Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche...

52
Montage- en bedieningshandleiding Gas hr-ketel MGK-130 MGK-170 MGK-210 MGK-250 MGK-300 Art.-Nr.: 3062550_201305 Wijzigingen voorbehouden NL Wolf GmbH · Postfach 1380 · 84048 Mainburg · Tel. 08751/74-0 · Fax 08751/741600 · Internet: www.wolf-heiztechnik.de Deze montagehandleiding moet bij de gebruiker worden bewaard! De garantieaansprakelijkheid vervalt, wanneer deze handleiding niet in acht werd genomen.

Transcript of Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche...

Page 1: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

Montage- enbedieningshandleidingGas hr-ketelMGK-130MGK-170MGK-210MGK-250MGK-300

Art.-Nr.: 3062550_201305 Wijzigingen voorbehouden NL

Wolf GmbH · Postfach 1380 · 84048 Mainburg · Tel. 08751/74-0 · Fax 08751/741600 · Internet: www.wolf-heiztechnik.de

Deze montagehandleiding moet bij de gebruiker worden bewaard!De garantieaansprakelijkheid vervalt, wanneer deze handleiding niet in acht werd genomen.

Page 2: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

2 3062550_201305

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ................................................................................... Pagina

Veiligheidsinformatie....................................................................................3-4

Normen en voorschriften .............................................................................5-6

Montageschema MGK ....................................................................................6

Technische gegevens .....................................................................................7

Regeling / Functie / Bediening.....................................................................8-9

Uitleveringstoestand / aansluitingen .............................................................10

Aanwijzingen voor de opstelling ................................................................... 11

Aanwijzingen voor de opstelling / afmetingen ..............................................12

Demontage bekleding...................................................................................13

Leidingwerk verwarmingsketelinstallatiee ....................................................14

Installatie .................................................................................................15-17

Montage verbrandingslucht- / rookgasgeleiding ...........................................18

Elektroaansluiting ....................................................................................18-22

Installatie vullen / sifon vullen .......................................................................23

Gasaansluitdruk controleren.........................................................................24

Inbedrijfstelling / instelling busadressen .......................................................25

Regelingsparameters aangeven / veranderen .............................................26

Maximaal verwarmingsvermogen begrenzen ...............................................27

Verandering van gassoort / CO2-instelling...............................................28-30

Meten van de verbrandingsparameters ........................................................31

Inbedrijfstellingsprotocol ...............................................................................32

Planningsaanwijzingen waterbehandeling...............................................33-34

Installatieboek...............................................................................................35

Technische planningsgegevens....................................................................36

Planningsaanwijzingen verbrandingslucht- / rookgasgeleiding ...............37-43

Schakelschema MGK-130 ............................................................................44

Schakelschema MGK-170 - 300...................................................................45

Storing - Oorzaak - Oplossing .................................................................46-47

Weerstandstabel ...........................................................................................48

Notities.....................................................................................................49-51

EG-konformiteitsverklaring typekeuring........................................................52

Page 3: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

33062550_201305

Veiligheidsinformatie

In deze beschrijving worden de volgende symbolen en aanwijzingstekens gebruikt: deze belangrijke instructies betreffen de bescherming van personen en de technische veiligheid.

„Veiligheidsinformatie“: Aanduiding van instructies die strikt gevolgd moeten worden om gevaar of verwonding van personen te vermijden en beschadigingen aan het toestel te voorkomen.

Gevaar door elektrische spanning aan elektrische componenten!

Opgelet: Voor de afname van de bekle-ding de netschakelaar uitschakelen.

Grijp nooit bij ingeschakelde netschake-

laar elektrische componenten en contac-ten! Er bestaat gevaar voor een elektrische schok, met letsel of de dood tot gevolg.

Aan aansluitklemmen is ook bij uitgescha-kelde netschakelaar spanning aanwezig.

„Opmerking“ kenmerkt technische aan-wijzingen die in acht genomen moeten worden om schaden en storingen van de werking van het toestel te verhinderen.

Dit toestel is niet bestemd voor gebruik door per-sonen (incl. kinderen) met een fysische, zintuiglijke of geestelijke beperking, of voor gebruik door personen met een gebrek aan ervaring en/of een gebrek aan kennis, tenzij ze worden begeleid door een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of ze van deze persoon instructies kregen over het gebruik van het toestel.

Afbeelding: Gascombiventiel MGK-170/210/250/300Gevaar door elektrische spanningGevaar voor vergiftiging en ontploffing door naar buiten stromend gas

Opgelet

Afbeelding: Ontstekingstransformator, hoogspanning ont-stekingselektrode, verbrandingskamerGevaar door elektrische spanning, gevaar voor verbran-ding door hete componenten

Afbeelding: Aansluitkast MGK-170/210/250/300Gevaar door elektrische spanning

Page 4: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

4 3062550_201305

Veiligheidsinformatie

Bij het installeren, inbedrijfstellen, onderhouden en repareren dienen de hieronder vermelde voorschriften en richtlijnen in aanmerking te worden genomen:

De installatie mag uitsluitend in een technisch perfecte toestand worden ge-bruikt. Storingen en beschadigingen die de veiligheid in gevaar brengen moeten onmiddellijk worden verholpen.

Als de tapwatertemperatuur op meer dan 60 °C ingesteld wordt, resp. in geval van activering van de legionellapreventie met een temperatuur van meer dan 60 °C, moet een overeenkomstige bijmenging van koud water worden voorzien (gevaar voor vloeistofverbranding).

De perfecte werking van de elektrische uitrusting moet in regelmatige interval-len worden gecontroleerd.

Storingen en beschadigingen mogen uitsluitend door een vakman worden verholpen.

Beschadigde elementen mogen enkel door originele Wolf-reserveonderdelen vervangen worden.

De voorgeschreven zekeringswaarden moeten in acht worden genomen (zie Technische gegevens).

Indien regelingen van Wolf technisch veranderd worden, zijn wij niet verantwoordelijk voor beschadigingen die hierdoor kunnen ontstaan.

Bij het installeren en bij het uitvoeren van elektrische werkzaamheden dienen de desbetreffende veiligheidsvoorschriften alsmede de voorschriften van de energiebedrijven in acht te worden genomen.

Het verwijderen, overbruggen of buiten werking zetten van veiligheids- en controle-inrichtingen is verboden!

Page 5: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

53062550_201305

Voor de installatie van de Wolf gas hr-ketel moet de toestemming van het gasdistributiebedrijf en van de plaatselijke schoorsteenveger verkregen worden.

De installatie van de Wolf hoogrendementsketel mag enkel door een erkende vakman worden uitgevoerd. Deze neemt ook de verantwoordelijkheid voor de correcte installatie en voor de eerste inbedrijfstelling op zich.

Voor de installatie moeten de lokale voorschriften, regels en richtlijnen in acht worden genomen:

Bovendien moeten de volgende normen in acht worden genomen:

EN 12831 Methode voor de berekening van de ontwerpwarmtebelasting

EN 12828 Verwarmingssystemen in gebouwen Deel 3 Ontwerp voor watervoerende verwarmings-

systemen

EN 13384 Schoorstenen - Thermische en dynami-sche berekeningsmethoden

EN 50165 Elektrische uitrusting van niet-elektrische toestellen

voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik

EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid

EN 60529 Beschermingsgraden van omhulsels

plaatselijke voorschriften om schade in watervoe-rend verwarmingssystemen door ketelsteenafzetting en corrosie te voorkomen

Wanneer technische veranderingen aan de regeling en/of de regelingstechnische componenten worden uitgevoerd aan-vaarden wij geen enkele aansprakelijk-heid voor schade die hierdoor ontstaat.

Aanwijzing: deze montagehandleiding dienen zorgvuldig bewaard te blijven en vóór de ketelinstallatie te worden doorge-lezen. Gelieve ook de ontwerpaan-wijzingen in de aanhang in acht te nemen!

Normen en voorschriften

Page 6: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

6 3062550_201305

Hoogrendementsketel MGK-...

Hoogrendementsketel volgens EN 437 / EN 483 / EN 677 evenals EG-richtlijn 90/396/EEG (gastoe-stellen), 92/42/EEG (rendementrichtlijn), 73/23/EEG (laagspanningsrichtlijn) en 2004/108/EG (EMC-richt-lijn), met elektronische ontsteking en elektronische rookgastemperatuurbewaking, voor lage temperatuur verwarming en warm water toebereiding in verwar-mingsinstallaties met aanvoertemperaturen tot 90°C en een toelaatbare bedrijfsoverdruk van 6 bar volgens EN 12 828.

Afbeelding: Wolf hr-ketel

Hoogrendementsketel die afhankelijk van de kamerlucht bedreven worden mogen enkel in een ruimte geïnstalleerd worden die aan de doorslaggevende vereisten qua ventilatie voldoet. Anders bestaat verstikking- of vergiftiginggevaar. Lees de montage- en onderhoudshandleiding, vooraleer u de ketel installeert! Houd eveneens rekening met de planningsaan-wijzingen.

Rookgasaansluiting met meetbuis

Warmtewisselaar met gelede opbouw

AanvoeraansluitingRetouraansluiting

STB in dompelhuls

Gasaansluiting

GloeiplugIonisatie-elektrode

Gasventilator

Mengkamer

Ronde brander

AanvoersensorGascombiventiel met controle-inrichting voor de gasdrukRetoursensor

Waterdrukschakelaar

Luchttoevoerbuis

Aftapkraan

Sifon

Rookgastempera-tuurschakelaar

Rookgasdrukschakelaar

Luchttoevoeropening

Montageschema MGK

Page 7: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

73062550_201305

Technische gegevens

Type MGK 130 170 210 250 300

Nominaal verwarmingsvermogen bij 80/60°C kW 117 156 194 233 275

Nominaal verwarmingsvermogen bij 50/30°C kW 126 167 208 250 294

Nominale warmtebelasting kW 120 160 200 240 280

Kleinste verwarmingsvermogen (modulerend) bij 80/60°C kW 23 27 34 39 45

Kleinste verwarmingsvermogen (modulerend) bij 50/30°C kW 24 30 37 44 49

Kleinste verwarmingsvermogen (modulerend) kW 23 28 35 41 46

Modulatiebereik belasting % 19-100 17-100 17-100 17-100 17-100

Hoogte A mm 1300 1300 1300 1300 1300

Breedte B mm 995 1355 1355 1355 1355

Diepte C mm 600 600 600 600 600

Rookgasbuisdiameter mm 160 160 160 160 200

Verbrandingsluchttoevoer mm 160 160 160 160 160

Aanvoer verwarming buitendiameter G 1½“ 2“ 2“ 2“ 2“

Retour verwarming buitendiameter G 1½ 2“ 2“ 2“ 2“

Gasaansluiting R 1“ 1½“ 1½“ 1½“ 1½“

Lucht-/Rookgasgeleiding Type

B23, B33C33, C43C53, C63

C83

B23, B33C33, C43C53, C63

C83

B23, B33C33, C43C53, C63

C83

B23, B33C33, C43C53, C63

C83

B23, B33C33, C43C53, C63

C83

Gascategorie II2ELL3P II2ELL3P II2ELL3P II2ELL3P II2ELL3P

Gasaansluitwaarde:

Aardgas E (Hi = 9,5 kWh/m³ = 34,2 MJ/m³) m³/h 13,1 16,8 21 25,2 29,4

Aardgas L (Hi = 8,6 kWh/m³ = 31,0 MJ/m³) m³/h 14,6 18,6 23,3 27,9 32,6

Vloeibaar gas P (Hi = 12,8 kWh/kg = 46,1 MJ/kg) kg/h 9,7 12,5 15,6 18,7 21,8

Gasaansluitdruk: aardgas E/L mbar 20 20 20 20 20

Vloeibaar gas P mbar 50 50 50 50 50

Waterinhoud warmtewisselaar voor het ver-warmingswater Liter 12 15,4 16 20 22

Max. toegelaten keteloverdruk bar 6 6 6 6 6

Max. toegelaten aanvoertemperatuur °C 90 90 90 90 90

Beschikbare Persdruk van de gasventilator Pa 10-200 10-150 10-150 10-150 10-150

Rookgastemperatuur 80/60-50/30 bij Qmax °C 65-45 65-45 65-45 65-45 65-45

Rookgastemperatuur 80/60-50/30 bij Qmin °C 55-35 55-35 55-35 55-35 55-35

Rookgasmassastroom g/s 56,7 72,6 90,8 108,9 127,1

Rookgaswaardegroep volgens DVGW G 635 G52 G52 G52 G52 G52

Verwarmingswaterweerstand mbar 95 100 115 135 160

Elektrische aansluiting V~/Hz 230/50 230/50 230/50 230/50 230/50

Ingebouwde zekering (middeltraag) A 5 5 5 5 5

Elektrische vermogensopname W 30-200 45-280 45-280 45-280 45-350

Beschermingsklasse IP40 IP40 IP40 IP40 IP40

Geluidsdrukniveau in de opstellingsruimte bij maximale belasting 1) dB(A) <54 <54 <54 <54 <54

Totaal gewicht (leeg) kg 195 250 271 292 313

Hoeveelheid condensaatwater bij 40/30°C Liter/h 12 16 20 24 28

pH-waarde van het condensaat ca. 4,0 ca. 4,0 ca. 4,0 ca. 4,0 ca. 4,0

CE-identificatienummer 0085BR0117 0063BQ3805 0063BQ3805 0063BQ3805 0063BQ3805

1) Deze informatie hangt af van de randvoorwaarden van de installatie zoals bv.: soort/uitvoering van de rookgasinstallatie, grootte en toestand van de opstellingsruimte

Page 8: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

8 3062550_201305

Regeling / Functie / Bediening

NetschakelaarAAN/UIT

Temperatuurkeuze warm water

Ontsto-ringstoets

Temperatuurkeuze verwarmingswater

Controlelamp

Thermometer

Netschakelaar AAN/UITIn positie 0 is de hr-ketel uitgeschakeld.

OntstoringDe ontgrendeling van een storing en een nieuwe activering wordt door het indrukken van de toets uitgevoerd. Wanneer de ontstoringstoets ingedrukt wordt, zonder dat er sprake is van een storing, wordt een nieuwe start van de installatie geïnitieerd.

Controlelamp voor de statusindicatie

Temperatuurkeuze verwarmingswater. Instelbereik van 2 - 8 komt overeen met een in de fabriek ingestelde verwarmings-watertemperatuur van 20-85°C. In combinatie met een digitale kamertemperatuur-regelaar en/of een weersafhankelijke regelaar wordt de instelling op de regelaar voor de temperatuur van het verwarmingswater zonder effect.

Temperatuurkeuze warm water. (enkel met 3-wegsventiel)Bij hoogrendementsketel in combinatie met een boilerwaterverwarmer komt de instelling 1-9 met een boilertemperatuur van 15-65°C overeen. In combinatie met een digitale kamertemperatuurregelaar en/of een weersafhankelijke regelaar wordt de instelling waarmee de temperatuur van het warm water wordt gekozen, zonder effect. De temperatuurkeuze gebeurt op de toebehoorregelaar.

91

2 8

3 7

4 65

2 8

3 7

4 65

Indicatie BetekenisGroen flikkerend

Stand-by (net is ingeschakeld, geen vraag naar warmte)

Groen onon-derbroken licht

Vraag naar warmte: de pomp loopt, de brander is uit

Geel flikkerend Schoorsteenvegerbedrijf

Geel ononder-broken licht

Brander aan, vlam aan

Rood flikkerend Storing

Page 9: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

93062550_201305

Regeling / Functie / Bediening

Instelling

ThermometerDe actuele temperatuur van de verwarmingsaanvoer wordt weergegeven.

PompenstandbeschermingIn de instelling zomerbedrijf wordt een optioneel aangesloten circulatiepomp na maximaal 24 uur stilstand ca. 30 seconden geactiveerd.

Opmerking: De aanschakelfrequentie van de hr-ketel wordt in het verwarmingsbedrijf elektro-nisch begrensd. Door de ontstoringstoets in te drukken kunt u deze begrenzing overbruggen. De ketel gaat dan onmiddellijk in bedrijf wanneer er een vraag naar warmte voor de verwarming is.

SchoorsteenvegerbedrijfDoor de schakelaar van de temperatuurkeuze verwarmingswater in de positie te draaien wordt het schoorsteenvegerbedrijf geactiveerd. De controlelamp knippert geel. Na de activering van het schoorsteenvegerbedrijf verwarmt de ketel met het maximum ingestelde verwarmingsvermogen. Een voorafgaande tact-blokkering wordt geannuleerd. Het schoorsteenvegerbedrijf wordt na 15 minuten beëindigd, of wanneer de maximum aanvoertemperatuur overschreden wordt. Voor een nieuwe activering moet de temperatuurkeuze verwarmingswater één keer naar links en dan weer in de positie gedraaid worden.

ZomerbedrijfDoor de schakelaar van de temperatuurkeuze verwarmingswater in de positie te draaien wordt het winterbedrijf gedeactiveerd. M.a.w. de ketel werkt dan in het zomerbedrijf. Het zomerbedrijf (verwarming uit) betekent alleen gebruiks-waterverwarming van gebruikswater, maar de bescherming tegen vorst voor de verwarming is verzekerd en de pompenstandbescherming is actief.

Winterbedrijf (positie 2 tot 8)De ketel verwarmt in het winterbedrijf de verwarmingswatertemperatuur tot de op de regelaar voor de temperatuur van het verwarmingswater ingestelde tempera-tuur. De circulatiepomp loopt volgens de instelling van de bedrijfsmodus van de pomp voortdurend (fabriekinstelling) en/of enkel bij de aansturing van de brander met naloop.

Page 10: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

10 3062550_201305

Uitleveringstoestand / aansluitingen

Uitleveringstoestand

Bij de levering inbegrepen:

1 hoogrendementsketel klaar voor aansluiting bekleed 1 ontwerpdocumentatie en montagehandleiding 1 bedrijfshandleiding 4 draagriemen

Aansluitingen

Rookgasaansluiting met geïntegreerde rookgasmeetbuisØ160 / Ø200

Retour verwarmingAanvoer verwarming

Gasaansluiting

Verbrandingslucht-toevoer * Ø160

Kabeltoevoer 24V

Nettoevoer 230V

Aansluiting condensaatafvoer

Aansluiting conden-saatafvoer (optioneel)

Doorvoering condensaatslang

* aansluiting voor bedrijf van gesloten systemen met luchttoevoeradapter (toebehoren)

Page 11: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

113062550_201305

Aangeraden minimum wandafstanden

De verwarmingsketel kan met de achterkant en met de linkerkant rechtstreeks tegen een wand worden gezet.Aan de rechterkant moet er een afstand van minstens 500 mm worden aangehouden voor de montage resp. demontage van de brander voor onderhoud.

Voor de reiniging en het onderhoud moet ook voor de verwarmingsketel voldoende plaats aanwezig zijn.

Aanwijzingen voor de opstelling

Algemene aanwijzingen voor de opstelling

• Voor de opstelling van de verwarmingsketel is een vlakke en dragende ondergrond noodzakelijk.

• De verwarmingsketel moet horizontaal staan (met voeten uitlijnen).

De verwarmingsketel mag uitsluitend in een tegen de vorst beschermde ruimte opgesteld worden.Als er gedurende periodes van stilstand gevaar voor vorst zou bestaan, moeten verwarmingsketel en verwarming worden geledigd om gesprongen waterleidingen als gevolg van bevriezen te vermijden.

De verwarmingsketel mag niet in ruimtes met agressieve dampen, sterke stofvorming of hoge luchtvochtigheid opgesteld worden (werkplaatsen, wasruimtes, hobbyruimtes, enz.). Een onberispelijke werking van de brander is niet meer verzekerd.

De verbrandingslucht die naar de verwar-mingsketel en de opstelruimte gevoerd wordt, moet vrij zijn van halonen (bv. in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf en lijm bevat). Deze kunnen in het slechtste geval leiden tot versnelde putcorrosie van de ver-warmingsketel en ook in de rookgasinstallatie.

Ontvlambare materialen of vloeistoffen mo-gen niet in de buurt van de verwarmingsketel worden opgeslagen of gebruikt.

De toevoer van verse lucht moet gewaarborgd zijn en voldoen aan de plaatselijke voorschrif-ten, resp. de gasinstallatievoorschriften. Bij onvoldoende toevoer van verse lucht kan levensgevaarlijke ontsnapping van rook-gassen (vergiftiging/verstikking) ontstaan.

Voor de inbedrijfstelling moet er bij de be-voegde instantie worden nagevraagd of er een neutralisatie voor het condensatiewater noodzakelijk is.

Opgelet

Achtung

2 ketels in de verwarmingsruimte, achterkant tegen elkaar

2 ketels in de verwarmingsruimte

2 - 4 ketels in de verwarmingsruimte, naast elkaar

Ketel in de verwarmingsruimte

Maat B MGK-130 995 mmMaat B MGK-170/210/250/300 1355 mm

Page 12: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

12 3062550_201305

Aanwijzingen voor de opstelling / afmetingen

Afbeelding: Afmetingen (totale hoogte incl. aansluitstukken MGK-130 ... 250 = 1460 mm MGK-300 = 1510 mm)

Afmetingen

Afbeelding: Aansluitmaten

Uitlijnen van de verwarmingsketel op de voeten

De verwarmingsketel is in de fabriek met 4 voetschroe-ven uitgerust.

• Verwarmingsketel met voeten horizontaal uitlijnen. (sleutel SW 13)

Afbeelding: Voeten

Afbeelding: Transportgaten voor draagriemen

Transportgaten voor draagriemen

Transport in de opstellingsruimte

Voor een gemakkelijker transport in de opstellingsruimte worden er draagriemen bij de verwarmingsketel geleverd.

Er mogen geen steekwagens worden ingezet!

Opgelet

MGK-130

MGK-170/210/250/300

Page 13: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

133062550_201305

Demontage bekleding

Demontage van de bekleding

Afbeelding: Demontage van de frontbekleding en de zijbekleding

Page 14: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

14 3062550_201305

Leidingwerk verwarmingsketelinstallatie

De verwarmingsaanvoer en de verwarmingsretour bevinden zich aan de bovenkant van de ketel. Aanslui-tingen zie afbeelding. Er moeten absoluut afsluitmo-gelijkheden voor aanvoer en retour worden voorzien.Om foutieve circulaties te vermijden moet een te-rugslagklep achter de verwarmingscirkelpomp(en) ingebouwd worden.Bij nieuwe installaties raden wij aan een spuitank (alternatief vuilvangfilter) in de retour te monteren. Bij oude installaties is de montage dwingend vereist.

Er moet een veiligheidsgroep bestaande uit een veiligheidsventiel met een aanspreek-druk van max. 6 bar, een manometer en een automatisch ontluchtingsventiel worden ingebouwd.De verbindingsleiding tussen de ketel en het veiligheidsventiel mag niet afsluitbaar zijn! In geval van een sterk verhoogde keteldruk veroorzaakt door een te hoge keteltempera-tuur kunnen de ketel of zijn leidingen sprin-gen waarbij het hete water plots ontsnapt (verbrandingsgevaar).

Retour ver-warming

Aanvoer verwarming

Afbeelding: Verwarmingsaansluitingen

Voor niet diffusiedichte buizen en klimatise-ringsvloeren is een systeemscheiding door middel van een warmtewisselaar noodzakelijk.

De verwarmingsketel is uitsluitend voor installaties met verwarmingscirkelpompen geschikt. Als de verwarmingscirkelpomp ontbreekt, is er geen voldoende doorstroming van de radiatoren verzekerd en bijgevolg geen verwarming van de woonruimtes.

De MGK wordt zonder circulatiepomp geleverd. Het pompvermogen van de pomp die door de klant ingezet moet worden, moet naargelang de installatie- en ke-telweerstand worden bepaald. De aansturing gebeurt via de MGK (zie elektrische aansluiting).

Opgelet

Page 15: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

153062550_201305

Opmerking:Op het diepste punt van de installatie moet een vul- en aftapkraan voorzien worden.

VeiligheidstechniekDe minimale installatiedruk bedraagt 1,0 bar.De hoogrendementsketel is uitsluitend toegelaten voor gesloten installaties tot 6 bar. De max. aanvoertem-peratuur is af fabriek op 85 °C ingesteld en kan indien nodig op 90°C worden versteld. Bij warmwaterbedrijf bedraagt de aanvoertemperatuur algemeen 80°C.Bij maximale aanvoertemperaturen van minder dan 85°C kan er van een minimale doorstroming worden afgezien.

Verwarmingswater

Algemene eisenHet gevaar van beschadigingen aan de gasketel en het daarmee gepaard gaande uittreden van water, een slechtere warm-teoverdracht of corrosie is aanwezig.

- Het verwarmingssysteem moet voor de aansluiting van de hoogrendementsketel doorgespoeld worden om resten zoals lasspatten, hennep, mastiek enz. uit de leidingen te verwijderen.

- De inbouw van een zeef/vuilvanger in de retour en regelmatig onderhoud van de zeef/vuilvanger; zie Wolf toebehoren (5 μm).

- Automatische ontluchter van het toestel dient tijdens de werking te worden geopend.

- Als vul- en bijvulwater dient drinkwater of ontzout drinkwater te worden gebruikt. Daarbij mag het systeemwater een minimale hardheid van 2°dH niet onderschrijden. De installatiespecifieke kwaliteiten voor vul- en bijvulwater zijn te vinden in het hoofdstuk „Ontwerpaanwijzing waterbehandeling“.

- Indien het binnendringen van zuurstof niet kan worden uitgesloten dient een systeemscheiding te worden aangebracht.

- pH-waarde van het verwarmingswater dient tussen 8,2-8,5 te liggen

- Vul- en bijvulwater dient algemeen aan een ont-zouting te worden onderworpen, ontharden door middel van een eentraps ionenuitwisselaar is niet toegestaan. Hierbij zijn de toelaatbare methoden en grenswaarden in het hoofdstuk „Ontwerpaanwijzing waterbehandeling“ te vinden (ATTENTIE de grens-waarden zijn installatiespecifiek).

- Inhibitors en antivriesmiddelen zijn niet toegelaten.- Er dient een installatielogboek te worden bijgehou-

den, zie „Ontwerpaanwijzing waterbehandeling“.

Nadat het, zoals is voorgeschreven, afvullen van het systeem is afgesloten dient het systeem tot de maxi-male waarde te worden opgewarmd en aansluitend dient de totale hardheid en de pH-waarde opnieuw te worden gemeten resp. ingesteld. Na 6-8 weken dienen deze waarden opnieuw te worden gecontroleerd en ingesteld.

Extra eisen voor de werking van het systeem zonder hydraulische wissel (ontkoppeling)

- Installaties met slechts één MGK- Vuil-/slibafscheider in de retour van de MGK- Ontzouten van het verwarmingswater op 2 - 3°dH- Regeling van de boilerlading alleen via de

MM-module (configuraties 1 en 10)- Boilerlaadpomp ten minste DN 25 met ten minste 6m

opvoerhoogte- De max. aanvoertemperatuur moet met parameter

HG08 op 75°C worden ingesteld

De ontwerpaanwijzingen voor de water-behandeling moeten worden nageleefd, aangezien er anders schade aan de in-stallatie met waterlekkages kan ontstaan.

Voor schaden aan de warmtewisselaar, welke door zuurstofdiffusie in het verwarmingswater ontstaan, stelt de fabrikant zich niet aansprakelijk. In het geval er zuurstof in het systeem kan binnenringen, bevelen wij aan het systeem te scheiden door er een warmte-wisselaar tussen te schakelen.

Aanwijzing m.b.t. ketelsteenafzetting

Eventuele ketelsteenafzetting kan vooral worden beïnvloed door de manier van inbedrijfstelling. Installatie met minimaal vermogen bij gelijkmatige en voldoende doorstroming op-warmen. Bij installaties met meerdere ketels raden wij dan ook aan alle ketels tegelijkertijd in werking te stellen, zo kan de volledige hoeveelheid kalk zich niet concentreren op de warmteoverdrachtsoppervlakken van één enkele ketel.

Leidingwerk aan een controle op dichtheid onderwerpen:proefdruk verwarmingswaterzijdig max. 8 barVoor de controle de afsluitkranen in het ver-warmingscircuit naar het toestel afsluiten, aangezien het veiligheidsventiel (toebehoren) anders bij 3 bar opengaat. Het toestel is in de fabriek reeds met 6 bar gecontroleerd op dichtheid.Bij lekkages bestaat het gevaar voor het uit-treden van water en materiaalschades.

Bij een spec. installatievolume >50 l / kW dient de totale hardheid door middel van de ontzoutingsbehandeling op 2-3°dH te worden ingesteld.

Installatie

Page 16: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

16 3062550_201305

Installatie

Afbeelding: Sifon

Sifon

Bij het lozen van condenswater in het riool dienen de lokale voorschriften in acht te worden genomen!

Condensatievocht aansluiting

De sifon moet voor de inbedrijfstelling met water worden gevuld. Anders bestaat er gevaar dat er rookgassen naar buiten stromen.

Wanneer het condensvocht direct naar de leiding voor het afvalwater geleid wordt dan moet voor een ontluchting gezorgd worden, zodat geen terugwerking van de leiding voor het afvalwater naar de hr-ketel kan gebeuren.

Alle condensaatleidingen moeten in kunststof worden uitgevoerd.

Neutralisator (toebehoor)

De neutralisator kan rechtstreeks in het toestel worden ingebouwd. Verbruik ca. 10-30 g/kW en jaar.De bijbehorende handleiding moet worden nageleefd.

De aansluitslangen moeten zo lang worden gemaakt dat:- het condensaat correct kan afvloeien- er zich geen kronkels in de slang kun-

nen komen- een onberispelijke afdichting gegaran-

deerd is

Condensaatafvoer afzonderlijke installaties

Indien de MGK als afzonderlijk toestel opgesteld wordt, moet er op de toestelaansluiting een condensaatafvoer worden geïnstalleerd (DN 160 - art.nr.2651341, DN 200 - art.nr.2651389).De aansluitingen van de condensaatbronnen kunnen met de „Set condensaatslang“ (art.nr.8905844) worden samen gevoerd en met de neutralisator verbonden.

Let op

Afbeelding: Neutralisator (toebehoor)

Afbeelding: Condensaatslang

Opgelet

Page 17: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

173062550_201305

Installatie

• Voor de montage moet worden verzekerd dat de ketel ingesteld is op de aanwezige gasgroep.

De fabrieksinstelling beantwoordt aan aardgas E/H 15,0: Ws = 11,4 - 15,2 kWh/m3 = 40,9 - 54,7 MJ/m3

Wanneer er van gassoort veranderd wordt, moet het toestel conform hoofdstuk: „Verandering van gassoort /CO2 - instelling“ worden ingesteld.

• Het toestel mag pas in bedrijf worden gesteld, wanneer de nominale aansluitdruk bereikt is.

GasaansluitingHet leggen van de gasleidingen evenals de aansluiting op het gas mag enkel een gecertificeerd gasin-stallateur uitvoeren.

Verwarmingsnet en gasleiding, vooral bij oudere installaties, reinigen van resten, vooraleer de hr-ketel aan te sluiten.Voor de inbedrijfstelling moeten de buisverbindingen en de aansluitingen voor het gas op dichtheid gecontroleerd worden.Bij een onvakkundige installatie of bij gebruik van niet geschikte componenten en/of modules kan gas ontsnappen waardoor vergiftiging- en ontploffingsgevaar bestaat.

In de gastoevoer moet voor de Wolf-hr-ketel een gaskogelkraan met brandveiligheidsinrichting beschik-baar zijn. Anders bestaat in geval van brand ontploffingsgevaar. De gastoevoerleiding moet volgens de gegevens van de plaatselijke voorschriften ontworpen worden.

De dichtheidsproef van de gasleiding uitvoeren zonder verwarmingsketel.Proefdruk mag niet via het gasarmatuur worden afgelaten!

De gasarmaturen op het toestel mogen met maximaal 150 mbar worden gecontroleerd. Bij hogere druk kan het gasbranderarmatuur worden beschadigd, zodat er gevaar voor ontploffing, verstik-king en vergiftiging bestaat.Bij de drukcontrole van de gasleiding moet de gaskogelkraan op de hoogrendementsketel ge-sloten zijn.

Deze gaskogelkraan moet makkelijk te bereiken zijn.

Aansluiting Wolf-boiler,zonneboiler SEM of boiler van extern fabrikaat

Voor een optimale aansturing van de verwarmingspompen en boilerlaadpomp bevelen wij de MM- of KM-regelaar uit het Wolf-toebehorenprogramma aan.

Bij het ontwerp van de boiler moet erop worden gelet dat het kleinste constante vermogen van de boi-ler minstens beantwoordt aan de kleinste warmtebelasting van de ketel. Om het constante vermogen van het warm water te verhogen, kan een zonneboiler (zonder zonne-installatie) worden aangesloten. Daarbij moeten beide spiralen in serie worden doorstroomd. Een volledige boilerlading is anders niet gegarandeerd.

Condensaatpompinstallatie (toebehoren)

Condensaatpompinstallatie (toebehoren)

De Wolf-condensaatpompinstallatie is klaar om in te steken en kan in de MGK worden geïntegreerd. De netleiding en de alarmuitgang van de condensaatpom-pinstallatie worden op de ketelregeling aangesloten.Inclusief 6 m PVC-slang om het condensaat af te voeren

Page 18: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

18 3062550_201305

Montage verbrandingsluchtgeleiding rookgasgeleiding / elektrische aansluiting

Afbeelding: Voorbeeld lucht-/rookgasgeleiding

Voor de rookgasleidingen mogen enkel originele Wolf-onderdelen of rookgassys-temen met CE-toelating worden gebruikt. Vooraleer de rookgasleiding te installeren en/of de lucht-/rookgasaansluiting uit te voeren gelieve rekening te houden met de planningsaanwijzingen voor de lucht-/rookgasgeleiding!

Aangezien in de verschillende federale sta-ten in Duitsland van elkaar afwijkende voor-schriften bestaan is het raadzaam, vooraleer de ketel te installeren, advies te vragen aan de competente instanties, evenals aan de verantwoordelijke schoorsteenveger van het desbetreffende district.

Bij lage buitentemperaturen kan het gebeu-ren dat de in het rookgas bevatte waterdamp op de rookgasgeleiding condenseert en tot ijs bevriest. Door maatregelen bij en door de klant zoals bijvoorbeeld de montage van een geschikte sneeuwvanger moet verhinderd worden dat ijs naar beneden kan vallen.

Opgelet

Rookgasbuis Verbrandingslucht

Geïntegreer-de meetbuis voor de meting van rookgas

Algemene aanwijzingen elektrische aansluiting

Afbeelding: Regeling MGK-170/210/250/300

24VRegeling

De voedingsklemmen van de ketel staan ook bij uitgeschakelde netscha-kelaar nog altijd onder spanning.

De installatie mag enkel door een erkende elektrische installatiefirma uitgevoerd worden. De elektrische voorschriften en de plaatselijke voor-schriften van de elektrische distributie-maatschappij moeten in acht genomen worden.

230VAansluitkast

Senorleidingen mogen niet tezamen met 230V-leidingen gelegd worden.

Page 19: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

193062550_201305

Elektroaansluiting

Elektroaansluitkast

De regel-, stuur- en veiligheidsinrichtingen zijn volledig bekabeld en getest.Alleen de netaansluiting en het externe toebehoor moet worden aangesloten.

NetaansluitingDe aansluiting op het stroomnet moet met een vaste aansluiting gebeuren.

De netaansluiting moet via een alpolige scheidingsin-richting (verwarmingsnoodschakelaar) met minstens 3 mm contactafstand worden aangesloten.

Aansluitkabel flexibel 3x1,0 mm² of star, max. 3x1,5 mm².

Netaansluiting230VAC/50Hz

Netaanslui t ing verwar-mingscirkelpomp230VAC/50Hz/max. 400VA

programmeer-bare uitgang230VAC/50Hz

programmeer-bare ingang po-tentiaalvrij

Buitentempe-ratuursensor

Databus(regelaar; radioklok, buitentem-peratuursensor met radioklok, ontvanger, radiobuitenvoeler)

Vooraleer een zekering vervangen wordt, moet de hoogrendementsketel van het net worden gescheiden. Via de aan/uit schakelaar op het toestel vindt geen scheiding van het net plaats!

Gevaar, elektrische componenten staan onder spanning! Neem nooit elektri-sche componenten en contacten vast, wanneer de hoogrendementsketel niet van het net gescheiden is. Er bestaat levensgevaar!

Vervanging van de zekering

Afbeelding: Afdekking van aansluitkast geopend

Zekering

Montageaanwijzing elektrische aansluiting net

- Installatie voor het openen spanningsvrij schakelen.- Elektroaansluitkast openen.- Snoerontlasting in de inlegdelen inschroeven.- Aansluitkabel ca. 70 mm afstrippen.- Kabel door de snoerontlasting schuiven en snoeront-

lasting vastschroeven.- Rast5-stekker aftrekken.- Overeenkomstige aders bij Rast5-stekker inklem-

men. Ader voor aarddraad gr/ge ca. 10 mm langer uitvoeren dan de aders voor L en N.

- Inlegdelen opnieuw in de aansluitkastbehuizing steken.

- Rast5-stekker weer in de juiste positie insteken.Zekering F 5 A

Rast5-stekker

Afbeelding: Aansluitkast

Snoeront-lasting

Algemene aanwijzingen:

De installatie mag enkel door een erkende elektro-installatiebedrijf uitgevoerd wor-den. De VDE-voorschriften en de plaatse-lijke voorschriften van de energiebedrijven moeten in acht genomen worden.

Page 20: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

20 3062550_201305

Schaltplan fürZuluftklappeMGK 170-250

1

von 1

AFE1 eBUS+ - 1 2a b

Netz Z A1N

N

NL1L1 L1

o o o o o o

MT3,15 A

F1

1 2 1 21 2L1N L1L1 NN L1N L1N

Zuluftklappemit Stellmotor

ElektroanschlußkastenMGK

24VDC

Endschalter

Achtung!Endschalter der Zuluftklappemuß potentialfrei sein!Die Regelung des MGKwird ansonsten zerstört.

Hinweis!Der Fachmannparameter

(Eingang 1)(Werkseinstellung für Zuluftklappe) und

(Ausgang 1)(Werkseinstellung für Zuluftklappe)eingestellt sein (siehe Montageanleitung MGK).

Bei geöffnetem Kontakt bleibt der Brenner fürWarmwasser und Heizung gesperrt, auch fürSchornsteinfeger und Frostschutz.

HG13/GB13 muß auf 5

HG14/GB14 muß auf 7

Spannungs-versorgung 230VAC

brbl

M230V~

51-10-018-045Benennung Zeichnungsnummer

CorelDraw

Art.- / Materialnummer

Blatt

Bl.NameName Ausg.Ausg. ÄnderungÄnderung AntragAntrag DatumDatum

5 A

Aanwijzing!De installateurparameter HG13/GB13 (ingang 1) moet op 5 (fabrieksinstelling voor luchttoevoerklep) en HG14/GB14 (uitgang 1) moet op 7 (fabrieksinstelling voor luchttoevoerklep) ingesteld zijn.

Bij geopend contact blijft de brander voor warm water en verwarming geblokkeerd, ook voor schoor-steenveger en vorstbeveiliging.

Eindschakelaar

Voedingsspanning 230 VAC

Opgelet!De eindschakelaar van de luchttoevoerklep moet potenti-aalvrij zijn!De regeling van de MGK wordt anders vernield.

Elektrische aansluitkast MGK

Luchttoevoerklep met servomotor

Elektroaansluiting

Afbeelding: Aansluiting verwarmingscirkelpomp

Aansluiting verwarmingscirkelpomp (230VAC; max. 400VA)De kabelschroefverbinding in de aansluitkast schroeven. De aansluitkabel door de kabelschroef-verbinding voeren en bevestigen.De verwarmingscirkelpomp 230VAC aansluiten op de klemmen L1 en N en .

Schakelschema luchttoevoerklep (niet voor MGK-130)

Page 21: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

213062550_201305

Elektroaansluiting

Code Betekenis0 Zonder functie

De uitgang A1 wordt niet aangestuurd.1 Circulatiepomp 100%

Uitgang A1 wordt bij circulatievrijgave door regelingstoebehoren (BM) aangestuurd. Zonder toebehoorregelaar wordt de uitgang A1 constant aangestuurd.

2 Circulatiepomp 50% Uitgang A1 wordt bij circulatievrijgave door regelingstoebehoren (BM) cyclisch aangestuurd. 5 minuten aan en 5 minuten uit. Zonder toebehoorregelaar takt de uitgang A1 constant in een takt van 5 minuten.

3 Circulatiepomp 20% Uitgang A1 wordt bij circulatievrijgave door regelingstoebehoren (BM) cyclisch aangestuurd. 2 minuten aan en 8 minuten uit. Zonder toebehoorregelaar klokt de uitgang A1 constant.

4 Alarmuitgang De uitgang A1 wordt na een storing en na verstrijken van 4 minuten aangestuurd.

5 Vlammenmelder Uitgang A1 wordt na het herkennen van een vlam aangestuurd.

6 3-wegventiel De uitgang A1 wordt tijdens een boilerlading aangestuurd.

7 Luchttoevoerklep Voor elke branderstart wordt eerst de uitgang A1 aangestuurd. Een brandervrijgave gebeurt echter pas wanneer de ingang E1 gesloten wordt.

Belangrijk: de ingang E1 moet in elk geval ook als “Luchttoevoerklep” geparametreerd worden!

De terugmelding op ingang E1 moet met een potentiaalvrij contact gebeuren. Anders moet bij en door de klant een relais voor de scheiding van het potentiaal gebruikt worden.

8 Externe ventilatie De uitgang A1 wordt omgekeerd ten opzichte van het gascombiventiel aangestuurd. De uitschakeling van een externe ventilatie (bv. afzuigkap) tijdens het branderbedrijf is enkel noodzakelijk bij een warmtegenerator met open systeem.

9 Extern gasventiel De uitgang A1 wordt parallel ten opzichte van het gascombiventiel aangestuurd.

De functies van de uitgang A1 kunnen met eBus-compatibel Wolf-regelingstoebehoor afgelezen en ingesteld worden. De uitgang A1 kan met de volgende functies bezet worden:

Afbeelding: Aansluiting uitgang A1

Aansluiting uitgang A1 (230VAC;200VA)

De kabelschroefverbinding in de aansluitkast schroe-ven. De aansluitkabel door de kabelschroefverbinding leiden en bevestigen. De aansluitkabel op de klemmen L1, N en aansluiten.De parametrering van uitgang A1 staat in de tabel beschreven.

Page 22: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

22 3062550_201305

Aansluiting ingang E1 (24V), potentiaalvrij

De aansluitkabel voor ingang 1 op de klemmen E1 volgens het schakelschema aansluiten, van tevoren de brug tussen a en b op de desbetreffende klemmen verwijderen.

Afbeelding: Aansluiting kamerthermostaat

potentiaalvrije aansluiting

Code Betekenis0 Zonder functie

Door de regeling wordt geen rekening gehouden met de ingang E11 Kamerthermostaat

Bij geopende ingang E1 wordt de werking van de verwarming geblokkeerd (zomerwerking), ook onafhankelijk van een digitale Wolf-regelingstoebehoor

2 Maximumthermostaat / controle installatiedruk Een gesloten contact is een vereiste voor brandervrijgave voor verwarming en warmwaterbereiding Tijdens het openen van het contact schakelt het toestel de brander uit en de pompnaloop begint.

3 Niet bezet4 Stromingscontrole

Aansluitmogelijkheid voor een bijkomende waterstromingscontrole.Na de aansturing van de pomp moet binnen 12 seconden de ingang E1 gesloten worden.Indien dit niet het geval is schakelt de brander uit en wordt de storing 41 weergegeven.

5 Bewaking luchttoevoerklep (fabrieksinstelling E1)Zie parametrering uitgang A1, nr. 7 luchttoevoerklep

8 Branderblokkering (BOB) Bedrijf zonder brander Gesloten contact, brander geblokkeerd Verwarmingscircuitpomp en boilerlaadpomp draaien in normaal bedrijf Bij schoorsteenvegerbedrijf en vorstbescherming is de brander vrijgegeven Een open contact geeft de brander weer vrij

De functies van de ingang E1 kunnen met eBus-compatibel Wolf-regelingstoebehoor afgelezen en ingesteld wor-den. De ingang E1 kan met de volgende functies bezet worden:

Aansluiting digitale Wolf-regelingstoebehoren (bijv. BM, MM, KM, SM1, SM2,)Er mogen enkel regelaars uit het Wolf-toebehoorprogramma aangesloten worden. Een aansluitplan wordt bij het desbe-treffende toebehoordeel geleverd.Als verbindingsleiding tussen het regelingstoebehoor en de hr-ketel moet een uit twee aders bestaande leiding (door-snede > 0,5 mm²) gebruikt worden.

Afbeelding: Aansluiting Wolf-regelingstoebehoor digitaal (eBus-interface)

Aansluiting buitentemperatuursensorDe buitentemperatuursensor kan naar keuze op de klem-menlijst van de hoogrendementsketels op aansluiting AF, resp. op de klemmenlijst van de regelingstoebehoren worden aangesloten.

Afbeelding: Aansluiting buitentemperatuursensor

Elektroaansluiting

Page 23: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

233062550_201305

Installatie vullen / sifon vullen

Om een onberispelijke werking van de hr-ketel te ga-randeren, moet deze volgens de voorschriften van het hoofdstuk waterbehandeling worden gevuld en volledig ontlucht. (zie pagina 30)

Het verwarmingssysteem moet voor de aanslui-ting van de condensatiegasketel doorgespoeld worden om resten zoals lasparels, hennep, mastiek enz. uit de buisleidingen te verwijderen.

• De gaskraan moet gesloten zijn!

• Ontluchtingsventielen openen.

• Alle verwarmingscircuits openen.

• Radiator- resp. mengventielen openen.

• Volledig verwarmingssysteem en ketel in koude toestand langzaam vullen tot ca. 2 bar via de ketel vul- en ledigingskraan aan de retour.

Inhibitors zijn niet toegelaten.

• Aanvoerventielen op de hr-ketel openen.

• Verwarmingsinstallatie vullen tot 2 bar. In het bedrijf moet de wijzer van de manometer tussen 1,5 en 5,5 bar staan.

• De volledige installatie op waterdichtheid controleren.

• De sifon uitnemen.

• De sifon met water vullen.

• De sifon monteren.

• De hr-ketel inschakelen, de temperatuurkeuze ver-warmingswater in de positie “2” (de pomp werkt, de controlelamp voor de statusindicatie toont constant een groene kleur).

• Verwarmingscircuit ontluchten, de hoogrendementsketel daarbij enkele keren AAN- en weer UIT-schakelen.

• Wanneer de druk van de installatie fel daalt water bijvullen.

• De gaskogelkraan openen.

• De ontstoringstoets indrukken.

Opmerk.: Tijdens het ononderbroken bedrijf wordt de verwarmingscircuit automatisch via het automatische ontluchtingsventiel ontlucht. (toebehoren)

Opgelet

Opgelet

Ketel vul- en ledigingskraan

Afbeelding: Ketel vul- en ledigingskraan

Afbeelding: Sifon

Sifon

Afbeelding: Volledig aanzicht regeling

Netschakelaar ThermometerOntstoringstoets

Waterdrukschakelaar

De condensaatslang op de sifon mag geen kronkels vormen resp. oprollen, aangezien er anders gevaar voor bedrijfsstoringen bestaat.

Opgelet

Page 24: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

24 3062550_201305

Controle van de gasaansluitdruk (gasstroomdruk)

• Bedrijfsschakelaar op „0“ zetten.

• Open de gasafsluitkraan.

• De afsluitschroef aan de meetnippel losdraaien en de gastoevoerleiding ontluchten.

• Differentiaaldrukmeter op de meetnippel op „+“ aansluiten. Met „-“ tegen atmosfeer

• De netschakelaar aanschakelen.

• Na het starten van de ketel de aansluitdruk aflezen op de differentiaaldrukmeter.

Werken aan componenten die gas trans-porteren mogen enkel door een erkende vakman uitgevoerd worden. Bij een onvak-kundig werk kan gas naar buiten stromen, waardoor er ontploffing-, verstikking- en vergiftigingsgevaar bestaat.

Afbeelding: Meetnippel om de gasaansluitdruk te controleren

Gasaansluitdruk controleren

• De bedrijfsschakelaar uitschakelen. Sluit de gas-afsluitkraan.

• De differentiaaldrukmeter afnemen en de meetnippel

met afsluitschroef opnieuw dicht afsluiten.

• Open de gasafsluitkraan.

• Controleer de gasdichtheid van de meetnippel.

• De ketel opnieuw sluiten.

• Typeplaatje controleren op gassoort evt. wijzigen.

Aardgas: Als de aansluitdruk (stromingsdruk) bui-

ten het bereik van 18 tot 25 mbar ligt, mo-gen er geen instellingen worden gedaan en mag de ketel niet in bedrijf worden gesteld.

Opgelet

Worden niet alle schroeven vast versloten, dan bestaat gevaar voor het uittreden van gas met explosie-, verstikkings- en vergiftigingsgevaar.

MGK-170/210/250/300MGK-130

Gas-Brennwert-Heizgerät

1234567890Herstellnummer

Nennwärmebelastung

HeizenNennleistungHeizen 50/30°CHeizen 80/60°C

Netzanschluß

Q = 28 - 160 kW

P = 30 - 167 kWP = 27 - 156 kW

90°C

230V ~ 50 Hz280 WElektrische Leistungsaufnahme

Schutzart

Max. VorlauftemperaturMax. Betriebsdruck Heizkreis PMS = 6 bar

IP40

Wasserinhalt Heizwärmetauscher

087511121234567890

087511

121234

567890

875111

2Art.

-Nr.CE-0063BQ3805

A/D/CH

123456

7890

Herst.-

Nr.08

Typ MGK-170

NOx Klasse 5

Kategorie

- G20 - 20 mbar

Bestimmungsland

Eingestellt auf

B23, B33, C33, C43, C53, C83C63 gem. Montageanleitung

15 l

Warmwasser Q = 28 - 160 kW

Abgaswertegruppe nach DVGW 635 G 52

Art

8751156 06/08

DE/AT/CH

Der Kessel darf nur in einem Rauminstalliert werden, der die maßgeblichenBelüftungsanforderungen erfüllt.Lesen Sie die Montage- bzw.Betriebsanleitung bevor Sie den Kesselinstallieren bzw. in Betrieb nehmen.

MGK-1

70 E/H

II2ELL3PDE

II2H3PAT

2H2E

CHI2H2H

Afbeelding: Typeplaatje MGK

Page 25: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

253062550_201305

De eerste inbedrijfstelling en de bediening van de ketel, evenals de instructie van de exploitant moet door een gekwalificeerde installateur uitgevoerd worden!

• Controleren of de stroomvoorziening uitgeschakeld is.

• Ketel en installatie controleren op dichtheid. Waterlekkage uitsluiten.

• Positie en vaste montage van de ingebouwde componenten controleren.

• Alle aansluitingen alsmede componentenverbindin-gen op dichtheid controleren.

Wanneer de dichtheid niet gegarandeerd is, bestaat er een risico op waterschade!

• De onberispelijke montage van het rookgastoebe-hoor controleren.

• De afsluitventielen aanvoer en retour openen.• Open de gasafsluitkraan.• Stroomvoorziening inschakelen.• De bedrijfsschakelaar van de regeling inschakelen.• De ontsteking en de vlam van de brander controleren.• Indien de installatiedruk aan de kant van het ver-

warmingswater onder 1,5 bar daalt, water bijvullen tot 2,0 tot max. 5,5 bar.

• Indien de ketel begint te werken volgens de voor-schriften, is de controlelamp van de regeling groen.

• Condensaatafvoer controleren.• Klanten met de ketelbediening vertrouwd maken, met

behulp van de bedienings- resp. montage-instructies, en op eventueel noodzakelijke waterbehandeling voor vul- en bijvulwater attenderen.

• Het inbedrijfstellingsprotocol invullen en de hand-leidingen aan de klant overhandigen.

Instelling van het busadresIndien er meerdere verwarmingstoestellen (aantal verwarmingstoestellen >1) in combinatie met een cascade-module werken, moet het busadres van elk verwarmingstoestel conform de tabel worden ingesteld.

Instelling van het busadres:Ontstoringstoets ingedrukt houden, na 5 seconden verschijnt de overeenkomstige knippercode (zie tabel). Met de draaiknop voor de temperatuurkeuze van het warm water kan het overeenkomstige adres geselecteerd worden. Ontstoringstoets weer loslaten.

Busadres Stand draaiknop warm water Indicatie controlelamp

1 1 Rood knipperend

2 2 Geel knipperend

3 3 Geel/rood knipperend

4 4 Geel/groen knipperend

5 5 Groen/rood knipperend

0 6 Groen flikkerend (fabrieksinstelling)

Inbedrijfstelling

Energiebesparing

• Maak de klant op de mogelijkheid van de ener-giebesparing opmerkzaam.

• Verwijs de klant ook naar de Paragraaf „Aanwij-zingen voor een energiebesparende bedrijfsmo-dus“ in de bedrijfshandleiding!

Afbeelding: Volledig aanzicht regeling

Netscha-kelaar

ThermometerOntstoringstoetsControlelamp

Page 26: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

26 3062550_201305

Veranderingen mogen enkel door een erkend gespecialiseerd bedrijf of door de Wolf klantendienst worden uitgevoerd.

Bij een ondeskundige bediening kan dit tot functiestoringen leiden.Bij de instelling van de parameter GB 05 (vorstbeveiliging buitentemperatuur) moet ermee rekening worden gehouden dat bij temperaturen onder 0°C niet lan-ger een vorstbeveiliging verzekerd is. Daardoor kan de verwarmingsinstallatie worden beschadigd.

Opgelet

Opgelet

Om een beschadiging van de volledige verwarmingsinstallatie te vermijden moet bij buitentemperaturen (onder - 12 °C) de nachtverlaging geannuleerd worden. In-dien dit niet nageleefd wordt kan versterkt ijsvorming op de monding van het rook-gaskanaal optreden, waardoor personen verwondt en/of voorwerpen beschadigd kunnen worden.

Zie typeplaatje voor de vermogensgege-vens van de ketel.

Verandering en/of weergave van de regelingsparameters is via de eBus-compatibel regelingsaccessoires mogelijk. De te volgen stappen kunt u in de bedieningshandleiding van het desbetreffende accessoires vinden.Instellingen kolom 1 geldig voor regelingstoebehoren ART en AWT Instellingen kolom 2 geldig voor Wolf-regelingssysteem met bedieningsmodule BM

1 2 Parameter Eenheid Fabrieks-instell.

min max

GB01 HG01 Schakelverschil brander K 8 5 30HG02 Onderste ventilatortoerental

minimaal ventilatortoerental in %% 20 20 100

HG03 Bovenste ventilatortoerental WW Maximale ventilatortoerental warm water in %

% 100 20 100

GB04 HG04 Bovenste ventilatortoerental VW Maximale ventilatortoerental verwarming in %

% 100 20 100

GB05 A09 Vorstbescherming buitentemperatuur bij aangesloten buitentemperatuursensor en onderschrijding pomp aan

°C 2 -10 10

GB06 HG06 Pompmodus 0 → Pomp Aan in winterbedrijf 1 → Pomp Aan bij branderbedrijf

0 0 1

GB07 HG07 Nalooptijd ketelcirculatiepompen Nalooptijd van de verwarmingscircuitpomp bij verwarmingswerking in minuten

min 1 0 30

GB08 HG08 of HG22

Maximale begrenzing ketelcircuit TV - max Geldig voor verwarmingswerking

°C 85 40 90

GB09 HG09 Brandertaktblokkering Geldig voor verwarmingswerking

min 7 1 30

HG10 eBus-adres Busadres van de warmteopwekker (alleen weergave)

0 0 5

HG11 Parameter mag niet worden gewijzigd °C 10 10 60HG12 Gassoort

Niet ondersteund0 0 1

GB13 HG13 Parametreerbare ingang E1 De ingang E1 kan met verschillende functies bezet worden. zie hoofdstuk „Aansluiting ingang E1“

5 luchttoevoer-

klep

0 5

GB14 HG14 Parametreerbare uitgang A1 Uitgang A1 (230 V AC) De fabrieksinstelling mag niet worden veranderd! Het is anders niet mogelijk om de boiler te laden.

7 luchttoevoer-

klep

0 9

GB15 HG15 Boilerhysterese Schakeldifferentie bij naladen boiler

5 1 30

HG21 Minimum keteltemperatuur TK-min. °C 20 20 90

Regelingsparameters aangeven / veranderen

Page 27: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

273062550_201305

MGK-130Verwarmingsverm. (kW) 23 31 38 46 53 61 68 76 83 91 99 106 114 121Indicatiewaarde (%) 20 25 29 34 38 43 47 52 56 61 65 70 75 100

MGK-170Verwarmingsverm. (kW) 27 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160Indicatiewaarde (%) 20 28 34 40 46 52 58 64 70 76 82 88 94 100

MGK 210Verwarmingsverm. (kW) 34 40 55 70 85 100 115 130 145 160 175 190 200Indicatiewaarde (%) 20 23 30 37 45 52 59 66 73 81 88 95 100

MGK 250Verwarmingsverm. (kW) 40 55 70 85 100 115 130 145 160 175 190 205 220 240Indicatiewaarde (%) 20 26 32 38 44 50 56 62 68 74 80 86 92 100

MGK-300Verwarmingsverm. (kW) 45 62 79 97 114 131 148 165 182 200 217 234 251 275Indicatiewaarde (%) 20 27 34 41 47 54 61 68 75 82 89 96 102 100

MGK-130 / MGK-170 / MGK-210 / MGK-250 / MGK-300Vermogensinstelling (parameter GB04 resp. HG04)

De instelling van het vermogen kan met het eBus-compatibel Wolf-regelingstoebehoor veranderd worden.Het verwarmingsvermogen wordt door het toerental van de ventilator bepaald. Door het toerental van de ven-tilator conform de tabel te verlagen, wordt het max. verwarmingsvermogen bij 80/60°C voor aardgas E / H / L aangepast.

Maximaal verwarmingsvermogen begrenzen

Begrenzing van het maximale verwarmingsvermogen met betrekking tot een aanvoer-/retourtemperatuur van 80/60°C

Instelwaarden voor parameter GB04 met eBus-compatibele Wolf-aansluittoebehoren in [%]

Max

imaa

l ver

war

min

gsve

rmog

en in

[kW

]

Tabel: Instelling van het vermogen

Page 28: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

28 3062550_201305

Instelling gas lucht verhouding De instellingen moeten in de hiernavolgend

beschreven volgorde uitgevoerd worden. Het gascombiventiel is in de fabriek reeds ingesteld op de gassoort aardgas E (G20). Een instelling op het gascombiventiel mag enkel na de ombouw op een ander gassoort uitgevoerd worden.

Ombouw MGK-130 op aardgas LLDe ombouw gebeurt door de gassmoorklep weg te nemen. Aanwijzingen in de apart bijgevoegde om-bouwhandleiding in acht nemen.

Ombouw MGK-130 naar vloeibaar gas PVoor de ombouw is een aparte ombouwset met gass-moorklep, gascombiventiel en parameterstekker nodig. Het gascombiventiel is vooraf in de fabriek ingesteld. Aanwijzingen in de apart bijgevoegde ombouwhand-leiding in acht nemen.

Ombouw MGK-170/210/250/300 op aardgas LL / vloeibaar gas PVoor de ombouw is een aparte ombouwset met para-meterstekker nodig. Aanwijzingen in de apart bijge-voegde ombouwhandleiding in acht nemen.

Opgelet Ombouwsets MGK vloeibaar gasType Art. nr. ombouwsetMGK-130 87 51 351MGK-170 en MGK-250 87 51 293MGK-210 87 51 295MGK-300 87 51 298

Overzicht parameterstekkers MGKType Art.-nr.

Parameterstekker voor aardgas E / LL

Art.-nr. Parameterstekker voor vloeibaar gas P

MGK-130 27 44 358 27 44 356MGK-170 27 44 238 27 44 354MGK-210 27 44 237 27 44 355MGK-250 27 44 170 27 44 354MGK-300 27 44 359 27 44 357

Verandering van gassoort / CO2-instelling

Page 29: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

293062550_201305

B) CO2-instelling bij onderste belasting (softstart)

• De hoogrendementsketel opnieuw starten door op de “Ontstoringstoets” te drukken.

• Ca. 30 seconden na de start van de brander het CO2-gehalte met het CO2-meettoestel controleren en, indien nodig, met de nulpuntschroef volgens de tabel najus-teren. Deze instelling moet binnen 120 sec. na de start van de brander gebeuren. Eventueel door het indrukken van de “ontstoringstoets” de startfase voor de instelling herhalen.

• naar rechts draaien - CO2 hoger!• naar links draaien - CO2 lager!

Toestel open (zonder bekleding) bij onderste belasting

Aardgas E/H/L9,0% ± 0,2%

Verandering van gassoort / CO2-instellingA) CO2-instelling bij bovenste belasting (schoorsteenvegerbedrijf)

• Schroeven van de frontbekleding losdraaien en bekleding afnemen.

• Schroef uit de meetopening “Rookgas” verwijderen.

• De meetsonde van het CO2-meettoestel in de meetopening “Rookgas” invoeren.

• De temperatuurkeuzeschakelaar in de positie schoorsteenveger draaien. (de controlelamp voor de statusindicatie flikkert in gele kleur).

• Bij vollast het CO2-gehalte meten en met de waar-den in de onderstaande tabel vergelijken.

• Indien nodig, het CO2-gehalte met de gasdoorlaat-schroef op het gascombiventiel corrigeren cf. tabel.

• naar rechts draaien - het CO2 gehalte neemt af• naar links draaien - het CO2 gehalte neemt toe

• Het schoorsteenvegerbedrijf beëindigen door de tem-peratuurkeuzeschakelaar weer in de uitgangspositie te draaien.

Afbeelding: Rookgasmeting aan de geïntegreerde meetbuis

Meetopening rookgas

Afbeelding: Gascombiventiel

Gasdoorlaatschroef (onder afdekking)binnenzeskant 3 mm bij MGK-170 - MGK-300)sleufschroef bij MGK-130

MGK-170/210/250/300MGK-130

Toestel open (zonder bekleding) bij bovenste belasting

Aardgas E/H/L9,2% ± 0,2%

Afbeelding: Gascombiventiel

Nulpuntschroef Torx Tx40 (onder afdekking)

MGK-170/210/250/300MGK-130

Page 30: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

30 3062550_201305

Verandering van gassoort / CO2-instelling

D) Afsluiten van de instelwerkzaamheden

• Ketel buiten bedrijf stellen en de meetopeningen en slangaansluitnippel weer afsluiten en controleren op dichtheid.

• Bij een omschakeling naar aardgas L de sticker „Ingesteld op L - G25 - 20mbar“ uitknippen en op de overeenkomstig plaats op het typeplaatje kleven.

(zie „Gasaansluitdruk controleren“)

C) Controle van de CO2-instelling

• Na beëindiging van de werken het bekledingsdek-sel monteren en de CO2-waarde bij gesloten toestel controleren.

Let bij de CO2-insteling op de CO-emissie. Wanneer de CO-waarde bij correcte CO2-waarde >200ppm is, is het gascombiventiel niet correct ingesteld.

Ga als volgt te werk:

• De instelling vanaf Paragraaf A) herhalen.

• Bij een juiste instelling moet de hr-ketel op de CO2-waarden ingesteld zijn volgens onderstaande tabel.

Afbeelding: Gascombiventiel

MGK-170/210/250/300MGK-130

Toestel gesloten (met bekleding) bij bovenste belasting

Aardgas E/H/L9,3% ± 0,3%

Toestel gesloten (met bekleding) bij onderste belasting

Aardgas E/H/L9,1% ± 0,3%

Nulpuntschroef Torx Tx40 (onder afdekking)

Gasdoorlaatschroef (onder afdekking)binnenzeskant 3 mm bij MGK-170 - MGK-300)sleufschroef bij MGK-130

Page 31: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

313062550_201305

Meten van de verbrandingsparameters

De verbrandingsparameters moeten bij gesloten toestel gemeten worden!

Meten van de rookgasparameters

Bij geopende meetopening kan rookgas in de opstellingsruim-te naar buiten treden. Er bestaat gevaar op verstikking.

- Schroef uit de „Meetopening rookgas“ verwijderen.- Hoogrendementsketel in bedrijf stellen en temperatuurkeuzeschakelaar

naar het symbool schoorsteenveger draaien. (de controlelamp van de statusindicatie knippert geel)

- De meetsonde invoeren.- Rookgaswaarden meten en in het inbedrijfstellingsprotocol invullen.- Na beëindiging van de meting de meetsonde uitnemen en de meetopening

sluiten. Daarbij op de dichte zitting van de schroeven letten!- Temperatuurschakelaar naar de oorspronkelijke positie terugzetten.

Netschakelaar Temperatuurkeuze-schakelaar

Meetopening “Aanzuiglucht”

Meetopening “Rookgas”

Meten van de aanzuiglucht

- Meetsonde aan de verbrandingsluchttoevoer houden en meettoestel kalibreren resp.

- voor bedrijf van gesloten systemen in de luchttoevoeradapter steken! De hoogrendementsketel in bedrijf nemen en de temperatuurkeuze

verwarmingswater op het schoorsteenvegersymbool draaien. (de controlelamp van de statusindicatie knippert geel) - Temperatuur meten en in het inbedrijfstellingsprotocol invullen. - Nadat de meting beëindigd is, de ketel uitschakelen, meetsonde

eruit nemen en de meetopening afsluiten. Daarbij op de dichte zitting van de schroeven letten!

- Temperatuurschakelaar naar de oorspronkelijke positie terugzetten.

Page 32: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

32 3062550_201305

Inbedrijfstellingswerken Meetwaarden of bevestiging

1.) Gassoort Aardgas E/H □Aardgas L □Vloeibaar gas □Wobbe-index _____________ kWh/m³Bedrijfsverwarmingswaarde _____ kWh/m³

2.) Gasaansluitdruk gecontroleerd? □3.) Gas-dichtheidscontrole uitgevoerd? □4.) Lucht-/rookgassysteem gecontroleerd? □5.) Hydraulica op dichtheid gecontroleerd? □6.) Sifon gevuld? □7.) Installatie gespoeld? □8.) Installatie gevuld en waterbehandeling overeenkomstig

„Ontwerpaanwijzingen waterbehandeling“ uitgevoerd? pH-waarde ingesteld Totale hardheid ingesteld

________________ pH-waarde ________________ °dH

9.) Geen chemische additieven (inhibitoren; antivriesmiddelen) toegevoegd?

□10.) Ketel en installatie ontlucht? □11.) Installatiedruk 1,5 - 2,5 bar beschikbaar? □12.) Gastype en verwarmingsvermogen op de stickers ingevuld? □13.) Controle van de werking uitgevoerd? □14.) Meting rookgas

Rookgastemperatuur bruto

Aanzuigluchttemperatuur

Rookgastemperatuur netto

Kooldioxidegehalte (CO2) of zuurstofgehalte (O2)

Koolmonoxidegehalte (CO)

_____________ tA [°C]

_____________ tA [°C]

_____________ (tA - tL ) [°C]

_____________ %

_____________ ppm

15.) Bekleding aangebracht? □16.) Exploitant geïnstrueerd, documenten overhandigd? □17.) Inbedrijfstelling bevestigd? _____________ □

Inbedrijfstellingsprotocol

Page 33: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

333062550_201305

Ontwerpaanwijzingen waterbehandeling

Vóór het inbedrijfstellen dient het systeem grondig te worden gereinigd / gespoeld en dient een vuil-/slibfilter (5 μm) bijv. uit de Wolf toebehoren in de retour en in de directe omgeving van het verwarmingstoestel te worden geïnstalleerd.Het vul- en bijvulwater mag uitsluitend door middel van een ontzoutingsprocedé worden behandeld. In welke mate de waterbehandeling noodzakelijk is kan in de tabel „Tabel maximaal toelaatbare totale hardheid“ worden gevonden.Het systeemwater mag een totale hardheidsgraad van 2°dH, dit komt overeen met een geleidbaarheid van ≈ 60 μS/cm, niet onderschrijden. De max. toelaatbare totale hardheid en de desbetreffende geleidbaarheid zijn installatiespecifiek en dienen te worden berekend (zie ook „Tabel maximaal toelaatbare totale hardheid“). Hiertoe dient het ontzoute water (GL <= 30 μS/cm) met niet behandeld drinkwater te worden aangelengd. Het bijvoegen van chemische middelen, alsmede een ontkalking met behulp van een eentraps ionenuitwis-selaar is niet toegestaan, omdat anders schaden aan de installatie met het uittreden van water als gevolg kunnen ontstaan. Wij adviseren het vuil-/slibfilter regelmatig te legen en een installatielogboek bij te houden.

Toegelaten methodes: - Ontzouting met mengbedpatronen. Dit zijn meer-

fasige ionenwisselaars. Wij adviseren bij de eerste maal afvullen en later naar behoefte bijv. patronen van de fa. Grünbeck of van de fa. Judo te gebruiken.

- Ontzouten met omgekeerde osmose- Bijvullen van gedestilleerd water

Grenswaarden in afhankelijkheid van het spec. installatievolume VA (VA = installatievolume / kleinste afzonderlijke vermogen)Omrekening totale hardheid: 1 mol/m³ = 5,6 °dH

Tota

al

verw

ar-

min

gsve

r-m

ogen

VA ≤ 10 l/kW VA > 10 l/kW en < 40 l/kW VA ≥ 40 l/kW

Totale hardheid / som aarde-alkaliën

Geleidbaar-heid

Totale hardheid / som aarde-alkaliën

Geleidbaar-heid

Totale hardheid / som aarde-alkaliën

Geleidbaar-heid

[kW] [°dH] [mol/m³] GL [μS/cm] [°dH] [mol/m³] GL [μS/cm] [°dH] [mol/m³] GL [μS/cm]

1* < 50 2 - 16,8* 0,36 - 3,0* 60 - 500 2 - 11,2 0,36 - 2,0 60 - 300 2 - 3 0,36 - 0,54 60 -100

2 50-200 2 - 11,2 0,36 - 2,0 60 - 300 2 - 8,4 0,36 - 1,5 60 - 200 2 - 3 0,36 - 0,54 60 -100

3 200-600 2 - 8,4 0,36 - 1,5 60 - 200 2 - 3 0,36 - 0,54 60 -100 2 - 3 0,36 - 0,54 60 -100

4 >600 2 - 3 0,36 - 0,54 60 -100 2 - 3 0,36 - 0,54 60 -100 2 - 3 0,36 - 0,54 60 -100

*) voor geisers (<0,3l/kW) en systemen met elektrische verwarmingselementen

Trapsgewijze verscherping van de eis door het spec. installatievolume (VA = installatievolume / kleinste afzonderlijke vermogen) en het totale verwarmingsvermogen

De totaal af te vullen waterhoeveelheid over de looptijd van het toestel mag het drievoudige van het nominale volume van de verwarmingsinstallatie niet overschrijden.

Let op: De totale hardheid van 2°dH mag niet worden onderschreden.

Behandeling van het verwarmingswaterWij adviseren een pH-waarde voor het verwarmings-water tussen 8,2 en 8,5, ook bij menginstallaties van verschillende materialen.Er moet een wateranalyse bij het waterleidingbedrijf worden gevraagd. Daarmee moet worden gecontro-leerd of de totale hardheid laag genoeg is.Bij een spec. installatievolume VA,specifiek >= 10l/kW moet de eerstvolgende kleinere grenswaarde, bij VA,specifiek >= 20l/kW de tweede daaropvolgende kleinere grenswaarde en bij VA,specifiek >= 40l/kW de kleinste grenswaarde uit de hieronder vermelde tabel worden aangehouden.Bij een spec. installatievolume >50l / kW dient de totale hardheid door middel van de ontzoutingsbehandeling op 2-3°dH te worden ingesteld. Dit komt overeen met een geleidbaarheid van 60 - 100 μS/cm.Is het verwarmingstoestel zonder een hydrauli-sche wissel (ontkoppeling) in het systeem geïnte-greerd, dan moet de totale hardheid op 2 - 3 °dH (GL = 60 - 100 μS/cm) worden ingesteld.

Page 34: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

34 3062550_201305

Ontwerpaanwijzingen waterbehandeling

Voorbeeld:

Installatievermogen = 170 kW;

Installatievolume Vinstallatie= 4000 l; Volume van het bijvulwater Vbijvulwater = 1.000 l

totale hardheid van het drinkwater Cdrinkw. = 18,5 °dH; Maximaal toelaatbare totale hardheid Cmax = 8,4°dH

Installatievermogen = 170 kW; Installatievolume Vinstallatie= 4.000 l; Volume van het bijvulwater Vbijvulwater = 1.000 l

VA, spec = 4000 l / 170 kW = 23,53 l/kW

totale hardheid van het drinkwater Cdrinkw. = 18,5 °dH;

Maximaal toelaatbare totale hardheid Cmax = 8,4°dH

Aandeel van het te behandelen vulwater: A = 100% - [(8,4 - 0,1) / (18,5 – 0,1)] x 100% = 54,9%

Er moet 54,9 % van het vul- en bijvulwater worden ontzout.

Vbehandeling = 54,9% x (4.000 l + 1.000 l) = 2.746 l

Tijdens het vullen van de installatie moet 2.745 l ontzout water worden ingegoten. Vervolgens kan er tot Vmax met drinkwater worden bijgevuld.

Tijdens het bijvullen moet regelmatig worden gecon-troleerd of de toelaatbare totale hardheid niet over-schreden wordt.

Voorbeeld:

Installatie met een ketel van 170 kW;

Installatievolume Vinstallatie= 4000 l

VA, specifiek = 4000 l / 170 kW = 23,5 l/kW

Dit is groter dan 10 l/kW, daardoor moet in plaats van de trap 2 de trap 3 worden geselecteerd. Het vul- en bij-vulwater moet binnen het bereik van 2 tot 8 °dH liggen. Indien de totale hardheid van het onbehandelde water te hoog is, moet een deel van het vul- en bijvulwater worden ontzout:

Er moet A% ontzout water worden afgevuld:

A = 100% – [(Cmax – 0,1 °dH) / (Cdrinkwater – 0,1 °dH)] x 100%

Cmax maximaal toelaatbare totale hardheid in °dH Cdrinkwater totale hardheid van het onbeh. drinkwater in °dH

Wij raden aan bij de eerste vulling het te verwachten bijvulwater mee te rekenen. Dan kan er later met on-behandeld drinkwater worden bijgevuld.

Vbehandeling = A x (Vinstallatie+ Vbijvulling)

Bij grote installaties in trap 4 mag het bijvulwater bij de eerste vulling niet worden meegerekend.

Vbehandeling = A x (Vinstallatie)

Page 35: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

353062550_201305

Inbedrijfstelling: vul- en bijvulwaterhoeveelhedenInbedrijfstelling door firma

Tellerstand voor eerste vulling Zoud in l

Datum Toelichting Afkorting

Meter-stand Znieuw in l

Water-hoeveel-heid V = Znieuw - Zoud in l

Totale hardheid in °dH

pH-waarde systeemwater na verwarming en voldoende doorspoeling Handtekening

onthard vulwater Vbehandeling 0,1

onbehandeld vulwater Vonbehandeld

bijvulwater Vbijvulling,1

bijvulwater Vbijvulling,2

bijvulwater Vbijvulling,3

bijvulwater Vbijvulling,4

bijvulwater Vbijvulling,5

bijvulwater Vbijvulling,6

bijvulwater Vbijvulling,7

bijvulwater Vbijvulling,8

bijvulwater Vbijvulling,9

bijvulwater Vbijvulling,10

Installatieboek

PlanningLocatieKetelvermogens QK1 kW

QK2 kWQK3 kWQK4 kW

Kleinste ketelvermogen QKmin kW Kleinste ketelvermogen van de installatie

Installatievermogen QK,tot kW QK,tot = QK1 + QK2 + QK3 + QK4

Installatievolume Vinstallatie lmaximaal te verwachten hoeveelheid water om bij te vullen

Vbijvulling l totale hoeveelheid die tijdens de levensduur van de installatie verwacht wordt

Vul- en bijvulwaterhoeveelheid

Vmax l Vmax = Vinstallatie + Vbijvulling

Totale hardheid van het drinkwater

Cdrinkwater °dH bv. uit analyse watervoorziening

Controle van het specifieke installatievolume

VA,

specifiek

l/kW VA, specifiek = Vinstallatie / QKminimum groter / kleiner 20 l/kW

Toelaatbare totale hardheid

Cmax °dH Maximum toelaatbare totale hardheid volgens tabel

Aandeel in ontzout drinkwater

A % A = 100% – [(Cmax – 0,1 °dH) /(Cdrinkwater – 0,1 °dH)] x 100%

te behandelen vulwater Vbehandeling l Vbehandeling = A x Vmax resp. Vbehandeling = A x Vinstallatie bij fase 4

Controle: hoeveelheid water V > Vmax ? □ ja □ neenAls de hoeveelheid water V groter dan Vmax is, moet er met ontzout water worden bijgevuld.

Page 36: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

36 3062550_201305

Technische planningsgegevens

Max. spreiding In de MGK is een beschermingsfunctie voor gietelementen geïntegreerd. Die voorkomt spanningen in het materiaal, doordat het maximale temperatuurver-schil tussen aanvoer en retour begrensd wordt. Vanaf 28 K wordt het vermogen afgezwakt. Als er toch nog 38 K bereikt wordt, wordt de brander zonder storings-melding kortstondig uitgeschakeld. Men dient hiermee rekening te houden bij de keuze van de componenten (bv. pompen, warmtewisselaar, boiler).

Max. debiet Te hoge stromingssnelheden kunnen slijtage veroorzaken.Maximaal debiet bij Qmax : MGK-130 9,4 m³/h MGK-170 13,6 m³/h MGK-210 16,4 m³/h MGK-250 19,1 m³/h MGK-300 21,9 m³/h

Verwarmingswaterweerstand

Wee

rsta

nd a

an d

e ka

nt v

an h

et v

erw

arm

ings

wat

er [m

bar]

Debiet [m³/h]

Pompontwerp MGK 130/170/210/250/300

De volgende 230 V pompen worden aanbevolen voor de montage van een MGK met een hydraulische wissel.Voor de installatie zonder hydraulische wissel moeten de pompen worden gekozen naargelang het systeem.

MGK Wilo Grundfos130 Stratos 25/1-8

1½”-schroefverbindingMagna 25-801½”-schroefverbinding

170 Stratos 30/1-102”-schroefverbinding

Magna 32-802”-schroefverbinding

210 Stratos 30/1-122”-schroefverbinding

Magna 32-1002”-schroefverbinding

250 Stratos 32/1-12flensaansluiting

Magna 32-120 Fflensaansluiting

300 Stratos 32/1-12flensaansluiting

Magna 32-120 Fflensaansluiting

Page 37: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

373062550_201305

Lucht-/Rookgasgeleiding

Planningsaanwijzingen verbrandings-lucht- / rookgasgeleiding

Aansluittypes

Ketel Type

Gasketeltype 1) Categorie Bedrijfswijze aansluitbaar opopen

systeemgesloten systeem

Schoorsteen vochtigheids-

ongev.

Lucht-/rook-gasschoor-

steen

Lucht-/rookgas-geleiding

Bouwrechtelijk toegel. lucht-/rookgasgel.

Vochtigheids-ongev. rook-gasleiding

MGK B23, B33, C33, C43, C53, C63,

C83

II2L3P

ja ja C83 C43 C33, C53, C63

C53, C63 B23, C53, C83

1) Bij type B23 wordt de verbrandingslucht uit de opstellingsruimte genomen (gasverbrandingsplaats met open systeem).

Bij type C wordt de verbrandingslucht via een gesloten systeem uit de open lucht genomen (gasketels met gesloten systeem)

Page 38: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

38 3062550_201305

Planningsaanwijzingen verbrandings-lucht- / rookgasgeleiding

1) Beschikbare transportdruk van de ventilator: MGK-130 Qmax/Qmin = 200Pa / 10Pa MGK-170, -210, -250, -300 Qmax/Qmin = 150Pa / 10Pa

2) Rookgasleiding DN 160 van PP met toelatingsnummer CE 0036CPD91690033) Rookgasleiding DN 200 van PP met toelatingsnummer CE 0036CPD91690034) Enkel originele Wolf delen gebruiken.

Lucht-/Rookgasgeleiding

Uitvoeringsvarianten hr-ketel Maximale lengte1

MGKDN -130 -170 -210 -250 -300

B23 Rookgasleiding in de schacht en verbrandingslucht direct via de ketel (open systeem)

160 2) 50 m 50 m 47 m 35 m 20 m200 3) 50 m 50 m 50 m 50 m 50 m

B33 Aansluiting op de vochtigheidsongevoelige rookgas-schoorsteen met horizontale aansluitleiding

160 2)Berekening 1) volgens EN 13384-1

200 3)

C33 Verbrandingsluchttoevoer en rookgasgeleiding via het dak in gemeenschappelijk drukbereik 4)

160 2) Berekening 1) volgens EN 13384-1(zie ook voorbeeld C33)200 3)

C33

Verticale concentrische dakdoorvoering door schuin dak of plat dak; verticale concentrische lucht-/rookgas-leiding voor montage in de schacht (telkens gesloten systeem)

160/225 15 m 15 m 13 m 8 m 3 m

200/300 - - - 15 m 15 m

C43 Aansluiting op een vochtigheidsongevoelige lucht-/rookgasschoorsteen (gesloten systeem)

160 2)Berekening 1) volgens EN 13384-1

200 3)

C53 Mondingen voor luchttoevoer en rookgasgeleiding bevin-den zich in een versch. drukbereik (gesloten systeem)

160 2) 50 m 50 m 47 m 35 m 20 m200 3) 50 m 50 m 50 m 50 m 50 m

C53Aansluiting op rookgasleiding gevel met horizontale concentrische aansluitleiding (lengte: 2,5m); gesloten systeem

160/225 50 m 50 m 35 m 5 m -

200/300 - - - 50 m 50 m

C63De rookgasinstallatie is niet met het toestel getest en gecertificeerd. Ze moet aan de desbetreffende bouw-voorschriften van de landen voldoen.

160Berekening 1) volgens EN 13384-1 (RLU)

200

C93Verticale rookgasleiding voor montage in de schacht met horizontale concentrische aansluitleiding (lengte: 2,5 m); gesloten systeem

160 25 m 16 m 6 m - -

200 30 m 32 m 32 m 26 m 32 m

Page 39: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

393062550_201305

Voorbeelden voor installatieopbouw MGK

1 Hoogrendementsketel met geïntegreerde rookgasmeetbuis

2 Revisiebocht 87° DN 1603 Rookgasbuis DN 160 Lengte: 500/1000/20004 Muurplaat5 Steunbocht 87° DN 160 met draagrail6 Afstandhouder7 Schoorsteenafdekking8 Luchttoevoeradapter (voor bedrijf van gesloten

systemen)

Tussen de rookgasleiding en de binnenwand van de schacht moet de volgende afstand binnenswerk nageleefd worden:- bij ronde schacht 3 cm- bij vierkante schacht 2 cm

Voorbeeld: open systeem B 23

Alle horizontale lucht-/rookgasgeleidingen naar het toestel monteren met een verval van ca. 3° (5 cm/m). Het condensaat dat ontstaat moet naar het toestel terugstromen.

Voorbeeld: gesloten systeem C 53

Alle horizontale lucht-/rookgasgeleidingen naar het toestel monteren met een verval van ca. 3° (5 cm/m). Het condensaat dat ontstaat moet naar het toestel terugstromen.

Planningsaanwijzingen verbrandings-lucht- / rookgasgeleiding

Page 40: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

40 3062550_201305

Voorbeelden voor installatieopbouw MGK

1 Hoogrendementsketel met geïntegreerde rookgasmeetbuis

2 Revisiebocht 87° DN 1603 Rookgasbuis DN 160 Lengte: 500/1000/20004 Muurplaat5 Steunbocht 87° DN 160 met draagrail6 Afstandhouder7 Schoorsteenafdekking8 Luchttoevoeradapter

(voor bedrijf van gesloten systemen)

Tussen de rookgasleiding en de binnenwand van de schacht moet de volgende afstand binnenswerk nageleefd worden:- bij ronde schacht 3 cm- bij vierkante schacht 2 cm

Planningsaanwijzingen verbrandings-lucht- / rookgasgeleiding

a in mm

Max

imum

leng

te e

nkel

voo

r roo

kgas

*

*Berekeningsbasis:rookgas:0,5m+87°+2m+87°+ schachtlengteluchttoevoer: 87° + 2 m wandruwheid 5 mmDe buitendiameter van de rookgas-buis bedraagt aan de beugel van de inschuifmof 183 mm!

Opmerking:Afwijkende installatieconfiguraties moeten volgens EN 13384-1 worden berekend.

Verbrandingslucht:Voor de verbrandingslucht is in het diagram hiernaast rekening gehouden met het volgende buiswerk.1 x revisiebocht van 87° = 2 m1 x horizontale buis van 2m = 2 m

Voorbeeld: gesloten systeem C93

Maximumlengte volgens EN 13384-1 voor DN 160 (DN 200 voor MGK-300) naargelang de doorsne-de van de schachtVoorbeeld voor C93

Alle horizontale lucht-/rookgasgeleidingen naar het toestel monteren met een verval van ca. 3° (5 cm/m). Het condensaat dat ontstaat moet naar het toestel terugstromen.

Page 41: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

413062550_201305

Planningsaanwijzingen verbrandings-lucht- / rookgasgeleiding

Schema MGK met dakdoorvoer verticaal gesloten systeem

Dakdoorvoering verticaal Ø 160/225Mat.nr. 2651346 +Mat.nr. 2651347 +Mat.nr. 2651350

Kraag voor plat dak Ø 225Mat.nr. 2651458

Adapter voor het bedrijf van gesloten systemenMat.nr. 2651332

Rookvan MGK

Luchttoevoer naar MGK

Page 42: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

42 3062550_201305

Planningsaanwijzingen verbrandings-lucht- / rookgasgeleiding

Schema MGK gevel C53

Schema MGK concentrisch C93

Page 43: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

433062550_201305

Planningsaanwijzingen verbrandings-lucht- / rookgasgeleiding

Bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat de in het rookgas bevatte waterdamp op de lucht-/rookgasgeleiding condenseert en tot ijs bevriest. Dit ijs kan soms van het dak naar beneden vallen en daardoor personen en/of voorwerpen beschadigen. Door maatregelen, zoals bijvoorbeeld door de montage van een sneeuwrooster (door klant te voorzien), kan vermeden worden dat ijs naar beneden valt.

Bevestiging van de lucht-/rookgasgeleiding of rookgasgeleiding buiten de schachten door afstandsbeugels met een minimum afstand van 50 cm tot de aansluiting van de ketel of na en/of voor omleidingen, zodat een beveiliging tegen uit elkaar trekkende buisverbindingen verzekerd wordt. Wanneer dit niet nageleefd wordt, bestaat er een gevaar op naar buiten stromend gas en loopt men risico vergiftigd te raken door het naar buiten stromend gas. Bovendien kunnen beschadigingen aan de ketel het gevolg zijn.

Algemene opmerkingenDe montagevoorbeelden moeten eventueel aan de voorschriften voor het bouwrecht en aan de voor-schriften voor het land in kwestie aangepast worden. Vragen omtrent de installatie, in het bijzonder omtrent de inbouw van revisiedelen en luchttoevoeropeningen, moeten met de verantwoordelijke schoorsteenveger van het district besproken worden.

Rookgasleidingen moeten in schoorsteenschachten over de volledige lengte met een spouwventilatie over het dak worden gevoerd.

Rookgascascades moeten volgens EN 13384-1 wor-den gelegd.

De eisen aan opstellingsruimtes vloeien voort uit de bouwverordeningen resp. stookverordeningen van de deelstaten. Wat de ventilatie van de ruimte betreft, moet bijkomend plaatselijke voorschriften in acht worden genomen.

De rookgasgeleiding mag zonder schacht niet door andere opstellingsruimten ge-voerd worden, aangezien het gevaar van brandoverdracht bestaat, en bovendien geen mechanische veiligheid verzekerd wordt.

De verbrandingslucht mag niet uit schoorste-nen aangezogen worden waarin van tevoren rookgassen uit stookolieketels of uit ketels met vaste brandstoffen afgevoerd werden!

Opgelet

Originele Wolf-onderdelen zijn jarenlang geoptimali-seerd en op de Wolf-hoogrendementsketel afgestemd. Bij alleen CE - toegelaten vreemdsystemen, is de installateur zelf voor het correcte aanleggen en het probleemloze functioneren verantwoordelijk. Voor storingen of materiaal- en personenschaden die door foutieve leidinglengtes, te grote drukverliezen, voortij-dig sleet met rookgas- en condensaatuitlaat of slechte functie b.v. door losgekomen componenten veroorzaakt worden, kan met alleen CE-toegelaten vreemdsyste-men geen aansprakelijkheid aanvaard worden.

Wanneer de verbrandingslucht uit de schacht genomen wordt moet deze vrij van verontreinigingen zijn.

Aansluiting op een niet met de gasketel gekeur-de verbrandingsluchttoevoer- en rookgasgelei-ding type C63.

De rookgasleidingen moeten op hun vrije doorsnede gecontroleerd kunnen worden. In de opstellingsruimte moet minstens een dienovereenkomstige revisie- en/of testopening in afstemming met de bevoegde schoor-steenveger van het district geplaatst worden.De verbindingen voor het rookgas worden door mid-del van een mof en een dichting gemaakt. De moffen moeten altijd tegen de stromingsrichting van het con-densaat in geplaatst worden.

De lucht-/rookgasgeleiding moet met een helling van min. 3° op de hoogrendements-ketel worden gemonteerd. Om het toestel in zijn positie te bevestigen, moeten er af-standbeugels worden gemonteerd.Een geringere neiging van de lucht-/rook-gasgeleiding kan in het ongunstigste geval tot corrosie of bedrijfsstoringen leiden.

Aansluiting op lucht- en rookgasgeleiding

Rookgasleidingen na het korter maken in principe altijd afschuinen c.q. aanschuinen, zodat een dichte montage van de leidingsver-bindingen gegarandeerd is. Op de correcte plaatsing van de dichtingen letten. Veront-reinigingen vóór de montage verwijderen- in geen geval beschadigde delen inbouwen.

Opgelet

Om te voorkomen dat er rookgas ontsnapt, is een overdrukcascade enkel met een gecontroleerde luchttoevoerklep (art.nr. 2482896) toegelaten.

Bij MGK-130 is deze reeds geïntegreerd!

Bij de bouw van rookgasinstallaties volgens EN 13384-1 moet de maximale tegendruk tot 130 Pa in combinatie met de verzamel-leiding worden nageleefd resp. deze mag niet worden overschreden.

Opgelet

De deur van de hr-ketel moet t i j -dens de bouwfase gesloten z i jn . Na de bouwfase moet de filter worden weg-genomen.

Opgelet

Opgelet

Voor de bouwfase raden wij de luchttoevoerfilter compleet MGK-130 tot 300 (mat.nr. 9751390) aan als bescherming tegen vervuiling. De luchttoevoerfilter wordt op de luchtaanzuigbeugel gestoken.

Page 44: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

44 3062550_201305

Schakelschema MGK-130

A1

Reg

elin

gspl

atin

e A

2 LE

D-p

latin

eB

1 A

anvo

ervo

eler

B2

Ret

ourv

oele

rB

3 Io

nisa

tie-e

lekt

rode

B4.

1 B

oile

rvoe

ler

E1

Ont

stek

ings

eenh

eid

F1 N

etze

kerin

g

M2

Vent

ilato

rS

1 TW

- aa

nvoe

rS

2 TW

- ro

okga

sS

3 W

ater

druk

scha

kela

arS

4 R

ookg

asdr

uksc

hake

laar

S5

Con

trole

-inric

htin

g vo

or d

e ga

sdru

k

X9

Par

amet

erst

ekke

rX

10 R

anda

arde

klem

Y0

Gas

com

bive

ntie

l

Aan

slui

tkas

t:N

et

230V

AC

50H

zZ

Verw

arm

ings

cirk

elpo

mp

A1

confi

gure

erba

re u

itgan

gE

1 co

nfigu

reer

bare

inga

ngeB

us

Bus

aans

luiti

ng v

oor e

xter

ne

rege

lings

toeb

ehor

enA

F B

uite

ntem

pera

tuur

sens

or

Page 45: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

453062550_201305

Schakelschema MGK-170 - 300

5 4 3

3

2

2

1

1

M2

(Ven

tila

tor)

gn

/ge

br

br

bl

ws gn

21

12

E1

(Zü

nd

ein

heit

)B

3(I

on

isa

tio

n)

bl

br

gn

/ge

sw

Bren

ner

Netz

Ko

nd

en

sat-

pu

mp

e

Ge

us

e

bla

u

Brü

ck

e

Stö

rm

eld

un

g

Ko

nd

en

sa

tpu

mp

e

21

12

Y0

(Ga

sk

om

biv

en

til)

Y2

Y1

X10

(Sch

utz

-

leit

er-

kle

mm

e)

345 2 1

32

1

LN

LN

LL

NL

NL

NL

N+

-~

+-

+-

~~

~~

~+-

++-

~~

~+

+-

Netz

AusgangA1

Zubehör

V1

V2

HK-Pumpe

Zündung

Ventilator

Ionisation

eBUS

eB

US

eB

US

-Ste

cke

r

gngertGND

GND

R6

80

12V

+

+

-

-

eBus

EingangE1

Außenfühler

Rücklauffühler

TW-Abgas

TW-Vorlauf

Vorlauffühler

PWMDrehzahl

GND

3WU-WW3WU-HZ

Masse

Speicherfühler/HallsensorGND

12VDC

B2

(Rü

ckla

uf-

füh

ler)

S2

(TW

-Ab

gas)

S4

(Ab

gas-

dru

ck-

wäch

ter)

>

X1

X2

X3

X6

X4

X7

X5

X9

(Pa

ra

me

ters

tec

ke

r)

X8

br

gn

gra

u

sc

hw

arz

ws

B4

.1S

pe

ich

erfü

hle

r

br

wsgn

brgnws

gewsbrgnbrgngews

ge/gn

sw

bl

br

bl

br

bl

bl

br

sw

br

bl

sw

ws

sw

bn

rs

br

ws

gr

gn

ge

ws

ge

gn br

A2

A1

br

bl

ws

sw

gn

/ge

ge

AF

E1

eB

US

+-

12

ab

Ne

tzZ

A1

N

N

NL

1L

1L

1

oo

oo

oo

MT

3,15

A

F1

12

12

12

br

bl

gn/ge

sw

ws

rt

L1

N

gn

ws

gr

rs

br

ge

L1

NL1

NL1

NL1

N

rt

rt

B1

(Vo

rla

uf-

füh

ler)

S1

(TW

-

Vo

rla

uf)

>

ws

ge

gn br

S3

(Wasser-

dru

ck-

sch

alt

er)

P<

P>

2

2

11

1

2

3

3

3

S5

(Ga

sd

ru

ck

ch

ter)

P>

1 2

3

5 A

Aan

slui

tkas

t:N

et

230V

AC

50H

zZ

Verw

arm

ings

cirk

elpo

mp

A1

confi

gure

erba

re u

itgan

gE

1 co

nfigu

reer

bare

inga

ngeB

us

Bus

aans

luiti

ng v

oor e

xter

ne

rege

lings

toeb

ehor

enA

F B

uite

ntem

pera

tuur

sens

or

A1

Reg

elin

gspl

atin

e A

2 LE

D-p

latin

eB

1 A

anvo

ervo

eler

B2

Ret

ourv

oele

rB

3 Io

nisa

tie-e

lekt

rode

B4.

1 B

oile

rvoe

ler

E1

Ont

stek

ings

eenh

eid

F1 N

etze

kerin

g

M2

Vent

ilato

rS

1 TW

- aa

nvoe

rS

2 TW

- ro

okga

sS

3 W

ater

druk

scha

kela

arS

4 R

ookg

asdr

uksc

hake

laar

S5

Con

trole

-inric

htin

g vo

or

de g

asdr

uk

X9

Par

amet

erst

ekke

rX

10 R

anda

arde

klem

Y0

Gas

com

bive

ntie

l

Page 46: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

46 3062550_201305

Storing - Oorzaak - Oplossing

Fou-ten-code

Storing Oorzaak Oplossing

1 TBV overtemperatuur, waterdruk te laagStoring condensaat-pomp

De aanvoertemperatuur heeft de grens voor de TBV-uitschakeltemperatuur overschreden of sto-ring condenshefpomp (toebehoren) of waterdruk-schakelaar schakelt uit bij een druk < 1,0 bar

De druk van de installatie controleren. De ver-warmingscirkelpomp controleren. De installatie ontluchten. De ontstoringstoets indrukken. Conden-saatpomp controleren. Installatiedruk verhogen.

4 Er wordt geen vlam gevormd

Bij de start van de brander wordt geen vlam gevormd

De gastoevoerleiding controleren. Indien nodig de gaskraan openen. De gloeiplug en de ontstekingskabel controleren. De ontstoringstoets indrukken.

5 Uitval van de vlam tijdens werking

Uitval van de vlam binnen 15 sec. na de herken-ning van de vlam

De CO2-waarden controleren. De ionisatie-elek-trode en de kabel controleren. De ontstoringstoets indrukken.

6 Temperatuurbewaker overtemperatuur

De aanvoer-/retourtemperatuur heeft de grens voor de temperatuurbewaker-uitschakeltempera-tuur overschreden.

De druk van de installatie controleren. De instal-latie ontluchten.Pomp hoger plaatsen

7 TBA-overtemperatuur overdruk in het rook-gassysteem

De rookgastemperatuur heeft de grens voor de TBA-uitschakeltemperatuur overschreden, rook-gassysteem is verstopt, luchttoevoer is verstopt

Reiniging van de warmtewisselaar Rookgassysteem controleren. Luchttoevoer controleren.Rookgasdrukschakelaar controleren

11 Vlamsimulatie Vooraleer de brander start wordt reeds een vlam herkend.

De ontstoringstoets indrukken.

12 Aanvoervoeler defect Gasdruk te laag

De voeler voor de aanvoertemperatuur of de kabel is defectGasdruk < dan de ingestelde waarde op de controle-inrichting van de gasdruk (wordt pas na 15 min. weergegeven)

Kabel controleren. Aanvoervoeler controleren. Gasdruk controleren. Instelling op de controle-inrichting voor de gasdruk controleren.

14 Boilervoeler defect De temperatuurvoeler voor het warme water of de toevoerleiding is defect.

De voeler controleren, de kabel controleren.

15 Buitentemperatuursen-sor defect

De voeler voor de buitentemperatuur of de kabel is defect.

Kabel controleren. De buitentemperatuursensor controleren.

16 Retourvoeler defect De voeler voor de retourtemperatuur of de kabel is defect.

Kabel controleren. Retourvoeler controleren.

20 Fout gasventiel „1“ Na de activering van de brander wordt nog ge-durende 15 sec. een vlam gemeld, alhoewel het gasventiel 1 een uitschakelbevel ontvangen heeft.

Het gascombiventiel vervangen.

21 Fout gasventiel „2“ Na de activering van de brander wordt nog ge-durende 15 sec. een vlam gemeld, alhoewel het gasventiel 2 een uitschakelbevel ontvangen heeft.

Het gascombiventiel vervangen.

24 Fout gasventilator De ventilator bereikt niet het voorspoeltoerental Toevoerleiding naar de gasventilator en gasventila-tor controleren; ontstoringstoets indrukken.

25 Fout gasventilator De gasventilator bereikt niet het ontstekingstoe-rental

Toevoerleiding naar de gasventilator en gasventila-tor controleren; ontstoringstoets indrukken.

26 Fout gasventilator De gasventilator bereikt geen stilstand Toevoerleiding naar de gasventilator en gasventila-tor controleren; ontstoringstoets indrukken.

30 CRC-fout hoogrende-mentsketel

De EEPROM-record „hoogrendementsketel“ is ongeldig.

Net uit- en aanschakelen, wanneer geen succes de regelingsplatine vervangen.

31 CRC-fout brander De EEPROM-record „brander“ is ongeldig. Net uit- en aanschakelen, wanneer geen succes de regelingsplatine vervangen.

32 Fout in 24 VAC-ver-zorging

De 24 VAC-verzorging buiten het toegelaten bereik (bijvoorbeeld kortsluiting)

Gasventilator controleren.

33 CRC-fout default waarden

De EEprom-record „Masterreset“ is ongeldig De regelingsplatine vervangen.

34 CRC-fout BCC Fout van de parameterstekker Parameterstekker vervangen

Via het eBus-compatibele Wolf-regelingstoebehoor wordt in geval van een storing een foutcode aangegeven die met behulp van de volgende tabel Oorzaak en Oplossing toegewezen kan worden. Deze tabel moet de verwar-mingsvakman het zoeken naar de fout in geval van een storing vergemakkelijken.

Page 47: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

473062550_201305

Storing - Oorzaak - Oplossing

Fou-ten-code

Storing Oorzaak Oplossing

35 BCC ontbreekt Parameterstekker werd verwijderd Correcte parameterstekker opsteken36 CRC-fout BCC Fout van de parameterstekker Parameterstekker vervangen37 Verkeerde BCC De parameterstekker is niet compatibel met de

regelingsplatineCorrecte parameterstekker opsteken

38 BCC nr. ongeldig Fout van de parameterstekker Parameterstekker vervangen39 BCC systeemfout Fout van de parameterstekker Parameterstekker vervangen41 Flow-bewaking Retourtemperatuur > aanvoer + 25 K Installatie ontluchten; installatiedruk controleren;

De verwarmingscircuitpomp controleren.43 Branderstarts > 20

per uurDoorstroming warmwater-warmtewisselaar te gering, of bij cascade meetpunt van de verza-melaartemperatuur ongeschikt, of vermogensop-name van de boilerlading te gering.

Flow (volumestroom) controleren;verzamelaarvoeler moet de gezamelijke aanvoer-temperatuur van de cascade registreren

50 Activeren van de parameterstekker

Parameterstekker moet nog worden geactiveerd

Ontstoringstoets 2 x indrukken

52 Activeren van de parameterstekker

Parameterstekker moet nog worden geactiveerd

Ontstoringstoets 2 x indrukken

60 Trilling van de ionisatiestroom

De sifon is verstopt of het rookgassysteem is verstopt, zware storm

De sifon reinigen, het rookgassysteem contro-leren, de luchttoevoer controleren, de controle-elektrode controleren.

61 Daling van de ionisatiestroom

Slechte kwaliteit gas, controle-elektrode defect, zware storm

De bewakingselektrode en de kabel controleren

LED constant rood Kortsluiting van de ionisatieleiding of ionisatie-electrode op aarde (behuizing)

Ionisatiekabel en positie van de elektrode t.o.v. de brander controleren; ontstoringstoets indrukken

Page 48: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

48 3062550_201305

Weerstandstabel

NTCvoelerweerstanden

ketelvoeler, boilervoeler, zonneboilervoeler, buitentemperatuur-sensor, re-tourvoeler, aanvoervoeler, collectorvoeler

Temp. °C Widerst. Ω Temp. °C Widerst. Ω Temp. °C Widerst. Ω Temp. °C Widerst. Ω-21 51393 14 8233 49 1870 84 552

-20 48487 15 7857 50 1800 85 535

-19 45762 16 7501 51 1733 86 519

-18 43207 17 7162 52 1669 87 503

-17 40810 18 6841 53 1608 88 487

-16 38560 19 6536 54 1549 89 472

-15 36447 20 6247 55 1493 90 458

-14 34463 21 5972 56 1438 91 444

-13 32599 22 5710 57 1387 92 431

-12 30846 23 5461 58 1337 93 418

-11 29198 24 5225 59 1289 94 406

-10 27648 25 5000 60 1244 95 393

-9 26189 26 4786 61 1200 96 382

-8 24816 27 4582 62 1158 97 371

-7 23523 28 4388 63 1117 98 360

-6 22305 29 4204 64 1078 99 349

-5 21157 30 4028 65 1041 100 339

-4 20075 31 3860 66 1005 101 330

-3 19054 32 3701 67 971 102 320

-2 18091 33 3549 68 938 103 311

-1 17183 34 3403 69 906 104 302

0 16325 35 3265 70 876 105 294

1 15515 36 3133 71 846 106 285

2 14750 37 3007 72 818 107 277

3 14027 38 2887 73 791 108 270

4 13344 39 2772 74 765 109 262

5 12697 40 2662 75 740 110 255

6 12086 41 2558 76 716 111 248

7 11508 42 2458 77 693 112 241

8 10961 43 2362 78 670 113 235

9 10442 44 2271 79 670 114 228

10 9952 45 2183 80 628 115 222

11 9487 46 2100 81 608 116 216

12 9046 47 2020 82 589 117 211

13 8629 48 1944 83 570 118 205

Page 49: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

493062550_201305

Notities

Page 50: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

50 3062550_201305

Notities

Page 51: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

513062550_201305

Notities

Page 52: Montage- en bedieningshandleiding...EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-sche toestellen - Veiligheid ... STB in dompelhuls Gasaansluiting Gloeiplug Ionisatie-elektrode

Gerdewan JacobsDirectie techniek

Mainburg, 23.11.2012

CONFORMITEITSVERKLARING(volgens ISO/IEC 17050-1)

Nummer: 3062550

Ondertekenaar: Wolf GmbH

Adres: Industriestraße 1, D-84048 Mainburg

Product: Hoogrendementsketel MGK

Het hierboven beschreven product is conform de eisen van de volgende documenten:

§ 6, 1.BImSchV, 26.01.2010NEN EN 437, 09/2009NEN EN 483, 06/2000NEN EN 677, 08/1998NEN EN 60335-1, 02/2007NEN EN 60335-2-102 / 2010NEN EN 55014-1, 06/2007

Conform de bepalingen van de volgende richtlijnen

90/396/EEG (richtlijn gastoestellen)92/42/EEG (Richtlijn rendementseisen cv-ketels)2004/108/EG (EMV-richtlijn)2006/95/EG (laagspanningsrichtlijn)

wordt het product als volgt gemarkeerd:

i.o. Klaus GrabmaierProducttoelating

0085