montessori lyceum amsterdam...8.3 De Academische Opleidingsschool Amsterdam (AcOA) 32 9. Veiligheid...
25
Schoolgids 2020–2021 montessori lyceum amsterdam
Transcript of montessori lyceum amsterdam...8.3 De Academische Opleidingsschool Amsterdam (AcOA) 32 9. Veiligheid...
Schoolgids2020–2021
montessorilyceumamsterdam
3
voorwoord
Beste lezer,
Het Montessori Lyceum Amsterdam (MLA) is een school voor
mavo, havo en vwo en is geschikt voor zowel kinderen met als
zonder montessori-achtergrond. De school heeft rond de 1.900
leerlingen en is daarmee een grote school. Toch werkt iedere
onderbouw leerling in een eigen, kleine en zelfstandige school
van ongeveer 175 leerlingen. Binnen het montessorionderwijs
is een veilige, vertrouwde omgeving de voorwaarde voor leren,
vorming en begeleiding.
Op het MLA leer je om zelfstandig en onafhankelijk te zijn.
Leerlingen ontwikkelen hun talent en zelfvertrouwen onder
begeleiding van de docenten. ‘Help mij het zelf te doen’, is
de bekendste uitspraak van Maria Montessori en het is nog
altijd ons uitgangspunt. Op het MLA krijg je veel ruimte om
zelfstandig je werk te plannen en uit te voeren. Een docent is
nooit ver weg om je hierbij te begeleiden.
Het voortgezet montessorionderwijs in Nederland staat -
naast goed onderwijs - voor de brede ontwikkelingsdoelen;
zelfstandigheid, creativiteit in brede zin en maatschappelijke
bewustwording. De onderwijsdoelen van het MLA sluiten daar
direct bij aan.
Deze schoolgids is bedoeld voor ouders, verzorgers,
leerlingen en andere belangstellenden en geeft een beeld van
de school. Het schetst onder meer de achtergrond van het MLA,
de dagelijkse gang van zaken, de prestaties en de werkwijze.
Zo weet u wat u en uw kind(eren) kunnen verwachten. Nuttige,
feitelijke informatie voor het schooljaar 2020-2021.
We kunnen in deze gids overigens niet met alles rekening
houden. Ook onze school heeft bijvoorbeeld te maken met de
gevolgen van het coronavirus en dat zorgt ervoor dat we als
school regelmatig onze werkwijze moeten aanpassen. Uiteraard
houden we de ouders ook tijdens het schooljaar op de hoogte.
Meer informatie vindt u ook op onze website www.hetmla.nl.
Wrister Grommers, rector
5
inhoud
Voorwoord 3
Contact 6
Medewerkers 7
1. Het MLA: voortgezet montessorionderwijs 9
1.1 Cultuurprofielschool 10
1.2 Voor welke leerlingen? 11
1.3 Ouders en de school 11
1.3.1 Contactouder 11
1.3.2 Oudernetwerk 11
1.4 Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) 11
2. Onze werkwijze 13
2.1 Karakteristieken montessorionderwijs 13
2.2 De afdeling: groot maar kleinschalig 13
2.3 Werktijd naast lestijd 13
2.4 Hulpmiddelen bij het plannen 13
2.5 Magister 14
2.6 Pilot BYOD 14
3. De onderbouw 16
3.1 Verdieping 16
4. De bovenbouw 17
4.1 Praktijk 17
4.2 Wegwijzer/examendossier 17
4.3 Verdieping bovenbouw 18
4.4 Doorstromen in de bovenbouw 18
5. Het verslag van het MLA 19
5.1 Voortgang in de mavo/havo 19
5.2 Voortgang in de onderbouw 20
5.3 Voortgang in de bovenbouw 20
5.4 Wisselen van school 21
6. Leerlingbegeleiding 22
6.1 Mentor 22
6.2 Persoonlijk mentor 22
6.3 Leerlingbegeleider 22
6.4 Decanaat 23
6.5 Remedial teaching 23
6.6 Blokken na de bel 23
6.7 Junior mentoraat 24
6.8 Leerlingbetrokkenheid en leerlingenraad 24
6.9 De zorg op het MLA 24
7. Onderwijs 26
7.1 Lessentabellen per leerjaar 26
7.2 Gymnasium 30
7.3 Buitenschool 30
7.4 Excursies 30
7.4.1 Werkweken onderbouw 30
7.4.2 Werkweken bovenbouw 30
7.3.4 Internationalisering 31
7.5 Feesten, projecten en evenementen 31
8. Vernieuwing en de opleidingsschool 32
8.1 Schoolplan 32
8.2. Vernieuwing huisvesting en nieuwe vestiging 32
8.3 De Academische Opleidingsschool Amsterdam (AcOA) 32
9. Veiligheid 34
10. Toelating 35
10.1 Toelating tot de eerste klas 35
10.2 Instromen in de onderbouw 35
10.3 Instromen in de bovenbouw 35
11. Schoolregels 36
11.1 Schoolregels 36
11.2 Sancties 38
11.3 Jongerenrechtbank 39
12. Kwaliteit 40
13. Zakelijke gegevens 41
13.1 De locaties 41
13.2 Onderwijstijd en dagindeling 41
13.3 Bereikbaarheid 42
13.4 Kluisjes 42
13.5 Ouderbijdrage 42
13.6 Schoolboeken 43
14. Melding van afwezigheid 44
14.1 Ziek op school, onderbouw 44
14.2 Ziek op school, bovenbouw 45
14.3 Te laat komen en ongeoorloofde absentie 45
14.4 Lesuitval onderbouw 45
14.5 Lesuitval bovenbouw 45
15. Klachtenregeling 46
15.1 Routes bij klachten over 46
7
Rector Wrister Grommers
Conrector Margot Banning-Focke
Directiesecretariaat 020 3052 110/120
Schoolleiding
Schoolleider onderbouw
Betty di Lollo 020 3052 181
Schoolleider bovenbouw
Titia Wittenberg 020 3052 189
Marc van de Velde 020 3052 144
Schoolleider mavo/havo
Martin Rodermans 020 3052 108/109
Tessel Warnink 020 3052 141
Schoolleider MLA Sluisbuurt
Deborah Odendaal 020 3052 105
Decanen
Foekje Verhülsdonk 020 3052 134
Henk Heinemann 020 3052 102
Zorgcoördinatie
Chaia Levie (tot 1 november) 020 3052 192
Fabiola Veerman 020 3052 182
Liselot Ulijn (vanaf 1 november)
Vertrouwenspersoon leerlingen en medewerkers
Margriet Posthoorn, docent drama [email protected] (onderbouw)
Margot Gorter, docent Engels [email protected] (bovenbouw)
Guido Tijveleijn, docent Nederlands [email protected] (mavo/havo)
Extern vertrouwenspersoon MSA
Sonja List [email protected]
Medezeggenschapsraad Te bereiken via [email protected]
Bestuur Oudernetwerk [email protected]
medew
erkers
contact
Hoofdgebouw
Montessori Lyceum Amsterdam (MLA)
Pieter de Hoochstraat 59, 1071 ED Amsterdam
Mavo/havo
Van Ostadestraat 103, 1072 ST Amsterdam
Bovenbouw havo/vwo
C. van Eesterenlaan 50, 1019 JN Amsterdam
Tel: 020 6767855
Website: www.montessorilyceumamsterdam.nl
E-mail: [email protected]
Montessori Scholengemeenschap Amsterdam
Stichting Montessori Scholengemeenschap Amsterdam
MSA
Bestuurder Alle van Steenis
Bestuursbureau MSA
Polderweg 3, 1093 KL Amsterdam
Postbus 92048, 1090 AA Amsterdam
Tel: 020 5979888
Website: www.msa.nl
E-mail: [email protected]
Inspectie van het onderwijs
Loket onderwijsinspectie: 088 6696060
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel
misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, bereikbaar
via meldpunt vertrouwensinspecteurs:
Tel: 0900 111 3111
E-mail: [email protected]
Website: www.onderwijsinspectie.nl
Help mij het zelf te doen. Het is de bekendste uitspraak van Maria Montessori
en het is nog altijd het uitgangspunt van het MLA. Laat de leerling zoveel
mogelijk zelf doen, in zijn eigen tempo maar onder professionele begeleiding.
Als school streven wij het volgende na:
• Leerlingen ontwikkelen tijdens hun periode bij ons op school hun
persoonlijkheid richting volwassene. Ze ontwikkelen hun creativiteit,
leren zelfstandig te werken en verantwoordelijkheid te dragen voor hun
eigen handelen.
• Leerlingen gaan met een diploma van school af. Ze verwerven kennis en
vaardigheden om in studie, werk en samenleving succesvol te kunnen
functioneren.
• Leerlingen weten zich op een positieve en constructieve manier
te verhouden tot de samenleving waarin ze terecht komen. Ze
ontwikkelen zich tot moreel bewuste, onafhankelijke en evenwichtige
persoonlijkheden
Om de onderwijsdoelen te kunnen bereiken, vormt de school een leer- en
werkgemeenschap waarin leerlingen, docenten, ouders en medewerkers
elkaar vertrouwen en respecteren. Van groot belang is dat leerlingen van
hun opvoeders thuis en van hun begeleiders op school vertrouwen krijgen in
hun capaciteiten en in het vermogen om eigen keuzes te maken en doelen te
stellen.
We willen dat leerlingen tijdens hun periode bij ons op school in toenemende
mate in staat zijn zelf de regie op hun leerproces te nemen. Het is onze taak
als docent en medewerker om ze daarbij te helpen en dit ook voor te leven,
vanuit de overtuiging dat de docent niet alleen kennisoverdrager is, maar ook
cultuuroverdrager.
Deze onderwijsdoelen sluiten direct aan bij de brede ontwikkelingsdoelen
1. Het MLA: voortgezet montessorionderwijs
9
11
van het Voortgezet Montessorionderwijs Nederland.
Het MLA biedt vierjarig mavo, vijfjarig havo en zesjarig atheneum en
gymnasium. De school is opgericht in 1930 en was de eerste school voor
voortgezet montessorionderwijs ter wereld. Onze werkwijze heeft in de loop
van de jaren vele andere scholen geïnspireerd. Het MLA is zich altijd blijven
ontwikkelen. We besteden aandacht aan actuele thema’s en denken na over
de toekomst.
Vijf leidende principes
Het MLA heeft vijf principes geformuleerd die een meetlat vormen voor ons
handelen en onze besluitvorming:
1. Op het MLA hebben we vertrouwen in elkaar
2. Op het MLA maken we het leren en het ontwikkelen van onze leerlingen
zichtbaar
3. Op het MLA ligt de nadruk zowel op het ontwikkelproces van leerlingen
als op het succesvol behalen van het diploma
4. Op het MLA leren we onze creativiteit ontwikkelen en leren we door
middel van kunst en cultuur
5. Op het MLA zijn we gezamenlijk verantwoordelijk voor de school, het
onderwijs en elkaar.
1.1 Cultuurprofielschool
Het MLA is een erkende cultuurprofielschool. We bieden al onze leerlingen
een minimale basis aan kunst- en cultuuronderwijs. Wij vinden het van grote
betekenis dat leerlingen hun creativiteit ontwikkelen en kennis opdoen van
kunst en cultuur in de brede zin van het woord. We zijn ervan overtuigd dat
leerlingen met deze kennis beter in staat zijn om zichzelf, de ander en de
wereld te leren kennen. Kunst kent geen eenduidige waarheid en is daardoor
bij uitstek geschikt om anders te leren denken en kijken. Wanneer leerlingen
getalenteerd en gemotiveerd zijn, krijgen ze op het MLA ruimschoots de
gelegenheid zich te ontwikkelen op het gebied van kunst en cultuur. Het MLA
heeft kunstcoördinatoren. Zij ontwikkelen een doorlopend en samenhangend
kunstaanbod voor leerlingen op het gebied van podiumkunsten en beeldende
kunst.
1.2 Voor welke leerlingen?
Het MLA is voor leerlingen van een montessoribasisschool een logische stap,
maar leerlingen van andere basisscholen doen het bij ons vaak even goed. Als
een kind het prettig vindt om in zijn eigen tempo te werken, initiatief te nemen
en om eigen keuzes te mogen maken, dan is het MLA een goede optie. Een
kind hoeft dus niet al per se zelfstandig te zijn. Zelfstandig werken is juist iets
wat je op het MLA kunt leren. Dit leert een leerling stapsgewijs met behulp
van de mentor, de vakdocenten en zijn medeleerlingen.
1.3 Ouders en de school
Behalve met de leerling willen we ook graag een goede relatie met de ouders
van onze leerlingen.
1.3.1 Contactouder
Iedere klas op het MLA heeft één of twee ouders die contactpersoon
zijn. Contactouders kunnen ouderavonden organiseren voor alle ouders
van de klas. In het jaarrooster van de school zijn daarvoor twee avonden
gereserveerd. De contactouders kunnen de mentor van de klas uitnodigen..
1.3.2 Oudernetwerk
Het oudernetwerk (ONW) is het schoolbrede platform van de contactouders.
Het ONW komt vijf keer per jaar bij elkaar. De rector van de school woont,
in gezelschap van een of meer schoolleiders, deze bijeenkomsten bij.
Eenmaal per jaar organiseert het ONW een thema-avond voor alle ouders,
waarbij ook docenten en leerlingen worden uitgenodigd. Het ONW is een
klankbord voor de schoolleiding. Ouders reageren op beleidsvoorstellen van
de schoolleiding. Het netwerk levert ook kandidaten voor de oudergeleding
van de Deel- Medezeggenschapsraad (DMR) en is een klankbord voor de
oudergeleding van de DMR.
1.4 Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA)
Het MLA maakt deel uit van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam,
de MSA, samen met:
• Montessori Lyceum Oostpoort (havo en alle leerwegen vmbo)
• IVKO (Individueel Voortgezet Kunstzinnig Onderwijs (mavo, havo)
• Metis Montessori Lyceum (KIEM mavo, havo, vwo)
2. Onze werkwijze2.1 Karakteristieken montessorionderwijs
Op het MLA staan didactiek en pedagogiek in het teken van ontwikkeling
van kinderen. De karakteristieken van de montessoriwerkwijze zijn landelijk
vastgelegd door de Nederlandse Montessori Vereniging in de publicatie
Karakteristieken van scholen voor voortgezet montessorionderwijs (voor meer
informatie www.montessori.nl)
2.2 De afdeling: groot maar kleinschalig
Een kleinschalige, veilige omgeving bevordert het leren. Daarom is de
onderbouw gesplitst in kleinere, zelfstandig werkende deelscholen. In feite
kleine scholen in de school met een eigen docententeam. In de school ken je
elkaar en kun je zijn wie je bent.
2.3 Werktijd naast lestijd
Het belang van zelfstandig leren en werken bepaalt onze schooldag. De dag
begint en eindigt met lessen voor de hele klas. Daartussen zit een aantal uren
per week de werktijd, waarin leerlingen uit verschillende leerjaren bij elkaar
zitten. Tijdens deze uren plannen en kiezen leerlingen zelf aan welke vakken
ze werken en bij welke van de beschikbare docenten ze dat willen doen. De
leerlingen werken tijdens werktijd individueel of in groepjes, ze kijken werk
na, bespreken gemaakte opdrachten, doen toetsen en worden overhoord. Via
een digitale werktijdplanner reserveren leerlingen een plaats in een lokaal.
2.4 Hulpmiddelen bij het plannen
Het schooljaar is verdeeld in vier blokken van gemiddeld negen weken. Om
zelfstandig te kunnen werken, moet de leerling natuurlijk precies weten wat
hij per blok voor elk vak moet doen. Per vak is daarom een lesprogramma
opgesteld, dat aan het begin van het blok wordt uitgereikt. Voor het plannen
zijn er verschillende hulpmiddelen. In de onderbouw is er onder meer het
kleurvel, met daarin per vak de onderdelen die moeten worden afgerond. In
de bovenbouw spreken we van een blokkenkaart. Verder geven werkwijzers
voor diverse vakken in onder- en bovenbouw precies aan wat er aan
activiteiten wordt verwacht.
De MSA biedt alle vormen van voortgezet onderwijs en heeft in totaal rond
de 4300 leerlingen en circa 500 medewerkers. De scholen hebben elk hun
specifieke kenmerken en een eigen sfeer, maar werken vanuit dezelfde
montessori-uitgangspunten.
De scholen voor voortgezet montessorionderwijs hebben een eigen
landelijke vereniging, de NMV (Nederlandse Montessori Vereniging). Zij
werken daarbinnen intensief samen op het gebied van onderwijsvernieuwing,
scholing en kwaliteitsborging.
13
2.5 Magister
Magister is het programma dat op het Montessori Lyceum Amsterdam
gebruikt wordt als Leerlingvolgsysteem (LVS) en als Elektronische
leeromgeving (ELO). Docenten gebruiken Magister om de werkwijzers voor
de vakken zichtbaar te maken voor leerlingen, ze plaatsen opdrachten
en diagnostische toetsen, verwerken resultaten, maken verslagen en
houden absenties van leerlingen bij. Leerlingen gebruiken Magister om
hun persoonlijke agenda, het rooster en roosterwijzigingen te bekijken en
ze plannen zich hier in voor de werktijd. Voor de bovenbouw leerlingen die
werken met het Examendossier (ED), bestaat de mogelijkheid om de door
de vakdocenten ingevoerde ED-resultaten in te zien. Ook ouders krijgen
toegang tot Magister om via het internet de beschikbare gegevens te kunnen
raadplegen. Ouders ontvangen een brief met een persoonlijke toegangscode.
Mocht u problemen ondervinden met inloggen, dan kunt u contact opnemen
met de administratie via [email protected].
2.6 Pilot BYOD
Met ingang van het schooljaar 2020-2021 starten we een pilot: Bring your own
device (BYOD). Leerlingen die in augustus starten in 1 mavo (drie klassen)
en 1 vwo (twee klassen) nemen dan hun eigen device mee naar school, bij
voorkeur een laptop.
Het is zeker niet de bedoeling dat het MLA een ‘laptopschool’ wordt, dat past
niet bij onze manier van werken; de docent is een belangrijke inspirator en
expert. We blijven dan ook gewoon met leerboeken werken.
Als ondersteuning voor de pilot krijgen alle deelnemende leerlingen een
lespakket aangeboden waarmee ze hun digitale vaardigheden kunnen
vergroten.
Binnen het MLA is er bovendien een kwalitatief hoogstaand en beveiligd
wifinetwerk aanwezig en de leerling heeft via de eigen laptop toegang tot
internet en softwarepakketten van het MLA.
Ouders die niet over de financiële middelen beschikken om een laptop aan te
schaffen, kunnen via de gemeente Amsterdam in aanmerking komen voor een
gratis laptop.
2.7 Leren van fouten
Een montessori-uitgangspunt is ook: van fouten kun je leren. Daarom
mogen de leerlingen – mits de docent dat toestaat – gemaakt werk zelf
nakijken met behulp van standaarduitwerkingen en antwoordenboeken. Ook
iemand die vastloopt op een onderdeel of onzeker is over zijn uitwerking
kan antwoordenboeken gebruiken. Natuurlijk wordt er wel eens wat
overgeschreven van een ander. De enkeling die daarin wil volharden, valt bij
toetsing door de mand. De meeste leerlingen beseffen heel goed dat zij zelf
verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces..
3. De onderbouwDe onderbouw omvat de eerste twee klassen mavo/havo en de eerste drie
klassen havo/vwo, vwo en gymnasium. Het MLA heeft in het schooljaar 2020
- 2021 in het eerste leerjaar drie mavo/havo-klassen, vier havo/vwo-klassen,
twee vwo-klassen en twee gymnasiumklassen.
De leerlingen blijven zoveel mogelijk als vaste klassengroep bij elkaar in de
gehele onderbouw. Ze houden in principe ook dezelfde mentor en zoveel
mogelijk dezelfde docenten, want continuïteit in de begeleiding vinden we
belangrijk.
3.1 Verdieping
Mavo/havo
Op de mavo/havo wordt in het eerste jaar kennis gemaakt met de film-, de
ontwerp- en de sportklas. Een geïnteresseerde leerling kan zich aan het
einde van het eerste jaar opgeven voor een van de verdiepingsprogramma’s.
In het tweede leerjaar worden deze verdiepingslessen één keer per week in
een blokuur gegeven
Havo/vwo
Leerlingen in de onderbouw havo/vwo maken in de tweede jaarhelft van de
eerste klas een keus uit zeven vormen van verdieping: bètaklas, kunstklas
beeldend, kunstklas muzisch, multimediaklas, filosofie, ontwerpklas of
sportklas. De verdieping omvat de tweede jaarhelft van de eerste klas en de
gehele tweede klas..
4. De bovenbouwDe bovenbouw is minder kleinschalig dan de onderbouw; leerlingen hebben
slechts een aantal vakken met hun stamklas en volgen diverse (keuze)vakken
in clustergroepen.
In de bovenbouw wordt gewerkt met de volgende profielen:
• Cultuur en Maatschappij (C&M)
• Economie en Maatschappij (E&M)
• Natuur en Gezondheid (N&G)
• Natuur en Techniek (N&T)
4.1 Praktijk
Alle leerlingen volgen een vast aantal vakken in het zogeheten algemene
deel. Daarbij kiezen zij een cluster van verwante vakken: het profiel. Ten slotte
moeten zij nog minstens één examenvak kiezen. In het Blauwe Boekje dat
de leerlingen in de derde klas ontvangen staat een uitgebreid overzicht van
de mogelijke keuzes. Niet alle denkbare combinaties zijn roostertechnisch
mogelijk.
De meeste vakken in de bovenbouw worden afgesloten met het eindexamen.
De vakken maatschappijleer en CKV (in het voorexamenjaar), informatica (in
5 havo en 6 vwo) en wiskunde D (in 6 vwo) worden met een schoolexamen
afgesloten en kennen geen Centraal Schriftelijk Eindexamen.
4.2 Wegwijzer/examendossier
In het begin van het schooljaar (voor 1 oktober) ontvangen leerlingen de
examengids, met het examenreglement en het Programma van Toetsing en
Afsluiting (PTA) van hun leerjaar. Het PTA omvat de omschrijving per vak van
toetsen en praktische opdrachten uit het examendossier. Het examendossier
omvat alle onderdelen van het schoolexamen. Voor elk vak is het eindcijfer
het gemiddelde van het schoolexamen en het centraal examencijfer. Wanneer
een vak geen centraal examen kent, is het schoolexamencijfer het eindcijfer.
Het examendossier dient volledig afgerond te zijn, voordat mag worden
deelgenomen aan het centraal schriftelijk eindexamen
17
4.3 Verdieping bovenbouw
In de vierde klas havo en vwo volgen leerlingen een module. Een module
heeft een studielast van 80 uur. De school heeft een rijk aanbod, variërend
van Spaans, tot muziek, tot film maken.
4.4 Doorstromen in de bovenbouw
Voor leerlingen die na het behalen van een mavodiploma willen
doorstromen naar 4 havo, of voor leerlingen die na het behalen van een
havodiploma verder willen gaan in 5 vwo, geldt de volgende procedure:
een geïnteresseerde leerling geeft dit aan bij de mentor en bespreekt op
het decanaat het gewenste profiel en vakkenpakket. Ouders ondertekenen
een brief met daarin de voorlopige aanmelding. De wettelijke regeling voor
doorstromen vormt de basis van de toelaatbaarheid. Zie verder voor details
het Programma van Toetsing en Afsluiting. De voorwaarden in het PTA zijn
bindend..
5. Het verslag van het MLAOp het MLA heet het rapport ‘verslag’. Iedere leerling krijgt, na elk blok van
negen weken, een verslag met daarop een beoordeling over zijn werkhouding
en de kwaliteit van het gemaakte werk. Ook staat er op het verslag hoe
ver de leerling is met de stof. De voortgang wordt uitgedrukt in plussen
en minnen. Het MLA werkt dus niet met een systeem waarbij de overgang
bepaald wordt op basis van een cijferscore of van een gemiddeld eindcijfer.
Bij ieder overgangsverslag wordt individueel de voortgang bekeken door
de verslagvergadering. De verslagvergadering bestaat uit alle docenten die
een leerling lesgeven. Het laatste verslag gaat altijd vergezeld van een brief
van de mentor. De mentor kijkt daarin terug op het afgelopen schooljaar en
vermeldt ook besluiten en met de leerling gemaakte afspraken.
5.1 Voortgang in de mavo/havo
In de mavo/havo wordt in de eerste klas gewerkt met leerdoelen op niveau:
basis, gevorderd of expert. Bij uitstekende resultaten op expert niveau kan,
op initiatief van het docententeam, na blok 2 gestart worden met het werken
op havoniveau. Aan het einde van de eerste klas of tweede klas besluit de
verslagvergadering of een leerling die op havoniveau heeft gewerkt kan
overstappen naar respectievelijk 2 havo/vwo of 3 havo. Ook is het mogelijk
na het behalen van een mavodiploma, bij voldoende goede cijfers, over te
stappen naar 4 havo.
De mavoleerlingen kiezen in de derde klas voor een profiel. In dit schooljaar
beginnen ze aan het opbouwen van een examendossier, waarvan de inhoud
een schoolexamencijfer oplevert. Dit cijfer, in combinatie met het cijfer
van het centraal schriftelijk examen, vormt het eindcijfer op het diploma.
Leerlingen die na 1 of 2 mavo niet kunnen worden bevorderd, kunnen
afhankelijk van hun niveau en de eventuele kans op succes, doubleren of het
advies krijgen de opleiding voort te zetten op vmbo-k niveau op een andere
school.
19
21
5.2 Voortgang in de onderbouw
De vergaderingen in de onderbouw vinden plaats na ieder blok. Het derde
verslag is een prognoseverslag en bij het laatste verslag wordt het definitieve
besluit over de overgang genomen.
Eigenlijk willen we doubleren in de onderbouw voorkomen, maar soms is
het onvermijdelijk. Een te laag werktempo, te geringe motivatie of andere
oorzaken kunnen tot achterstanden leiden. Doubleren is op het MLA geen
recht. De verslagvergadering is in alle gevallen het besluitvormende orgaan.
In de gehele mavo en in de onderbouw h/v is slechts één doublure mogelijk.
Dit is ook het geval in de bovenbouw h/v. Een doublure is alleen toegestaan
indien deze door de verslagvergadering als wenselijk en kansrijk wordt
gezien. Indien dat niet het geval is dan kan er sprake zijn van voortgang op
een lager niveau of verwijzing naar een andere school.
We stellen in de havo/vwo-klas aan het eind van de tweede klas vast of een
leerling in de derde klas naar een homogene havo-klas of naar een homoge-
ne vwo-klas gaat. Leerlingen in de gymnasiumklas gaan in elk geval tot en
met de derde door met het gymnasium.
Leerlingen die het havo/vwo niveau niet aankunnen, kunnen bij uitzondering
aan het einde van de tweede klas havo/vwo nog doorstromen naar 3 mavo.
In de meeste gevallen zal in een dergelijk geval aan het einde van de eerste
klas havo/vwo al doorstroming plaatsvinden naar 2 mavo.
De enkeling voor wie het MLA geen passend vervolg kan bieden, zal na de
tweede klas een andere school moeten zoeken.
5.3 Voortgang in de bovenbouw
Ook in de bovenbouw bespreken de docenten de voortgang van de leerlingen
tijdens de verslagvergaderingen. Dit gebeurt bij het eerste, het derde en het
vierde (laatste) verslag. Het derde verslag is een prognoseverslag. Bij het
laatste verslag wordt het definitieve besluit over de overgang genomen.
Voor alle leerlingen wordt een examendossier bijgehouden, met alle
schoolexamentoetsen en practica die meetellen voor het examen.
Examengegevens spelen een rol bij de verslaggeving, maar zijn nadrukkelijk
niet de enige kwaliteitstoets in de voor-examenklassen. Naast examentoetsen
zijn er voortgangstoetsen en andere beoordelingen. Het verslag vormt de
rapportage van de ontwikkeling van een leerling.
5.4 Wisselen van school
Het MLA maakt deel uit van de MSA. De MSA biedt een leerling die het
MLA moet verlaten vanwege het niveau, een plaats op één van haar andere
scholen op het passende niveau. Ouders dienen tijdig, voor 1 mei van het
lopende schooljaar, aan te geven of men van deze mogelijkheid gebruik
wil maken bij de leerlingenadministratie van het MLA. Het MLA en de MSA
voldoen op deze wijze aan hun inspanningsverplichting. Willen ouders geen
gebruik maken van deze plaats, dan zijn zij zelf verantwoordelijk voor het
zoeken van een andere school.
23
Begeleiding van leerlingen staat op het MLA centraal. Dat is in onze werkwijze
met de vele individuele contacten tussen leerling en docent vanzelfsprekend.
Docenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding op hun vakgebied. De
leerling maakt een afspraak met de docent wanneer het niet zo goed loopt en
de docent roept een leerling bij zich waar nodig.
6.1 Mentor
Elke klas in de onderbouw en bovenbouw havo en vwo heeft twee mentoren
(enkele klassen hebben één mentor). Deze coördineren de begeleiding van de
leerlingen en gaan bij de overgang indien mogelijk met hun groep mee. Zo is
continuïteit verzekerd. In de eerste klas van de mavo/havo zijn er drie mentoren
op een klas, in de tweede klas mavo/havo zijn er twee mentoren en in de
bovenbouw is er een individueel mentoraat.
De mentor onderhoudt primair de contacten met leerlingen en ouders over
het werken op school, resultaten en eventuele studieproblemen. Mentor en
leerlingen spreken met elkaar tijdens de mentoruren. De mentor zorgt zoveel
mogelijk voor een veilige en open sfeer in de klas, informeert over zaken die
binnen en buiten de school spelen en helpt bij het kiezen van vakken en van
een vervolgopleiding. Daarnaast helpt de mentor bij het plannen van het werk.
6.2 Persoonlijk mentor
Een persoonlijk mentor is een docent die een leerling individueel begeleidt in
een periode waarin deze extra steun nodig heeft. Het zoeken van zo’n docent
doet de leerling zelf, op eigen initiatief of op advies van de verslagvergadering.
Deze vorm van mentoraat moet de leerling helpen om op het goede spoor te
komen. Daarom is het voor een korte periode bedoeld. De uitvoering verschilt:
de ene leerling heeft behoefte aan controle, de andere wil de zaken op een
rijtje zetten, weer andere leerlingen zoeken vooral een vertrouwenspersoon of
werken beter dankzij de extra aandacht
6.3 Leerlingbegeleider
Als blijkt dat leerlingen na de hulp van een mentor/persoonlijk mentor toch
nog extra ondersteuning nodig hebben, dan worden ze aangemeld bij het
6. LeerlingbegeleidingOndersteuningsteam. Soms wordt er dan een leerlingbegeleider ingezet, die
de leerling kan helpen met plannen en organiseren, motivatieproblemen of
lichte gedragsproblemen. Ook begeleidt de leerlingbegeleider leerlingen die
doubleren, leerlingen die instromen vanuit een andere school of leerlingen
die leerachterstanden hebben.
Mocht er na de begeleiding van een leerlingbegeleider meer behoefte zijn
aan ondersteuning dan verwijst het Ondersteuningsteam de leerling door
naar experts buiten school, o.a. naar de (vrijgevestigde) Remedial Teacher,
naar de Begeleider Passend Onderwijs of naar de Ouder Kind Adviseur.
6.4 Decanaat
Op het decanaat van het MLA kunnen leerlingen terecht voor informatie en
advies over hun toekomstplannen en mogelijkheden. De decanen werken
daarnaast samen met de mentoren om de leerlingen te begeleiden bij het
maken van keuzes die hiermee samenhangen. In de derde klas mavo, havo
en vwo kiezen de leerlingen een profiel en vakkenpakket. In de bovenbouw
is het programma gericht op het kiezen van een richting binnen het
vervolgonderwijs na het MLA. Omdat het hier om individuele keuzes gaat
is een deel van het programma verplicht en een deel vrij in te vullen door
de leerling. Leerlingen en ouders kunnen terecht op de spreekuren van de
decanen in lokaal D0-10k of per e-mail een afspraak maken via decanaat.
6.5 Remedial teaching
Op het MLA wordt geen individuele remedial teaching aangeboden.
Voor advies en verwijzing kan contact opgenomen worden met de
zorgcoördinatoren.
6.6 Blokken na de bel
Er bestaat voor leerlingen in de onderbouw de mogelijkheid na schooltijd
op school door te werken en zo in een rustige sfeer (huis)werk te maken of
na te kijken. Deze extra begeleiding heet ‘Blokken na de Bel,’ en vindt plaats
op maandag en woensdag, van 15.30 –17.00. Er is per middag plaats voor
maximaal 25 leerlingen. Aanmelding gebeurt in overleg met de school en de
mentor. Blokken na de bel kost €7,50 per middag.
25
6.7 Junior mentoraat
Op het MLA kunnen leerlingen aan het eind van de derde klas in aanmerking
komen voor het junior mentoraat. Deze leerlingen krijgen een training,
waarna ze in staat zijn om leerlingen in de lagere klassen te ondersteunen,
bijvoorbeeld bij het plannen van hun schoolwerk.
6.8 Leerlingbetrokkenheid en leerlingenraad
De centrale leerlingenraad vertegenwoordigt de leerlingen bij het
uitoefenen van invloed op school en voert regelmatig overleg met de
schoolleiding. Iedere deelschool heeft een ‘deelleerlingenraad,’ bestaande
uit vertegenwoordigers van elke klas en een voorzitter. Samen vormen
zij de verenigde vergadering. Vertegenwoordigers van leerlingen in de
medezeggenschapsraad worden geacht af te stemmen met en terug te
koppelen aan de leerlingenraad.
Het MLA heeft een schoolkrant met een lange traditie, de Climax, gemaakt
door leerlingen en meerdere keren uitgeroepen tot beste schoolkrant van
Nederland. Er is ook een videoredactie die uit leerlingen bestaat. Uiteraard
zijn leerlingen ook actief in de feestcommissie, die zowel interne als externe
feesten voor de onder- en de bovenbouw organiseert.
6.9 De zorg op het MLA
De zorgcoördinatoren coördineren in- en extern de zorg voor leerlingen en
hebben regelmatig contact met docenten, ouders en externe partners. Het
interne zorgoverleg werkt onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding.
In het interne zorgoverleg wordt gezocht naar oplossingen voor leerlingen
die ondersteuning nodig hebben op het gebied van leren, ontwikkeling
en gedrag. Getracht wordt uitval te voorkomen. Ook geeft het interne
zorgoverleg tips en advies aan de docenten om de leerlingen beter te kunnen
begeleiden. Zo gaan ze ook preventief te werk.
Daarnaast functioneert het zorgadviesteam (ZAT) dat bestaat uit de
zorgcoördinatoren, de jeugdgezondheidsarts, de Ouder en Kind Adviseur en
de leerplichtambtenaar. Het zorgadviesteam bespreekt leerlingen voorgelegd
vanuit het interne ondersteuningsoverleg.
De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Amsterdam heeft een
jeugdgezondheidsarts en een jeugdverpleegkundige aan de school
toegewezen. Ouders en leerlingen kunnen zich ook tot hen wenden. Bij het
aanbod van de Jeugdgezondheidszorg in Amsterdam hoort een onderzoek
van alle leerlingen uit de tweede en de vierde klas. Ouders krijgen een
aankondiging vanuit de GGD. Het MLA maakt gebruik van het aanbod van
de Jeugdgezondheidszorg voor begeleiding van leerlingen die meer dan
gemiddeld ziek en daardoor afwezig zijn. De jeugdgezondheidsarts nodigt
hen en hun ouders uit voor een gesprek.
De Ouder en Kind Adviseur (OKA), werkt vanuit het Ouder en Kind Team VO
Zuid, is regelmatig op school aanwezig en ondersteunt leerlingen en hun
ouders bij het vinden van de juiste hulp.
De leerplichtambtenaar wordt altijd geïnformeerd bij een te hoog verzuim of
te vaak te laat komen van een leerling. Zo nodig voert de leerplichtambtenaar
gesprekken met de leerling en ouders en/of maakt proces verbaal op.
Als een leerling wordt doorverwezen naar een externe zorginstantie of naar
een andere school, dan verstrekt de school deze altijd zijn/haar gegevens, na
toestemming van de ouders.
Binnen het MLA zijn er drie interne vertrouwenspersonen en er is een externe
vertrouwenspersoon.
27
7. OnderwijsDe school verzorgt voor alle vakken (zie hiervoor de lessentabellen) onderwijs
van niveau, geïntegreerd in onze Montessori werkwijze. Mocht het onderwijs
vanwege corona op een andere wijze worden uitgevoerd, dan is de school
(onze leerlingen, onze ouders en ons team) hierop voorbereid.
In de bovenbouw biedt de school bij de moderne vreemde talen zogenaamde
verdiepingsprogramma’s. Die stellen leerlingen in staat op te gaan voor
internationaal erkende examens in Duits (Goethe-programma), Engels
(Cambridge Certificate) en Frans (DELF scolaire, Diplôme d’Etudes en Langue
Française). Ouders betalen een bijdrage in de kosten van deze examens.
In de derde klas mavo krijgen alle leerlingen een beroepsgericht vak:
toekomst voor talent. Daarin kunnen zij hun talenten en interesses
ontdekken en ontplooien, en leren van hun minder sterke kanten. Tot aan het
eindexamen werken ze in kleine groepjes aan vijf zelfgekozen opdrachten
buiten de school. Ze bepalen voor een groot deel zelf wat ze daarbij
willen leren. De begeleidende leerkracht (de coach) maakt hen bewust
van de benodigde vaardigheden en competenties voor vervolgstudies of
beroepskeuze. Zo wordt veel geleerd over onder meer samenwerken en
over allerlei ICT-toepassingen. Leerlingen hebben ook contact met de
opdrachtgevers, leveren het gemaakte product af en presenteren het tijdens
de afsluitende meesterproef.
7.1 Lessentabellen per leerjaar
De lessentabellen per leerjaar geven het aantal lesuren per vak per week
aan. Een lesuur duurt 55 minuten. In een aantal gevallen staan halve lesuren
vermeld: het gemiddelde van het gehele leerjaar. In sommige gevallen
varieert de lessentabel per halfjaar. In de leerjaren 3 en 4 mavo, alsmede
in de bovenbouw havo/vwo, volgen de leerlingen slechts een deel van de
aangegeven vakken, afhankelijk van hun profielkeuze.
1mavo 2mavo3mavo 1e halfj
3mavo 2e halfj
4mavo
aardrijkskunde 1,5 1 1 2 2
biologie 1 2 2 2
ckv 0,5
Duits 2 2 2 2
economie 2 2 2
Engels 2 1 1 2 3
Frans 2 2 2 2 2
geschiedenis 1,5 1 1 2 2
lo 2 2 2 2 2
lob 0,5
maatschappijleer 1
mentoraat 1 1 1 1 1
nask/nask1 2 1 2 2
Nederlands 3 2 2 3 3
rekenen 0,5
science 3
scheikunde 0,25
techniek 1
Toekomst v talent 2 0,5
wiskunde 2 3 2 2 3
drama 0,5 1 1
muziek 0,5 1 1
tekenen 0,5 1 1 3 2,5
textiele werkv. 0,5 1 1
verdieping 0,125 2
keuzewerktijd 6 6 6 6 0
lessentabel 2020/2021 mavo
keuzevakken
2mavo: 2 van dr/mu/te/tw/verdieping
3mavo 1e halfj: 1 van dr/mu/te/tw
3mavo 2e halfj: 4 (of 5) keuzevakken
4mavo: 4 (of 5) keuzevakken
wiskunde is incl. rekenen
lln 3T zonder wiskunde: 1u rekenen
29
lessentabel 2020/2021 onderbouw havo-vwo
1hv/1v 1gymn 2hv/2v 2gymn 3h/3v 3gymn
aardrijkskunde 1,5 1,5 1 1 1 1
biologie 1 1 1 1 1 1
Duits 2 2 1,5 1,5
economie 1 -
Engels 2 2 2 2 1 1
filosofie 1
Frans 2 2 1,5 1,5 1,5 1,5
geschiedenis 1 1 1 1 1 1
lo 2 2 2 2 2 2
mentoraat 1 1 1 1 1 1
natuurkunde 1 1 2 2
Nederlands 3 2 2 1 2 2
scheikunde 2 2
wiskunde 2 2 2,5 2,5 2 2
Latijn 2 2 2
Grieks 1 2 2
techniek 1,5 - 1 1
drama 0,5 0,5 1 1 1 1
muziek 0,5 0,5 1 1 1
tekenen 0,5 0,5 1 1 1 1
textiele werkv 0,5 0,5 1 1 1 1
verdieping 1 1 2 2
keuzewerktijd 6 5,5 6 5 6 5
keuzevakken
2hv/2v: 2 van dr/mu/te/tw/tn/verdieping
2gymn: 1 van dr/te/tw/tn/verdieping
3hv/3v: 2 van dr/mu/te/tw
3gymn: 1 van dr/mu/te/tw
wiskunde is incl. rekenen
4H 5H 4V 5V 6V
aardrijkskunde 2 2 1 2 2
biologie 2 3 2 2 2
ckv 0,5 0,5 1
drama 1,5 1,5 1 2 1,5
Duits 2 3 2 2 2,5
Duits plus 1 1 1 1
economie 2 3 2 2 2
Engels 2 3 2 2 2
Engels plus 1 1
filosofie 2 2 2 2 2
Frans 2 3 2 2 2,5
Frans plus 1
geschiedenis 2 2 2 2 2
Grieks 3 3 3
informatica 2 3 2 2 2
kua 1 1 1 1
Latijn 3 4 4
lo 2 1 2 1 1
bedrijfseconomie 2 2
maatsch.leer 1 1
maatsch. wetensch. 2 2 2 2 2
mentoraat 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
module 1 1
natuurkunde 2 3 1 2 3
Nederlands 2,5 3 2 2 2
rekenen 0,75
scheikunde 2 2 2 2 2
tekenen 3 3 3 3 3
wiskunde A 2,5 3 3 2,5 3
wiskunde B 3 3 3 3 3
wiskunde C 3 2 3
wiskunde D 2 2 2
keuzewerktijd 5 0 5 5 0
lessentabel 2020/2021 bovenbouw havo-vwo
keuzevakken
havo: 5 keuzevakken, vwo: 6 keuzevakken
plus module en/of extra vak
en/of Frans/Duits/Engels plus
drama+kua telt als 1 vak
wiskunde is incl. rekenen
lln 4H zonder wiskunde: 1u rekenen
31
7.2 Gymnasium
In de gymnasiumklas starten alle leerlingen met Latijn en Grieks en volgen
deze vakken verplicht gedurende drie jaar. Leerlingen die Latijn en Grieks
na drie jaar onderbouw afronden en in de bovenbouw vwo-examen doen in
Grieks óf Latijn, krijgen een gymnasiumdiploma.
7.3 Buitenschool
Het begrip buitenschool neemt in het gedachtegoed van Maria Montessori
en in ons onderwijs een belangrijke plaats in. Met buitenschool bedoelen we
alle activiteiten die naast het lesprogramma worden aangeboden. En vaak is
dat letterlijk buiten de school. Via projecten, stages, werkweken, excursies
en uitwisselingen wordt het leren verplaatst van het schoolgebouw naar de
maatschappij zelf.
7.4 Excursies
Door alle jaarlagen heen vinden er excursies plaats. Meestal duren deze
excursies één dag, soms meerdere dagen. Dat geldt met name voor enkele
excursies in de bovenbouw naar het buitenland (tekenen, klassieke talen).
Voor deze meerdaagse excursies wordt meestal een aanvullende eigen
bijdrage van ouders gevraagd.
7.4.1 Werkweken onderbouw
Dit schooljaar gaan de tweede klassen mavo /havo/vwo in juni op werkweek
in Nederland. De tweede klassen van de mavo/havo kunnen hierbij kiezen uit
de werkweken; sport, film of water. Samen met hun groepsgenoten koken de
leerlingen ’s avonds hun eigen maaltijd.
De leerlingen van de havo/vwo kunnen deelnemen aan een werkweek lopen,
fietsen, roeien of kanoën. De leerlingen krijgen een vast bedrag om eten te
kopen en koken zelf. Samen zijn ze verantwoordelijkheid voor de sfeer in de
groep.
7.4.2 Werkweken bovenbouw
De derdeklassers mavo gaan in mei op werkweek. De mavoleerlingen gaan
overleven in de Ardennen. De vierdeklassers havo/vwo gaan ook in mei op
werkweek in binnen- en buitenland en hebben daarvoor keuze uit een breed
scala. Zo kunnen ze kiezen uit een culturele werkweek in Berlijn of Parijs,
overleven in de natuur, film en video, koken, filosofie of schilderen.
Voor sommige werkweken gelden aanvullende eisen; zo moet je voor
de werkweek Berlijn wel Duits in je pakket hebben. In 5 vwo gaan de
gymnasiumleerlingen naar Rome op studiereis. Zij maken zelf de reisgids en
presenteren de belangrijkste bezienswaardigheden aan elkaar.
7.3.4 Internationalisering
De huidige en volgende generaties leerlingen zullen na school vaak een tijdje
in het buitenland studeren of werken. Daar willen we ze goed op
voorbereiden. We leren onze leerlingen hoe de Europese Unie functioneert
en zorgen dat ze de vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn om goed te
kunnen communiceren met bewoners van andere landen. Voor het onderwijs
in de moderne vreemde talen proberen we elk jaar ondersteuning te krijgen
van buitenlandse stagiairs en taalassistenten.
In de derde klas havo/vwo vindt uitwisseling met een Duitse school plaats.
Bovendien gaan alle derde klas havo/vwo-leerlingen een dag
naar een stad in het nabije buitenland. Ook voor de leerlingen van 4 mavo is
er een buitenlandse excursie, waar spreekvaardigheid Frans of Duits centraal
staan.
7.5 Feesten, projecten en evenementen
Dit schooljaar gaan de tweede klassen mavo /havo/vwo in juni op werkweek
in Nederland. De tweede klassen van de mavo/havo kunnen hierbij kiezen uit
de werkweken; sport, film of water. Samen met hun groepsgenoten koken de
leerlingen ’s avonds hun eigen maaltijd.
De leerlingen van de havo/vwo kunnen deelnemen aan een werkweek lopen,
fietsen, roeien of kanoën. De leerlingen krijgen een vast bedrag om eten te
kopen en koken zelf. Samen zijn ze verantwoordelijkheid voor de sfeer in de
groep.
33
8. Vernieuwing en de opleidingsschool8.1 Schoolplan
Het MLA is traditioneel een vernieuwingsschool. We willen modern,
uitdagend en sterk onderwijs bieden en beschouwen kennis als onlosmakelijk
verbonden met vaardigheden. In het schooljaar 2020-2021 wordt een nieuw
schoolplan geschreven, waarin onze plannen komen te staan voor de periode
2021-2025.
8.2. Vernieuwing huisvesting en nieuwe vestiging
Het MLA renoveert en vernieuwt de komende jaren de huisvesting op de
Pieter de Hoochstraat en start met een tweede, nieuw te bouwen vestiging in
de Sluisbuurt.
Het hoofdgebouw van het MLA aan de Pieter de Hoochstraat bestaat uit
vier gebouwen, te weten A, B, C en D. De gebouwen A en C worden in z’n
geheel vernieuwd omdat deze verouderd zijn en niet meer geschikt zijn
voor hedendaags onderwijs. Het klimaat in de gebouwen voldoet niet aan
de eisen, de lokalen zijn te klein en ze voldoen voor een deel niet meer
aan de wettelijke eisen. De gebouwen B en D worden en gerenoveerd en
gemoderniseerd.
Uiteindelijk zal deze vernieuwing twee kleinere vestigingen opleveren die
gehuisvest zijn in goede – voor voortgezet montessorionderwijs geschikte –
onderwijsgebouwen en die beiden het karakter hebben van een brede school.
De (ambitieuze) planning voorziet in een opening van beide locaties in 2023.
Actuele informatie over project en planning is te vinden op onze website.
8.3 De Academische Opleidingsschool Amsterdam (AcOA)
De Academische Opleidingsschool Amsterdam (AcOA) is een
samenwerkingsverband van een aantal Amsterdamse scholen (waaronder het
MLA), de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK), de Interfacultaire
Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam (ILO), de Hogeschool
van Amsterdam (HvA) en de Academie voor Lichamelijke Opvoeding.
Tijdens de opleiding worden eerstegraadsstudenten en
tweedegraadsstudenten opgeleid tot docent. Het MLA biedt stageplekken
aan en vormt op deze manier een leerplaats voor kwalitatief goede docenten
die op hun beurt de meest recente onderwijskundige concepten binnen de
school brengen.
In de Academische Werkplaats werken we samen met de Educatieve
Hogeschool van Amsterdam en het Instituut voor de Lerarenopleiding van de
Universiteit van Amsterdam, om zelf onderzoek te verrichten naar de praktijk
en effectiviteit van ons onderwijs.
Het MLA is, na een beoordelingstraject door de Nederlands-Vlaamse
Accreditatieorganisatie, formeel erkend als opleidingsschool door het
Ministerie van Onderwijs. De school is een van de weinige scholen in
Nederland die, naast de erkenning als opleidingsschool, ook erkend is door
het Ministerie van Onderwijs als academische opleidingsschool.
9. VeiligheidEen veilige omgeving voor onze leerlingen en medewerkers vinden we
belangrijk. Een veilige omgeving creëren we door goede begeleiding en een
goed en vitaal pedagogisch klimaat.
Ons gebouwencomplex voldoet aan de veiligheidseisen. We hebben
gediplomeerde bedrijfshulpverleners voor ongevallen en calamiteiten,
oefenen deelontruimingen en houden regelmatig veiligheidsrondes.
De school heeft een veiligheidscoördinator en we werken volgens een
schoolveiligheidsplan en gebruiken een systeem voor incidentregistratie en
incidentanalyse.
Ook zijn onze conciërges opgeleid tot ‘pedagogisch conciërge’, die mede
toezien op het naleven van de veiligheidseisen.
Het MLA heeft samen met een groot aantal andere scholen een convenant
ondertekend, samen met het stadsdeel Zuid, de Regiopolitie Amsterdam-
Amstelland en het Openbaar Ministerie te Amsterdam. Hierin zijn afspraken
vastgelegd met betrekking tot de veiligheid in en om de school.
Daarnaast worden er regelmatig deelprojecten uitgevoerd, met bijvoorbeeld
aandacht voor pesten en hoe met elkaar om te gaan. De school heeft een
pestprotocol en een anti-pest coördinator: Kerstin Lorenz: [email protected].
10. Toelating10.1 Toelating tot de eerste klas
Bij de aanmelding en toelating van nieuwe leerlingen voor de eerste klas
doet het MLA mee aan de centrale loting en matching, zoals afgesproken
tussen de schoolbesturen en de gemeente Amsterdam. Leerlingen van een
montessoribasisschool hebben voorrang, mits zij het MLA als eerste keuze
opgeven.
10.2 Instromen in de onderbouw
Instroom van leerlingen in de tweede en derde klas is afhankelijk van de
beschikbare plaatsen. Doorgaans wordt dat pas duidelijk in de laatste maand
van het schooljaar. Als er plek is, dan wordt de aangemelde leerling met zijn/
haar ouder(s) uitgenodigd voor een toelatingsgesprek. Daarin wordt onder
andere gekeken naar geschiktheid voor het montessorionderwijs en naar de
wenselijkheid van de overstap. Ook de mate waarin extra zorg/ondersteuning
en/of begeleiding gewenst zal zijn, wordt meegewogen. In dergelijke
gevallen wordt er altijd contact opgenomen met de school van herkomst.
10.3 Instromen in de bovenbouw
Leerlingen die willen instromen in een vierde klas (havo of vwo) of een vijfde
klas vwo kunnen zich vanaf februari 2021 aanmelden. In de laatste maand
van het schooljaar wordt pas duidelijk of er plaats is. Als er plaats is, dan
wordt de aangemelde leerling met zijn/haar ouder(s) uitgenodigd voor een
toelatingsgesprek. Daarin komen werkwijze van de school, motivatie, niveau
en vakkenpakket aan de orde. Ook wordt er gekeken of de leerling geschikt
is voor het montessorionderwijs. Een positief resultaat van dit gesprek en
informatie van de vorige school zijn medebepalend voor de toelating op
het MLA. Plaatsing is in eerste instantie voor een jaar. Leerlingen van een
zusterschool binnen de MSA, die daar hun schoolloopbaan niet kunnen
vervolgen en leerlingen van het Montessori College Aerdenhout, hebben
voorrang.
35
37
11. SchoolregelsDe werksfeer bepalen we met elkaar. Als uitgangspunt voor een goede
werksfeer stellen we: behandel anderen zoals je zelf ook graag behandeld
wilt worden.
11.1 Schoolregels
Algemeen
• Volg aanwijzingen van medewerkers altijd op; een eventueel protest
bespreek je op een later moment met je docent, mentor of schoolleider.
• Zorg dat je je leerlingenpas altijd bij je hebt. Kledingstukken of
attributen die het gezicht bedekken belemmeren het contact en
zijn daarom niet toegestaan, met uitzondering van mondkapjes,
zolang de coronamaatregelen gelden. Tijdens de lessen LO is om
veiligheidsredenen een hoofddoek niet toegestaan.
• De school is niet toegankelijk voor niet-leerlingen.
• Gebruik van alcohol, drugs en andere stimulerende middelen is
verboden.
• Geluid- en beeldopnamen maken met je mobiel zonder toestemming
van betrokkene(n) is verboden.
• Vandalisme, graffiti, (seksuele) intimidatie, discriminatie, diefstal, geweld
en het bezit van wapens is verboden. Eventuele schade wordt verhaald
op de dader. In voorkomende gevallen wordt de politie ingeschakeld.
Tijdens de les, werktijd, in lokalen mediatheek en studiezalen
• Je bezoekt de lessen volgens je rooster. Absentie zonder ziekmelding
staat gelijk aan spijbelen.
• Je zorgt ervoor dat je voor het tijdstip waarop de les begint in het lokaal
aanwezig bent.
• Je verlaat het lokaal niet voordat de les is afgelopen en de docent daar
toestemming voor heeft gegeven.
• Het is niet toegestaan tijdens de les of werktijd te drinken of te eten.
• Het gebruik van een mobiele telefoon is alleen op aanwijzing van de do-
cent toegestaan tijdens de les of werktijd. Bij overtreding van deze regel
wordt de mobiele telefoon tot het einde van de dag in beslag genomen.
Gebruik van computers, media en internet
• Leerlingen van het MLA hebben de beschikking over Office 365 en
Outlook van Microsoft. Daarbij heeft elke leerling een opslag op de
OneDrive.
• Het is niet toegestaan om sites te bezoeken die pornografisch,
discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal bevatten.
• Het downloaden van programma’s is niet toegestaan.
• De ruimte aan de computertafels is zodanig berekend dat je hoogstens
met z’n tweeën aan een computer kunt werken.
• Beeld- en geluidsmateriaal dat onder schooltijd of tijdens
schoolactiviteiten is opgenomen, mag niet worden vertoond aan derden
zonder toestemming van de schoolleiding.
• Vertrouwelijke gegevens mogen niet zonder toestemming van de
persoon in kwestie via het internet worden verzonden.
• Denk na voor je iets zegt: op sites wordt alles geregistreerd!
• E-mail mag niet anoniem of onder een fictieve naam worden verstuurd.
• Open geen mails of attachment van onbekenden.
• Het is niet toegestaan om te pesten, om dreigende, beledigende,
seksueel getinte, racistische, discriminerende berichten te verzenden of
door te sturen.
• Keep it cool op de digitale snelweg. Geef zelf altijd het goede voorbeeld
en praat ruzies uit buiten het internet.
In de gebouwen en op de pleinen
• Fietsen is niet toegestaan op de binnenplaats.
• Plaats je fiets in een fietsenrek.
• Brommers worden buiten de school of het schoolplein geparkeerd.
Tijdens het 2e tot en met het 6e uur is het verboden om op de
binnenplaats te zitten.
• Roken is niet toegestaan.
• Op enkele plaatsen zijn camera’s geïnstalleerd. Deze vorm van toezicht
heeft een preventieve werking en de beelden helpen bij het aanpakken
van wangedrag binnen de school.
Rond de school
Het is niet toegestaan om in de portieken van de buren te zitten. De politie
kan je hiervoor bekeuren.
39
De rector heeft het recht om jouw kluisje open te laten maken, als er een
vermoeden bestaat van diefstal, geweld of onrechtmatigheden.
Al het beeldmateriaal dat binnen de school en door en voor school gemaakt
wordt (bijvoorbeeld voor opleidingsdoeleinden van docenten), kan ook binnen
de school en door de school gebruikt worden. Alleen bij externe publicatie
moet om toestemming van de ouders (van minderjarige leerlingen) of van de
leerling (meerderjarige leerlingen) gevraagd worden.
11.2 Sancties
Schoolregels zijn er om op een prettige manier met elkaar om te kunnen
gaan. Als je de schoolregels overtreedt, kan er een sanctie volgen. Zo zijn er
sancties bij te laat komen, (digitaal) pesten, vandalisme, drugsgebruik, etc.
De school hanteert de volgende sancties, oplopend in zwaarte.
1. Formele waarschuwing
Als een pedagogisch gesprek niet leidt tot een verbetering in gedrag,
kan de schoolleider je een formele waarschuwing geven. Deze formele
waarschuwing wordt op schrift aan jou en je ouders meegedeeld.
2. Schorsing intern
Een schoolleider kan je intern schorsen als je je schuldig hebt gemaakt
aan bijvoorbeeld (digitaal) pesten, vandalisme, diefstal, geweld, alcohol/
drugsmisbruik, of een ander vergrijp. Een interne schorsing kan gecombineerd
worden met een aanvullende maatregel, zoals het uitsluiten van een
schoolfeest. Dit kan ook een op zichzelf staande sanctie zijn: uitsluiting van
activiteiten zoals deelname aan feesten, excursies en werkweken.
Een interne schorsing heeft een duur van maximaal drie dagen. Jij en je
ouders worden schriftelijk in kennis gesteld van een interne schorsing.
3. Schorsing extern
De rector kan je extern schorsen. Hij besluit hiertoe als hij van oordeel is dat
er sprake is van een ernstig vergrijp. Een externe schorsing duurt maximaal
vijf dagen. Een externe schorsing wordt gemeld aan de inspectie van het
onderwijs en aan de leerplichtambtenaar. In voorkomende gevallen wordt
contact opgenomen met de politie. Jij en je ouders worden schriftelijk in
kennis gesteld van een externe schorsing. Tegen de externe schorsing kan
schriftelijk bezwaar worden aangetekend bij de bestuurder van de MSA, Alle
van Steenis, Postbus 92048, 1090 AA Amsterdam.
4. Verwijdering van school
De zwaarste sanctie is verwijdering van school door de rector. Je wordt dan
extern geschorst met intentie tot verwijdering.
De rector kan je ook direct van school verwijderen, indien er sprake is van
een ernstige vertrouwensbreuk tussen leerling en school. Dit bericht wordt
schriftelijk meegedeeld aan jou en je ouders. Een kopie wordt doorgezonden
naar de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar. Tegen de
externe schorsing kan schriftelijk bezwaar worden aangetekend bij de
bestuurder van de MSA, Alle van Steenis, Postbus 92048, 1090 AA Amsterdam.
11.3 Jongerenrechtbank
Het MLA heeft samen met de Stichting Jongerenrechtbanken een speciale
rechtbank opgezet voor en door leerlingen. Leerlingen van het MLA leren
recht spreken over hun ‘peers’, in gevallen en conflicten die zich in hun
(school)omgeving voordoen.
Het doel van de rechtbank is niet in eerste instantie straffen. De meerwaarde
zit in een snel herstel van de relatie tussen gedaagde en slachtoffer/
benadeelde. De leerlingen die een overtreding hebben begaan krijgen
de kans om verantwoordelijkheid te nemen voor wat er is gebeurd en de
gevolgen van hun acties te herstellen. Degenen die als slachtoffer betrokken
zijn, krijgen de mogelijkheid op herstel en de kans om hun verhaal te
vertellen.
De leerlingen die de zaken in de Jongerenrechtbank behandelen, zijn
getraind door de Amsterdamse politie, officieren van justitie, advocaten,
rechters, mediators en docenten. Ze nemen de rollen van rechter, aanklager
en advocaat op zich. Er is altijd een professionele rechter en/of juridisch
mediator aanwezig om de zitting te begeleiden.
13. Zakelijke gegevens13.1 De locaties
Ons complex op de Pieter de Hoochstraat bestaat uit vier gebouwen, te
weten A, B, C en D. Deze liggen aan respectievelijk de Pieter de Hoochstraat,
de Nicolaas Maesstraat, de Ruysdaelstraat en de Hobbemakade. Ze vormen
een rechthoek rond een ruime binnenplaats. De komende jaren worden de
gebouwen A en C gesloopt en vernieuwd. Het E- gebouw, staat in de Van
Ostadestraat (nummer 103) en vormt de huisvesting van de mavo/havo.
Vanaf dit schooljaar is een locatie op de C. van Eesterenlaan in gebruik
genomen, waar leerlingen uit 5 havo en 5 en 6 vwo hun onderwijs volgen.
13.2 Onderwijstijd en dagindeling
Naast de lessen en de werktijd vallen onder de onderwijstijd ook vele door
de school georganiseerde activiteiten met een grote didactische en/of
pedagogische waarde. Voorbeelden daarvan zijn werkweken, uitwisselingen,
oriëntatie op vervolgopleiding, projectweken en culturele activiteiten.
De lessen beginnen om 09.00 uur en duren 55 minuten. Na elke twee lesuren
is er een pauze. Leerlingen in de onderbouw starten enkele keren in de week
om half negen; zij hebben dan mentorles.
1e uur 08.30 - 09.00 (mentortijd)
2e uur 09.00 - 09.55
3e uur 09.55 - 10.50 pauze 20 minuten
4e uur 11.10 - 12.05
5e uur 12.05 - 13.00 pauze 40 minuten
6e uur 13.40 - 14.35
7e uur 14.35 - 15.30 pauze 10 minuten
8e uur 15.40 - 16:35
12. KwaliteitDe Inspectie van het onderwijs publiceert kwaliteitskaarten over de prestaties
van scholen. Het MLA heeft een eigen pedagogisch concept. We vinden het
een goede zaak als het rendement openbaar wordt gemaakt, en constateren
dat onze school naar tevredenheid presteert.
Uitsluitend de nadruk leggen op examenresultaten en meetbaarheid van
leerprestaties doet echter tekort aan voortgezet montessorionderwijs.
Kwaliteit omvat immers veel meer; persoonlijke groei en sociale ontwikkeling
zijn niet direct meetbaar en juist montessorischolen willen kinderen op een
breed terrein kwaliteiten laten ontwikkelen. Wij laten de kwaliteit op het
MLA regelmatig beoordelen door de Nederlandse Montessori Vereniging. In
2019 heeft de meest recente beoordeling plaats gevonden, met een positief
resultaat.
12.1 Slagingspercentages, afgerond
mavo havo vwo jaar
96 82 94 2010
95 86 91 2011
98 85 91 2012
98 94 88 2013
95 95 88 2014
97 95 92 2015
89 92 94 2016
90 90 92 2017
90 93 89 2018
88 82 86 2019
99 87 96 2020
41
43
13.3 Bereikbaarheid
De meeste leerlingen komen op de fiets. Scooters, brommers of motoren van
leerlingen mogen niet op het schoolplein geplaatst worden.
Met openbaar vervoer
Pieter de Hoochstraat 59, 1071 ED Amsterdam
Metrolijn 52, halte De Pijp
Tramlijn 3, 5, 12, 24, halte Roelof Hartplein
Van Ostadestraat 103, 1072 ST Amsterdam
Metrolijn 52, halte De Pijp
Tramlijn 3, 12, 24, halte De Pijp
C. van Eesterenlaan 50, 1019 JN Amsterdam
Metrolijn 26, halte Rietlandpark
Tramlijn 7, halte C. van Eesterenlaan
13.4 Kluisjes
Op school zijn kluisjes aanwezig waarin leerlingen veilig spullen kunnen
bewaren.
13.5 Ouderbijdrage
Het MLA vraagt jaarlijks, aan het begin van het schooljaar, een ouderbijdrage
voor extra leerlinggebonden activiteiten. Deze activiteiten, zoals cursussen,
werkweken, projecten, de schoolkrant, het vervaardigen van extra
lesmateriaal en schoolfeesten, worden niet gesubsidieerd door de overheid.
De ouderbijdrage is in principe een vrijwillige bijdrage.
Ouders sluiten met school, aan het begin van de schoolcarrière van hun kind,
een schriftelijke overeenkomst over het betalen/innen van de ouderbijdrage.
Ouders die geen overeenkomst willen aangaan (dat zijn er nooit veel)
ontvangen een rekening voor de werkelijk voor hun kind(eren) gemaakte extra
kosten. De ouderbijdrage bestaat uit een vast deel van 97 euro, plus een
inkomensafhankelijk deel tussen 0 en 431 euro.
De school is voor iedere leerling toegankelijk, ongeacht het inkomen van de
ouders. Voor ouders die niet in staat zijn de ouderbijdrage te betalen is een
regeling mogelijk. Zij kunnen daarvoor contact opnemen met de financiële
administratie, [email protected].
13.6 Schoolboeken
Conform de landelijke regelgeving zijn alle door de school voorgeschreven
leermiddelen voor leerlingen gratis, met uitzondering van naslagwerken als
atlassen en woordenboeken.
Het MLA maakt gebruik van een extern boekenfonds. Dit betekent dat
leerlingen zelf de schoolboeken moeten bestellen bij schoolboekhandel Van
Dijk, op www.vandijk.nl
De afhandeling van de inname van de boeken en eventuele schadefacturen is
een zaak tussen de leerling en Van Dijk.
Klantenservice van Van Dijk, tel: 088 2030303.
45
14. Melding van afwezigheidVerzuim wegens ziekte of een andere reden, zoals bezoek aan de huisarts,
kunt u op drie manieren melden:
Telefonisch
Vanaf 7.45 uur kunt u bellen naar 020 6767855.
Per sms
Wilt u uw kind per sms absent melden, sms dan: voornaam, achternaam, klas,
datum, tijd en reden absentie naar +31 970 102 401 73.
Voorbeeld:
Mieke Bakker 4HX1 28012020 08.30 griep/orthodontist/ziekenhuisbezoek.
E-formulier
Wilt u gebruik maken van het E-formulier, ga dan naar de website:
www.montessorilyceumamsterdam.nl. U kunt het E-formulier vinden onder
Praktisch/ Ziek- of afmelden. U krijgt per mail een ontvangstbevestiging met
een link waarmee u de ziekmelding moet bevestigen. Een ziekmelding geldt
voor één dag, tenzij de ouders aangeven dat het langer duurt. Het moet voor
de school duidelijk zijn wanneer de leerling weer beter is en naar school komt.
Wanneer dokters- of tandartsbezoek per se onder schooltijd moet
plaatsvinden, dan wordt verwacht dat de school daarover van tevoren
schriftelijk wordt geïnformeerd. Over absentie om andere redenen dient
vooraf te worden overlegd met de mentor of de schoolleider.
14.1 Ziek op school, onderbouw
Een leerling die op school ziek wordt en tussentijds naar huis gaat, meldt
dit aan de schoolleider en aan de pedagogische conciërge. Een onderbouw
leerling heeft altijd even telefonisch contact met een ouder of verzorger voor
hij naar huis mag.
14.2 Ziek op school, bovenbouw
Een leerling die op school ziek wordt en tussentijds naar huis gaat, meldt dit
aan de schoolleider of de pedagogische conciërge.
14.3 Te laat komen en ongeoorloofde absentie
Te laat komen is zeer storend. We gaan er dan ook van uit dat iedereen op tijd
aanwezig is, dat wil zeggen vijf minuten vóór de les begint. Mocht een leerling
te laat zijn, dan meldt die zich de volgende dag om 08.00 uur op school. Als
een leerling ongeoorloofd absent is, zal de sanctie bepaald worden door de
schoolleider, eventueel in overleg met de pedagogisch conciërge.
14.4 Lesuitval onderbouw
Bij afwezigheid van een docent wordt deze vrijwel altijd vervangen of er wordt
georganiseerd dat leerlingen aan het werk kunnen. Dat geldt niet wanneer
het om eerste of laatste uur gaat. Vooraf wordt bekend gemaakt of er dan aan
het begin of aan het eind van de dag een uur uitvalt. Roosterwijzigingen staan
in Magister of de schoolleider geeft deze mondeling door.
14.5 Lesuitval bovenbouw
De mededelingen over uitval van lesuren en roosterwijzigingen staan altijd in
Magister.
15. KlachtenregelingDe MSA kent een algemene klachtenregeling. Daarnaast is er voor
leerlingen het MSA-leerlingenstatuut. Beide gelden ook voor het MLA en zijn
beschikbaar via de website en liggen op het secretariaat van onze school
ter inzage. De ervaring leert, dat de meeste klachten over de dagelijkse
gang van zaken door overleg tussen ouders, leerlingen en medewerkers
kunnen worden weggenomen. Het is gebruikelijk dat uw kind of u een klacht
eerst met de mentor van de klas bespreekt. Komt u er niet uit, dan kunt u
zich wenden tot de schoolleider en uiteindelijk tot de directie. Mocht dit
onverhoopt tot een onbevredigend resultaat leiden, dan kunt u zich met een
klacht of een bezwaar wenden tot het Bestuur van de MSA. De laatste halte in
de klachtenprocedure is de externe klachtencommissie.
De school heeft drie interne vertrouwenspersonen. Bij hen kunnen allerlei
zaken worden gemeld en vertrouwelijk besproken, ook seksuele intimidatie,
discriminatie, racisme, pesten, agressie en geweld.
Zij adviseren indien nodig over eventuele doorverwijzing naar de externe
vertrouwenspersoon voor onze school, en over het indienen van een klacht
daar of bij de externe klachtencommissie. Bij klachten over een misdrijf,
mogelijke ontucht, aanranding of een ander zedendelict is de school verplicht
aangifte te doen bij de officier van justitie.
15.1 Routes bij klachten over
Organisatorische maatregelen/nalatigheid betreffende bijvoorbeeld roosters
en gebouw: mentor/schoolleider/directie/bestuur/klachtencommissie.
Onheuse bejegening, bijvoorbeeld bij toetsing, beoordeling, bestraffing:
docent/mentor/schoolleider/directie/bestuur/klachtencommissie.
Ongewenst gedrag, pesten, agressie, geweld, discriminatie, racisme,
seksuele intimidatie: interne, respectievelijk externe vertrouwenspersoon/
klachtencommissie.
Bij strafbare feiten: politie/justitie
Colofon
Redactie MLA
De cijfermatige gegevens dateren van september 2020
montessorilyceumamsterdam
