DUURZAME ONTWIKKELINGS- DOELSTELLINGEN INTEGREREN … en... · 2019. 1. 16. · Deze inspiratienota...
Transcript of DUURZAME ONTWIKKELINGS- DOELSTELLINGEN INTEGREREN … en... · 2019. 1. 16. · Deze inspiratienota...
DUURZAME ONTWIKKELINGS-DOELSTELLINGEN INTEGREREN IN DE OMGEVINGSANALYSE: HOE BEGIN JE ERAAN?
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ............................................................................................................................... 1
2 INSPIRERENDE SCENARIO'S: HOE & WAT? ........................................................................ 4
3 ZES ALGEMENE TIPS BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN OMGEVINGSANALYSE ................. 6
4 DE SDGS EN HUN VERSCHILLENDE THEMA'S .................................................................... 9
5 DE SDGS IN DE INLEIDING VAN DE OMGEVINGSANALYSE ............................................. 11
6 DE 5 SCENARIO’S TOEGELICHT ......................................................................................... 12
6.1 Scenario 1: Grondige integratie van de 17 SDGs ............................................................. 13
praktijkvoorbeeld Evergem
6.2 Scenario 2: Geclusterde integratie op basis van de 5 pijlers van duurzame ontwikkeling . 16
praktijkvoorbeelden Harelbeke, Hoogstraten en Herzele
6.3 Scenario 3: Geclusterde integratie op basis van DESTEP ............................................... 23
praktijkvoorbeelden Diksmuide, Edegem en Nazareth
6.4 Scenario 4: Integratie op basis van de structuur van de Stads- of Gemeentemonitor ....... 31
praktijkvoorbeelden Oostende, Halle, Sint-Truiden en Roeselare
6.5 Scenario 5: Basisintegratie .............................................................................................. 38
praktijkvoorbeelden Gent, Berlaar en Oostkamp
7 INTERNE ANALYSE .............................................................................................................. 44
8 ADMINISTRATIEF MEMORANDUM ...................................................................................... 45
9 BIJLAGEN .............................................................................................................................. 46
9.1 Bijlage A. Gegevensverzameling per SDG ....................................................................... 46
9.2 Bijlage B. Input verzamelen via een gedeeld sjabloon...................................................... 54
9.3 Bijlage C. Externe partners betrekken .............................................................................. 58
1
1 INLEIDING
De duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals of korter SDGs) hebben sinds
hun goedkeuring in september 2015 al heel wat bekendheid verworven bij Vlaamse steden en gemeenten.
De SDGs zijn universeel; elk land en elke actor wereldwijd moet zijn verantwoordelijkheid opnemen, zo
ook de lokale besturen. De SDGs zullen lokaal zijn of ze zullen niet zijn. Alle doelstellingen raken bovendien
aan de bevoegdheden van lokale besturen en bieden een kapstok om globale uitdagingen op lokaal niveau
aan te pakken. De SDGs kunnen ook transversaal werken bevorderen. De 17 doelstellingen zijn namelijk
onderling verbonden. Om ze te realiseren is samenwerking over beleidsdomeinen heen dan ook essentieel.
De lat wordt terecht hoog gelegd; elk beleidsniveau moet immers zijn steentje bijdragen om de wereld en
haar diverse maatschappij toekomstbestendig te maken.
De SDGs bieden ook een langetermijnperspectief; de doelstellingen moeten behaald worden tegen 2030.
Gemeenten hebben dus nog twee beleidsperiodes om werk te maken van de SDGs, met het oog op een
duurzaam beleid ook na 2030.
Met het promotiemateriaal dat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
verspreidt, kan je een krachtige boodschap lanceren binnen je stad of gemeente. De
SDGs visueel maken en erover spreken is een eerste stap om de ambitieuze
doelstellingen te realiseren. Het is daarnaast essentieel om bewustzijn en draagvlak te
creëren.
Een aanzet tot de lokale vertaling van de SDGs werd reeds gegeven in de publicatie
Lokale schouders voor mondiale uitdagingen. Misschien zijn er in jouw stad of gemeente al enkele van de
talrijke voorbeelden in voege. Andere kunnen inspireren om een stap verder te gaan.
Wat je idealiter bereikt, is een lokaal bestuur dat van duurzaamheid doordrongen is. Een gemeente of
stad waar alle acties en initiatieven passen in het kader van duurzame ontwikkeling met oog voor mens en
milieu. Een cultuur waarin iedereen, vrijwilliger en ondernemer, ambtenaar en mandataris, individu en
vereniging, inwoner en wijk, centrum en periferie, zijn duurzame stempel wil zetten op de maatschappij.
De aanloop naar de nieuwe legislatuur is hiervoor het momentum. De lopende beleidsplanning kan
opgebouwd worden rond de SDGs, te beginnen met de omgevingsanalyse (OA). En dat is waar deze
inspiratienota wil in ondersteunen.
Het beleidsplanningsproces geeft perspectief en zet prioriteitslijnen uit op lokaal vlak voor de komende
legislatuur. Maar het is tevens een momentum voor organisatieontwikkeling. Waar staan we voor als
organisatie? Wat zien we als onze kernopdracht(en) en hoe willen we deze realiseren? Welke waarden
stellen we voorop als bestuur? Het synchroon verloop van de integratie van OCMW en gemeente in het
2
‘lokaal bestuur’ en de nieuwe beleidscyclus is een uitdaging, maar biedt zeker opportuniteiten. Domein-
overschrijdende doelstellingen waaraan vanuit verschillende diensten wordt (samen-)gewerkt moeten een
einde maken aan de verkokerde planningsstructuur die we in vele besturen nog kennen.
De SDGs bieden een unieke invalshoek om dit te realiseren en een boost te geven aan de kwaliteit van
een geïntegreerd beleidsplan. Een expliciete verwijzing naar deze SDGs in de visietekst van het bestuur is
absoluut op zijn plaats. Het engagement om van deze mondiale uitdagingen op lokaal vlak werk te maken
kan heel versterkend, wervend en verbindend werken, zowel binnen als buiten de organisatie en ook over
partijgrenzen heen.
Dit werk is er gekomen vanuit de nood aan inspiratie om met de SDGs aan de slag te gaan tijdens de
beleidsplanning. 20 pilootgemeenten hebben zich geëngageerd om te werken aan een OA die is
opgebouwd rond de SDGs. De 5 scenario's die hier ter inspiratie worden voorgesteld, zijn tot stand
gekomen na verscheidene workshops gevolgd door een testfase met de pilootgemeenten. Ideeën,
sjablonen, werkvormen en processen zijn gedeeld en uitgewisseld om tot dit resultaat te komen.
Deze inspiratienota kadert binnen een breder traject, waarbij VVSG samen met de SDG-
pilootgemeenten nagaan hoe we de SDGs structureel kunnen verankeren in het gemeentelijke beleid. In
de loop van 2018 wordt er verder gewerkt op onder meer de meerjarenplannen en indicatoren. Ook hierover
mag je in de toekomst aanbevelingen verwachten.
In de loop van dit document worden voorbeelden aangeduid met behulp van een groen hand:
Deze voorbeelden zijn individuele oefeningen en louter toegevoegd om een aanzet te geven.
Probeer een eigen lokaal verhaal op te bouwen door zelf elke oefening te maken.
Aandachtspunten worden gekenmerkt door volgend symbool:
Deze inspiratienota is een levend document. De nota geeft een aanzet om de opmaak van de OA te
verbinden aan de SDGs. Naarmate gemeenten evolueren in de opmaak van hun OA, zal deze nota
aangevuld worden met concrete voorbeelden.
Heb jij de SDGs gehanteerd bij de opmaak van jouw gemeentelijke OA? Laat het ons dan zeker weten!
3
Indien u meer informatie wenst, dan kan u terecht bij Hanne Albers ([email protected]), Jules De
Winter ([email protected]) of Karlien Gorissen ([email protected]).
4
2 INSPIRERENDE SCENARIO'S: HOE & WAT?
De 17 SDGs zijn zeer uitgebreid en beslaan een breed werkveld. Al deze thema’s integreren in de
omgevingsanalyse (OA) is dan ook een uitdaging.
Niet alle steden of gemeenten vertrekken vanuit dezelfde expertise met voorgaande planningsperiodes of
beschikken over dezelfde mogelijkheden qua tijdsinvestering. De benadering van de OA door de eigen
lokale administratie kan sterk verschillen. De aanpak van de OA verloopt mogelijk al op een zeer
gestructureerde manier. Ook qua timing kan de vertreksituatie sterk verschillen van bestuur tot bestuur.
Er worden daarom 5 scenario's voorgesteld die van elkaar verschillen in het moment en de wijze waarop
je de SDGs betrekt. Elk scenario heeft voor- en nadelen, er worden er enkele gegeven. Elk scenario geeft
een aanzet tot het integreren van de SDGs in de verdere beleidsplanning.
Kies voor het scenario dat haalbaar is binnen jouw gemeente of gebruik ze als bron van inspiratie
om je eigen parcours uit te stippelen.
Hieronder worden de 5 scenario’s op een rijtje gezet met een zeer beknopte introductie voor elk van hen.
Verder in dit werk wordt uitgebreid ingegaan op elk scenario.
5
Grondige integratie van de 17 SDGs
Hoe? Je maakt per SDG of cluster van sterk aan elkaar gelinkte SDGs een dienst-
overschrijdende werkgroep en bouwt samen aan de OA.
Wat? Het document bevat 17 hoofdstukken, één per SDG.
Geclusterde integratie op basis van de 5 pijlers van duurzame ontwikkeling
Hoe? Je bouwt het proces van de opmaak van de omgevingsanalyse op rond de bestaande
clustering zoals deze op internationaal vlak wordt voorgesteld: de 5 pijlers van duurzame
ontwikkeling (People, Planet, Prosperity, Peace en Partnership).
Wat? Het document bevat 5 hoofdstukken, één per pijler.
Geclusterde integratie op basis van DESTEP
Hoe? Je gebruikt de DESTEP-methode (Demografisch, Economisch, Sociaal,
Technologisch, Ecologisch, Politiek) bij het opstellen van je omgevingsanalyse en legt per
element een link met de relevante SDGs.
Wat? Het document is opgebouwd rond de 6 DESTEP-factoren, waaraan de SDGs gelinkt
worden.
Integratie op basis van de structuur van de Stads- of Gemeentemonitor
Hoe? Je maakt voor elk van de onderwerpen uit de monitor een link met één of meerdere
SDGs.
Wat? De omgevingsanalyse bestaat uit 11 of 15 hoofdstukken, elk hoofdstuk bevat
informatie die gelinkt is aan één of meerdere SDGs.
Basisintegratie
Hoe? Je maakt gebruik van de SDGs als toetssteen na het opstellen van de
omgevingsanlayse.
Wat? Na de opmaak van de omgevingsanalyse, voeg je een SDG-register toe aan het
einde van het document of sticker je de omgevingsanalyse met de SDG-logo’s.
6
3 ZES ALGEMENE TIPS BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN OMGEVINGSANALYSE
De omgevingsanalyse omvat 3 aspecten
De omgevingsanalyse (OA) is de eerste stap in het beleidsplanningsproces van een
gemeente en is een decretale verplichting in het kader van de beleids-en beheerscyclus
(BBC). De OA heeft als doel een zo uitgebreid, breed en objectief mogelijk beeld te geven
van de actuele situatie van de gemeente of stad in alle beleidsdomeinen. Ze bestaat uit intern
en extern beschikbaar of gemeten cijfermateriaal1. Deze kwantitatieve gegevensverzameling
wordt bij voorkeur aangevuld met kwalitatieve data. Kwalitatieve gegevens kunnen het
cijfermateriaal ondersteunen en verrijken. Een derde aspect van de OA omvat de effectieve
analyse van de data: relevante indicaties, trends of evoluties worden toegelicht.
Draagvlak creëren
Als je wil dat alle stads- of gemeentediensten werken vanuit een mind-set van duurzaamheid
is het belangrijk dat hiervoor een draagvlak ontstaat vanuit het werkveld. Elk personeelslid
van om het even welk beleidsdomein moet inzien hoe zijn of haar werk impact heeft op
duurzame ontwikkeling.
Een introductiemoment over de SDGs of een uitgebreider voortraject is in dat opzicht niet
overbodig.
Je kan op verschillende manieren werken aan het intern en extern draagvlak voor de SDGs.
Je kan een toelichting of workshop houden voor het (gezamenlijk) managementteam, bij
dienstvergaderingen, voor het personeel, het college van burgemeester en schepenen of de
gemeenteraad. Je kan hiervoor VVSG inschakelen of gebruik maken van deze presentatie
of de VVSG-cirkeloefening. Verder kan het promoten van de SDGs door de burgemeester
en schepenen blijk geven van de steun van het stadsbestuur voor dit duurzaamheidsverhaal.
Meer algemeen: de communicatieafdeling kan een grote rol spelen in het verspreiden van
de kennis over de SDGs doorheen de volledige organisatie en gemeente. Door elke interne
én externe communicatie te koppelen aan de relevante SDG(s) zullen ze steeds vaker in het
beeld verschijnen. Zo worden ook de burgers en andere externe actoren mee betrokken in
de duurzaamheidsuitdaging.
Er bestaan reeds heel wat goede voorbeelden van hoe gemeenten werken aan dit draagvlak.
De omgevingsanalyse: uniform en consistent
Als het schrijfwerk van de OA over verschillende personen wordt verdeeld, kan het nuttig zijn
om vooraf een sjabloon2 op te stellen. Dit brengt uniformiteit in de input vanuit verschillende
afdelingen. Dankzij dit raamwerk kan een evenwichtig document tot stand komen. Daarnaast
1 Zie bijlage A voor de oefening die door de pilootgroep werd gemaakt. 2 Zie bijlage B voor een voorbeeld.
7
is het ook belangrijk om de consistentie van de verschillende onderdelen te bewaken. Enkel
door een gemeenschappelijke taal te spreken bij de opmaak komt een samenhangende OA
tot stand. Het geeft blijk van een gedeelde visie en komt het opstellen van gedeelde
doelstellingen over de diensten heen beslist ten goede. Maar waar kan je beginnen om
dergelijke gemeenschappelijke taal te ontwikkelen? Wat dacht je van de SDGs?
Coördineren en schrijven
Bij de opmaak van de OA zijn er twee belangrijke rollen: de rol van coördinator en die van
werkveldverantwoordelijke. Je kan best een coördinatiegroep opstarten met twee of meer
medewerkers die één van beide rollen op zich nemen.
Je hebt medewerkers nodig die graag in de pen kruipen en de verantwoordelijkheid nemen
om (een deel van) de OA te schrijven. Deze werkveldverantwoordelijken zijn de trekker voor
een thema, een cluster van thema's of een beleidsdomein en zorgen ervoor dat het sjabloon
tijdig en correct inhoud krijgt. Daarnaast is ook coördinatie cruciaal. Deze rol kan vervuld
worden door een stafmedewerker beleidscoördinatie of strategische planning of een
medewerker die lid is van het (gezamenlijk) managementteam. Deze persoon (of personen)
is (zijn) verantwoordelijk voor het verloop van het proces en voor de coördinatie van het
schrijfwerk van de OA. Zij brengen al het schrijfwerk samen en leveren uiteindelijk een
gestructureerd, samenhangend en evenwichtig document af.
Externe actoren betrekken
Het is zeker nuttig om externe actoren3 te betrekken bij de OA. Dit kan in de vorm van
burgerparticipatie of door het raadplegen van partners. Partners zijn verenigingen of (private)
organisaties die ook actief zijn op het werkveld, net zoals stads- of gemeentediensten of
publieke organisaties.
Deze actoren kunnen belangrijke kwalitatieve inzichten geven die intern misschien niet
opgemerkt worden. Dit maakt de analyse van de cijfers mogelijk objectiever en waardevoller.
Het document wint dankzij het betrekken van externe partners aan legitimiteit. De OA die
dusdanig werd opgesteld, geeft de administratie wellicht meer overtuigingskracht ten
aanzien van het beleid.
3 Zie bijlage C voor een interessante matrix die helpt bij het selecteren van de juiste externe partner(s).
8
Toekomstplannen formuleren
De OA geeft vaak aan waar de uitdagingen voor de stad of gemeente liggen. Het hoeft niet
te verwonderen dat tijdens dergelijke oefening vaak goede ideeën worden aangebracht om
in de toekomst een antwoord te bieden op die uitdagingen. Dit is info die in een volgende
fase van het beleidsplanningsproces van pas komt, op het ogenblik dat de cascade
‘doelstellingen, actieplannen, acties’ wordt vastgelegd, samen met de nieuwe beleidsploeg.
Het zou dus zonde zijn om eventuele creatieve denksporen niet te recupereren voor later.
Bundel mogelijke goede plannen of acties zodat deze later in het proces terug kunnen
opgevist worden. Zeker als je naast de OA ook een administratief memorandum4 opstelt,
kan je deze hierin verwerken.
4 Zie hoofdstuk 8 van deze nota.
9
4 DE SDGS EN HUN VERSCHILLENDE THEMA'S
De omgevingsanalyse (OA) is een objectief document dat in principe nog geen beleidssuggesties bevat
van de administratie van de stad of gemeente naar het nieuwe, toekomstige bestuur. De samenstelling van
de OA vertrekt dan ook vanuit (objectieve) vaststellingen binnen de stad of gemeente en niet vanuit het
perspectief van doelstellingen. Deze komen in een verdere fase van de beleidsplanning aan bod. Het is
dus noodzakelijk om de SDGs, die wel doelstellingen zijn, te situeren binnen de thema's waarop ze
betrekking hebben.
Hieronder wordt per SDG aangeduid welke thema’s of domeinen hieronder kunnen vallen:
ARMOEDE VOEDING
LANDBOUW
GEZONDHEID
ZORG/SPORT
ONDERWIJS GENDER-
GELIJKHEID
WATER
ENERGIE WERK &
ECONOMIE
INFRA-
STRUCTUUR &
INNOVATIE
INCLUSIE
MIGRATIE
WONEN
MOBILITEIT
RUIMTE
OMGEVING
CONSUMEREN
PRODUCEREN
KLIMAAT ZEE/OCEAAN BIO-
DIVERSITEIT
EIGEN DIENST-
VERLENING
PARTICIPATIE
VEILIGHEID
FINANCIEN
PARTNER-
SCHAPPEN &
RECHTS-
ZEKERHEID
MONDIAAL
10
In het verdere verloop van dit werk zal voor de eenvoud steeds de term SDG gebruikt worden.
Maar houd er bij het lezen dus rekening mee dat hiermee niet de SDG als doelstelling wordt
bedoeld, maar wel het thema of domein dat achter de doelstelling schuilt.
Inhoudelijk zijn er zeer veel linken tussen de SDGs te herkennen. Dit is logisch en kan later zelfs zeer nuttig
blijken. Zo valt mobiliteit in de eerste plaats onder SDG 11, maar zijn er duidelijk ook linken met SDG 13
(klimaat) of SDG 9 (infrastructuur).
De OA structuur geven met behulp van de SDGs, maakt het vastleggen van concrete
duurzaamheidsdoelstellingen in een latere fase een stuk eenvoudiger. Verder helpt deze opbouw om in te
zien dat interne diensten niet in het hokje van één SDG horen, maar vaak werken binnen meerdere SDGs.
Op die manier wordt dienst-overschrijdende samenwerking gestimuleerd en integraal werken bevorderd.
Let wel: de SDGs zijn doelstellingen die opgesteld werden vanuit mondiaal perspectief en
zijn op wereldvlak dan ook in balans. Als men ze evalueert vanuit de context van een
specifiek continent, land, regio of lokaal bestuur kan je andere accenten leggen. Bepaalde
SDGs kunnen daar immers meer of minder relevant zijn. Ook een bewuste politieke keuze
kan ertoe leiden dat er lokaal meer ingezet wordt op bepaalde thema’s.
11
5 DE SDGS IN DE INLEIDING VAN DE OMGEVINGSANALYSE
In het vervolg van dit document worden vijf scenario’s belicht volgens dewelke je de SDGs kan verwerken
in de omgevingsanalyse (OA). Ongeacht welke keuze je als bestuur maakt, is het belangrijk om alvast in
de inleiding (van het document) van de OA de invalshoek van de SDGs te hanteren. Het is een bewuste
keuze om in het gemeentelijk beleid aandacht te hebben voor duurzame ontwikkeling vanuit mondiaal
perspectief. Dit vermeld je dan ook best expliciet in het document, zodat alvast de kernboodschap
meegegeven wordt. De inspiratietekst hieronder is een voorbeeld van hoe je dit zou kunnen formuleren.
Natuurlijk kan je dit op maat en naar eigen inzicht verwoorden.
Deze omgevingsanalyse gebruikt de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de
Verenigde Naties (Sustainable Development Goals, SDGs) als invalshoek bij de
voorbereiding van het gemeentelijke beleid. De SDGs vormen een uitgelezen kader om een antwoord te
bieden op de uitdagingen van vandaag en morgen. Via 17 doelstellingen streeft de VN naar een
duurzame wereld in 2030. In deze inclusieve en universele agenda is ontwikkeling onlosmakelijk
verbonden met respect voor onze planeet en haar bewoners.
Alle 17 doelstellingen raken aan lokale bevoegdheden en kunnen niet gerealiseerd worden zonder de
inzet van steden en gemeenten. Het is op lokaal niveau waar de uitdagingen zich laten voelen, maar ook
waar de oplossingen liggen. Want de gemeente is het bestuursniveau dat het dichtst bij de bevolking
staat, het beste weet wat haar bezighoudt en wat ze nodig heeft.
Het is dan ook essentieel dat de visie van duurzame ontwikkeling en de SDGs opgenomen wordt in de
beleidsplanning. Hiertoe is de omgevingsanalyse een eerste stap. In deze omgevingsanalyse komen dan
ook data aan bod over de thema’s die raken aan de SDGs, zoals kwaliteitsvolle dienstverlening, participatie,
wonen en mobiliteit. Dit vormt een belangrijke stap om in een latere fase van het beleidsplanningsproces
duurzame doelstellingen en acties te bepalen.
12
6 DE 5 SCENARIO’S TOEGELICHT
De opmaak van de omgevingsanalyse (OA) is een eerste stap in de beleidsplanning van een lokaal bestuur.
Om praktische redenen - omdat een lokaal bestuur op een breed domein actief is - wordt de OA opgesplitst
in werkvelden. We kunnen een werkveld definiëren als de plaats waar vraag en aanbod naar bepaalde
vormen van individuele of collectieve dienstverlening op elkaar worden afgestemd. Soms worden
werkvelden ook beleidsthema's of clusters genoemd.
Hoe die opsplitsing wordt gemaakt en welke werkvelden er zijn, hangt af van de lokale situatie. Een
veelgebruikte opdeling, zeker bij middelgrote besturen, is de onderverdeling in "Welzijn en zorg",
"Grondgebiedszaken" en "Vrije tijd en cultuur". Andere besturen zullen meer clusters hanteren: welzijn,
zorg, mobiliteit, milieu, (verkeers)veiligheid, cultuur, sport, onderwijs, … .
Per werkveld wordt een verantwoordelijke aangeduid, die instaat voor de omgevingsanalyse van dat
werkveld. De verschillende werkveldverantwoordelijken worden meestal samengebracht in een
coördinatiegroep, die het geheel van de OA coördineert.
De verantwoordelijke zal zich ook buigen over de vraag hoe participatie rond zijn werkveld kan worden
georganiseerd. Deze heeft betrekking op de personeelsleden en externe actoren die binnen het werkveld
actief zijn. Ze kan ook slaan op de burgers die gebruik maken van de dienstverlening.
Je kan hierbij horizontale participatietrajecten organiseren over de verschillende werkvelden heen en op
die manier verschillende doelgroepen (senioren, jeugd, gezinnen) bij de beleidsplanning betrekken.
De SDGs zijn een manier om een nieuwe invulling te geven aan de werkvelden en horizontale
participatietrajecten.
➔ Scenario’s 1 en 2 reiken een nieuwe manier aan om invulling te geven aan de werkvelden. De
werkvelden worden namelijk opgesteld aan de hand van de 17 SDGs of de 5 pijlers van duurzame
ontwikkeling.
➔ In scenario’s 3 en 4 worden de SDGs geïntegreerd als horizontaal deelgebied. De SDGs worden
behandeld doorheen de verschillende werkvelden.
➔ In scenario 5 worden de SDGs gebruikt als aftoetsmechanisme nadat de analyse gemaakt is.
13
6.1 Scenario 1: Grondige integratie van de 17 SDGs
Waarom?
Je ziet de aanloop naar het nieuwe beleid als momentum om de rol van de lokale overheden op het vlak
van mondiale uitdagingen scherp in beeld te brengen. Door gegevens te verzamelen tot op het niveau van
de 17 SDGs, krijg je zicht op het volledige spectrum van resultaten en opportuniteiten van het beleid. Het
is de bedoeling om ook het te voeren beleid op de SDGs te enten.
Met behulp van dit scenario kan je de SDGs echt ingang laten vinden in alle beleidsdomeinen van de stad
of gemeente. Je gebruikt de SDGs om een nieuwe invulling te geven aan de werkvelden van de OA. Je
creëert een mind-set van duurzaamheid doorheen de hele organisatie. Gedeelde globale doelstellingen
met concrete acties op lokaal niveau liggen binnen handbereik. Integraal werken wordt bevorderd.
VOORDEEL NADEEL
+ Zeer gedetailleerde thematische
gegevensverzameling
+ Duidelijke link met de SDGs maakt de
formulering van doelstellingen nadien
eenvoudiger
+ De OA overstijgt de afzonderlijke diensten
+ Gedeelde verantwoordelijkheid over
SDGs wordt duidelijk
+ Illustratie en promotiemateriaal voor
interne en externe communicatie is
beschikbaar
+ Wervende invalshoek voor
participatietrajecten
- Tijdsintensief
- Dit proces moet vooraf worden vastgelegd
- Risico op nieuwe verkokering op basis van de
SDGs
Proces
Stap 1: Coördinatiegroep
Stel een coördinatiegroep samen die minstens bestaat uit 1 coördinator en meerdere
werkveldverantwoordelijken. De werkveldverantwoordelijken nemen elk één (of meerdere)
beleidsdomein(en), SDG(s) of cluster(s) van SDGs voor hun rekening. De coördinator brengt de analyses
samen en levert een samenhangend einddocument af.
14
Stap 2: SDGs kennen
Zorg ervoor dat, op zijn minst, de mensen die zullen meewerken aan de opmaak van de omgevingsanalyse
de SDGs ook kennen. Dit kan via een toelichting (je kan je hiervoor inspireren op de VVSG-presentatie),
de VVSG-brochure, de SDG-video van VVSG, … .
Stap 3: Sjabloon
Werk met de coördinatiegroep een sjabloon uit om de informatie uit stap 4 en 5
gestructureerd te verzamelen. Gebruik deze sjablonen tijdens stap 4 en 5.
Stap 4: Cirkeloefening
Maak de VVSG-cirkeloefening voor elk beleidsdomein met het diensthoofd,
aangevuld met een werkbare groep van medewerkers.5 Elke dienst verzamelt
nadien cijfermateriaal en kwalitatieve informatie over alles wat in de
cirkeloefening naar boven is gekomen.6
Stap 5: Analysegesprekken
Bepaal op basis van de verschillende cirkeloefeningen welke SDGs aan elkaar kunnen gelinkt worden.
Organiseer voor elke SDG of per cluster van gelinkte SDGs een analysegesprek met de betrokkenen van
alle beleidsdomeinen of met de betrokkenen van de diensten die het sterkst aansluiten bij elke SDG.7 Ook
de coördinatiegroep kan deelnemen aan deze gesprekken. Ga op zoek naar tendensen of duid aan waar
extra informatie noodzakelijk is. Nodig hierop eventueel relevante externe partners (verenigingen,
organisaties, bedrijven, burgers, …) uit om de kwalitatieve informatie uit te breiden.
Stap 6: Synthese
De coördinator bundelt alle informatie in een gestroomlijnde, uniforme en consistente omgevingsanalyse.
Het document is opgedeeld in 17 hoofdstukken. Een verdere opdeling kan gemaakt worden vanuit de focus
die de stad of gemeente wil leggen. Voorbeelden zijn doelgroepen (jeugd, ouderen, jonge gezinnen…) of
beleidsdomeinen als wonen8, cultuur of vrije tijd.
Praktijkvoorbeelden
Evergem (Oost-Vlaamse gemeente, 35.000 inwoners)
Noot: in het kader van de omgevingsanalyse worden de SDGs benoemd als thema’s en niet als
doelstellingen. Wanneer hieronder gesproken wordt van de SDGs, gaat het dus over de thema’s.
1. De beleidsdienst heeft een basisdocument opgesteld per SDG met kwantitatieve en kwalitatieve
5 Idealiter wordt de VVSG-cirkeloefening gemaakt met maximum 8 tot 10 personen. Deze oefening is bovendien een goede manier om alle diensten kennis te laten maken met de SDGs. 6 Zie ook bijlage A. 7 Zie bijlage C voor een overzicht van de interne diensten gekoppeld aan de SDGs. 8 Wonen kan bijvoorbeeld ondergebracht worden bij SDG 1 (armoede), SDG 7 (energie) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen).
15
gegevens.
2. Overleg met kerngroep waarbij is toegelicht wat een omgevingsanalyse inhoudt, gevolgd door een
interactieve kennismaking met de SDGs. Op het overleg werd goedgekeurd om de
omgevingsanalyse op te maken aan de hand van de SDGs, met de 17 thema’s als kapstok voor
de externe analyse.
a. Op het overleg werden SDG-themaverantwoordelijken aangesteld. Hierbij is 1 persoon
verantwoordelijk voor verschillende SDGs. In totaal zijn er 8 verantwoordelijken. Dit zijn
medewerkers die de coördinatierol voor hun thema’s op zich nemen, namelijk het verfijnen
van gegevens en analysegesprekken voorbereiden en leiden.
b. Op het overleg werd een stakeholdermapping gedaan van de interne en externe partners
per SDG.
3. De SDG-themaverantwoordelijken analyseren en verfijnen de gegevens van hun thema’s.
4. Analysegesprekken (halve dag) met de voornaamste externe en interne stakeholders. In plaats
van een gesprek per thema, zijn een aantal thema’s geclusterd:
- SDG 1, 2, 3 en 4 (armoede, voeding, gezondheid & welzijn, onderwijs & basiseducatie)
- SDG 8, 9, 11 en 12 (economie en werkgelegenheid, infrastructuur en innovatie,
omgeving en circulair denken)
- SDG 6, 7, 13 en 15 (water, energie, klimaat en biodiversiteit)
Inhoud gesprekken: kaderen SDGs; uitleg voornaamste kwantitatieve en kwalitatieve
gegevens; in kleinere groepen nadenken wat positieve aspecten zijn en wat de pijnpunten
zijn. Gebruikte methodiek: de hoeden van Bono en wereldcaféprincipe.
Daarnaast zijn er 4 transversale thema’s, namelijk SDG 5, 10, 16 en 17. Deze worden door
de beleidsdienst verwerkt in de externe omgevingsanalyse. Het bleek te moeilijk om ze te
verwerken in de analysegesprekken.
5. Synthese en uitschrijven omgevingsanalyse per SDG
Je kan Mieke Ally ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
16
6.2 Scenario 2: Geclusterde integratie op basis van de 5 pijlers van duurzame
ontwikkeling
Waarom?
Je wil de SDGs verwerken in de omgevingsanalyse (OA) en je zoekt daarvoor naar een logische structuur
waarbij clusters van aan elkaar gekoppelde SDGs gevormd worden.
In dit scenario maak je een vertaalslag van de huidige structuur van de OA naar één met geïntegreerde
SDGs. Je vertrekt daarbij vanuit de bestaande clustering zoals deze internationaal wordt voorgesteld: de 5
pijlers van duurzame ontwikkeling, zoals in onderstaande figuur weergegeven. Deze vijf pijlers vormen een
manier om aan de hand van de SDGs een nieuwe invulling te geven aan de werkvelden van de OA.
17
Proces
Stap 1: Coördinatiegroep
Stel een coördinatiegroep samen die minstens bestaat uit 1 coördinator en meerdere
werkveldverantwoordelijken. De werkveldverantwoordelijken nemen elk één of meerdere pijlers van
duurzame ontwikkeling voor hun rekening. De coördinator brengt de analyses samen en levert een
samenhangend einddocument af.
Stap 2: SDGs kennen
Zorg ervoor dat, op zijn minst, de mensen die zullen meewerken aan de opmaak van de omgevingsanalyse
de SDGs ook kennen. Dit kan via een toelichting (je kan je hiervoor inspireren op de VVSG-presentatie),
de VVSG-brochure, de SDG-video van VVSG, … .
Stap 3: Sjabloon
Werk met de coördinatiegroep een sjabloon uit om de informatie uit de werkmomenten te verzamelen.
Gebruik deze sjablonen tijdens de werkmomenten.
Stap 4: Werkmoment 1 “peace en partnership”
Nodig medewerkers van verschillende beleidsdomeinen uit om mee na te denken over de pijlers peace en
VOORDEEL NADEEL
+ De 5 pijlers bieden een bestaande
clustering van de veelheid aan thema’s. Ze
maken de integratie met de SDGs
handelbaar door de relatief beperkte
indeling.
+ De link met de SDGs is uitdrukkelijk
aanwezig
+ Gedeelde verantwoordelijkheid over
thema’s wordt duidelijk
+ Gestructureerde gegevensverzameling in
een beperkt aantal werkgroepen
+ Illustratie en promotiemateriaal voor interne
en externe communicatie is beschikbaar
+ Dit scenario stelt je in staat om interne
samenwerking te stimuleren
- De SDGs zijn ingedeeld. Het is moeilijker om op
maat te werken.
- Partnership en Peace zijn pijlers die voor een
stuk transversaal op de andere pijlers staan
- Qua timing moet je dit scenario inpassen van bij
de start van het proces van de OA
18
partnership. (Afhankelijk van de mogelijkheden kan dit werkmoment een dag of halve dag in beslag nemen.)
Je kan ervoor kiezen om de SDGs en hun clustering in 5 pijlers aan het begin van het werkmoment toe te
lichten.
Belangrijk is dat de pijlers ‘peace’ en ‘partnership’ transversaal op de overige drie pijlers
(people, prosperity, planet) staan en dus ook bij de volgende werkmomenten aandacht krijgen.
Ze gaan immers over dienstverlening en het aangaan van samenwerkingsverbanden.
Voorbeeld
Een recent en expliciet voorbeeld hiervan zijn de eerstelijnszorgregio’s. Het individuele lokale
bestuur kan en moet niet alles zelf doen. Voor effectief en efficiënt beleid zullen steden en
gemeenten consequenter moeten inzetten op samenwerkingsverbanden waarbij elke partner
vanuit zijn specifieke expertise en werkdomein overkoepelende doelstellingen helpt
realiseren. Het gaat dus over sterkere dienstverlening (peace) in de zorgsector via intensieve
samenwerkingsverbanden (partnership).
Indien er voldoende deelnemers zijn, deel je hen op in groepjes die inhoudelijk zo divers mogelijk zijn. Laat
hen vervolgens brainstormen over de pijlers ‘peace’ en ‘partnership’. Zet hen op weg aan de hand van
volgende 2 opties:
a. Optie 1: Richtinggevende inspiratienota
- Opgesteld door de coördinatiegroep
- Intern beschikbaar en gemakkelijk verkrijgbaar cijfermateriaal, kwalitatieve gegevens,
lopende acties, tendensen, … die verband houden met de pijlers ‘peace’ en ‘partnership’
- Inspirerende vragen om de deelnemers op weg te zetten, bijvoorbeeld:
o Wat gebeurt er vandaag al rond dit thema?
o Wat leeft er bij de burger? Waar is de burger tevreden dan wel ontevreden over?
o Zijn er nieuwe technologieën, actoren, organisaties of tendensen die relevant zijn?
Laat de groep(en) op basis van deze inspiratienota verder denken over onder meer cijfermateriaal,
kwalitatieve data, lopende acties, tendensen, … die uit alle beleidsdomeinen gelinkt kunnen worden met
‘peace’ en ‘partnership’.9
9 Je kan hiervoor bijvoorbeeld met flipcharts werken. Noteer één onderwerp per blad. Je kan bijvoorbeeld cijfermateriaal op één blad schrijven, lopende acties op een ander blad, enz. Hang de flappen verspreid op in de ruimte. Elk groepje start bij een andere flap. Na een vast aantal minuten laat je de groepjes doorschuiven naar een volgende flap. Dit doe je totdat elk groepje elk flap aangedaan heeft. Zie ook bijlage A.
19
b. Optie 2: SWOT-analyse
- Identificeer sterktes, zwaktes, kansen en
bedreigingen omtrent de pijlers ‘peace’ en
‘partnership’.
- Staaf deze SWOT-analyse met:
o intern en/of extern cijfermateriaal
o kwalitatieve gegevens (trends,
rapporten, resultaten van
enquêtes, …)
o een oplijsting van acties of projecten
die kaderen binnen de pijlers in kwestie
- Brainstorm over toekomstideeën die later
kunnen dienen als input voor het administratief memorandum of geconcretiseerd kunnen
worden als actie voor het bereiken van een geformuleerde beleidsdoelstelling.
Stap 5: Werkmomenten 2 (people), 3 (prosperity) en 4 (planet)
Herhaal stap 3 en organiseer 3 werkmomenten voor de overige 3 pijlers.
Stap 6: Synthese
Bouw het document op in 5 hoofdstukken, één voor elke pijler. De verdere onderverdeling is sterk
afhankelijk van de accenten die de stad of gemeente wil leggen. Bepaalde SDGs kunnen individueel aan
bod komen, maar ook beleidsdomeinen met een grote impact op de maatschappij kunnen een extra
onderverdeling vormen in de structuur.
Praktijkvoorbeelden
Hoogstraten (Antwerpse stad, 21.300 inwoners)
1. De coördinatiegroep omgevingsanalyse heeft een plan van aanpak opgesteld, waarbij gekozen
is voor de clusterbenadering met de 5 pijlers van duurzame ontwikkeling als insteek. Dit zijn de 5
clusters: people, planet, prosperity, peace en partnership en SDG 11.
2. In maart 2018 is een startdag georganiseerd voor stad en OCMW. In de voormiddag is aan de
hand van de open space methodiek nagedacht over de uitdagingen voor Hoogstraten en zijn de
SDGs kort voorgesteld. In de namiddag is er dienstoverschrijdend gesprek gehouden per
cluster.
- Tip: Je vertrekt hierbij best vanuit de SDGs die onder de cluster vallen om het gesprek
meer richting te geven.
20
- Opmerking: door per cluster mensen samen te brengen van verschillende diensten (en niet
enkel de experts op die thema’s), krijg een veel rijker gesprek en nieuwe insteken.
3. In mei is op het trekkersoverleg van de clusters de hoofdstructuur vastgelegd, namelijk werken
met de SDGs binnen de clusters. De input van de startdag is geplaatst onder de bijhorende SDGs.
Elke cluster heeft een manager als trekker. Binnen elke cluster zijn ook een aantal medewerkers
aangesteld om deel te nemen aan dienstoverschrijdende clustersessies.
4. De deelnemers per cluster hielden aparte sessies voor hun cluster. Hierbij hebben ze de structuur
besproken en de uitdagingen binnen hun cluster. Er is ook nagedacht over beschikbaar
cijfermateriaal en bronnen.
5. De omgevingsanalyse wordt deze zomer opgeleverd.
Je kan Judith Schrijvers ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
Clusteropdeling van Hoogstraten
Cluster
SDGs SDG 11 SDG 1, 2, 3, 4 en
5; en
zelfontplooiing
SDG 7, 8, 9 en 10 SDG 6, 12, 13, 14
en 15
SDG 16 en 17
Trekker Algemeen
directeur
Manager burger Manager ruimte Expert milieu Manager interne
organisatie
Mede-
werkers
Planoloog
Mobiliteitsdienst
Wonen
Museum
Jeugddienst
Dienst
samenleving
Cultuur en vrije tijd
Sociale dienst
Sportdienst
Welzijn
Bibliotheek
Dienst onderwijs
Communicatie-
dienst
Patrimonium-
beheerder
Dienst lokale
economie
Sociale dienst
Openbare werken
Toezichthoudende
ambtenaar
Toerisme
Dienst
internationale
ontwikkeling
Openbare werken
Milieudienst
Technische dienst
Duurzame
ontwikkeling
HRM
Juriste
Communicatie-
dienst
Lokaal
dienstencentrum
Kwaliteitsverant-
woordelijke zorg
Harelbeke (West-Vlaamse stad, ongeveer 27.700 inwoners)
1. Beslissing binnen coördinatiegroep omgevingsanalyse om de 5 pijlers van duurzame
ontwikkeling te hanteren als leidraad. De clusters zijn bijgevolg: People, Planet, Prosperity, Peace
en Partnership. Onder elke cluster zijn de bijhorende SDGs geplaatst
a) People: SDG 1-5
21
b) Planet: SDG 6 + SDG 12-15
c) Prosperity: SDG 7-11
d) Peace: SDG 16
e) Partnership: SDG 17
2. De beleidscel heeft een factsheet opgesteld per SDG, ter ondersteuning van de clustersessies.
3. Februari 2018 kick-off voor alle personeelsleden (stad, OCMW en politie). Hier zijn de SDGs
ruim toegelicht en zijn de clusters Peace en Partnership behandeld.
4. In februari – maart aparte dienstoverschrijdende sessies voor People, Planet en Prosperity.
Opnieuw waren bij elke sessie medewerkers van de stad, OCMW en politie aanwezig. Per cluster
waren er 3 sessies, waarbij in elke sessie over aan aantal thema’s van die cluster is nagedacht,
onder andere op basis van de factsheets. De sessies vonden plaats in een locatie gelinkt aan die
cluster, met een leuke instapoefening. In elke sessie werd de SDG-cirkeloefening van VVSG
gebruikt met als doel na te denken over beleidsvoorstellen voor die cluster.
Los van de sessies, konden de medewerkers ook beleidsvoorstellen digitaal indienen.
Opmerking: door de clustersessies dienstoverschrijdend te organiseren en zowel stad, OCMW als
politie te betrekken, krijg je een veel ruimere input en bereik je ook mensen die anders niet meteen
betrokken worden in het SDG-verhaal.
5. De coördinatiegroep heeft een synthese gemaakt van de informatie uit de sessies. Uiteindelijk
zijn er 16 beleidsvoorstellen uit gedestilleerd die gekoppeld zijn aan de SDGs.
Cluster Thema’s Instapoefening
Prosperity
Duurzame steden en gemeenschappen en ongelijkheid verminderen
Huiswerkklassen: kinderopdracht in vreemde taal (Spaans of Italiaans)
Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
Inbraakbeveiliging, overlast en verkeer, demo ANPR
Industrie, innovatie en infrastructuur, betaalbare en duurzame energie Aptus: innovatie IoT: paar teasers
People Geen armoede en geen honger Sociale kruidenier: mensen jetons geven en kijken wat ze er mee kunnen aankopen
Goede gezondheid, welzijn en gendergelijkheid
Info over genderissues op arbeidsmarkt, in huishouden,…
Kwaliteitsonderwijs Ex cathedra, stoffen jas en regel in de hand
Planet Schoon water en sanitair, leven in het water, Leven op het land Leven in het water bekijken met binoculairs
Klimaatactie Toelichting over BEN school Zuid
Verantwoorde consumptie en productie, eerlijk werk en economische groei
Wat moet ik kennen/weten om bedrijf op te starten? Productie van iets?
22
6. De coördinatiegroep maakt de uiteindelijke omgevingsanalyse op. Deze bestaat uit twee
delen:
a) De objectieve omgevingsanalyse met de cijfermatige gegevens. Deze is opgedeeld
volgens de 5 pijlers van duurzame ontwikkeling, met per pijler de informatie per bijhorende
SDG.
b) De beleidsvoorstellen, opgedeeld volgens de 5 pijlers. Aan elk beleidsvoorstel zijn de
bijhorende SDGs gelinkt.
Bijvoorbeeld:
- People
o Harelbeke Kindvriendelijke stad – link met SDG 1, 3 en 4
o Gecoördineerde armoedebestrijding – link met SDG 1, 3, 16 en 17
- Prosperity:
o Blijven innoveren met openbare verlichting – link met SDG 7, 11, 12 en 13
Je kan de volledige omgevingsanalyse met beleidsvoorstellen downloaden op de website van stad
Harelbeke.
Opmerking: verschillende adviesraden in Harelbeke hebben een gezamenlijk ambitienota
opgesteld naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018. Ook deze nota is
gestructureerd volgens de 5 pijlers van duurzame ontwikkeling. Enkel de voorstellen waar
consensus over was zijn weerhouden. De redactieraad is samengesteld uit ambtenaren en leden
van de adviesraden.
Je kan Ellen Vandeputte ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
Herzele (Oost-Vlaamse gemeente, ongeveer 17.700 inwoners)
Herzele start vanaf september 2018 met de opmaak van hun omgevingsanalyse. Hierbij worden de 5 pijlers
van duurzame ontwikkeling gehanteerd als structuur.
1. Om input te verzamelen voor de OA worden 5 teams opgesteld, gebaseerd op de 5 P’s van
duurzame ontwikkeling. Voor elke pijler worden de diensten betrokken met het meeste expertise
over die pijler. In het overleg per pijler zal nagegaan worden welke cijfers er nodig zijn, welke cijfers
ze al hebben, welke ze op andere manieren kunnen vinden en welke cijfers intern beschikbaar zijn
2. Per pijler wordt er een trekker aangeduid.
3. Vooraleer de overleggen starten, krijgen de medewerkers nog wat meer informatie over de SDGs,
onder meer via infosessies.
4. Naast de overleggen per pijler, zal elke dienst een SWOT-analyse maken.
5. Een laatste oefening bestaat erin om met de diensten te gaan kijken wat voor hen de prioritaire
SDGs zijn. Op basis hiervan worden aanbevelingen geformuleerd vanuit de diensten naar het
nieuwe bestuur toe. De aanbevelingen zullen net zoals de OA geordend worden volgens de 5 P’s
Je kan Caroline De Vadder ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
23
6.3 Scenario 3: Geclusterde integratie op basis van DESTEP
Waarom?
Je wil de OA structureren en een link maken naar de SDGs. Je bent al vertrouwd met de DESTEP-methode.
Je neemt de SDGs horizontaal mee doorheen de OA.
DESTEP is een acroniem dat staat voor
demografisch, economisch, sociaal,
technologisch, ecologisch en politiek. Het zijn 6
factoren die invloed hebben op de omgeving
van een organisatie. Gezien in het verleden
nogal wat steden en gemeenten aan de slag
gingen met deze DESTEP-methode, kan het
aangewezen zijn om de SDGs te koppelen aan
deze structuur.
VOORDEEL NADEEL
+ De DESTEP-methode is een reeds
gebruikte clustering
+ Het proces van de OA moet niet worden
gewijzigd
+ Gestructureerde gegevensverzameling in
een beperkt aantal werkgroepen
- De vertaalslag van de 17 SDGs naar de
DESTEP-indeling is niet evident
- Als de structuur a posteriori bepaald wordt,
worden mogelijke hiaten ook pas laat in het
proces ontdekt
Demografisch
Economisch
Sociaal
Technologisch
Ecologisch
Politiek
24
Proces
Stap 1: Coördinatiegroep
Stel een coördinatiegroep samen die minstens bestaat uit 1 coördinator en meerdere
werkveldverantwoordelijken. De werkveldverantwoordelijken nemen één of meerdere DESTEP-factor(en)
voor hun rekening. De coördinator brengt de analyses samen en levert een samenhangend einddocument
af.
Stap 2: SDGs kennen
Zorg ervoor dat, op zijn minst, de mensen die zullen meewerken aan de opmaak van de omgevingsanalyse
de SDGs ook kennen. Dit kan via een toelichting (je kan je hiervoor inspireren op de VVSG-presentatie),
de VVSG-brochure, de SDG-video van VVSG, … .
Stap 3: Sjabloon
Werk met de coördinatiegroep een sjabloon uit om de informatie uit de DESTEP-gesprekstafels of de
cirkeloefeningen te verzamelen. Gebruik deze sjablonen tijdens stap 4.
Stap 4: Informatie verzamelen & link leggen met SDGs/DESTEP
Je kan één van de volgende opties gebruiken om informatie te verzamelen en achteraf samen te voegen.
a. Optie 1: DESTEP-gesprekstafels
Organiseer een gesprekstafel voor elke DESTEP-factor en nodig alle betrokken diensten hierop uit. Denk
per gesprekstafel na over onder meer cijfermateriaal, kwalitatieve gegevens, lopende acties en
tendensen.10
Indien gewenst, kan je de DESTEP-gesprekstafels aangrijpen om meteen de link te maken met de SDGs;
aan welke SDGs is de DESTEP-factor van de gesprekstafel gelinkt? Een andere, of aanvullende, optie is
dat de coördinatiegroep de link maakt tussen de verschillende DESTEP-factoren en de SDGs. Je kan
onderstaande tabel gebruiken ter inspiratie. Indien de coördinatiegroep andere linken ziet tussen de
DESTEP-factoren en de SDGs, kan de tabel aangepast worden. De coördinatiegroep koppelt vervolgens
de informatie verzameld tijdens de DESTEP-gesprekstafels aan de bijhorende SDGs.
In de gesprekstafel economie kwam bijvoorbeeld het toenemend aantal start-ups aan bod. Als
je de tabel raadpleegt, kan je de linken met de bijhorende SDGs maken. Zo is er voor dit
voorbeeld een link met SDG 8, 9 en 12.
10 Zie ook bijlage A.
25
Voorbeeld link DESTEP-factoren en SDGs
b. Optie 2: Cirkeloefening
Maak de VVSG-cirkeloefening in elke dienst met het diensthoofd, aangevuld met een
werkbare groep van medewerkers11. Elke dienst verzamelt nadien cijfermateriaal en
kwalitatieve informatie over alles wat in de SDG-cirkeloefening naar boven is gekomen.
De coördinatiegroep lijst per SDG de informatie op die uit de cirkeloefeningen van de
diensten naar voren is gekomen. De coördinatiegroep linkt deze informatie daarna aan
de verschillende DESTEP-elementen. Hiervoor kan bovenstaande tabel als inspiratie
dienen.
11 Idealiter wordt de VVSG-cirkeloefening gemaakt met maximum 8 tot 10 personen. Deze optie kan een goed idee zijn als je de opmaak van de omgevingsanalyse eerder wil aangrijpen om de medewerkers te sensibiliseren over de SDGs.
SDG Dem
ogra
fie
Econo
mie
Socia
al
Technolo
gis
ch
Ecolo
gis
ch
Polit
iek
1. Geen armoede X X X X
2. Geen honger X X X
3. Goede gezondheid en welzijn X X
4. Kwaliteitsonderwijs X X X
5. Gendergelijkheid X X X
6. Schoon water en sanitair X
7. Betaalbare en duurzame energie X X X
8. Eerlijk werk en economische groei X X X
9. Industrie, innovatie en infrastructuur X X
10. Ongelijkheid verminderen X X X
11. Duurzame steden en gemeenschappen X X X X X
12. Verantwoorde consumptie en productie X X X
13. Klimaatactie X X X X
14. Leven in het water X
15. Leven op het land X
16. Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten X X X X
17. Partnerschap om doelstellingen te bereiken X X X X X X
26
Stap 5: Synthese
Bouw het document op rond 6 hoofdstukken, namelijk rond de DESTEP-factoren. Een verdere opdeling
kan gemaakt worden aan de hand van de SDGs die gelinkt zijn aan deze factoren. Het is mogelijk dat je
daarbij niet voor alle SDGs een plaatsje vindt in het document. Dit kan wijzen op hiaten in de OA. Anderzijds
komen sommige misschien meermaals aan bod. Voeg de SDG-symbolen doorheen het document toe
indien relevant. Daarnaast kan ook vanuit de stad of gemeente een bepaalde focus gelegd worden die voor
een bijkomende onderverdeling zorgt; bijvoorbeeld specifieke lokale tendensen.
Praktijkvoorbeelden
Diksmuide (West-Vlaamse stad, 16.726 inwoners)
Diksmuide startte al in het najaar van 2017 met de voorbereiding en opmaak van haar
omgevingsanalyse/inspiratienota zodat er voldoende ruimte was voor inspraak en ze tijdig bezorgd kon
worden aan de lokale politieke partijen ter inspiratie voor hun partijprogramma’s en aan andere
geïnteresseerden. De omgevingsanalyse/inspiratienota bestaat uit een interne en een externe analyse.
1. Interne analyse: personeelsenquête
Voor de interne analyse werden alle medewerkers van zowel de stad als het OCMW bevraagd over
de interne werking van de organisatie en over de werkbeleving (psychosociale risicoanalyse). Zo
werd inzicht verworven in de sterktes en aandachtspunten van de stads- en OCMW-organisatie.
27
2. Externe analyse: stakeholder- en tendensanalyse
- De stakeholderanalyse:
▪ Burgerpeiling over diverse maatschappelijke thema’s
▪ Gesprekstafels waar geïnteresseerde burgers stellingen over de belangrijkste
maatschappelijke thema’s in de stad bespraken: mobiliteit, deelgemeenten, groen en
milieu, welzijn, stadsontwikkeling en economie.
▪ Burgemeester voor 1 dag-app: op basis van de resultaten van de burgerpeiling en
conclusies van de gespreksavonden, liet Diksmuide de ‘Burgemeester voor 1 dag-app’
ontwikkelen. Met deze app kunnen de Diksmuidelingen projecten uitkiezen die zij het
belangrijkst vinden, rekening houdend met de financiële ruimte. Bij deze projecten wordt
telkens de link gemaakt met de SDGs waar ze aan bijdragen. De resultaten worden
door de administratie geanalyseerd tegen uiterlijk eind september 2018.
- De tendensanalyse:
Het tweede luik van de externe analyse is de tendensanalyse. Die benoemt aan de hand van de
DESTEP-methode de externe factoren die een impact kunnen hebben op de toekomst van
Diksmuide en waarop dus extra moet ingespeeld worden. Eerst kregen de diensthoofden en de
deskundigen van stad en OCMW Diksmuide de kans om een vragenlijst in te vullen. Daarna
werden de diensthoofden en deskundigen uitgenodigd op een denkdag begin februari om
multidisciplinair na te denken over de diverse tendensen. Zo werd inzicht verworven in de
verschillende tendensen over diensten en clusters heen. Deze tendensen en externe factoren
werden vervolgens onderbouwd met cijfermateriaal.
3. Synthese: ‘Inspiratienota omgevingsanalyse’
De ‘Inspiratienota omgevingsanalyse’ is een samenvatting van alle input die verzameld werd zoals
hierboven beschreven. De externe analyse is opgebouwd volgens 6 thema’s:
1. Wonen
2. Werken en lokale economie
3. Leven
4. Ontspannen
5. Lokaal bestuur
6. Ecologie en omgeving
Per thema worden de belangrijkste vaststellingen opgelijst en de opportuniteiten en bedreigingen
die daaruit voortvloeien. In deze analyses wordt speciaal stilgestaan bij de SDGs. Voor elk thema
worden de SDGs aangeduid (met de bijhorende icoontjes) waar ze een impact op hebben en
een aantal acties beschreven die kunnen helpen om die SDGs te bereiken.
28
4. Communicatie van de resultaten
o Eind maart werden de inspiratienota en bijlagen gelanceerd via de website van de
stad en OCMW. Aan de adviesraden werd gevraagd om, vrijblijvend, een
aanvulling te maken op de inspiratienota vanuit de eigen expertise.
o Alle medewerkers kregen de kans om infosessies bij te wonen over de resultaten
van de externe en interne analyse. In het begin van deze infosessies werden
de SDGs toegelicht, aangezien deze zijn opgenomen in de inspiratienota én deze
in de nabije toekomst nog meer in beeld zullen verschijnen via diverse initiatieven.
Je kan de volledige omgevingsanalyse en inspiratienota downloaden op de website van de stad Diksmuide
of Anniek Durnez ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
Edegem (Antwerpse gemeente, ongeveer 21.800 inwoners)
1. Beslissing om een omgevingsanalyse en witboek (administratief memorandum) te schrijven. De
externe analyse is gebaseerd op de DESTEP, de interne analyse wordt gemaakt via een SWOT-
analyse. De beleidcel heeft reeds een exemplaire tabel opgesteld waarbij de DESTEP en SDGs
aan elkaar gelinkt worden – zie hieronder.12 Edegem heeft hierbij ook telkens aangegeven welke
cluster binnen de gemeente hiervoor verantwoordelijk is.13 Het kan lonen om per SDG aan te geven
welke diensten er het sterkst aan gelinkt zijn. Zo krijg je meer zicht bij welke diensten je moet
aankloppen voor informatie over die SDG, maar tegelijkertijd weten de verschillende diensten ook
beter aan welke SDGs ze het meest bijdragen.
2. Op het diensthoofdenoverleg (december 2017 en januari 2018) is voorgesteld wat het doel is van
de omgevingsanalyse en het witboek. Er is ook aangegeven dat de SDGs hierin meegenomen
zullen worden.
3. Elke cluster heeft met een beperkte groep (ongeveer 6 mensen) de SWOT-analyse – voor de
interne analyse - en DESTEP methode – voor de externe analyse – uitgevoerd. De teamleiders
hebben de info hieruit verder geprioriteerd.
Elke cluster heeft informatie ontvangen over de SDGs vooraleer de oefening te starten. Deze
info kregen ze via persoonlijke gesprekken met de SDG-trekkers binnen de gemeente, via een
SDG-lunchsessie of aan de start van de analyse-oefening.
- Opmerking: De SDGs kunnen ondersteuning bieden om voorstellen tot doelstellingen en acties
op tafel te leggen. Iemand die bijvoorbeeld twijfelt of hij/zij het idee over een hemelwaterplan
of openbare toiletten wel kan vermelden in zijn/haar cluster, zal aan de hand van de SDGs
(waar de organisatie achter staat) zien dat dit idee perfect te plaatsen is binnen deze agenda
en dat het dus ok is om dit idee aan te halen.
- Opmerking: Oorspronkelijk was het idee in Edegem om per cluster ook nog een aparte
12 Edegem heeft de SDGs gekoppeld aan de DESTEP-factoren waaraan ze het sterkst gelinkt zijn. Deze koppeling is dus anders dan in de tabel op p. 25, die uitgebreider is. Voor extra inspiratie over de link tussen SDGs en interne diensten, kan je ook bijlage C raadplegen.
13 De gemeente Edegem heeft een reorganisatie doorgevoerd waarbij de diensten gehergroepeerd zijn tot 11 clusters.
5 externe clusters (leven, wonen en ondernemen, vrije tijd, kind en maatschappij en publiek), 5 interne clusters
(communicatie en onthaal, personeel, financiën, patrimonium en facility) en een cluster beleid.
29
oefening te doen met de SDG-cirkeloefening. Dit is uiteindelijk niet doorgegaan, omdat tijdens
de SWOT en DESTEP al elementen naar boven zijn gekomen die getuigen van een
duurzaamheidsreflex.
4. Overleg met teamleider en eventueel een aantal teamleden over de SDGs. Op basis van de
SWOT- en DESTEP-analyse van jullie cluster, zijn er voldoende linken met de SDGs; is er nood
aan bijkomende info.
5. Op het niveau van de organisatie in zijn geheel heeft de beleidscel ook een SWOT- en DESTEP-
analyse gemaakt.
6. Er volgt nog een terugkoppeling naar het diensthoofdenoverleg, onder andere over hoe de
omgevingsanalyse en het witboek een integraal verhaal te maken.
7. Finaliseren OA en witboek. Hierbij zullen de SDGs gebruikt worden als moreel kompas.
Je kan Vicky Bangels ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
Voorbeeld link SDGs, DESTEP-factoren en diensten
SDG DESTEP
Le
ve
n
Wo
ne
n e
n
on
de
rne
me
n
Vri
je t
ijd
Kin
d e
n
ma
ats
ch
ap
pij
Pu
bli
ek
do
me
in
Co
mm
un
ica
tie
en
on
thaa
l
Pe
rso
ne
el
Fin
an
cië
n
Pa
trim
on
ium
en
fa
cilit
y
be
leid
1. Geen armoede Sociaal + politiek X X X
2. Geen honger Economie +
sociaal + ecologie
X X
3. Goede gezondheid en
welzijn
Demografie +
sociaal
X
4. Kwaliteitsonderwijs Sociaal + politiek X
5. Gendergelijkheid Sociaal + politiek X X X
6. Schoon water en
sanitair
Ecologie X X X
7. Betaalbare en
duurzame energie
Technologie +
ecologie + politiek
X X X
8. Eerlijk werk en Economie + X X X
30
Nazareth (Oost-Vlaamse gemeente, ongeveer 11.500 inwoners)
Nazareth koos de DESTEP-methode voor de externe omgevingsanalyse. De opmaak van de OA wordt ook
gebruikt om de medewerkers te laten kennis maken met de SDGs.
1. Plan van aanpak voor OA opgemaakt door trekkersgroep.
2. Voor de externe OA worden workshops gedaan met het gemeentepersoneel. Hierin worden de
trends/uitdagingen voor de gemeente besproken. Aan de start van de workshop worden de SDGs
voorgesteld, gekoppeld aan de boodschap dat Nazareth een SDG-pilootgemeente is en dat de
SDGs bijgevolg meegenomen worden in de OA. Er is ook een kennismakingsoefening: de
deelnemers aan de workshop kiezen er 3 SDGs uit en denken na over een bijdrage die de
gemeente hieraan kan leveren.
3. In het uiteindelijke document van de OA worden de SDGs – via de icoontjes – geplaatst bij de
zaken waar Nazareth echt een verschil kan maken (en dus niet bij alle elementen uit de OA).
De OA zal klaar zijn in december 2018. Cijfergegevens worden hierbij gekoppeld aan
beleidsvoorstellen vanuit de administratie.
Je kan Heidi Declercq ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
economische groei technologie
9. Industrie, innovatie en
infrastructuur
Technologie +
politiek
X X X
10. Ongelijkheid
verminderen
Demografie +
sociaal
X X X X X
11. Duurzame steden en
gemeenschappen
Demografie +
sociaal
X X
12. Verantwoorde
consumptie en productie
Ecologie X X X
13. Klimaatactie Ecologie X X X
14. Leven in het water Ecologie X X
15. Leven op het land Ecologie X X X
16. Vrede, veiligheid en
sterke publieke diensten
Politiek X X X X X X X X X X
17. Partnerschap om
doelstellingen te bereiken
Politiek X X X X X X X X X X
31
6.4 Scenario 4: Integratie op basis van de structuur van de Stads- of Gemeentemonitor
Waarom?
Je wil de SDGs integreren in jouw omgevingsanalyse (OA) en wil daarvoor gebruik maken van de structuur
van een bestaande, uitgebreide en betrouwbare gegevensbron. Je wil de SDGs horizontaal opnemen
doorheen de OA.
De Stadsmonitor omvat 11 onderwerpen.14
Naast de Gemeentelijke Profielschets15 (een verzameling van cijfers en statistieken) die momenteel reeds
is uitgewerkt, geeft ook de Stadsmonitor zeer uitgebreide en waardevolle kwantitatieve data.
Centrumsteden beschikken reeds over zo’n monitor. Het Agentschap Binnenlands Bestuur van de Vlaamse
overheid is volop bezig met het opstellen van een Gemeentemonitor16. Vanaf maart 2018 zal er voor elke
Vlaamse gemeente één beschikbaar zijn. In de Gemeentemonitor komen 15 onderwerpen aan bod, die in
lijn liggen met de onderwerpen uit de Stadsmonitor. De onderwerpen zijn: (1) demografie, (2) ruimte en
infrastructuur, (3) personeel, (4) financiën, (5) overheid, (6) armoede, (7) cultuur en vrije tijd, (8) mobiliteit,
(9) natuur/milieu en energie, (10) ondernemen en werken, (11) onderwijs en vorming, (12) samenleven,
(13) wonen en woonomgeving en (14) zorg en gezondheid en (15) organisatie.
14 https://ww w.stadsmonitor.vlaanderen.be/ 15 http://www.statistiekvlaanderen.be/monitor-gemeentelijke-profielschetsen 16 https://www.gemeentemonitor.vlaanderen.be/home. Op de VVSG Trefdag die doorging in oktober 2017 werd in
primeur een toelichting gegeven.
32
Proces
Stap 1: Coördinatiegroep
Stel een coördinatiegroep samen die minstens bestaat uit 1 coördinator en meerdere
werkveldverantwoordelijken. De werkveldverantwoordelijken nemen één of meerdere onderwerpen uit de
Stads- of Gemeentemonitor voor hun rekening. De coördinator brengt de analyses samen en levert een
samenhangend einddocument af.
Stap 2: SDGs kennen
Zorg ervoor dat, op zijn minst, de mensen die zullen meewerken aan de opmaak van de omgevingsanalyse
de SDGs ook kennen. Dit kan via een toelichting (je kan je hiervoor inspireren op de VVSG-presentatie),
de VVSG-brochure, de SDG-video van VVSG, … .
Stap 3: Sjabloon
Werk met de coördinatiegroep een sjabloon uit om de informatie uit de gesprekstafels of de
cirkeloefeningen te verzamelen. Gebruik deze sjablonen tijdens stap 4.
Stap 4: Informatie verzamelen & link leggen met SDGs/Monitor
Om de onderwerpen en gegevens uit de Stads- of Gemeentemonitor te linken aan de SDGs kan je op twee
manieren te werk gaan.
a. Optie 1: Gesprekstafels per onderwerp
Organiseer per onderwerp van de Stads- of Gemeentemonitor een gesprekstafel met medewerkers
van alle betrokken diensten. Denk per onderwerp na over onder meer cijfermateriaal, kwalitatieve
gegevens, lopende acties, en tendensen.17
Grijp de gesprekstafel ook aan om het besproken onderwerp te linken aan de SDGs. Aan welke
SDGs is bijvoorbeeld ‘wonen’ verbonden, of ‘cultuur en vrije tijd’.
Na afloop van alle gesprekstafels maakt de coördinatiegroep een tabel op van de link tussen de
onderwerpen uit de Stads- of Gemeentemonitor en de SDGs. Deze kan er als volgt uitzien.
17 Zie ook bijlage A.
VOORDEEL NADEEL
+ De Stads/Gemeentemonitor is
voorhanden
+ Bestaande structuur om de
omgevingsanalyse vorm te geven
+ De monitor is objectief, uitgebreid en
uniform
- Niet alle 17 SDGs komen aan bod in de
monitor
- De Gemeentemonitor is pas beschikbaar
vanaf maart 2018
33
Voorbeeld link onderwerpen Monitor en SDGs
SDG
Stadsmonitor 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Cultuur en vrije tijd X X X X X
Leren en onderwijs X X X
Ondernemen en
werken X X X X
Wonen X X X X X
Gezinnen in de stad X X X X X X
Veiligheidszorg X X X X
Mobiliteit X X X X X
Burgerschap en
overheid X X X
Sociale principes X X X X X X X
Zorg en opvang X X X X
Natuur- en
milieubeheer X X X X X X X X
SDG
Gemeentemonitor 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Demografie X X X X X X X X
Cultuur en vrije tijd X X X X X
Onderwijs en vorming X X X
Ondernemen en
werken X X X X
Wonen en
woonomgeving X X X X X X
Ruimte en
infrastructuur X X X X
Personeel X X X X X X X
Mobiliteit X X X X X
34
Overheid X X
Financiën X X
Armoede X X X X
Samenleven X X X X
Zorg en gezondheid X X X X X
Natuur/milieu en
energie X X X X X X X X
Organisatie X X
b. Optie 2: Cirkeloefening per dienst
Als je geen tijd hebt om een gesprekstafel per onderwerp te
organiseren en/of je de opmaak van de omgevingsanalyse eerder wil
aangrijpen om de medewerkers te sensibiliseren over de SDGs, dan is
deze optie misschien een betere keuze.
Maak de VVSG-cirkeloefening in elke dienst met het diensthoofd,
aangevuld met een werkbare groep van medewerkers18. Elke dienst
verzamelt nadien cijfermateriaal en kwalitatieve informatie over alles
wat in de SDG-cirkeloefening naar boven is gekomen.
De coördinatiegroep maakt achteraf zelf de link tussen de onderwerpen
van de Stads- en Gemeentemonitor en de SDGs (zie tabel hierboven
als voorbeeld); ze vraagt dus niet aan de diensten om dit te doen. De coördinatiegroep gebruikt de
gegevens verzameld uit de cirkeloefeningen (die de diensten hebben gemaakt) als input voor de
omgevingsanalyse.
Stap 5: Synthese
Het document bevat 11 of 15 hoofdstukken, één voor elk onderwerp uit de Stads- of Gemeentemonitor.
Onder elk hoofdstuk voeg je de relevante SDG-labels toe (zie tabel hierboven).
Praktijkvoorbeelden
Oostende (West-Vlaamse stad, 71.000 inwoners)
Oostende bouwt haar OA driejaarlijks op aan de hand van de Stadsmonitor, die ook aparte analyses voor
de 8 Oostendse wijken omvat. De thema’s van de Stadsmonitor vormen de hoofdstukken van de OA. In
2018 maken stad en OCMW voor het eerst een gezamenlijke omgevingsanalyse op.
1. De strategische dienst groepeert de informatie en is verantwoordelijk voor het einddocument. Zij
werken nauw samen met een transversale stuurgroep van 8 à 10 mensen die affiniteit hebben
met cijfers uit verschillende diensten van zowel de stad als het OCMW. De stad neemt de regie
op, maar werkt dus nauw samen met het OCMW.
2. VVSG gaf een SDG-infosessie aan de diensthoofden. In het personeelsblad werd breed
gecommuniceerd over de SDGs. Tijdens een infomoment voor het personeel werd een SDG-
18 Idealiter wordt de VVSG-cirkeloefening gemaakt met maximum 8 tot 10 personen.
35
intranetpagina gelanceerd waarop zij aangaven rond welke SDGs zij werken. De intranetpagina
bevat ook uitleg over de doelstellingen met concrete voorbeelden, het VVSG-animatiefilmpje,
linken naar informatiebronnen over de SDGs, enzovoort. Het OCMW focust zich in eerste instantie
op het volgende meerjarenplan, om vervolgens intern draagvlak te creëren voor de SDGs.
3. Per thema van de Stadsmonitor wordt een brainstormvergadering georganiseerd om bijkomende
informatie te verzamelen. De strategische dienst verzamelt en stroomlijnt alle informatie.
4. Icoontjes in de marge geven visueel weer bij welke SDGs de hoofdstukken aansluiten. De linken
tussen en dus het transversale karakter van de beleidsdomeinen worden zo duidelijk gemaakt.
5. Aan de OA wordt een bijlage toegevoegd waarin de SDGs kort worden toegelicht, net als de
subdoelstellingen die relevant zijn voor het lokale beleid in Oostende.
Je kan de omgevingsanalyse downloaden op de website van de stad Oostende.
Halle (Vlaams-Brabantse stad, ongeveer 36.500 inwoners)
Halle laat een eigen stadsmonitor opmaken, waarbij burgers bevraagd worden op wijkniveau. Deze monitor
vormt de basis voor de externe omgevingsanalyse. De diensten worden ook nog bevraagd voor extra
input/feedback.
Aangezien deze monitor een omvangrijk document is, wordt er ook een samenvatting gemaakt. Hierin
spelen de SDGs een belangrijke rol. Hoewel de SDGs niet de basis vormen voor de stadsmonitor van
Halle, wordt de synthese van deze monitor wel opgesteld aan de hand van de 17 SDGs. Enkel de thema’s
die niet van toepassing zijn voor Halle zullen niet aan bod komen.
Sint-Truiden (Limburgse stad, ongeveer 40.000 inwoners)
Sint-Truiden gebruikt voor haar omgevingsanalyse niet de structuur van de Stadsmonitor, maar wel de
cijfers. Bovendien vertoont hun aanpak sterke gelijkenissen met het proces zoals beschreven in dit
scenario.
1. Startmoment omgevingsanalyse:
• Toelichting over verschillende trajecten: begeleiding door consultant Q&A, SmartCities,
SDG-piloottraject
• Samenstelling van de transversale trekkersgroep ‘Sint-Truiden 2030’. De trekkersgroep
bestaat uit een 30-tal personeelsleden (zowel leden van het managementteam als
thematische experts) en coördineert de opmaak van de omgevingsanalyse en de
inspiratienota
2. Inspiratiedagen voor het personeel: de 4 personeelsclusters maken de SDG-cirkeloefening.
3. Denkdag met de trekkersgroep: op basis van de gemaakte cirkeloefeningen (zie 2.) leggen zij de
36
link met 120 SDG-subdoelstellingen.
4. Informatie verzamelen:
• Traject met Q&A (5 bijeenkomsten):
1. Externe analyse (algemeen en per cluster)
2. Interne analyse (per cluster)
3. Denkoefening rond de SDGs
4. Terugkoppeling van de resultaten
5. Voorbereiding inspiratienota
• interne enquête: bevraagd het stadspersoneel over de toekomst van de stad en de
organisatie
• City Scan onder begeleiding van Tomorrow Lab: bijeenkomsten met een groep
personeelsleden om na te denken over het Sint-Truiden van 2050
• ‘Buitenpret’: bevraagd burgers over de herinrichting van speelpleinen en speelterreinen
• Stadsmonitor 2018
• Vrijetijdsmonitor 2018
• Gebruikersonderzoek bibliotheek
5. De verschillende diensten stellen nota’s op met informatie over en tendensen in hun werkveld, die
zij ook koppelen aan de SDGs.
6. Op basis van de nota’s van de diensten en de verzamelde informatie maakt het managementteam
de finale omgevingsanalyse en inspiratienota op. De inleiding verduidelijkt waarom de SDGs als
kapstok zijn gebruikt. Voor elk van volgende thema’s worden tendensen, doelstellingen, acties
en de link met de SDGs beschreven:
• Context en wetgevend kader
• De stadsorganisatie van de toekomst
• De dienstverlening van de toekomst
• De stadscommunicatie van de toekomst
• Technologie / naar een smart city
• Tijd voor vrije tijd
• Erfgoed is toekomst
• Een inclusief en integraal lokaal en sociaal beleid
• Patrimonium en stadsinfrastructuur van de toekomst
• Ruimte en omgeving van de toekomst
7. Vlak na de gemeenteraadsverkiezingen wordt de inspiratienota tijdens een toonmoment
gepresenteerd aan het personeel, de beleidsmakers en wellicht ook de burgers.
Je kan Bert Flossie ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
Roeselare (West-Vlaamse stad, ongeveer 62.000 inwoners)
Roeselare gebruikt voor haar omgevingsanalyse niet de structuur van de Stadsmonitor, maar wel de cijfers.
Bovendien vertoont hun aanpak gelijkenissen met het proces zoals beschreven in dit scenario.
De OA en administratief memorandum zijn één geheel in Roeselare. De SDGs zijn verwerkt in de fiche
37
rond duurzaamheid en via de icoontjes in het eigenlijke document.
1. De strategische cel van Roeselare heeft een werkwijze voor het memorandum (OA +
administratieve nota) opgesteld, die ook intern goedgekeurd is.
2. Er zijn een aantal hoofdthema’s, zoals warme stad, waarvoor KPI’s zijn opgesteld.
3. Aan elke dienst is gevraagd om een fiche op te maken waarin ze cijfers meegeven, een stand van
zaken en een aantal beleidssuggesties. Er is niet specifiek gevraagd om de SDGs hierin een plaats
te geven. De fiches van de diensten zijn vervolgens geplaatst binnen de hoofdthema’s.
4. Er zijn twee transversale thema’s in het memorandum: smart cities en duurzaamheid. Deze
komen vooraan in het memorandum en hebben elk een fiche. In de fiche duurzaamheid worden
de SDGs als leidraad genomen. Er wordt ook een managementkader voorgesteld die de
voorwaarden kan scheppen voor een duurzame transitie (zoals een andere rol voor de lokale
overheid, samenwerking met andere actoren en het creëren van een duurzaamheidsreflex). Een
duurzaamheidsrapport vormt hier een onderdeel van.
5. In de finale versie van het memorandum worden de bijhorende SDGs icoontjes toegevoegd aan
de verschillende fiches. Hierbij wordt uitgegaan van wat de diensten in deze fiche geschreven
hebben (enkel die SDGs erbij geplaatst), niet van wat de potentiële impact van bijvoorbeeld cultuur
kan zijn op de SDGs. Er is ook een register waarbij per subthema wordt aangeven met welke
SDGs er een link is op basis van de inhoud van de fiches.
Door de SDGs mee te nemen in het proces van de opmaak van het memorandum, is dit een eyeopener
voor het management dat duurzaamheid veel breder gaat dan enkel klimaat.
Je kan Wouter De Spiegelaere Wouter ([email protected]) contacteren voor meer
informatie.
38
6.5 Scenario 5: Basisintegratie
Waarom?
Je kiest voor de basisintegratie wanneer er al heel wat expertise werd opgebouwd in je bestuur rond het
opstellen van een kwaliteitsvolle omgevingsanalyse (OA). Je hebt in het verleden al een gestructureerde
OA uitgevoerd die je telkens hebt geüpdatet. Je wil de bestaande structuur niet overboord gooien.
Bovendien geven legislatuur-overschrijdende tendensen in de cijfers of breuklijnen in bepaalde evoluties
net een relevante insteek voor nieuw beleid. Behoud het proces en de structuur van het document, maar
verrijk de OA met behulp van de 17 SDGs.
Is de OA is al bijna volledig afgerond op het moment dat je dit document leest, dan is scenario 5 mogelijk
ook de beste optie.
VOORDEEL NADEEL
+ Vergt relatief weinig extra
tijdsinvestering
+ Het proces van de OA hoeft niet te
veranderen
+ Staat los van de timing van de OA; kan
ook als oefening achteraf ingepland
worden
+ Het wordt duidelijk welke SDGs niet
aan bod komen in de OA
- Achteraf een sticker kleven betekent dat je ook
pas laat in het proces mogelijke hiaten ontdekt
- De concrete SDGs vastleggen in de beleidsnota
en het meerjarenplan zal later minder evident
zijn
Proces
Stap 1: Opmaak OA
Maak je OA op, eventueel gebaseerd op een bestaand proces. De link met de SDGs wordt in dit stadium
nog niet gelegd.
Stap 2: Coördinatiegroep
Stel een coördinatiegroep samen die de link gaat leggen tussen de onderwerpen die in de OA worden
behandeld en de SDGs.
Stap 3: SDGs kennen
Zorg ervoor dat, op zijn minst, de mensen uit de coördinatiegroep de SDGs ook kennen. Dit kan via een
toelichting (je kan je hiervoor inspireren op de VVSG-presentatie), de VVSG-brochure, de SDG-video van
VVSG, … .
39
Stap 4: Link OA aan de SDGs
Om de bestaande OA en de verzamelde gegevens af te toetsen aan de SDGs, overloop je best met de
coördinatiegroep het bestaande document van de OA.
Tijdens deze oefening zal duidelijk worden of er rond elke SDG informatie beschikbaar is.
Mocht dit niet het geval zijn, dan heb je potentieel waardevolle hiaten ontdekt en kan een
tweede informatieronde een meerwaarde zijn. Mogelijk is het nuttig om voor blinde vlekken
externe partners te betrekken die meer inzicht kunnen bieden in een specifieke SDG.
Er zijn twee mogelijkheden om de SDGs te integreren in de OA.
a. Optie 1: Leeswijzer of register
Aan het begin of einde van het document voeg je een lijst van de 17 SDGs toe. Alle
hoofdstukken/begrippen/elementen die in de OA aan bod komen worden in deze leeswijzer onder het juiste
thema gezet, eventueel aangevuld met de pagina waar dit kan terug gevonden worden. Dit register kan
voor de lezer echt een meerwaarde zijn, zonder dat de leesbaarheid van het document verstoord wordt.
Voorbeeld
1. GEEN ARMOEDE
vervoersarmoede p. 5
woonkwaliteit p. 13
… …
7. BETAALBARE EN DUURZAME ENERGIE
woonkwaliteit p. 14
bouw nieuwe bibliotheek p. 21
… …
9. INDUSTRIE, INNOVATIE EN INFRASTRUCTUUR
vervoersarmoede p. 7
bouw nieuwe bibliotheek p. 19
… …
10. ONGELIJKHEID VERMINDEREN
vervoersarmoede p. 5
… …
11. DUURZAME STEDEN EN GEMEENSCHAPPEN
woonkwaliteit p. 13
17. PARTNERSCHAPPEN OM DOELSTELLINGEN TE
BEREIKEN
woonkwaliteit p. 15
bouw nieuwe bibliotheek p. 22
... …
40
Tip: je hoeft de leeswijzer niet te beperken tot de SDGs. Ook belangrijke elementen uit de visie, actuele
concepten, relevante begrippen uit de stad of gemeente kunnen toegevoegd worden om de checklijst uit
te breiden, bijvoorbeeld Talentvolle Stad of toegankelijkheid.
b. Optie 2: Stickeren
Voeg doorheen het document van de OA de symbolen van de 17 SDGs als stickers toe aan de
verschillende hoofdstukken/onderdelen.
Opgelet: Stickeren kan de leesbaarheid van het document in gedrang brengen. De
hoofdstukken of thema’s uit de OA kunnen immers vaak gelinkt worden aan meerdere SDGs
waardoor de stickers wanordelijk of chaotisch kunnen overkomen. De lezer dreigt zo het
overzicht te verliezen.
Bij het stickeren is het ook riskant dat in het verdere beleidsplanningsproces alle acties of actieplannen met
één van de 17 thema’s worden gelabeld terwijl de betreffende actie niet noodzakelijk duurzaam is.
Voorbeeld
Lokaal woonbeleid
Praktijkvoorbeelden
Berlaar (Antwerpse gemeente, ongeveer 11.000 inwoners)
Berlaar koos voor scenario 5 ‘Basisintegratie’, omdat de structuur van de omgevingsanalyse al in een zeer
vroeg stadium was vastgelegd. De omgevingsanalyse van Berlaar valt uiteen in een Witboek met een
interne analyse, situationele analyse en externe analyse enerzijds en een Inspiratienota waarin een aanzet
wordt gegeven tot het afbakenen van kernkwesties en het uitstippelen van strategieën anderzijds.
De SDGs komen aan bod in de externe analyse. Berlaar hanteert hier een eigen werkwijze, geschoeid op
de DESTEP-methode, waarin de 6 oorspronkelijke invalshoeken het gezelschap krijgen van 9 bijkomende
‘vensters op de wereld’. Voor deze 15 thema’s wordt telkens de uitgangssituatie in kaart gebracht om dan
toekomstgericht een blik te werpen op de relevante trends en tendensen. Icoontjes maken duidelijk met
welke SDGs elk thema een link heeft.
In de Inspiratienota komen SDGs niet uitdrukkelijk aan bod, maar duurzaamheid komt wel regelmatig terug.
Zo benadrukt de Inspiratienota dat duurzame ontwikkeling een organisatiebreed thema is en wordt er een
lans gebroken voor een duurzaam aankoopbeleid, groenonderhoud en gebouwenbeheer.
Je kan Eva Keirsmaekers ([email protected]) contacteren voor meer informatie.
41
Oostkamp (West-Vlaamse gemeente, ongeveer 23.500 inwoners)
Oostkamp liep reeds voor deelname aan het piloottraject het traject Visie Oostkamp 2030, waarbij burgers
geconsulteerd werden over hun toekomstbeeld voor Oostkamp. Hierbij is ook een externe OA gedaan
(cijfers) en is een expertengroep van deskundigen betrokken. In Visie Oostkamp 2030 zijn er drie grote
pijlers: verbondenheid, toegankelijkheid, betrokkenheid. Dit traject vormt de basis voor de OA.
1. Op basis van Visie Oostkamp 2030 zijn 8 grote domeinen geselecteerd. Voor elk van deze
domeinen zijn in het hoofddocument uitdagingen geformuleerd en is nagegaan met welke SDGs
ze een link hebben.
Bijvoorbeeld domein Wonen (= kwaliteitsvol wonen op ieders maat).
Link met volgende SDGs:
2. Als bijlage aan de OA wordt een tabel toegevoegd waarbij per domein per bijhorende SDG een
overzicht wordt gegeven van de huidige acties en projecten, alsook de mogelijke
uitdagingen en mogelijke acties. Deze uitdagingen en acties zullen de basis vormen voor het
administratief memorandum.
3. Vanaf oktober 20218 wordt per cluster (domein) een zelfevaluatie gedaan via de SWOT-analyse.
Daarnaast zal elke cluster een voorstellen van acties formuleren naar de nieuwe bestuursploeg.
Hierbij wordt de drafttabel met mogelijke uitdagingen en acties verder verfijnd en aangevuld.
Om deze oefening vlotter te laten verlopen, zal aan het begin van elke oefening per cluster
stilgestaan worden bij de SDGs: bij welke SDGs sluit de cluster volgens de deelnemers het meeste
aan?
Per overleg is ook een procesbegeleider aanwezig. Deze kan de SDGs in het gesprek brengen.
4. Analyse van de clustergesprekken en aanvulling van de tabel met uitdagingen en mogelijke acties
per domein.
Gent (Oost-Vlaamse stad, ongeveer 259.000 inwoners)
Stad Gent wou het uitgebreide proces en de bestaande structuur van de omgevingsanalyse behouden en
Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare en moderne energie voor
iedereen
Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame
industrialisering en stimuleer innovatie
Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en
duurzaam
42
koos dan ook voor dit scenario. Aan de omgevingsanalyse wordt een SDG-register toegevoegd. Daarnaast
doorliep Gent ook het traject Gent Over Morgen, waarbij beleidsvoorstellen gedestilleerd werden met het
stadspersoneel. Deze voorstellen zijn achteraf aan de SDGs gekoppeld.
Omgevingsanalyse Gent
1. In het kader van de externe omgevingsanalyse (voor de interne omgevingsanalyse werd een apart
traject gelopen) zijn 13 beleidsdomeinen geïdentificeerd. Voor de externe OA zijn er bijgevolg 13
hoofdstukken waarvoor telkens een schrijfgroep verantwoordelijk is. De schrijfgroep bestaat uit 1
of meerdere experten, ondersteund door coördinator van de OA. Deze plan van aanpak werd in
september 2017 goedgekeurd door het managementteam.
2. De coördinator van de OA heeft voor elk van de 13 beleidsdomeinen een begrippenlijst opgemaakt.
Deze is voorgelegd aan de schrijfgroepen. Deze hadden de opdracht om de begrippenlijst aan te
vullen en om de begrippen onder de SDGs te plaatsen. Deze oefening is geresulteerd in het
SDG-register dat aan de synthese van de OA wordt toegevoegd.
3. In mei is de OA opgestuurd naar het college, zodat de politiek hiermee ook nog aan de slag kan
naar aanleiding van de verkiezingen in oktober 2018.
4. In de uitgebreide OA is geen verwijzing gemaakt naar de SDGs. In de inleiding is wel aangegeven
dat de SDGs als één van de scanmethodieken zijn gebruikt om de thema’s inhoudelijk open te
trekken en de cijfers aan te passen en te updaten.
De verkorte versie van de OA bevat wel een expliciete koppeling met de SDGs, namelijk in de vorm
van het SDG-register.
Je kan de online versie van de OA raadplegen via de website van stad Gent.
Traject Gent over Morgen
Het traject Gent over Morgen is een ambtelijke denkoefening om de toekomstige uitdagingen van de stad
in kaart te brengen en samen mogelijke beleidsvoorstellen als antwoorden uit te werken. Er wordt hierbij
gewerkt rond 9 thema’s. De tijdshorizon is 2040; het is dus de bedoeling om over de legislaturen heen te
plannen.
1. Per thema is er een thematafel met een 10-tal experten vanuit verschillenden diensten. Er waren
3 overlegmomenten per thematafel.
a. Moment 1: verkennen van het thema op basis van brede input (cijfers en wijksignalen).
Vertrekken vanuit de vraag ‘wat als…’, bv wat als we vanuit het perspectief van mensen in
armoede naar vervoer kijken.
b. Moment 2: verdiepen van het thema waarbij problemen en uitdagingen worden blootgelegd
en een eerste aanzet wordt gegeven voor beleidsopties. Vertrekken vanuit de vraag ‘hoe
kunnen we…’, bv hoe kunnen we vervoersarmoede aanpakken. Hierbij wordt de vraag
benaderd vanuit verschillende perspectieven, zoals de wijzigde rol van de overheid en
technologie.
c. ‘Raad van academici’: de reeds geformuleerde beleidsopties worden voorgelegd aan
academici zodat zij kunnen aangeven wat zij prioritair zien en wat nog ontbreekt.
d. Moment 3: keuzes maken, ambities en beleidsopties formuleren. Er is extra aandacht voor
43
verknoping tussen verschillende thema’s.
2. De uiteindelijke suggesties en beleidsopties zijn verzameld op een interne website. De dienst
strategie en coördinatie heeft deze beleidsvoorstellen op de website gelinkt aan de SDGs. Zie ook
het voorbeeld hieronder. Naast een algemeen overzicht van de 17 SDGs met de daarbij horende
beleidsvoorstellen, kan je ook doorklikken zodat je op een afzonderlijke pagina per SDG komt.
3. Dit traject is afgerond eind 2017-begin 2018, zodat de ideeën nog konden meegegeven worden
aan de politici vooraleer ze aan hun verkiezingsprogramma’s begonnen.
44
7 INTERNE ANALYSE
Waarom de SDGs betrekken bij de interne analyse?
De omgevingsanalyse (OA) bevat ook een onderdeel interne analyse. Daarbij ligt de focus op de
zelfevaluatie van de organisatie en haar dienstverlening. We verwijzen hiervoor naar de leidraad voor
organisatiebeheersing of het Traject naar Uitmuntendheid en de zelfevaluatie-instrumenten die hiervoor
zijn ontworpen. Het is zeker opportuun om de interne analyse ook te maken vanuit de invalshoek van de
SDGs.
Doelstelling 16 verwijst impliciet naar de eigen werking van het lokaal bestuur. Het gaat immers over
‘doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen’. Thema’s die onder SDG 16 vallen hebben een link
met de werking en de integrale kwaliteit van het dienstverleningsaanbod van OCMW en gemeente. Het
betreft onderwerpen als participatie, toegankelijkheid, effectiviteit, financiële transparantie, integriteit en
efficiëntie.
Daarnaast is de stad een belangrijke actor op verscheidene terreinen (eigenaar van gebouwen, consument,
werkgever, …) en kan dus op vlak van duurzaamheid niet achterblijven. Er kunnen in dit geval linken
gevonden worden met al de andere SDGs. Enkele voorbeelden: zijn de stadsgebouwen energiezuinig
(SDG 7), worden in overheidsopdrachten duurzaamheidseisen gesteld (SDG 12), worden verbouwingen
van stadsgebouwen uitgevoerd met oog voor duurzaamheid (SDG 9, SDG 13), ...? Of als werkgever: hoe
is het gesteld met welzijn en gezondheid bij de werknemers van de stadsdiensten (SDG 3), wordt
levenslang leren gestimuleerd (SDG 4), worden initiatieven genomen om gendergelijkheid te garanderen
(SDG 5), …? De voorbeeldfunctie van het lokaal bestuur in deze domeinen is ontegensprekelijk. Het is
belangrijk de SDGs mee te nemen bij de interne analyse.
Hoe?
De VVSG-cirkeloefeningen (3 niveaus) lenen zich ertoe om ook de interne analyse van de OA te maken
aan de hand van de SDGs. Er zijn twee mogelijkheden om dit te doen.
a. Optie 1: geïntegreerde oefening met één van de 5 scenario’s
Als je bij de opmaak van de OA werkt met één van de 5 scenario’s en de VVSG-cirkeloefening
maakt, kan je de werkgroepen/teams vragen om ook al na te denken over hoe de gemeente intern
(vb. via personeelsbeleid, eigen gebouwen, aankoopbeleid) bijdraagt tot elk van de SDGs. Deze
informatie kan je dan gebruiken voor de interne analyse.
b. Optie 2: aparte oefening
Je koppelt de oefening rond de externe OA (= de 5 scenario’s) los van de interne analyse. Je vraagt
aan de diensten om in een aparte workshop de VVSG-cirkeloefening te maken en hierbij na te
denken over hoe het lokaal bestuur intern werkt (en eventueel in de toekomst nog beter kan
werken) rond de verschillende SDGs. De output van deze workshops verwerk je in de interne OA.
45
8 ADMINISTRATIEF MEMORANDUM
Het administratief memorandum (ook soms witboek of inspiratienota genoemd) bevat suggesties vanuit de
administratie naar het (toekomstig) beleid. Daar waar de omgevingsanalyse (OA) een objectief beeld
schetst, gaat het memorandum over tot een interpretatie van het cijfermateriaal en de kwalitatieve
informatie. Deze interpretatie vanuit de praktijk kan tot zeer waardevolle ideeën of ambities leiden die
inspiratie geven aan het beleid om de toekomst van de stad of gemeente vorm te geven.
Het document op zich kan op exact dezelfde manier onderverdeeld worden als de OA en dus naar structuur
ook één van de beschreven scenario’s volgen om de link met de SDGs aan te geven. Procesmatig vloeit
dit bijna vanzelfsprekend voort uit de analysefase van de OA. Je kan voor de inhoud met de betrokken
diensten (opnieuw) de VVSG-cirkeloefening maken, maar dan met de focus op de toekomst: hoe kan de
stad of gemeente het beter doen vanuit de prioriteiten die uit de OA zijn gebleken?
Je kan bij het uitvoeren van één van de scenario’s ook gelijktijdig bij medewerkers of partners peilen naar
mogelijke voorstellen en ideeën voor de toekomst. Beide opties zijn mogelijk. Let wel op dat je de objectieve
“foto” van de stad of gemeente (OA) niet verwart met de aanzet tot toekomstig beleid (administratief
memorandum).
Het opstellen van een administratief memorandum blijft evenwel een delicate evenwichtsoefening omdat
we ons bevinden op het raakvlak tussen administratieve en politieke bevoegdheid. Het respect voor het
primaat van de politiek bij het maken van beleidskeuzes staat niet ter discussie. Anderzijds zou je als
administratie tekortschieten in de beleidsvoorbereidende verantwoordelijkheid, indien niet op zijn minst
conclusies worden verbonden aan de analysefase. Het aangeven van de belangrijke uitdagingen en
mogelijke beleidsopties voor de komende legislatuur is een logische stap in het beleidsplanningsproces.
Afhankelijk van de lokale situatie en gevoeligheden is de speelruimte voor de administratie op dat vlak ruim
of net heel beperkt. Vandaar ook reeds de strategische keuze voor de titel van het document.
46
9 BIJLAGEN
9.1 Bijlage A. Gegevensverzameling per SDG
De pilootgemeenten hebben per SDG een aanzet gegeven van de informatie die ze willen verzamelen. Dit
is hieronder weergegeven, opgesplitst tussen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. De lijst is
representatief, maar zeker niet exhaustief.
1. GEEN ARMOEDE
Kwantitatief
Leegstandsheffing Aantal kinderen
geboren in armoede
Kinderarmoedecijfers (!) Ondersteuning
huisvesting
Gemiddeld inkomen
per hoofd
Aantal kansarmen Werkloosheidscijfers Sociale tarieven
Cijfers alleenstaanden Capaciteit van het
OCMW
LL, aanvullende steun,
subsidie
Aantal dossiers
schuldbemiddeling
Gemiddelde
schuldbemiddeling
Kwalitatief
Verdoken armoede Gaan alle 2.5- jarigen
naar school?
Drempel digitalisering Vrijetijdsparticipatie
Werkende armen Effect van
cultuurverschillen
Soorten armoede Armoede bij jongeren
en senioren
Kansarmoede-atlas Link met onderwijs
2. GEEN HONGER
Kwantitatief
Aantal burgers dat
lokale producten koopt
Aantal korte keten
landbouwbedrijven
Cijfers over
zwaarlijvigheid bij
kinderen
Aantal gebruikers van
het sociaal restaurant
Aantal voedselteams Hoeveelheid
voedseloverschotten
Provinciale
landbouwcijfers
Gemeentelijke
veestapel
Meststapel Aantal stadstuintjes % lokale
productie/consumptie
Aantal bio-
landbouwers
Kwalitatief
Hoe kunnen we
herverdelen?
Wat krijgen onze
kinderen mee naar
school voor de lunch?
Hoe gezond eet onze
burger?
Voedselverspilling
47
3. GOEDE GEZONDHEID EN WELZIJN
Kwantitatief
Aantal sportclubs Verkeersongevallencijfers Capaciteit residentiële
ouderenzorg
Burn-outcijfers
Wachtlijsten voor
zorginstellingen
Aantal valongelukken Aantal
doorverwijzingen
(“bewegen op
doorverwijzing”)
Graad
(sport)actieve
bevolking per
leeftijd
Aantal sportactiviteiten
per doelgroep
Aantal langdurig zieken Obesitascijfers Aantal kinderen in
sportclubs
Aantal senioren versus aantal plaatsen WZC, DVC,
KV, assistentiewoningen
Kwalitatief
Waar komt de
volgende
buurtsportschool?
Waar zijn nog
kinderdagverblijven
nodig?
Psychisch
welbevinden van
personeel
Toegang tot betaalbare
kinderopvang
Kwaliteit van de
woningen
Sport @ work Sportinfrastructuur Organisatie eerstelijns
gezondheidszorg
4. KWALITEITSONDERWIJS
Kwantitatief
Aantal leerlingen in
basis- en secundair
onderwijs (buiten
gemeente)
Verhouding met
buurtgemeenten
Aantal anderstaligen in
onderwijs
Scholingsniveau
Spijbelgedrag Schoolcijfers (zorg,
uitstroom…)
Ongekwalificeerde uitstroom per school
Kwalitatief
Is er genoeg capaciteit
basisonderwijs
Impact flankerend
onderwijsbeleid
Ongelijkheid in het
onderwijs
Moedertaal kinderen
Mogelijkheden
onderwijs
Hoe wordt in scholen
ingezet op beweging
en gezonde voeding?
Aansluiting van
onderwijs op
arbeidsmarkt
Waarom zijn er
verschillen in
samenstelling van de
schoolbevolking?
48
5. GENDERGELIJKHEID
Kwantitatief
Verschil tussen lonen
van mannen en
vrouwen
Verschil in
werkloosheid
Verhouding M/V bij het
gemeentepersoneel
Tewerkstelling van
vrouwen op het
platteland
Verschil tewerkstelling
tussen M/V, Belg/niet-
Belg, jong/oud
Kwalitatief
Sportinfrastructuur die
rekening houdt met
gender
Flexibele werkuren
personeel
6. SCHOON WATER EN SANITAIR
Kwantitatief
Aandeel van
regenwater in het
waterverbruik
Verziltingsgraad Verbruik/inwoner Gebruik kraantjeswater
versus flessenwater
Is water betaalbaar
voor iedereen?
Aansluiting water Zuiveringsgraad water Opslagcapaciteit
(buffering)
Kwalitatief
Wie heeft
moeilijkheden om aan
water te geraken?
Kwaliteit van het water
(!)
Waterbeheersing Kwaliteit van grond- en
oppervlaktewater
Welk water is proper
om te zwemmen?
7. BETAALBARE EN DUURZAME ENERGIE
Kwantitatief
Hoe scoort ons bestuur
op energieverbruik?
Aandeel hernieuwbare
energie in eigen
stad/gemeente (!)
Energieverbruik van
de woningen (!)
Hoeveel worden
ondersteunende
energiemaatregelen
gebruikt?
Kwalitatief
Waterlopen als
energiebron gebruiken
49
8. EERLIJK WERK EN ECONOMISCHE GROEI
Kwantitatief:
Werkloosheid voor
verschillende
doelgroepen en
leeftijden (!)
Tewerkstellingsgraad
(!)
Jobratio Cijfers toerisme
Aantal
faillissementen
Werken en wonen in
eigen gemeente
Aantal sociale
tewerkstellingsinitiatieven
Werkgelegenheids-
coëfficiënt
Kwalitatief:
Verdoken
werkloosheid
Info over brain drain Opleidings-
mogelijkheden
9. INDUSTRIE, INNOVATIE EN INFRASTRUCTUUR
Kwantitatief
Aantal km aanleg
fietspaden
Oppervlakte bos en
groen
Duurzaamheid
bedrijventerreinen
CO2 neutrale
infrastructuur
Duurzaamheid
mobiliteit
Duurzaamheid
gebouwen
Kwalitatief
Ondersteuning voor starters Welke mensen in de gemeente
willen meewerken aan innovatie in
hun vakgebied?
10. ONGELIJKHEID VERMINDEREN
Kwantitatief
Hoeveel inwoners
zitten in
buddysysteem voor
vluchtelingen?
% gemeentepersoneel met
etnische achtergrond
% migratie Opvang
vluchtelingen
Aantal kinderen van
vreemde origine in
jeugdbeweging
Aantal
nieuwkomers/anderstaligen
50
Kwalitatief
Toegankelijkheid
openbare domeinen
Is het stadspersoneel een
weerspiegeling van de
maatschappij?
11. DUURZAME STEDEN EN GEMEENSCHAPPEN
Kwantitatief
Hoeveel mensen
wonen in slechte
woningen?
Hoeveel huizen zijn
niet/onvoldoende
geïsoleerd?
Wachtlijsten voor
sociale
bouwmaatschappijen
Aantal sociale
woningen/aantal
woningen SVK
Bevolkingsdichtheid
per km²
Vervoersarmoedecijfers Aantal woningen op de
privéhuurmarkt plus
hun bouwjaar
M² open of groene
ruimte in de kernen
Wandelafstand tot
groene publieke
ruimte
Oppervlakte overbodige
verharding/verhardings%
per gemeente
Leegstandcijfers Aantal mensen
zonder domicilie
Fietsnetwerken Speelpleinen Wachtlijst sociale
woningen
Aantal fietspaden
Parkeerdruk rond
schoolomgeving
Hoeveel mensen wonen op
fiets-/wandelafstand van
het centrum?
Gebruik fiets en
openbaar vervoer
Kwalitatief
Welke straten kunnen
we autoluw
maken/omvormen tot
fietsstraten?
Andere woonbehoeften Gedeelde infrastructuur Waar wonen
kotstudenten?
Spreken buren nog met
elkaar?
Verkeersstromen Nieuwe woonvormen Groenstructuur en
waterstructuur
Kwaliteit van de
leefomgeving
Verplaatsingsgedrag
van burgers
Energieprestatie van
woningen en
appartementen
Ruimtelijk structuurplan
Camerabeleid Impact circulatieplan Soorten woningen
12. VERANTWOORDE CONSUMPTIE EN PRODUCTIE
Kwantitatief
Evolutie cijfers
gescheiden afval
Aantal kg afval dat
consument meeneemt
uit de winkel
% recyclage van
afvalstoffen
% van interne
aankopen met
duurzame criteria
Afvalproductie per
inwoner
Cijfers over hergebruik
van materialen
Hergebruik warmte Afstand product-klant
51
Kwalitatief
Soorten afvalstromen Gebruik van
lokale producten
Afval inzetten als warmtebron
in huizen/appartementen
Welke inspanningen
doen supermarkten?
Hergebruik binnen
stedelijke organisaties
13. KLIMAATACTIE
Kwantitatief
Aantal km voet- en
fietspaden
CO2 uitstoot
stad/OCMW (!)
Kwalitatief
Samenstelling gemeentelijk
wagenpark (!)
Lopende
klimaatacties
Luchtkwaliteit Hittestress/hitte
eilanden
Preventief KT en LT beleid mbt
overstromingsgebieden
14. LEVEN IN HET WATER
Kwantitatief
% plastiekafval in
zwerfvuil
Gebruik van nitraten Productie van
windenergie op zee
Oppervlakte verzilting
Gebruik van
plastiekzakjes in lokale
handel
Kwalitatief
Inhoud
visbestand
Risico op
overstroming/verzanding
Hoeveel duurzame vis
wordt geserveerd in
gemeentelijke keukens?
Waterkwaliteit
52
15. LEVEN OP HET LAND
Kwantitatief
Gebruik pesticiden in
de gemeente
Evolutie van het aantal
verbindingen in
buitengebied
Aantal vrijwilligers die
wandelpaden
onderhouden
Aantal km²
bos/natuurgebied
Evolutie van de
biodiversiteit
Kwalitatief
Welke dieren en
planten leven in de
gemeente?
Luchtkwaliteit (!) Duurzame
nieuwbouw/restauratie
van gemeentelijke
gebouwen
In welke gebieden zijn
natuurorganisaties
actief?
16. VREDE, VEILIGHEID EN STERKE PUBLIEKE DIENSTEN
Kwantitatief
Efficiëntie van de
dienstverlening (ikv
budget)
Criminaliteitscijfers Realisatiegraad van
doelstellingen
% bereikt op
begrijpbare manier
Kostprijs
dienstverlening
Kwalitatief
Structurele
participatie
Klantentevredenheid Medewerkerstevredenheid Aanspreekbaarheid
(laagdrempeligheid
van de diensten)
Leefbaarheid van
buurten
Hiaten in huidige
dienstverlening
Kwaliteit van de
dienstverlening
Duidelijkheid van de
communicatie
Werking
adviesraden
Bekendheid van de
soorten diensten
Toegankelijkheid van de
dienstverlening
Betrokkenheid van
burgers
Geïntegreerde
dienstverlening
53
17. PARTNERSCHAPPEN OM DOELSTELLINGEN TE BEREIKEN
Kwantitatief
% budget van de gemeente dat naar
noodhulp gaat
% budget van de gemeente dat naar
ontwikkelingssamenwerking gaat
Kwalitatief
Leereffecten Intercommunale
samenwerking
Welke partners
zijn er?
(lokale)
samenwerkingsverbanden
Bovenlokale
samenwerkingsverbanden
54
9.2 Bijlage B. Input verzamelen via een gedeeld sjabloon
Om van verschillende diensten input voor de omgevingsanalyse (OA) te verzamelen, kan een gedeeld
sjabloon nuttig zijn. Daarmee zorg je ervoor dat de OA een uniform en consistent geheel vormt.
Dergelijk sjabloon werd in het verleden al gebruikt door de stad Roeselare. Hieronder kan je hun sjabloon
vinden. Mits wat aanpassingen kan je dit handig hulpmiddel beslist ook in jouw stad of gemeente inzetten.
Houd er wel rekening mee dat dit voorbeeldsjabloon nog niet gekoppeld is aan de SDGs.
Legende:
• Witte invulvelden opgenomen door SPOC’s (single point of contact)
• Grijze aanvullingen werden centraal voorbereid
ONDERWERP UITLEG UITWERKING
Naam thema Citybranding
Soort thema Overkoepelend en strategisch thema
Financiële
capaciteit
Hoeveel (financiële)
capaciteit stopt het lokaal
bestuur in dit domein? - Gewone werking
(xxx euro per jaar)
- Investering (xxx euro voor…)
Lijst ter beschikking gesteld door Financiën – Invullen door diensten (+
inhoudelijke check)
Personele
capaciteit
Aantal FTE’s
Lijst ter beschikking gesteld door P&O – Invullen door diensten (+
inhoudelijke check)
Aanbod Welk aanbod ontwikkelt
de groep Roeselare rond
dit domein? - Bv. subsidies,
informatie, evenementen, ondersteuning,…
- Via welke kanalen van dienstverlening: fysiek (loketten, centra,..), telefonisch,
55
online (website, sociale media),...
Kerncijfers → over de werking lokaal
bestuur RSL (AS IS)
Geef een aantal
kerncijfers over de
werking van het lokaal
bestuur voor dit domein.
Deze cijfers vertalen het
aantal transacties, het
effectieve aanbod in dit
domein. Het gaat hier
over de inspanningen
van RSL.
Geef die cijfers die het
domein in één oogopslag
verduidelijken en de
huidige toestand
representeert.
Evolutie
(intern)
→ over evoluties in de
werking lokaal bestuur
RSL
Evolutie eigen werking
en dienstverlening 2013-
2017
Wat is er veranderd,
nieuw, geschrapt, in de
voorbije legislatuur. Wat
zijn opvallende zaken die
in de huidige legislatuur
56
zijn gerealiseerd.
wat zijn opvallende
verschuivingen?
Externe
factoren
→ omgeving RSL
(= niet over het lokaal
bestuur, wél over
Roeselare als stad, als
omgeving, cijfers over de
bewoners en bezoekers)
Wat zijn belangrijke
omgevingselementen
over Roeselare als het
gaat over dit domein?
Geef hier cijfers en
evoluties op over dit
domein in Roeselare,
over externe partners die
met rond dit thema
werken, over
veranderingen mbt dit
thema.
Som de belangrijkste
actoren op die werken
rond dit domein in RSL,
opgesplitst in publieke en
niet-publieke actoren.
Het gaat dus niet alleen
over het lokaal bestuur,
ook over andere partners
die op dit domein werken.
→ evoluties in
omgeving RSL
Algemene bevolkingscijfers:
Op 1 januari 2017 telde Roeselare 61.638 inwoners19. De
bevolkingscijfers op 1 januari 2017 resulteren in een
bevolkingsdichtheid 20 van 1031 inwoners per km². Een belangrijk
cijfer hierbij is het migratiecijfer. Dit cijfer is positief en bedraagt + 582.
Dit betekent dat er meer inwijkelingen zijn dan uitwijkelingen. Dit in
combinatie met de natuurlijke groei (geboorten > overlijdens) van + 115
resulteert in een positief saldo van + 697.
In de loop van 2017 steeg het aantal inwoners naar 61.657. Binnen
deze groep inwoners is 19% jonger dan 18 jaar en 20% ouder dan 65
jaar. De overige 61% wordt gevormd door inwoners tussen 18 en 64
jaar 21.
De stad Roeselare kent een stijgende bevolkingsgroei:
Figure 1: Bevolkingsevolutie (bron:
https://www.roeselare.be/sites/default/files/bijlage/cijfers%202016.pdf)
Ook het aantal gezinnen kent een stijging 22. Eind 2016 telde de stad
26.759 gezinnen. Dit zijn er procentueel gezien 12.2% meer dan in
2007. Hierbinnen is 32% van de gezinnen alleenstaand. Dit is tevens
een stijging van 2% t.o.v. 2007.
Het aantal vreemdelingen binnen Roeselare is ook gestegen:
19 Bron: https://www.roeselare.be/stad-en-bestuur/feiten-en-cijfers/bevolkingsgegevens 20 Bron: https://www.roeselare.be/sites/default/files/bijlage/cijfers%202016.pdf 21 Bron: Infofiche Matexi 22 Bron: https://www.roeselare.be/sites/default/files/bijlage/cijfers%202016.pdf
57
Wat zijn belangrijke
evoluties in de voorbije
legislatuur? wat zijn
opvallende
verschuivingen?
belangrijke evoluties
2013-2017
(demografisch,...)
Figure 2: Evolutie vreemdelingen (bron:
https://www.roeselare.be/sites/default/files/bijlage/cijfers%202016.pdf)
Aanvulling met themaspecifieke omgevingselementen door diensten
58
9.3 Bijlage C. Externe partners betrekken
Externe partners betrekken bij het opstellen van de omgevingsanalyse (OA) kan een grote meerwaarde
betekenen.
Naast interne diensten zijn externe partners zeer nuttige informatiebronnen. Doordat ze dagelijks in het
werkveld staan beschikken ze over veel informatie en inzichten die in het pure cijfermateriaal mogelijk niet
naar boven komen. De inhoud van de OA wint tevens aan overtuigingskracht dankzij deze bredere kijk op
de stad of gemeente.
Het is natuurlijk niet evident om dit te realiseren.
Het vraagt voor beide partijen immers heel wat tijd. Sommige externe partners zijn trouwens bovenlokaal
georganiseerd. Dit zou betekenen dat ze bij verschillende lokale besturen zouden uitgenodigd worden om
hun input te geven voor de OA. Verder hebben bepaalde partners invloed op meerdere werkvelden. Nodig
je ze dan meermaals uit? Of tracht je hun input gebundeld te verkrijgen?
Onderstaande matrix is opgesteld door de pilootgemeenten en kan helpen om op een slimme manier de
juiste externe partners te betrekken bij de OA. De matrix geeft de link weer tussen enerzijds interne diensten
en externe partners en anderzijds de 17 SDGs. Hij is uitgebreid en representatief, maar niet exhaustief.
45
INTERNE ACTOREN
SD
G 1
SD
G 2
SD
G 3
SD
G 4
SD
G 5
SD
G 6
SD
G 7
SD
G 8
SD
G 9
SD
G 1
0
SD
G 1
1
SD
G 1
2
SD
G 1
3
SD
G 1
4
SD
G 1
5
SD
G 1
6
SD
G 1
7
Interne
Diensten
HRM X X X
Welzijn X X X X X X X X X
Wonen X X X X X
Onderwijs X X X X X
Werk/Landbouw X X X X X X X
Integratie X X X X X
Jeugd X X X
Vrije Tijd X X X X
Wijkwerkers X X X
Kinderopvang X X
WZC/LDC X X X
Mobiliteit X X X
Duurzaamheid X X X X X X X
Toerisme X X
Noord/Zuid X X X X
Ruimte X X X X
Milieu X X X X X X X
Stadsplanning X X X
Sociale economie X X
Patrimoniumbeheer X X
Communicatie
60
INTERNE ACTOREN
SD
G 1
SD
G 2
SD
G 3
SD
G 4
SD
G 5
SD
G 6
SD
G 7
SD
G 8
SD
G 9
SD
G 1
0
SD
G 1
1
SD
G 1
2
SD
G 1
3
SD
G 1
4
SD
G 1
5
SD
G 1
6
SD
G 1
7
Interne
diensten
Openbare werken X X
Aankoop X X
Lokale economie X X X X X
Stedelijke vernieuwing X X X
Stedenbouw X
Technologie X X X
Onthaal X X
LOI X
Huisvesting
X X
GIS X X
Groen X X
Catering X
Monumentenzorg X
61
EXTERNE ACTOREN
SD
G 1
SD
G 2
SD
G 3
SD
G 4
SD
G 5
SD
G 6
SD
G 7
SD
G 8
SD
G 9
SD
G 1
0
SD
G 1
1
SD
G 1
2
SD
G 1
3
SD
G 1
4
SD
G 1
5
SD
G 1
6
SD
G 1
7
Partners CAW X X X X X
Armenvereniging X X
FEDASIL X
Samenlevingsopbouw X X X X
Agentschap integratie en inburgering X X X
Voedselbanken X X
Centra voor schuldbemiddeling X X
CLB X X X
Energieleveranciers X X
VREG X X X
Scholen X X X X
Universiteiten X
SVK&SHM X X X
Politie X X
Intercommunales X X X
Gemeentelijk adviesorgaan X X X X
Mutualiteiten X X
Hogere overheden
Eerstelijnszorg X X
Provinciaal steunpunt Sociale planning X X
62
EXTERNE ACTOREN
SD
G 1
SD
G 2
SD
G 3
SD
G 4
SD
G 5
SD
G 6
SD
G 7
SD
G 8
SD
G 9
SD
G 1
0
SD
G 1
1
SD
G 1
2
SD
G 1
3
SD
G 1
4
SD
G 1
5
SD
G 1
6
SD
G 1
7
Partners Kennisinstellingen X X X X X
Ervaringsexperten X X X X
K&G X X X X
Sociale huisvesting
Landbouworganisaties X X X
Waterwegen en zeekanalen X X X
H2O kringen X X
Energiecoöperatieven X
Klimaatbewegingen X X X X
Lokale grid's X X
EU X X
VDAB X X
UNIZO X X X X X X
VOKA X X X X
Openbaar vervoer X X
Handelaarsverenigingen X X
LOP X
Toegankelijkheidsbureau X
Kringloopwinkels X X
Fair trade X X
Horeca/retail X