New Zuster Angélique: ‘ik ben doods -bang’ · 2017. 11. 25. · “Ik ben erg bang voor...

4
actueel ‘Ik benijd Europa om de vrede’ Zuster Angélique: ‘IK BEN DOODS -BANG’ De Congolese Angélique Na- maika hielp meer dan tweedui- zend vrouwen en meisjes die slachtoffer zijn van misbruik en bruut geweld. Op 30 september ontving ze daarvoor de prestigi- euze VN-vluchtelingenprijs 2013. “Ik ben erg bang voor oorlog.” Tekst: Marloes Geerdink Beeld: UNHCR / B. Sokol D e wachtkamer van het Park Plaza hotel in Amsterdam is verlaten, maar vanachter de aangrenzende deur hoor ik zo nu en dan de zware stem van de journalist voor me. De Congolese non Angélique Namaika, winnares van de Nansen Refugee Award 2013, en haar tolk zijn vrijwel onverstaanbaar. Niet veel later komt de journalist onrustig uit de confe- rence room. Mijn beurt. De vergaderkamer is eerder een zaal, met een reusachtige tafel en een geweldig uitzicht over het Damrak. Ik kan niet om de vrouw heen waar het allemaal om draait; donkere huid, een paarse sjaal, maar vooral haar appelgroene gewaad en de Afrikaanse hoofddoek steken af bij de nogal kleurloze ruimte. “Bonjour.” Ze lijkt ietwat schuw, ziet er moe uit, maar glimlacht even als we gaan zitten. Tijdens het interview valt me op hoe oprecht haar lach is – ze lacht niet omdat het van haar wordt verwacht, omdat het netjes is, maar omdat ze het daadwerkelijk meent. Vorige week stond zuster Angélique nog oog in oog met de paus. Deze weken reist ze van de ene grote stad in Europa naar de andere, en vorig jaar, in 2012, reisde ze voor het eerst naar de ‘westerse wereld’: de Verenigde Staten. Dat moet een be- hoorlijke cultuurschok zijn geweest voor een vrouw uit een stoffig provincieplaatsje in de Democratische Republiek Congo (DRC). Maar de rooms-katholieke non is realistisch: “Ik neem elke plek waar ik kom zoals hij is.” Toch houdt het haar bezig, want later komt ze er op terug. “Als het niet te laat is?” Natuurlijk niet. Ze speelt nadenkend met een glanzende vulpen als ze antwoord geeft. “Ik benijd Europa om de vrede. Mensen kunnen hier in rust met elkaar leven, hun ding doen. Ik wil dit ook in Congo.” 18

Transcript of New Zuster Angélique: ‘ik ben doods -bang’ · 2017. 11. 25. · “Ik ben erg bang voor...

Page 1: New Zuster Angélique: ‘ik ben doods -bang’ · 2017. 11. 25. · “Ik ben erg bang voor oorlog.” Tekst: Marloes Geerdink Beeld: UNHCR / B. Sokol D e wachtkamer van het Park

✽ actueel

❞‘Ik benijd Europaom de vrede’

Zuster Angélique:

‘ik ben doods-bang’De Congolese Angélique Na-maika hielp meer dan tweedui-zend vrouwen en meisjes die slachtoffer zijn van misbruik en bruut geweld. Op 30 september ontving ze daarvoor de prestigi-euze VN-vluchtelingenprijs 2013. “Ik ben erg bang voor oorlog.”

Tekst: Marloes Geerdink Beeld: UNHCR / B. Sokol

De wachtkamer van het Park Plaza hotel in Amsterdam is verlaten, maar vanachter de aangrenzende deur hoor ik zo nu en dan de zware stem

van de journalist voor me. De Congolese non Angélique Namaika, winnares van de Nansen Refugee Award 2013, en haar tolk zijn vrijwel onverstaanbaar. Niet veel later komt de journalist onrustig uit de confe-rence room. Mijn beurt. De vergaderkamer is eerder een zaal, met een reusachtige tafel en een geweldig uitzicht over het Damrak. Ik kan niet om de vrouw heen waar het allemaal om draait; donkere huid, een paarse sjaal, maar vooral haar appelgroene gewaad en de Afrikaanse hoofddoek steken af bij de nogal kleurloze ruimte. “Bonjour.” Ze

lijkt ietwat schuw, ziet er moe uit, maar glimlacht even als we gaan zitten. Tijdens het interview valt me op hoe oprecht haar lach is – ze lacht niet omdat het van haar wordt verwacht, omdat het netjes is, maar omdat ze het daadwerkelijk meent.

Vorige week stond zuster Angélique nog oog in oog met de paus. Deze weken reist ze van de ene grote stad in Europa naar de andere, en vorig jaar, in 2012, reisde ze voor het eerst naar de ‘westerse wereld’: de Verenigde Staten. Dat moet een be-

hoorlijke cultuurschok zijn geweest voor een vrouw uit een stoffig provincieplaatsje in de Democratische Republiek Congo (DRC). Maar de rooms-katholieke non is realistisch: “Ik neem elke plek waar ik kom zoals hij is.” Toch houdt het haar bezig, want later komt ze er op terug. “Als het niet te laat is?” Natuurlijk niet. Ze speelt nadenkend met een glanzende vulpen als ze antwoord geeft. “Ik benijd Europa om de vrede. Mensen kunnen hier in rust met elkaar leven, hun ding doen. Ik wil dit ook in Congo.”

18

520250.indd 18 14-10-2013 13:02:24

Page 2: New Zuster Angélique: ‘ik ben doods -bang’ · 2017. 11. 25. · “Ik ben erg bang voor oorlog.” Tekst: Marloes Geerdink Beeld: UNHCR / B. Sokol D e wachtkamer van het Park

op het algehele onderdrukkingsgevoel en door het verspreiden van apocalyptische toekomstbeelden. Hij voerde zichzelf op als profeet en wilde een staat creëren op basis van zijn eigen interpretatie van de Tien Geboden. Gevolg zijn vele gru-weldaden, waaronder verkrachtingen, verminkingen, ontvoering en moord. Het totale aantal LRA-slachtoffers bedraagt het onwezenlijke aantal van 2,5 miljoen, verspreid over de afgelopen dertig jaar. Hun doel? Zuster Angélique zucht en haalt haar schouders op. “Ik weet niet waarom

RebellenIn het stoffige Dungu, een dorp in het noordoosten van DRC, is vrede inderdaad ver te zoeken. In de hele provincie, be-kend onder de naam Province Orientale, en in aangrenzende landen als Oeganda en Zuid-Soedan, is de gevreesde Lord’s Resistance Army (LRA) actief; ofwel het ‘Verzetsleger van de Heer’. Rebellen.In 1961 werd het brein achter deze over-heersende rebellengroep, Joseph Kony, geboren in het kleine dorp Palaro in Oeganda. Hij stamt uit het Acholi-volk,

een christelijk volk met ook traditionele rituelen. Een onderdrukt volk. Op twin-tigjarige leeftijd sloot Kony zich aan bij de rebellen van het Oegandees Volksverwe-ringsleger (UPDA), die vochten voor de rechten van de Acholi. Het ging mis toen hij zichzelf begon te zien als een messias: hij werd al snel uit de rangen van de UPDA geweerd. Als tegenreactie richtte Kony op 26-jarige leeftijd zijn eigen groep op (de LRA), vechtend tegen president Museveni, die in 1986 de macht greep. Hij vond aan-hangers onder de Acholi door in te spelen

Angélique onderweg naar een klein vluchtelingenkamp, net buiten Dungu.

19

520250.indd 19 14-10-2013 13:02:34

Page 3: New Zuster Angélique: ‘ik ben doods -bang’ · 2017. 11. 25. · “Ik ben erg bang voor oorlog.” Tekst: Marloes Geerdink Beeld: UNHCR / B. Sokol D e wachtkamer van het Park

✽ actueel

in Oost-Congo. “Als non hoor ik niet te vluchten. Als de mensen in mijn gemeen-schap lijden, lijd ik met hen mee.” Toch had ze toen geen keus. “Ik kon niet blijven, ik ben doodsbang voor oorlog, bang voor geweren.” Ze vluchtte met andere nonnen, zonder te weten waar ze heen moest. Uit-eindelijk strandde ze in een dorpje twintig kilometer van Dungu. “Ik leefde in enorme

angst en voelde me zwak.”Maar voor me zit een krachtige vrouw. In haar gezicht zijn voorzichtig de lijnen van het leven zichtbaar. Ik zie een vrouw die zich koste wat het kost sterk wil houden, iets wat ze ook uitstraalt. Vertrouwen. “Er moet iemand zijn die hoop geeft.” Tijdens haar vlucht voor de LRA dacht ze aan de tekst: ‘God, doe alles met me wat je

mensen zulke daden kunnen begaan.” Volgens Kony zelf heeft hij gesprekken met God, die hem deze daden toestaat; hij noemt zijn activiteiten een ‘heilige missie’. Ongrijpbaar trekt de LRA rond in de drie-hoek Congo, Oeganda en Zuid-Soedan.

HulpHet is dan ook niet verrassend dat de bewoners van Dungu in constante angst leven. Sinds tien jaar runt zuster Angéli-que hier een opvanghuis voor ontheemde vrouwen en meisjes die slachtoffer zijn van LRA-gerelateerde praktijken: haar ‘Centrum voor Re-integratie en Ontwik-keling’. Geen tehuis; de vrouwen slapen hier niet. Vier dagen per week, vier uur per dag kunnen vrouwen hier lessen volgen in bijvoorbeeld schrijven, koken en lezen. Deze cursussen duren, afhankelijk van welke cursus, maximaal een jaar en worden afgesloten met een test. Angéli-que wordt door de vrouwen liefdevol hun ‘moeder’ genoemd, vooral vanwege haar een-op-een-benadering en inzet. Maar ze doet het niet alleen. Al sinds de oprichting in 2003 huurt ze medewerkers in om haar te helpen.In Dungu vormen Angélique en haar fiets inmiddels een vertrouwd gezicht. Dage-lijks legt ze heel wat kilometers af – haar huis ligt ver van het opvanghuis. Elke ochtend gaat ze naar de kerk, daarna linea recta naar het opvanghuis waar de vrouwen op haar wachten. “Ik eet soms maar een keer per dag”, vertelt ze. Door de vrouwen nieuwe vaardigheden te leren en hun kennisniveau op te krikken, krijgen ze weer zelfvertrouwen en hoop voor de toekomst – Angélique heeft inmiddels meer dan tweeduizend vrouwen weer een toekomst gegeven. De deur staat voor iedereen open. “Iedere kwetsbare vrouw is welkom, ook vrouwen die de indirecte gevolgen van de LRA ervaren. Zoals vrou-wen die niet naar school hebben gekund.” De meeste slachtoffers zijn verbannen uit hun dorpsgemeenschap vanwege het misbruik dat hen is aangedaan - ze kun-nen vrijwel nergens heen.

AngstIn 2009 ervoer Angélique zelf hoe het is om te moeten vluchten vanwege een in dit geval vierdaagse inval van de LRA

Angélique omhelst eenmeisje dat gedwongen werd

haar thuis te verlaten.

20

520250.indd 20 14-10-2013 13:02:45

Page 4: New Zuster Angélique: ‘ik ben doods -bang’ · 2017. 11. 25. · “Ik ben erg bang voor oorlog.” Tekst: Marloes Geerdink Beeld: UNHCR / B. Sokol D e wachtkamer van het Park

wilt’, een lied oorspronkelijk in het Linga-la. “Ik bleef het herhalen en herhalen in mijn hoofd. En nog steeds als ik me zwak voel, of als ik bang ben, zing ik de tekst in gedachten.”

KindsoldaatjesAngélique weet dat de meeste traumati-sche ervaringen niet meer uit de gedach-ten van slachtoffers zullen verdwijnen. En niet alleen de vrouwen in het opvangcen-trum van Angélique zijn getraumatiseerd. De leider, Kony, drilt al jaren een leger van kindsoldaten. Al twintig jaar ontvoeren ze jongetjes, vaak van nog geen zes jaar oud. Het gros van hen keert nooit meer terug. Angélique is niet de enige die haar leven geeft om anderen weer hoop te geven. Een voorbeeld van een grootschalige actie tegen de LRA en in het bijzonder Joseph Kony is die van de organisatie ‘Invisible Children’. Deze actie begon met de vriend-schap tussen de Amerikaanse Jason Rus-sell en een Oegandese jongen, die door de LRA werd gedwongen toe te kijken hoe zijn broer werd vermoord. Inmiddels is Invisible Children wereldwijd bekend door de film Kony 2012 – de organisatie zette Obama ertoe aan om in 2011 zo’n hon-derd soldaten naar Oeganda te sturen om het plaatselijke leger te ondersteunen met het inrekenen van Kony. Maar niemand weet precies waar de moordlustige leider zich bevindt.

Ondanks alle angst en geweld in DRC is er ook hoop, onder andere door de mogelijk-heden die Angélique anderen biedt. Ik vraag me af waar ze zelf haar hoop vandaan haalt. In alleen al haar dorp Dungu leven naar een schatting van de UNHCR 350.000 ontheemden. “Uit mijn geloof. Aan het einde van een dag, als ik nadenk over alles wat ik doe en heb gedaan, weet ik dat de kracht die ik toon

❞‘Er moet iemand zijn die hoop geeft’

UNHCR - Nansen Refugee Award 2013 • In 1955 voor het eerst uitgereikt. Sinds 1979 ook een geldbedrag (€75.000)• De ontvanger heeft buitengewone inzet en moed getoond, persoonlijke risico’s genomen en heeft een directe, positieve impact op de levens van ontheemde of staatloze mensen. Angélique Namaika (Dungu, 1967) is een rooms-katholieke non. Ze studeerde Afrikaanse spiritualiteit in Kinshasa.• 1992: Ze sluit zich aan bij de ‘Congrega-tion of the Augustine Sisters’ • 2000: Ze maakt haar toewijding aan de rooms-katholieke kerk kenbaar. • 2003: Ze start het Centrum voor Re-integratie en Ontwikkeling. • 2012: Ze legt een getuigenverklaring af in het Amerikaanse Congres over de Lord’s Resistance Army (LRA).

Zuster Angélique ontvangt vluchtelingenprijs ✽

niet alleen uit mezelf kan komen.” Even later voegt ze daaraan toe: “In het Nieuwe Testament staat dat Jezus overal naartoe ging om goed te doen. Hij had geen tijd om te rusten. En hij zei: ‘Alles wat de zwakkeren wordt aangedaan, voelt alsof het mij wordt aangedaan.” Met de prijs die ze wint, de Nansen Refugee Award 2013, denkt ze ook meteen aan de vrouwen in haar opvanghuis. Door de grootschalige media-aandacht hoopt ze op meer steun, en met de geldprijs kan ze aan nieuwe middelen komen.

Het valt stil als ik vraag of ze weleens aan zichzelf denkt. Uiteindelijk lacht ze. “Ik heb geen tijd om met mezelf bezig te zijn. Mijn probleem is om met hen bezig te zijn.” Ik vraag het nog een keer; er moeten toch momenten zijn dat ze tot zichzelf komt. Er valt een stilte terwijl ze nadenkt. “Om een voorbeeld te geven: als ik ’s ochtends van huis ga, heb ik meestal geen tijd om te eten. Ik ga naar de kerk, en daarna moet ik meteen door naar de activiteiten met de vrouwen.” Dus geen enkel moment voor haarzelf? Toch wel. Blijkt uiteindelijk. “Ik denk aan mezelf als ik echt heel erge honger heb. Dan pak ik een Fanta en wat

biscuitjes en ga onder een boom zitten.” Ze glimlacht even. “Dan denk ik aan mezelf.”.

In haar opvanghuis helpt ze vrouwen aan eennieuwe toekomst.

21

520250.indd 21 14-10-2013 13:02:55