Na de groei: trends in de internationale productie & spreiding van podiumkunsten
-
Upload
kunstenpuntflanders-arts-institute -
Category
Documents
-
view
457 -
download
2
description
Transcript of Na de groei: trends in de internationale productie & spreiding van podiumkunsten
NA DE GROEI
JORIS JANSSENS 21 JANUARI 2016
TRENDS IN DE INTERNATIONALE PRODUCTIE amp SPREIDING VAN PODIUMKUNSTEN
OPZETKunstenpunt werkt aan een mapping van internationale dimensie van de podiumkunsten Het gaat zowel over voorstellingen in het buitenland als over internationale coproducties In wat volgt presenteren we een aantal ontwikkelingen voor in de periode 2001-2014
Hoeveel producties worden er elk seizoen gemaakt Hoe vaak worden die in het buitenland opgevoerd en in welke landen Welke ontwikkelingen zien we op het vlak van subsidies voor internationaal werken Wat is de bijdrage van buitenlandse gezelschappen en coproducenten
In de onderzochte periode zien we een toename van het aantal Vlaamse voorstellingen in het buitenland Er zijn meer voorstellingen bij meer speelplekken in meer verschillende landen Maar er is een keerzijde aan het verhaal doordat de Vlaamse subsidies sinds 2010 sterk zijn verminderd zijn gezelschappen genoodzaakt steeds meer partners (uit binnen- en buitenland) rond een project te scharen Hoe houdbaar is de groei op langere termijn
FACTS amp FIGURES
FACTS amp FIGURES 0 OVER DE DATABASE
In de podiumdatabank van Kunstenpunt wordt voor elke Vlaamse theater- of dansproductie die in een bepaald seizoen te zien is in binnen- of buitenland een online fiche aangemaakt Die bundelt zoals de volgende slides laten zienverschillende soorten van informatie Was die productie al dan niet in een eerder seizoen te zien Welke (co-)producenten uit binnen- en buitenland worden vermeld op flyers en brochures Welke kunstenaars werkten mee aan die productie In welke functie ze dat deden We weten ook waar en wanneer die producties in het buitenland worden opgevoerd Met die gegevens gaan we verder aan de slag
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
lsquoCreditsrsquo voor gezelschappen amp (co)producenten
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
OPZETKunstenpunt werkt aan een mapping van internationale dimensie van de podiumkunsten Het gaat zowel over voorstellingen in het buitenland als over internationale coproducties In wat volgt presenteren we een aantal ontwikkelingen voor in de periode 2001-2014
Hoeveel producties worden er elk seizoen gemaakt Hoe vaak worden die in het buitenland opgevoerd en in welke landen Welke ontwikkelingen zien we op het vlak van subsidies voor internationaal werken Wat is de bijdrage van buitenlandse gezelschappen en coproducenten
In de onderzochte periode zien we een toename van het aantal Vlaamse voorstellingen in het buitenland Er zijn meer voorstellingen bij meer speelplekken in meer verschillende landen Maar er is een keerzijde aan het verhaal doordat de Vlaamse subsidies sinds 2010 sterk zijn verminderd zijn gezelschappen genoodzaakt steeds meer partners (uit binnen- en buitenland) rond een project te scharen Hoe houdbaar is de groei op langere termijn
FACTS amp FIGURES
FACTS amp FIGURES 0 OVER DE DATABASE
In de podiumdatabank van Kunstenpunt wordt voor elke Vlaamse theater- of dansproductie die in een bepaald seizoen te zien is in binnen- of buitenland een online fiche aangemaakt Die bundelt zoals de volgende slides laten zienverschillende soorten van informatie Was die productie al dan niet in een eerder seizoen te zien Welke (co-)producenten uit binnen- en buitenland worden vermeld op flyers en brochures Welke kunstenaars werkten mee aan die productie In welke functie ze dat deden We weten ook waar en wanneer die producties in het buitenland worden opgevoerd Met die gegevens gaan we verder aan de slag
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
lsquoCreditsrsquo voor gezelschappen amp (co)producenten
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
FACTS amp FIGURES
FACTS amp FIGURES 0 OVER DE DATABASE
In de podiumdatabank van Kunstenpunt wordt voor elke Vlaamse theater- of dansproductie die in een bepaald seizoen te zien is in binnen- of buitenland een online fiche aangemaakt Die bundelt zoals de volgende slides laten zienverschillende soorten van informatie Was die productie al dan niet in een eerder seizoen te zien Welke (co-)producenten uit binnen- en buitenland worden vermeld op flyers en brochures Welke kunstenaars werkten mee aan die productie In welke functie ze dat deden We weten ook waar en wanneer die producties in het buitenland worden opgevoerd Met die gegevens gaan we verder aan de slag
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
lsquoCreditsrsquo voor gezelschappen amp (co)producenten
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
FACTS amp FIGURES 0 OVER DE DATABASE
In de podiumdatabank van Kunstenpunt wordt voor elke Vlaamse theater- of dansproductie die in een bepaald seizoen te zien is in binnen- of buitenland een online fiche aangemaakt Die bundelt zoals de volgende slides laten zienverschillende soorten van informatie Was die productie al dan niet in een eerder seizoen te zien Welke (co-)producenten uit binnen- en buitenland worden vermeld op flyers en brochures Welke kunstenaars werkten mee aan die productie In welke functie ze dat deden We weten ook waar en wanneer die producties in het buitenland worden opgevoerd Met die gegevens gaan we verder aan de slag
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
lsquoCreditsrsquo voor gezelschappen amp (co)producenten
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
In de podiumdatabank van Kunstenpunt wordt voor elke Vlaamse theater- of dansproductie die in een bepaald seizoen te zien is in binnen- of buitenland een online fiche aangemaakt Die bundelt zoals de volgende slides laten zienverschillende soorten van informatie Was die productie al dan niet in een eerder seizoen te zien Welke (co-)producenten uit binnen- en buitenland worden vermeld op flyers en brochures Welke kunstenaars werkten mee aan die productie In welke functie ze dat deden We weten ook waar en wanneer die producties in het buitenland worden opgevoerd Met die gegevens gaan we verder aan de slag
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
lsquoCreditsrsquo voor gezelschappen amp (co)producenten
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
OVER DE DATABASE
OVER DE DATABASE
lsquoCreditsrsquo voor gezelschappen amp (co)producenten
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
OVER DE DATABASE
lsquoCreditsrsquo voor gezelschappen amp (co)producenten
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
OVER DE DATABASE
Internationale opvoeringen
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
PRODUCTIES PER SEIZOEN
lsquoHernemingenrsquo
Creaties
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Voor we inzoomen op ontwikkelingen op het internationale vlak geven we een overzicht van het aantal producties per seizoen Dat stijgt jaar na jaar
De grafiek maakt een onderscheid tussen nieuwe creaties in dat jaar (blauw) en producties die al eerder werden aangeboden (grijs) We noemen die lsquohernemingenrsquo Het aantal nieuwe creaties per jaar blijft stabiel De toename van het aantal producties op de affiche zit vooral bij de lsquohernemingenrsquo
PRODUCTIES PER SEIZOEN
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
FACTS amp FIGURES 1 INTERNATIONALE TOURNEES
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Hoe vaak werden deze producties in het buitenland opgevoerd per kalenderjaar
We zien dat het aantal opvoeringen in het buitenland sinds 2001 sterk is gestegen Er is weliswaar een terugval in het jaar 2010 ten tijde van bezuinigingen op het Vlaamse cultuurbeleid (kaasschaaf voor producenten besparingen op projectmiddelen en internationale tussenkomsten) Het was ook een jaar waarin in sommige buitenlanden sterk werd bezuinigd op de kunsten
Maar nadien zien we dat lsquode marktrsquo zich herstelde in de jaren nadien trekt het aantal opvoeringen in het buitenland weer aan De cijfers voor 2014 liggen hoger dan ooit
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
In welke landen werden die voorstellingen opgevoerd We zien een aantal opmerkelijke verschuivingen tussen 2001 en 2014
Om te beginnen wordt er minder in Nederland gespeeld In 2001 namen Nederlandse podia nog de helft van de Vlaamse voorstellingen af In 2014 is dat nog maar 22 Vooral de speelmogelijkheden in Frankrijk en in mindere mate Duitsland zijn de laatste tijd sterk toegenomen
Verder is de internationale spreiding sterk gediversifieerd In 2001 werd in 30 verschillende landen gespeeld in 2014 in maar liefst 56 verschillende landen De landen waar per jaar niet zoveel gespeeld wordt nemen allen samen wel een groot deel van de koek voor hun rekening
OPVOERINGEN IN HET BUITENLAND (2)
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
lsquoGREATEST HITSrsquoCircus Ronaldo
Needcompany
Berlin
Les Ballets C de la B
Ontroerend Goed amp KOPERGIETERY
Rosas
Peeping Tom
Ontroerend Goed
Peeping Tom
Jan Fabre - Troubleyn
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Welke producties werden in de onderzochte periode het vaakst opgevoerd in het buitenland In welke landen Hiernaast zie je de toptien Opmerkelijk vele van deze succesproducties hebben veel speeldata in Frankrijk lange tournees in Nederland blijken eerder uitzonderlijk geworden
lsquoGREATEST HITSrsquo
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
LEVENSDUUR VAN HITS
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Deze grafiek zoomt in op de levensduur van die producties Per kwartaal wordt het aantal opvoeringen van een productie opgeteld
Sommige lijnen gaan snel de hoogte in en stoppen dan abrupt weer Gardenia (Alain Platel) en Pubers bestaan niet (Ontroerend Goed en de Kopergietery) waren niet toevallig producties met niet-professionele performers die daardoor slechts een beperkte periode aangeboden konden worden In die korte periode waren er heel veel opvoeringen
Andere producties blijven jarenlang op het repertoire Soms zijn er ook hier veel optredens op korte tijd Maar in een aantal gevallen komen deze producties pas na een langere periode aan wat een omvangrijke speelreeks blijkt te zijn
LEVENSDUUR VAN HITS
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
FACTS amp FIGURES 2 SUBSIDIEHISTORIEK
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
De volgende drie grafieken zeggen iets over de historiek van de subsidies In het Kunstendecreet heb je structurele steun voor meerjarige werkingen en daarnaast projectmatige ondersteuning
Organisaties die een meerjarige subsidie-enveloppe hebben voor een jaarbedrag dat hoger ligt dan 300000 euro worden geacht hun internationale activiteiten volledig te financieren uit deze enveloppe Zij kunnen geen beroep doen op andere vormen van internationale ondersteuning die bijgevolg weggelegd zijn voor organisaties met een werkingsenveloppe die lager is dan 300000 euro of kunstenaars enof organisaties zonder structurele erkenning
Bron Vlaamse Gemeenschap
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
PODIUMSTRUCTUREN
2001-2005 Podiumkunstendecreet
2006-2015 Kunstendecreet
Bron Vlaamse Gemeenschap
Aantal organisaties
Totaal bedrag
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Deze grafiek geeft de evolutie weer van de subsidies voor meerjarige werkingen op het vlak van podiumkunsten (gezelschappen producenten festivals kunstencentra werkplaatsen) sinds 2001 We zien hoeveel organisaties jaarlijks ondersteund werden en ook hun totale subsidiebedrag (of ze nu meer of minder dan 300000 euro kregen)
We zien dat zowel het aantal organisaties als het totale subsidiebedrag steeg tot 2010 en dat nadien een daling werd ingezet Bij de structurele ronde 2013 was er een kleiner bedrag beschikbaar en werden er minder organisaties gesubsidieerd Bij de tweejarige ronde werden echter opnieuw meer organisaties toegelaten terwijl het globale budget daalde
PODIUMSTRUCTUREN
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
KOOPKRACHT
2001-2005 Performing Arts Decree
2006-2015 Arts Decree
Mediaan Mediaan (CPI-correctie) Consumptieprijzenindex
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Deze grafiek geeft hiervan de impact weer op de koopkracht van de organisaties (ten minste voor wat hun Vlaamse subsidies betreft)
De rode lijn toont de stijging van de Consumptieprijzenindex sinds 2001 in procenten Het leven is tussen 2001 en 2014 35 duurder geworden
De blauwe lijn geeft de mediaan weer van de subsidie-enveloppe van podiumstructuren In absolute cijfers daalde die van ongeveer 450000 euro naar een goeie 300000 euro Voeren we een correctie door op basis van de Consumptieprijzenindex dan zien we dat de koopkracht van de mediaan gedaald is met ongeveer 50
KOOPKRACHT
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
0 euro
1000000 euro
2000000 euro
3000000 euro
4000000 euro
2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bottom-up Top down
Bron Vlaamse Gemeenschap
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Op de laatste slide in dit hoofdstuk zien we een negatieve trend op het vlak van de projectmatige subsidieumlring van internationale initiatieven De grafiek maakt een onderscheid tussen enerzijds internationale initiatieven via het Kunstendecreet (reis- verblijf- en transportkosten internationale werkverblijven steun voor internationale netwerken vertalingen etc) en anderzijds lsquotop-downrsquo initiatieven (het residentiebeleid en andere overheidsgeiumlnitieerde projecten) En dit voor alle disciplines opgeteld dus niet enkel de podiumkunsten
In globo daalt de projectmatige steun voor internationale werking tussen 2009 en 2014 Daarbinnen zien we dat er toch meer geld werd vrijgemaakt voor bottom-up aanvragen via Kunstendecreet Het lsquotopdownrsquo internationaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap is sterk afgeslankt
INTERNATIONALE PROJECTSTEUN
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
FACTS amp FIGURES 3 INTERNATIONALE COPRODUCTIE
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Tot hiertoe zagen we dat het aantal creaties op peil bleef en dat er meer voorstellingen in het buitenland zijn maar dat de koopkracht van structuren halveerde en dat de ondersteuning voor internationale projecten afnam Hoe komt het dan dat de output blijft toenemen Veel heeft te maken met de bijdrage van producenten en coproducenten uit het buitenland
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Vele podiumkunstenproducties worden vandaag gemaakt vanuit een samenwerkingsverband tussen gezelschappen en soms verschillende festivals kunstencentra en andere partners uit binnen- en buitenland
Deze grafiek geeft weer hoeveel buitenlandse organisaties er elk jaar meewerkten aan theater- dans- en muziektheaterproducties In 2000-2001 waren er dat 131 in 2014-2015 waren er dat 545 Op veertien jaar tijd is het aantal buitenlandse partners dus verviervoudigd Zeker de laatste vijf jaar mdash na bezuinigingen in binnen- en buitenland mdash steeg het aantal buitenlandse partners erg snel
Ndeg BUITENLANDSE PARTNERS
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Uit welke buitenlanden komen al die partners Opnieuw zien we dat Frankrijk erg belangrijk is maar dat er ook vele partners worden geeumlngageerd in een toenemend aantal landen In 2000-2001 werkten we met partners uit 14 verschillende landen Veertien jaar later waren er dat 47 Kortom de productie van podiumkunsten internationaliseert en globaliseert
OORSPRONG BUITENLANDSE PARTNERS
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
Gezelschappen en uitvoerende producenten
Coproducenten en andere partnerships
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
In feite kun je een onderscheid maken tussen twee types van partners De rode balkjes zijn buitenlandse gezelschappen die samenwerkten met Vlaams ondersteunde kunstencentra enof festivals Het balkje stijgt licht De groei zit vooral in het blauwe balkje daar gaat het om buitenlandse coproducenten die bijdragen aan producties van Vlaamse gezelschappen (coproductiebijdragen residenties etc)
De groei zit blijkbaar vooral hier de Vlaamse podiumproductie blijft op peil doordat er steeds meer buitenlandse partners gemobiliseerd worden
TYPE BUITENLANDSE PARTNERS
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
NA DE GROEI
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Kort samengevat laten de slides een aantal opmerkelijke verschuivingen zien De praktijk van het produceren en spreiden binnen de podiumkunsten is aan verschuivingen onderhevig Reeds in eerdere veldanalyses van VTi werd beschreven hoe prototypes veranderden Vroeger was het zo dat een gezelschap mdash met vaste kunstenaars mdash een productie maakte Binnen hetzelfde seizoen ging men op tournee in binnenland en soms buitenland Het jaar nadien werd die productie soms hernomen en maakte men een nieuwe productie met dezelfde cyclus
ele producenten werken vandaag anders Al in de productiefase worden speelplekken in binnen- en buitenland geeumlngageerd voor een (soms korte) speelreeks Als een productie aanslaat in dat eerste speelcircuit blijft de productie soms jarenlang op het repertoire
PROTOTYPES VERANDEREN
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
INTERNATIONAAL SUCCES
Die manier van werken heeft groei en bloei opgeleverd De cijfers laten zien dat de internationale reputatie van de Vlaamse podiumkunsten bijzonder sterk is In crisistijd en tijden van overheidsbezuiniging slaagt men erin om de productiecapaciteit op peil te houden door steeds meer buitenlandse partners te engageren ook al kampen die allemaal met slinkende budgetten
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
De keerzijde van de medaille is echter dat die groei van het aantal buitenlandse partners moeilijk haalbaar lijkt We zien jaarlijks een gemiddelde toename van 11 meer buitenlandse partners Het aantal buitenlandse partners verdubbelt elke 615 jaar Maken we een extrapolatie naar de toekomst wil dat zeggen dat we in 2050 al bijna 35000 buitenlandse coproducenten zullen nodig hebben om de productiecapaciteit op peil te houden in het licht van slinkende budgetten
HOE DUURZAAM IS DIT
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
FUTUROLOGIE
Jaar Aantal nodige partners2020 10902026 21802032 43602038 87202044 174402050 348802056 697602062 1395202068 279040
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
Kortom de cijfers illustreren de opkomst en bloei van een transnationaal circuit waarin podiumkunsten gemaakt en getoond worden Daarbinnen bekleden Vlaamse spelers een sterke positie Door een toenemende druk op het kunstenbeleid in vele landen lijken de grenzen van de groei in dat transnationale circuit in zicht Er kruipt vandaag zeer veel tijd in het moeizaam onderhandelen over steeds kleinere sommen Dit alles kan aanleiding zijn om een aantal ontwikkelingen in de praktijk van organisaties en van het cultuurbeleid ter discussie te stellen Zijn de grenzen van het transnationale coproductie- en spreidingsmodel in zicht
WAT NU
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip
De volgende weken en maanden werkt Kunstenpunt deze analyse verder uit Einde februari verschijnt via wwwkunstenbe een heel dossier met feiten cijfers en mogelijke toekomstpistes voor wat betreft de spreiding van het kunstenaanbod in eigen land (niet enkel podiumkunsten er komen ook analyses over beeldende kunst en muziek Voorjaar 2017 publiceren we een grote analyse over internationalisering van beeldende kunsten muziek en podiumkunsten
STAY TUNEDhellip