Montage- en servicehandleiding VIESMANN
Transcript of Montage- en servicehandleiding VIESMANN
Montage- en servicehandleidingvoor de installateur
VIESMANN
Vitocal 300-Gtype BW/BWS 301.B06 tot B17type BWC 301.B06 tot B17Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps■ Brine/water-warmtepomp: 5,7 tot 34,4 kW■ Met ombouwpakket als water/water-warmtepomp: 7,5 tot 45,2 kW
VITOCAL 300-G
5517028 NL 7/2018 Bewaren a.u.b.!
2
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurigop ter voorkoming van lichamelijk letsel enmateriële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschriften
GevaarDit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
! OpgeletDit teken waarschuwt voor materiële schade enschade aan het milieu.
OpmerkingGegevens met het woord "Opmerking" bevatten aan-vullende informatie.
Doelgroep
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkendeinstallateurs.
■ Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogenalleen door hiervoor bevoegde vaklui worden uitge-voerd.
■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elek-tromonteurs worden uitgevoerd.
■ De eerste inbedrijfstelling moet door de fabrikant vande installatie of een door de fabrikant aangewezeninstallateur worden uitgevoerd.
Respecteer bij de werkzaamheden
■ de nationale installatievoorschriften,■ de ARBO voorschriften,■ de wettelijke milieuvoorschriften,■ EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en
eventuele lokale voorschriften.
Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan de installatie
Werkzaamheden aan de installatie
■ Installatie spanningsvrij schakelen, bijv. aan deafzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar, en opaanwezige spanning controleren.OpmerkingBovenop het stroomcircuit van de regeling kunnenmeerdere laststroomcircuits aanwezig zijn.
GevaarHet aanraken van stroomvoerende componen-ten kan ernstig letsel veroorzaken. Enkelecomponenten op de printplaten staan na hetuitschakelen van de netspanning nog onderspanning.Vóór het verwijderen van afdekkingen van detoestellen minstens 4 minuten wachten totgeen spanning meer aanwezig is.
■ Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen.■ Bij alle werkzaamheden geschikte persoonlijke
beschermende uitrusting dragen.
GevaarHete oppervlakken en media kunnen brandwon-den of verbrandingen veroorzaken.■ Het toestel voor onderhouds- en servicewerk-
zaamheden uitschakelen en laten afkoelen.■ Hete oppervlakken aan toestel, armaturen en
buizen niet aanraken.
! OpgeletDoor elektrostatische ontlading kunnen elektro-nische modules worden beschadigd.Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv.verwarmings- of waterbuizen, aanraken om destatische lading af te leiden.
Reparatiewerkzaamheden
! OpgeletDe reparatie van onderdelen met een veilig-heidstechnische functie brengt de veilige wer-king van de installatie in gevaar.Defecte onderdelen moeten door origineleonderdelen van Viessmann worden vervangen.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies
5517
028
3
Extra componenten, reserveonderdelen en slijtage-gevoelige onderdelen
! OpgeletReserveonderdelen en slijtagegevoelige onder-delen die niet met de installatie zijn getest, kun-nen de werking nadelig beïnvloeden. De mon-tage van componenten die niet zijn toegestaan,evenals wijziging en ombouw zonder toestem-ming, kunnen de veilige werking nadelig beïn-vloeden en de garantie beperken.Bij vervanging uitsluitend originele onderdelenvan Viessmann of door Viessmann goedge-keurde onderdelen gebruiken.
Veiligheidsinstructies voor de werking van de installatie
Wat te doen bij wateruittrede uit het toestel
GevaarAls water uit het toestel komt, bestaat gevaarvoor elektrische schokken.Verwarmingsinstallatie aan de externe schei-dingsinrichting uitschakelen (bijv. zekeringskast,stroomverdeling).
GevaarAls water uit het toestel komt, bestaat gevaarvoor brandwonden.Heet verwarmingswater niet aanraken.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies (vervolg)
5517
028
4
1. Informatie Verwijdering van de verpakking ............................................................. 6Symbolen ............................................................................................... 6Gebruik conform de regelgeving ............................................................ 6Productinformatie ................................................................................... 7■ Type BW 301.B en BWC 301.B .......................................................... 7■ Type BWS 301.B (warmtepomp 2e trap) ............................................ 7■ Installatievoorbeelden ......................................................................... 8
2. Montagehandleiding Aanduidingen in de installatievoorbeelden ............................................ 9Primair circuit, type BWBWC 301.B ....................................................... 10■ Met ombouwpakket water/water-warmtepomp: 1 primaire pomp ....... 10Primair circuit, type BW 301.B + BWS 301.B (2-traps) .......................... 12■ Met ombouwpakket water/water-warmtepomp: 2 primaire pompen ... 12■ Met ombouwpakket water/water-warmtepomp: 1 gemeenschappe-
lijke primaire pomp ............................................................................. 14Eisen aan aansluitingen door de installateur ......................................... 17■ 1-traps (type BW 301.B, BWC 301.B) ................................................ 17■ 2-traps (type BW 301.B + BWS 301.B) .............................................. 18Vereisten aan transport en opstelling .................................................... 19■ Transport ............................................................................................ 19■ Vereisten aan de installatieruimte ....................................................... 19
3. Montageverloop Warmtepomp opstellen .......................................................................... 21Bovenplaat demonteren ......................................................................... 22Hydraulisch aansluiten ........................................................................... 22■ Primair circuit aansluiten .................................................................... 22■ Secundair circuit aansluiten ................................................................ 23Elektrisch aansluiten .............................................................................. 24■ Elektrische aansluitingen voorbereiden .............................................. 24■ Bedieningseenheid monteren (type BW 301.B en BWC 301.B) ......... 25■ Elektrische kabels naar de aansluitruimte leggen .............................. 26■ Warmtepomp 1e trap (type BW 301.B) en 2e trap (type BWS 301.B)
elektrisch verbinden ............................................................................ 27■ Overzicht van de elektrische aansluitingen van de warmtepompre-
geling (type BW/BWC 301.B) ............................................................. 28■ Basisprintplaat (bedrijfscomponenten 230 V~) ................................... 28■ Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat (bedrijfscomponenten
230 V~) ............................................................................................... 32■ Rangeerprintplaat (meldings- en veiligheidsaansluitingen) ................ 36■ Regelaar- en sensorprintplaat (sensoren) .......................................... 38■ Aansluiting aanvoer-/retourtemperatuursensor primair circuit, twee-
traps warmtepomp .............................................................................. 40■ Zwembadverwarming ......................................................................... 40Netaansluiting ........................................................................................ 41■ Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~) ................................... 42■ Netaansluiting compressor 400 V~ ..................................................... 42■ Netvoeding met blokkering door energiebedrijf: Zonder lokale last-
scheiding ............................................................................................ 43■ Netvoeding met blokkering door energiebedrijf: Met lokale lastschei-
ding ..................................................................................................... 44■ Voeding in combinatie met eigen energieverbruik .............................. 47■ Smart Grid .......................................................................................... 47■ Fasenbewaker (indien aanwezig) ....................................................... 49Aansluiting op klemmen X3.8/X3.9 maken ............................................ 50Warmtepomp sluiten .............................................................................. 50Doorvoertules controleren ..................................................................... 51
4. Eerste inbedrijfstelling,inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud .................... 53
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5517
028
5
5. Onderhoud Overzicht van elektrische aansluitingen ................................................ 69■ Type BW/BWC 301.B ......................................................................... 69■ Type BWS 301.B ................................................................................ 70Behuizingsdeur openen ......................................................................... 71Overzicht interne componenten ............................................................. 72Warmtepomp aan primaire / secundaire zijde aftappen ........................ 73Sensoren controleren ............................................................................ 73■ Viessmann NTC 10 kΩ (blauwe markering) ....................................... 75■ Viessmann Pt500A (groene markering) .............................................. 76Zekering controleren .............................................................................. 76Toestel is te luid ..................................................................................... 77Condensatie en vocht in de warmtepompmodule ................................. 77
6. Lijst met wisselstukkentype BWC 301.B
Overzicht van de modules, type BWC 301.B ......................................... 79Onderdeel zonder afbeelding, type BWC 301.B .................................... 80Behuizing, type BWC 301.B .................................................................. 82Elektrische uitrusting, type BWC 301.B ................................................. 84Warmtepompmodule, type BWC 301.B ................................................. 86Hydraulica, type BWC 301.B ................................................................. 88
7. Lijst met wisselstukkentype BW 301.B
Overzicht van de modules, type BW 301.B ........................................... 91Onderdelen zonder afbeelding, type BW 301.B .................................... 92Behuizing, type BW 301.B ..................................................................... 94Elektrische uitrusting, type BW 301.B .................................................... 96Warmtepompmodule, type BW 301.B ................................................... 98Hydraulica, type BW 301.B ....................................................................100
8. Onderdelenlijsten typeBWS 301.B
Overzicht van de modules, type BWS 301.B .........................................103Onderdelen zonder afbeelding, type BWS 301.B .................................. 104Behuizing, type BWS 301.B ...................................................................106Elektrische uitrusting, type BWS 301.B ................................................. 108Warmtepompmodule, type BWS 301.B ................................................. 110Hydraulica, type BWS 301.B ................................................................. 112
9. Protocollen Protocol van de hydraulische parameters ............................................. 114Protocol van de regelingsparameters .................................................... 114
10. Technische gegevens Technische gegevens Brine/water-warmtepompen ............................... 125Technische gegevens water/water-warmtepompen ...............................128
11. Bijlage Opdracht tot eerste inbedrijfstelling ....................................................... 129Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering ..................................... 129
12. Verklaringen Conformiteitsverklaring .......................................................................... 130
13. Index ................................................................................................................131
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave (vervolg)
5517
028
6
Verpakkingsafval volgens de wettelijke bepalingen alsafval verwijderen.
NL: Verpakkingsafval wordt door de installateur mee-genomen/afgevoerd.
Symbolen
Symbool BetekenisVerwijzing naar ander document met bijko-mende informatie
1.Stap in afbeeldingen:de nummering komt overeen met de volg-orde van de stappen.
Waarschuwing voor materiële schade enschade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. ■ Onderdeel moet hoorbaar inklikken.
of■ Akoestisch signaal■ Nieuw onderdeel plaatsen.
of■ In combinatie met gereedschap: Opper-
vlakte reinigen.Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afge-ven. Onderdeel niet met het huisvuil mee-geven.
De werkwijze voor eerste inbedrijfstelling, inspectie enonderhoud zijn in het hoofdstuk ”Eerste inbedrijfstel-ling, inspectie en onderhoud” samengevat en als volgtaangeduid:
Symbool Betekenisbij de eerste inbedrijfstelling vereiste han-delingenniet vereist bij eerste inbedrijfstelling
bij de inspectie vereiste handelingen
niet vereist bij inspectie
bij onderhoud vereiste handelingen
niet vereist bij onderhoud
Gebruik conform de regelgeving
Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstal-leerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssys-temen conform EN 12828, rekening houdend met debijbehorende montage-, service- en gebruikshandlei-dingen.
Afhankelijk van de uitvoering kan het toestel uitsluitendvoor de volgende doeleinden worden gebruikt:■ Ruimteverwarming■ Ruimtekoeling■ Tapwaterverwarming
Met bijkomende componenten en accessoires kan defunctieomvang uitgebreid worden.
Informatie
Verwijdering van de verpakking
5517
028
Info
rmat
ie
7
Het gebruik in bedrijven of industrie voor een anderdoel als voor de verwarming/koeling van ruimtes ofvoor tapwaterverwarming geldt als niet volgens devoorschriften.
Verkeerd gebruik van het toestel respectievelijk ondes-kundige bediening (bijvoorbeeld wanneer de gebruikerhet toestel opent) is verboden en leidt tot aansprake-lijkheidsuitsluiting. Wanneer wijzigingen aangebrachtworden aan de componenten, wordt dit gezien als ver-keerd gebruik.
OpmerkingHet toestel is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijkgebruik, d.w.z. dat ook niet geïnstrueerde personenhet apparaat veilig kunnen bedienen.
Productinformatie
Type BW 301.B en BWC 301.B
Opbouw
Vitocal 300-G, type BW 301.B en type BWC 301.B zijnbrine/water-warmtepompen voor kamerverwarming,kamerkoeling en tapwateropwarming in monovalenteof mono-energetische installaties.Het koelcircuit heeft een elektronische expansieventiel(EEK) met eigen regelcircuit (koelcircuitregelaar).Voor de kamerverwarming en de tapwateropwarmingkan een extra verwarmingswater-doorstroomtoestel(accessoire) worden aangestuurd.
Vermogensuitbreiding
Het vermogen van type BW 301.B kan worden uitge-breid met een warmtepomp 2 e trap(type BWS 301.B).
Hydraulisch systeem
Type BWC 301.B bevat HR-circulatiepompen voor hetprimair circuit en het secundair circuit, alsook een HR-circulatiepomp voor de tapwateropwarming.Bij het type BW 301.B zijn deze pompen als acces-soire leverbaar.
Ombouw water/water-warmtepomp
De brine/water-warmtepomp Vitocal 300-G, type BW/BWC 301.B verandert met het ombouwpakket (acces-soire) in een water/water-warmtepomp. Hierbij voorzieteen afzonderlijk broncircuit het primaire circuit via eenscheidingswarmtewisselaar (accessoire) van warmte-energie. De warmtepompregeling stuurt de componen-ten van het broncircuit en het primaire circuit aan.
Kamerverwarming
De warmtepomp kan tot en met 3 verwarmingscircuitsvoorzien, 1 verwarmingscircuit zonder en 2 verwar-mingscircuits met mengklep: Voor het aansturen vande mengklep voor het 2e verwarmingscircuit metmengklep is de uitbreidingsset 'Mengklep' (accessoire)vereist.
Kamerkoeling
De kamerkoeling gebeurt ofwel via 1 verwarmings-/koelcircuit, ofwel via 1 afzonderlijk koelcircuit. Hiervooris hydraulisch accessoire vereist, bijv. NC-box metmengklep.
Warmtepompregeling
De hele installatie wordt door de ingebouwde warmte-pompregeling Vitotronic 200, type WO1C gecontro-leerd en geregeld.
Type BWS 301.B (warmtepomp 2e trap)
De warmtepomp 2e trap dient voor de prestatieuitbrei-ding van het type BW 301.B (warmtepomp 1e trap).
Informatie
Gebruik conform de regelgeving (vervolg)
5517
028
Info
rmat
ie
8
OpmerkingDe warmtepomp 2e trap moet links naast de warmte-pomp 1e trap worden geplaatst.
Opbouw
De warmtepomp 2e trap beschikt over een eigen koel-circuit met koelcircuitregelaar, maar niet over eeneigen warmtepompregeling. De aansturing van de 2 etrap gebeurt via de warmtepompregeling van de 1 etrap.
Hydraulisch systeem
Aan de primaire zijde kan bij 2-trapsuitvoering ofwelvoor beide trappen een eigen primaire pomp ofwel eengemeenschappelijke primaire pomp worden gebruikt.Los daarvan worden de aanvoer- en retourtempera-tuursensor in het primaire circuit aan de gemeen-schappelijke aanvoer en retour gemonteerd.Afhankelijk van de hydraulische integratie kan dewarmtepomp 2e trap zowel voor ruimteverwarming alsvoor tapwaterverwarming worden gebruikt. Daartoezijn voor de warmtepomp 2e trap een eigen secun-daire pomp en een eigen circulatiepomp voor boiler-verwarming (beide accessoire) vereist.
Installatievoorbeelden
Beschikbare installatievoorbeelden: Ziewww.viessmann-schemes.com.
Informatie
Productinformatie (vervolg)
5517
028
Info
rmat
ie
9
--230
V--
-KM
-BU
S-
--F6-
-
--F0-
-
--F8-
-
--F14
--
--212
.3--
--211
.2--
--211
.4--
-2/X
3.8;
3.9-
2
2
[HF
[YFF
--2/F14--
--2/211.2--
-2/145-
A1
--2/X3.8;3.9--
oR
iE
oE oP
oQ
oW
oE
--2/F14--oEoE
Afb. 1
Montagehandleiding
Aanduidingen in de installatievoorbeelden55
1702
8
Mon
tage
10
Met ombouwpakket water/water-warmtepomp: 1 primaire pomp
Hydraulisch installatieschema
19
24
26
28
22
20
2
--K
M-B
US
--
--X
3.8;
3.9-
-
--21
1.1-
-
--23
0 V-
---2/X3.8;3.9--
--2/
211.
1--
27
---------P1
P1
--2/
X3.
3;3.
4--
23--
X3.
3;3.
4--
21--2/X3.8;3.9--
11
615 7 4
P
Afb. 2
OpmerkingWeergegeven wordt type BWC 301.B. Hier zijn de cir-culatiepompen in de fabriek ingebouwd en aangeslo-ten (primaire pomp qT, secundaire pomp 6, circula-tiepomp voor boilerverwarming 7, CV-water-door-stroomelement 4 optioneel).Bij het type BW 301.B zijn in de fabriek geen circula-tiepompen ingebouwd. Aansluiting zie ”elektrischinstallatieschema”.
Benodigde toestellenPos. Omschrijving1 Warmtepomp2 WarmtepompregelingqT Primaire pompqO Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuitwP Brine-accessoirepakketwQ Drukbewaker primaire circuitwW Scheidingswarmtewisselaar primair circuitwE Stromingsbewaker broncircuit (bij aansluiting
brug verwijderen)
Pos. OmschrijvingwR VuilvangerwZ Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via re-
lais met zekering door installateur laten aan-sluiten)■ 230V-aansluiting: Zie pagina 11.■ 400V-aansluiting: Zie pagina 11.
wU ZuigbronwI Absorberende bron
Montagehandleiding
Primair circuit, type BWBWC 301.B
5517
028
Mon
tage
11
Elektrisch installatieschema
Overzicht van de elektrische aansluitingen en meerinformatie over printplaten: Zie vanaf pagina 28 enaparte servicehandleiding Warmtepomprege-ling ”Vitotronic 200”.
Met aansluiting bronpomp 230 V~
M1~
M1~X1.
X2.N
UP
UPN
L 200 W
NL1
X1.X3.4
X3.3
X1.X3.8
X3.9
230
V / 5
0 H
z
230 V; 0,15 A
230 V; 0,15 A
230 V; 0,15 A
K1
2
qT
wZ
wE
wQ
qO
sHsYYA.
Afb. 3
Aansluiting bronpomp 400 V~ door installateur
X1.X2.N
UP
UP
M3~ 26
2
N
L15
200 W26
L1230
V /
50 H
z
K1
211.1
L2 L3
M1~
Afb. 4
Montagehandleiding
Primair circuit, type BWBWC 301.B (vervolg)
5517
028
Mon
tage
12
Met ombouwpakket water/water-warmtepomp: 2 primaire pompen
Hydraulisch installatieschema
19
24
26 28
22
20
--2/X3.8;3.9--
--2/
211.
1;22
4.2-
-
27
---------P1
P1
--2/
X3.
3;3.
4--
23
21--2/X3.8;3.9--
9 1
2
--K
M-b
us--
--X
3.8;
3.9-
-
--23
0 V-
-
P1 P1
P1 P1
--F2--16
--2/224.2-- --2/211.1----F3--
17
--F2
----
211.
1--
--F3
----
224.
2--
25 15
--X
3.3:
3.4-
-
P
Afb. 5
Benodigde toestellenPos. Omschrijving1 Warmtepomp 1 trap2 Warmtepompregeling9 Warmtepomp 2 trapqT Primaire pomp warmtepomp 1e trapqZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit:
Montage zie pagina 40.qU Retourtemperatuursensor primair circuit: Mon-
tage zie pagina 40.qO Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuitwP Brine-accessoirepakketwQ Drukbewaker primaire circuitwW Scheidingswarmtewisselaar primair circuit
Pos. OmschrijvingwE Stromingsbewaker broncircuit (voor aansluiting
brug verwijderen)wR VuilvangerwT Primaire pomp warmtepomp 2e trapwZ Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via re-
lais met zekering door installateur laten aan-sluiten)■ 230V-aansluiting: Zie pagina 13.■ 400V-aansluiting: Zie pagina's 16, 13.
wU ZuigbronwI Absorberende bron
Montagehandleiding
Primair circuit, type BW 301.B + BWS 301.B (2-traps)
5517
028
Mon
tage
13
Elektrisch installatieschema
Overzicht van de elektrische aansluitingen en meerinformatie over printplaten: Zie vanaf pagina 28 enservicehandleiding ”Vitotronic 200”.
Aansluiting bronpomp 230 V~ door installateur
wZ
wT
2
M1~
M1~
M1~
230
V / 5
0 H
z
UP
200 W
UP
200 W
UP
NL1
K3
K2K1
qT211.1
224.2
Afb. 6
Aansluiting bronpomp 400 V~ door installateur2
230
V /
50 H
z
211.1
X1.X2.N
UP 25
200 W224.2
X1.X2.N
UP 15
200 W
X3.1
K2K1X2.N
UPM3~ 26
L1
K1
L2 L3
M1~
M1~
Afb. 7
Montagehandleiding
Primair circuit, type BW 301.B + BWS 301.B (2-traps) (vervolg)
5517
028
Mon
tage
14
Aansluiting van de sensoren en bewakers2
qU
wE
wQ
qO
230
V / 5
0 H
zLa
agsp
anni
ng
PT500
PT500
X1.X3.4
X3.3
X1.X3.9
X3.8
230 V; 0,15 A
230 V; 0,15 A
230 V; 0,15 A
qZF2
F3
aS
aD
Afb. 8
Met ombouwpakket water/water-warmtepomp: 1 gemeenschappelijke primaire pomp
OpmerkingWanneer de 1ste en 2e trap (type BW 301B en typeBWS 301.B) met verschillende nominale verwarmings-vermogens worden geïnstalleerd, moet u vanwege deverschillende volumestromen 2 primaire pompengebruiken.
Montagehandleiding
Primair circuit, type BW 301.B + BWS 301.B (2-traps) (vervolg)
5517
028
Mon
tage
15
Hydraulisch installatieschema
19
24
26 28
22
20
--2/X3.8;3.9--
--2/
211.
1;22
4.2-
-
27
---------
P1
P1
--2/
X3.
3;3.
4--
23
21
--2/
X3.
8;3.
9--
9 1
2
--K
M-b
us--
--X
3.8;
3.9-
-
--23
0 V-
-
P1 P1
P1 P1
--F2--16
--F3--
17
--F2
--
--21
1.1-
---
F3--
--2/
211.
1--
15
--22
4.2-
-
P
Afb. 9
Benodigde toestellenPos. Omschrijving1 Warmtepomp 1 trap2 Warmtepompregeling9 Warmtepomp 2 trapqT Gemeenschappelijke primaire pompqZ Aanvoertemperatuursensor primair circuit:
Montage zie pagina 40.qU Retourtemperatuursensor primair circuit: Mon-
tage zie pagina 40.qO Vorstbeveiligingsthermostaat primair circuitwP Brine-accessoirepakketwQ Drukbewaker primaire circuitwW Scheidingswarmtewisselaar primair circuitwE Stromingsbewaker broncircuit (voor aansluiting
brug verwijderen)wR Vuilvanger
Pos. OmschrijvingwZ Bronpomp (zuigpomp voor grondwater, via re-
lais met zekering door installateur laten aan-sluiten)■ 230V-aansluiting: Zie pagina 13.■ 400V-aansluiting: Zie pagina's 16 en 13.
wU ZuigbronwI Absorberende bron
OpmerkingAanvoer- en retourtemperatuursensor primair circuithetzij in de dompelhulsen van de hydraulische module(accessoire) monteren of dompelhulsset (accessoire)gebruiken.
Montagehandleiding
Primair circuit, type BW 301.B + BWS 301.B (2-traps) (vervolg)
5517
028
Mon
tage
16
Elektrisch installatieschema
Overzicht van de elektrische aansluitingen en meerinformatie over printplaten: Zie vanaf pagina 28 enaparte servicehandleiding ”Vitotronic 200”.
Aansluiting bronpomp 400 V~ door installateur2
230
V /
50 H
z
211.1
X1.
X2.N
UPM1~
200 W
224.2
L1 L2 L3
X2.N UPM3~ 26
Afb. 10
Aansluiting van de sensoren en bewakers2
qU
wE
wQ
qO
230
V / 5
0 H
zLa
agsp
anni
ng
PT500
PT500
X1.X3.4
X3.3
X1.X3.9
X3.8
230 V; 0,15 A
230 V; 0,15 A
230 V; 0,15 A
qZF2
F3
aS
aD
Afb. 11
Montagehandleiding
Primair circuit, type BW 301.B + BWS 301.B (2-traps) (vervolg)
5517
028
Mon
tage
17
1-traps (type BW 301.B, BWC 301.B)
133
576 66
2 727 79
2 889 96
2 1155
87
67125
182361
496
449524
600
A
230 V~< 42 V
B
C
D
E
230 V~< 42 V
ABC
E D
784 84
4
Afb. 12
A+
Verwarmingswaterretour en retourwarmwaterboiler
B Aanvoer warmwaterboiler (verwar-mingswaterzijde)
C Verwarmingswateraanvoer
D Aanvoer primair circuit (brine-ingangwarmtepomp)
E Retour primair circuit (brine-uitgangwarmtepomp)
Montagehandleiding
Eisen aan aansluitingen door de installateur55
1702
8
Mon
tage
18
2-traps (type BW 301.B + BWS 301.B)
133
57666
272779
288996
2
133
576 66
2 727 79
2 889 96
2 1155
87
67125
182361
496
67125
182361
496
449524
449524
600 600
300
230 V~< 42 V
A
78484
4
230 V~< 42 V
B
C
D
E
F
G
H
K
L
230 V~< 42 V
230 V~< 42 V
ABC
E D
FGH
L K78
4 844
Afb. 13 links type BWS, rechts type BW
A/F+
Verwarmingswaterretour en retour warmwaterboiler
B/G Aanvoer warmwaterboiler (verwarmingswaterzijde)
C/H Verwarmingswateraanvoer
D/K Aanvoer primair circuit (brine-ingang warmtepomp)
E/L Retour primair circuit (brine-uitgang warmtepomp)
Montagehandleiding
Eisen aan aansluitingen door de installateur (vervolg)
5517
028
Mon
tage
19
Transport
! OpgeletSchokken, druk- en trekbelasting kunnen leidentot schade aan de buitenwanden van het toestel.Bovenzijde toestel, voorkant en zijwanden nietbelasten.
! OpgeletSterke kanteling van de compressor in de warm-tepomp leidt tot schade aan het toestel.Maximale kantelhoek: 45° voor zeer korte tijd
Vereisten aan de installatieruimte
! OpgeletEen ongunstig omgevingsklimaat kan de wer-king verstoren en tot schade aan het toestel lei-den.
De installatieruimte moet droog en vorstvrij zijn:■ Omgevingstemperaturen 0 tot 35 ºC garande-
ren.■ Max. 70 % relatieve luchtvochtigheid (komt
overeen met een absolute luchtvochtigheidvan ca. 25 g waterdamp/kg droge lucht)
GevaarStof, gassen en dampen kunnen schadelijk zijnvoor de gezondheid en explosies veroorzaken.Stof, gassen en dampen in de installatieruimtevermijden.
! OpgeletEen te hoge vloerbelasting kan tot schade aanhet gebouw leiden.De toegestane vloerbelasting respecteren.Rekening houden met het totale gewicht van hettoestel.
Totaal gewicht
Type Gewicht in kgBW 301.B06 113
301.B08 117301.B10 129301.B13 135301.B17 148
Type Gewicht in kgBWC 301.B06 123
301.B08 127301.B10 139301.B13 145301.B17 158
Type Gewicht in kgBWS 301.B06 109
301.B08 113301.B10 125301.B13 131301.B17 144
Plaats het toestel niet op houten vloeren (bijvoorbeeldop zolder) om contactgeluid te voorkomen.
Minimaal kamervolume (conform EN 378)
Type Inhoud koel-middel in kg
Minimaalruimtevolumein m3
■ BW■ BWC■ BWS
301.B06 1,40 3,2301.B08 1,95 4,4301.B10 2,40 5,5301.B13 2,25 5,1301.B17 2,75 6,3
Montagehandleiding
Vereisten aan transport en opstelling55
1702
8
Mon
tage
20
Minimumafstanden 1-traps (type BW/BWC 301.B)
≥ 400
≥ 15
00A
B
Afb. 14
A afhankelijk van de installatie en inbouwsituatie bijde installateur
B ■ Zonder AC-box:≥ 100 mm
■ Met AC-box (accessoire, montage links naast dewarmtepomp):≥ 400 mm (plus breedte van de AC-box)
Opmerking■ Houd rekening met vrije ruimte voor installatie en
onderhoud.■ Bij meer dan 80 mm ruimte achter de warmtepomp
zijn extra trekontlastingen voor de elektrische kabelsnodig.
Minimumafstanden 2-traps (type BW 301.B +BWS 301.B)
≥ 100
≥ 400
A
≥ 15
00
B
Afb. 15
A afhankelijk van de installatie en inbouwsituatie bijde installateur
B ■ Zonder AC-box:≥ 100 mm
■ Met AC-box (accessoire, montage links naast dewarmtepomp):≥ 400 mm (plus breedte van de AC-box)
Opmerking■ Houd rekening met vrije ruimte voor installatie en
onderhoud.■ Bij meer dan 80 mm ruimte achter de warmtepomp
zijn extra trekontlastingen voor de elektrische kabelsnodig.
Aanwijzingen voor gebruik van accessoires voorverwarmings-/koelcircuit of afzonderlijk koelcircuit
AC-box voor koelfunctie ”active cooling”■ U kunt de AC-box uitsluitend tot een nominaal ver-
mogen ≤ 17,6 kW gebruiken. Voor hogere nominalevermogens moeten alle noodzakelijke componenten(met overeenkomstig gedimensioneerde platen-warmtewisselaar) voor het CV-/koelcircuit of afzon-derlijk koelcircuit ter plaatse worden gemonteerd.
NC-box voor koelfunctie ”natural cooling”■ U kunt de NC-box uitsluitend tot een nominaal ver-
mogen ≤ 16 kW gebruiken. Voor hogere nominalevermogens moeten alle noodzakelijke componenten(met overeenkomstig gedimensioneerde platen-warmtewisselaar) voor het CV-/koelcircuit of afzon-derlijk koelcircuit ter plaatse worden gemonteerd.
■ Bij tweetraps warmtepompen kunt u de NC-box nietdirect boven de warmtepomp monteren. Boven dewarmtepompen worden de hydraulische verbindings-leidingen tussen warmtepomp 1e trap en warmte-pomp 2e trap gemonteerd.
Montagehandleiding
Vereisten aan transport en opstelling (vervolg)
5517
028
Mon
tage
21
4x
4x1.
2.
Afb. 16
1. Warmtepomp volgens de gegevens op pagina 19plaatsen.
! OpgeletWerking met transportbeveiliging veroor-zaakt vibraties en een sterke geluidsproduc-tie.Transportbeveiligingen verwijderen.
2. Toestel horizontaal uitlijnen.
OpmerkingAls oneffenheden in de vloer met stelpoten moetenworden gecompenseerd (max. 10 mm), moet de druk-belasting op de stelpoten gelijkmatig worden verdeeld.
Montageverloop
Warmtepomp opstellen55
1702
8
Mon
tage
22
1.
Afb. 17
Hydraulisch aansluiten
Plaatsing van de hydraulische aansluitingen: Ziepagina 17.
Primair circuit aansluiten
! OpgeletHet warmteoverdrachtsmedium kan schadedoor corrosie aan leidingen en onderdelen bij deinstallateur veroorzaken.De gebruikte onderdelen moeten bestand zijntegen het warmteoverdragend medium. Geenverzinkte leidingen gebruiken.
Montageverloop
Bovenplaat demonteren
5517
028
Mon
tage
23
1. Primair circuit van expansievat en veiligheidsklepvoorzien (conform DIN 4757).
Opmerking■ Het expansievat moet volgens DIN 4807 toegela-
ten zijn. De membranen van het expansievat ende veiligheidsklep moeten geschikt zijn voor hetwarmteoverdragend medium.
■ Afvoer- en afblaasleidingen moeten in een vatuitmonden dat het maximaal mogelijke expansie-volume van het warmteoverdragend medium kanopnemen.
2. Alle leidingdoorvoeringen door wanden isolerentegen warmte en geluid.
3. Primaire leidingen op de warmtepomp aansluiten.
! OpgeletMechanisch belaste hydraulische verbindin-gen veroorzaken lekkage, vibraties enschade aan het toestel.Leidingen bij de installateur moeten belas-tingvrij en spanningsvrij worden aangeslo-ten.
! OpgeletOndichte hydraulische verbindingen veroor-zaken schade aan het toestel.Bij de slangdoorvoeringen op de juisteplaats van de doorvoertules letten. Slang-doorvoeringen eventueel met afdichtbandafdichten.
4. Leidingen in het gebouw warmte- en dampdiffusie-dicht isoleren.
5. Primair circuit met warmteoverdragend mediumvan Viessmann vullen en ontluchten.
OpmerkingVorstbescherming tot –19 °C garanderen.Het warmteoverdragend medium van Viessmann iseen kant-en-klaar mengsel op basis van ethyleen-glycol. Het bevat eveneens inhibitoren als corrosie-bescherming. Het warmteoverdragend mediumkan tot –19 °C worden gebruikt.
OpmerkingPositie van de slangdoorvoertules: Zie pagina 52.
Secundair circuit aansluiten
1. Secundaire circuit door installateur van expansie-vat en veiligheidsgroep te voorzien (volgensDIN 4757).Veiligheidsgroep aan de door de installateur tevoorziene leiding in de verwarmingswaterretourmonteren.
2. Secundaire leidingen aan de warmtepomp aanslui-ten (7 ≥ 28 mm).
! OpgeletMechanisch belaste hydraulische verbindin-gen veroorzaken lekkage, vibraties enschade aan het toestel.Leidingen bij de installateur moeten belas-tingvrij en spanningsvrij worden aangeslo-ten.
! OpgeletOndichte hydraulische verbindingen veroor-zaken schade aan het toestel.Bij de slangdoorvoeringen op de juisteplaats van de doorvoertules letten. Slang-doorvoeringen eventueel met afdichtbandafdichten.
3. Secundair circuit vullen en ontluchten.
4. Leidingen binnen het gebouw isoleren.
Montageverloop
Hydraulisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
24
Opmerking■ Positie van de slangdoorvoertules: Zie pagina 52.■ In vloerverwarmingscircuits moet door de installateur
een thermostaat als maximumtemperatuurbegren-zing voor de vloerverwarming worden ingebouwd.
■ Het minimumdebiet garanderen, bijvoorbeeld metoverstortklep: Zie ”technische gegevens” oppagina 125.
Elektrisch aansluiten
Elektrische aansluitingen voorbereiden
Kabels■ Kabellengtes en kabeldoorsnede zie volgende tabel-
len.■ Voor accessoires:
Kabels met telkens het benodigde aantal aders voorexterne aansluitingen.De door de installateur te voorziene verdeeldoosvoorbereiden.
GevaarBeschadigde isolatie van leidingen kunnen totgevaarlijk letsel door elektrische stroom en totschade aan het toestel leiden.Kabels zo leggen dat ze niet tegen sterk warm-tegeleidende, vibrerende of scherpe onderdelenliggen.
GevaarOndeskundig uitgevoerde bedradingen kunnentot gevaarlijk letsel door elektrische stroom entot schade aan het toestel leiden.Door de volgende maatregelen vermijden dat deaders tegen de ernaast liggende spanningvoe-rende delen aankomen:■ laagspanningskabels < 42 V en kabels
> 42 V/230 V~/400 V~ gescheiden van elkaarleggen en met kabelbinders bevestigen.
■ Kabels vlak vóór de aansluitklemmen zo kortmogelijk afstrippen en dicht tegen de bijbeho-rende klemmen bundelen.
■ Als twee componenten op een gemeenschap-pelijke klem worden aangesloten, moetenbeide aders samen in één adereindhuls wor-den geperst.
Vereiste kabellengtes in de warmtepomp excl. wandafstand
Type BW/BWC 301.B BWS 301.BNetaansluiting warmtepompregeling 230 V~ 1,0 m —
Netaansluiting compressor 400 V~ 1,0 m 1,0 mOverige aansluitkabels 1,0 m —
Geadviseerde netaansluitkabels
Netaansluiting Leiding Max. kabellengteCompressor 400 V~ 5 x 2,5 mm2 50 mWarmtepompregeling230 V~
■ Zonder blokkering doorhet energiebedrijf
3 x 1,5 mm2 40 m
■ Met blokkering doorenergiebedrijf
5 x 1,5 mm2 40 m
Verwarmingswaterdoorstromer 400 V~ 5 x 2,5 mm2 50 m
Montageverloop
Hydraulisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
25
Bedieningseenheid monteren (type BW 301.B en BWC 301.B)
3.
2.
1.
2x
Afb. 18
6x
[XÖX
7.
8.
4.
6.
9.
11.
10.
5.
Afb. 19
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
26
Elektrische kabels naar de aansluitruimte leggen
Om elektrische aansluitkabels (door installateur tevoorzien) te leggen, de positie van de leidingdoorvoe-ring in het toestel aan de achterkant in acht nemen:Zie pagina 17.
< 42 V230 V~/400 V~
Afb. 20
1. Laagspanningsleidingen door opening ”< 42 V”naar de aansluitruimte van de warmtepomprege-ling leiden. Kabels met bijgevoegde kabelbinderstrekontlasten.
2. 230 V-kabels en netaansluitkabel voor compressordoor opening ”230 V~/400 V~” naar de aansluit-ruimte warmtepompregeling leiden. Kabels met bij-gevoegde kabelbinders trekontlasten.Netaansluiting, zie vanaf pagina 41.
OpmerkingLaagspanningskabels en 230 V/400 V-kabels zover mogelijk van elkaar verwijderd leggen.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
27
Warmtepomp 1e trap (type BW 301.B) en 2e trap (type BWS 301.B) elektrisch verbinden
230 V~< 42 V
230 V~
< 42 V
2.
B1.
5.
3.
4.
Afb. 21
A Aansluitruimte warmtepomp 2e trap (typeBWS 301.B)
B Verbindingskabels laagspanning < 42 V:■ Met stekkers aJB en aVG voor de aansluitruimte
warmtepomp 2e trap (type BWS 301.B)■ Met stekkers aJB en aVG voor de aansluitruimte
warmtepomp 1e trap (type BW 301.B)
C Verbindingskabels 230 V~:■ Met stekkers zonder kenmerk voor de aansluit-
ruimte warmtepomp 2e trap (type BWS 301.B)■ Met stekkers ”X300” en aBH voor de aansluit-
ruimte warmtepomp 1e trap (type BW 301.B)D Aansluitruimte warmtepomp 1e trap (type
BW 301.B)
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
28
Overzicht van de elektrische aansluitingen van de warmtepompregeling (type BW/BWC 301.B)
X15
X2X3
F1
X1
X31
X25
X24
F0 F4F27F8F6
F13F7
F11
F12
F14F16
F20
193B
193C
F3
193A
F26
J4J3
Afb. 22
A Rangeerprintplaat: zie pagina 36.F1 Zekering T 6,3 A
B Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat: Ziepagina 32.
C Basisprintplaat: Zie volgend hoofdstuk.F3 Zekering T 6,3 A
D Regelaar- en sensorprintplaat: zie pagina 38.
Basisprintplaat (bedrijfscomponenten 230 V~)
Opmerkingen bij de aansluitwaarden■ Het aangegeven vermogen is het geadviseerde aan-
sluitvermogen.■ De som van de vermogens van alle direct op de
warmtepompregeling aangesloten componenten(bijv. pompen, kleppen, meldinrichtingen, relais) mag1000 W niet overschrijden.Als het totale vermogen ≤ 1000 W is, kan het afzon-derlijke vermogen van een component (bijvoorbeeldpomp, klep, meldinrichting, relais) groter dan opge-geven worden gekozen. Daarbij mag het schakelver-mogen van het overeenkomstige relais niet wordenoverschreden.
■ De aangegeven stroomwaarde geeft de maximaleschakelstroom van het schakelcontact aan (totalestroom van 5 A in acht nemen).
■ Aansturing externe warmtegenerator en groeps-alarmmelding zijn niet voor veiligheidslaagspanninggeschikt.
Vereiste parameters bij de inbedrijfstelling instellen:Zie vanaf pagina 56.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
29
Stekker sYAKlemmen Functie Verklaring211.1
1.
■ Primaire pomp (warmtepomp1e trap of gemeenschappelijke pri-maire pomp)
■ Aansturing bronpomp
Aansluitwaarden■ Vermogen: 200 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
211.2
1.
Secundaire pomp (warmtepomp1e trap)
■ Bij installatie zonder verwarmingswaterbuffer is nietnog een CV-pomp nodig: zie klem 212.2.
■ Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzingvoor vloerverwarmingscircuit (indien aanwezig) in se-rie aansluiten.
Aansluitwaarden■ Vermogen: 140 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
OpmerkingBij type BWC 301.B in de fabriek aangesloten
211.3
r1.
Aansturing elektrisch verwarmings-element trap 1
Aansluitwaarden■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
211.4 Aansluitwaarden■ Vermogen: 130 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
OpmerkingBij type BWC 301.B is de circulatiepomp voor de boiler-verwarming in de fabriek aangesloten.
Mr 3-wegomschakelklep ”Verwarmen/tapwaterverwarming”
Circulatiepomp voor boilerverwarming
Boilerlaadpomp
211.5 NC
Aansturing koelfunctie ”natural coo-ling”
NC/AC-box of door installateur geleverde componentenvoor NC/AC-koeling
Aansluitwaarden■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
30
Stekker sYSKlemmen Functie Verklaring212.1
ACAansturing koelfunctie ”active coo-ling”.
AC-box of door installateur geleverde componentenvoor AC-koeling
Aansluitwaarden■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
212.2
A1
Pomp CV-circuit zonder mengklepA1/VC1
■ Als er een verwarmingswaterbuffer aanwezig is,wordt deze pomp aanvullend op de secundaire pompaangesloten.
■ Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzingvoor vloerverwarmingscircuit (indien aanwezig) in se-rie aansluiten.
Aansluitwaarden■ Vermogen: 100 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
212.3 Circulatiepomp Aansluitwaarden■ Vermogen: 50 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
212.4 3-wegomschakelklep voor bypassverwarmingswaterbuffer of warmte-pomp bij bivalente alternatieve wer-king
Aansluitwaarden■ Vermogen: 130 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming aansluiten
Aansluiting van een thermostaat B algemeen
M1~C
B
X2.N?A
X1.
Afb. 23
Aansluiting van de thermostaat, bestelnummer7151728, 7151729 B
M1~C
B
sÖ
X2.N?
AX1.
Afb. 24
Aansluiting A op de re-geling
Circulatiepomp C
Verwarmingscircuit zonder mengklep A1/VC1■ Zonder verwarmingswaterbuffer 211.2 Secundaire pomp■ Met verwarmingswaterbuffer 212.2 CV-pomp A1/VC1Verwarmingscircuit met mengklep M2/VC2 225.1 CV-circuitpomp M2/VC2
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
31
Aansluiting van de thermostaat bestelnummer7151728, 7151729 B op de uitbreidingset mengklep
M1~C
B
A
sÖ
sÖ
N?
Afb. 25
A Stekker sÖ, op uitbreidingsset steken.B ThermostaatC CV-circuitpomp M3/VC3
Stekker sYFKlemmen Functie Verklaring214.1
M2
Externe bijschakeling verwarmings-/koelcircuits:Aanvraag ruimteverwarming verwar-mingscircuit M2/VC2
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Aanvraag ruimteverwarming voor verwar-
mingscircuit M2/VC2 actief■ 0 V: Geen vraag■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A
214.2
M2
Externe bijschakeling verwarmings-/koelcircuits:Aanvraag ruimtekoeling verwarmings-circuit M2/VC2
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Aanvraag ruimtekoeling voor verwarmingscir-
cuit M2/VC2 actief■ 0 V: Geen vraag■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A
214.3
M3
Externe bijschakeling verwarmings-/koelcircuits:Aanvraag ruimteverwarming verwar-mingscircuit M3/VC3
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Aanvraag ruimteverwarming voor verwar-
mingscircuit M3/VC3 actief■ 0 V: Geen vraag■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A
214.4
M3
Externe bijschakeling verwarmings-/koelcircuits:Aanvraag ruimtekoeling verwarmings-circuit M3/VC3
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Aanvraag ruimtekoeling voor verwarmingscir-
cuit M3/VC3 actief■ 0 V: Geen vraag■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A
OpmerkingAls de warmtepomp 2e trap aangesloten is, is deexterne bijschakeling voor verwarmings-/koelcircuitsniet mogelijk.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
32
Stekker sYHKlemmen Functie Verklaring216.1
A1Externe bijschakeling verwarmings-/koelcircuits:Vraag kamerverwarming verwar-mingscircuit A1/VC1Of
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Aanvraag kamerverwarming voor verwar-
mingscircuit A1/VC1 actief■ 0 V: Geen vraag■ Schakelvermogen 230 V, 2 mA
Smart Grid:Potentiaalvrij contact 1
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Contact actief■ 0 V: Contact niet actief■ Schakelvermogen 230 V, 2 mA
216.2
A1
Externe bijschakeling verwarmings-/koelcircuits:Vraag kamerkoeling verwarmingscir-cuit A1/VC1
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Aanvraag kamerkoeling voor verwarmingscir-
cuit A1/VC1 actief■ 0 V: Geen vraag■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A
216.4 Smart Grid:Potentiaalvrij contact 2
Digitale ingang 230 V~:■ 230 V~: Contact actief■ 0 V: Contact niet actief■ Schakelvermogen 230 V, 2 mA
OpmerkingAls de warmtepomp 2e trap aangesloten is, is deexterne bijschakeling voor verwarmings-/koelcircuitsniet mogelijk.
Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat (bedrijfscomponenten 230 V~)
Opmerkingen bij de aansluitwaarden■ Het aangegeven vermogen is het geadviseerde aan-
sluitvermogen.■ De som van de vermogens van alle direct op de
warmtepompregeling aangesloten componenten(bijv. pompen, kleppen, meldinrichtingen, relais) mag1000 W niet overschrijden.Als het totale vermogen ≤ 1000 W is, kan het afzon-derlijke vermogen van een component (bijvoorbeeldpomp, klep, meldinrichting, relais) groter dan opge-geven worden gekozen. Daarbij mag het schakelver-mogen van het overeenkomstige relais niet wordenoverschreden.
■ De aangegeven stroomwaarde geeft de maximaleschakelstroom van het schakelcontact aan (totalestroom van 5 A in acht nemen).
■ Aansturing externe warmtegenerator en groeps-alarmmelding zijn niet voor veiligheidslaagspanninggeschikt.
Vereiste parameters bij de inbedrijfstelling instellen: zievanaf pagina 56.
Stekker sXSKlemmen Functie Verklaring222.1
Aansturing mengklepmotor voor ex-terne warmtegeneratorSignaal mengklep DICHT
Aansluitwaarden■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 0,2(0,1) A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
33
Stekker sXSKlemmen Functie Verklaring222.2
Aansturing mengklepmotor voor ex-terne warmtegeneratorSignaal mengklep OPEN
Aansluitwaarden■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 0,2(0,1) A
222.3222.4
Aansturing externe warmtegeneratoren telkens 1 veiligheidstemperatuur-begrenzer (door installateur te plaat-sen, max. 70 °C) voor het uit- of om-schakelen van de volgende compo-nenten:
Potentiaalvrij contact
Aansluitwaarden (contactbelasting)■ Spanning: 230 V~
(niet geschikt voor veiligheidslaagspanning)■ Max. schakelstroom: 4(2) A
Kamerverwarming:■ Secundaire pomp warmtepomp■ Secundaire pomp warmtepomp 2e
trap (indien aanwezig)■ externe warmtegenerator
Aansluitingen voor veiligheidstemperatuurbegrenzer bijruimteverwarming:■ In serie naar secundaire pomp (klem 211.2 op basis-
printplaat)■ In serie naar secundaire pomp warmtepomp 2e trap
(klem 224.3)■ In serie voor de aansturing van externe warmtegene-
rator (klem 222.3) Tapwaternaverwarming:
■ Circulatiepomp voor de boilerver-warmingof
■ 3-wegomschakelklep ”Verwarmen/tapwaterverwarming”
Aansluitingen voor veiligheidstemperatuurbegrenzer bijtapwaternaverwarming:■ In serie naar circulatiepomp voor boilerverwarming of
drieweg-omschakelklep ”verwarmen/tapwateropwar-ming” (klem 211.4 op basisprintplaat)
Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor warmte-pomp in combinatie met externe verwarmingstoe-stel
222.3
222.4A
X3.1
X2.N
C
B
K1
D
Afb. 26
A Klemmen op uitbreidingsprintplaatB Brug van 1X3.1 naar 222.3 leggenC Aansluiting op de externe verwarmingstoestel op
klemmen voor de externe aanvraagD Veiligheidstemperatuurbegrenzer (max. 70 °C) ter
bescherming van de warmtepompK1 Relais, dimensionering volgens de externe verwar-
mingstoestel, veiligheidsvoorschriften respecteren
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
34
Stekker sXDKlemmen Functie Verklaring223.1223.2
U
Groepsalarmmelding Spanningsloos contact:■ Gesloten: Fout■ Geopend: Geen fout■ Niet geschikt voor veiligheidslaagspanning
Aansluitwaarden (contactbelasting):■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
Verzamelstoringsmelding
223.1L1
230V~, 0,5 A
N
223.2
A
Afb. 27
A Klemmen op uitbreidingsprintplaat
Stekker sXFKlemmen Functie Verklaring224.2
2.
Primaire pomp voor warmtepomp2e trap
Aansluitwaarden■ Vermogen: 200 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
224.3
2.
Secundaire pomp voor warmtepomp2e trap
Aansluitwaarden■ Vermogen: 130 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
224.4
r2.
Aansturing verwarmingswater-door-stroomtoestel trap 2.
Aansluitwaarden■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
224.5
2.
Circulatiepomp voor boileropwarmingvoor warmtepomp 2e trap
Aansluitwaarden■ Vermogen: 130 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
224.6 Boilerlaadpomp en 2-weg-afsluitklep parallel aanslui-ten.
Aansluitwaarden■ Vermogen: 130 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
Boilerlaadpomp (tapwaterzijde)
M
2-wegafsluitklep
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
35
Stekker sXFKlemmen Functie Verklaring224.7 Aansluitwaarden
■ Vermogen: 100 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
Circulatiepomp voor tapwaternaver-warmingofAansturing elektrisch verwarmings-element (in warmwaterboiler)
Elektrisch verwarmingselement EHE 400 V~
224.7
X2.N
NL3L2L1 ?
B
A
Afb. 28
A Elektrisch verwarmingselement EHE, spannings-toevoer 3/N/PE 400 V/50 Hz
B Aansluitklemmen van de warmtepompregeling
Stekker sXGKlemmen Functie Toelichting225.1
M2r
CV-pomp van het verwarmingscircuitmet mengklep M2/VC2
Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voorvloerverwarmingscircuit (indien aanwezig) in serie aan-sluiten.
Aansluitwaarden:■ Vermogen: 100 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 4(2) A
225.2
M2
Aansturing van de mengklepmotorverwarmingscircuit M2/VC2Signaal mengklep DICHT
Aansluitwaarden:■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 0,2(0,1) A
225.3
M2
Aansturing van de mengklepmotorverwarmingscircuit M2/VC2Signaal mengklep OPEN
Aansluitwaarden:■ Vermogen: 10 W■ Spanning: 230 V~■ Max. schakelstroom: 0,2(0,1) A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
36
Rangeerprintplaat (meldings- en veiligheidsaansluitingen)
Vereiste parameters bij de inbedrijfstelling instellen:Zie vanaf pagina 56.
Klemmen Functie VerklaringF1 Zekering T 6,3 A Opmerking
Totale belasting van 1000 W van alle aangesloten com-ponenten respecteren.
X1 Aardleiding X1.? Klemmen voor aardleiding van alle bijbehorende instal-latiecomponenten
X2 Neutrale leider X2.N Klemmen voor neutrale leider van alle bijbehorende in-stallatiecomponenten
X3 ■ Aansluitklemmen voor netaanslui-ting regeling ”L1” en extra compo-nenten
■ Geschakelde fase L1:X3.1, X3.2, X3.3, X3.7, X3.11,X3.13
Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen
Geschakelde fase L1:■ Geschakelde fase kan voor door installateur aan te
sluiten componenten van de installatie worden ge-bruikt.
■ Totale belasting 1000 W van alle aangesloten compo-nenten in acht nemen.
X3.1 Fase geschakeld X3.2X3.14
Signaal ”Extern blokkeren”: Externblokkeren van compressor en pom-pen, mengkleppen in regelwerking ofDICHT
Potentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: blokkering actief■ Geopend: geen blokkering■ Schakelvermogen 230 V~, 2 mA
Opmerking■ Vorstbescherming van de installatie eventueel niet
gegarandeerd.■ Deze en andere externe functies (bijv. externe ge-
wenste waarden) kunnen alternatief via de externeuitbreiding EA1 worden aangesloten.Zie montageaanwijzing ”Uitbreiding EA1”
X3.3X3.4
Stromingsbewaker Potentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: warmtepomp in werking■ Geopend: warmtepomp buiten werking■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A
■ Brug is bij een aantal toestellen geplaatst.■ Bij aangesloten stromingsbewaker mag er geen brug
aanwezig zijn.X3.6X3.7
G
Blokkering door energiebedrijf Potentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit vrij)■ Geopend: blokkering actief■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
37
Klemmen Functie Verklaring Opmerking
■ Geen parametrering nodig■ Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf mag er
geen brug aanwezig zijn.■ De compressor wordt ”hard” uitgeschakeld zodra het
contact opengaat.■ Het blokkeersignaal van het energiebedrijf schakelt
de voedingsspanning van de desbetreffende compo-nenten uit (afhankelijk van het energiebedrijf).
■ Voor het verwarmingswater-doorstroomtoestel kun-nen de uit te schakelen trappen worden gekozen(”Vermogen voor verw.waterdoorstr. bij ext. blok-kering 790A”).
■ De netaansluiting van de warmtepompregeling(3 x 1,5 mm2) en de kabel voor het blokkeringssignaalvan het energiebedrijf kunnen in een 5-aderige kabelworden samengebracht.
In combinatie met Smart Grid:blokkeersignaal energiebedrijf niet aansluiten.brug niet verwijderen.
X3.8X3.9
Potentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: Veiligheidscircuit vrij■ Geopend: veiligheidscircuit onderbroken, warmte-
pomp buiten werking■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A
■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide veiligheids-componenten
■ Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscompo-nenten.
PDrukbewaker primair circuiten/of
Vorstbeschermingsthermostaatof
Brug
X3.10X3.11
Storingsmelding volgende warmte-pomp van een cascadeofBrug
Potentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: Geen storing■ Geopend: Storing■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A
Bij aangesloten meldcontact mag er geen brug aanwe-zig zijn.
X3.12X3.13
Signaal ”Externe vraag”: Extern in-schakelen van compressor en pom-pen, mengkleppen in regelwerking ofOPEN, omschakelen van de wer-kingsmodus van meerdere installatie-componenten
Potentiaalvrij contact nodig:■ Gesloten: Vraag■ Geopend: Geen vraag■ Schakelvermogen 230 V~, 2 mA
OpmerkingDeze en andere externe functies (bijv. externe gewens-te waarden) kunnen alternatief via de externe uitbrei-ding EA1 worden aangesloten.Zie montageaanwijzing ”Uitbreiding EA1”
X3.17X3.18
Zekering F1 T 6,3 A
X3.18 Netaansluiting warmtepompregeling:Fase L1X1.1 Aansluiting aardleidingX2.1 Aansluiting nulleider
Netvoeding 230 V~
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
38
Regelaar- en sensorprintplaat (sensoren)
Vereiste parameters bij de inbedrijfstelling instellen:Zie vanaf pagina 56.
Stekker Sensor/componenten TypeF0.1/F0.2 Buitentemperatuursensor NTC 10 kΩ
F0.2/F0.3 Draadloze tijdmodule (door installateur) DCFF4 Buffertemperatuursensor NTC 10 kΩ
F6 Boilertemperatuursensor boven NTC 10 kΩ
F7 Boilertemperatuursensor onder NTC 10 kΩ
F11 Dauwpuntsensor 24 V
OpmerkingWanneer dauwpuntsensoren van de NC-box of AC-box bij koeling wordengebruikt, brug plaatsen, anders treedt de warmtepomp niet in werking (mel-ding ”CA veiligheidsinrichting primair”).
—
F12 Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M2/VC2 NTC 10 kΩ
F13 Aanvoertemperatuursensor installatie (achter verwarmingswaterbuffer en ex-terne warmtegenerator)
NTC 10 kΩ
F14 Aanvoertemperatuursensor koelcircuit: Verwarmingscircuit zonder mengklepA1/VC1 of apart koelcircuit AKC
NTC 10 kΩ
F16 Kamertemperatuursensor koelcircuit■ Vereist voor afzonderlijk koelcircuit AKC■ Aanbevolen voor verwarmings-/koelcircuit zonder mengklep A1/VC1
NTC 10 kΩ
F20 Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator NTC 10 kΩ
F27 Aanvoertemperatuursensor secundair circuit voor warmtepomp 2e trap Pt500A(PTC)
aJB(X25.13/X25.14)
Retourtemperatuursensor secundair circuit voor warmtepomp 2e trap Pt500A(PTC)
aVG KM-BUS (aders kunnen worden verwisseld)Indien meerdere apparaten worden aangesloten, KM-BUS-verdeler (acces-soires) gebruiken.
KM-BUS-deelnemer (voorbeelden):■ uitbreidingsset mengklep M3/VC3■ Afstandsbediening: verwarmingscircuittoewijzing op de afstandsbediening
instellen.■ Uitbreiding EA1, uitbreiding AM1
—
sVA Modbus 2 (aders niet verwisselbaar)Aansluiting voor energiemeter van de fotovoltaïsche installatie
—
J3 Brug voor afsluitweerstand modbus 2Afsluitweerstand actief (toestand bij levering)Afsluitweerstand niet actief
—
J4 Brug voor instelling master/slave Modbus 2Warmtepompregeling is slave.Warmtepompregeling is master (aflevertoestand).
—
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
39
Stekker Sensor/componenten TypeX18 Modbus 1
Viessmann-apparaten, bijvoorbeeld ventilatietoestel Vitovent 300-F
OpmerkingAls andere Viessmann apparaten moeten aangesloten worden opModbus 1µ, Modbus-verdeler (accessoire) gebruiken: Zie montagehandlei-ding ”Modbus-verdeler”.
—
X24 Aansluiting communicatiemodule LON (accessoires): Zie montageaanwij-zing ”Communicatiemodule LON”.
—
X31 Steekplaats voor codeerstekker —
a:DA PWM-signaal primaire pomp —
a:DB PWM-signaal secundaire pomp —
a:DC PWM-signaal circulatiepomp voor de boilerverwarming —
OpmerkingAanvoertemperatuursensor voor verwarmingscir-cuit met mengklep M3/VC3: De aanvoertemperatuur-sensor voor een verwarmingscircuit met mengklepM3/VC3 wordt aan de uitbreidingsset mengklep(accessoire) aangesloten.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
40
Aansluiting aanvoer-/retourtemperatuursensor primair circuit, tweetraps warmtepomp
< 42 V1.
2.
3.
Afb. 29
aS Aanvoertemperatuursensor primair circuitaD Retourtemperatuursensor primair circuit
Sensorkabels en gedemonteerde kabels (met stekkeraS/aD) met bijgevoegde kabelbinders samen met deoverige laagspanningsleidingen vastmaken.
! OpgeletNiet gemarkeerde sensorkabels kunnen niet dui-delijk geïdentificeerd worden.Sensorkabels markeren.
Zwembadverwarming
Opmerking■ Aansturing van de zwembadverwarming gebeurt via
de uitbreiding EA1 met KM-BUS.■ Aansluitingen op uitbreiding EA1 alleen volgens de
afbeelding 30 maken.■ Een filtercirculatiepomp kan niet via de warmte-
pompregeling worden aangestuurd.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
41
A[{SDE [{{]0-10V f-]A[{ADE [{DDE
+ -5 63 41 21 2
B
L1NH
L1 N
M1~
CD
F G
E
K
Afb. 30
A Uitbreiding EA1B Netaansluiting 1/N/PE 230 V/50 HzC Aftakdoos (door installateur)D Zekeringen en vermogensrelais voor de circulatie-
pomp van de zwembadverwarming (accessoire)E BrugF Drieweg-omschakelklep ”zwembad” (stroomloos:
verwarming verwarmingswaterbuffer)
G Circulatiepomp voor de zwembadverwarming(accessoire)
H Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuur-regeling (potentiaalvrij contact: 230 V~, 0,1 A,accessoire)
K Aansluiting KM-BUS op regelaar- en sensorprint-plaat
Netaansluiting
Scheidingsinrichtingen voor niet-geaarde gelei-ders■ In de netaansluitkabel moet zich een scheidingsin-
richting bevinden die alle polen van alle actievegeleiders van het net scheidt en overeenkomt met deoverspanningscategorie III (3 mm) voor volledigescheiding. Deze scheidingsinrichting moet overeen-komstig de desbetreffende bepalingen in de elektri-sche installatie gemonteerd worden, bijv. hoofdscha-kelaar of voorgeschakelde aardlekschakelaar.
■ Bovendien adviseren we de installatie van een uni-versele stroomgevoelige aardlekschakelaar (FIklasse B ) voor gelijkstroom(storingen), diekunnen ontstaan door energie-efficiënte bedrijfsmid-delen.
■ Universele aardlekschakelaar kiezen en plaatsen.
GevaarOndeskundig uitgevoerde elektrische installatieskunnen door elektrische stroom ernstige ver-wondingen en materiële schade veroorzaken.
De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen(bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de vol-gende voorschriften worden uitgevoerd:■ IEC 60364-4-41■ NEN-voorschriften■ Technische aansluitvoorwaarden van het
plaatselijke energiebedrijf
GevaarEen ontbrekende aarding van componenten vande installatie kan bij een elektrisch defect toternstig letsel door elektrische stroom en bescha-diging van onderdelen leiden.Toestel en leidingen moeten met de equipotenti-aalverbinding van het huis verbonden zijn.
GevaarVerkeerde toekenning van aders kan tot gevaar-lijk letsel door elektrische stroom en tot schadeaan het toestel leiden.Aders ”L” en ”N” niet verwisselen.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
42
■ In overleg met het energiebedrijf kunnen verschil-lende tarieven voor de voeding van de laststroom-kringen worden overeengekomen.Technische aansluitvoorwaarden van het energiebe-drijf respecteren.
■ Als compressor en/of verwarmingswater-doorstroom-toestel (indien voorhanden) op daltarief wordengebruikt (blokkering door energiebedrijf), moet nogeen leiding (bijv. 3 x 1,5 mm2) voor het blokkeersig-naal van het energiebedrijf van de meterkast naar dewarmtepompregeling worden gelegd.Ofde leiding voor het blokkeersignaal van het energie-bedrijf en voor de netaansluiting van de warmte-pompregeling (3 x 1,5 mm2) worden in een 5-aderigeleiding samengevat.
■ De toewijzing van de blokkering door het energiebe-drijf (voor compressor en/of verwarmingswater-door-stroomtoestel) vindt plaats via het type aansluiting ende parameterinstelling aan de warmtepompregeling.De blokkering van de netvoeding is in Duitsland totmax. 3 x 2 uur binnen een dag (24 uur) begrensd.
■ De voeding voor de warmtepompregeling/elektro-nica moet zonder blokkering van het energiebedrijfplaatsvinden Uitschakelbare tarieven mogen hier nietworden gebruikt.
■ In combinatie met eigen energieverbruik (eigengebruik van de door de fotovoltaïsche installatiegeproduceerde stroom):Tijdens de blokkering door het energiebedrijf is dewerking van de compressor met eigen energiever-bruik niet mogelijk.
■ De netaansluitkabel van de warmtepompregelingmet max. 16 A zekeren.
■ Wij adviseren de netaansluiting voor accessoires enexterne componenten, die niet op de warmtepompre-geling worden aangesloten, op dezelfde zekering enin ieder geval op dezelfde fasen van de warmte-pompregeling aan te brengen.De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de vei-ligheid bij netuitschakelingen. De opgenomen stroomvan de aangesloten verbruikers moet gerespecteerdworden.
■ Bij aansluiting van het toestel met flexibele netaan-sluitkabel moet bij het slecht functioneren van detrekontlasting gegarandeerd worden dat de stroom-voerende kabels vóór de aarddraad strak gespannenworden. De lengte van de aardleiding is afhankelijkvan de constructie.
Aanwijzingen voor de netaansluiting compressor■ ! Opgelet
Verkeerde fasevolgorde kan schade aan hettoestel veroorzaken.De netaansluiting van de compressor enkelmaken in de aangegeven fasevolgorde (zieaansluitklemmen) met rechtsdraaiend draai-veld.
■ Karakteristiek van de netzekeringen voor de com-pressor: Zie ”Technische gegevens”.
Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~)
L1X3.18NX2.1?X1.1
A
1/N/PE230 V/50 Hz
max.16 A
Afb. 31
A Netaansluitklemmen in de warmtepompregeling
OpmerkingDeze aansluiting mag niet geblokkeerd worden.
■ Zekering max. 16 A■ Normaal tarief: Geen laag tarief met blokkering door
energiebedrijf voor warmtepompregeling mogelijk■ Geadviseerde netaansluitkabel:
3 x 1,5 mm2
■ Geadviseerde netaansluitleiding met blokkering doorenergiebedrijf voor compressor/verwarmingswater-doorstroomtoestel:5 x 1,5 mm2
Netaansluiting compressor 400 V~
■ Laag tarief en blokkering door het energiebedrijfmogelijk
■ Bij gebruik van laagtarief met blokkering door hetenergiebedrijf zijn geen parameterinstellingen nodig.De compressor is tijdens de blokkeertijd buiten wer-king. L1
400 V/50 Hz
?
L2L3N
PE
3/N/PE
L1
L2L3N
Afb. 32
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
43
Type Geadviseerde netaansluitleiding BeveiligingLeiding Max. kabellengte
■ BW■ BWC■ BWS
301.B06 5 x 2,5 mm2 50 m C16A 3-polig301.B08 5 x 2,5 mm2 50 m B16A 3-polig301.B10 5 x 2,5 mm2 50 m B16A 3-polig301.B13 5 x 2,5 mm2 50 m B16A 3-polig301.B17 5 x 2,5 mm2 50 m C20A 3-polig
Netvoeding met blokkering door energiebedrijf: Zonder lokale lastscheiding
Het blokkeersignaal van het energiebedrijf wordt directop de warmtepompregeling aangesloten. Bij actieveblokkering door het energiebedrijf wordt de compres-sor ”hard” uitgeschakeld, bij 2-traps uitvoering (typeBW 301.B + BWS 301.B) beide compressoren.Met de parameter ”Vermogen Verw.waterdoorstro-mer bij Blok. door energiebedr. 790A” wordt inge-steld of en op welke trap een eventueel verwarmings-water-doorstroomtoestel tijdens de blokkering in bedrijfblijft.
Servicehandleiding ”warmtepompregelingVitotronic 200”
OpmerkingTechnische aansluitvoorwaarden van het betreffendeenergiebedrijf respecteren.
1-traps (type BW/BWC 301.B)
X3.7
X3.6 CB
A
HD
F
E
5 43
3
44
3
3/N3/N
≈
4G
kWhkWh
Afb. 33 Weergave zonder zekeringen en zonderaardlekschakelaar
A Warmtepompregeling (aansluiting aan rangeer-printplaat)
B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aan-wezig)
C CompressorD Hoogtariefmeter
E Toonfrequentieontvanger (contact geopend: blok-kering actief)
F Voorzekering impulsfrequentieontvangerG Voeding: TNC-systeemH Laagtariefmeter
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
44
2-traps (type BW 301.B + BWS 301.B)
X3.7
X3.6 CB
A
HD
F
E
5 43
3
44
3
3/N3/N
≈
4G
kWhkWh
K
4
Afb. 34 Weergegeven zonder zekeringen en zonderaardlekschakelaar
A Warmtepompregeling (aansluiting aan rangeer-printplaat)
B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aan-wezig)
C Compressor warmtepomp 1e trap (type BW 301.B)D HoogtariefmeterE Toonfrequentieontvanger (contact geopend: blok-
kering actief)
F Voorzekering impulsfrequentieontvangerG Voeding: TNC-systeemH LaagtariefmeterK Compressor warmtepomp 2e trap (type BWS
301.B)
Netvoeding met blokkering door energiebedrijf: Met lokale lastscheiding
Het blokkeersignaal van het energiebedrijf wordt ophet relais van de daltarief-netvoeding (van installateur)en in de warmtepompregeling aangesloten. Bij actieveblokkering door het energiebedrijf wordt de compres-sor en het verwarmingswater-doorstroomelement(indien aanwezig) ”hard” uitgeschakeld, bij 2-trapse uit-voering (type BW 301.B + BWS 301.B) beidecompres-sorenen het verwarmingswater-doorstroomelement.
OpmerkingTechnische aansluitvoorwaarden van het betreffendeenergiebedrijf respecteren.
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
45
1-traps (type BW/BWC 301.B)
CB
A
≈
F H
5 4
3
4 4
3
3/N 3/NG
K
4
kWh kWh
3
E
D
X3.7X3.6
Afb. 35 Weergave zonder zekeringen en zonderaardlekschakelaar
A Warmtepompregeling (aansluiting aan rangeer-printplaat)
B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aan-wezig)
C CompressorD Netaansluiting voor de regeling
E HoofdschakelaarF HoogtariefmeterG Toonfrequentieontvanger (contact geopend: blok-
kering actief) met voorzekeringH LaagtariefmeterK Voeding: TNC-systeem
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
46
2-traps (type BW 301.B + BWS 301.B)
CB
A
≈
F H
5 4
3
4 4
3
3/N 3/N
K
4
kWh kWh
3
E
D
X3.7X3.6
L
4
G
Afb. 36 Weergegeven zonder zekeringen en zonderaardlekschakelaar
A Warmtepompregeling (aansluiting aan rangeer-printplaat)
B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (indien aan-wezig)
C Compressor warmtepomp 1e trap (type BW 301.B)D Netaansluiting voor de regelingE Hoofdschakelaar
F HoogtariefmeterG Toonfrequentieontvanger (contact geopend: blok-
kering actief) met voorzekeringH LaagtariefmeterK Voeding: TNC-systeemL Compressor warmtepomp 2e trap
(type BWS 301.B)
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
47
Voeding in combinatie met eigen energieverbruik
Zonder blokkering door energiebedrijf
kWh
G
F
L
kWh
F
L
E
kWh
N E1E2 D /D
L1 L1 L2 L2 L3 L3
C
A
M
NN
A
~~= D
H K
M
F
B
F
Afb. 37
A WarmtepompB Andere (eigenenergie-)verbruiker in het huishou-
denC EnergiemeterD Gelijkstroom-wisselstroomrichterE Scheidingsinrichting voor de fotovoltaïsche instal-
latieF AansluitklemG Dubbele tariefmeter (voor bijzonder tarief voor
warmtepomp)Niet toegestaan in combinatie met fotovoltaïscheinstallatie bij eigen energieverbruik
H Tweerichtingsmeter (voor fotovoltaïsche installatiebij eigen energieverbruik):Energie-afname van energiebedrijf en energievoe-ding aan energiebedrijf
K Meter met retourblokkering:Voor energieopwekking van de fotovoltaïscheinstallatie
L Scheidingsinrichting voor de huisaansluiting (ver-deelkast)
M VerdeelkastN Huisaansluitkast
Smart Grid
De Smart Grid-functies worden via de beide potentiaal-vrije contacten van het energiebedrijf ingeschakeld.
Aansluitmogelijkheden voor beide potentiaalvrije con-tacten:■ op uitbreiding EA1 volgens de afbeelding 38■ op de warmtepompregeling volgens de afbeelding 39
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
48
Aansluiting op uitbreiding EA1
Voorwaarde: ”Vrijgave Smart Grid 7E80” staatop ”1”.
A[{SDE [{{]0-10 V f-]A[{ADE [{DDE
+ -5 63 41 21 2
E
L1NCB D
Afb. 38
A Uitbreiding EA1B Aansluiting op regelaar- en sensorprintplaatC Potentiaalvrij maakcontact 1: Evt. afspraken met
energiebedrijf maken
D Potentiaalvrij maakcontact 2: Evt. afspraken metenergiebedrijf maken
E Netaansluiting 1/N/PE 230 V/50 Hz
Opmerking■ Als Smart Grid vrijgegeven is (”Vrijgave Smart Grid
7E80” op ”1”), kunnen beide ingangen DE2 en DE3niet voor de signalen ”Externe vraag” en ”Externblokkeren” gebruikt worden.
■ De blokkering van het energiebedrijf zit in de functie-omvang van de Smart Grid. Daarom het blokkeersig-naal van het energiebedrijf niet op de aansluitingenX3.6 en X3.7 aansluiten. Brug niet verwijderen.
Aansluiting op de warmtepompregeling
Voorwaarde: ”Vrijgave Smart Grid 7E80” staatop ”4”.
X3.1 X3.1B
C D
A
Afb. 39
A BasisprintplaatB Aansluiting X3.1 (L') op de kroonsteentjesC Potentiaalvrij contact 1: Evt. afspraken met ener-
giebedrijf makenD Potentiaalvrij contact 2: Evt. afspraken met ener-
giebedrijf maken
Opmerking■ Als Smart Grid aan beide digitale ingangen op de
basisprintplaat aangesloten is (”Vrijgave SmartGrid 7E80” op ”4”), mag de externe bij schakelingvoor de verwarmings-/koelcircuits niet ingeschakeldworden (”Afstandsbediening 2003” op ”2”).Anders is Smart Grid niet actief.
■ De blokkering van het energiebedrijf zit in de functie-omvang van de Smart Grid. Daarom mag in datgeval het blokkeersignaal van het energiebedrijf nietop de aansluitingen X3.6 en X3.7 aangesloten wor-den.
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
49
Fasenbewaker (indien aanwezig)
■ De fasebewaker controleert de netvoeding van decompressor.
■ Als de waarden boven of onder de interne tolerantie-grenzen liggen, onderbreekt de fasebewaker het vei-ligheidscircuit via een potentiaalvrij contact. De com-pressor schakelt uit.
■ Als de waarden weer binnen de tolerantiegrenzenliggen, schakelt de fasebewaker de netvoeding vande compressor automatisch weer vrij. Een ontgren-deling of terugstelling is niet nodig.
OpmerkingAls de fasebewaker is geactiveerd, netvoeding contro-leren en oorzaak verhelpen.
Bouwvorm 1
AH
B
C
G
F
E
D
D
<>U
A1
AsyPhRel
A2
L1
L2
L3
14
11
12
<>U
Asy
t
2
412
%
15
10
5
%
2010
6
0.1
Afb. 40
A Over-/onderspanning in %B Fase-asymmetrie in %C Schakelvertraging in sD Gebruikt contact in het veiligheidscircuit (maakcon-
tact)E Werkingsindicatie (”Rel”)F Storingsindicator fase-uitval/fasevolgorde ”Ph”G Storingsindicator asymmetrie ”Asy”H Storingsindicator over-/onderspanning ”<>U”
Verklaring van de lichtdiodes in de afb. 40■ ”Rel” brandt groen:
Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn inorde.
■ ”Ph” brandt rood:relais is geactiveerd. Linksdraaiend draaiveld.
■ Alle leds uit:Een of meerdere fasen ontbreken.
■ ”<>U” brandt rood:Verkeerde spanning op één/meerdere fasen
■ ”Asy” brandt rood:Asymmetrie op één/meerdere fasen
Bouwvorm 2
A
B
L1
L1
L2
L3
L1
L2
L3
L1
L2
L3
L2L3
L1 L2 L3
N 11 21
22 24
12 14
Afb. 41
Verklaring van de lichtdiodes in de afb. 41A Spanning ”U”:
■ brandt groen als er spanning op staat.B Relais ”R”:
■ brandt geel bij correcte fasevolgorde.■ Brandt niet bij verkeerde fasevolgorde.
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
50
Bouwvorm 3
L1, L2, L3
A
B
C
D
12, 11, 14EF
Afb. 42
A SpanningsbereikB Vertraging in s ”Tt”C Over-/onderspanning in % ”ΔU”D Faseasymmetrie in % ”Asy”
Verklaring van de lichtdiodes in de afb. 42E Spanning ”U”:
■ brandt groen als er spanning op staat.F Relais ”R”:
■ brandt geel bij correcte fasevolgorde.■ Brandt niet bij verkeerde fasevolgorde.■ Knippert geel tijdens de vertraging ”Tt”.
Aansluiting op klemmen X3.8/X3.9 maken
Na de netaansluiting moet op de klemmen 1X3.8 en1X3.9 één van de volgende aansluitingen plaatsvin-den:■ Drukbewaker primair circuit of/en vorstbeveiligings-
thermostaatof
■ Meegeleverde brug
Warmtepomp sluiten
! OpgeletOndichte hydraulische verbindingen veroorza-ken schade aan het toestel.■ Interne hydraulischen verbindingen bij de
installateur op lekkage controleren.■ Bij lekkage toestel onmiddellijk uitschakelen.
Vloeistof via de aftapkraan aftappen. Positievan de afdichtingsringen controleren. Verscho-ven afdichtingsringen beslist vervangen.
! OpgeletEen niet zorgvuldig gesloten behuizing kan totschade door condenswater, tot vibraties en eensterke geluidsproductie leiden.Deur van de behuizing geluiddicht en diffusie-dicht afsluiten.
Montageverloop
Netaansluiting (vervolg)
5517
028
Mon
tage
51
GevaarEen ontbrekende aarding van componenten vande installatie kan bij een elektrisch defect toternstig letsel door elektrische stroom en bescha-diging van onderdelen leiden.Alle aardleidingverbindingen absoluut weeraanbrengen.Toestel en leidingen moeten met de equipotenti-aalverbinding van het huis verbonden zijn.
2.
5.1.
3.
4.
Afb. 43
Doorvoertules controleren
! OpgeletEen niet zorgvuldig gesloten behuizing kan totschade door condenswater, vibraties en eensterke geluidsproductie leiden.■ Toestel geluiddicht en diffusiedicht afsluiten.■ Bij de slangdoorvoeringen op de juiste plaats
van de doorvoertules letten. Slangdoorvoerin-gen eventueel met afdichtband afdichten.
Montageverloop
Warmtepomp sluiten (vervolg)
5517
028
Mon
tage
52
A
Afb. 44
A Doorvoertules
Montageverloop
Doorvoertules controleren (vervolg)
5517
028
Mon
tage
53
Stappen voor de eerste inbedrijfstelling
Stappen voor de inspectie
Stappen voor het onderhoud Pagina
• • • 1. Warmtepomp openen......................................................................................................... 54• 2. Protocollen maken............................................................................................................. 54• • • 3. Koelcircuit op dichtheid controleren................................................................................ 54• 4. Primaire zijde vullen en ontluchten.................................................................................. 55• 5. Secundaire zijde vullen en ontluchten............................................................................. 55• • • 6. Expansievat en druk van het primaire circuit / CV-circuit controleren......................... 56• • • 7. Controleren of de elektrische aansluitingen goed vastzitten• 8. Installatie in bedrijf stellen................................................................................................ 56• • • 9. Warmtepomp sluiten.......................................................................................................... 67• • • 10. Warmtepomp op geluid controleren................................................................................. 67• • • 11. Werking van de installatie controleren............................................................................ 67• 12. Instrueren van de installatiegebruiker............................................................................. 68
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud55
1702
8
54
GevaarHet aanraken van onder spanning staandeonderdelen kan door elektrische stroom tot ern-stige verwondingen leiden.■ Aansluitbereiken (warmtepompregeling en
netaansluitingen zie pagina 28 niet aanraken.■ Voor werkzaamheden aan het toestel de
installatie spanningsvrij schakelen (bijv. opeen afzonderlijke zekering of een hoofdscha-kelaar). Op spanningsvrijheid controleren.Tegen herinschakelen beveiligen.
GevaarEen ontbrekende aarding van onderdelen kanbij een elektrisch defect tot ernstig letsel doorelektrische stroom en beschadiging van onder-delen leiden.Alle aardleidingsverbindingen steeds herstellen.
! OpgeletInbedrijfstelling direct na de opstelling kanschade aan het toestel veroorzaken.Tussen plaatsing en inbedrijfstelling van het toe-stel moeten minstens 30 minuten liggen.
1. Voorplaat in omgekeerde volgorde demonteren:Zie pagina 51.
2. Na de werkzaamheden warmtepomp sluiten: Ziepagina 51.
Voor de inbedrijfstelling van het toestelBedieningshandleiding ”Vitotronic 200”
Protocollen maken
De meetwaarden, die bij de hierna beschreven eersteinbedrijfstelling zijn vastgesteld, in de protocollen vanafpagina 114 invoeren.
Koelcircuit op dichtheid controleren
GevaarHet koudemiddel is een luchtverdringend, niet-giftig gas. Ongecontroleerd uitstromend koude-middel kan in gesloten ruimten tot ademnood enverstikking leiden.■ In gesloten ruimtes voor voldoende ventilatie
zorgen.■ Voorschriften en richtlijnen voor de omgang
met dit koudemiddel beslist in acht nemen enaanhouden.
GevaarHuidcontact met koudemiddel kan tot huidletselleiden.Bij werkzaamheden aan het koudecircuit veilig-heidsbril en werkhandschoenen dragen.
! OpgeletBij werkzaamheden aan het koudecircuit kankoudemiddel lekken.Werkzaamheden aan het koudecircuit mogenalleen door gecertificeerd personeel worden uit-gevoerd (volgens verordeningen EG 842/2006en 303/2008).
Vloer, armaturen en zichtbare soldeerpunten op olie-sporen controleren.
OpmerkingOliesporen wijzen op een lekkage in het koudecircuit.De warmtepomp door eeen koeltechnicus laten contro-leren.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Warmtepomp openen
5517
028
55
! OpgeletInbedrijfstelling met een leeg primair circuit leidttot schade aan het toestel.Primair circuit voor het inschakelen van de net-spanning vullen en ontluchten.
1. Voordruk van het expansievat controleren.
2. Primair circuit met warmteoverdrachtsmedium vanViessmann vullen en ontluchten.
OpmerkingVorstbescherming tot –19 °C garanderen.Het warmteoverdrachtsmedium van Viessmann iseen kant-en-klaar mengsel op basis van ethyleen-glycol. Het bevat eveneens inhibitoren als corrosie-bescherming. Het warmteoverdrachtsmedium kantot –19 °C worden gebruikt.
3. Aansluitingen controleren op lekkage. Defecte ofverschoven afdichtingen vervangen.
Secundaire zijde vullen en ontluchten
Ongeschikt vul- en bijvulwater bevordert afzettingen encorrosievorming. Daardoor kan schade aan de installa-tie ontstaan.Voor de kwaliteit en de hoeveelheid van het verwar-mingswater, incl. vul- en bijvulwater, geldt VDI 2035.
■ Verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig spoe-len.
■ Uitsluitend met water van tapwaterkwaliteit vullen.■ Vul- en bijvulwater met een hardheid van meer dan
16,8 °dH (3,0 mol/m3) moet worden onthard,bijvoorbeeld met de kleine onthardingsinstallatie voorverwarmingswater.
! OpgeletOntsnappende vloeistof kan tot elektrischedefecten leiden.Elektrische componenten van de warmtepomptegen uittredende vloeistoffen beschermen.
OpmerkingVoor het vullen van de installatie VDI 2035 blad 1 res-pecteren.
1. Eventueel aanwezige terugstroomblokkering vaninstallateur openen.
2. Voordruk van het expansievat controleren.
3. Secundair circuit vullen (spoelen) en ontluchten.
OpmerkingBij type BWC is terugstroomblokkering geïnte-greerd. Het secundaire circuit kan slechts in éénrichting doorstroomd worden.
! OpgeletOndichte hydraulische verbindingen veroor-zaken schade aan het toestel.■ Interne hydraulische verbindingen bij de
installateur op lekkage controleren.■ Bij lekkage toestel onmiddellijk uitschake-
len. Vloeistof via de aftapkraan aftappen.Positie van de pakkingringen controleren.Verschoven pakkingringen beslist vervan-gen.
4. Installatiedruk controleren. Eventueel water bijvul-len.■ Minimale installatiedruk:
0,8 bar (80 kPa)■ Toegel. werkingsdruk:
2,5 bar (250 MPa)
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Primaire zijde vullen en ontluchten55
1702
8
56
Ontwerpinstructies in acht nemen.Planningsdocumentatie voor warmtepompen
Controleren of de elektrische aansluitingen goed vastzitten
Installatie in bedrijf stellen
De inbedrijfstelling (configuratie, instelling en functie-controle) kan met of zonder inbedrijfstellingsassistentworden uitgevoerd (zie volgende hoofdstuk en service-handleiding warmtepompregeling).
OpmerkingType en omvang van de parameters hangen af van hettype warmtepomp, van het gekozen installatieschemaen van de gebruikte accessoires.
Inbedrijfstelling met inbedrijfstellingsassistent
De inbedrijfstellingsassistent doorloopt automatischalle menu's waarin instellingen nodig zijn. Hierbijis ”codeerniveau 1” automatisch actief.
! OpgeletEen verkeerde bediening op ”codeerniveau 1”kan tot schade aan het toestel en de verwar-mingsinstallatie leiden.Aanwijzingen in de servicehandlei-ding ”Vitotronic 200” respecteren, anders vervaltde garantie.
Netschakelaar aan de regeling inschakelen.■ De vraag ”Inbedrijfstelling starten?” verschijnt bij
de eerste inbedrijfstelling automatisch.OpmerkingDe inbedrijfstellingsassistent kan ook manueel wor-den gestart:Hiervoor bij het inschakelen van de regeling ingedrukt houden (voortgangsbalk zichtbaar).
■ Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrip-pen in het Duits:Sprache
DanskCeskyBulgarskiDeutsch
Wählen mit
ê
ê
çDEBGCZDK
ê
ê
(
Afb. 45
■ Door de handmatige aansturing van een aantal toe-stelonderdelen bij de inbedrijfstelling geeft de warm-tepompregeling meldingen weer. Dat zijn geen sto-ringen van het toestel.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Expansievat en druk van het primaire circuit / CV-circuit controleren
5517
028
57
Datum/tijd instellen
Parametergroepselecteren
Functiecontrolestarten
Functieselecteren
Deelnemerscontroleuitvoeren
Actorentestuitvoeren
Signaalingangenweergeven
Sensorwaardenweergeven
Inbedrijfstelling starten?
Temperatuur-sensoren
Signaalingangen
Actorentest
Inbedrijfstelling beëindigd Regelwerking
OK
OK
OK
OK
OK
OK
NEE JA
Functie-controle
Deelnemerscontrole (LON)
Taal instellen
Datuminstellen
Tijdinstellen
OK
OK OKCodeer-niveau 1
Parametersinstellen
OK
OK
OK OK
Afb. 46
Inbedrijfstelling zonder inbedrijfstellingsassistent
Servicemenu activeren
Het servicemenu kan vanuit elk menu worden geacti-veerd.OK + å gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
Servicemenu deactiveren
Het servicemenu blijft actief tot het met ”Servicebeëindigen?” wordt gedeactiveerd of er gedurende30 min. geen bediening plaatsvindt.
Parameter instellen aan de hand van het voor-beeld ”Installatieschema 7000”
Voor de instelling van een parameter moet eerst deparametergroep en daarna de parameter wordengekozen.
Servicemenu:
1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
2. ”Codeerniveau 1” kiezen.
3. Parametergroep kiezen: ”Installatiedefinitie”
4. Parameter kiezen: ”Installatieschema 7000”
5. Installatieschema instellen: bijv. ”6”
Alternatief als het servicemenu al werd geactiveerd:
Uitgebreid menu:
1. å
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
58
2. ”Service”
3. ”Codeerniveau 1” kiezen.
4. Parametergroep kiezen: ”Installatiedefinitie”
5. Parameter kiezen: ”Installatieschema 7000”
6. Installatieschema instellen: bijv. ”6”
Benodigde parameters voor door de installateur aangesloten componenten
Afhankelijk van het type van de installatie, het gekozeninstallatieschema en de gebruikte accessoires is para-metrering nodig.Overzicht van de vereiste parameters: Zie volgendhoofdstuk.
Gedetailleerde toelichting bij de parametersServicehandleiding ”Vitotronic 200”
Installatieschema
Overzicht van alle mogelijke installatieschema'sComponent Installatieschema
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11Verw.circuit A1/VC1 — X X — — X X — — X X —M2/VC2 — — — X X X X X X X X —M3/VC3 — — — — — — — X X X X —
Warmwaterboiler X — X — X — X — X — X —
Elektrisch verwarmingselement: Zie pagi-na 62.
0 — 0 — 0 — 0 — 0 — 0 —
Verwarmingswaterbuffer — 0 0 X X X X X X X X —
Externe warmtegenerator: Zie pagi-na 62.
0 0*1 0*1 0 0 0 0 0 0 0 0 —
Verwarmingswater-doorstroomtoestel:Zie pagina 62.
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Zwembad: Zie pagina 62. — 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —
Zonne-installatie: Zie pagina 62. 0 — 0 — 0 — 0 — 0 — 0 —
Koeling: Zie pagina 61. A1/VC1 — 0 0 — — 0 0 — — 0 0 —M2/VC2 — — — 0 0 0 0 0 0 0 0 —M3/VC3 — — — — — — — 0 0 0 0 —Afzonderlijk koelcircuit AKC 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —
Vitofriocal ijsbuffersysteem: Zie pagi-na 63.
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Energiemeter 3-fasig: Zie pagina 65. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —
Ventilatietoestel: Zie pagina 63. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —
X Component is geselecteerd.0 Component kan toegevoegd worden.
Uitvoerige informatie over installatievoorbeelden: Ziewww.viessmann-schemes.com.
*1 Alleen in combinatie met een verwarmingswaterbuffer.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
59
Parameter voor circulatiepompen en overige componenten
CV-pompParameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Installatieschema 7000” ■ Met verwarmingscircuit A1/VC1 zon-
der mengklepOf
■ Met verwarmingscircuit M2/VC2 metmengklepOf
■ Met verwarmingscircuit M3/VC3 metmengklep
Circulatiepomp voor boilerverwarmingParameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Installatieschema 7000” Met tapwaterverwarming
CirculatiepompParameter InstellingUitgebreid menu Ó ”Tijdprogramma circulatie” Tijdprogramma instellen.
Circulatiepomp voor de tapwaternaverwarmingParameter Instelling”Ext. warmtegenerator” Ó ”Vrijgave externe warmtegenerator 7B00” ”1”
”Vrijgave ext. warmtegenerator voor warmwaterbereiding7B0D”
”1”
Uitbreidingsset mengklep voor verwarmingscircuit M3/VC3Parameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Installatieschema 7000” Met verwarmingscircuit M3/VC3
OpmerkingDraaischakelaar S1 in uitbreidingssetop ”2” instellen: Zie montageaanwij-zing ”Uitbreidingsset mengklep”.
Afstandsbediening voor verwarmings-/koelcircuit of Vitocomfort 200Parameter Instelling”Verwarm.circuit 1”/”Verwarm.circuit 2”/”Verwarm.circuit 3” Ó ”Afstandsbediening 2003”
Of”Afstandsbediening 3003”Of”Afstandsbediening 4003”
”1”
OpmerkingVoor de toewijzing van het verwar-mingscircuit de codering aan de af-standsbediening instellen:Zie montagehandleiding ”Vitotrol”.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
60
Vitocom 100, type GSM2Parameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Vitocom 100 7017” ”1”
Externe uitbreidingParameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Externe uitbreiding 7010” ”1” Uitbreiding EA1
”2” Uitbreiding AM1”3” Uitbreidingen EA1 en AM1
OpmerkingParameters voor externe functies: Zievolgende tabel.
Warmtepomp 2de trap
Parameter Instelling”Compressor 2” Ó ”Vrijgave compressor 5100” ”1”
”Vermogen compressortrap 5130” Waarde in overeenstemming met hetnominale vermogen van de warmte-pomp 2e trap: Zie typeplaatje.
Parameters voor externe functies
Externe vraagParameter InstellingEventueel ”Interne hydraulica” Ó ”Gewenste aanvoertemperatuur externe vraag 730C” Gewenste koelwatertemperatuur bij
externe vraag
Extern inschakelen van de compressor, mengklep in regelmodus of OPENParameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Effect externe vraag op warmtepompen/verwarm.circ. 7014” ”0” tot ”7”
(parameter ”Gewenste aanvoertem-peratuur externe vraag 730C” res-pecteren)
Externe omschakeling van de bedrijfsstatus van verscheidene installatiecomponentenParameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Installatiecomponenten bij externe omschakeling 7011” ”0” tot ”127”
”Bedrijfsstatus bij externe omschakeling 7012” ”0” tot ”3””Duur van de externe omschakeling 7013” ”0” tot ”12”
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
61
Extern blokkeren van compressor en pompenParameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Effect extern blokkeren op pompen/compressor 701A” ”0” tot ”31”
Extern blokkeren van de compressor, mengklep in regelmodus of DICHTParameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Effect extern blokkeren op warmtepompen/verwarm.circ.
7015””0” tot ”8”
”Effect extern blokkeren op pompen/compressor 701A” ”0” tot ”31”
Externe bijschakeling voor verwarmings-/koelcircuitsParameter Instelling”Verwarm.circuit 1”/”Verwarm.circuit 2”/”Verwarm.circuit 3” Ó ”Afstandsbediening 2003”
of”Afstandsbediening 3003”of”Afstandsbediening 4003”
”2”
OpmerkingAls de warmtepomp 2e trap aangesloten is, is deexterne bijschakeling voor verwarmings-/koelcircuitsniet mogelijk.
Parameter voor koelfunctie
Parameter Instelling”Koeling” Ó ”Koelfunctie 7100” ”0” Geen koeling
”1” ”natural cooling ”met NC-box zon-der mengklep (accessoire)
”2” ”natural cooling ”met NC-box metmengklep (accessoire)
”3” ”active cooling” ”Koelcircuit 7101” ”1” Verwarmingscircuit A1/VC1
”2” Verwarmingscircuit M2/VC2”3” Verwarmingscircuit M3/VC3”4” Afzonderlijk koelcircuit AKC
Kamertemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuitParameter Instelling”Koeling” Ó ”Rangering kamertemperatuursensor apart koelcircuit 7106” ”0” Aansluiting F16
”1” Verwarmingscircuit A1/VC1”2” Verwarmingscircuit M2/VC2”3” Verwarmingscircuit M3/VC3”4” Niet instellen!
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
62
Parameters voor tapwaterverwarming door zonnesysteem
Parameter in combinatie met zonneregelingsmodule type SM1 Instelling”Solar” Ó ”Type solarregeling 7A00” ”3”
Parameter C0xx Zie montage- en servicehandlei-ding ”Zonneregelingsmodule, typeSM1”.
Parameters voor elektrisch verwarmingselement
Parameter Instelling”Extra elektrische verwarming” Ó ”Vrijgave elektrisch verwarmingselement 7900” ”1”
”Vermogen voor elektrisch verwarmingselement bij blokke-ring door energiebedrijf 790A”
”1” 3 kW”2” 6 kW”3” 9 kW
Vrijgave elektrisch verwarmingselement voor tapwaterverwarmingParameter Instelling”Warm water” Ó ”Vrijgave elek. verwarmingen voor warmwaterbereiding 6015” ”1”
Parameters voor externe warmtegenerator
Parameter Instelling”Ext. warmtegenerator” Ó ”Vrijgave externe warmtegenerator 7B00” ”1”
Vrijgave externe warmtegenerator voor tapwaterverwarmingParameter Instelling”Ext. warmtegenerator” Ó ”Vrijgave externe warmtegen. voor warmwaterbereiding
7B0D””1”
Parameters voor elektrisch verwarmingselement
Parameters Instelling”Warm water” Ó ”Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding
6015””1”
”Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterbereiding6014”
”1”
Parameters voor zwembadverwarming
Parameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Externe uitbreiding 7010” ”1” of ”3” ”Zwembad 7008” ”1”
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
63
Parameters voor ijsbuffersysteem
Parameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Selectie primaire bron 7030” ”1” ”Externe uitbreiding 7010” ”2”
Parameter Instelling”Solar” Ó ”Type solarregeling 7A00” ”2”
Evt. overige parameters instellen.Parameter Instelling”Installatiedefinitie” Ó ”Inschakelhysterese zonnecollector 7031” ”0” tot ”500” (≙ 0 tot 50 K)
”Minimumlooptijd voor onderdrukking zomerwerking 7035” ”0” tot ”1440” min”Laatste kalenderweek voor zomerwerking 7036” Kalenderweek ”1” tot ”53”
Parameter voor ventilatie met Vitovent 200-C
Parameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Vrijgave Vitovent 7D00” ”2” Vitovent 200-C
Evt. bijkomende vrijgaven voor Vitovent 200-CParameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Vrijgave voorverwarmregister elektrisch 7D01” ”0” Ontdooien zonder voorverwarm-
register (”Strategie passievevorstbescherming 7D2C”)
”1” Vorstbescherming met voorver-warmingregister, ontdooien viabypass
”2” Vorstbescherming met voorver-warmingregister, comfortfunctie
”Strategie passieve vorstbescherming 7D2C” ”0” Ventilatoren UIT”1” Ontdooien via bypass”2” Toevoerluchtventilator UIT
”Type warmteoverbrenger 7D2E” ”0” Tegenstroom-warmtewisselaar”1” Enthalpiewarmtewisselaar
”Inbouwpositie 7D2F” ”0” Plafondmontage”1” Wandmontage
”Functie externe 230V-ingang ventilatie 7D3A” ”1” Externe schakelaar (badschake-laar) vrijgegeven
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
64
Evt. waarden instellen voor Vitovent 200-CParameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Gew. ruimtetemperatuursensor 7D08” ”100” tot ”300” (≙ 10 tot 30 °C)
”Nominaal debiet toevoerlucht 7D0A” Volgens ontwerp
Servicehandleiding ventilatie-toestel
”Bovenste grens nominaal debiet toevoerlucht 7D0B””Debiet intensief ventileren 7D0C”
Parameter voor ventilatie met Vitovent 200-W/300-C/300-W
Parameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Vrijgave Vitovent 7D00” ”3” Vitovent 200-W
ofVitovent 300-CofVitovent 300-W
Evt. waarden instellen voor Vitovent 200-W/300-C/300-WParameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Gew. ruimtetemperatuur C1085” Max. 4 K hoger of lager dan ”ruimte-
temperatuur normaal 2000” (instel-waarde: 1 ≙ 0,1 °C)
”Basisventilatie C109” Volgens ontwerp
Servicehandleiding ventilatie-toestel
”Gereduceerde ventilatie C10A””Normale ventilatie C10B””Intensieve ventilatie C10C””Basisventilatie tweede ventilatorkanaal C189” (alleenVitovent 200-W)”Gereduceerde ventilatie tweede ventilatorkanaal C18A” (al-leen Vitovent 200-W)”Gereduceerde ventilatie tweede ventilatorkanaal C18B” (al-leen Vitovent 200-W)”Intensieve ventilatie tweede ventilatorkanaal C18C” (alleenVitovent 200-W)
Parameter voor ventilatie met Vitovent 300-F
Parameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Vrijgave Vitovent 7D00” ”1” Vitovent 300-F
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
65
Evt. bijkomende vrijgaven voor Vitovent 300-FParameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Vrijgave voorverwarmregister elektrisch 7D01” ”1”
”Vrijgave naverwarmregister hydraulisch 7D02” ”1””Vrijgave dauwpuntsensor 7D05” ”1””Vrijgave CO2-sensor 7D06” ”1””Type warmteoverbrenger 7D2E” ”0” Tegenstroom-warmtewisselaar
”1” Enthalpiewarmtewisselaar
Evt. waarden instellen voor Vitovent 300-FParameter Instelling”Ventilatie” Ó ”Gew. ruimtetemperatuur 7D08” ”100” tot ”300” (≙ 10 tot 30 °C)
”Nominaal debiet toevoerlucht 7D0A” Volgens ontwerp
Servicehandleiding ventilatie-toestel
”Bovenste grens nominaal debiet toevoerlucht 7D0B””Debiet intensief ventileren 7D0C”
Parameters voor eigenenergieverbruik
Parameter Instelling”Fotovoltaïsch systeem” Ó ”Vrijgave eigenenergieverbruik PV 7E00” ”1”
”Drempel elektr. vermogen 7E04” ”0” tot ”300” (≙ 0 tot 30 kW)
Gewenste functies voor eigen energieverbruik vrijgevenParameter Instelling”Fotovoltaïsch systeem” Ó ”Vrijgave eigenenergieverbr. voor gew. WW-temperatuur 2
7E10” ”1”
”Vrijgave eigen energieverbr. voor warmwaterbereiding 7E11” ”1””Vrijgave eigenenergieverbr. voor warmwaterbuffer 7E12” ”1””Vrijgave eigenenergieverbr. voor verwarmen 7E13” ”1””Vrijgave eigenenergieverbr. voor koelen 7E15” ”1””Vrijgave eigenenergieverbr. voor koelwaterbuffer 7E16” ”1”
Voor de geselecteerde functie het temperatuurverschil met de ingestelde gewenste waarde invoerenParameter Instelling”Fotovoltaïsch systeem” Ó ”Verhoging gew. temp. verwarmingswaterbuffer PV 7E21” ”0” tot ”500” (≙ 0 tot 50 K)
”Verhoging gew. temp. verwarmingswaterbuffer PV 7E22” ”0” tot ”400” (≙ 0 tot 40 K)”Verhoging gew. ruimtetemperatuur PV 7E23” ”0” tot ”100” (≙ 0 tot 10 K)”Verlaging gew. ruimtetemperatuur PV 7E25” ”0” tot ”100” (≙ 0 tot 10 K)”Verlaging gew. koelwater- buffertemperatuur PV 7E26” ”0” tot ”100” (≙ 0 tot 10 K)
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
66
Parameters voor Smart Grid
Parameter Instelling”Smart Grid” Ó ”Vrijgave Smart Grid 7E80” ”1” Aansluiting op uitbreiding EA1
”4” Aangesloten op warmtepompre-geling
”Smart Grid vrijgave elektr. verwarming 7E82” ”1” Trap 1”2” Trap 2”3” Trap 3
Voor de geselecteerde functie het temperatuurverschil met de ingestelde gewenste waarde invoerenParameter Instelling”Smart Grid” Ó ”Smart Grid gewenste stijging voor warmwaterbereiding
7E91””0” tot ”500” (≙ 0 tot 50 K)
”Smart Grid gewenste stijging voor verwarmingswaterbuffer7E92”
”0” tot ”400” (≙ 0 tot 40 K)
”Smart Grid gewenste stijging voor ruimtetemperatuur ver-warmen 7E93”
”0” tot ”100” (≙ 0 tot 10 K)
”Smart Grid gewenste daling voor ruimtetemperatuur koelen7E95”
”0” tot ”100” (≙ 0 tot 10 K)
Parameters voor warmtepompcascade
Parameter InstellingHoofdwarmte-pomp
volgwarmtepomp
”Compressor” Ó ”Vrijgave gebruik compressortrap 5012” ”0” tot ”15” —
”Installatiedefinitie” Ó ”Installatieschema 7000” ”0” tot ”10” ”11”
”Cascadeaansturing 700A” ”2” ”0””Gebruik warmtepomp in cascade 700C” — ”0” tot ”15””Aantal volgende warmtep. 7029” ”1” tot ”4” —
”Interne hydraulica” Ó ”Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/WW 730D” ”0” of ”1” ”0” of ”1”
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
67
Parameter InstellingHoofdwarmte-pomp
volgwarmtepomp
”Communicatie” Ó ”Vrijgave communicatiemodule LON 7710” ”1” ”1”
”Nummer van de warmtepomp in cascade 7707” — ”1” tot ”4””LON installatienummer 7798” ”1” tot ”5” ”1” tot ”5””LON deelnemersnummer 7777”Hetzelfde nummer mag geen tweemaal toegekend worden.
”1” tot ”99” ”1” tot ”99”
”LON foutmanager 7779”Per installatie mag slechts één regeling als foutmanager wordeningesteld.
”0” of ”1” ”0” of ”1”
”Bron tijd 77FE” ”0” ”1””Tijd verzenden 77FF” ”1” ”0””Bron buitentemperatuur 77FC” ”0” ”1””Buitentemperatuur zenden 77FD” ”1” ”0””Interval voor gegevensoverdracht via LON 779C” ”20” ”20”
”Buffer” Ó ”Vrijgave buffer/open/geslotenverdeler 7200” ”1” —
”Elektrische verwarming” Ó ”Vrijgave verwarmingswater-doorstromer 7900” ”0” of ”1” ”0” of ”1”
”Vrijgave elek. verwarmingen voor warmwaterbereiding 6015” ”0” of ”1” —
”Vrijgave elek. verwarmingen voor warmwaterbereiding 7901” — ”0” of ”1””Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel voor kamer-verwarming 7902”
”0” of ”1” ”0” of ”1”
Warmtepomp sluiten
Zie pagina 51.
Warmtepomp op geluid controleren
Toestel op ongewone geluiden controleren, bijv. wer-kingsgeluiden compressor en pompen. Evt. opnieuwontluchten.
Werking van de installatie controleren
■ Functie van alle installatiecomponenten controleren:Zie ”Functiecontrole”.
■ Temperaturen op de warmtepompregeling opvragen.
”Functiecontrole” aan de warmtepompregeling
1. Servicemenu:OK + å gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
2. ”Servicefuncties”
3. ”Functiecontrole”
4. Gewenste functie starten, bijv. ”Warm water”. Erworden alleen functies getoond die volgens deinstallatie-uitvoering aanwezig zijn.Tijdens de functiecontrole wordt het installatieover-zicht weergegeven.
5. Functie met beëindigen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen (vervolg)
5517
028
68
Overzicht van de functiesServicehandleiding ”Vitotronic 200”
Instrueren van de installatiegebruiker
De installateur van de installatie moet de bedienings-handleiding overhandigen aan de gebruiker van deinstallatie en de bediening uitleggen. Daartoe behorenook alle als accessoire ingebouwde componenten, bijv.afstandsbedieningen.
Uitrusting en functies van de verwarmingsinstallatiemoete in het formulier in bijlage van de bedienings-handleiding worden genoteerd.Bovendien moet de installateur van de installatie wij-zen op de vereiste onderhoudswerkzaamheden.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Werking van de installatie controleren (vervolg)
5517
028
69
Type BW/BWC 301.B
E
Afb. 47
A Transformator printplaat elektronische expansie-ventiel
B EEK-printplaat (koelcircuitregelaar)C FasebewakerD Vermogensrelais compressorE ThermorelaisF Volas-softstarter
G BedieningseenheidH Regelaar- en sensorprintplaatK BasisprintplaatL Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaatM Netaansluiting compressorN Rangeerprintplaat
Onderhoud
Overzicht van elektrische aansluitingen55
1702
8
Inst
andh
oudi
ng
70
Type BWS 301.B
Afb. 48
A Transformator printplaat elektronische expansie-ventiel
B EEK-printplaat (koelcircuitregelaar)C FasebewakerE Thermorelais
M Netaansluiting compressorO Stekker voor verbindingskabel < 42 V warmte-
pomp 1e trap — warmtepomp 2e trapP Stekker voor verbindingskabel 230 V~ warmte-
pomp 1e trap — warmtepomp 2e trap
Onderhoud
Overzicht van elektrische aansluitingen (vervolg)
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
71
Afb. 49
Onderhoud
Behuizingsdeur openen55
1702
8
Inst
andh
oudi
ng
72
+
Afb. 50
Verwarmingswateraanvoer
Aanvoer warmwaterboiler (aan verwar-mingswaterzijde)
+Verwarmingswaterretour en retour warm-waterboilerRetour primair circuit (brine-uittrede warm-tepomp)Aanvoer primair circuit (brine-ingangwarmtepomp)
A CondensorB VerdamperC Aanvoertemperatuursensor primair circuit (brine-
ingang warmtepomp)
D Schraderklep lagedrukE Schraderklep hogedrukF Stookwater-doorstroomtoestel (accessoires)G Primaire pomp (accessoire bij type BW 301.B)I Elektronische expansieklep J CompressorK Aanvoertemperatuursensor secundair circuitL Retourtemperatuursensor secundair circuitM Aftapkraan secundair circuitN Circulatiepomp voor boilerverwarming (accessoire
bij type BW 301.B)O Secundaire pomp (accessoire bij type BW 301.B)P Ontluchtingskraan secundaire zijdeY Ontluchtingskraan primaire zijde
Onderhoud
Overzicht interne componenten
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
73
Afb. 51
C Aanvoertemperatuursensor primair circuit (brine-ingang warmtepomp)
D Schraderklep lagedrukE Schraderklep hogedrukF Stookwater-doorstroomtoestel (accessoires)G Primaire pomp (accessoire bij type BW 301.B)I Elektronische expansieklep J CompressorK Aanvoertemperatuursensor secundair circuitO Secundaire pomp (accessoire bij type BW 301.B)P Ontluchtingskraan secundaire zijde
Q Lagedruksensor R ZuiggastemperatuursensorS VeiligheidshogedrukschakelaarT HogedruksensorU FilterdrogerV Retourtemperatuursensor primair circuit (brine-uit-
trede warmtepomp)W Aftapkraan primair circuitX Verw.gastemperatuursensor Y Ontluchtingskraan primaire zijde
Warmtepomp aan primaire / secundaire zijde aftappen
1. Aansluiting op het verwarmingsnet blokkeren. 2. Warmtepomp met aftapkraan primaire/secundairezijde aftappen: Zie pagina 72.
Sensoren controleren
Aansluiting van de sensoren op de regelaar- en sen-sorprintplaat: Zie pagina 28.
Positie van de sensoren in de warmtepomp: Zieafbeelding pagina 72.
Onderhoud
Overzicht interne componenten (vervolg)
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
74
Sensor Meetelement■ Buitentemperatuursensor (F0)■ Buffertemperatuursensor (F4)■ Boilertemperatuursensor boven (F6)■ Boilertemperatuursensor beneden (F7)■ Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit met mengklep M2/VC2 (F12)■ Aanvoertemperatuursensor installatie (F13)■ Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (direct verwarmingscircuit A1/VC1 of afzonderlijk
koelcircuit AKC) (F14)■ Kamertemperatuursensor koelcircuit (F16)■ Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator (F20)■ Kamertemperatuursensoren voor verwarmingscircuits
NTC 10 kΩ
■ Aanvoertemperatuursensor primair circuit (F2)■ Retourtemperatuursensor primair circuit (F3)■ Aanvoertemperatuursensor secundair circuit, bij tweetraps warmtepomp voor warmte-
pomp 1e trap (F8)■ Retourtemperatuursensor secundair circuit, bij tweetraps warmtepomp voor warmte-
pomp 1e trap (F9)■ Retourtemperatuursensor secundair circuit voor warmtepomp 2e trap (F18)■ Aanvoertemperatuursensor secundair circuit voor warmtepomp 2e trap (F27)■ Sensoren in het koelcircuit
Pt500A(PTC)
Onderhoud
Sensoren controleren (vervolg)
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
75
Viessmann NTC 10 kΩ (blauwe markering)
ϑ / °C R / kΩ ϑ / °C R / kΩ ϑ / °C R / kΩ ϑ / °C R / kΩ ϑ / °C R / kΩ ϑ / °C R / kΩ–40 336,500 –8 49,647 24 10,449 56 2,878 88 0,976 120 0,389–39 314,870 –7 47,055 25 10,000 57 2,774 89 0,946 121 0,379–38 294,780 –6 44,614 26 9,572 58 2,675 90 0,918 122 0,369–37 276,100 –5 42,315 27 9,165 59 2,579 91 0,890 123 0,360–36 258,740 –4 40,149 28 8,777 60 2,488 92 0,863 124 0,351–35 242,590 –3 38,107 29 8,408 61 2,400 93 0,838 125 0,342–34 227,550 –2 36,181 30 8,057 62 2,316 94 0,813 126 0,333–33 213,550 –1 34,364 31 7,722 63 2,235 95 0,789 127 0,325–32 200,510 0 32,650 32 7,402 64 2,158 96 0,765 128 0,317–31 188,340 1 31,027 33 7,098 65 2,083 97 0,743 129 0,309–30 177,000 2 29,495 34 6,808 66 2,011 98 0,721 130 0,301–29 166,350 3 28,048 35 6,531 67 1,943 99 0,700 131 0,293–28 156,410 4 26,680 36 6,267 68 1,877 100 0,680 132 0,286–27 147,140 5 25,388 37 6,016 69 1,813 101 0,661 133 0,279–26 138,470 6 24,165 38 5,775 70 1,752 102 0,642 134 0,272–25 130,370 7 23,009 39 5,546 71 1,694 103 0,623 135 0,265–24 122,800 8 21,916 40 5,327 72 1,637 104 0,606 136 0,259–23 115,720 9 20,880 41 5,117 73 1,583 105 0,589 137 0,253–22 109,090 10 19,900 42 4,917 74 1,531 106 0,572 138 0,247–21 102,880 11 18,969 43 4,726 75 1,481 107 0,556 139 0,241–20 97,070 12 18,087 44 4,543 76 1,433 108 0,541 140 0,235–19 91,600 13 17,251 45 4,369 77 1,387 109 0,526 141 0,229–18 86,474 14 16,459 46 4,202 78 1,342 110 0,511 142 0,224–17 81,668 15 15,708 47 4,042 79 1,299 111 0,497 143 0,219–16 77,160 16 14,995 48 3,889 80 1,258 112 0,484 144 0,213–15 72,929 17 14,319 49 3,743 81 1,218 113 0,471 145 0,208–14 68,958 18 13,678 50 3,603 82 1,180 114 0,458 146 0,204–13 65,227 19 13,069 51 3,469 83 1,143 115 0,445 147 0,199–12 61,722 20 12,490 52 3,340 84 1,107 116 0,434 148 0,194–11 58,428 21 11,940 53 3,217 85 1,072 117 0,422 149 0,190–10 55,330 22 11,418 54 3,099 86 1,039 118 0,411 150 0,185–9 52,402 23 10,921 55 2,986 87 1,007 119 0,400
Onderhoud
Sensoren controleren (vervolg)
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
76
Viessmann Pt500A (groene markering)
ϑ / °C R / Ω ϑ / °C R / Ω ϑ / °C R / Ω ϑ / °C R / Ω ϑ / °C R / Ω ϑ / °C R / Ω–30 441,1 1 502,0 32 562,3 63 623,9 94 681,2 125 739,8–29 443,1 2 503,9 33 564,2 64 622,0 95 683,1 126 741,7–28 445,1 3 505,9 34 566,1 65 625,8 96 685,0 127 743,5–27 447,0 4 507,8 35 568,1 66 627,7 97 686,9 128 745,4–26 449,0 5 509,8 36 570,0 67 629,7 98 688,8 129 747,3–25 451,0 6 511,7 37 571,9 68 631,6 99 690,7 130 749,2–24 453,0 7 513,7 38 573,9 69 633,5 100 692,6 131 751,1–23 454,9 8 515,6 39 575,8 70 635,4 101 694,4 132 752,9–22 456,9 9 517,6 40 577,7 71 637,3 102 696,3 133 754,8–21 458,9 10 519,5 41 579,7 72 639,2 103 698,2 134 756,7–20 460,8 11 521,5 42 581,6 73 641,1 104 700,1 135 758,6–19 462,8 12 523,4 43 583,5 74 643,1 105 702,0 136 760,4–18 464,8 13 525,4 44 585,4 75 645,0 106 703,9 137 762,3–17 466,7 14 527,3 45 587,4 76 646,9 107 705,8 138 764,2–16 468,7 15 529,3 46 589,3 77 648,8 108 707,7 139 766,1–15 470,6 16 531,2 47 591,2 78 650,7 109 709,6 140 767,9–14 472,6 17 533,2 48 593,2 79 652,6 110 711,5 141 769,8–13 474,6 18 535,1 49 595,1 80 654,5 111 713,4 142 771,7–12 476,5 19 537,0 50 597,0 81 656,4 112 715,3 143 773,6–11 478,5 20 539,0 51 598,9 82 658,3 113 717,2 144 775,4–10 480,5 21 540,9 52 600,9 83 660,2 114 719,0 145 777,3–9 482,4 22 542,9 53 602,8 84 662,1 115 720,9 146 779,2–8 484,4 23 544,8 54 604,7 85 664,0 116 722,8 147 781,0–7 486,3 24 546,8 55 606,6 86 665,9 117 724,7 148 782,9–6 488,3 25 548,7 56 608,6 87 667,9 118 726,6 149 784,8–5 490,2 26 550,6 57 610,5 88 669,8 119 728,5 150 786,7–4 492,2 27 552,6 58 612,4 89 671,7 120 730,4 151 788,5–3 494,2 28 554,5 59 614,0 90 673,6 121 732,2 152 790,4–2 496,1 29 556,5 60 616,2 91 675,5 122 734,1 153 792,3–1 498,1 30 558,4 61 618,2 92 677,4 123 736,0 154 794,10 500,0 31 560,3 62 620,1 93 679,3 124 737,9 155 796,0
Zekering controleren
Plaats van de zekeringen: Zie pagina 28.
■ De zekering F1 bevindt zich op de rangeerprintplaat.■ Zekering F3 bevindt zich op de basisprintplaat.
Zekering F1 en F3:■ T 6,3 A, 250 V~■ Max. vermogensverlies ≤ 2,5 W
1. Netspanning uitschakelen.
2. Aansluitruimte openen.
3. Zekeringen controleren. Evt. vervangen.
GevaarVerkeerde en niet correct ingebouwde zeke-ringen kunnen tot een groter brandrisico lei-den.■ Zekeringen zonder kracht aanbrengen.
Zekeringen correct positioneren.■ Alleen identieke types met de aangegeven
inwerkingstellingseigenschappen gebrui-ken.
Onderhoud
Sensoren controleren (vervolg)
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
77
GevaarDoor het verwijderen van de zekering is de last-stroomkring niet spanningsvrij. Het aanrakenvan spanning voerende onderdelen kan doorelektrische stroom tot ernstige verwondingen lei-den.Bij werkzaamheden aan het toestel beslist ookde laststroomkring spanningsvrij schakelen.
Toestel is te luid
Mogelijke oorzaken:■ Transportbeveiliging niet verwijderd: Zie pagina 21.■ Slangdoorvoeren in doorvoertules niet dicht: Zie
pagina 51.■ Behuizingsdeur niet dicht afgesloten: zie pagina 71.
Condensatie en vocht in de warmtepompmodule
Mogelijke oorzaken:■ Slangdoorvoeren in doorvoertules niet dicht: Zie
pagina 51.■ Behuizingsdeur niet dicht afgesloten: zie pagina 71.■ Buitenplaat niet diffusiedicht gesloten
Onderhoud
Zekering controleren (vervolg)
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
78
Onderhoud
Condensatie en vocht in de warmtepompmodule (vervolg)
5517
028
Inst
andh
oudi
ng
79
Voor de bestelling van onderdelen zijn volgende gege-vens vereist:■ Serienummer (zie typeplaatje A)■ Module (uit deze onderdelenlijst)■ Positienummer van het onderdeel in de module (uit
deze onderdelenlijst)
A
B C
D E
Afb. 52
A TypeplaatjeB Module behuizingC Module elektrische uitrusting
D Module warmtepompmoduleE Module hydraulisch systeem
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Overzicht van de modules, type BWC 301.B55
1702
8
Ond
erde
len
80
Pos. Onderdeel0005 Lakstift vitozilver0006 Spuitbuslak vitozilver0007 Montage- en servicehandleiding0008 Bedieningshandleiding Vitotronic 200, type WO1C0009 Servicehandleiding Vitotronic 200, type WO1C
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Onderdeel zonder afbeelding, type BWC 301.B
5517
028
Ond
erde
len
81
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Onderdeel zonder afbeelding, type BWC 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
82
0007
0022
0010
0020
0019
0004
0001
0012
0011
0013
00060014
0003
0002
0003
00020018
0014
0017
0019
0015
0021
00150021
0008
0009
0016
0015
0020
0005
Afb. 53
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Behuizing, type BWC 301.B
5517
028
Ond
erde
len
83
Pos. Onderdeel0001 Rubberbuffer0002 Scharnier bovenste gedeelte0003 Scharnier onderste gedeelte0004 Stelpoot met voetkap (4 stuks)0005 Zijplaat links0006 Zijplaat rechts0007 Bovenplaat achter0008 Achterplaat0009 Regelingsplaat0010 Trillingsdrager0011 Bodemplaat0012 Onderplaat0013 Vloermat0014 Rail0015 Kabelafdekking, set0016 Bovenplaat voor0017 Voorplaat0018 Behuizingdeur0019 Logo Vitocal 3000020 Doorvoertule0021 Fassonbout M50022 Schroeven (set)
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Behuizing, type BWC 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
84
002800270025
0037
0057
0055
0008
0049
0050
0043
0046
0047
0045
0028
0025
0027
0024
0009
0012
0036
0004
0005
0003
0001
0002
0006
00390023
0022
00300040
0038
0007
0041
0042
Afb. 54
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Elektrische uitrusting, type BWC 301.B
5517
028
Ond
erde
len
85
Pos. Onderdeel0001 Bedieningsgedeelte warmtepompregeling Vitotronic 2000002 Regelaar- en sensorprintplaat met afdekking (CU401)0003 Basishouder regelaar- en sensorprintplaat (CU401)0004 Basisprintplaat met afdekking (MB761)0005 Basishouder basisprintplaat (MB761)0006 Uitbreidingsprintplaat met afdekking (SA135)0007 Codeerstekker0008 Printplaat (IU210-A10)0009 Softstarter volledige golven (niet voor type BWC 301.B06)0012 Behuizing bedieningseenheid0022 Rangeerprintplaat met drager (SA112)0023 Kabelset rangeerprintplaat0024 Aanstuurmodule compressor0025 Vermogensbescherming 3-polig 230 V~0027 Thermorelais0028 Fasebewaker0030 Netaansluitklem 5-polig0036 Zekeringen T 6,3 A (5 stuks)0037 Buitentemperatuursensor NTC 10 kΩ
0038 Contrastekker voor regelaar- en sensorprintplaat (set)0039 Contrastekker voor basisprintplaat (set)0040 Contrastekker voor uitbreidingsprintplaat (set)0041 Platte kabel 24 x 0,090042 Verbindingskabel 4-polig, lengte 85 mm0043 Aansluitkabel compressor0045 Aansluitkabel primaire pomp0046 Aansluitkabel secundaire pomp0047 Aansluitkabel circulatiepomp voor de boileropwarming0049 Kabelset sensoren elektronische expansieventiel0050 Kabelboom laagspanning (X5)0055 Transformator0057 Kabelboom voeding elektronische expansieventiel
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Elektrische uitrusting, type BWC 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
86
00080030
0030
0020
0020
0005
0001
0029
0017
00260028
0016
002100260029
0021
00150025
00240026
00260027
0011
0025
0024
002600130026
0004
0012
0014
0023
0024
0025
0026
0010
0009
0029 0029
0003
0020
0020
0020
0007
0018
0022 00190027
0020
00250024
0026
001800220019
0006
00280002
Afb. 55
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Warmtepompmodule, type BWC 301.B
5517
028
Ond
erde
len
87
Pos. Onderdeel0001 Compressor0002 Warmtewisselaar (verdamper)0003 Warmtewisselaar (condensor)0004 Elektronische expansieventiel0005 Filterdroger0006 Druksensor (PT5-18T)0007 Druksensor (PT5-50T)0008 Veiligheidshogedrukschakelaar0009 Koelconsole0010 Houder warmtewisselaar0011 Leiding heet gas0012 Koudemiddelleiding expansieventiel – verdamper0013 Koudemiddelleiding filterdroger – expansieventiel0014 Koudemiddelleiding condensor – filterdroger0015 Kabel aanvoer primair circuit0016 Leiding zuiggas0017 Bevestigingselementen voor compressor (4 stuks)0018 Wartelmoer voor schräderventiel0019 Schräderventiel0020 Vulring0021 Vul- en aftapkraan G ⅜0022 Afdichtkap0023 Cilinderbouten M8 (2 stuks)0024 Borgveer sensor0025 Temperatuursensor Pt500A0026 Sensorhouder0027 Klepbehuizing ⁷⁄₁₆, 7 50028 Klepbehuizing ⁷⁄₁₆, 7 80029 Pakking A 30 x 44 x 2 mm0030 Rubberbuffer D 40 x 40, M8 x 10 (niet voor type BWC 301.B06)0031 O-ring 28,0 x 2,5 mm
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Warmtepompmodule, type BWC 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
88
000300070021
0011
0001
0004
0002
0010
00060007
0021
000100030010
0003
0010
00210007
0003
0007
0019
0022
0020
0006
0004
00020021
0007
0008
0019 0022
00010016
0001
0001
0013
0001
0001
00010017
0001
0001
0013
0001
0015
0014
00030005
00090005
0012
0005
0005
0018
0005
0023
00050002
0004
0003
Afb. 56
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Hydraulica, type BWC 301.B
5517
028
Ond
erde
len
89
Pos. Onderdeel0001 Pakking A 35 x 45 x 2 mm0002 Borgveer sensor0003 Ontluchtingskraan G ⅜0004 Temperatuursensor Pt500A0005 Pakking A 30 x 44 x 2 mm0006 Vul- en aftapkraan G ⅜0007 Borgklem D280008 Slang voor retour verwarmingswater / retour warmwaterboiler0009 Slang aanvoer primair circuit (intrede brine)0010 Leiding0011 Slang aanvoer secundair circuit0012 Slang retour primair circuit (uittrede brine)0013 Terugslagklep G 1½
0014 Slang aanvoer warmwaterboiler0015 Slang verwarmingswateraanvoer0016 HR-circulatiepomp met PWM-signaal (UPML 25-85, 180)0017 HR-circulatiepomp met PWM-signaal (UPM2 25-75, 180)0018 HR-circulatiepomp (Stratos PARA 25/1-7, 180)0019 Schroefbuisklem D 26-28, M8, met EPDM-voering0020 Schroefbuisklem D 31-35, M8, met EPDM-voering0021 O-ring 28,0 x 2,5 mm0022 Houder (2 stuks)0023 Veiligheidsgroep
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Hydraulica, type BWC 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
90
Lijst met wisselstukken type BWC 301.B
Hydraulica, type BWC 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
91
Voor de bestelling van onderdelen zijn volgende gege-vens vereist:■ Serienummer (zie typeplaatje A)■ Module (uit deze onderdelenlijst)■ Positienummer van het onderdeel in de module (uit
deze onderdelenlijst)
A
B C
D E
Afb. 57
A TypeplaatjeB Module behuizingC Module elektrische uitrusting
D Module warmtepompmoduleE Module hydraulisch systeem
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Overzicht van de modules, type BW 301.B55
1702
8
Ond
erde
len
92
Pos. Onderdeel0005 Lakstift vitozilver0006 Spuitbuslak vitozilver0007 Montage- en servicehandleiding0008 Bedieningshandleiding Vitotronic 200, type WO1C0009 Servicehandleiding Vitotronic 200, type WO1C
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Onderdelen zonder afbeelding, type BW 301.B
5517
028
Ond
erde
len
93
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Onderdelen zonder afbeelding, type BW 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
94
0007
0022
0010
0020
0019
0004
0001
0012
0011
0013
00060014
0003
0002
0003
00020018
0014
0017
0019
0015
0021
00150021
0008
0009
0016
0015
0020
0005
Afb. 58
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Behuizing, type BW 301.B
5517
028
Ond
erde
len
95
Pos. Onderdeel0001 Rubberbuffer0002 Scharnier bovenste gedeelte0003 Scharnier onderste gedeelte0004 Stelpoot met voetkap (4 stuks)0005 Zijplaat links0006 Zijplaat rechts0007 Bovenplaat achter0008 Achterplaat0009 Regelingsplaat0010 Trillingsdrager0011 Bodemplaat0012 Onderplaat0013 Vloermat0014 Rail0015 Kabelafdekking, set0016 Bovenplaat voor0017 Voorplaat0018 Behuizingdeur0019 Logo Vitocal 3000020 Doorvoertule0021 Fassonbout M50022 Schroeven (set)
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Behuizing, type BW 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
96
002800270025
0037
0057
0055
0008
0049
0050
0043
0028
0025
0027
00240009
0012
0001
0005
0003
0004
0006
0036
0023
0022
0039
003000400038
0007
0002
0041
0042
Afb. 59
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Elektrische uitrusting, type BW 301.B
5517
028
Ond
erde
len
97
Pos. Onderdeel0001 Bedieningsgedeelte warmtepompregeling Vitotronic 2000002 Regelaar- en sensorprintplaat met afdekking (CU401)0003 Basishouder regelaar- en sensorprintplaat (CU401)0004 Basisprintplaat met afdekking (MB761)0005 Basishouder basisprintplaat (MB761)0006 Uitbreidingsprintplaat met afdekking (SA135)0007 Codeerstekker voor 1-traps warmtepomp
Codeerstekker voor 2-traps warmtepompZie opgedrukt bestelnr. op codeerstekker ”7......”.
0008 Printplaat (IU210-A10)0009 Softstarter volledige golven (niet voor type 301.B06)0012 Behuizing bedieningseenheid0022 Rangeerprintplaat met drager (SA112)0023 Kabelset rangeerprintplaat0024 Aanstuurmodule compressor0025 Vermogensbescherming 3-polig 230 V~0027 Thermorelais0028 Fasebewaker0030 Netaansluitklem 5-polig0036 Zekeringen T 6,3 A (5 stuks)0037 Buitentemperatuursensor NTC 10 kΩ
0038 Contrastekker voor regelaar- en sensorprintplaat (set)0039 Contrastekker voor basisprintplaat (set)0040 Contrastekker voor uitbreidingsprintplaat (set)0041 Platte kabel 24 x 0,090042 Verbindingskabel 4-polig, lengte 85 mm0043 Aansluitkabel compressor0049 Kabelset sensoren elektronische expansieventiel0050 Kabelboom laagspanning (X5)0055 Transformator0057 Kabelboom voeding elektronische expansieventiel
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Elektrische uitrusting, type BW 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
98
00080030
0030
0020
0020
0005
0001
0029
0017
00260028
0016
002100260029
0021
00150025
00240026
00260027
0011
0025
0024
002600130026
0004
0012
0014
0023
0024
0025
0026
0010
0009
0029 0029
0003
0020
0020
0020
0007
0018
0022 00190027
0020
00250024
0026
001800220019
0006
00280002
Afb. 60
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Warmtepompmodule, type BW 301.B
5517
028
Ond
erde
len
99
Pos. Onderdeel0001 Compressor0002 Warmtewisselaar (verdamper)0003 Warmtewisselaar (condensor)0004 Elektronische expansieventiel0005 Filterdroger0006 Druksensor (PT5-18T)0007 Druksensor (PT5-50T)0008 Veiligheidshogedrukschakelaar0009 Koelconsole0010 Houder warmtewisselaar0011 Leiding heet gas0012 Koudemiddelleiding expansieventiel – verdamper0013 Koudemiddelleiding filterdroger – expansieventiel0014 Koudemiddelleiding condensor – filterdroger0015 Kabel aanvoer primair circuit0016 Leiding zuiggas0017 Bevestigingselementen voor compressor (4 stuks)0018 Wartelmoer voor schräderventiel0019 Schräderventiel0020 Vulring0021 Vul- en aftapkraan G ⅜0022 Afdichtkap0023 Cilinderbouten M8 (2 stuks)0024 Borgveer sensor0025 Temperatuursensor Pt500A0026 Sensorhouder0027 Klepbehuizing ⁷⁄₁₆, 7 50028 Klepbehuizing ⁷⁄₁₆, 7 80029 Pakking A 30 x 44 x 2 mm0030 Rubberbuffer D 40 x 40, M8 x 10 (niet voor type 301.B06)0031 O-ring 28,0 x 2,5 mm
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Warmtepompmodule, type BW 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
100
0001
00050017
0009
00040005
00050017
0004
0008
0001
0016
0002
00020003
00050013
0005
0017
0005
0005
0017
0016
0001
0012
0003
00020005
0006
0007
0017
0002
00170014
0006
00050005
0003
0011
0016 0003
0010
Afb. 61
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Hydraulica, type BW 301.B
5517
028
Ond
erde
len
101
Pos. Onderdeel0001 Borgveer0002 Ontluchtingskraan G ⅜0003 Pakking A 30 x 44 x 2 mm0004 Vul- en aftapkraan G ⅜0005 Borgklem D280006 Schroefbuisklem D 31-35, M8, met EPDM-voering0007 Slang aanvoer secundair circuit0008 Slang retour secundair circuit0009 Leiding T-stuk0010 Slang retour primair circuit (uittrede brine)0011 Slang aanvoer primair circuit (intrede brine)0012 Slang verwarmingswateraanvoer0013 Slang aanvoer warmwaterboiler0014 Houder0016 Temperatuursensor Pt500A0017 O-ring 28,0 x 2,5 mm
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Hydraulica, type BW 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
102
Lijst met wisselstukken type BW 301.B
Hydraulica, type BW 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
103
Voor de bestelling van onderdelen zijn volgende gege-vens vereist:■ Serienummer (zie typeplaatje A)■ Module (uit deze onderdelenlijst)■ Positienummer van het onderdeel in de module (uit
deze onderdelenlijst)
D E
B C
A
Afb. 62
A TypeplaatjeB Module behuizingC Module elektrische uitrusting
D Module warmtepompmoduleE Module hydraulisch systeem
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Overzicht van de modules, type BWS 301.B55
1702
8
Ond
erde
len
104
Pos. Onderdeel0005 Lakstift vitozilver0006 Spuitbuslak vitozilver0007 Montage- en servicehandleiding Vitocal0008 Bedieningshandleiding Vitotronic 200, type WO1C0009 Servicehandleiding Vitotronic 200, type WO1C
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Onderdelen zonder afbeelding, type BWS 301.B
5517
028
Ond
erde
len
105
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Onderdelen zonder afbeelding, type BWS 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
106
0022 0012
0004
0001
0011
0013
0006
00140018
0014
0003
0002
0003
0002
0015
0017
0021
0021 0015
0020
0020
0008
0010
0005
0009
0015
0016
0007
Afb. 63
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Behuizing, type BWS 301.B
5517
028
Ond
erde
len
107
Pos. Onderdeel0001 Rubberbuffer0002 Scharnier bovenste gedeelte0003 Scharnier onderste gedeelte0004 Stelpoot met voetkap (4 stuks)0005 Zijplaat links0006 Zijplaat rechts0007 Bovenplaat achter0008 Achterplaat0009 Regelingsplaat0010 Trillingsdrager0011 Bodemplaat0012 Onderplaat0013 Vloermat0014 Rail0015 Kabelafdekking (set)0016 Bovenplaat voor0017 Voorplaat0018 Behuizingdeur0020 Doorvoertule0021 Fassonbout M50022 Schroeven (set)
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Behuizing, type BWS 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
108
00270025
0057
0055
0008
0049
0050
0043
0025
0027
0009
0024
0030
Afb. 64
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Elektrische uitrusting, type BWS 301.B
5517
028
Ond
erde
len
109
Pos. Onderdeel0008 Printplaat (IU210-A10 H_1 S_14)0009 Softstarter volledige golven0024 Aanstuurmodule compressor0025 Vermogensbescherming 3-polig 230 V~0027 Thermorelais0030 Netaansluitklem 5-polig0043 Aansluitkabel compressor0049 Kabelset sensoren elektronische expansieventiel0050 Leiding retourtemperatuursensor secundair circuit0055 Transformator0057 Kabelboom voeding elektronische expansieventiel
Codeerstekker voor 2-traps warmtepompZie opgedrukt bestelnr. op codeerstekker ”7......”.
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Elektrische uitrusting, type BWS 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
110
00080030
0030
0020
0020
0005
0001
0029
0017
00260028
0016
002100260029
0021
00150025
00240026
00260027
0011
0025
0024
002600130026
0004
0012
0014
0023
0024
0025
0026
0010
0009
0029 0029
0003
0020
0020
0020
0007
0018
0022 00190027
0020
00250024
0026
001800220019
0006
00280002
Afb. 65
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Warmtepompmodule, type BWS 301.B
5517
028
Ond
erde
len
111
Pos. Onderdeel0001 Compressor0002 Warmtewisselaar (verdamper)0003 Warmtewisselaar (condensor)0004 Elektronische expansieventiel0005 Filterdroger0006 Druksensor (PT5-18T)0007 Druksensor (PT5-50T)0008 Veiligheidshogedrukschakelaar0009 Koelconsole0010 Houder warmtewisselaar0011 Leiding heet gas0012 Koudemiddelleiding expansieventiel – verdamper0013 Koudemiddelleiding filterdroger – expansieventiel0014 Koudemiddelleiding condensor – filterdroger0015 Kabel aanvoer primair circuit0016 Leiding zuiggas0017 Bevestigingselementen voor compressor (4 stuks)0018 Wartelmoer voor schräderventiel0019 Schräderventiel0020 Vulring0021 Vul- en aftapkraan G ⅜0022 Afdichtkap0023 Cilinderbouten M8 (2 stuks)0024 Borgveer sensor0025 Temperatuursensor Pt500A0026 Sensorhouder0027 Klepbehuizing ⁷⁄₁₆, 7 50028 Klepbehuizing ⁷⁄₁₆, 7 80029 Pakking A 30 x 44 x 2 mm0030 Rubberbuffer D 40 x 40, M8 x 10 (niet voor type 301.B06)0031 O-ring 28,0 x 2,5 mm
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Warmtepompmodule, type BWS 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
112
0001
00050017
0009
00040005
00050017
0004
0008
0001
0016
0002
00020003
00050013
0005
0017
0005
0005
0017
0016
0001
0012
0003
00020005
0006
0007
0017
0002
00170014
0006
00050005
0003
0011
0016 0003
0010
Afb. 66
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Hydraulica, type BWS 301.B
5517
028
Ond
erde
len
113
Pos. Onderdeel0001 Borgveer0002 Ontluchtingskraan G ⅜0003 Pakking A 30 x 44 x 2 mm0004 Vul- en aftapkraan G ⅜0005 Borgklem D280006 Schroefbuisklem D 31-35, M8, met EPDM-voering0007 Slang aanvoer secundair circuit0008 Slang retour secundair circuit0009 Leiding T-stuk0010 Slang retour primair circuit (uittrede brine)0011 Slang aanvoer primair circuit (intrede brine)0012 Slang verwarmingswateraanvoer0013 Slang aanvoer warmwaterboiler0014 Houder0016 Temperatuursensor Pt500A0017 O-ring 28,0 x 2,5 mm
Onderdelenlijsten type BWS 301.B
Hydraulica, type BWS 301.B (vervolg)
5517
028
Ond
erde
len
114
Instel- en meetwaarden Gewenste waar-de
Eerste inbedrijf-stelling
Onderhoud/service
Vorstbescherming (brinemedium) °C –19 Test externe pompen van de CV-circuitsType circulatiepomp Trap van de circulatiepomp Instelling overstortklep Inbedrijfstelling primair circuitAanvoertemperatuur primair circuit(”Diagnose” Ó ”installatieoverzicht”)
°C
Retourtemperatuur primair circuit(”Diagnose” Ó ”installatieoverzicht”)
°C
Temperatuurverschil (aanvoer/retour pri-mair circuit) ΔT:
■ Bij aanvoertemperatuur secundair circuit= 35 °C en aanvoertemperatuur primaircircuit = 10 ℃
K 3 tot 5
■ Bij aanvoertemperatuur secundair circuit= 35 °C en aanvoertemperatuur primaircircuit = 0 °C
K 2 tot 4
Test mengklep, warmtepomp en boilerverwarmingOnder de volgende omstandigheden gemeten:Ruimtetemperatuur °C Buitentemperatuur °C Temperatuur ”Boilertemperatuur Boven”constant?
Ja (±1 K)
Aanvoertemperatuur secundair circuit °C stijgend Van tot Van tot
Temperatuurverschil ΔT”Aanvoertemp. sec.” / ”Retourtemp.sec.”
K 6 tot 8
Protocol van de regelingsparameters
Beschrijving van de parametersServicehandleiding ”Vitotronic 200”
InstallatiedefinitieParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Installatieschema ”(zie hoofdstuk ”Over-zicht van de mogelijke installatieschema's”)
7000 2
Interval voor langdurig gemiddelde buiten-temperatuur
7002 180 min
Temperatuurverschil voor berekening ver-warmingsgrens
7003 40 (≙ 4 K)
Temperatuurverschil voor berekening koel-grens
7004 40 (≙ 4 K)
Zwembad 7008 0 ”Cascadeaansturing” 700A 0 Vermogen volgwarmtepomp 700B Niet verstellen!
Protocollen
Protocol van de hydraulische parameters
5517
028
Aan
hang
sel
115
Parameter Code Toestand bij leve-ring
Eerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Gebruik warmtepomp in cascade” 700C 10 Looptijdcompensatie cascade 700D 0 Temperatuurbereik ingang 0.. 10V koeling 700E 500 (≙ 50 °C) Externe uitbreiding 7010 0 Installatiecomponent bij externe omschake-ling
7011 0
Werkingsstatus bij externe omschakeling 7012 2 Duur van de externe omschakeling 7013 8 uur Effect externe vraag op warmtepompen/verwarm.circ.
7014 4
Effect extern blokkeren op warmtepompen/verwarm.circ.
7015 4
Vitocom 100 (enkel type GSM/GSM2) 7017 0 Temperatuurbereik ingang 0..10V 7018 1000 Prioriteit externe vraag 7019 0 Effect extern blokkeren op pompen/compressor
701A 0
Gemeenschap. aanvoertem- peratuursensorinstallatie
701B 0
Werkingsstatus na melding A9, C9 701C 0 Werking BA-omschakeling op ventilatie 701F 3 ”Selectie primaire bron” 7030 0 Inschakelhysterese zonne-circuitpomp 7031 20 (≙ 2 K) Min.temp. voor primaire bron zonnecollector 7033 –500 (≙ –50 °C) Minimumlooptijd voor onderdrukking zomer-werking
7035 60 min
Laatste kalenderweek voor zomerwerking 7036 35 Bewaking absorbercircuit 7037 0 Temperatuursensor voor bivalente werking 7038 0 Werking vakantieprogramma 7050 384
Compressor/Compressor 1Parameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Vrijgave compressor 5000 1 Vrijgave gebruik compressortrap 5012 15 Vermogen compressortrap 5030 Nominaal vermogen
volgens typeplaatje
Vermogen primaire bron 5043 0
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
116
Compressor 2Parameters Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Vrijgave compressor” 5100 0 ”Vrijgave gebruik compressortrap” 5112 15 ”Vermogen primaire bron” 5143 0 ”Vermogen compressortrap” 5130 Nominaal vermogen
volgens typeplaatje
Externe warmtegeneratorParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Vrijgave externe warmtegenerator” 7B00 0 ”Voorrang externe warmtegenerator/verw.waterdoorstromer”
7B01 1
”Bivalentietemperatuur externe warmte-generator”
7B02 100 (≙ 10 °C)
”Inschakeldrempel externe warmtegene-rator”
7B03 300 (≙ 30 min)
”Inschakelvertraging externe warmtege-nerator”
7B04 30 min
”Min. aanvoertemp. mengklep externewarmtegenerator OPEN”
7B05 0
”Min. looptijd externe warmtegenerator” 7B06 20 min ”Nalooptijd externe warmtegenerator” 7B07 10 min ”Max. verhoging aanvoertemp. externewarmtegenerator”
7B0B 0
”Vrijgave externe warmtegen. voor ver-warming”
7B0C 1
”Vrijgave externe warmtegenerator voorwarmwaterbereiding”
7B0D 0
”Bivalente gebruikswijze van de warmte-pomp”
7B0E 1
”Uitschakelgrens warmtepomp bivalentbedrijf”
7B0F –500 (≙ –50 °C)
”Vrijgave min. temp.behoud ext. WE” 7B10 0 ”Vrijgave keteltemperatuursensor” 7B11 1
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
117
Warm waterParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Gewenste warmwatertemp. 6000 500 (≙ 50 °C) Min. warmwatertemperatuur 6005 100 (≙ 10 °C) Max. warmwatertemperatuur 6006 600 (≙ 60 °C) Hysterese WW-temperatuur warmtepomp 6007 50 (≙ 5 K) Hysterese WW-temperatuur verw.-water-doorstromer
6008 100 (≙ 10 K)
Inschakeloptimalisering voor warmwaterbe-reiding
6009 0
Uitschakeloptimalisering voor warmwaterbe-reiding
600A 0
Gewenste warmwatertemperatuur 2 600C 600 (≙ 60 °C) Temperatuurverhoging per uur voor warm-waterbereiding
600D 30 K/h
Temperatuursensor onderaan in de warm-waterboiler
600E 0
Max. looptijd warmwaterbereiding bij ver-warming
6011 240 min
Max. onderbreking warmwaterbereidingvoor verwarm.
6012 90 min
Vrijgave extra verwarmingen voor warmwa-terbereiding
6014 0
Vrijgave elek. verwarmingen voor warmwa-terbereiding
6015 0
Voorrang warmwaterbereiding bij combina-tieboiler
6016 0
Inschakelpogingen voor WW na max. druk-uitschakeling
6017 1
Uitschakelhysterese CV-water-doorstroom-element
601E 0 (≙ 0 K)
Vrijgave boilerlaadpomp 601F 0 Gebruikswijze boilerlaadpomp 6020 0 Vrijgave E-verw./ext. WE uitsl. voor naladen 6040 0
Zonne-energieParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Type zonne-energieregeling” 7A00 0 Storing zonneregelingsmodule, type SM1 C0xx Deze parameters zijn enkel zichtbaar als de zonnere-
gelingsmodule, type SM1 op de warmtepomp is aan-gesloten en ”type zonne-energieregeling” op ”3”staat.Beschrijving van de parameters zie montage- en servi-cehandleiding ”Zonneregelingsmodule, type SM1”.
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
118
Extra elektrische verwarmingParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Vrijgave verwarmingswater-doorstromer 7900 0 Vrijgave elek. verwarmingen voor warmwa-terbereiding
7901 0
Vrijgave verwarmingswater-doorstromervoor kamerverwarming
7902 1
Inschakelvertraging verwarmingswaterdoor-stromer
7905 30 min
Max. vermogen verwarmingswaterdoorstro-mer
7907 3
Vermogen voor verw.waterdoorstr. bij ext.blokkering
790A 0
Bivalentietemperatuur verwarmingswater-doorstromer
790B 500 (≙ 50 °C)
Interne hydraulicaParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Warmtepomp voor bouwwarmte 7300 0 Tijdprogramma voor estrikdroging 7303 0 Gewenste aanvoertemperatuur externevraag koelen
730A Niet anders instellen!
Aanvoertemperatuur gewenste waarde ex-terne vraag
730C 500 (≙ 50 °C)
”Vrijgave 3-weg omschakelklep Verwar-men/WW”
730D 0
Inschakeldrempel verwarmingswaterdoor-stromer
730E 300 (≙ 30 K·min)
Toerent. CV-circ.pompen 7319 0 ”Bedrijfsmodus secundaire pomp” 7340 Type BW 301.B: 0
Type BWC 301.B: 3
Aanlooptijd HR-circulatiepomp 7365 5 s Estrikprogramma startdag 7378 1 Estrikprogramma einddag 7379 31 ”Bedrijfsmodus secundaire pomp 2” 73C0 0
Primaire bronParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Bedrijfsmodus primaire bron” 7400 0 ”Regelstrategie primaire bron” 7401 Type BW: 0
Type BWC: 3
Startvermogen primaire bron 7414 50 % Pomptype primair circuit 745A Niet anders instellen!Min. intredetemperatuur primair circuit bijwerking
7470 Niet anders instellen!
Activeringsvertraging sondebeveiliging 7471 Niet anders instellen!
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
119
VerwarmingswaterbufferParameters Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Vrijgave buffer/open verdeler” 7200 0 ”Temperatuur in bedrijfsmodus Vastewaarde voor buffer”
7202 500 (≙ 50 °C)
”Hysterese temperatuur verwarming buf-fer”
7203 50 (≙ 5 K)
”Max. temperatuur buffer” 7204 600 (≙ 60 °C) Uitschakeloptimalisering verwarming buffer 7205 0 ”Temperatuurgrens bedrijfsstatus Vastewaarde voor buffer”
7208 500 (≙ 50 °C)
Uitschakelhysterese verwarmingswaterbuf-fer
7209 0 (≙ 0 K)
Modus vaste waarde alleen bij warmtevraag 720A 0
Verwarmingscircuit 1Parameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Ruimtetemperatuur normaal” 2000 200 (≙ 20 °C) ”Ruimtetemperatuur verlaagd” 2001 160 (≙ 16 °C) ”Afstandsbediening” 2003 0 Kamertemperatuurregeling 2005 0 ”Niveau stooklijn” 2006 0 (≙ 0 K) ”Steilheid stooklijn” 2007 6 (≙ 0,6) ”Invloed ruimtetemperatuur-bijschake-ling”
200A 10
”Ruimtetemperatuur-bijschakeling” 200B 0 ”Max. aanvoertemperatuur verwarmings-circuit”
200E 400 (≙ 40 °C)
Looptijd mengklep verwarmingscircuit 2015 Niet anders instellen!”Ruimtetemperatuur in partywerking” 2022 200 (≙ 20 °C)
Verwarmingscircuit 2Parameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Ruimtetemperatuur normaal” 3000 200 (≙ 20 °C) ”Ruimtetemperatuur verlaagd” 3001 160 (≙ 16 °C) ”Afstandsbediening” 3003 0 Kamertemperatuurregeling 3005 0 ”Niveau stooklijn” 3006 0 (≙ 0 K) ”Steilheid stooklijn” 3007 6 (≙ 0,6) ”Invloed ruimtetemperatuur-bijschake-ling”
300A 10
”Ruimtetemperatuur-bijschakeling” 300B 0 ”Max. aanvoertemperatuur verwarmings-circuit”
300E 400 (≙ 40 °C)
Looptijd mengklep verwarmingscircuit 3015 Niet anders instellen!”Ruimtetemperatuur in partywerking” 3022 200 (≙ 20 °C)
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
120
Verwarmingscircuit 3Parameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Ruimtetemperatuur normaal” 4000 200 (≙ 20 °C) ”Ruimtetemperatuur verlaagd” 4001 160 (≙ 16 °C) ”Afstandsbediening” 4003 0 Kamertemperatuurregeling 4005 0 ”Niveau stooklijn” 4006 0 (≙ 0 K) ”Steilheid stooklijn” 4007 6 (≙ 0,6) ”Invloed ruimtetemperatuur-bijschake-ling”
400A 10
”Ruimtetemperatuur-bijschakeling” 400B 0 ”Max. aanvoertemperatuur verwarmings-circuit”
400E 400 (≙ 40 °C)
Looptijd mengklep verwarmingscircuit 4015 Niet anders instellen!”Ruimtetemperatuur in partywerking” 4022 200 (≙ 20 °C)
KoelingParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Koelfunctie” 7100 0 ”Koudecircuit” 7101 1 ”Gewenste ruimtetemperatuur afzonder-lijk koudecircuit”
7102 200 (≙ 20 °C)
”Minimale aanvoertemperatuur koelen” 7103 200 (≙ 20 °C) ”Invloed ruimtetemperatuur-bijschake-ling koudecircuit”
7104 0
Kamertemperatuur-regeling koelcircuit 7105 1 ”Rangering ruimtetemperatuursensor af-zonderlijk koudecircuit”
7106 0
Hysterese kamertemperatuur koelcircuit 7107 10 (≙ 1 K) Vrijgave aanvoertemp.-sensor koelcircuit 7109 1 ”Niveau koellijn” 7110 0 (≙ 0 K) ”Steilheid koellijn” 7111 12 (≙1,2) ”Afstandsbediening koudecircuit” 7116 0 Dauwpuntbewaker 7117 1 ”Vrijgave active cooling” 71FE 0
Ventilatie: Vitovent 200-C en Vitovent 300-FParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Vrijgave Vitovent 7D00 0 Vrijgave voorverwarmregister elektrisch 7D01 0 Vrijgave naverwarmregister hydraulisch 7D02 0 Vrijgave vochtsensor 7D05 0 Vrijgave CO2-sensor 7D06 0 Gew. kamertemperatuur 7D08 200 (≙ 20 °C)
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
121
Parameter Code Toestand bij leve-ring
Eerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Nominaal debiet toevoerlucht 7D0A ■ Vitovent 200-C:75 m3/h
■ Vitovent 300-F:120 m3/h
Bovenste grens nominaal debiet toevoer-lucht
7D0B ■ Vitovent 200-C:115 m3/h
■ Vitovent 300-F:170 m3/h
Debiet intensief ventileren 7D0C ■ Vitovent 200-C:155 m3/h
■ Vitovent 300-F:215 m3/h
Min. toevoerluchttemperatuur voor bypass 7D0F 160 (≙ 16 °C) CO2-waarde voor verhoging debiet 7D18 800 ppm Vochtwaarde voor verhoging debiet 7D19 65 % Interval vorstbescherming ventilatie 7D1A 15 min Duur intensief ventileren 7D1B 120 min Bron ruimtetemperatuur werkelijke waarde 7D1D 1 CV-circuit voor blokkering bypassklep 7D21 7 Aanpassing regelspanning 7D27 0 (≙ 0 V) Ventilator voor aanpassing regelspanning 7D28 0 Strategie passieve vorstbescherming 7D2C 0 Type warmteoverbrenger 7D2E 0 Inbouwpositie 7D2F 0 Functie externe 230V-ingang ventilatie 7D3A 0 Duur badkamerventilatie 7D3B 30 min Startblokkering ventilatie periodes deel 1 7D5E 0 Startblokkering ventilatie periodes deel 2 7D5F 0 Aanpassing stuurspanning toevoerluchtven-tilator
7D71 0 V
Aanpassing stuurspanning uitlaatluchtventi-lator
7D72 0 V
Sensorcompensatie buitenluchttemperatuur 7D75 0 K Sensorcompens.buitenlucht- temp. na voor-verwarmregister
7D76 0 K
Sensorcompensatie toevoerluchttempera-tuur
7D77 0 K
Sensorcompensatie afvoerluchttemperatuur 7D79 0 K
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
122
Ventilatie: Vitovent 200-W, Vitovent 300-C en Vitovent 300-WParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Vrijgave Vitovent 7D00 0 CV-circuit voor blokkering bypassklep 7D21 7 Voorverwarmregister C101 1 Naverwarmregister C102 0 Vochtsensor C105 0 Gewenste CO2-waarde C106 0 Gew. kamertemperatuur C108 220 (≙ 22 °C) Basisventilatie C109 ■ Vitovent 200-W:
15 %■ Vitovent 300-C:
30 m3/h■ Vitovent 300-W:
50 m3/h
Gereduceerde ventilatie C10A ■ Vitovent 200-W:25 %
■ Vitovent 300-C:75 m3/h
■ Vitovent 300-W:100 m3/h
Nominale ventilatie C10B ■ Vitovent 200-W:50 %
■ Vitovent 300-C:100 m3/h
■ Vitovent 300-W:150 m3/h
Intensieve ventilatie C10C ■ Vitovent 200-W:75 %
■ Vitovent 300-C:125 m3/h
■ Vitovent 300-W:225 m3/h
Basisventilatie tweede ventilatorkanaal C189 15 % Gereduceerde ventilatie tweede ventilator-kanaal
C18A 25 %
Normale ventilatie tweede ventilatorkanaal C18B 50 % Intensieve ventilatie tweede ventilatorkanaal C18C 75 % Bypass werking C1A0 0 Centrale verwarming en warmteterugwin-ning
C1A1 0
Onevenwicht toegelaten C1A2 1 Vastgelegd onevenwicht C1A3 0 Gewenste temperatuur naverwarmregister C1A4 210 (≙ 21 °C) Gevoeligheid vochtsensor C1A6 0 Minimumtemperatuur aardwarmtewisselaar C1AA 50 (≙ 5 °C) Maximumtemperatuur aardwarmtewisselaar C1AB 250 (≙ 25 °C)
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
123
Parameter Code Toestand bij leve-ring
Eerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
Functie ingang 1 C1B0 0 Min. spanning ingang 1 C1B1 0 (10 ≙ 1 V) Min. spanning ingang 2 C1C1 0 (10 ≙ 1 V) Correctie debiet C1C7 100
OpmerkingDe toestanden bij levering van de parameters C101 totC1C7 zijn afhankelijk van het ventilatietoestel en kun-nen evt. van de hier opgegeven waarden afwijken. Detoestand bij levering wordt in het servicemenu bij elkeparameter met ”ALT ... ” weergegeven: Zie ”Service-handleiding Vitotronic 200”.
Fotovoltaïsch systeemParameters Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Vrijgave eigen energieverbruik PV” 7E00 0 ”Aandeel ext. stroom” 7E02 10 (≙ 10 %) ”Drempel elektr. vermogen” 7E04 0 (≙ 0 W) ”Vrijgave eigen energieverbr. voor gew.WW-temperatuur 2”
7E10 0
”Vrijgave eigen energieverbr. voor warm-waterbereiding”
7E11 0
”Vrijgave eigenenergieverbr. voor warm-waterbuffer”
7E12 0
”Vrijgave eigen energieverbr. voor ver-warmen”
7E13 0
”Vrijgave eigen energieverbr. voor koe-len”
7E15 0
”Verhoging gew. temp. warmwaterbufferPV”
7E21 0 (≙ 0 K)
”Verhoging gew. temp. verwarmingswa-terbuffer PV”
7E22 0 (≙ 0 K)
”Verhoging gew. kamertemperatuur PV” 7E23 0 (≙ 0 K) ”Verlaging gew. kamertemperatuur PV” 7E25 0 (≙ 0 K)
Smart GridParameters Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Vrijgave Smart Grid” 7E80 0 ”Smart Grid vrijgave elektr. verwarming” 7E82 0 ”Smart Grid gewenste stijging voorwarmwaterbereiding”
7E91 0 (≙ 0 K)
”Smart Grid gewenste stijging voor ver-warmingswaterbuffer”
7E92 0 (≙ 0 K)
”Smart Grid gewenste stijging voor ruim-tetemperatuur verwarmen”
7E93 0 (≙ 0 K)
”Smart Grid gewenste daling voor ruim-tetemperatuur koelen”
7E95 0 (≙ 0 K)
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
124
TijdParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Automatische omzetting zomer-/winter-tijd”
7C00 1
”Begin zomertijd - maand” 7C01 3 ”Begin zomertijd - week” 7C02 5 ”Begin zomertijd - dag” 7C03 7 ”Begin wintertijd - maand” 7C04 10 ”Begin wintertijd - week” 7C05 5 ”Begin wintertijd - dag” 7C06 7
CommunicatieParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Nummer van de warmtepomp in casca-de”
7707 1
”Vrijgave communicatiemodule LON” 7710 0 ”LON deelnemersnummer” 7777 1 ”LON foutmanager” 7779 0 ”LON installatienummer” 7798 1 ”Interval voor gegevensoverdracht viaLON”
779C 20 min
”Bron buitentemperatuur” 77FC 0 ”Buitentemperatuur zenden” 77FD 0 ”Bron tijd” 77FE 0 ”Tijd zenden” 77FF 0
BedieningParameter Code Toestand bij leve-
ringEerste inbe-drijfstelling
Onderhoud/service
”Bediening blokkeren” 8800 0 ”Vrijgave niveaus tijdprogram. geluids-gereduceerde werking”
8801 0
”Gebruikersniveau weergave energieba-lans”
8811 1
Protocollen
Protocol van de regelingsparameters (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
125
Type BWC/BW/BWS 301.B06 301.B08 301.B10 301.B13 301.B17Vermogensgegevens conformEN 14511 (B0/W35, 5 K spreiding)
Nominale warmtevermogen kW 5,69 7,64 10,36 12,99 17,24Koelvermogen kW 4,54 6,13 8,43 10,57 13,85Elektr. vermogensopname kW 1,24 1,62 2,07 2,60 3,65Vermogenscoëfficiënt (COP) 4,60 4,71 5,01 5,00 4,73Brine (primair circuit) Inhoud l 3,0 3,4 4,0 4,5 5,9Minimumdebiet l/h 860 1160 1470 1880 2490Doorstroomweerstand bij minimumde-biet (enkel type BW/BWS)
mbar 22 25 25 45 50kPa 2,2 2,5 2,5 4,5 5,0
Restopvoerhoogte bij minimumdebiet(enkel type BWC)
mbar 670 660 810 780 796kPa 67,0 66,0 81,0 78,0 79,6
Max. aanvoertemperatuur (brine-intre-de)
°C 25 25 25 25 25
Min. aanvoertemperatuur (brine-intre-de)
°C –10 –10 –10 –10 –10
Verwarmingswater (secundair circuit) Inhoud l 3,0 3,5 4,0 4,6 5,7Nominaal debiet l/h 990 1320 1780 2230 2980Doorstroomweerstand bij minimumde-biet (enkel type BW/BWS)
mbar 30 40 50 80 120kPa 3 4 5 8 12
Restopvoerhoogte bij nominaal debiet(enkel type BWC)
mbar 760 690 630 480 260kPa 76 69 63 48 26
Minimumdebiet l/h 520 680 880 1080 1490Doorstroomweerstand bij minimumde-biet (enkel type BW/BWS)
mbar 10 12 14 18 34kPa 1,0 1,2 1,4 1,8 3,4
Restopvoerhoogte bij minimumdebiet(enkel type BWC)
mbar 800 790 710 721 668kPa 80,0 79,0 71,0 72,1 66,8
Max. aanvoertemperatuur °C 65 65 65 65 65
Technische gegevens
Technische gegevens Brine/water-warmtepompen55
1702
8
Aan
hang
sel
126
Type BWC/BW/BWS 301.B06 301.B08 301.B10 301.B13 301.B17Elektrische waarden warmtepomp Nominale spanning compressor 3/N/PE 400 V/50 HzNominale stroom compressor A 4,8 6,2 7,4 9,7 13,0Cos φ 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9Startstroom compressor met start-stroombegrenzing (niet bij typeBWC/BW/BWS 301.B06)
A 25,0 14,0 20,0 22,0 25,0
Startstroom compressor bij geblok-keerde rotor
A 28,0 43,0 51,5 62,0 75,0
Beveiliging compressor A C16A3-polig
B16A3-polig
B16A3-polig
B16A3-polig
C20A3-polig
Elektrische vermogensopname van dein de fabriek geïntegreerde circulatie-pompen (enkel type BWC)
■ Primaire pomp W 5 tot 70 5 tot 70 5 tot 70 8 tot 130 8 tot 130■ Energie-efficiëntie-index EEI primai-
re pomp ≤ 0,21 ≤ 0,21 ≤ 0,21 ≤ 0,23 ≤ 0,23
■ Secundaire pomp W 5,7 tot 87 5,7 tot 87 5,7 tot 87 5,7 tot 87 5,7 tot 87■ Energie-efficiëntie-index EEI secun-
daire pomp ≤ 0,23 ≤ 0,23 ≤ 0,23 ≤ 0,23 ≤ 0,23
■ Circulatiepomp voor de boilerverwar-ming
W 3,8 tot 70 3,8 tot 70 3,8 tot 70 3,8 tot 70 3,8 tot 70
■ Energie-efficiëntie-index EEI circula-tiepomp voor de boilerverwarming
≤ 0,23 ≤ 0,23 ≤ 0,23 ≤ 0,23 ≤ 0,23
Beschermingsklasse I I I I IElektrische waarden regeling (uit-sluitend type BWC/BW)
Nominale spanning 1/N/PE 230 V/50 HzZekering B16AZekeringen 2 x T 6,3 A H/250 VMax. elektrische vermogensopname W 1000 1000 1000 1000 1000Elektr. vermogensopname tijdens wer-king
W 5 5 5 5 5
Koelcircuit Medium R410A R410A R410A R410A R410A■ Inhoud kg 1,4 1,95 2,4 2,25 2,75■ Broeikaseffect (GWP) 2088 2088 2088 2088 2088■ CO2-equivalent t 2,9 4,1 5,0 4,7 5,7Toegelaten werkingsdruk ■ Lage druk bar 28 28 28 28 28 MPa 2,8 2,8 2,8 2,8 2,8■ Hoge druk bar 45 45 45 45 45 MPa 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5Compressor Type Scroll hermetischOlie in compressor Type Emkarate RL32 3MAFOliehoeveelheid in compressor l 0,74 1,24 1,24 1,24 1,89
Technische gegevens
Technische gegevens Brine/water-warmtepompen (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
127
Type BWC/BW/BWS 301.B06 301.B08 301.B10 301.B13 301.B17Toegel. werkingsdruk Primair circuit bar 3 3 3 3 3 MPa 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3Secundair circuit bar 3 3 3 3 3 MPa 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3Afmetingen Totale lengte mm 844 844 844 844 844Totale breedte mm 600 600 600 600 600Totale hoogte (bedieningseenheidopengeklapt)
mm 1155 1155 1155 1155 1155
Gewicht Warmtepomp, type BWC kg 123 127 139 145 158Warmtepomp 1e trap, type BW 301.B kg 113 117 129 135 148Warmtepomp 2e trap, typeBWS 301.B
kg 109 113 125 131 144
Aansluitingen (buitenschroefdraad) Aanvoer / retour primair circuit G 1½ 1½ 1½ 1½ 1½Aanvoer/retour secundair circuit G 1½ 1½ 1½ 1½ 1½
Geluidsvermogen (meting in over-eenstemming met EN 12102/EN ISO 9614-2) geschatte totale ge-luidsproductie bij B0±3 K/W35±5 K
■ Bij nominaal warmtevermogen dB(A) 40 41 41 41 42Energie-efficiëntieklasse conformEU-verordening nr. 813/2013
Verwarmen, gemiddelde klimaten ■ Lagetemperatuurtoepassing (W35) A++ A++ A++ A++ A++
■ Gemiddelde-temperatuurtoepassing(W55)
A++ A++ A++ A++ A++
Vermogensgegevens verwarmenconform EU-verordening nr. 813/2013(gemiddelde klimaatverhoudingen)
Laag temperatuurgebruik (W35) ■ Energie-efficiëntie ηS % 182 198 209 191 196■ Nominaal vermogen Prated kW 7 9 12 15 20■ Seizoensgebonden vermogenscoëf-
ficiënt (SCOP) 4,75 5,15 5,43 4,98 5,10
Gemiddelde-temperatuurtoepassing(W55)
■ Energie-efficiëntie ηS % 133 145 153 146 150■ Nominaal vermogen Prated kW 6 8 11 14 19■ Seizoensgebonden vermogenscoëf-
ficiënt (SCOP) 3,53 3,83 4,03 3,85 3,95
Technische gegevens
Technische gegevens Brine/water-warmtepompen (vervolg)
5517
028
Aan
hang
sel
128
Type BWC/BW/BWS in combinatie met ”om-bouwset water/water-warmtepomp”
301.B06 301.B08 301.B10 301.B13 301.B17
Vermogensgegevens conformEN 14511 (W10/W35, 5 K spreiding)
Nominale warmtevermogen kW 7,51 10,18 13,51 16,89 22,59Koelvermogen kW 6,35 8,74 11,60 14,46 19,17Elektr. vermogensopname kW 1,24 1,55 2,05 2,61 3,68Vermogenscoëfficiënt (COP) 6,05 6,58 6,58 6,46 6,15Brine (primair tussencircuit) Inhoud l 3,0 3,4 4,0 4,5 5,9Minimumdebiet l/h 1530 2000 2570 3300 4450Doorstroomweerstand bij minimumde-biet (enkel type BW/BWS)
mbar 58 76 61 122 143kPa 5,8 7,6 6,1 12,2 14,3
Restopvoerhoogte bij minimumdebiet(enkel type BWC)
mbar 613 520 770 624 290kPa 61,3 52,0 77,0 62,4 29,0
Max. aanvoertemperatuur (brine-intre-de)
°C 25 25 25 25 25
Min. aanvoertemperatuur (brine-intre-de)
°C 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
Verwarmingswater (secundair circuit) Inhoud l 3,0 3,5 4,0 4,6 5,7Minimumdebiet l/h 690 900 1170 1450 1990Doorstroomweerstand bij minimumde-biet (enkel type BW/BWS)
mbar 16 20 29 39 58kPa 1,6 2,0 2,9 3,9 5,8
Restopvoerhoogte bij minimumdebiet(enkel type BWC)
mbar 791 755 690 660 540kPa 79,1 75,5 69,0 66,0 54,0
Max. aanvoertemperatuur °C 65 65 65 65 65
OpmerkingOverige technische gegevens: Zie ”Technische gege-vens brine/water-warmtepompen”
Technische gegevens
Technische gegevens water/water-warmtepompen
5517
028
Aan
hang
sel
129
Stuur de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax naar uw Viessmann-verkoopkantoor.Om de installatie in bedrijf te stellen, is de aanwezigheid van een deskundige medewerker vereist.
Installatiegegevens:Opdrachtgever
Installatieplaats
Controlepunten aankruisen:= Hydraulisch schema voor verwarmingsinstallatie bijgevoegd= Verwarmingscircuits volledig geïnstalleerd en gevuld= Elektrische installatie volledig uitgevoerd= Hydraulische leidingen volledig geïsoleerd= Alle ramen en buitendeuren dicht= Componenten voor koelwerking volledig geïnstalleerd (optioneel)= Componenten voor ventilatie volledig geïnstalleerd (optioneel)= Componenten voor fotovoltaïsch systeem volledig geïnstalleerd (optioneel)
Gewenst tijdstip:1e datum Tijd 2e Datum Tijd
De bij Viessmann aangevraagde leveringen worden mij/ons volgens de huidige Viessmann prijslijst in rekeninggebracht.
Plaats/datum
Handtekening
Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering
De producten van Viessmann kunnen gerecycleerdworden. Componenten en bedrijfsstoffen van uw ver-warmingsinstallatie horen niet thuis in het huisvuil.Voor de buitenbedrijfstelling de installatie spanningsvrijschakelen en de componenten evt. laten afkoelen.
Alle componenten moeten deskundig verwijderd wor-den.
Bijlage
Opdracht tot eerste inbedrijfstelling55
1702
8
Aan
hang
sel
130
Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dathet volgende product qua constructie en werking inovereenstemming is met de Europese richtlijnen en deaanvullende nationale vereisten.
De conformiteit werd gewaarborgd door de CE-marke-ring. De volledige conformiteitsverklaring is met behulpvan het fabricagenr. op volgend internetadres te vin-den:
www.viessmann.nl/eu-conformity
Bij de energetische keuring van CV- en luchtbehandelingsinstallaties conform DIN V 4701-10, zoals vereist doorde Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 300-G wor-den uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rende-mentsrichtlijn is bepaald (zie ontwerphandleiding).
Verklaringen
Conformiteitsverklaring
5517
028
Aan
hang
sel
131
AAanduidingen bij installatievoorbeelden.......................9Aansluitingen..............................................................17– Elektrisch.................................................................24– Hydraulisch............................................................. 22– Primair circuit.......................................................... 22– Secundair circuit......................................................23Aansluitingen door installateur................................... 17Aansluitruimte............................................................ 69Aanvoer– primair circuit...........................................................72– Warmwaterboiler..................................................... 72Aanvoertemperatuursensor– Installatie...........................................................38, 74– Koelcircuit..........................................................38, 74– primair circuit...............................................72, 73, 74– Primair circuit.................................................... 12, 15– Secundair circuit....................................38, 72, 73, 74– Verwarmingscircuit..................................................74– verwarmingscircuit met mengklep...........................39– verwarmingscircuit met mengklep M2/VC2.............38Aardleidingsverbindingen...........................................54Absorberende bron........................................ 10, 12, 15Afdichtingsringen vervangen......................................50Afdichtingvlakken....................................................... 51Afmetingen................................................................. 17Afsluitweerstand Modbus........................................... 38Afstandsbediening................................................38, 59Aftapkraan– primair circuit...........................................................73– Primaire zijde.......................................................... 73– secundair circuit...................................................... 72– Secundaire zijde......................................................73
BBasisprintplaat......................................................28, 69Bedieningseenheid.....................................................69Bedieningseenheid monteren ................................... 25Behuizingdeur............................................................ 77Behuizingsdeur.................................................... 71, 77Beveiliging..................................................................43Bijvulwater..................................................................55Blokkeersignaal energiebedrijf............................. 42, 48Blokkering door energiebedrijf............................. 43, 44– Met lokale lastscheiding..........................................44– Zonder lokale lastscheiding.....................................43Blokkering door het energiebedrijf....................... 24, 42Boilerlaadpomp.......................................................... 29– Parameter............................................................... 59Boilertemperatuursensor............................................74– Boven......................................................................38– Onder...................................................................... 38Bovenplaat demonteren............................................. 22Brine/water-warmtepomp............................................. 7Brine-accessoirepakket..................................10, 12, 15Bronpomp.................................................10, 12, 15, 29Buffertemperatuursensor..................................... 38, 74Buitenplaat................................................................. 77Buitentemperatuursensor.....................................38, 74
CCirculatiepomp........................................................... 30Circulatiepompen....................................................... 59Circulatiepomp voor boilerverwarming...........29, 59, 72Circulatiepomp voor de boilerverwarming– PWM-signaal...........................................................39Circulatiepomp voor de tapwaternaverwarming.........59Codeerniveau 1..........................................................56Codeerstekker............................................................39Communicatiemodule LON........................................ 39Compressor..........................................................72, 73– netaansluitkabel...................................................... 24Condensatie in de warmtepompmodule.....................77Condensor..................................................................72Contactgeluid............................................................. 19Controleren– Sensoren.................................................................73– Zekering.................................................................. 76CV-pomp.............................................................. 30, 59
DDauwpuntsensor........................................................ 38Demonteren bovenplaat.............................................22Dichtheid controleren........................................... 50, 55Doorvoertules ..........................................23, 24, 51, 77Draadloze tijdmodule................................................. 38Draaistroombewaker.................................................. 49Drukbelasting............................................................. 21Drukbewaker.................................................. 10, 12, 15Drukbewaker primair circuit........................................50Druk controleren.........................................................56
EEerste inbedrijfsteling...............................................129Eerste inbedrijfstelling.......................................... 54, 56Eigenenergieverbruik................................................. 65Eigen energieverbruik.......................................... 42, 47Elektrisch aansluiten.................................................. 24Elektrische aansluiting– Warmtepompregeling..............................................28Elektrische aansluitingen– Basisprintplaat.........................................................28– controleren.............................................................. 56– Kabels leggen......................................................... 26– Overzicht.................................................................69– Rangeerprintplaat....................................................36– Regelaar- en sensorprintplaat.................................38– Uitbreidingsprintplaat.............................................. 32Elektrische aansluitruimte.................................... 26, 69Elektrische kabels...................................................... 26Elektrische verbinding................................................ 27Elektrisch verwarmingselement........................... 35, 62Elektronische expansieklep..................................72, 73Elektronische expansieventiel EEK..............................7Expansievat .........................................................23, 55– Voordruk controleren...............................................55Expansievat controleren.............................................56Externe functies......................................................... 60Externe uitbreiding..................................................... 60
Index
Index55
1702
8
132
Externe warmtegenerator...........................................62Extra elektrische verwarming..................................... 62
FFase-asymmetrie ...................................................... 49Fasebewaker........................................................69, 70– Bouwvorm 1............................................................ 49– Bouwvorm 2............................................................ 49– Bouwvorm 3............................................................ 50Fasenbewaker............................................................49Filterdroger.................................................................73Fotovoltaïsch systeem............................................... 65Functietest..................................................................67
GGarantie..................................................................... 56Gebruik conform de regelgeving.................................. 6Geluid.........................................................................77Geluidsniveau............................................................ 77Geluidsproductie.................................................. 50, 51Gewicht...................................................................... 19
HHogedruksensor.........................................................73Hoofdschakelaar........................................................ 54Hoogtariefmeter....................................... 43, 44, 45, 46Hydraulisch aansluiten............................................... 22Hydraulische parameters......................................... 114
IIJsbuffersysteem........................................................ 63Impulsfrequentieontvanger.......................43, 44, 45, 46Inbedrijfstelling........................................................... 54Inbedrijfstellingsassistent........................................... 56Inspectie.....................................................................54Installatiedruk controleren.................................... 55, 56Installatiegebruiker instrueren.................................... 68Installatieruimte ......................................................... 19Installatieschema....................................................... 58Instrueren van de installatiegebruiker........................ 68Interne componenten................................................. 72
KKabellengte.......................................................... 24, 43Kamerhoogte..............................................................19Kamertemperatuursensor– Koelcircuit..........................................................38, 74– Verwarmingscircuit..................................................74Kantelhoek................................................................. 19Kenwaarden– Temperatuursensor type NTC 10 kΩ.......................75– Temperatuursensor type Pt500A.............................76Keteltemperatuursensor externe warmtegenerator........
38, 74KM-BUS-verdeler....................................................... 38Koelcircuit op dichtheid controleren........................... 54Koelcircuitsensoren....................................................74Koelfunctie..................................................... 29, 30, 61
LLaagspanningsleidingen............................................ 26Laag tarief.................................................................. 42Laagtariefmeter........................................ 43, 44, 45, 46Lagedruksensor......................................................... 73Legende bij de installatievoorbeelden..........................9Leidingdoorvoeringen ................................................23Lijsten met wisselstukken.............................79, 91, 103
MMaximumtemperatuurbegrenzing.............................. 30Meldingsaansluitingen................................................36Minimaal kamervolume.............................................. 19Minimale installatiedruk..............................................55Minimumafstanden.....................................................20Minimumdebiet...........................................................24Modbus...................................................................... 38Modbus-verdeler........................................................ 39Module– Behuizing.................................................. 82, 94, 106– Elektrische uitrusting.................................84, 96, 108– Hydraulica............................................... 88, 100, 112– Warmtepompmodule................................. 86, 98, 110Modules........................................................79, 91, 103
NNEN-voorschriften......................................................41Netaansluiting................................................ 41, 69, 70– Compressor.............................................................42– Voorschriften........................................................... 41– Warmtepompregeling..............................................42Netaansluitkabel...................................................24, 42Netschakelaar............................................................ 56Netuitschakelingen.....................................................42Netvoeding................................................................. 49Netzekering................................................................ 42
OOmgevingstemperaturen............................................19Onderhoud................................................................. 54Onderspanning...........................................................49Oneffenheden in de vloer...........................................21Ontluchten– Primaire zijde.......................................................... 55– Secundaire zijde......................................................55Ontluchtingskraan– primair zijde.......................................................72, 73– secundaire zijde................................................ 72, 73Opdracht tot eerste inbedrijfstelling..........................129Opstelling............................................................. 19, 21Overspanning.............................................................49Overstortklep..............................................................24Overzicht– Interne componenten.............................................. 72– Modules.....................................................79, 91, 103
Index
Index (vervolg)
5517
028
133
PPakkingringen vervangen...........................................55Parameter– Andere componenten..............................................59– Eigenenergieverbruik.............................................. 65– Elektrisch verwarmingselement.............................. 62– Energiemeter...........................................................65– Extra elektrische verwarming.................................. 62– Fotovoltaïsch systeem............................................ 65– IJsbuffersysteem..................................................... 63– Koelfunctie.............................................................. 61– Pompen...................................................................59– Smart Grid...............................................................66– Ventilatie............................................................63, 64– Warmtepomp 2de trap.............................................60– Warmtepompcascade............................................. 66– Zwembadverwarming..............................................62Parametergroep kiezen..............................................57Parameter instellen.................................................... 57Parameters– door installateur aangesloten componenten........... 58– Elektrisch verwarmingselement.............................. 62– Externe functies...................................................... 60– Externe warmtegenerator........................................62– protocollen.............................................................114– Tapwaterverwarming door zonnesysteem...............62Plaatsing.................................................................... 17Pompen......................................................................72Primair circuit– aansluiten................................................................22– aftappen.................................................................. 73– vullen en ontluchten................................................ 55Primaire pomp..............................10, 12, 15, 29, 72, 73– PWM-signaal...........................................................39Printplaat elektronische expansieventiel.............. 69, 70Productinformatie......................................................... 7Protocollen............................................................... 114– regelingsparameters..............................................114PWM-signaal– Circulatiepomp voor de boilerverwarming...............39– Primaire pomp.........................................................39– Secundaire pomp....................................................39
RRangeerprintplaat...........................................28, 36, 69Regelaar- en sensorprintplaat........................28, 38, 69Regelingsparameters protocollen.............................114Reparatiewerkzaamheden......................................... 54Reserveonderdelen......................................79, 91, 103– Behuizing.................................................. 82, 94, 106– Elektrische uitrusting.................................84, 96, 108– Hydraulica............................................... 88, 100, 112– Warmtepompmodule................................. 86, 98, 110
Retour– primair circuit...........................................................72– Warmwaterboiler..................................................... 72Retourtemperatuursensor– primair circuit.....................................................73, 74– Primair circuit.................................................... 12, 15– secundair circuit...................................................... 72– Secundair circuit................................................38, 74
SScheidingsinrichtingen............................................... 41Scheidingswarmtewisselaar...........................10, 12, 15Schraderklep– hogedruk........................................................... 72, 73– lagedruk............................................................ 72, 73Secundair circuit– aansluiten................................................................23– aftappen.................................................................. 73– vullen.......................................................................55– vullen en ontluchten................................................ 55Secundaire pomp........................................... 29, 72, 73– Parameter............................................................... 59– PWM-signaal...........................................................39Sensoren– Controleren............................................................. 73– Koelcircuit................................................................74– Overzicht.................................................................72Service beëindigen.....................................................57Servicemenu– activeren..................................................................57– deactiveren..............................................................57– oproepen.................................................................57Slangdoorvoeringen ...................................... 23, 51, 77Smart Grid..................................................................66– Aansluiting op uibreiding EA1................................. 48– Aansluiting op warmtepompregeling.......................48Steekplaats voor codeerstekker.................................39Stelpoten.................................................................... 21Stookwater-doorstroomtoestel............................. 72, 73Stromingsbewaker......................................... 10, 12, 15Stroomgevoelige aardlekschakelaar.......................... 41
TTapwatercirculatiepomp............................................. 59Tapwaterverwarming door zonnesysteem..................62Technische aansluitvoorwaarden............................... 41Technische gegevens– Brine/water-warmtepompen..........................125, 128Temperatuursensor.................................................... 38– Kenwaarden type NTC 10 kΩ................................. 75– Kenwaarden type Pt500A....................................... 76Terugstroomblokkering openen..................................55Thermorelais........................................................ 69, 70Thermostaat......................................................... 24, 30TNC-systeem........................................... 43, 44, 45, 46Toegel. werkingsdruk................................................. 55Toestel te luid............................................................. 77Toestel uitlijnen...........................................................21Toestelzekering.......................................................... 76Totaal gewicht............................................................ 19
Index
Index (vervolg)
5517
028
134
Transport....................................................................19Transportbeveiliging...................................................77Transportbeveiligingen.........................................21, 77
UUitbreidingset mengklep.............................................31Uitbreidingsprintplaat........................................... 28, 32Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat.................... 69Uitbreidingsset mengklep...........................................59Uitgebreid menu.........................................................57Universele aardlekschakelaar.................................... 41
VVeiligheidsaansluitingen.............................................36Veiligheidscircuit.........................................................49Veiligheidsgroep.........................................................23Veiligheidshogedrukschakelaar..................................73Veiligheidsklep........................................................... 23Ventilatie...............................................................63, 64Verbindingskabel........................................................70Verdamper..................................................................72Vereisten– Installatieruimte.......................................................19Vermogensrelais compressor.....................................69Vermogensuitbreiding.................................................. 7Verw.gastemperatuursensor...................................... 73Verwarmingscircuitpomp– Parameter............................................................... 59Verwarmingselement..................................................29Verwarmingswateraanvoer.........................................72Verwarmingswaterdoorstromer– Netaansluitkabel......................................................24Verwarmingswaterretour............................................ 72Verzamelstoringsmelding........................................... 34Vitocom 100............................................................... 60Vitocomfort 200.......................................................... 59Vloerbelasting............................................................ 19Vloerverwarming........................................................ 30Vloerverwarmingscircuit....................................... 24, 30
Vocht in de warmtepompmodule................................77Voeding.................................................... 43, 44, 45, 46Volas-softstarter......................................................... 69Voorwaarden voor de opstelling.................................19Vorstbeveiligingsthermostaat................... 10, 12, 15, 50Vuilvanger...................................................... 10, 12, 15Vullen– Primaire zijde.......................................................... 55– Secundaire zijde......................................................55Vulwater..................................................................... 55
WWandafstanden.......................................................... 20Warmteoverdrachtsmedium................................. 22, 55Warmteoverdragend medium.....................................23Warmtepomp – Op geluid controleren..............................................67– opstellen..................................................................21– Opstellen.................................................................19– Sluiten..................................................................... 67Warmtepompcascade................................................ 66Warmtepompmodule inbouwen..................................51Warmtepompregeling...............................10, 12, 15, 24– netaansluitkabel...................................................... 24Water/water-warmtepomp............................................7Waterkwaliteit.............................................................55Weerstandkarakteristiek– Temperatuursensor NTC 10 kΩ...............................73– Temperatuursensor Pt500A.................................... 73Werkingsgeluiden.......................................................67
ZZekering controleren.................................................. 76Zekeringen................................................................. 28Zuigbron......................................................... 10, 12, 15Zuiggastemperatuursensor........................................ 73Zwembad................................................................... 40Zwembadverwarming.................................................62
Index
Index (vervolg)
5517
028
135
5517
028
136
Viessmann Nederland B.V.Postbus 3222900 AH Capelle a/d IJsselTel. : 010-458 44 44Fax : 010-458 70 72e-mail : [email protected] 55
1702
8Te
chni
sche
wijz
igin
gen
voor
beho
uden
.