Monografie museum Flehite

49
Het pand Flehite een museum opzich Paul Versteeg Coen van Vreden 01

description

Monografie museum Flehite, geschreven voor het vak restauratie in de opleiding Bouwkunde aan de Hogeschool Utrecht.

Transcript of Monografie museum Flehite

Page 1: Monografie museum Flehite

Het pand Flehiteeen museum opzich

Paul VersteegCoen van Vreden

01

Page 2: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

02

Page 3: Monografie museum Flehite

januari 2013

03

Het pand Flehiteeen museum opzich

onderwerp:Restauratie museum Flehite te Amersfoort

auteurs:Paul Versteeg 1570351Coen van Vreden 1565675

datum:22-01-2013

docent:Dhr. Kees Geevers

Page 4: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

04

Voorwoord

Deze monografie over museum Flehite is geschreven door Coen van Vreden en Paul Versteeg. Als restauratieopdracht voor de Hogeschool Utrecht is een onderzoek gedaan naar het gebouw en de recente verbouwing. In dit boekwerk wordt een compleet beeld gegeven van de eeuwenoude geschiedenis van een museum, bestaande uit een aantal samengevoegde muurhuizen.

Page 5: Monografie museum Flehite

januari 2013

05De zolder met zicht op de historische kapconstructiebron: foto Jonkman Klinkhamer architecten

Page 6: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

06

Inhoudsopgave

Introductie van het gebouw 08

Muurhuizen 0 16 3 panden 18 Bouwgeschiedenis 22 Het museum 26

Geschiedenis 14

Het onterwerp toegelicht 0 32 De architect aan het woord 36

De verbouwing 30

Bibliografie 46

Bronnen 48

Page 7: Monografie museum Flehite

januari 2013

07Entree met informatiebalie bron: foto Paul & Coen

Page 8: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

08

Introductie van het gebouw

Een museum dat is ondergebracht in drie verschillende muurhuizen. Hoe vormen deze panden één geheel? Hoe is de recente renovatie tot stand gekomen? Welke functies zijn er ondergebracht in het gebouw? Een introductie van het hedendaagse museum Flehite.

Page 9: Monografie museum Flehite

januari 2013

09Het interieur bron: foto Paul & Coen

Page 10: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

10

Introductie

Vandaag de dag is museum Flehite een belangrijk cultureel centrum in de binnenstad van Amersfoort. Gehuisvest in drie eeuwenoude panden heeft het een interessante verschijning. De panden zijn bijna vijf eeuwen oud, meermaals gerestaureerd en nog in goede staat. Niet alleen de panden hebben een rijke historie, ook het museum zelf is al ruim een eeuw oud.

Na een eerste blik op het interieur lijkt dit niet bepaald aan te sluiten op het geschiedenisrijke exterieur. Een betere kijk laat echter zien dat er met oog voor detail gekeken is naar de verhouding tussen oud en nieuw. Deze verhouding is recent tot stand gekomen, in 2009 is namelijk een grootscheepse verbouwing afgerond. Nadat in 2007 asbest is aangetroffen in het museum, werd besloten

een ingrijpende verbouwing te laten plaatsvinden. De gemeente Amersfoort heeft een groot deel van de verbouwing bekostigd. Daarnaast verleenden verschillende fondsen financiële steun voor de nieuwe inrichting van het museum. Dankzij deze gulle meewerking is het museum de klap snel te boven gekomen. Het verdriet en ongeloof over de asbestramp heeft plaats weten te maken voor trots en een prachtig nieuw museum.

Wanneer men nu door het museum loopt, is het lastig voor te stellen dat enkele jaren geleden alleen de buitenmuren en balklagen nog op hun plaats zaten. Het strippen van de panden was nodig om al het asbest te kunnen verwijderen. Dit gaf tegelijk ook de mogelijkheid om een nieuwe indeling en routing door het museum te verwezenlijken. De verplaatsing van de trappenhuizen was de belangrijkste verandering van

Page 11: Monografie museum Flehite

januari 2013

11De drie panden vanaf de Breestraatbron: foto Paul & Coen

Page 12: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

12

de indeling. Deze ingreep heeft als gevolg dat de looproute logischer is en dat de drie verschillende panden ook echt als één museum ervaren worden. De verschillende zalen bieden onderdak aan een groot deel van de Amersfoortse geschiedenis. Zo worden onder andere de industrie, de opbouw van de stad en oorlog en vrede behandeld. Daarnaast zijn een aantal zalen ingericht als wisselzaal, waar wisselende exposities in ondergebracht kunnen worden. Door middel van deze monografie kunt u de geschiedenis en het ontstaan van de museumpanden ontdekken. Verder is ook het ontstaan van het museum beschreven. Tot slot wordt de meest recente verbouwing verder toegelicht, inclusief de ontwerpkeuzes van de architect Jonkman Klinkhamer.

Page 13: Monografie museum Flehite

13januari 2013

13Een vide van de zolder tot de receptie bron: foto Coen & Paul

Page 14: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

14

Geschiedenis

De rijke geschiedenis van zowel de panden als het museum komen hier aan bod. Hoe verhoudt de stadsmuur zicht tot de muurhuizen? Wat voor aanpassingen zijn er in de loop van de eeuwen aan de panden gedaan? Hoe is het museum ontstaan? Antwoorden op deze vragen zijn hier te vinden.

Page 15: Monografie museum Flehite

januari 2013

15Opgraving van een oven in de kelder rond 1975 bron: tijdschrift historisch Amersfoort - jrg. 11

Page 16: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

16

Op de kaart hiernaast zijn de contouren van de eerste stadsmuur nog zichtbaar. De gracht die eerst rond de muur liep om de vijand buiten te houden, ligt nu aan deachtertuinen van de Muurhuizen.

Het oorspronkelijk perceel van de muurhuizen is erg ondiep. Er liep namelijk nog een gracht direct achter het huis. Deze is later gedempt om achtertuinen te kunnen realiseren. Omdat het perceel niet erg diep was, zijn de huizen breed langs de straat en niet diep gebouwd. Hierdoor loopt de nok van het dak evenwijdig aan de straat, in tegenstelling tot de meeste overige stadshuizen.

Muurhuizen

Op 12 juni 1259 kreeg Amersfoort stadsrechten en daarmee een eigen bestuur. Om de stad beter te beschermen werd rond 1300 de muur van aarde vervangen door een stadsmuur. Maar Amersfoort bleef groeien door de hoge welvaart van de stad. Om de inwoners die zich buiten de stadsmuren gingen settelen te kunnen beschermen bouwde Amersfoort een tweede stadsmuur die rond 1450 was voltooid.

Toen de tweede stadsmuur was voltooid, werd de eerste muur overbodig en afgebroken. Op het fundament van de eerste muur zijn huizen gebouwd die we nu kennen als Muurhuizen. Incidenteel bouwde men het huis daadwerkelijk op het fundament van de stadsmuur. Verder werden de stenen van de muur als bouwmateriaal in de fundering verwerkt.

Page 17: Monografie museum Flehite

januari 2013

17Amersfoort rond 1600bron: www.nikhef.nl

Page 18: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

18

78 in handen van de familie Van Schayck. Dit verklaart ook de verschillende deuren die de twee panden met elkaar verbinden. In 1726 wordt het pand verkocht aan een Italiaanse tabakhandelaar. In de jaren die volgen zal het pand vaak van eigenaar verwisselen en vaak dienen als pakhuis voor tabak. In 1974 wordt het pand gekocht door museum Flehite, dat het in verval geraakte pand zal restaureren. Breestraat 76 werd als laatste van de drie panden aangekocht.

Breestraat 78 (op de rechter foto het middelste pand) is rond de zelfde tijd als nummer 78 gebouwd. De eerste bronvermelding van het pand dateert uit 1555. Het is sindsdien vaak van eigenaar verwisseld maar heeft niet veel leeg gestaan. In 1889 besluit Flehite het pand te kopen voor 1200 gulden van de gemeente, die het sinds 1804 in het bezit had. Het is het eerste pand dat Flehite zal

Drie panden

Het museum bestaat uit 3 verschillende panden. Van buiten zie je de duidelijke verschillen van de panden, maar binnen gaat het interieur in elkaar over alsof het nooit anders is geweest. Maar wat is de geschiedenis van de panden?

Zoals eerder uitgelegd, zijn de panden gebouwd op de fundamenten van de eerste stadsmuur. Nadat de stadsmuur zijn functie als stadsbescherming verloor, duurde het nog bijna 100 jaar voordat het eerste van de drie panden werd gebouwd. Breestraat 76 (op de foto rechts het linker pand) heeft een eikenhouten sporenkap die volgens recent onderzoek uit circa 1540 dateert. Er kan d kunnen daarom wel stellen dat het pand in deze tijd is gebouwd. Het pand wordt in bronnen voor het eerst vermeld in 1555. Het was samen met het buurpand nummer

Page 19: Monografie museum Flehite

januari 2013

19De drie panden vanaf de Breestraatbron: foto Paul & Coen

76

78

80-82

Page 20: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

20

In 1848 wordt er een broodbakkerij aan het pand gebouwd op de grond die vrijgekomen was na het dempen van de gracht. In 1906 wordt het pand gekocht door Flehite-bestuurslid A. Tromp van Holst. Hij verhuurt het aan Flehite tot zijn overlijden in 1920. Na zijn overlijden moest het museum Flehite zijn collectie er weer uit verwijderen. Pas in 1952 weet museum Flehite het pand aan te kopen.

aankopen. Breestraat 78 wordt wat verbouwd en in 1890 als museum in gebruik genomen. In 1897 bleek het echter in zo’n slechte staat te verkeren dat een restauratie noodzakelijk was. Deze is uitgevoerd door architect H.Kroes in 1899.

Breestraat 80-82 (De foto op de vorige pagina het rechter pand) wordt in bronnen voor het eerst vernoemd in 1572. Of het pand rond deze tijd gebouwd is, of net als de omliggende panden rond 1550 is niet duidelijk. Rond 1640 werd de singelgracht gedempt, waardoor de hoge brug die langs Breestraat 80-82 liep verwijderd kon worden. Hierdoor kwam er een strook grond naast het pand vrij. Het pand verkeert echter in een zeer slechte staat, wat met de demping van de singelgracht te maken kan hebben. Daarom wordt het in 1692 volledig afgebroken en herbouwd.

Page 21: Monografie museum Flehite

januari 2013

21Achtergevelbron: foto Paul & Coen

Page 22: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

22

Bouwgeschiedenis

Zoals eerder beschreven zijn de drie panden door de jaren heen een aantal keer verbouwd of gewijzigd.

Breestraat 76 werd na aankoop door Flehite in 1974 en 1975 gerestaureerd. Hierbij heeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd. Door ontpleistering van de gevels kwamen laatmiddeleeuwse bouwfragementen aan het licht die een basis vormden voor het restauratieplan. Geconcludeerd werd dat de eikenhouten sporenkap dateert uit circa 1540. Daarnaast zijn de zolderbalkenlaag nog oorspronkelijk, in tegenstelling tot de balkenlagen op de andere verdiepingen. De oorspronkelijk balken maken gebruik van moer- en kinderbinten. De dichtgemetselde laatmiddeleeuwse ingangen en

de gemetselde kruisvensters zijn weer teruggebracht en gerestaureerd. De achtergevel (te zien op de foto) heeft vele veranderingen ondergaan. Zoals te zien is, zijn bij de restauratie niet alle ramen teruggebracht. Wellicht zijn de contouren van de ramen die nog te zien zijn in het metselwerk niet de oorspronkelijke ramen maar bij latere verbouwingen geplaatste ramen, welke bij de restauratie verwijdert zijn.

Breestraat 78 heeft een verglijkbaar laatmiddeleeuws uiterlijk. Door de slechte staat van het gebouw in de 19e eeuw is er behalve de bouwmuren niet veel over uit zijn bouwperiode. Bij de eerder genoemde restauratie in 1899 door architect H.Kroes veranderde het gebouw aanzienlijk. De gevels kregen een neorenaissancestijl. Kroes benadrukte hierbij het rijke verleden wat hij bij de

Page 23: Monografie museum Flehite

januari 2013

23De littekens van de aanpassingen van de gevel Breestraat 76bron: foto Paul & Coen

Page 24: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

24

museumcollectie vond passen.Tevens zijn er bij deze restauratie twee vleugels haaks op het gebouw toegevoegd met een neorenaissance uiterlijk. Deze vleugels zijn toegevoegd op basis van oud beeldmateriaal. Hierbij waren al twee vleugels (in een andere stijl) te zien. De contouren van deze bebouwing is hierbij gebruikt. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, behoren deze vleugels dus niet tot de oorspronkelijke bebouwing. Daarnaast is er nog een brug toegevoegd om een duidelijke entree te creëren.Er kan wel worden geconcludeerd dat het oorspronkelijke karakter van dit pand bij deze restauratie verloren ging.

Breestraat 80-82 is zoals eerder vermeld, in 1692 grondig verandert. Het is niet duidelijk of het huis verbouwd is, of dat het gesloopt en opnieuw opgebouwd

is. Wel is het duidelijk dat een laatmiddeleeuwse kapconstructie is toegepast die uit circa 1540 komt. De gevels hebben een uiterlijk dat doet denken aan het classicisme. De ramen hebben een symmetrische opbouw, en de ingang is gecentreerd, wat refereert naar het classicisme. Bij archeologisch onderzoek zijn restanten van een zwaar gemetselde gevel gevonden. Het is dan ook waarschijnlijk dat het hier gaat om restanten van de 14e eeuwse stadsmuur. Zoals eerder vermeld werd de aanbouw in 1848 gebouwd. Deze werd vervolgens in 1923 nog verbouwd. Bij de restauratie van Breestraat 80-82 tussen 1982 en 1984 is deze afgebroken en volledig anders opgebouwd.

Page 25: Monografie museum Flehite

januari 2013

25Achtergevel Breestraat 80-82 met aanbouw.bron: foto Paul & Coen

Page 26: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

26

Het Museum

Het museum Flehite kent haar oorsprong in de Commissie voor het verzamelen van Oudheden uit Amersfoort en omstreken. Deze commissie werd gevormd door een aantal profesionele archeologen, gemeenteraadsleden en andere vooraanstaande Amersfoorters. Als initiatiefnemer voor het oprichten van de commissie, en later ook het museum, wordt W.F.N. van Rootselaar genoemd. Van Rootselaar werd in 1834 in Amersfoort geboren. Hij volgde een priesteropleiding en ging vervolgens als kapelaan aan het werk in verschillende gemeentes. Pas vanaf 1876 komt zijn interesse voor geschiedenis van pas, wanneer hij aangesteld wordt als gemeentearchivaris. Zijn opdracht was om het stadsarchief van voor 1813 inzichtelijk te maken. Toen in 1878 de heer Rootselaar samen met enkele andere belangstellenden in

archeologie en historie op onderzoek gingen op de Leusderhei, is de basis gelegd voor de Oudheidkundige Vereeniging Fléhité (OVF). Uit eigen beweging zijn destijds graafwerkzaamheden vericht op de hei, voornamelijk gericht op het vinden van grafheuvels. De aangetroffen vondsten waren de eerste historische eigendommen van de OVF, bestaande uit urnen en potten. Het doel van de OVF was vanaf het begin al het opzetten van een museum, waar oudheden uit de omgeving van Amersfoort ondergebracht konden worden. Verschillende instanties, waaronder de gemeente, gaven archiefstukken in bruikleen aan de OVF. Ook breidde de vereniging zelf haar eigendom uit, door middel van aankopen en schenkingen.

De verschillende eigendommen werden eerst in depots opgeslagen, totdat in 1898 een pand aan de

Page 27: Monografie museum Flehite

januari 2013

27Interieur museum flehite begin 20e eeuwbron: www.amersfoortopdekaart.nl

Page 28: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

28

Breestraat werd gekocht. Het daadwerkelijke museum is gestart. Tegenwoordig is dit het middelste van de drie panden waaruit het museum bestaat. De overige twee panden zijn aangekocht in de loop van de 20ste eeuw. Tot en met 1975 waren de verschillende panden eigendom van de OVF, terwijl het museum toen al de naam Flehite droeg. Vanaf 1975 is de verantwoordelijkheid van de panden overgedragen aan de Stichting Museum Flehite. De OVF bleef echter wel verantwoordelijk voor de tentoonstellingen en collecties, waardoor de samenwerking tussen de Stichting Museum Flehite en de OVF nauw was. Nadat de asbestvondst gedaan werd, hebben het OVF en de Stichting Museum Flehite de emotioneel beladen beslissing genomen om de gebouwen over te dragen aan de gemeente. Hierdoor kon een grondige verbouwing gerealiseerd worden, waardoor het museum

kan blijven bestaan. Daarbij is op te merken dat het OVF nog steeds 60% van de collecties in eigendom heeft, de invloed van de stichting is dus nog bijzonder groot.

Page 29: Monografie museum Flehite

januari 2013

29Strip over museum Flehitebron: Foto Paul & Coen

Page 30: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

30

De verbouwing

Een bijzonder ingrijpende verbouwing van een Amersfoorts museum. Hoe is dit tot stand gekomen? Wat zijn kenmerkende beeldaspecten? Wat waren de beweegredenen van de architect? De combinatie van oud en nieuw is hier terug te vinden.

Page 31: Monografie museum Flehite

januari 2013

31Overzicht van de drie pandenbron: Jonkman Klinkhamer architecten

Page 32: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

32

Het ontwerp toegelicht

Na de vondst van het asbest heeft het architectenbureau Jonkman Klinkhamer het pand volledig gestript en herontworpen. De nadruk lag hierbij vooral op het interieur.

De belangrijkste wijzigingen zitten in de routing. De entree van het gebouw is een pand verschoven, waardoor je naast het bruggetje ook vanaf de binnenstad het museum kunt bereiken. Daarnaast is de interne route in het gebouw gewijzigd waardoor je een duideijke route langs alle museumstukken volgt.

Opvallend is dat er een duidelijke scheiding tussen nieuw en oud is gemaakt. Zo is te zien hoe het gebouw er oorspronkelijk uitzag, en wat er is gebouwd ten behoeve van het museum. Zo is het tochtportaal bij de entree volledig van glas. De ruimte in het gebouw blijft hierdoor

duidelijk. Hetzelfde is in het grote trappenhuis toegepast. Het glas zorgt voor een brandwerende scheiding terwijl het de ruimte visueel niet scheidt.

De toegepaste materialen laten de scheiding tussen oud en nieuw zien. Er wordt veel staal toegepast, wat een antraciet uiterlijk heeft gekregen. Dit heeft een moderne uitstraling en door de antraciete kleur is het duidelijk herkenbaar in de ruimte en niet te verwarren met de bestaande materialen. De orginele balken zijn niet geverfd. Toch worden veel binnenmuren wel geschilderd, waardoor de oude materialen niet consequent te zien zijn. Voor de vloerafwerking is gekozen voor een gevlinderde betonvloer wat een moderne uitstraling geeft.

Bij het grote trappenhuis wordt de trap verbonden aan de orginele balken, wat ook onafgewerkt in het zicht

Page 33: Monografie museum Flehite

januari 2013

33Trappenhuis waar oud en nieuw samenkomenbron: foto Paul & Coen

Groot trappenhuis met glas + aansluiting trapbron: foto Paul & Coen

Tochtportaal entreebron: foto Paul & Coen

Page 34: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

34

blijft. Zelfs bij het detail is er rekening gehouden om het contrast tussen oud en nieuw te laten zien. Zoals bij elke restauratie onstaan er ook hier discussiepunten. Zo vormden de stalen zwaluwstaart vloerplaten met gestort beton een discussiepunt bij de gemeentelijke Monumentencommissie. In de vloer zit de vloerverwarming waardoor er geen verwarming in het zicht is. De comissie vond het bezwaarlijk dat het beeld van de balkenlagen en de onderzijde van de vloer wordt doorbroken door een moderne vloerplaat. Uiteindelijk gaven de gebruiksaspecten de doorslag, om de vloer wel toe te passen.

Page 35: Monografie museum Flehite

januari 2013

35Oude en nieuwe vloerbalken komen samenbron: foto Paul & Coen

Stalen zwaluwstaart vloerplaat + gevlinderd betonbron: foto Paul & Coen

Page 36: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

3636

leverde een helemaal kaal gestript gebouw op. Hierop werd ons de vraag gesteld: kunnen jullie ons helpen een plan te maken voor de restauratie? We hebben gezegd dat we dat wel wilden, maar daarbij ook aangegeven dat we eerst een analyse wilden maken. Als we er toch aan gaan werken, kunnen we het meteen verbeteren. Vervolgens zijn er twee plannen gemaakt. Één heel erg uitgewerkt plan, welke vier miljoen kostte, en een minder groot plan, welke begroot was op tweeënhalf miljoen. De politiek heeft gekozen voor het laatste plan, het terugbouwen zoals het was. Uiteindelijk hebben we in plaats van precies terugbouwen zoals het was, een nieuw plan teruggebouwd binnen de grenzen van de oorspronkelijke opdracht.”

De architect aan het woord

Om deze monografie compleet te maken, zal het slotwoord gegeven worden aan de architect om bepaalde afwegingen en keuzes te verduidelijken. Het interview is gehouden met Roel ten Bras, architect bij Jonkman Klinkhamer. Het ontwerpproces begon met een tragische ontdekking. “In de zomer van 2007 was men van plan wat nieuwe installatiekanalen aan te brengen op zolder. Hierbij kwamen ze asbest tegen. Iedereen moest op stel en sprong het gebouw uit, alles moest blijven liggen, brillen moesten af en jassen bleven hangen. Vervolgens zijn er van die mannen in pakken gekomen om het hele gebouw schoon te maken. Deze schoonmaak

Page 37: Monografie museum Flehite

37januari 2013

37Kijkje tussen de keldergewelvenbron: foto Paul & Coen

Page 38: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

3838

geplaatst, waardoor niet duidelijk was waar een pand begon of eindigde. De route binnen het gebouw was niet goed, men kon niet logisch rondlopen.”

Nu de problemen duidelijk zijn, is het tijd om oplossingen aan te dragen. “Wij hebben gezegd: Wat je moet doen, is in ieder geval een nieuwe route toepassen. Deze moet dwars door het gebouw heengaan, waardoor je alle zalen ziet en weer uitkomt waar je begonnen was. Hiervoor zijn de trappenhuizen verplaatst. In plaats van in het midden, zijn ze naar de koppen gegaan. Dit is natuurlijk slim, want hierdoor kan je rondlopen zonder op dezelfde plek te komen. De trappenhuizen hebben een glazen pui, zodat je duidelijk ziet dat de ruimte erachter doorloopt. Wat we ook

Na deze inleiding op het project komen een aantal onvolkomenheden van het oude museum ter sprake. “In Amersfoort is een zogenaamd cultureel lint, een term die bedacht is door ons kantoor. Hierin liggen veel musea van Amersfoort, welke als het ware worden verbonden door één route. Museum Flehite neemt hier een bijzondere plek in. Daarbij valt op dat de toegang een beetje onhandig is, mensen moeten omlopen om het museum binnen te gaan, afwijken van de route. Hiervan hebben we gezegd: dat moet beter. Wat we ook vonden dat beter moest, dat was de uitstraling van het gebouw. Het was niet echt dat je zegt: Hé, dat is een museum. Daar moest dus wat aan gebeuren. Ook was de indeling van het museum beperkt. Trappenhuizen waren tussen de 3 panden

Page 39: Monografie museum Flehite

39januari 2013

39Tekening begane grondbron: Jonkman Klinkhamer

Page 40: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

4040

Op de site geeft het architectenbureau Jonkman Klinkhamer aan dat de architecten altijd vanuit een probleemstelling werken. Op de vraag hoe dat in dit project gegaan is, reageert Roel ten Bras als volgt. “Wat wij altijd doen, is het maken van een analyse. We gaan altijd kijken naar wat er nou aan de hand is. Kijken naar de geschiedenis, wat is er in verloop van tijd gebeurd. Dan gaan we kijken naar hoe het gebouw zich in de stad gedraagt. Hier kwam bijvoorbeeld het verhaal van het culturele lint uit voort. Ook binnen zijn we gaan constateren en analyseren. Hieruit zijn eerdergenoemde problemen gekomen. In dit geval was het belangrijkste probleem de routing. Eigenlijk moet het zijn zoals je door een Ikea loopt, zo moet je ook door een museum lopen.”

wilden was dat de zalen leeg moesten worden. Die ruimte van die muurhuizen is namelijk heel mooi, een simpele vloer, simpele wanden en een stevige balkenstructuur. Daar moeten geen binnenwanden in, geen stopcontacten, geen verwarmingen aan de muur, want dat leidt allemaal af. Daarnaast wilden we ook dat culturele lint eigenlijk dwars door het gebouw laten lopen, in plaats van eromheen. Hiervoor moest de entree verplaats worden van de kelder naar de begane grond. Verbetering van zichtlijnen was ook belangrijk. Vroeger kwam je binnen en had je geen idee waar je was. Wat we tegenwoordig willen is dat je in de entreehal staat en dat je de zalen ziet waar je straks naar toe zal gaan.”

Page 41: Monografie museum Flehite

41januari 2013

41Doorsnedesbron: Jonkman Klinkhamer

Page 42: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

4242

herkenbaar en duidelijk zichtbaar.”

De eeuwenoude panden hebben een monumentale status. Over de betrokkenheid van Monumentenzorg zegt Ten Bras het volgende. “Monumentenzorg was heel erg betrokken hierbij. Ze willen heel goed weten hoe het pand was, wat je eraan doet en hoe het veranderd. Zo was een opening in een muur bijvoorbeeld ooit dichtgemetseld. In deze muur wilden wij een deuropening maken. Dan zeggen zij, zoek eerst de oude openingen op, zodat je geen nieuw gat hoeft te maken. Zo ben je over elk onderdeel in discussie met hen.”

Tot slot is de vraag hoe moderne installaties verwerkt worden in zo’n oud pand. “We

Bij een bezoek aan het museum viel de tegenstelling op tussen oud en nieuw. Als reden hiervoor wordt verduidelijking genoemd. “We hebben het oude gebouw, de muren, de spanten, de balken, het dakbeschot, en de rest is er allemaal uitgehaald. Wat eruit gehaald is, wilden we niet historisch laten terugkeren, we wilden nieuwe technieken en materialen gebruiken om de functie van de vloeren zo simpel mogelijk terug te laten komen. Het moet volstrekt duidelijk zijn dat het interieur nieuw is. De collectie is oud, het gebouw is oud, er zit zoveel oud in dat het juist een enorme combinatie wordt, het komt allebei beter tot zijn recht. Scherpere tegenstellingen maken twee werelden duidelijk

Page 43: Monografie museum Flehite

43januari 2013

43Zolder ruimtebron: foto Paul & Coen

Page 44: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

4444

is gekozen voor een klimaatinstallatie die we weg kunnen werken, waardoor de luchtstroom eigenlijk hetzelfde loopt als de mensenstroom.”

hebben alle elektro- en geluidsinstallaties en bekabeling verwerkt in de vloer. Aan de randen zitten kabelgoten, waar elektriciteitsaansluiting in zitten. De luchtbehandeling voor de klimaatbeheersing hebben wij eindeloos besproken. Als je een museum wilt waar ook bijvoorbeeld stukken uit het Rijksmuseum opgehangen kunnen worden, dan moet je een helemaal afgesloten klimatologische box maken. Dat betekent eigenlijk dat je in een gebouw een gebouw moet zetten. Dan herken je niks meer van het oude gebouw en het kost een vermogen natuurlijk. Daar hebben we van gezegd, dat gaat niet lukken. Het hoefde ook niet, want de ambitie was er niet om rijksstukken onder te brengen in Flehite. Uiteindelijk

Page 45: Monografie museum Flehite

45januari 2013

45Kelderbron: foto Paul & Coen

Page 46: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

46

Bibliografie

Page 47: Monografie museum Flehite

januari 2013

47

- W.J. van Hoorn, ‘Vier eeuwen Breestraat bij de Ketelaarsbrug. Een bijdrage tot de geschiedenis der panden van museum Flehite’ (1984)

- B.G.J.Elias, Flehite 1878-2003 (2005)

- Tijdschrift historisch Amersfoort, jaargang 11, nr2 (2009)

- C. van den Braber en M.G. Bakker, artikelen m.b.t. de restauratie van Breestraat 76 (1975)

- H.E.Dekhuizen, ‘Notities over gerestaureerde monumenten in de stad Amersfoort: Breestraat 76’ (1975)

- R. Bijen, Bouwen met karakter (1997)

- Bureau BAAC, Het dateringsonderzoek van de panden van museum Flehite, (2004)

Page 48: Monografie museum Flehite

Het pand Flehite - een museum op zich

48

Bronnen

Page 49: Monografie museum Flehite

januari 2013

49

- W.J. van Hoorn, ‘Vier eeuwen Breestraat bij de Ketelaarsbrug. Een bijdrage tot de geschiedenis der panden van museum Flehite’ (1984)

- B.G.J.Elias, Flehite 1878-2003 (2005)

- Tijdschrift historisch Amersfoort, jaargang 11, nr2 (2009)

- C. van den Braber en M.G. Bakker, artikelen m.b.t. de restauratie van Breestraat 76 (1975)

- H.E.Dekhuizen, ‘Notities over gerestaureerde monumenten in de stad Amersfoort: Breestraat 76’ (1975)