Nederpophelden

12
Nederpophelden pioniers van de popmuziek in Nederland 1960 - 1970 Peter Sijnke APRILIS Nederpophelden A

description

Foxy Design, Nederpophelden

Transcript of Nederpophelden

Nederpopheldenpioniers van de popmuziek in Nederland

1960 - 1970

Peter Sijnke

A P R I L I S

Ned

erpop

held

en Peter Sijnke

NederpopheldenPeter Sijnke

In de periode 2003-2006 interviewde Peter Sijnke ruim twintig bekende en minder

bekende Nederlandse popmusici, uit de swingin’ sixties. De daaruit resulterende

verhalen zijn in dit boek bijeengebracht. Het is voor het eerst dat op deze wijze een

groot aantal ‘diepte-interviews’ met pioniers van de nederpop in boekvorm bijeen-

gebracht is. De gesprekken gaan over leven en werk van de muzikanten. Wat dreef

hen toentertijd, hoe was het om muziek te maken in de begintijd van de Nederpop

(ruwweg de periode 1960-1970) en wat maakten ze mee?

In ‘Nederpophelden’ komen veel popgroepen aan de orde, bands als The Motions,

The Golden Earrings, After Tea, The Shoes, Q 65 en The Outsiders, maar ook Blues

Dimension, The Fool, Dragonfly en The Zipps en nog veel meer. Voor liefhebbers van

de jaren zestig komt met dit boek, mede door de vele schitterende illustraties, een

tijdperk tot leven.

Peter Sijnke is historicus. Hij schreef diverse boeken en vele artikelen, hoofdzakelijk

op het terrein van de regionale en lokale geschiedenis. Popmuziek is sedert 1965

zijn grote passie. Hij publiceerde daarover in verschillende periodieken. Momenteel

bereidt hij een boek voor over de psychedelische popgroep Dragonfly.

A

$A Uitgeverij Aprilis – Zaltbommel

ISBN 90-5994-139-X

A

AUitgeverij Aprilis

Postbus 141

5300 AC Zaltbommel

telefoon: 0418.512 088

fax: 0418.684 908

[email protected]

www.aprilis.nl

ISBN-10: 90 5994 139 x

ISBN-13: 978 90 5994 139 7

NUR 666

Vormgeving: Foxy Design – Zaltbommel

© 2006 Uitgeverij Aprilis – Zaltbommel

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe-

stand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige

andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave

is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351 zoals gewijzigd bij Besluit van

23 augustus 1985, Stb. 471 artikel 17 Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan

de uitgever. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel

16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Zoveel mogelijk is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden

worden benaderd kunnen zich met de uitgever in verbinding stellen.

Nederpopheldenpioniers van de popmuziek in Nederland

1960 - 1970

Peter Sijnke

4

Hoofdstuk 6 141Underground: Nederlandse psychedelische muziek –Dragonfly (John Caljouw, Rudy de Queljoe, Huib Pouwer), The Zipps (Philip Elzerman/Peter Nuyten/Ruud van Seventer/John Noce Santoro/Wim Klein/Janko Barut)

Hoofdstuk 7 161Internationaal succes – The Fool (Simon Posthuma), Shocking Blue (Leo van de Ketterij)

Hoofdstuk 8 173Folk en country – CCC Inc. (Jaap van Beusekom)

Hoofdstuk 9 179Het einde: de overgang naar de jaren zeventig en het afscheid van de klassieke nederpop – Alquin (Michel van Dijk)

Epiloog 187Een herinnering aan Wally Tax

Selectieve discografie 188

Verantwoording 189 Herkomst illustraties 189

Auteur 190

Inhoud

Voorwoord door Jaap van Beusekom 7

Inleiding 8De vormingsjaren van de Nederlandse populaire muziek

Hoofdstuk 1 11Het begin: instrumentale popmuziek – The Jumping Jewels (Hans van Eijk)

Hoofdstuk 2 19Het klassieke nederpopvoorbeeld – The Motions (Rudy Bennett, Henk Smitskamp, Sieb Warner, Robbie van Leeuwen, Gerard Romeyn, Leo Bennink)

Hoofdstuk 3 61Na The Motions – The Golden Earrings (Frans Krassenburg), Tee-Set en After Tea (Polle Eduard), Sandy Coast (Hans Vermeulen), The Shoes (Theo van Es), The Ro-d-ys (Harry Rijnbergen)

Hoofdstuk 4 101Nederlandse garagerock oftewel nederbeat –Q 65 (Joop Roelofs) en The Outsiders (Ronnie Splinter)

Hoofdstuk 5 127Rhythm & Blues – Rob Hoeke’s Rhythm & Blues Group (John Schuursma), Blues Dimension (Leen Ripke)

Binnenzijde van de elpeehoes

van de The fool (1968)

6

6 7

schriften uitgebrachte artikelen over Nederlandse popmu-ziek.Ook alle muziekbladen zijn ingebonden aanwezig en er is een uitgebreid fotoarchief.Op de website www.popinstituut.nl is een volledige ency-clopedie van de Nederlandse popmuziek te raadplegen.Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in het Mediapark in Hilversum heeft zo goed als alle geluidsdra-gers die in Nederland zijn uitgebracht, en die zijn één op één uit de ruim 15.000 titels te bestellen via hun site www.fonos.nl.

Maar er zijn natuurlijk ook een aantal specialisten die de popgeschiedenis van hun stad of streek in beeld en woord brengen of een bepaald tijdsbeeld van de popmuziek wil-len belichten. Een niet te onderschatten aanvulling van de geschiedenis van de popmuziekcultuur in Nederland.Dat geldt ook voor dit boek van Peter Sijnke.Hij heeft een groot aantal interviews gebundeld van mu-zikanten uit het verleden, de periode 1960-1970. Uiteraard een interessante groep; zij kunnen terugkijken op hun vaak nog lopende muzikale carrière en een kijk hebben op de begindagen van de popmuziekcultuur in Nederland. Nogmaals, het belang van een dergelijke uitgave in het licht van het documenteren van de geschiedenis van pop-muziek in Nederland is van onschatbare waarde.

Jaap van Beusekomdirecteur Nationaal Pop Instituutapril 2006

Voorwoord

Popmuziek bestaat in Nederland ruim 50 jaar.In het begin nog te onderscheiden in een paar stijlen, te-genwoordig is de term popmuziek een verzamelnaam van bijna 200 gedefinieerde genres muziek.Hoewel het vandaag de dag nauwelijks voorstelbaar is – zo sprak ik een 16-jarige die nog nooit van de Beatles had gehoord – is de muzieksoort zelfs nog zo jong dat het de cyclus van een mensenleven niet eens doorlopen heeft.Het andere fenomeen ervan is dat die muziek zichzelf voortdurend weer uitvindt. Van onderen komen er voortdurend nieuwe soorten en stijlen bij, wordt ruimhartig geput en gejat uit de 50 jaar popmuziekarchieven en de bovenkant wordt tegelijkertijd voortdurend op zijn wenken bediend door hernieuwde tournees van hun oude helden.Alleen al de geschiedenis van de Nederlandstalige hiphop van de laatste 15 jaar of de onstuimige ontwikkelingen van de dance-muziek de laatste 10 jaar is cultureel en muzikaal gezien fenomenaal.Nederlandstalige popmuziek, wie weet nog dat die vóór 1980 gewoonweg nog niet bestond?

Een ander opzienbarend feit is dat vrijwel alles in de Nederlandse popmuziekcultuur is gedocumenteerd.Het Nationaal Pop Instituut heeft in zijn Mediatheek en archieven praktisch alle in Nederlandse kranten en tijd-

Een artikel uit het blad Kink

van zaterdag 24 september 1966.

8

Inleiding: De vormingsjaren van de Nederlandse populaire muziek

‘Rock And Roll Is Here To Stay’ zongen Danny & The Juniors in 1957. En zo is het maar net!Een halve eeuw geleden begon een omwenteling, die nog altijd doorwerkt. De maatschappij veranderde voorgoed. Popmuziek is tegenwoordig alom aanwezig. En dat feno-meen vindt zijn oorsprong in het Amerika van midden jaren vijftig van de twintigste eeuw. De rock-’n-roll bleek een uitstekend exportartikel, dat bovendien veel geld in het laatje bracht.

In Nederland waren het in eerste instantie met name jon-geren van Indonesische en Molukse afkomst die zich aan-getrokken voelden tot de ‘nieuwe muziek’. De Indorock ontstond (met The Tielman Brothers als een van de be-kendste exponenten). De buitenlandse (Amerikaanse en Engelse) trends in de muziek bleven leidend. Na de rock-’n-roll kwamen er in het begin van de jaren zestig vooral instrumentale groepen, soms met een zanger (Johnny Lion And The Jumping Jewels, René And His Alligators e.d.). Vanaf 1963 werden de nieuwe artiesten uit Engeland (The Beatles, The Rolling Stones en velen, velen meer) gretig nagevolgd. Daarover gaat het met name in dit boek. Over de Nederlandse jongens (meisjes kwamen er nauwelijks aan te pas) die met hun eigen beatgroep fame and fortune wilden vergaren.

Aanvankelijk was er het vakantiegevoel van ‘vier jongens in een busje voor altijd op schoolreis’ (Henk Smitskamp van The Motions), maar in veel gevallen eindigde die reis na een paar jaar in een doodlopende straat. Door de jacht op het grote geld, een te grote druk, interne spanningen binnen de groep, mismanagement en ruzies ontstonden onherstelbare scheuren in ooit zo hechte jongensvriend-schappen. En uiteindelijk bleef het na een aantal platen en een paar jaar toeren veelal bij nooit ingeloste beloften en gefnuikte verwachtingen… Toen bands de amateurstatus ontstegen was het in veel gevallen al over.

Zelf houd ik mij sinds het voorjaar van 1965 met popmu-ziek bezig, niet als muzikant, maar wel als liefhebber en tevens al snel als gepassioneerd verzamelaar. Ook heb ik vanaf begin jaren zeventig in diverse periodieken over popmuziek geschreven. Aanvankelijk richtte ik me sterk op Amerikaanse en Engelse pop, later kwam daar de neder-pop bij. In de tweede helft van de jaren zestig heb ik veel van de hier behandelde bands zien optreden.

Een paar jaar geleden verdiepte ik me in de geschiedenis van The Motions, een van de Nederlandse topgroepen uit de jaren zestig. Ik ontdekte dat er relatief weinig serieuze stukken over de band waren geschreven. Het weinige dat ik vond bleek bovendien vol met fouten te zitten. Ik be-sloot toen zelf maar een artikeltje te schrijven (‘Fly like an eagle’, een herwaardering van The Motions, in Platenblad nr. 109, februari-april 2003). Vervolgens bedacht ik dat het wel leuk zou zijn de leden van The Motions te interviewen. Dat lukte en het beviel zo goed dat ik er een vervolg aan gaf: een hele interviewserie met nederpopartiesten die vanaf de zomer van 2003 tot de zomer van 2006 in Platenblad zijn verschenen. In dit boek zijn die interviews, in iets andere vorm en aangevuld met één niet eerder gepubliceerd stuk, bijeengebracht.

9

Ik heb me er altijd over verbaasd dat er zo weinig serieuze publicaties in ons taalgebied over (de geschiedenis van) de popmuziek in de jaren zestig zijn verschenen. Dit in tegen-stelling tot de Angelsaksische landen, waar een hele traditie van rockjournalism bestaat. Afgezien van enkele biografieën (zoals Ettie Huizing, Wally Tax. Tot hier en dan verder (1998) en Jeroen Wielaert, De missie. De kruispunten van Harry ‘Cuby’ Muskee (2003) en een paar interviewbundels, als het uitstekende De B-kant van de beat door Dick Slootweg (1989) en Nederbeat. De glorietijd van de Nederpop (2000) en Beatmeisjes 1963-1969 (2002) van Frank Dam (beide laatstge-noemde boeken zijn verzamelingen van krantenartikelen), kwam er betrekkelijk weinig op de markt. Jan van der Plas wijdt in zijn Nederpop met hart en ziel. Een geschiedenis van de Nederlandse Popmuziek (2003) slechts 20 pagina’s aan de periode 1964-1970.

Dit boek, dat 24 interviews met muzikanten uit de vor-mingsjaren van de popmuziek (die naar mijn mening te-vens ‘de Gouden Eeuw’ van onze popmuziek vormen) in Nederland bevat, wil in die leemte voorzien. Het beoogt een stuk recente cultuurgeschiedenis naar voren te brengen, dat in de ‘officiële’ geschiedschrijving nogal wordt ver-waarloosd. (Zo valt in een boek als 1950. Welvaart in zwart-wit van Kees Schuyt en Ed Taverne (2000), dat ruwweg de periode 1950-1970 bestrijkt, veel te lezen over klassieke mu-ziek en toneel, maar vrijwel niets over popmuziek.) Het gaat dus om ‘oral history’, waarbij de betrokkenen zo onopgesmukt mogelijk, in hun eigen woorden, vertellen over hun leven en hun muzikale carrière. Heel veel bands passeren de revue en in wezen zitten er zelfs drie ‘groepsbiografieën’ (van The Motions, Dragonfly en The Zipps) in deze bundel verborgen. Hoewel de in dit boek geportretteerde muzikanten voor het merendeel in di-verse bands hebben gezeten is voor de duidelijkheid steeds gekozen voor onderbrenging bij één groep.

Er komen in dit boek derhalve veel meer bands ter sprake dan de in de inhoudsopgave genoemde nederpopgroe-pen. Gekozen is voor de benaming nederpop omdat ik nederbeat te eng vind. Strikt genomen betreft dat namelijk alleen de periode van circa 1964-1967. In dit boek wordt een onderverdeling in meerdere soorten popmuziek aan-gehouden, waarbij de term nederpop de overkoepelende verzamelnaam vormt. In de tijd zelf werd zo’n beetje alle popmuziek ‘beatmuziek’ genoemd, maar in retrospectief vallen er toch de nodige onderscheidingen te maken.Veel (sleutel)figuren uit de ‘nederpopscene’ komen aan het woord, maar toch beoogt dit boek niet ‘het complete beeld’ te geven van die pioniersperiode, die de jaren zestig vooral waren. Daarvoor zijn 24 interviews uiteraard niet toerei-kend. Het boek geeft slechts een beeld van een tijdperk, dat zo dichtbij en toch ook zo anders is. Er had uiteraard ook met heel andere mensen gesproken kunnen worden. De geïnterviewden zijn nadrukkelijk mijn keuze.Eén van de mensen die ik nog had willen interviewen was Wally Tax. Helaas is dat er niet meer van gekomen. Ik heb hem wel gesproken en van de herinneringen aan dat ge-sprek een ‘in memoriam’ gecomponeerd, dat achter in het boek is opgenomen. Ondanks de genoemde beperkingen in representativiteit en objectiviteit meen ik toch dat nu – voor het eerst – op ta-melijk uitgebreide wijze een reëel beeld van het popmuzi-kantenbestaan in het Nederland van de jaren zestig wordt gepresenteerd.

Om die herinneringen ook muzikaal te begeleiden is een beknopte discografie opgenomen, waarbij vooral naar nog makkelijk verkrijgbare uitgaven op cd is gekeken.Veel lees- en luisterplezier dus!

10

11

Hoofdstuk 1Het begin: instrumentale popmuziekThe Jumping Jewels

Begin jaren zestig waren er nogal wat instrumentale groepen, zoals de Engelse Shadows en de Amerikaanse Ventures. Hun sound werd in de Lage Landen gretig gekopieerd. Dat gebeurde in bands als René And His Alligators, Johnny And His Cellar Rockers en The Jumping Jewels. Deze laatste groep vierde in de eerste helft van de jaren zestig triomfen met hun instrumentale muziek. Ze brachten een groot aantal singles en ep’s en enkele lp’s uit en scoorden een viertal hits in ons land, waarvan Wheels de eerste en de grootste was (nummer één in de hitparade in juni 1961). The Jumping Jewels waren ook in het buitenland heel populair, met name in Frankrijk en het Verre Oosten.

De jaren vijftig

Hans, ben je nog actief in de muziek?‘Ik doe inderdaad nog wat aan muziek, maar ben geen beroepsmuzikant meer. Dat heb ik sinds 1967 afgezworen. Maar ik ben natuurlijk al omstreeks 1958 begonnen. En ik hoorde bij de eerste popmuzikanten die platen maakten. Er waren natuurlijk al wel wat anderen, met name Indische jongens: de Indorock. Muziek is eten en drinken voor mij. Zonder muziek kom ik om. Maar op een gegeven moment krijg je een andere baan en komt de muziek in het gedrang, het gaat dan op een laag pitje. Maar ik heb toch veel gedaan: allerlei bandjes gehad, aan cabaret gedaan, een tijd in de jazz gezeten. En op dit moment ben ik weer bezig met een jarenzestiggroep. Er zijn namelijk nogal wat aanvragen, veel mensen wil-len die oude hits weer horen. The Jumping Jewels bestaan trouwens nog. We treden op in de originele bezetting, met Joop Oonk op bas en Kees Kranenburg jr. op drums. En heel incidenteel met Johnny Lion samen. Dat is pure nos-talgie. Vorig jaar hebben we nog een reünieconcert gegeven in Singapore.’

Waar en wanneer ben je geboren?‘Ik ben in 1944 geboren in Rijswijk. Later zijn we naar Den Haag verhuisd en daar is het allemaal begonnen.’

Uit wat voor milieu kom je?‘Mijn grootouders waren boeren in Gouda. Later hadden ze een expeditiebedrijf. In de jaren dertig, de crisistijd, is dat bedrijf failliet gegaan en toen moest mijn vader zijn brood op een andere manier verdienen. Hij is boekhouder gewor-den. Ik ben in de oorlog geboren en de eerste naoorlogse jaren was het armoe lijden, dat herinner ik me nog wel een beetje. Geen cadeautjes met Sinterklaas bijvoorbeeld. Als kind begrijp je dat natuurlijk niet. Het was afzien. Mijn ou- The Jumping Jewels elpee, 1963.

‘Je wilde een boodschap kwijt’

Hans van Eijk, oprichter en sologitarist van

The Jumping Jewels, vertelt.

J

Nederpopheldenpioniers van de popmuziek in Nederland

1960 - 1970

Peter Sijnke

A P R I L I S

Ned

erpop

held

en Peter Sijnke

NederpopheldenPeter Sijnke

In de periode 2003-2006 interviewde Peter Sijnke ruim twintig bekende en minder

bekende Nederlandse popmusici, uit de swingin’ sixties. De daaruit resulterende

verhalen zijn in dit boek bijeengebracht. Het is voor het eerst dat op deze wijze een

groot aantal ‘diepte-interviews’ met pioniers van de nederpop in boekvorm bijeen-

gebracht is. De gesprekken gaan over leven en werk van de muzikanten. Wat dreef

hen toentertijd, hoe was het om muziek te maken in de begintijd van de Nederpop

(ruwweg de periode 1960-1970) en wat maakten ze mee?

In ‘Nederpophelden’ komen veel popgroepen aan de orde, bands als The Motions,

The Golden Earrings, After Tea, The Shoes, Q 65 en The Outsiders, maar ook Blues

Dimension, The Fool, Dragonfly en The Zipps en nog veel meer. Voor liefhebbers van

de jaren zestig komt met dit boek, mede door de vele schitterende illustraties, een

tijdperk tot leven.

Peter Sijnke is historicus. Hij schreef diverse boeken en vele artikelen, hoofdzakelijk

op het terrein van de regionale en lokale geschiedenis. Popmuziek is sedert 1965

zijn grote passie. Hij publiceerde daarover in verschillende periodieken. Momenteel

bereidt hij een boek voor over de psychedelische popgroep Dragonfly.

A

$A Uitgeverij Aprilis – Zaltbommel

ISBN 90-5994-139-X

A