Eigenvoorbeelden gevenWanneer de groepen gesplitst zijn, beide groepen in de gaten houden.Deelnemers corrigeren.Bij een spelactiviteit scheidsrechter, trainer en coach zijn.Enthousiaster en nadrukkelijker aanwezig zijn.

2. We gaan ons nog beter voorbereiden, zetten alle materialen klaar en zorgen dat het opzetten hiervan niet teveel tijd kost. Hierdoor kunnen we de uitleg doen en daarna meteen aan het de activiteit beginnen. Om de uitleg te verbeteren geven we ook eigenvoorbeelden.

Page 4: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

Inhoud Didactische aanpak Te verwachten fouten & correcties Organisatie & materiaal

Tijdsnotering- Inleiding- Kern- Afsluiting

Bewegingsactiviteiten- Wat ga je aanbieden?- Puntsgewijs noteren.

LesgeefstijlVoor welke lesgeefstijl kies je in je aanpak per bewegingsactiviteit? (open of gesloten) omschrijf hoe je de oefenstof gaat aanbieden.

Fouten- Benoem

concreet naar wezenlijke kenmerken.

- Puntsgewijs noteren.

Mogelijke correcties- Puntsgewijs

noteren.

Teken organisatie per oefening:- Veld- Opstelling materiaal- Opstelling deelnemers- Opstelling lesgever- Beweegrichtingen

Welke materialen per oefening:- Aantallen

Inleiding2 min.

We gaan iedereen welkom heten en zeggen wat we deze les gaan doen.

- Laat bij binnenkomst iedereen bij elkaar komen. Op de gele lijn gaan staan.- Controleer kleding en schoeisel.- vraag iedereen sieraden af te doen en kauwgom weg te gooien.- leggen uit wat we vandaag gaan doen. (Warming-up, Kern 1 en Kern 2)

- de groep is te druk en wil niet luisteren.

- zorgen dat we van iedereen de aandacht hebben om alles te vertellen voordat we gaan beginnen.

n.v.t.

Warming-up5 min.

Lijnenspel.We gaan het lijnenspel doen. Dit houd in dat we 5 lijnen uitkiezen. Alle 5 de lijnen krijgen een nummer. Een vierkant en daarin de middenlijn.

Iedereen gaat kriskras door de zaal lopen en dan roepen wij een nummer op. Bijvoorbeeld lijn 1. Dan moet iedereen naar die lijn lopen en de persoon die als laatste op de goede lijn staat moet 10 keer opdrukken of 10 sit-ups doen.

- Iedereen wordt op de lijn gezet en hier leggen we uit hoe het spel van de warming-up in zijn werk gaat.

- Iedereen gaat door de zaal lopen en wij roepen willekeurige lijnen op van 1 tot en met 5.

- De persoon die als laatste bij deze lijn staat moet 10 keer opdrukken of 10 keer sit-ups doen.

- Nadat we dit 5 min hebben gedaan fluiten

- De deelnemers willen niet de opdrachten uitvoeren als ze als laatste zijn.

- De deelnemers gaan aan elkaar lopen hangen en doen niet serieus mee.

- Zorgen dat we boven de deelnemers staan en duidelijk maken dat ze naar ons moeten luisteren.

Warming-up

lesgeverZwarte puntjes deelnemers

De groene lijn: lijn 1De rode lijn: lijn 2

Page 5: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

we af en laten we alle deelnemers verzamelen en gaan we verder met kern 1.

De gele lijn: lijn 3De blauwe lijn: lijn 4De bruine lijn (banken): lijn 5

Kern 115 min.

2 min overspelen.- De deelnemers gaan in tweetallen

recht tegenover elkaar staan. - Ze gaan in een rechte lijn naar

elkaar over pushen.

3 min. Drijven met de bal.- De deelnemers gaan drietallen

maken. 2 aan de ene kant en 1 daartegenover.

- Ze gaan de bal naar elkaar toe drijven en sluiten dan weer aan, aan de andere kant.

4 min. Ontwijk de pionnen- Over het veld liggen pionnen en

patjes verspreid door elkaar. De deelnemers moeten 1 voor 1 door dit veld gaan lopen met het balletje aan de stick.

- De pionnen en patjes mogen niet aangeraakt worden en dus ontwijken.

- Dit gebeurd in de 2 velden in 2 rijen naast elkaar in tegengestelde richting.

- Het is de bedoeling dat het balletje aan de stick blijft en niet tegen de patjes aankomt.

- Wanneer de eerste speler halverwege is mag de 2e er rustig achteraankomen.

- Als je aan de overkant bent sluit je aan in de rij ernaast en zo draai je door.

4 min. Afronden op doel.

- We verdelen de groep in 2 groepen van ongeveer evenveel deelnemers.

- De ene groep gaat in het ene veld staan en de andere in het andere veld.

- Hier worden de oefeningen 1 voor 1 uitgelegd.

- Als eerste gaan we uitleggen hoe je een bal moet pushen. Dit doen we aan de hand van een voorbeeld.

- Ook maken we duidelijk dat je niet mag slaan en niet mag flatsen.

- We laten ze zelf tweetallen maken en hiermee gaan ze tegenover elkaar staan en de bal over pushen.

- Dit doen we 2 minuten om even in te komen. Na deze 2 minuten fluiten we af.

- In ieder veld laten we de deelnemers bij elkaar komen en leggen we het volgende spel uit.

- Als tweede oefening gaan we 3 minuten in drietallen de bal drijven.

- De deelnemers gaan in

- De deelnemers gaan slaan tegen de bal of flatsen.

- De bal wordt hoog gespeeld.

- Er wordt te druk gedaan.

- Niet alle materialen zijn aanwezig in de zaal of tijdens de les.

- Er wordt niet het goede gedaan met de materialen.

- De deelnemers weten niet hoe de materialen moeten komen te staan.

- De deelnemers houden de stick verkeerd vast.

- De ballen worden niet recht gespeeld naar de mede speler. Niet goed gericht.

- De deelnemers duidelijk maken dat ze echt alleen maar mogen pushen en dat de bal niet van de grond mag komen.

- De aandacht van de deelnemers erbij houden.

- Voorafgaande aan de les kijken of alle materialen aanwezig zijn en zo niet vervangende materialen zoeken en deze klaarzetten.

- Plaatjes bij de hand hebben om de opstelling te laten zien.

- Laten zien hoe ze de stick vast moeten houden en duidelijke

Overspelen.

lesgeverRode puntjes deelnemers- 3 banken- 22 uni hockeysticks- 11 balletjes

Drijven met de bal

lesgever= drijf richting van de balRode puntjes deelnemers

Materialen:- 22 uni hockeysticks - 8 balletjes- 16 patjes/pionnen

Page 6: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

- Het veld wordt alvast klaar gezet om er in kern 2 partijtje op te kunnen spelen.

- Er staat aan beide kanten van het veld een doeltje en de groep wordt ditmaal in 2 teams verdeeld. Dit zijn tevens de teams waarin het partijtje gespeeld wordt. Alle teams krijgen een kenmerk. Dus een team rode lintjes, een team gele en een team groene lintjes. Het overblijvende team blijft wit.

- Ook staan er 3 pionnetjes deze geven de looprichting aan van de deelnemers.

- Met de bal aan de stick lopen (drijven) ze op naar een pionnetje en proberen ze van daaruit te scoren. Dus in een bocht.

een rechte lijn tegenover elkaar staan aan de ene kant staan 2 spelers en daar tegenover 1 speler.

- De eerste speler van de 2 loopt met de bal aan de stick naar de overkant en geeft hier de bal over aan die speler. Deze drijft de bal weer terug naar de andere kant en sluit daar weer aan.

- Er staat in ieder veld een veld uitgezet met daarin heel veel pionnen en patjes.

- De deelnemers worden in 2 groepen verdeeld.

- Ze gaan schuin tegenover elkaar staan en lopen 1 voor 1 met de bal aan de stick tussen de pionnetjes door en proberen deze te ontwijken.

- Wanneer ze aan de andere kant van het veld zijn sluiten ze aan bij de andere rij. En wachten ze op hun beurt om weer naar de andere kant de lopen.

- Dit doen we 4 minuten. Als deze voorbij zijn fluiten we af en laten we iedereen per veld weer bij elkaar komen. Hier wordt de volgende oefening uitgezet en

voorbeelden geven voordat we gaan beginnen aan de oefeningen.

- Zeggen hoe ze de voet neer moeten zetten en dat ze de bal na moeten wijzen als ze pushen hierdoor zal de bal de richting uitgaan die jij hem in wilt hebben.

Ontwijk de pionnen

lesgeverRode puntjes deelnemersGroene puntjes beginpuntBlauwe puntjes pionnen

Materialen:- 40 patjes- 4 pionnen- 22 unihockey sticks- 8 ballen

Afronden op doel

lesgever

doeltjeGroene puntjes pionnenRode puntjes deelnemers

Page 7: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

uitgelegd. - Er worden 2 gelijke

teams gemaakt per groep. Deze krijgen een lintje waarmee ze zich onderscheiden van de rest van de groep.

- Dit zijn tevens de teams voor de partijtjes van kern 2.

- We gaan afronden op doel. Er worden 2 doeltjes uitgezet en 2 pionnen waar ze heen moeten drijven en vanuit daar af moeten ronden op goal.

- Dit wordt 4 minuten gedaan en er wordt afgefloten. Iedereen komt bij elkaar op de banken de spelregels van kern 2 worden uitgelegd.

Materialen:- 4 doeltjes- 6 rode lintjes- 6 gele lintjes- 6 groene lintjes- 12 patjes/pionnen- 4 ballen- 22 unihockey sticks

Kern 211 min.We spelen 3 ronden van 3 min.Ronde 1: 1-2 & 3-4Ronde 2: 1-3 & 2-4Ronde 3: 1-4 & 2-3

We gaan partijtjes spelen.

De teams die tijdens kern 1 zijn gemaakt worden aangehouden. We spelen op de 2 velden die klaar staan van het laatste spel in kern 1.

We wisselen door volgens het volgende wisselschema zodat iedereen 1 partijtje tegen elkaar speelt.

Het veld bestaat uit 2 doeltjes die een ongeveer 1,5 meter van de achterwand afstaan waar achterdoor gespeeld mag worden.

Spelregels:

- Nadat iedereen bij elkaar is geroepen laten we de deelnemers op de banken zitten en een paar mensen moeten even een pionnetje meenemen en opruimen.

- Hier worden de spelregels van het unihockey uitgelegd.

- Ook wordt er nog een keer duidelijk gezegd waar men echt goed op moet letten tijdens het spel. Dus de dingen die ze tijdens het oefenen

- De deelnemers gaan te actief meedoen en worden hierdoor lomp en gaan bijvoorbeeld op elkaars stick slaan en duwen.

- De deelnemers lopen niet vrij dus het wordt moeilijker om de bal bij de mede spelers te krijgen.

- Actief meedoen is goed. Dit hoort maar ze moeten zich wel aan de regels houden en dit moeten ze ook duidelijk weten. Dus wanneer ze op elkaars stick aan het slaan zijn of gaan lopen duwen

De veld opstelling

lesgeverdoeltje

Blauwe puntjes 1 team en de rode puntjes het andere team.

Page 8: nieuwe lesvoorbereidingsformulier Jip de Jongh en Wieke van Genugten

- Geen lichamelijk contact! Dus ook geen schouderduwtjes.

- De bal mag tegen de voet aan komen maar niet gespeeld worden met de voet.

- De bal mag niet van de grond af komen.

- Er mag achter de goal langs gespeeld worden.

- Er mag niet tegen de bal geslagen of geflatst worden.

- De bal mag met beide kanten van de stick gespeeld worden.

- Je mag vanaf overal in het veld scoren inclusief vrije slagen.

- De bal is uit als die tegen de achter/zij wanden is of tegen de banken of over de rode lijn is.

hebben geleerd moeten gebruiken.

- De gemaakte teams worden naar de velden gestuurd en vanuit hier wordt er 3 minuten gespeeld. Dan fluiten we af en wordt er doorgewisseld.

- Totdat iedereen tegen elkaar heeft gespeeld en de tijd erop zit.

- Iedereen wordt weer bij elkaar geroepen en we gaan door naar de afsluiting.

waarschuwen dat dat niet bij het spelletje hoort.

- De deelnemers aansturen naar waar ze het beste kunnen gaan staan en hoe ze de ballen goed over kunnen spelen. Ze terug laten denken aan wat ze net geleerd hebben.

Materialen:- 6 rode lintjes- 6 gele lintjes- 6 groene lintjes- 2 balletjes- 20 unihockey sticks- 4 doeltjes

Afsluiting2 min.

Iedereen bedanken voor de les en vragen of ze nog even alles op willen ruimen.

- Iedereen op de banken laten zitten en bedanken voor de les.

- Vragen of ze even alles opruimen.

n.v.t. n.v.t. n.v.t.