Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open...

17
0 TYPEBESTEK Opmaak van een beheersplan voor beschermd onroerend erfgoed versie 18.09.2017 Dit document kan gebruikt worden als leidraad voor de aanstelling van een ontwerper voor de opmaak van een beheersplan voor onroerend erfgoed. U kan in overleg met het agentschap Onroerend Erfgoed bekijken op welke wijze dit voorbeeldbestek kan aangepast worden voor de huidige opdracht. Tevens kan de opdrachtgever indien gewenst de administratieve en contractuele bepalingen verder aanvullen. Het document is voornamelijk bedoeld voor projecten met een uitgebreid participatietraject of in opdracht van een openbaar bestuur. In overleg met het agentschap Onroerend Erfgoed kan dit voorbeeldbestek vereenvoudigd worden. In geval dat de wetgeving op overheidsopdrachten van toepassing is, kan deze inhoud toegevoegd worden aan het bestek voor de aanstelling van de ontwerper. Voor het correct toepassen van de wetgeving op overheidsopdrachten wordt verwezen naar de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur: http://binnenland.vlaanderen.be/overheidsopdrachten/ overheidsopdrachten . Voor het agentschap Onroerend Erfgoed zijn volgende elementen van belang: 1. De ontwerper moet voldoen aan een aantal kwaliteitseisen (cf. II.2). Indien het beheersplan wordt opgemaakt met behulp van een onderzoekspremie geldt art. 11.5.2. van het Onroerenderfgoedbesluit bij de aanstelling van een ontwerper. 2. De inhoud van het beheersplan moet overeenkomen met de bepalingen in het Onroerenderfgoedbesluit, het Onroerenderfgoeddecreet (cf.III.3); om klanten op weg te helpen stelde het agentschap een richtlijn en

Transcript of Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open...

Page 1: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

0

TYPEBESTEKOpmaak van een beheersplan voor

beschermd onroerend erfgoedversie 18.09.2017

Dit document kan gebruikt worden als leidraad voor de aanstelling van een ontwerper voor de opmaak van een beheersplan voor onroerend erfgoed. U kan in overleg met het agentschap Onroerend Erfgoed bekijken op welke wijze dit voorbeeldbestek kan aangepast worden voor de huidige opdracht. Tevens kan de opdrachtgever indien gewenst de administratieve en contractuele bepalingen verder aanvullen. Het document is voornamelijk bedoeld voor projecten met een uitgebreid participatietraject of in opdracht van een openbaar bestuur. In overleg met het agentschap Onroerend Erfgoed kan dit voorbeeldbestek vereenvoudigd worden.In geval dat de wetgeving op overheidsopdrachten van toepassing is, kan deze inhoud toegevoegd worden aan het bestek voor de aanstelling van de ontwerper. Voor het correct toepassen van de wetgeving op overheidsopdrachten wordt verwezen naar de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur: http://binnenland.vlaanderen.be/overheidsopdrachten/overheidsopdrachten.

Voor het agentschap Onroerend Erfgoed zijn volgende elementen van belang:1. De ontwerper moet voldoen aan een aantal kwaliteitseisen (cf. II.2). Indien het

beheersplan wordt opgemaakt met behulp van een onderzoekspremie geldt art. 11.5.2. van het Onroerenderfgoedbesluit bij de aanstelling van een ontwerper.

2. De inhoud van het beheersplan moet overeenkomen met de bepalingen in het Onroerenderfgoedbesluit, het Onroerenderfgoeddecreet (cf.III.3); om klanten op weg te helpen stelde het agentschap een richtlijn en sjabloon op (zie https://www.onroerenderfgoed.be/nl/beheer/beheersplannen/).

3. De opmaak van het beheersplan gebeurt in nauw overleg tussen de opdrachtgever, de ontwerper, het agentschap Onroerend Erfgoed en de beheerscommissie (indien van toepassing).

Dit typebestek handelt over de opmaak van een beheersplan voor beschermd onroerend erfgoed. Het is echter ook mogelijk om dit te doen voor niet-beschermd erfgoed. Het bestek dient in dat geval aangepast te worden.

Page 2: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

1

I. BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT

De opdracht bestaat uit de opmaak van een beheersplan voor [geef hier de naam van het onroerend erfgoed].

In een beheersplan wordt een visie voor het toekomstige beheer van het onroerend erfgoed uitgewerkt met als doel het vrijwaren, versterken, herstellen en/of verbeteren van de erfgoedwaarden die aan de basis van de bescherming(en) liggen. Bij de opmaak wordt rekening gehouden met het archeologisch, landschappelijk én bouwkundig erfgoed. Raakpunten met andere beleidsvelden worden ook opgenomen.

II ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN

II.1. GUNNINGSWIJZE

De opdrachtgever geeft aan welke gunningswijze hij zal toepassen. Meer informatie is te vinden op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur.

De inschrijver wordt verzocht de verschillende elementen die zijn totaalprijs uitmaken te detailleren: deze detaillering omvat een stapsgewijs werkplan met vermelding van de timing d.i. het aantal mandagen per onderdeel en het ingezette personeel per onderdeel (eventueel bij naam vernoemd). Per personeelslid van het voorgesteld onderzoeksteam wordt de eenheidsprijs per dag vermeld. De prijs wordt bekomen door het aantal mandagen per personeelslid te vermenigvuldigen met de betreffende eenheidsprijs per dag, gesommeerd voor alle leden van het onderzoeksteam: dit vormt de totaalprijs van de personeelskost van de opdracht.Naast deze personeelskosten moeten de eventuele andere werkingskosten worden vermeld.De prijsdetaillering moet duidelijk en tot op detailniveau weergegeven zijn, zodat een correcte inschatting van de vereiste middelen kan worden gemaakt.

ALTERNATIEF voor bovenstaande paragraaf: “De inschrijver wordt verzocht prijs te geven voor de verschillende onderdelen van het beheersplan en aan te geven welke diensten voor welke prijs zullen geleverd worden.”

II.2. KWALITEITSEISEN ONROEREND ERFGOED (selectie- en gunningscriteria)

Selectiecriteria: technische bekwaamheid van de inschrijver - vereiste bewijsstukken

- Het aantonen van kennis binnen het domein van landschapsplanning, monumentenzorg, archeologie, historisch onderzoek, groen- en natuurbeheer, communicatie en met het maken van beheersplannen, of gelijkaardige plannen, door middel van: de curriculum vitae van de personen die met de uitvoering van de opdracht zullen belast worden. Minstens het curriculum vitae van de projectleider of projectverantwoordelijke moet toegevoegd worden

Page 3: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

2

- Het aantonen van ervaring binnen het domein van landschapsplanning, monumentenzorg, archeologie, historisch onderzoek, groen- en natuurbeheer, communicatie en met het maken van beheersplannen, of gelijkaardige plannen, door middel van: een lijst van de voornaamste gelijkaardige diensten uitgevoerd tijdens de laatste vijf jaar met vermelding van bedrag en datum en van de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke instantie waarvoor zij bestemd waren.

- Opgave van het gedeelte van de opdracht dat de dienstverlener desgevallend voornemens is in onderaanneming te geven. De ervaring voor de opmaak van dit beheersplan moet evenwel liggen bij het bureau dat de inschrijving indient en niet bij een bureau waarmee een samenwerkingsakkoord wordt afgesloten.

- Opgave van de al dan niet tot de onderneming van de dienstverlener behorende technici.

Gunningscriteria

De offerte zal aan de hand van de onderstaande criteria worden geëvalueerd. Daarenboven vermeldt de ontwerper minimum twee projecten met vermelding van de aanbestedende overheid om de opdrachtgever desgevallend in de mogelijkheid te stellen onderstaande criteria bijkomend te evalueren.

- Een conceptnota met omschrijving van de aanpak en de methodologie van de opdracht: een gedetailleerde beschrijving van de toegepaste methoden, technieken en werkwijzen, samen met een uitgewerkt stappenplan en tijdsbesteding voor elk van de deeltaken. Er wordt bijkomend een voorstel van uitvoeringstermijn opgemaakt conform III.4.2;

- De aanpak inzake duurzaamheid;

- De vermelding van welke diensten voor welk ereloon/prijs geleverd zullen worden.

De inschrijver zal alle nodige bescheiden toevoegen die mogelijk van toepassing zijn voor de beoordeling van de criteria.

Page 4: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

3

III FUNCTIONELE EN TECHNISCHE VEREISTEN

III. 1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

Zie uittreksel kadastraal plan in bijlage.

III. 2. ALGEMENE RICHTLIJNEN VOOR HET OPSTELLEN VAN HET BEHEERSPLAN.

Het te ontwerpen beheersplan zal rekening houden met volgende invullingen :

III.2.1 Het te verwachten beheersplan vertrekt van de in het besluit tot definitieve bescherming opgenomen elementen met betrekking tot het beheer van het beschermde onroerend erfgoed, waaronder:

- de erfgoedwaarden;

- de maatregelen en de richtlijnen die worden opgelegd met het oog op de instandhouding en het onderhoud van het beschermde onroerend erfgoed;

- de doelstellingen van het toekomstige beheer die de optimale verwezenlijking van de waarden, die aanleiding hebben gegeven tot de bescherming, omschrijven.

III.2.2 Het beheersplan moet alle representatieve informatie over het beschermde onroerend erfgoed bevatten die nodig is om:

- de huidige toestand van het beschermde onroerend erfgoed duidelijk te kunnen weergeven;

- de waarden die aan de grondslag liggen van de bescherming van het gebied te kunnen situeren;

- de visie op het beheer te kunnen afleiden en verantwoorden;- de beheersdoelstellingen te kunnen vaststellen, beschrijven en

verantwoorden;- het te volgen beheer eruit te kunnen afleiden;- het beheer te kunnen vastleggen en aanduiden.

Die informatie moet zo opgesteld zijn dat enerzijds de bevoegde overheid het plan kan beoordelen en goedkeuren en anderzijds de uitvoerder van het beheer weet in welke richting ze verder gedetailleerd moeten worden om ze te kunnen uitvoeren.

III.2.3 Het beheersplan geldt voor een termijn van 20 jaar. Het beheersplan kan herzien worden op gemotiveerd verzoek als de aanpassing van het beheersplan wenselijk is in het kader van een optimaler beheer van erfgoedwaarden.

Page 5: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

4

De fasen en/of delen van de uitvoering van het beheersplan moeten duidelijk in het plan worden aangegeven.

Bij de opmaak van het beheersplan wordt gebruik gemaakt van de reeds uitgevoerde studies, opmetingsplannen en onderzoeken die in opdracht van de eigenaar(s)/beheerder(s) werden uitgevoerd of ter beschikking gesteld :

….

Deze documenten liggen ter inzage of kunnen digitaal geconsulteerd worden bij : ...

De inschrijver kan in zijn offerte aangeven welke bijkomende onderzoeken hij nodig acht voor de opmaak van het beheersplan.

Bij de opmaak van het beheersplan wordt er optimaal rekening gehouden met reeds eerder geplande en/of opgestarte beheers- of onderhouds-werkzaamheden.

III.2.4. De opmaak van het beheersplan gebeurt in nauw overleg tussen de opdrachtgever, de ontwerper, het agentschap Onroerend Erfgoed en de beheerscommissie (indien van toepassing), m.n. :

de ontwerpteksten van de doelstellingen en de actiepunten worden voorgelegd;

op de overlegvergaderingen brengt de opsteller van het beheersplan regelmatig verslag uit van de stand van zaken.

De opmaak van dit beheersplan gebeurt ook in samenspraak met andere betrokken actoren (verenigingen, buurtbewoners, gebruikers, de bevolking…) eventueel via een contactpunt.

De opmaak van het beheersplan wordt gerealiseerd binnen een termijn van … werkdagen na de definitieve toewijzing, opgesplitst volgens de stappen zoals vermeld onder III.4. "Werkwijze en uitvoeringstermijn". De deeltermijnen vatten telkens aan na de tussentijdse prestatie en goedkeuring door de opdrachtgever (en beheerscommissie).

III. 3. HET BEHEERSPLAN

Volgens artikel 8.1.4 van het Onroerenderfgoedbesluit beoogt het beheersplan een betekenisvolle meerwaarde voor het onroerend erfgoed of het erfgoedlandschap of voor een deel ervan dat een opzichzelfstaand geheel vormt.

De visie op het beheer, de beheersdoelstellingen en de richtlijnen, de maatregelen en de werkzaamheden moeten in voorkomend geval in overeenstemming zijn met alle geldende wet-, decreet- en regelgeving zodat de uitvoerbaarheid van het beheersplan gegarandeerd is.

Op basis van reeds bestaande data, rapporten en eigen inventarisaties dient een beheersplan opgemaakt te worden rekening houdend met de erfgoedwaarde(n) die aan de basis van de bescherming ligt/liggen.

Page 6: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

5

De inventarisatiefase moet leiden tot de identificatie van een aantal knelpunten op het raakvlak tussen cultuurhistorische, esthetische, ecologische, educatieve en andere kwaliteiten, potenties en/of gebruik. Deze knelpunten worden op een onderbouwde wijze omgezet in te nemen maatregelen ter verbetering van de kwaliteiten van het beschermde onroerend erfgoed.

Het beheersplan dient ten minste volgende elementen te bevatten:

1° Identificatie:Dit omvat een afbakening (perimeter) van het goed waarvoor het beheersplan wordt opgemaakt. Concreet gebeurt dit door een aanduiding op een kadasterkaart1. In dit hoofdstuk wordt ook vermeld voor welke beschermde objecten/sites het beheersplan wordt gemaakt met vermelding van het type bescherming, de naam van het goed, de datum van de bescherming en het volledige adres. Geef hier de gegevens van de eigenaar en (indien van toepassing) ook van de huurder, erfpachthouder, gebruiker, …, opdrachtgever en ontwerper weer. Voor omvangrijke sites is een nominatieve opsomming van alle zakelijk rechthouders niet nodig. Als meerdere eigenaars/gebruikers betrokken zijn bij het beheersplan wordt hier beknopt vermeld hoe de participatie en communicatie zijn verlopen.2

2° Historische nota: Dit hoofdstuk legt zich toe op het achterhalen en begrijpen van de verschillende fasen in de ontwikkeling van het goed. Hier wordt beschikbare informatie over de historiek van het betreffende goed3 samengevat en met bronvermelding weergegeven. Indien ondergrondse resten rechtstreeks verband houden met de erfgoedwaarden, is het aangewezen dit ook duidelijk mee te nemen in dit hoofdstuk. Indien onvoldoende relevant materiaal voor het beheer van het goed beschikbaar is, kan archief- en literatuuronderzoek of archeologisch vooronderzoek bijkomende informatie opleveren. Ook hier dient dit beperkt te worden. Uitgebreid onderzoek dat geen verband heeft met de te nemen beheersmaatregelen (zoals eigendoms- of bewonersgeschiedenis) is niet nodig. Dit hoofdstuk kan in de meeste gevallen beperkt worden tot twee à vijf pagina’s (excl. beeldmateriaal). Indien meer informatie beschikbaar is, worden de relevante zaken eruit geselecteerd.

3° Inventarisatie huidige toestand:Hier wordt een basis aangereikt om later uitspraken te kunnen doen over noodzakelijke beheersmaatregelen. Er wordt geen gedetailleerde inventarisatie verwacht, noch een uitgebreide diagnosenota. De toestand kan in een eerste stap d.m.v. een algemene beschrijving gegeven worden. Daarna worden de verschillende erfgoedelementen toegelicht en geïllustreerd. Een inventaris van

1 Dergelijke kaart is te vinden op het geoportaal van het agentschap (http://geo.onroerenderfgoed.be/): klik bovenaan bij “lagen” op “achtergrondlaag” en duid dan een van de “GRB” lagen aan.2 Art. 8.1.4. van het Onroerenderfgoedbesluit: 10° als het beheersplan betrekking heeft op verschillende zakelijkrechthouders of gebruikers, een overzicht van hoe de participatie en communicatie over de opmaak van het beheersplan is verlopen.3 Met name: omschrijving in de inventaris Onroerend Erfgoed, beschermingsdossier, literatuur, iconografisch materiaal, bestaande bouwhistorische onderzoeken.

Page 7: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

6

bestaande recente verstoringen van het bodemarchief (citernes, stookolietanks, …) kan nuttig zijn bij een goed met archeologische erfgoedwaarde. Bij grote(re) erfgoedsites is een weergave op plan wenselijk. Een actuele fotoreportage vormt een onderdeel van dit hoofdstuk.Bestaande opmetingsplannen volstaan; nieuwe opmetingen zijn niet noodzakelijk. Indien geen opmetingsplan voorhanden is, kan gewerkt worden met een luchtfoto, kadasterplan of schematisch grondplan in combinatie met een fotoreportage. Eventuele cultuurgoederen 4 zijn op te nemen in de inventaris van de erfgoedelementen. Voor elk roerend goed dat als cultuurgoed wordt beschouwd, wordt een motivering gegeven. Hiervoor kan de fiche gebruikt worden die op de website van het agentschap5 ter beschikking staat. Enkel voor de goederen die als cultuurgoed aanvaard worden, is het nodig om de fiche aan het beheersplan toe te voegen.

4° Erfgoedwaarden:Het beschermingsbesluit en bijhorend inhoudelijk dossier vormen de bron van informatie voor dit hoofdstuk. De erfgoedelementen en -kenmerken worden gekoppeld aan de erfgoedwaarde(n) die bij de bescherming werd(en) geïdentificeerd. Indien het gaat om minder recente beschermingsbesluiten, is het van belang om de erfgoedwaarde(n) naar de huidige regelgeving te vertalen6. Dit gebeurt in samenspraak met het agentschap. Het is niet de bedoeling om bijkomende of andere waarden te expliciteren. Voor de waarden die in dit hoofdstuk aan bod komen, wordt een beheersvisie gegeven in het volgende hoofdstuk. Indien er cultuurgoederen aanwezig zijn, is het van belang om deze te koppelen aan de erfgoedwaarden vermeld in het beschermingsbesluit.

5° Beheersvisie en doelstellingen:In de visie wordt duidelijk gemaakt welke richting men voor de komende 20 jaar uit wil met het onroerend erfgoed. De beheersdoelstellingen geven weer welke toestand (incl. gebruik) men wil bereiken en op welke manier, waarbij het beheer in termen van “wat”/”waar”/”waarom” wordt begrepen. Het beschermingsbesluit en inhoudelijk dossier dienen ook hier geraadpleegd te worden. Daarbij worden doelstellingen die nodig zijn in functie van het behoud, verbetering of herstel van de erfgoedelementen en -kenmerken, van de waardering, van herbestemming of voor het in regel stellen met andere beleidsdoelstellingen of regelgevingen (bv. landbouw) op elkaar afgestemd. Toegankelijkheid en een publieksgerichte actieve werking worden expliciet vermeld in het beheersplan indien een erkenning als “open erfgoed”7 wordt gevraagd. In dat geval moet de volgende informatie in het beheersplan opgenomen zijn:

4 Art. 2. 8° van het Onroerenderfgoedbesluit. Meer informatie over “cultuurgoederen” is beschikbaar op de website https://www.onroerenderfgoed.be/nl/bescherming/beschermd-onroerend-erfgoed/cultuurgoederen-in-monumenten/ 5 https://www.onroerenderfgoed.be/nl/bescherming/beschermd-onroerend-erfgoed/cultuurgoederen-in-monumenten/6 Art. 2.1. 26° van het Onroerenderfgoeddecreet.7 Art. 8.1.4. §2, 8.4.1. en 8.4.2. van het Onroerenderfgoedbesluit. Meer informatie over “open erfgoed” is tevens beschikbaar op de website https://www.onroerenderfgoed.be/nl/beheer/open-erfgoed/

Page 8: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

7

- Voorstel van open erfgoed binnen de perimeter van het opgestelde beheersplan met aanduiding op kaart (en vermelding van de objecten die uitgesloten van de erkenning als open erfgoed). Als de afbakening van het open erfgoed verschilt van de afbakening van het beheersplan, dan dient dit gemotiveerd te worden.

- Een duidelijke omschrijving per criterium hoe er invulling wordt gegeven aan de voorwaarden rond open erfgoed, zoals omschreven in het uitvoeringsbesluit. De inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden.

- Desgevallend motivatie waarom van de openstellingsvoorwaarden van het uitvoeringsbesluit wordt afgeweken.

- Lijst van ontsluitingswerken.

Erfgoed dat door zijn aard geen economisch nut heeft (ZEN-erfgoed) en dit in de toekomst niet kan verwerven, kan als dusdanig vermeld worden in dit hoofdstuk van het beheersplan.8 Vooraleer het beheersplan formeel ter goedkeuring wordt ingediend, wordt de vraag tot erkenning als open erfgoed en/of ZEN-erfgoed onderzocht binnen het agentschap. Neem hiervoor contact op met de erfgoedconsulent.Bij grote(re) erfgoedsites kan een synthese van dit hoofdstuk toegevoegd worden die een planmatige weergave is van de vooropgestelde toekomstvisie en de hiermee samenhangende beheersdoelstellingen. Dit plan wordt concreet uitgewerkt en verantwoord in het volgende hoofdstuk. Het is belangrijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds doelstellingen en anderzijds maatregelen.

6° Maatregelen: Dit hoofdstuk bevat concrete instandhoudings-, onderhouds- en/of restauratiewerken en andere beheersmaatregelen die noodzakelijk zijn om de beoogde beheersdoelstellingen te bereiken. Ook archeologisch vooronderzoek en/of archeologische opgravingen kunnen noodzakelijk zijn om de beoogde beheersdoelstellingen te bereiken. De beheersmaatregelen formuleren het concrete beheer in termen van “wat”/”hoe”/”wanneer” zowel voor de volledige perimeter van het beheersplan als voor de afzonderlijke erfgoedelementen. De voorgestelde beheersmaatregelen worden beschreven met een mogelijke fasering (éénmalige en terugkerende maatregelen met vaste cyclus), rekening houdend met de budgettaire haalbaarheid, de uitvoeringstermijn en de noodzakelijke instandhoudingswerken. Hou er rekening mee dat voor de beheersmaatregelen van de meeste types beschermd erfgoed slechts een erfgoedpremie kan toegekend worden indien ze vermeld worden in een goedgekeurd beheersplan, incl. ontsluitingswerken.9 De maatregelen dienen echter niet tot op detailniveau beschreven te worden. Let op: een vermelding in het beheersplan geeft niet automatisch recht op een erfgoedpremie: de geldende regelgeving bepaalt of en in welke mate bepaalde maatregelen betoelaagbaar zijn!10

In dit hoofdstuk wordt ook aangegeven welke werken in aanmerking komen voor een vrijstelling van de toelatingsplicht.11 Hier is het wel van belang om deze voldoende gedetailleerd te omschrijven.

8 Art. 8.1.4. van het Onroerenderfgoedbesluit: 8° in voorkomend geval een voorstel voor ZEN-erfgoed;9 Art. 11.2.1. en 11.2.4. 4° van het Onroerenderfgoedbesluit.10 Kijk hiervoor op de website https://www.onroerenderfgoed.be/nl/premies/erfgoedpremie/ 11 Art. 8.1.4. van het Onroerenderfgoedbesluit: 9° in voorkomend geval een voorstel van handelingen aan of in beschermde goederen die vrijgesteld zijn van toelating of melding;

Page 9: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

8

Daarnaast kan het ook een voorstel voor lijst van werken aan bomen en struiken bevatten waarvoor men alsnog een toelating nodig heeft.12

De oplijsting van de maatregelen gebeurt bij voorkeur in de vorm van een tabel met maatregelen per jaar, maar kan ook d.m.v. een indeling in korte, middellange en lange termijn. Premiepercentages of betoelaagbaarheid worden niet vermeld gezien onderhevig aan de regelgeving met richtlijnen en aan mogelijke wijzigingen.

7° Opvolging en evaluatie:De klant volgt de uitvoering van het beheersplan op en bezorgt hiervan een verslag aan het agentschap13. In het beheersplan wordt een voorstel gedaan voor de manier en het tijdstip waarop de geplande beheersdoelstellingen opgevolgd en geëvalueerd zullen worden. De status van de werken (al dan niet ondersteund door een erfgoedpremie) en de staat van het goed zijn hierin bepalend: Indien dringende maatregelen: jaarlijkse rapportering; Indien werkzaamheden in uitvoering14: rapportering ten laatste 6 maanden na beëindiging van de werkzaamheden; Indien in goede staat en geen werkzaamheden gepland op korte termijn: vijfjaarlijkse rapportering15. We raden de klant aan om een verslag of voortgangsrapport op te stellen over de uitgevoerde werkzaamheden. Volgende gegevens worden hierbij vermeld: aard van de werkzaamheden (met verwijzing naar het beheersplan), plaats waar ze werden uitgevoerd, datum en het resultaat. Het verdient aanbeveling de voortgangsrapporten van foto’s te voorzien, zodat de evolutie van het onroerend erfgoed of erfgoedlandschap in beeld kan worden gebracht.

8° Extra toevoegingen: Het beheersplan moet de volgende samenvattende tabel bevatten die (indien van toepassing) aangeeft waar welke informatie terug te vinden is: in het hoofddocument ofwel als bijlage in hoofdstuk 8 indien niet in het hoofddocument vermeld.

Duid in deze kolom aan: “niet van toepassing” (en dus niet bijgevoegd) of de verwijzing naar het hoofdstuk met pagina’s of nummer van de bijlage (indien bijgevoegd)

Perimeter van gebied waarvoor beheersplan wordt opgemaakt (met schaal en N-pijl)

Lijst van geplande werkzaamhedenLijst van handelingen waarvan de uitvoering vrijgesteld zal zijn van toelatingLijst van ZEN-erfgoed met aanduiding op kaartLijst van open erfgoed met aanduiding op kaartLijst van ontsluitingswerken voor open erfgoedLijst van werken aan bomen en struiken waarvoor toelating nodig isLijst van cultuurgoederen

12 Art. 6.2.4., 6.2.5. en 6.2.6. van het Onroerenderfgoedbesluit; 13 art. 8.1.8. §1 van het Onroerenderfgoedbesluit.14 Indien het gaat om werken waarvoor een toelating of erfgoedpremie werd aangevraagd, is het agentschap reeds op de hoogte. In deze gevallen is een rapportering niet nodig.15 Een restauratieverslag of een aanvraag tot uitbetaling van de erfgoedpremie voldoen eveneens.

Page 10: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

9

Lijst van geplande werkzaamheden aan een orgel dat dateert van na de Eerste Wereldoorlog16

Bibliografie (overzicht referenties)Extra bijlage (bvb. foto’s, …)

III.4. WERKWIJZE en UITVOERINGSTERMIJN

III.4.1 Projectverloop

De kandidaat-opdrachtnemer zal in zijn offerte duidelijk en gedetailleerd weergeven op welke manier hij/zij wenst te werk te gaan bij de uitwerking van de verschillende stappen. Hierbij dient ook een overzicht van de te verwachten resultaten gegeven te worden.

Het is noodzakelijk om schematisch weer te geven welke initiatieven in de loop van het project zullen genomen worden om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken.

Binnen de maand volgend op de gunning wordt een startvergadering georganiseerd.

Na deze startvergadering kunnen volgende fases in het project onderscheiden worden:

a. Inventarisatie: verzamelen, consulteren en evalueren bestaande studies .

In deze fase worden door de opdrachtnemer alle beschikbare gegevens geconsulteerd en op overzichtelijke wijze samengebracht. Deze inventarisatie kan, in uitzonderlijke gevallen, aangevuld worden met eigen inventarisaties. In het laatste geval geeft de opdrachtnemer dit aan in zijn offerte.De resultaten van deze inventarisatie en de eigen inbreng, worden opgenomen in een tussentijds verslag en zullen besproken worden op het einde van de eerste projectfase tijdens een vergadering met de opdrachtgever (en de beheerscommissie) en als voorbereiding op de tweede projectfase.

b. Distilleren van de knelpunten, visievorming en formuleren van voorstellen voor te nemen maatregelen

Op basis van het tussentijdsrapport van de eerste fase en een analyse van de knelpunten wordt door de opdrachtnemer een voorstel opgemaakt voor een structuur- en beleidsvisie voor de verdere ontwikkeling van het beschermd onroerend erfgoed. In dit voorstel wordt een overzicht gegeven van de verschillende knelpunten en worden reeds een aantal maatregelen, die getroffen kunnen worden om de kwaliteit van het gebied te herstellen, te vrijwaren en/of te verbeteren, geformuleerd. Deze maatregelen dienen in de volgende fase verder uitgewerkt te worden.

Het voorstel wordt opgenomen in een tussentijds verslag dat besproken wordt met de opdrachtgever (en de beheerscommissie) op het einde van de tweede projectfase.

c. Toetsing van knelpuntenanalyse en visievorming met plaatselijke verenigingen, omwonenden, experten, andere belangengroepen + structureel overleg met de

16 Art. 11.2.3. van het Onroerenderfgoedbesluit.

Page 11: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

10

verschillende openbare diensten (Agentschap voor Natuur en Bos, Ruimte Vlaanderen, provinciebestuur , e.a.)

Na bespreking van het tweede tussentijds verslag dient de opdrachtnemer een vergadering te beleggen met plaatselijke verenigingen, experten, omwonenden en andere belangengroepen. Tijdens deze vergadering dient de gemaakte knelpuntenanalyse en visievorming voorgesteld te worden.

Opmerkingen voortgevloeid uit deze vergadering dienen door de opdrachtnemer verwerkt en voorgesteld te worden op een volgende overlegvergadering van de beheerscommissie. Tijdens deze vergadering wordt beslist welke voorstellen verder uitgewerkt worden en/of mee in het rapport zullen opgenomen worden.

d. Uitwerken van het beheersplan en de te nemen maatregelen

In de laatste fase wordt het beheersplan en de weerhouden maatregelen verder uitgewerkt conform de opgave van de structuur van het beheersplan vastgesteld bij hoofdstuk III.3.

De resultaten van de vierde fase worden gerapporteerd en samen met het tussentijds rapport van fase 1, 2 en 3 in een ontwerpeindrapport gebundeld en voorgesteld door middel van een presentatie op een vergadering met de opdrachtgever (en de beheerscommissie).

Na de opmerkingen gegeven tijdens deze vergadering wordt het ontwerpeindrapport aangepast.

III.4.2. Uitvoeringstermijnen

Eigen inventarisaties, verzamelen, consulteren en evalueren van bestaande studies … dagen

Eerste tussentijdsverslag … dagen

Analyse van de knelpunten, visievorming en formuleren van voorstellen voor te nemen maatregelen … dagen

Tweede tussentijdsverslag … dagen

Toetsing van knelpuntenanalyse en visievorming met plaatselijke verenigingen, omwonenden, experten, andere belangengroepen + structureel overleg met gemeenteraad en de verschillende openbare diensten (Agentschap voor Natuur en Bos, Ruimte Vlaanderen, e.a.)

… dagen

Derde tussentijdsverslag … dagen

Definitief uitwerken van het beheersplan … dagen

Totale duur … dagen

Page 12: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Agentschap ... · Web viewDe inspiratienota rond Open Erfgoed kan hierbij gebruikt wordt als hulp om dit te beantwoorden. Desgevallend motivatie

11

De tussentijdse en definitieve rapporten, plannen zullen in …voud aangeleverd worden en digitaal ter beschikking gesteld aan de opdrachtgever (en de beheerscommissie). Extra rapporten, plannen zullen tegen kostprijs worden verrekend.