New Mechanische recyclage van meerlaagse PET-PE schalen en...

127
Mechanische recyclage van meerlaagse PET-PE schalen en folies: opwaarderen met verschillende compatibilisatoren Cédric Deceur Promotoren: prof. dr. Kim Ragaert, dr. Laurens Delva Masterproef ingediend tot het behalen van de academische graad van Master of Science in de industriële wetenschappen: elektromechanica Vakgroep Materialen, Textiel en Chemische Proceskunde Voorzitter: prof. dr. Paul Kiekens Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur Academiejaar 2016-2017

Transcript of New Mechanische recyclage van meerlaagse PET-PE schalen en...

  • Mechanische recyclage van meerlaagse PET-PE schalen

    en folies: opwaarderen met verschillende

    compatibilisatoren

    Cédric Deceur

    Promotoren: prof. dr. Kim Ragaert, dr. Laurens Delva

    Masterproef ingediend tot het behalen van de academische graad van

    Master of Science in de industriële wetenschappen: elektromechanica

    Vakgroep Materialen, Textiel en Chemische Proceskunde

    Voorzitter: prof. dr. Paul Kiekens

    Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur

    Academiejaar 2016-2017

  • Voorwoord

    Met deze masterproef sluit ik graag mijn opleiding tot industrieel ingenieur af. Het schrijven van een

    eindwerk geeft de kans om veel te weten te komen over een bepaald onderwerp. Dit zou echter niet

    mogelijk geweest zijn zonder de hulp van de CPMT-leden. Daarom zou ik hen graag bedanken.

    Als eerste zou ik mijn promotor dr. L. Delva willen bedanken voor de goede begeleiding. Zijn feedback

    en hulp bij het schrijven van deze thesis waren onmisbaar. Ook wil ik prof. dr. K. Ragaert bedanken

    voor de goede ondersteuning en motivatie die mij werd gegeven. Ook een woord van dank aan N. Van

    Damme voor zijn essentiële hulp bij het schrijven van dit werk. Daarnaast wil ik ook alle andere leden

    van de CPMT-vakgroep bedanken voor de hulp en het mee helpen inzicht verwerven over het

    onderwerp van dit eindwerk.

    Als laatste wil ik mijn ouders, zus, broer en vrienden bedanken die mij doorheen het jaar steeds weten

    te steunen en motiveren hebben.

    Cédric Deceur, Werken 20 mei 2017

  • Deze scriptie werd uitgevoerd binnen de onderzoeksgroep CPMT (Centrum voor Polymeer en

    Materiaaltechnologie) van prof. Ludwig Cardon en prof. Kim Ragaert. CPMT maakt deel uit van de

    vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen (EA10) van de faculteit Ingenieurswetenschappen en

    Architectuur van Universiteit Gent. Het onderzoek binnen CPMT focust zich rond drie belangrijke

    speerpunten:

    - Additive manufacturing

    - Geavanceerde polymeerverwerking

    - Duurzaam gebruik en recyclage van polymeren en composieten

    Deze scriptie kadert in de onderzoekslijn “Duurzaam gebruik en recyclage van polymeren en

    composieten”.

    De auteur geeft het recht het werk ter beschikking te stellen voor consultatie en delen van de

    masterproef te gebruiken voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de betrekking van

    auteursrechten, in het bijzonder met de verplichting de bron uitzonderlijk te vermelden bij het

    aanhalen van resultaten uit deze masterproef.

  • Abstract

    In dit werk wordt de invloed onderzocht van twee verschillende compatibilizers die gemengd worden

    met een virgin polyethyleentereftalaat/polyethyleen (PET/PE) mengsel en een gerecycleerde blend

    bestaande uit postindustriële voedingsschalen. De bestudeerde compatibilizers waren een propyleen

    ethyleen rubber (PER) en een styreen ethyleen/butyleen styreen triblockcopolymeer gegraft met

    maleïnezuuranhydride (SEBS-g-MA). Dit werk onderzoekt enerzijds het effect van deze

    compatibilisatoren op de mechanische eigenschappen en morfologie van het PET/PE mengsel en

    anderzijds of deze effecten overdraagbaar zijn naar een afvalstroom bestaande uit gerecycleerde

    postindustriële voedingsschalen. De belangrijkste onderzoekstechnieken waren trek-, buig- en

    impacttesten en scanning electron microscopy (SEM).

    Uit de resultaten van de virgin blends kan geconcludeerd worden dat beide compatibilizers de

    impactsterkte en breukrek van het materiaal sterk verhogen waarbij PER de impactsterkte effectiever

    verhoogt dan SEBS-g-MA. De sterkte en stijfheid van het materiaal nemen echter af met toevoeging

    van zowel SEBS-g-MA als PER. Ook wordt de morfologie van de mengsels niet significant verbeterd

    door de toevoeging van de compatibilizers. Daarom kan bij de virgin blends worden geconcludeerd dat

    zowel SEBS-g-MA als PER er niet in slagen om de interfasespanning tussen de componenten voldoende

    te reduceren. Het is bijgevolg meer aannemelijk om te stellen dat de gebruikte compatibilizers meer

    werken als impact modifier door middel van rubber toughening dan als compatibilizer.

    De resultaten van de virgin blends zijn in mindere mate overdraagbaar naar een werkelijke afvalstroom

    die bestaat uit postindustriële voedingsschalen. In tegenstelling tot de virgin blends slaagt SEBS-g-MA

    er niet in een aanzienlijke verhoging van de impactsterkte te verwezenlijken. Daarnaast is de breukrek

    van de gerecycleerde blend met SEBS-g-MA uitzonderlijk hoog in vergelijking met zijn virgin-

    equivalent. Uit de resultaten van de recyclaatblends kan wel geconcludeerd worden dat ook hier de

    compatibilizers er niet in slagen om de blendcomponenten voldoende te verenigen.

  • Mechanical recycling of multi-layered PET-PE trays and foils: upcycling with different compatibilizers

    Cédric Deceur

    Supervisors: prof. dr. Kim Ragaert, dr. Laurens Delva

    Abstract: In this paper the influence of two different

    compatibilizers melt-mixed with a polyethylene

    terephthalate / polyethylene (PET/PE) blend and a

    recycled blend consisting of post-industrial food trays was

    investigated. The compatibilizers studied were a propylene

    ethylene rubber (PER) and a styrene ethylene / butylene

    styrene triblock copolymer grafted with maleic anhydride

    (SEBS-g-MA).

    This work examines the effect of these compatibilizers

    on the mechanical properties and morphology of the

    PET/PE blend and whether these effects are transferable

    to the blend consisting of recycled post-industrial food

    trays. The main techniques were tensile, flexural and

    impact testing and scanning electron microscopy (SEM).

    From the results of the virgin blends it can be concluded

    that both compatibilizers increase the impact strength and

    elongation of the material, wherein PER increases the

    impact strength more effectively than SEBS-g-MA.

    However, the strength and stiffness of the material

    decreases with addition of both SEBS-g-MA and PER.

    Also, the morphology of the blends is not significantly

    improved by the addition of the compatibilizers.

    Therefore, it can be concluded that both SEBS-g-MA and

    PER are not effective in compatibilizing the blend

    components. It is more plausible to assume that the used

    compatibilizers do their work as impact modifier through

    rubber toughening.

    The results of the virgin blends are, to a lesser extent,

    transferable to an actual waste stream consisting of post-

    industrial food trays. In general, it can be concluded that

    the compatibilizers are not effective at compatibilizing the

    recycle blends either. However, unlike the virgin blends,

    SEBS-g-MA does not succeed in significantly increasing

    the impact strength of the recycle. In addition, strain at

    break of the recycled blend with SEBS-g-MA is

    exceptionally high in comparison with its virgin

    equivalent.

    Keywords: Polyethylene terephthalate, polyethylene, SEBS-g-

    MA, PER, PE, PET, compatibilizer, blend.

    I. INTRODUCTION

    Plastics play an important role in current society. The

    important contribution of plastics to the living standards is

    widely recognized. Plastics are used in many fields including

    food packaging, electrical and electronic equipment,

    architecture, spacecraft ... This wide field of application is due

    to the unique properties of low density in combination with

    good mechanical properties such as ductility and toughness. In

    addition, they are excellent electrical and thermal insulators

    and have a high chemical resistance. However, this increasing

    production of plastics causes a lot of waste and an increasing

    consumption of fossil fuels [1].

    These problems can be faced by recycling the used

    materials. The recycling of plastics can reduce waste deposited

    on landfills and the consumption of fossil fuels. Due to the

    increasing demand for plastics it is clear that the recycling of

    plastics will take on an increasingly important role in society.

    In 2014, in Europe 25.8 million tonnes of post-consumer

    plastic waste landed in official waste streams. Of these, only

    29.7% were recycled while 39.5% were burned for energy

    recovery and 30.8% ended at landfills [2]. It is clear that there

    is still room for improvement.

    The biggest difficulty in recycling plastics arises from the

    variety of plastics used [3]. When glass and aluminum are

    recycled, they can be converted into essentially the same

    products, but that rarely happens with polymers. Most waste

    streams contain different types of plastics that cannot be

    properly recycled together. Consequently, the different

    plastics from the waste streams must be separated before they

    can be recycled qualitatively. However, with some waste

    streams, it is impossible to separate the different types of

    polymers. An example of this is the recycling of the food trays

    discussed in this work. These scales consist of different layers

    of plastics with polyethylene terephthalate (PET) and

    polyethylene (PE) being the main ones. Since the different

    materials are physically connected, they have to be recycled

    together. Due to the minor miscibility of polymers, these

    blends have inferior mechanical properties. As a result,

    700,000 tonnes of food trays are not recycled annually, but

    burned in Europe [4]. In order to be able to use this waste

    stream for new closed-loop or open-loop products, the

    mechanical properties must be improved. This can be done

    either by using additives that improve miscibility or specific

    custom processing techniques.

    The purpose of this study is to examine whether the

    mechanical properties of a recycled waste stream consisting of

    PET trays and films can be improved by adding propylene

    ethylene rubber (PER) and styrene ethylene / butylene styrene

    grafted with maleic anhydride (SEBS-g-MA). The influence of

    these additives on the morphology is also investigated.

    In the first part of the research, virgin components are used

    to simulate the selected waste stream. The virgin blend

    consists of PET and PE and is processed with and without the

    compatibilizers. These blends are then mechanically

    characterized with flexural, tensile and impact tests. Also, the

    morphology is determined using SEM. The purpose of the first

    part of the study is to determine the influence of the

    compatibilizers on a virgin blend.

    In the second part of the research, a real waste stream is

    used consisting of post-industrial food trays. This waste

    stream is also processed with and without compatibilizers and

    then mechanically characterized. As with the virgin blends,

    morphology is also determined using SEM. In this second part

    of the study it is intended to determine the effect of the

    compatibilizers on an actual waste stream as well as the

  • Table 1: Composition of the samples

    PET

    (wt%)

    LDPE

    (wt%)

    rTray

    (wt%)

    SEBS-g-

    MA (wt%)

    PER

    (wt%)

    Virgin

    PET/PE 80 20 0 0 0

    PET/PE/SEBS-g-MA-2.5 78 19.5 0 2.5 0

    PET/PE/SEBS-g-MA-5 76 19 0 5 0

    PET/PE/PER-5 76 19 0 0 5

    Recycled

    rTray 0 0 100 0 0

    rTray/SEBS-g-MA-5 0 0 95 5 0

    rTray/PER-5 0 0 95 0 5

    transferability of the results of the virgin blends to this waste

    stream.

    II. EXPERIMENTAL

    A. Materials

    The selected PET used as matrix is Lighter ™ C93

    produced by Equipolymers. This PET is made of purified

    terephthalic acid (PTA) and monoethylene glycol (MEG). It

    has a melting temperature of 247 °C and a glass transition

    temperature of 78°C. For PE, Exceed ™ 1012 HA mVLDPE

    produced by Exxonmobil is used. It consists of a metallocene

    ethylene-hexene copolymer and is designed for the production

    of sheets. The used PE has an MFI of 1.0 g/10 min and

    melting temperature of 115°C. The used SEBS-g-MA as

    compatibilizer is FG1901 G Polymer produced by Kraton.

    The grafting level is 1.4 to 2.0 wt%. The used PER is

    Vistamaxx™ 6202 produced by Exxonmobil. It is primarily

    composed of isotactic propylene repeat units (85 wt%) with

    random ethylene distribution (15 wt%). Postindustrial food

    trays were offered by Ter Beke and consist mainly of PET and

    PE.

    B. Sample preparation

    In the first part of this research the compatibilizers were

    added to blends made up of virgin material. The blend

    components were dried at 60°C during 6h in a vacuum dryer

    before melt processing. This because of the hygroscopic

    characteristics of these materials. The dried pellets were mixed

    in the weight ratios shown in Table 1.

    In the second part of this research the compatibilizers were

    added to a real waste stream consisting of postindustrial food

    trays. The food trays were shredded before they were fed into

    the extruder for melt blending. The melt blending of the

    different mixtures was performed on a co-rotating twin-screw

    extruder ZSK 18 MEGAlab from Coperion. The temperature

    profile, starting from the feeding zone to the die was 190°C –

    240°C – 245°C – 245°C – 245°C – 250°C – 250°C – 255°C –

    260°C. The screw speed was maintained at 200 rpm. The

    extrudate was cooled and stranded in a water bath before

    pelletization. Before injection moulding, the pellets were dried

    again at 60°C for 6 hours

    Samples for impact, tensile and flexural testing were

    injection-moulded with an Engel ES 330 / 80 HL, barrel

    temperatures spanning the range 250-280°C with the mould at

    around 15-20°C.

    C. Characterisation

    Scanning electron microscopy (SEM) was used to study the

    surface morphology of the samples using a JSM7600F FEG

    SEM. The brittle fracture surfaces of the samples were

    examined. The brittle fracture was achieved by cryogenic

    breaking after liquid nitrogen cooling. Samples were taken

    from the injection molded specimen. The accelerating voltage

    was 15-20 kV.

    Charpy impact properties (ISO 179 notched) were measured

    using a Tinius Olsen IT 503 Pendulum Impact Tester,

    equipped with a hammer with an energy of 2 J.

    Tensile properties (ISO 527) were determined using an

    Instron 5565 tensile testing machine, with a load cell of 5 kN.

    The dynamometer was equipped with a Dynamic

    Extensometer 2620-603 by instron, which was used to

    accurately measure the strain. The crosshead speed was set at

    1 mm/min until the highest stress was reached. Then the

    crosshead speed was increased to 25 mm/min.

    Flexural properties (ISO 178) were measured using an

    Instron 4464 testing machine, with a load cell of 2 kN. The

    crosshead speed was 2 mm/min. The measurement stopped at

    a deflection of 15 mm.

    All mechanical tests were performed at room temperature.

    All the reported results are the average of at least five

    measurements .

    III. RESULTS AND DISCUSSION

    A. Influence of the compatibilizers on the mechanical

    properties

    1) On the virgin blends

    Table 2 shows the mechanical properties of the different

    blends. The impact test shows that the addition of

    compatibilizer has a positive influence on the impact strength

    of the virgin blends. The addition of 5% SEBS-g-MA and

    PER doubles and triples the impact strength, respectively.

    However, both the flexural modulus and the stress at yield are

    significantly reduced upon the addition of compatibilizer. The

    reduction of flexural properties by adding both SEBS-g-MA

    and PER indicates a poor effectiveness of the two

    compatibilizers. In general, SEBS-g-MA is better at bend

    properties than PER. One explanation for this is that the

    compatibilizing effect of SEBS-g-MA is slightly better than

    that of PER since SEBS-g-MA can covalently bond with the

    PET-phase while PER cannot.

  • Tabel 2: Mechanical properties of the blends

    0 Impact

    Impact strength

    (kJ/m²)

    Flexural

    Flexural modulus Stress at yield

    (MPa) (MPa)

    Tensile

    Elongation at

    break (%)

    Virgin

    PE > 100 109 ± 2 4.09 ± 0.21 571.46 ± 13.10

    PET 2.17 ± 0.19 2040 ± 62 61.39 ± 1.41 2.47 ± 0.72

    PET/PE 2.15 ± 0.07 1263 ± 31 40.43 ± 0.81 4.55 ± 1.19

    PET/PE/SEBS-g-MA-2.5 3.33 ± 0.29 1198 ± 17 37.43 ± 0.60 8.62 ± 2.37

    PET/PE/SEBS-g-MA-5 4.14 ± 0.43 1188 ± 58 37.10 ± 2.06 34.94 ± 18.05

    PET/PE/PER-5 6.24 ± 0.16 1081 ± 18 34.65 ± 0.48 41.54 ± 15.90

    Recycled

    rTray 3.99 ± 0.32 1424 ± 37 43.71 ± 0.72 14.14 ± 10.20

    rTray/SEBS-g-MA-5 4.63 ± 0.56 1228 ± 32 41.42 ± 0.40 355.57 ± 24.73

    rTray/PER-5 5.78 ± 0.20 1262 ± 24 37.74 ± 0.44 23.58 ± 6.91

    2) On the recycled blend

    The results of the mechanical tests of the virgin blends are

    to a lesser extent transferable to the recycled blends. Adding

    SEBS-g-MA to the recycle does not cause a significant

    increase in impact resistance. In addition, it is seen that when

    PER is added to the recycle the impact resistance does not

    increase as pronounced as in the virgin blends.

    Remarkably, the strain at break in the Tray/SEBS-g-MA-5

    blend is very high, which indicates there is some degree of

    compatibility. A possible explanation for this increased

    compatibility is the use of another type of PE. Studies

    conducted by Zhang et al. [5] [6] [7] have already proven that

    the solubility of SEBS in PE is highly dependent on the type

    of PE used. It is possible that the PE type of the recycle

    interacts better with SEBS than the PE type of the virgin

    blends. This would explain why SEBS-g-MA is more

    compatible with the recycled blends than with the virgin

    blends.

    The results show that the recycled blends perform better

    than their virgin equivalents at the mechanical level. A

    possible explanation is a different PET / PE ratio. For the

    virgin blends, a PET / PE ratio of 80/20 was chosen. The PET

    / PE ratio in the recycle blends is higher, which could be a

    possible explanation for the better mechanical properties.

    B. Influence of the compatibilizer on the morphology

    1) On the virgin blend

    Figure 1 shows the SEM-micrographs of the different

    blends. In the virgin blends, there is no clear improvement in

    morphology by the addition of compatibilizer. The size of the

    dispersion particles remains the same, indicating poor

    interfacial stress and adhesion.

    A remarkable phenomenon is the presence of a very fine

    dispersion phase in the blend to which PER was added. Since

    this fine dispersion phase is present only when adding PER, it

    seems logical that this is the PER phase. This finely divided

    rubber phase in the PET matrix with a small interparticle

    distance can explain why PER achieves better impact strength

    than SEBS-g-MA.

    2) On the recycled blend

    At the recycled blend, fewer PE particles are seen in

    comparison to the virgin blends. Which confirms the lower

    PE / PET ratio than with the virgin blends. The lower PE /

    PET ratio can explain why the recycle blends on mechanical

    properties score better than their virgin equivalents. Although

    fewer PE particles are present, the size of the dispersion

    particles appears to be as large as the virgin blends. In

    addition, this is confirmed by determining the particle size

    with software. This indicates that in the recycled blends the

    compatibilizers fail to significantly reduce the interfacial

    tension.

    Once again the presence of a very fine dispersion phase can

    be seen at the recycled blend to which PER was added. This

    finely divided rubber phase in the PET matrix with a small

    interparticle spacing can once again explain why PER

    achieves better impact strength than SEBS-g-MA at the

    recycled blends.

    IV. CONCLUSION

    This study consists of two parts, first the influence of SEBS-

    g-MA and PER as compatibilizer on a 80/20 virgin PET / PE

    blend was investigated.

    Both compatibilizers increase the impact strength at which

    SEBS-g-MA and PER cause a doubling and tripling of impact

    resistance, respectively. Both compatibilizers cause a slight

    decrease in the strength and rigidity of the material during the

    flexural test.

    The morphology of the virgin blends does not improve

    when adding compatibilizer. The particle size of the

    dispersion phase does not decrease upon addition of the

    compatibilizers. From this, it can be decided that both SEBS-

    g-MA and PER fail to reduce interfacial tension between

    blend components and improve adhesion. Because

    compatibilizers also fail to increase the strength and stiffness

    of the material, PER and SEBS-g-MA are likely to work as an

    impact modifier rather than a compatibilizer.

    In the second part of the study, the influence of the

    compatibilizers on an actual waste stream consisting of post-

    industrial food trays was investigated. In addition, it is

    examined whether the results of the virgin blends are

    transferable to these recycled blends.

    The mechanical results show that the effect of SEBS-g-MA

    and PER on the virgin blends is to a lesser extent transferable

    to a recycled waste stream. However, the influence of

    compatibilizers on morphology is transferable. The size of the

    dispersion particles appear to be as large as the virgin blends.

    This is also confirmed by determining the particle size with

    the software. This indicates that in the recycled blends the

    compatibilizers also fail to significantly reduce the interfacial

    tension between the blend components. Consequently, it is

    also plausible to say that PER and SEBS-g-MA will have an

    impact-modifying effect rather than a compatibilizing effect.

  • Figure 1: SEM-micrographs of the PET/PE blends: (A) PET/PE, (B) PET/PE/SEBS-g-MA-5, (C) PET/PE/PER-5, (D) rTray, (E) rTray/SEBS-

    g-MA, (F) rTRay/PER (scalebar = 10 µm)

    Overall, it can be concluded that PER and SEBS-g-MA

    have a positive influence on the mechanical properties of the

    blends. When compatibilizer is added, the impact strength

    and/or elongation at break is significantly increased while the

    modulus and strength of the material drop slightly.

    Consequently, there is a positive trade-off between, on one

    hand, the increasing impact strength and elongation at break

    and, on the other hand, the decreasing of the strength and

    stiffness of the material. The addition of PER has the best

    influence on mechanical properties. This is positive as the

    price of PER (≈ € 2.00 / kg) is three times cheaper than SEBS-

    g-MA (≈ € 6,00 / kg).

    REFERENCES

    [1] Newell, J. (2009). Essentials Of Modern Materials Science. Hoboken:

    Wiley.

    [2] EU. (2014). Plastics – the Facts 2014/2015 - An analysis of European

    plastics production, demand and waste data. Brussels: Retrieved

    from

    http://www.plasticseurope.org/documents/document/20150227150049

    -final_plastics_the_facts_2014_2015_260215.pdf

    [3] van Mourik, P., & van Dam, J. (2012). Materiaalkunde voor

    Ontwerpers en Constructeurs. Delft: VSSD

    [4] Van Damme, N. (2016a). Algemene presentatie: Recyctray. Gent:

    Universiteit Gent

    [5] Zhang, H., Guo, W., Yu, Y., Li, B., & Wu, C. (2007). Structure and

    properties of compatibilized recycled poly(ethylene

    terephthalate)/linear low density polyethylene blends. European

    Polymer Journal, 43(8), 3662-3670. doi:

    http://dx.doi.org/10.1016/j.eurpolymj.2007.05.001

    [6] Zhang, Y., Zhang, H., Ni, L., Zhou, Q., Guo, W., & Wu, C. (2010).

    Crystallization and mechanical properties of recycled poly (ethylene

    terephthalate) toughened by styrene–ethylene/butylenes–styrene

    elastomer. Journal of Polymers and the Environment, 18(4), 647-653.

    [7] Zhang, Y., Zhang, H., Guo, W., & Wu, C. (2011). Effects of different

    types of polyethylene on the morphology and properties of recycled

    poly(ethylene terephthalate)/polyethylene compatibilized blends.

    Polymers for Advanced Technologies, 22(12), 1851-1858. doi:

    10.1002/pat.1683

    http://www.plasticseurope.org/documents/document/20150227150049-final_plastics_the_facts_2014_2015_260215.pdfhttp://www.plasticseurope.org/documents/document/20150227150049-final_plastics_the_facts_2014_2015_260215.pdfhttp://dx.doi.org/10.1016/j.eurpolymj.2007.05.001

  • Inhoud

    Hoofdstuk 1: Inleiding ............................................................................................................................. 1

    Situering .................................................................................................................................. 1

    Doel van het onderzoek .......................................................................................................... 2

    1.2.1 Onderzoeksvraag ............................................................................................................. 2

    1.2.2 Nevenonderzoeksvraag ................................................................................................... 2

    Methode van het onderzoek ................................................................................................... 2

    Hoofdstuk 2: Literatuurstudie ................................................................................................................. 4

    PET – PE schalen en folies ....................................................................................................... 4

    2.1.1 Algemeen ......................................................................................................................... 4

    2.1.2 Polyethyleen .................................................................................................................... 6

    2.1.3 Polyethyleentereftalaat ................................................................................................... 7

    2.1.4 Ethyleen-vinylalcohol ...................................................................................................... 9

    PET-PE blends .......................................................................................................................... 9

    2.2.1 Oppervlaktespanning en interfasespanning ................................................................... 9

    2.2.2 Schatten van de oppervlaktespanning en interfasespanning ....................................... 11

    2.2.3 Invloedsfactoren op oppervlaktespanning en interfasespanning bij polymeren ......... 13

    2.2.4 Morfologie van incompatibele blends .......................................................................... 15

    Compatibilizers in PET/PE blends .......................................................................................... 17

    2.3.1 Algemeen ....................................................................................................................... 17

    2.3.2 SEBS-g-MA ..................................................................................................................... 19

    2.3.3 PER ................................................................................................................................. 24

    Hoofdstuk 3: Materialen ....................................................................................................................... 28

    Virgin Materiaal ..................................................................................................................... 28

    3.1.1 PET ................................................................................................................................. 28

    3.1.2 PE ................................................................................................................................... 28

    3.1.3 SEBS-g-MA ..................................................................................................................... 29

    3.1.4 PER ................................................................................................................................. 29

    Gerecycleerde PET-PE schaal- en folie .................................................................................. 30

    Hoofdstuk 4: Methodologie van het onderzoek ................................................................................... 32

    Algemeen ............................................................................................................................... 32

    Verwerking ............................................................................................................................ 33

    4.2.1 Vermalen ....................................................................................................................... 33

    4.2.2 Drogen ........................................................................................................................... 33

    4.2.3 Compounderen .............................................................................................................. 34

  • 4.2.4 Spuitgieten..................................................................................................................... 35

    Karakterisatie ........................................................................................................................ 37

    4.3.1 Trektest .......................................................................................................................... 37

    4.3.2 Buigtest .......................................................................................................................... 39

    4.3.3 Impacttest...................................................................................................................... 40

    4.3.4 Differentiële scanning calorimetrie ............................................................................... 41

    4.3.5 Melt flow index .............................................................................................................. 42

    4.3.6 Rotationele reologie ...................................................................................................... 43

    4.3.7 SEM ................................................................................................................................ 43

    4.3.8 Fourier transformatie infraroodspectroscopie ............................................................. 44

    4.3.9 Bulkdensiteit .................................................................................................................. 44

    4.3.10 Lichtmicroscopie ............................................................................................................ 45

    Verwerking van de data......................................................................................................... 45

    Hoofdstuk 5: Resultaten en discussie .................................................................................................... 47

    Virgin blends .......................................................................................................................... 47

    5.1.1 Mechanische eigenschappen ........................................................................................ 47

    5.1.2 Morfologie ..................................................................................................................... 56

    5.1.3 DSC ................................................................................................................................. 59

    5.1.4 Reologie ......................................................................................................................... 62

    Tussentijdse discussie en conclusie I ..................................................................................... 67

    Recyclaat................................................................................................................................ 68

    5.3.1 Lichtmicroscopie ............................................................................................................ 68

    5.3.2 Mechanische eigenschappen ........................................................................................ 70

    5.3.3 Morfologie ..................................................................................................................... 80

    5.3.4 DSC ................................................................................................................................. 82

    Tussentijdse conclusie II ........................................................................................................ 85

    Hoofdstuk 6: Conclusie en aanbevelingen ............................................................................................ 86

    Conclusie ............................................................................................................................... 86

    Aanbevelingen voor verder onderzoek ................................................................................. 87

    6.2.1 Het gebruik van andere compatibilizers ........................................................................ 87

    6.2.2 Reologie ......................................................................................................................... 87

    6.2.3 Permeabiliteit van PET/PE blends ................................................................................. 87

    6.2.4 MFC ................................................................................................................................ 87

    6.2.5 Invloed van schroefsnelheid en temperatuur ............................................................... 87

    Hoofdstuk 7: Referentielijst .................................................................................................................. 88

    Hoofdstuk 8: Bijlagen ............................................................................................................................ 92

  • PET: Lighter C93 .................................................................................................................... 92

    mVLDPE Exceed™ 1012 HA.................................................................................................... 95

    SEBS-g-MA: Kraton® FG1901 G Polymer ............................................................................... 97

    PER: Vistamaxx™ 6202 ........................................................................................................ 100

    Bijlage A: DSC – diagrammen .............................................................................................. 102

  • Figurenlijst

    Figuur 1: Beknopte grafische weergave van het gevolgde onderzoekspad ............................................ 3

    Figuur 2: Grafische weergave van vaak gebruikte methode om voedsel te verpakken (Van Damme,

    2016a) ...................................................................................................................................................... 4

    Figuur 3: Schematische weergave van de opbouw van een meerlaagse voedingsschaal (Van Damme,

    2016a) ...................................................................................................................................................... 5

    Figuur 4: Structuureenheid van (K. Ragaert, 2017) ................................................................................ 6

    Figuur 5: Verschil in structuur tussen HDPE, LLDPE en LDPE (K. Ragaert, 2017) .................................... 7

    Figuur 6: Structuureenheid van PET (K. Ragaert, 2017) .......................................................................... 7

    Figuur 7: Secundaire bindingen in PET veroorzaakt door het dipoolmoment (University of Wisconsin

    Oshkosh, 2008) ........................................................................................................................................ 8

    Figuur 8: Structuurformule van EVOH (Polysciences, 2017) ................................................................... 9

    Figuur 9: Secundaire bindingskrachten in een waterdruppel (Rosen, 2004) ........................................ 10

    Figuur 10: Evolutie van morfologie van onmengbare blend in functie van de relatieve concentraties

    waarbij de relatieve concentratie van het blauwe polymeer stijgt van links naar rechts. ................... 16

    Figuur 11: Gebruik van een blokcopolymeer om de interfasespanning te verlagen. Het blauwe

    gedeelte van het copolymeer verenigt goed met de dispersiefase en het rode gedeelte verenigt goed

    met de matrixfase. (Bicerano, 2005) ..................................................................................................... 18

    Figuour 12: Gebruik van een niet reactief compatibilizer met polaire groepen waarbij de

    compatibilizer goed verenigbaar is met het gele polymeer en interageert via dipoolverbindingen met

    de polymeer B. (Bicerano, 2005) ........................................................................................................... 19

    Figuur 13: Gebruik van een reactief gefunctionaliseerd polymeer waarbij het polymeer goed

    verenigbaar is met de gele fase en een chemische binding vormen met polymeer B (Bicerano, 2005)

    ............................................................................................................................................................... 19

    Figuur 14: Structuurformule van SEBS-g-MA met aanduiding van het styreen monomeer (A), het

    ethyleen monomeer (B), het butyleen monomeer (C) en de gegrafte MA-groep (D) (Pracella, Haque,

    & Alvarez, 2010) .................................................................................................................................... 20

    Figuur 15: Ringopenginsreactie tussen SEBS-g-MA en PET, eigen bewerking van (Demets, 2016) ...... 20

    Figuur 16: Structuurformule van PER (PolymerPropertiesDatabase, 2017) ......................................... 24

    Figuur 17: Microscopische foto van het crazing effect (Deblieck et al., 2011) ..................................... 25

    Figuur 18: Weight average partikel diameter in functie van de PER-g-GMA (0.6 wt% GMA) gehalte in

    de dispersiefase (vierkant: 90/10 (PET)/(PER/PER-g-GMA1,5); ruit 80/20 (PET)/(PER/PER-g-GMA1,5);

    driehoek: 70/30 PET/(PET)/(PER/PER-g-GMA1,5)) (Loyens & Groeninckx, 2002b) .............................. 26

    Figuur 19: Weight average partikel diameter in functie van de PER-g-GMA (1.5 wt% GMA) gehalte in

    de dispersiefase (vierkant: 90/10 (PET)/(PER/PER-g-MA); ruit 80/20 (PET)/(PER/PER-g-MA); driehoek:

    70/30 (PET)/(PER/PER-g-MA)) (Loyens & Groeninckx, 2002a, 2002b) .................................................. 26

    Figuur 20: Schematische voorstelling van de microstructuur van Vistamaxx™ (ExxonMobil, z. j.) ...... 30

    Figuur 21: Voedingsschaal + topfolie .................................................................................................... 31

    Figuur 22: Schematische weergave van het gevolgde onderzoekspad ................................................. 32

    Figuur 23: Hydrolytische degradatie van PET (Sammon, Yarwood, & Everall, 2000) ........................... 34

    Figuur 24: Afbeelding van vermalen voedingsschaal + topfolie ............................................................ 34

    Figuur 25: Afmetingen van proefstaven voor buig en impactproeven ................................................. 36

    Figuur 26: Afmetingen voor proefstaven voor trekproeven ................................................................. 36

    Figuur 27: Trekcurve van 76/19/5 PET/PE/SEBS-g-MA met exensometer en versnelde treksnelheid . 38

    Figuur 28: Principetekening van rotationele reologiemeting (K. Ragaert, 2017) ................................. 43

    Figuur 29: Boxplot van de impactweerstanden van de virgin-blends ................................................... 48

    Figuur 30: Buigcurves van de verschillende virgin blends ..................................................................... 48

  • Figuur 31: Boxplots van de opgemeten buigmoduli bij de virgin blends .............................................. 49

    Figuur 32: Boxplots van de opgemeten vloeigrens bij de virgin blends ................................................ 50

    Figuur 33: Boxplots van de opgemeten buigsterkte bij de virgin blends .............................................. 50

    Figuur 34: Trekcurves van de virgin blends ........................................................................................... 51

    Figuur 35: Boxplots van de opgemeten elasticiteitsmoduli bij de virgin-blends .................................. 52

    Figuur 36: Boxplots van de opgemeten vloeigrens bij de virgin blends ................................................ 53

    Figuur 37: Boxplots van de opgemeten treksterktes bij de virgin blends ............................................. 54

    Figuur 38: Boxplots van de opgemeten breukrekken bij de virgin blends ............................................ 54

    Figuur 39: Elasticiteitsmodulus in functie van de impactsterkte bij de verschillende blends .............. 55

    Figuur 40: SEM-foto van de PET/PE-blend ............................................................................................ 56

    Figuur 41: SEM foto van de PET/PE/SEBS-g-MA-2.5 blend ................................................................... 57

    Figuur 42: PET/PE/SEBS-g-MA-5 ............................................................................................................ 57

    Figuur 43: SEM-foto van PET/PE/PER-5 ................................................................................................. 58

    Figuur 44: Schematische weergave van de PET/PE/PER-5 morfologie met de PET-fase (blauw), PE-fase

    (groen) en PER-fase (geel) ..................................................................................................................... 58

    Figuur 45: DSC-scan van de PET/PE/SEBS-g-MA-5 blend ...................................................................... 60

    Figuur 46: Boxplots van de MFI waarden van de blendcomponenten met 2.16 kg en op 260°C ......... 63

    Figuur 47:Boxplots van de MFI waarden van de blendcomponenten met 5 kg en op 260°C ............... 64

    Figuur 48: Reologieopmetingen van de verschillende blendcomponenten ......................................... 65

    Figuur 49: Lichtmicroscoopfoto van de verschillende lagen van de voedingsschaal ............................ 68

    Figuur 50: Lichtmicroscoopfoto van de verschillende lagen van de topfolie........................................ 69

    Figuur 51: Boxplots van de opgemeten impactsterkte bij alle blends .................................................. 71

    Figuur 52: Buigcurves van het recyclaat ................................................................................................ 72

    Figuur 53: Boxplots van de opgemeten buigmoduli bij zowel virgin als recyclaatblends ..................... 72

    Figuur 54: Boxplots van de opgemeten vloeigrens bij zowel de virginblends als recyclaatblends ....... 73

    Figuur 55: Boxplots van de opgemeten buigsterktes bij zowel de virinblends als recyclaatblends ..... 73

    Figuur 56: Trekcurves van de recyclaatblends ...................................................................................... 74

    Figuur 57: Boxplots van de opgemeten elasticiteitsmoduli bij zowel de virginblends als

    recyclaatblends...................................................................................................................................... 75

    Figuur 58: Boxplots van de opgemeten vloeigrens bij zowel de virginblends als recyclaatblends ....... 76

    Figuur 59: Boxplots van de opgemeten treksterkte bij zowel de virginblends als recyclaatblends ..... 76

    Figuur 60: Boxplots van de opgemeten breukrekken bij zowel de virginblends als recyclaatblends ... 77

    Figuur 61:Tweevoudige breuk van Recyclaat/SEBS-g-MA-5 blend ....................................................... 77

    Figuur 62: Infraroodspectrometrie van een PET-sample ...................................................................... 80

    Figuur 63: Infraroodspectrometrie van PE-sample ............................................................................... 80

    Figuur 64: SEM-foto van het recyclaat .................................................................................................. 81

    Figuur 65: SEM-foto van de Recyclaat/SEBS-g-MA-5 blend .................................................................. 81

    Figuur 66: SEM-foto van de Recyclaat/PER-5 blend .............................................................................. 82

    Figuur 67: DSC-diagram van PE ........................................................................................................... 102

    Figuur 68: DSC-diagram van PET ......................................................................................................... 102

    Figuur 69: DSC-diagram van PET/PE .................................................................................................... 103

    Figuur 70: DSC-diagram van PET/PE/SEBS-g-MA-2.5 .......................................................................... 103

    Figuur 71: DSC-diagram van PET/PE/SEBS-g-MA-5 ............................................................................. 104

    Figuur 72: DSC-diagram van PET/PE/PER-5 ......................................................................................... 104

    Figuur 73: DSC-diagram van het recyclaat .......................................................................................... 105

    Figuur 74: DSC-diagram van Recyclaat/PER-5 ..................................................................................... 105

    Figuur 75: DSC-diagram van Recyclaat/SEBS-g-MA-5 ......................................................................... 106

  • Tabellenlijst

    Tabel 1: Permeabiliteit voor zuurstof en water bij de meest courant gebruikte verpakkingsmaterialen

    (P. Ragaert, 2017) .................................................................................................................................... 5

    Tabel 2: Diktes van de verschillende lagen bij PET/PE voedingsschalen (Armstrong & Americas, 2004;

    Van Damme, 2016b) ................................................................................................................................ 5

    Tabel 3: Mechanische en fysische eigenschappen van HDPE en LDPE (Callister, 2003; Ehrenstein,

    2001) ........................................................................................................................................................ 7

    Tabel 4: Mechanische en fysische eigenschappen van PET (Callister, 2003; Ehrenstein, 2001)............. 8

    Tabel 5: Atomaire en structurele contributie aan de parachor (Van Krevelen & Te Nijenhuis, 2009) . 12

    Tabel 6: Thermodynamische constanten voor PE en PET bij 20°C (Van Krevelen & Te Nijenhuis, 2009)

    ............................................................................................................................................................... 13

    Tabel 7: Interfasespanning tussen PET en PE op 20°C berekend met behulp van de verschillende

    formules ................................................................................................................................................ 13

    Tabel 8: Entanglement Molecular Weight van PE en PET bij desbetreffende temperaturen (Mark,

    2007) ...................................................................................................................................................... 15

    Tabel 9: Mechanische eigenschappen van R-PET/LLDPE/SEBS(-g-MA) blends (H. Zhang et al., 2007) 21

    Tabel 10: Interfasespanning tussen PE en SEBS-g-MA bij 245°C (Y. Zhang et al., 2011) ....................... 22

    Tabel 11: Mechanische eigenschappen van de verschillende blends (Y. Zhang et al., 2011) ............... 22

    Tabel 12: Mechanische eigenschappen van de verschillende soorten gebruikte PE (Y. Zhang et al.,

    2011) ...................................................................................................................................................... 23

    Tabel 13: Partikelgroote van de dispersiefase (Y. Zhang et al., 2011) .................................................. 23

    Tabel 14: Thermische eigenschappen van de verschillende soorten PE (Y. Zhang et al., 2011) ........... 24

    Tabel 15: Thermische eigenschappen van de verschillende blends (Y. Zhang et al., 2011) ................. 24

    Tabel 16: Weight average partikeldiameter en voornaamste mechanische eigenschappen bij PER/PET

    blends (Loyens & Groeninckx, 2002a, 2002b) ....................................................................................... 26

    Tabel 17: Eigenschappen van Lighter C93 PET ...................................................................................... 28

    Tabel 18: Eigenschappen van Exceed 1012 HA mVLDPE ....................................................................... 29

    Tabel 19: Eigenschappen van KRATON FG1901 G SEBS-g-MA .............................................................. 29

    Tabel 20: Eigenschappen van Viscamaxx 6202 ..................................................................................... 30

    Tabel 21: Gemaakte blends met gewichtspercentages van elke component ...................................... 35

    Tabel 22: Verloop van temperatuurzones in de extrusiebarrel in °C waarbij zone 1 bij de hopper is en

    zone 9 aan de spuitmond. ..................................................................................................................... 35

    Tabel 23: Relevante procesparameters bij het spuitgieten van de betreffende polymeren ................ 36

    Tabel 24: Relevante testparameters bij de trekproeven ...................................................................... 37

    Tabel 25: Belangrijkste testparameters voor de buigproef .................................................................. 39

    Tabel 26: Testparameters voor de impactproeven ............................................................................... 40

    Tabel 27: Testparameters voor DSC-scans ............................................................................................ 41

    Tabel 28: Resultaten van de impactproef bij de virgin blends .............................................................. 47

    Tabel 29: Resultaten van de buigproef bij de virgin blends .................................................................. 49

    Tabel 30: Resultaten van de trekproef bij de virgin blends .................................................................. 52

    Tabel 31: Oppervlakte van de dispersiepartikels bij de verschillende blends ...................................... 59

    Tabel 32: Smeltenthalpie per gram PET en kristallisatiegraad van PET berekend uit de tweede DSC-

    scan. ....................................................................................................................................................... 60

    Tabel 33: Glastransitietemperatuur van de PET-fase bij de verschillende blends ................................ 61

    Tabel 34: Smeltenthalpie per gram PE en kristallisatiegraad van PE berekend uit de tweede DSC-scan.

    ............................................................................................................................................................... 61

    Tabel 35: MFI-waarden van de blendcomponenten bij 2.16 kg............................................................ 63

  • Tabel 36: MFI-waarden van de blendcomponenten bij 5 kg ................................................................. 64

    Tabel 37: Gemeten dikte van de schaal en folie ................................................................................... 70

    Tabel 38: Resultaten van de impactproef bij alle blends ...................................................................... 70

    Tabel 39: Resultaten van de buigproef bij alle blends .......................................................................... 71

    Tabel 40: Resultaten van de trekproef bij alle blends ........................................................................... 74

    Tabel 41: Absorptiegraad van C-H en C=O binding bij verschillende Recyclaat/SEBS-g-MA-5 samples 80

    Tabel 42: Oppervlakte van de dispersiepartikels bij de verschillende blends ...................................... 82

    Tabel 43: Smeltenthalpie van PET in de recyclaatblends ...................................................................... 83

    Tabel 44: Smeltenthalpie van PE in de recyclaatblends ....................................................................... 83

    Tabel 45: Smelttemperaturen van PET en PE in de blends ................................................................... 84

  • Lijst met afkortingen

    ATR attenuated total reflection

    DSC differential scanning calorimetry

    PER propyleen ethyleen rubber

    EVOH ethyleen-vinylalcohol

    FTIR fourier transformatie infrarood

    GMA glycidylmethacrylaat

    HDPE high density polyethyleen

    LDPE low density polyethyleen

    LLDPE linear low density polyethyleen

    MA maleïnezuuranhydride

    MEG ethaan-1,2-diol (mono-ethyleenglycol)

    MFC microfibrillair composiet

    MFI melt flow index

    mLLDPE metalloceen linear low density polyethyeleen

    PET polyethyeleentereftalaat

    PETe polyethyleentereftalaat

    PETg polyethyleentereftalaat met glycol gemodificeerd

    POE polyolefine elastomeer

    PP polypropyleen

    PTA purified terephtalic acid

    SEBS styreen-ethyleen/butyleen-styreen triblockcopolymeer

    SEBS-g-MA styreen-ethyleen/butyleen-styreen gegraft met maleïnezuuranhydride

    SEM scanning electron microscopy

    TPS thermoplast starch

    VLDPE very low density polyethyleen

  • Lijst met symbolen

    E interfase-energie A oppervlakte 𝛾 oppervlaktespanning 𝑃𝑠 parachorconstante 𝑀𝑛 number average moleculair gewicht 𝜌 densiteit 𝛾𝑥𝑦 interfasespanning tussen materiaal x en y

    𝛾𝑥𝑑 oppervlaktespanning van component x veroorzaakt door dispersiekrachten

    𝛾𝑥𝑝

    oppervlaktespanning van component x veroorzaakt door dipoolinteracties T temperatuur 𝑇0 referentietemperatuur 𝜌0 referentiedichtheid M moleculair gewacht (number of weight average) 𝛾∞ oppervlaktespanning geëxtrapoleerd naar een oneindig hoge moleculair gewicht 𝑘1 evenredigheidsfactor tussen temperatuur en oppervlaktespanning �̇� afschuifsnelheid �̇�𝑎 schijnbare (apparent) afschuifsnelheid 𝜂 viscositeit 𝜂𝑑 viscositeit van de dispersiefase 𝜂𝑚 viscositeit van de matrixfase 𝑎𝑛 grootte van de dispersiepartikels 𝐸𝐶 charpy impact strength ℎ de dikte van het proefstaafje

    𝑏𝑛 de overgebleven breedte van het proefstaafje na impacttest

    L de overspanning in millimeter bij de buigproef

    𝑙0 afstand tussen de klemmen van de extensometer

    ∆𝐻𝑚 energie die nodig is om het materiaal te doen smelten

    ∆𝐻𝑚,𝑐 energie die nodig is voor het smelten van een polymeer die 100% kristallijn is

    ∆𝐻𝑐𝑐 energie die vrijkomt door koudekristallisatie van het materiaal

    m massa van het materiaal

    𝑉𝑝𝑟𝑎𝑘𝑡𝑖𝑠𝑐ℎ praktisch volume dat het materiaal inneemt

    t tijd

  • 1

    Hoofdstuk 1: Inleiding

    Situering Kunststoffen spelen een belangrijke rol in de huidige samenleving. De belangrijke bijdrage van

    kunststoffen aan de levensstandaard wordt algemeen erkend. Kunststoffen worden gebruikt in tal van

    domeinen waaronder voedselverpakking, elektrische en elektronische apparaten, bouwkunde,

    ruimtevaart … Dit brede toepassingsgebied dankt men aan de unieke eigenschappen van polymeren

    die een lage densiteit combineren met goede mechanische eigenschappen zoals ductiliteit en taaiheid.

    Daarenboven zijn ze in tegenstelling tot metalen uitstekende elektrische- en warmte-isolatoren en

    hebben ze een hoge chemische resistentie. De unieke eigenschappen van polymeren in combinatie

    met hun lage kostprijs in vergelijking met andere materialen heeft ervoor gezorgd dat de totale

    productie op volumebasis van polymeren die van metalen heeft ingehaald. Deze toenemende

    productie aan kunststoffen zorgt ook echter voor een steeds groter wordende afvalberg en een

    toenemend verbruik aan fossiele brandstoffen.

    Deze problemen kunnen mede opgelost worden door de gebruikte materialen te gaan recycleren.

    Door het hergebruiken van kunststoffen kan men de afvalberg verkleinen en ook het verbruik van

    fossiele brandstoffen verminderen. Door de toenemende vraag aan kunststoffen is het duidelijk dat

    de recyclage van kunststoffen een steeds belangrijkere rol in de maatschappij zal innemen. In 2014

    belandde in de EU 25.8 miljoen ton post-consumer kunststofafval in de officiële afvalstromen. Hiervan

    werd slechts 29.7% gerecycleerd terwijl 39.5% verbrand werd voor energierecuperatie en 30.8% op de

    stortplaats belandde (EU, 2014). Het is duidelijk dat hier nog ruimte voor verbetering is.

    De grootste moeilijkheid bij het recycleren van kunststoffen komt voort uit de verscheidenheid van de

    gebruikte kunststoffen. Wanneer glas en aluminium worden gerecycleerd , kunnen ze worden omgezet

    in hoofdzakelijk dezelfde producten, maar dit gebeurt zelden met polymeren. De meeste afvalstromen

    bevatten immers verschillende soorten kunststoffen die samen niet goed gerecycleerd kunnen

    worden. De verschillende kunststoffen uit de afvalstromen moeten bijgevolg gescheiden worden

    alvorens ze kwalitatief gerecycleerd kunnen worden. Bij sommige afvalstromen is het echter

    onmogelijk om de verschillende soorten polymeren van elkaar te scheiden. Een voorbeeld hiervan is

    het recycleren van voedingsschalen die in dit eindwerk wordt besproken. Deze schalen bestaan uit

    verschillende lagen kunststof waarbij polyethyleentereftalaat (PET) en polyethyleen (PE) de

    voornaamste zijn. Aangezien de verschillende materialen fysisch met elkaar verbonden zijn, worden

    deze ook samen gerecycleerd. Door de moeilijke mengbaarheid van polymeren hebben deze blends

    inferieure mechanische eigenschappen. Het gevolg hiervan is dat er jaarlijks 700.000 ton aan PET-

    schalen alleen niet worden gerecycleerd, maar verbrand (Van Damme, 2016a). Om deze afvalstroom

    toch te kunnen gebruiken voor nieuwe voedingsschalen (closed-loop) of kwalitatief evenwaardige

    producten (open-loop) moeten deze eigenschappen naar omhoog getrokken worden. Dit kan door

    ofwel gebruik te maken van additieven, die de mengbaarheid verbeteren, of specifieke aangepaste

    verwerkingstechnieken. Zowel voor de industrie, als de omgeving, is deze verhoging van resource

    efficiëntie een groot voordeel.

  • 2

    Doel van het onderzoek In dit onderzoek wordt nagegaan of de mechanische eigenschappen van een gerecycleerde

    afvalstroom bestaande uit PET-schalen en folies kunnen verbeterd worden door het toevoegen van

    propyleen ethyleen rubber (PER) en styreen-ethyleen/butyleen-styreen triblockcopolymeer gegraft

    met maleïnezuuranhydride (SEBS-g-MA). Ook de invloed van deze additieven op de morfologie en de

    fysische eigenschappen worden onderzocht. Dit leidt tot volgende onderzoeksvragen:

    1.2.1 Onderzoeksvraag Kan het toevoegen van PER of SEBS-g-MA de mechanische eigenschappen van een virgin PET/PE blend

    significant verbeteren en zijn deze resultaten overdraagbaar naar een werkelijke afvalstroom

    bestaande uit postindustriële voedingsschalen en folies die hoofdzakelijk bestaan uit PET en PE?

    1.2.2 Nevenonderzoeksvraag 1. Welke hoeveelheid compatibilizer is optimaal voor het verbeteren van de mechanische

    eigenschappen rekening houdend met de economische realiteit?

    2. Is er een verschil in effectiviteit tussen het gebruik van PER of SEBS-g-MA als compatibilizer?

    3. Wat is de invloed van de compatibilizers op de morfologie en fysische eigenschappen van

    blend en kunnen deze in verband gebracht worden met de mechanische eigenschappen?

    4. Zijn de resultaten consistent met hetgeen wat in de literatuur beschreven wordt?

    Methode van het onderzoek Figuur 1 geeft een beknopte weergave van het gevolgde onderzoek. Voor een gedetailleerde

    beschrijving wordt verwezen naar paragraaf 4.1.

    In het eerste deel van het onderzoek wordt er gewerkt met virgincomponenten die de geselecteerde

    afvalstroom dienen na te bootsen. Als eerst worden de afzonderlijke componenten (PET en PE)

    verwerkt om vervolgens mechanisch en fysico-chemisch gekarakteriseerd te worden. Vervolgens

    worden er blends van PET/PE met en zonder PER of SEBS-g-MA gemaakt en worden ook deze

    mechanisch en fysico-chemisch gekarakteriseerd. Daarnaast wordt ook de morfologie van de blends

    bepaald met behulp van scanning electron microscopy (SEM). De bedoeling van het eerste deel van

    het onderzoek is de invloed van de compatibilizers op een virgin blend te bepalen. Na het eerste

    onderzoeksdeel wordt een subconclusie gevormd.

    In het tweede deel van het onderzoek wordt er niet meer gewerkt met virgincomponenten, maar met

    een werkelijke afvalstroom bestaande uit postindustriële voedingsschalen. Deze afvalstroom wordt

    ook met en zonder compatibilizers verwerkt en vervolgens mechanisch en fysico-chemisch

    gekarakteriseerd. Net zoals bij de virgin-blends wordt ook de morfologie bepaald met behulp van SEM.

    In het tweede onderzoeksdeel is het de bedoeling om de invloed van de compatibilizers op een

    werkelijke afvalstroom te bepalen alsook de overdraagbaarheid van de resultaten van de virginblends

    naar deze afvalstroom.

  • 3

    Figuur 1: Beknopte grafische weergave van het gevolgde onderzoekspad

  • 4

    Hoofdstuk 2: Literatuurstudie

    PET – PE schalen en folies

    2.1.1 Algemeen In de voedselindustrie worden vaak voedingsschalen uit kunststof gebruikt als verpakkingsmateriaal.

    Een populaire methode om voedsel te verpakken wordt weergegeven in Figuur 2. Het verpakken van

    de schalen gebeurt vanuit een sheet die ter plaatse gethermovormd wordt tot de gewenste schalen.

    Vervolgens wordt het voedsel in de gevormde schaal gebracht en wordt deze geseald met een topfolie.

    Conductie-sealing is de meest gebruikte vorm van sealen waarbij men de voedingsschaal en folie voor

    een bepaalde tijd onder een bepaalde temperatuur en druk tegen elkaar houdt. Hierdoor versmelten

    de polymeren met elkaar waardoor men een afgedicht geheel krijgt.

    Figuur 2: Grafische weergave van vaak gebruikte methode om voedsel te verpakken (Van Damme, 2016a)

    De sheets waaruit de voedingsschaal wordt gemaakt en de folies bestaan meestal uit verschillende

    lagen. Er zijn verschillende combinaties van lagen mogelijk, maar een vaak gebruikte multilayer sheet

    voor bovenstaande verpakkingstechniek wordt weergegeven in Figuur 3. De bovenste twee lagen

    stellen de topfolie voor en de onderste twee lagen stellen de schaal voor. De figuur toont aan dat er

    twee materialen worden gebruikt voor dergelijke voedingsschalen: PET en PE. PET wordt voornamelijk

    gebruikt voor zijn goede barrière eigenschappen. De voedingsschalen moet immers een goede barrière

    vormen voor zuurstof en water zodat het voedsel goed kan bewaard worden. Tabel 1 toont de

    permeabiliteit voor zuurstof en water bij verschillende polymeren. Het valt op dat PET een lage

    permeabiliteit heeft voor zowel zuurstof als water. Vooral de lage permeabiliteit voor water in

    vergelijking met de polyolefines in combinatie met de lage kostprijs en hoge stijfheid maakt het een

    populair materiaal voor de verpakkingsindustrie. PET heeft echter het nadeel dat het niet goed geseald

    kan worden met de methode weergegeven in Figuur 2. Dit probleem wordt opgelost door een laag PE

    toe te voegen aan de onderkant van de folie en de bovenkant van de voedinggschaal waardoor het

    afdichten met conductie-sealing veel makkelijker gaat.

  • 5

    Figuur 3: Schematische weergave van de opbouw van een meerlaagse voedingsschaal (Van Damme, 2016a)

    Vaak wordt er in de topfolie een extra laag ethyleen-vinylalcohol (EVOH) toegevoegd. EVOH heeft

    uitstekende barrière-eigenschappen voor zuurstof zoals uit Tabel 1 blijkt. De barrière-eigenschappen

    zijn afhankelijk van de dikte van de lagen. Bij dunne topfolies volstaat de dikte van PET meestal niet

    om voldoende zuurstof tegen te houden. Uit Tabel 1 blijkt immers dat de barrière-eigenschappen voor

    zuurstof slechter zijn dan deze voor water. Om dit probleem op te lossen voegt men een laag EVOH

    toe die ervoor zorgt dat de folie voldoende zuurstof tegenhoudt. Door het belang van EVOH in

    voedingsschalen wordt deze naast PET en PE ook kort beschreven in paragraaf 2.1.4.

    Tabel 1: Permeabiliteit voor zuurstof en water bij de meest courant gebruikte verpakkingsmaterialen (P. Ragaert, 2017)

    Tabel 2 geeft de meest voorkomende diktes weer van de verschillende lagen bij PET/PE

    voedingsschalen. De meest courant gebruikte dikte van de voedingsschaal is 300 𝜇𝑚 waarbij de PET-

    laag 250 𝜇𝑚 is en de PE-laag 50 𝜇𝑚 is. Deze verhoudingen dienden als referentie voor de keuze van

    de verhouding van de virgin PET/PE blends die in dit eindwerk onderzocht worden, namelijk 80/20

    PET/PE.

    Tabel 2: Diktes van de verschillende lagen bij PET/PE voedingsschalen (Armstrong & Americas, 2004; Van Damme, 2016b)

    Totale dikte(μm) PET (μm) PE(μm) EVOH (μm)

    Voedingsschaal 200-650 (300 meest courant)

    150-610 40-50 0

    Folie 50-60 12 40-50 1.5-10

  • 6

    2.1.2 Polyethyleen Polyethyleen (PE) is een polyolefine, namelijk een polymeer die enkel waterstof en koolstof bevat. Het

    bestaat uit een koolstofbackbone waarop enkel waterstofatomen gebonden zijn. PE is goedkoop,

    makkelijk te maken en resistent voor de meeste chemische stoffen. Figuur 4 toont de structuureenheid

    van het monomeer waaruit PE bestaat.

    Figuur 4: Structuureenheid van (K. Ragaert, 2017)

    De secundaire bindingen in een polymeer spelen een sleutelrol in de mechanische eigenschappen

    ervan. De secundaire bindingen zorgen er immers voor dat de verschillende polymeerketens minder

    makkelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen wat een sterker materiaal teweegbrengt. De enige

    secundaire bindingen die aanwezig zijn bij PE zijn van Der Waals krachten. Van Der Waals krachten zijn

    de zwakste secundaire bindingen. Deze zwakke bindingen zorgen ervoor dat de

    glastransitietemperatuur van PE onder de omgevingstemperatuur ligt. Hierdoor zijn de ketens op

    kamertemperatuur beweeglijker ten opzichte van elkaar wat het zachte en ductiele karakter van PE

    verklaart. De van Der Waals krachten kunnen echter een significante bijdrage leveren door

    accumulatie daar de ketenlengte van polymeren vrij lang is. Bijgevolg kan men ook besluiten dat

    polymeren met langere ketenlengtes sterker zullen zijn dan polymeren met kortere ketenlengtes.

    De eigenschappen van PE hangen hoofdzakelijk af van de structuur van de keten. Zoals Figuur 5

    aangeeft bestaan er naargelang de structuur drie belangrijke varianten van PE; High Density

    Polyethyleen (HDPE), Linear Low Density Polyethyleen (LLDPE) en Low Density Polyethyleen (LDPE).

    LDPE onderscheidt zich van HDPE doordat LDPE lange zijketens vormt tijdens de polymerisatie terwijl

    HDPE deze nauwelijks of niet vorm. Bij een hoge druk en hoge temperatuur worden er zijketens

    gevormd op de backbone van , dit wordt ook wel branching genoemd (Lepoutre, z.j.). De aanwezigheid

    van deze zijketens verzwakt de secundaire krachten tussen de polymeerketens onderling waardoor de

    treksterkte, smeltpunt, stijfheid, dichtheid en kristalliniteit van het polymeer lager worden.

    Daartegenover krijgt men een hogere elasticiteit en impactsterkte. Het lage smeltpunt van LDPE zorgt

    ervoor dat het makkelijk verwerkbaar is, daarom wordt het vaak gebruikt in toepassingen waar de

    mechanische eigenschappen niet van groots belang zijn zoals plastiek zakjes, knijpflessen, speelgoed

    … (Newell, 2009). Bij LLDPE worden ook zijketens gevormd op de backbone, maar deze zijketens zijn in

    tegenstelling tot LDPE korter en van gecontroleerde lengte. Bovendien is de lineaire structuur van

    LLDPE nog steeds goed zichtbaar terwijl dit bij LDPE veel minder prominent aanwezig is. Het gevolg is

    dat men een polymeer krijgt die van sterkte en elasticiteit tussen LDPE en HDPE ligt en bovendien

    goedkoper is dan LDPE omdat er op lagere drukken gewerkt kan worden. Als laatste moet er vermeld

    worden dat men soms ook de benaming metalloceen linear low density polyethyleen (mLLDPE)

  • 7

    gebruikt voor LLDPE dit is een variant van LLDPE waarbij op metalloceen gebaseerde katalysatoren

    gebruikt worden.

    Figuur 5: Verschil in structuur tussen HDPE, LLDPE en LDPE (K. Ragaert, 2017)

    De voornaamste mechanische eigenschappen op kamertemperatuur en thermische eigenschappen

    van LDPE, LLDPE en HDPE zijn weergegeven in Tabel 3.

    Tabel 3: Mechanische en fysische eigenschappen van HDPE en LDPE (Callister, 2003; Ehrenstein, 2001)

    HDPE LLDPE LDPE

    Soortelijk gewicht (𝑔/𝑐𝑚3) 0.952-0.965 0.911-0.943 0.917-0.932 Elasticiteitsmodulus (GPa) 1.06-1.09 0.25-0.70 0.17-0.28 Treksterkte (MPa) 22.1-31.1 8-20 8.3-31.4 Vloeigrens (MPa) 26.2-33.1 20-30 9.0-14.5 Ductiliteit (%) 10-12000 500-900 100-650 𝑇𝑔 (°C) -90 -97.5 -110 Tm (°C) 137 115 115 Kristalliniteitsgraad (%) 70-80 35-60 45-55

    2.1.3 Polyethyleentereftalaat Polyethyleentereftalaat (PET) is een polymeer waaruit de structuur bestaat uit een tereftalaatgroep

    verbonden met een ethyleengroep zoals Figuur 6 weergeeft. PET wordt voornamelijk gebruikt in de

    textielsector, de tapijtindustrie en de voedingssector (voor verpakkingen zoals schalen en flessen)

    (Newell, 2009).

    Figuur 6: Structuureenheid van PET (K. Ragaert, 2017)

    Opnieuw hebben de secundaire bindingen van PET een grote invloed op de mechanische

    eigenschappen van het polymeer. Bij PET zijn er echter twee secundaire bindingen aanwezig, namelijk

    de reeds besproken van Der Waals krachten en dipoolkrachten. Het dipoolmoment in de keten wordt

  • 8

    veroorzaakt door de hoge elektronegativiteit van het zuurstofatoom. Hierdoor worden de elektronen

    tot het zuurstofatoom aangetrokken waardoor de zuurstofatomen licht negatief geladen worden en

    de koolstofatomen licht positief zoals op Figuur 7 getoond wordt. Dit permanent dipoolmoment is

    verantwoordelijk voor de secundaire bindingen tussen de ketens en is ongeveer vijf keer sterker dan

    de van Der Waals krachten. De grote sterkte van de dipoolverbindingen, in combinatie met de

    chemische structuur van PET, zorgt ervoor dat PET een veel sterker en stijver materiaal is dan PE. De

    chemische structuur en sterke secundaire bindingen van PET zorgen echter ook voor een lage

    beweeglijkheid tussen de ketens onderling. Hierdoor ligt de glastransitietemperatuur van PET boven

    de omgevingstemperatuur wat voor een lagere ductiliteit en impactbestendigheid zorgt. Door de

    complexere opbouw van het monomeer is ook de kristalliniteitsgraad kleiner dan deze van PE.

    Bovendien heeft PET goede barrière-eigenschappen, dit verklaart waarom ze gebruikt wordt bij de

    productie van voedingsschalen en folies (van Bruggen, 2014).

    Figuur 7: Secundaire bindingen in PET veroorzaakt door het dipoolmoment (University of Wisconsin Oshkosh, 2008)

    Volledigheidshalve dient er vermeld te worden dat er varianten van PET bestaan. De belangrijkste

    variant van PET is PETG. Bij het produceren van PETG wordt de ethyleenglycol molecule vervangen

    door een molecule die een groter vrij volume creëert (K. Ragaert, 2017). Hierdoor kan PETG niet

    kristalliseren en is het bijgevolg volledig amorf. In dit eindwerk wordt enkel met PET geproduceerd uit

    ethyleenglycol gewerkt. Deze PET kan ook amorf zijn, maar dit wordt veroorzaakt door de

    verwerkingstechniek en niet door de structuur van de PET zelf.

    De voornaamste mechanische eigenschappen op kamertemperatuur en fysische eigenschappen van

    PET worden gegeven in Tabel 4.

    Tabel 4: Mechanische en fysische eigenschappen van PET (Callister, 2003; Ehrenstein, 2001)

    PET

    Soortelijk gewicht (g/cm3) 1.29-1.40 Elasticiteitsmodulus (GPa) 2.8-4.1 Treksterkte (MPa) 48.3-72.4 Vloeisterkte (MPa) 59.3 Ductiliteit (%) 30-300 Tg (°C) 69

    Tm (°C) 265 Kristalliniteitsgraad (%) 30-40

  • 9

    2.1.4 Ethyleen-vinylalcohol Ethyleen-vinylalcohol (EVOH) is een copolymeer dat bestaat uit ethyleen- en vinylalcoholmonomeren.

    Figuur 8 toont de structuureenheid van EVOH. De opeenvolging van ethyleen en vinylalcohol in het

    polymeer zijn random. EVOH wordt vaak gebruikt in verpakkingen door zijn uitstekende barrière-

    eigenschappen voor zuurstof zoals reeds in paragraaf 2.1.1 vermeld werd.

    Figuur 8: Structuurformule van EVOH (Polysciences, 2017)

    Door de zeer kleine hoeveelheid van EVOH (< 3 vol%) in de schalen zijn de mechanische eigenschappen

    ervan niet relevant en worden deze bijgevolg ook niet besproken.

    PET-PE blends Wanneer men PET en PE mechanisch met elkaar probeert te mengen in de smeltfase om er een nieuw

    recyclaat van te maken, verkrijgt men een onmengbare blend. Dat houdt in dat er twee verschillende

    fases bestaan die niet met elkaar vermengd kunnen worden, namelijk een fase van PE en een fase van

    PET. In deze paragraaf wordt deze onmengbaarheid vanuit thermodynamisch oogpunt benaderd.

    2.2.1 Oppervlaktespanning en interfasespanning Oppervlaktespanning

    De oppervlaktespanning van vloeistoffen kan verklaard worden door de vloeistoffen op moleculair

    niveau te bestuderen. Op moleculair niveau zijn er aantrekkingskrachten aanwezig tussen de

    moleculen onderling, deze worden de secundaire bindingskrachten genoemd.

    Onderstel een waterdruppel in het vacuüm of in een gas. De moleculen in deze waterdruppel trekken

    elkaar aan door de secundaire bindingskrachten. Een watermolecule die zich in het midden van de

    druppel bevindt, zal langs alle richtingen secundaire bindingskrachten ondervinden zoals op Figuur 9

    te zien is. Hierdoor zal de resulterende kracht op het waterdeeltje nul zijn. Een watermolecule die zich

    aan de rand van de druppel bevindt zal enkel secundaire bindingskrachten ondervinden in de richting

    naar het midden van de waterdruppel toe. De resulterende kracht zal bijgevolg niet nul zijn maar zal

    een bepaalde waarde hebben met een richting naar het midden van de druppel. Dit fenomeen wordt

    oppervlaktespanning genoemd.

  • 10

    Figuur 9: Secundaire bindingskrachten in een waterdruppel (Rosen, 2004)

    De oppervlaktespanning wordt veroorzaakt door secundaire bindingskrachten op het moleculair

    niveau, maar de parameter γ die gebruikt wordt om de oppervlaktespanning te karakteriseren is een

    macroscopische parameter (Pushpavanam, 2014). Er kan algemeen gezegd worden dat een grensvlak,

    bijvoorbeeld tussen het vacuüm en de waterdruppel, streeft naar een zo laag mogelijke energie. De

    energie die een grensvlak bevat wordt de interfase-energie genoemd en wordt gegeven door volgende

    formule (Pushpavanam, 2014):

    𝐸 = γ ∗ A (1) Met:

    A = De oppervlakte (𝑚2)

    γ = De oppervlaktespanning (𝑁

    𝑚)

    E = De interfase-energie (J)

    De oppervlaktespanning kan men dus zien als de hoeveelheid energie per oppervlakte die zich in het

    grensvlak bevindt. In de literatuur wordt de oppervlaktespanning ook vaak uitgedrukt als kracht per

    eenheid lengte wat exact hetzelfde betekent als de hoeveelheid energie per oppervlakte.

    𝐽

    𝑚2=

    𝑁 ∗ 𝑚

    𝑚2=

    𝑁

    𝑚 (2)

    Daar elk systeem naar een zo laag mogelijke interfase-energie streeft, zullen bijvoorbeeld

    waterdruppels in een gewichtloos vacuüm hierdoor perfecte bollen vormen. Bij een gegeven

    oppervlaktespanning en gegeven massa water kan men immers de energie enkel verlagen door het

    grensvlak zo klein mogelijk te houden. Een bol bevat het meeste massa per volume-eenheid voor een

    minimaal oppervlak. Er dient opgemerkt te worden dat de oppervlaktespanning sterk afhankelijk is van

    de temperatuur. Het is bijgevolg belangrijk om de temperatuur te geven wanneer men over een

    bepaalde oppervlaktespanning spreekt. Op de verdampingstemperatuur is de oppervlaktespanning

    logischerwijs nul.

    Interfasespanning

    Naast oppervlaktespanning bestaat er ook interfasespanning. Het belangrijkste verschil tussen deze

    twee is de plaats waar het voorkomt. Oppervlaktespanning wordt gedefinieerd als een

    vloeistofoppervlak, terwijl de interfasespanning is gedefinieerd als het grensvlak van twee niet-

    mengbare vloeistoffen. Oppervlaktespanning is een afleiding van interfasespanning wanneer kracht

  • 11

    vanuit het tweede oppervlak verwaarloosbaar of nul is. Dit gebeurt wanneer de vloeistof zich in een

    vacuüm bevindt of in een gas, bij een gas zijn door de lage dichtheid de secundaire bindingskrachten

    van dat gas op de vloeistof immers verwaarloosbaar (Girifalco & Good, 1957).

    Een mengsel met twee vloeistoffen zal niet goed mengen wanneer de interfasespanning tussen de

    twee vloeistoffen groot is. Een goede mengbaarheid betekent immers een groot contactoppervlak

    tussen de twee vloeistoffen. Aangezien een systeem naar een zo’n laag mogelijke energie streeft, zal

    voor eenzelfde interfase-energie het contactoppervlak dalen wanneer de interfasespanning stijgt. Dit

    heeft een verslechterde mengbaarheid en een grovere verdeling van de polymeercomponenten tot

    gevolg (Pushpavanam, 2014).

    Er kan algemeen gesteld worden dat een verhoging van de interfasespanning een verlaging van de

    mengbaarheid tot gevolg heeft. Omgekeerd zal een verlaging van de interfasespanning een verhoging

    van de mengbaarheid veroorzaken. Zeggen dat een polymeerblend onmengbaar is, betekent hetzelfde

    als zeggen dat de interfasespanning tussen de polymeercomponenten hoog is. Hoe hoger deze

    interfasespanning is, hoe grover gescheiden de twee polymeercomponenten zullen zijn.

    2.2.2 Schatten van de oppervlaktespanning en interfasespanning Schatten van de oppervlaktespanning

    De oppervlaktespanning tussen twee vloeistoffen kan berekend worden met een speciale term die in

    de literatuur de Parachor genoemd wordt en voor het eerst geïntroduceerd werd door Sugden et al.

    (Sugden, 1924).

    𝛾 = (𝑃𝑠𝜌

    ∗ 𝑀𝑛)4

    (3)

    Met

    𝑃𝑠 = De parachorconstante (𝑁

    14∗𝑚𝑜𝑙

    𝑚13/4)

    𝑀𝑛 = Het number average moleculair gewicht van het polymeer (𝑘𝑔

    𝑚𝑜𝑙)

    𝜌 = de densiteit van het polymeer (𝑘𝑔

    𝑚3)

    𝛾 = de oppervlaktespanning van het polymeer (𝑁

    𝑚)

    De parachor is een speciale parameters die de chemische compositie van het materiaal in rekening

    brengt. Elk atoom in de molecule krijgt een bepaald waarde die men in Tabel 5 kan terugvinden. Deze

    werd eerst opgesteld door Sugden et al. (Sugden, 1924) en vervolgens verbeterd door respectievelijk

    Mumford et al. (Mumford & Phillips, 1929) en Quayle et al. (Quayle, 1953). De parachorwaarde is dan

    de sommatie van deze constanten uit de structuureenheid waarbij elk atoom 1 keer meegeteld wordt.

    Voor PE betekent dit:

    4 ∗ 𝐶 + 4 ∗ 𝐻 = 4 ∗ 15.5 + 4 ∗ 9 = 81 (4) Voor PET betekent dit:

    10 ∗ 𝐶 + 8 ∗ 𝐻 + 4 ∗ 𝑂 + 5 ∗ (𝐷𝑢𝑏𝑏𝑒𝑙𝑒 𝑏𝑖𝑛𝑑𝑖𝑛𝑔) = 401.2 (5)

  • 12

    Tabel 5: Atomaire en structurele contributie aan de parachor (Van Krevelen & Te Nijenhuis, 2009)

    De parachor is praktisch onafhankelijk van de temperatuur. Bijgevolg kan met vergelijking 3 de

    temperatuurafhankelijkheid van de oppervlaktespanning onderzocht worden. Uit onderzoek blijkt dat

    de bovenstaande methode ook leidt tot betrouwbare waarden voor de oppervlaktespanningen van

    polymeren in vaste toestand (Van Krevelen & Te Nijenhuis, 2009). Als molair volume dient dan het

    volume van de amorfe fase genomen te worden. Bovendien blijken de constanten van Sugden het

    nauwst aan te sluiten bij de experimentele waarden.

    Schatten van de interfasespanning

    De interfasespanning van polymeermengsels kan enerzijds worden geschat uit de

    oppervlaktespanningen en andere eigenschappen van de mengselcomponenten of anderzijds direct

    worden gemeten (Brandrup, Immergut, Grulke, Abe, & Bloch, 1989; Mark, 2007; Wu, 1982). De

    vergelijking om de interfasespanning van een polymeermengsel te bepalen wordt gegeven door:

    𝛾12 = 𝛾1 + 𝛾2 − 𝐹𝑥

    (6)

    Met:

    𝛾12= De interfasespanning tussen component 1 en 2 (N/m)

    𝛾𝑥= De oppervlaktespanning van component x (N/m)

    𝐹𝑥= De te bepalen waarden (N/m)

    Er zijn 3 benaderingen voor 𝐹𝑥:

    𝐹1 = 2(𝛾1

    𝑑𝛾2𝑑)

    1

    2 (Girifalco & Good, 1957)

    (7)

    𝐹2 = 2(𝛾1

    𝑑𝛾2𝑑)

    1

    2 + 2(𝛾1𝑝

    𝛾2𝑝

    )1

    2 (Owens & Wendt, 1969)

    (8)

    𝐹3 =

    (4𝛾1𝑑𝛾2

    𝑑)

    𝛾1𝑑+𝛾2

    𝑑 +4(𝛾1

    𝑝𝛾2

    𝑝)

    (𝛾1𝑝

    +𝛾2𝑝

    ) (Wu, 1971)

    (9)

    Met:

  • 13

    𝛾𝑥𝑑: de oppervlaktespanning van component x veroorzaakt door dispersieve krachten (N/m)

    𝛾𝑥𝑝

    : de oppervlaktespanning van component x veroorzaakt door polaire interacties (N/m)

    Merk op dat deze formules geldig zijn voor de interfasespanning tussen zowel vloeistoffen, vaste

    stoffen of een combinatie van beide (Van Krevelen & Te Nijenhuis, 2009).

    De waardes voor de constanten bij een temperatuur van 20°C kan men terug vinden in Tabel 6 (Van

    Krevelen & Te Nijenhuis, 2009). Merk op dat 𝛾𝑝 bij PE gelijk aan 0 is. Dit is logisch aangezien PE een

    apolaire molecule is en er bijgevolg geen dipoolmomenten aanwezig kunnen zijn.

    Tabel 6: Thermodynamische constanten voor PE en PET bij 20°C (Van Krevelen & Te Nijenhuis, 2009)

    γs (N

    m10−3) γd(

    N

    m10−3) γp(

    N

    m10−3) −

    dγsdT

    (N

    mK10−3)

    PE-lineair 35.7 35.7 0 0.057

    PE-vertakt 35.3 35.3 0 0.067

    PET 44.6 35.6 9 0.065

    Indien men vervolgens de interfasespanning bij 20°C berekent volgens bovenstaande formules krijgt

    men de waardes uit Tabel 7.

    Tabel 7: Interfasespanning tussen PET en PE op 20°C berekend met behulp van de verschillende formules

    Interfasespanning (N

    m10−3)

    Formule 1 9.0 Formule 2 9.0 Formule 3 9.0

    Er kan besloten worden dat de interfasespanning tussen PET en LDPE bij 20°C 9.0 mN/m bedraagt.

    Deze interfasespanning is een maat voor hoe goed de fasen aan elkaar hechten bij kamer-

    temperatuur. Bij incompatible blends is de interfasespanning hoog en de hechting bijgevolg slecht.

    Hierdoor kunnen de aanwezige krachten niet goed overgedragen worden tussen de verschillende

    polymeercomponenten onderling wat leidt tot inferieure mechanische eigenschappen.

    2.2.3 Invloedsfactoren op oppervlaktespanning en interfasespanning bij polymeren Interfasespanning is één van de belangrijkste factoren voor de verenigbaarheid van

    polymeermengsels. De interfasespanning van polymeermengsels is onder andere afhankelijk van

    (Biresaw, Carriere, & Sammler, 2003):

    1. Temperatuur

    2. Molecuulgewicht

    Invloed van temperatuur

    Het verband tussen de oppervlaktespanning en de temperatuur kan complex zijn. Studies hebben

    aangetoond dat een verhoging van de temperatuur zelfs kan leiden tot een verhoogde (Nose &

  • 14

    Kasemura, 1996) een constante (Nose & Tanabe, 1997) of een verlaagde interfasespanning (Nose,

    1995; Nose & Kasemura, 1996; Nose & Tanabe, 1997; Wagner & Wolf, 1993). Het verband tussen de

    temperatuur en de interfasespanning is meestal lineair en kan bijgevolg gekarakteriseerd worden door

    één constante (Biresaw et al., 2003):

    𝑑𝛾 =𝑑𝛾

    𝑑𝑇∗ 𝑑𝑇 (10)

    Met

    𝑑𝛾 = de verandering in interfasespanning (N

    m)

    𝑑𝑇 = de verandering in temperatuur van de polymeerblend (K)

    𝑑𝛾

    𝑑𝑇= de evenredigheidsconstante (

    N

    m∗K)

    Bovenstaande formule mag alleen verondersteld worden bij kleine temperatuurverschillen (Van

    Krevelen & Te Nijenhuis, 2009). Bij grotere temperatuurverschillen dient ment zich opnieuw te baseren

    op verge