Mijn eigen zaak kinderopvang erratum

8
Mijn eigen zaak kinderopvang AANVULLINGEN naar aanleiding van : het Nieuwe Decreet Kinderopvang van Baby’s en Peuters de Circulaire van de Federale Overheidsdienst Financiën i.v.m. de toepassing van de forfait voor beroepskosten in de zelfstandige kinderopvang de autocontrolegids voor de opvang van baby’s en peuters van het FAVV

description

 

Transcript of Mijn eigen zaak kinderopvang erratum

Mijn eigen zaak kinderopvang

AANVULLINGEN naar aanleiding van :

• het Nieuwe Decreet Kinderopvang van Baby’s en Peuters• de Circulaire van de Federale Overheidsdienst Financiën i.v.m.

de toepassing van de forfait voor beroepskosten in de zelfstandige kinderopvang

• de autocontrolegids voor de opvang van baby’s en peuters van het FAVV

Trap 1

Trap 2

Trap 3

Basissubsidie

Subsidie voor inkomenstarief

Subsidie voor inkomenstarief

Plussubsidie

Basissubsidie Basissubsidie

mij

n e

igen

za

ak

- ki

nd

ero

pva

ng

2

Aanvullingen naar aanleiding van het Nieuwe Decreet Kinderopvang van Baby’s en Peuters

Inleiding

De huidige reglementering rond de organisatie en subsidiëring van kinderopvang wijzigt grondig in de toekomst. Het nieuwe decreet zou in werking moeten treden op 1 april 2014. De informatie in de brochure ‘Mijn eigen zaak – kinderop-vang’ is geldig tot de datum van invoege treden van het nieuwe decreet.

Naar aanleiding hiervan vindt u in de lijst hieronder aanpassingen (zowel in terminologie als in vereiste voorwaarden en formaliteiten) die gelden vanaf 1 april 2014 en afwijken van de informatie die in de brochure ‘Mijn eigen zaak – kinderop-vang’ aangeboden wordt. Deze vermeldingen zijn onder voorbehoud van wijzigingen en gebaseerd op de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 november 2013. De vele uitvoeringsbesluiten zijn nog niet klaar. De recentste informatie is altijd terug te vinden op www.kindengezin.be/kinderopvang/nieuw-decreet. Via de nieuwsbrief van Kind en Gezin kunt u op de hoogte blijven van iedere nieuwigheid en aanpassing.

Wijziging terminologie die gebruikt wordt doorheen de brochure

` De zelfstandige onthaalouder valt, samen met de onthaalouders aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnen, onder de noemer gezinsopvang. Dit omvat de opvang tot maximum 8 plaatsen.

` Het zelfstandige kinderdagverblijf valt, samen met de erkende kinderdagverblijven onder de noemer groepsopvang. Die omvat de opvang vanaf 9 plaatsen.

` Het decreet spreekt van een: ` Organisator: de aanvrager van de vergunning en het ondernemingsnummer. Hij/zij is minstens 21 jaar. ` Verantwoordelijke: door de organisator aangeduid om de kwaliteitsvolle werking van de kinderopvanglocatie

dagelijks te regelen (minstens 21 jaar). ` Kinderbegeleider: staat in voor de zorg en de opvang van de kindjes (minstens 18 jaar).

` Enkel gemelde opvang zal niet meer mogelijk zijn. ` De term ‘attest van toezicht’ (specifiek voor de zelfstandige kinderopvang) verdwijnt en wordt vervangen door

‘vergunning’. Voordat de werking van de kinderopvanglocatie start moet de organisator aan een aantal startvoor-waarden voldoen om een vergunning te krijgen. Zodra het eerste kind wordt opgevangen, gelden werkingsvoor-waarden, noodzakelijk om de vergunning te behouden. De vergunning voor kinderopvang wordt toegekend per kinderopvanglocatie.

` De term vestigingsplaats zal vervangen worden door opvanglocatie. ` De subsidies voor kinderopvang worden toegekend aan de organisator voor één of meerdere kinderopvanglocaties,

de subsidiegroep. De organisator moet zorgen dat er voldaan wordt aan de voorwaarden om recht te hebben op eventuele subsidies.

` Het subsidiesysteem is als volgt opgebouwd:

De subsidies voor inclusieve opvang worden toegekend bovenop dit trappensysteem.Meer informatie omtrent de voorwaarden en bedragen kan u terugvinden op de website van Kind en Gezin.

mij

n e

igen

za

ak

- ki

nd

ero

pva

ng

3

Specifieke wijzigingen

Aantal vereiste begeleiders in de groepsopvang p. 11

Er wordt in het nieuwe decreet geen onderscheid meer gemaakt in de leeftijd van de kindjes om het aantal vereiste aan-wezige begeleiders te berekenen. Wel wordt er een onderscheid gemaakt naargelang het aantal aanwezige begeleiders in de opvanglocatie.

Zo mogen er nooit meer dan 8 kinderen tegelijk worden opgevangen per aanwezige kinderbegeleider als deze alleen in de kinderopvanglocatie is. Als er minstens 2 kinderbegeleiders in de kinderopvanglocatie aanwezig zijn, mogen 9 kinderen per kinderbegeleider opgevangen worden. Tijdens de rust van de kinderen, kan men tot maximaal 14 kinderen per aanwezige kinderbegeleider opvangen (als er minstens 2 kinderbegeleiders in de kinderopvanglocatie aanwezig zijn en gedurende maximaal twee aaneensluitende uren).

Aanwerven van personeel p. 11

Specifiek voor de kinderdagverblijven die recht hebben op de subsidie voor inkomenstarief (trap 2 subsidie) geldt de ver-eiste voor groepsopvang vanaf 19 subsidieerbare kinderopvangplaatsen dat de kinderbegeleiders een werknemersstatuut hebben, zodat de verhoudingen duidelijk geregeld zijn. Er zijn ruime overgangsperiodes voorzien. Raadpleeg hiervoor de website van Kind en Gezin.

Deze voorwaarde geldt niet voor de kinderbegeleider gezinsopvang gezien deze alleen is.

Als de kinderbegeleider tegelijk verantwoordelijke is, dan geldt deze voorwaarde niet voor deze kinderbegeleider. Deze verantwoordelijke is namelijk vaak ook de ‘verantwoordelijke’ van de rechtspersoon.

Samenwerken met zelfstandige partners p. 12

Een organisator die subsidie voor inkomenstarief wil krijgen, zal zijn werking op een bepaalde manier moeten organiseren, en zijn budget moeten beheersen met behulp van een goede boekhouding en financieel verslag. Vanaf 19 subsidieerbare kinderopvangplaatsen (subsidie voor inkomenstarief) moet er rechtspersoonlijkheid zijn en is een feitelijke vereniging uitgesloten. Gezien de organisator in principe geen vrije inkomsten van de gezinnen kan vragen, en dus ook geen echte ‘winst’ zal kunnen maken, moet de vennootschap bovendien een sociaal oogmerk hebben.

Een dubbele boekhouding, met inbegrip van een uitgebreider rekeningstelsel voor de kinderopvang, maakt het mogelijk voor Kind en Gezin om na te gaan of de subsidie efficiënt wordt ingezet en of de organisatie financieel gezond is.

Ook hier gelden bepaalde overgangstermijnen. Raadpleeg de website van Kind en Gezin voor meer informatie.

Systeem van inkomensgerelateerde bijdragen p. 16

De subsidie voor inkomenstarief voor groepsopvang is opgebouwd uit twee delen. Enerzijds is het aantal kinderopvang-prestaties van belang, en anderzijds de gemiddelde leeftijd van de kinderbegeleiders en de verantwoordelijken. Ook zijn er een aantal voorwaarden verbonden aan het verkrijgen van deze subsidie (openingsuren, opnamebeleid, minimale bezetting, …). Daarnaast bestaat de mogelijkheid om daar bovenop een plussubsidie aan te vragen indien de groepsop-vang een specifieke dienstverlening aanbiedt naar kwetsbare gezinnen toe. Meer informatie hieromtrent evenals over bedragen en berekeningswijze kan u terugvinden op de website van Kind en Gezin.

mij

n e

igen

za

ak

- ki

nd

ero

pva

ng

4

Formaliteiten bij de start p. 17

Startvoorwaarden en werkingsvoorwaarden zullen vereist zijn om een vergunning aan te vragen en te behouden. Meer informatie hieromtrent kan teruggevonden worden op de website van Kind en Gezin.

Verplichte verzekeringen p. 26

In het decreet staan volgende verplichte verzekeringen vermeld :

` Burgerlijke aansprakelijkheid – uitbating kinderopvang : deze moet de fouten dekken van de organisator en de personen tewerkgesteld in de kinderopvang, de onbezoldigde medewerkers en personen die in nood bijspringen. In het geval van kinderopvang in de gezinswoning gaat het om de gezinsleden.

` Burgerlijke aansprakelijkheid – opgevangen kinderen : deze moet de schade dekken die kinderen elkaar onderling toebrengen door hun fout.

` Lichamelijke ongevallen, met inbegrip van minimale grensbedragen : deze verzekering moet de schade dekken zonder dat er een fout moet bewezen zijn.

De boekhouding p.26

De organisator moet vanaf 9 kinderopvangplaatsen, om een vergunning te kunnen krijgen, kunnen aantonen dat hij of iemand anders binnen de organisatie kennis heeft om een kinderopvanglocatie organisatorisch te beheren, met inbegrip van de kennis over financieel beheer en de kennis over de opmaak van een ondernemingsplan. Voor de kleinere orga-nisatoren zit die kennis inbegrepen in de kennismakingsmodule die ze met het oog op een vergunning moeten volgen. Uitdrukkelijk staat hierbij vermeld dat het niet de bedoeling is deze kennis in te kopen bij een externe raadgever en dat deze kennis bij één persoon moet zitten.

Heeft de opvang op 1 april 2014 een attest van toezicht, erkenning of toestemming, dan kan men voor deze verplichting een afwijking vragen.

Een verantwoordelijke van een gezins- of groepsopvang die gestart is voor 1 april 2015 heeft tot 6 jaar na de start de tijd om te voldoen aan de kwalificatievereisten.

Wil men de subsidie voor inkomenstarief, dan is vanaf 19 subsidieerbare kinderopvangplaatsen een dubbele boekhouding vereist, met inbegrip van een uitgebreider rekeningstelsel voor de kinderopvang.

mij

n e

igen

za

ak

- ki

nd

ero

pva

ng

5

Aanvulling naar aanleiding van de Circulaire van de Federale Overheidsdienst Financiën in verband met de toepassing van de forfait voor beroepskosten in de zelfstandige kinderopvang

Kostenforfait p. 28

De inhoud van de brochure ‘Mijn eigen zaak – kinderopvang’ blijft van toepassing voor aanslagjaar 2014 (inkomsten van 2013). Vanaf aanslagjaar 2015 (inkomsten van 2014) bestaan er twee onderscheiden forfaits voor beroepskosten:

` Een globaal forfait (waarin alle beroepskosten zijn inbegrepen behoudens de eventuele bijdragen inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen) van 16,50 euro per kind per oppasdag;

` Een beperkt forfait van 7 euro per oppasdag per kind.Het bedrag van dit beperkt forfait bevat de volgende kosten:

` voeding; ` schoonmaak- en wasproducten (opgelet: geen elektrische apparaten); ` verzorgingsproducten (zalf, zeep, vochtige doekjes enz.) en farmaceutische producten (basisapotheek); ` textiel (beroepskledij, lakens, handdoeken, washandjes, slabbetjes ...); ` klein kookmateriaal (kookpotten, bestek, borden, enz; opgelet: niet kleine elektrische apparaten); ` klein speelgoed (niet: groot speelgoed zoals bv. buitenspeeltuigen zoals glijbaan enz.); ` klein kantoormateriaal (papier, postzegels, omslagen); ` representatiekosten (zijnde kleine attenties voor kinderen/ouders/grootouders); ` allerlei klein materiaal voor knutsel- en versieringswerk.

Alle andere kosten dienen met bewijsstukken te worden gestaafd. Dat kan bv. zijn: de huurprijs van het pand, kosten voor electriciteit en verwarming, allerlei taksen, lonen van personeel, groot speelgoed, enz. Ook investeringen zoals aankoop gebouw, verbouwingen en aankoop van nieuw materiaal (bv. wasmachine, bedjes, ander inrichtingsmateri-aal enz.) kunnen als afschrijving geboekt worden. Advies van een boekhouder zal hier aangewezen zijn.

De bovenvermelde globale en beperkte kostenforfaits zijn enkel van toepassing op natuurlijke personen die als zelfstandige werken. Zij kunnen dus nooit van toepassing zijn voor vennootschappen, vzw’s, openbare besturen, enz.

De bovenvermelde kostenforfaits gelden niet voor de gesubsidieerde sector.

De bovenvermelde kostenforfaits zijn niet van toepassing op de kinderopvang die zich louter met buitenschoolse kinderopvang bezighoudt.

Er is geen opsplitsing van deze kostenforfaits in verhouding tot de dagelijkse aanwezigheidsduur van het kind.

Verliezen dienen altijd bewezen te worden met bewijsstukken (max. aftrekbaar bedrag van de totale kosten is beperkt tot het ontvangen bedrag voor de kinderopvang).

De toepassing van de bovenvermelde kostenforfaits is niet verplicht. De betrokken belastingplichtigen kunnen steeds hun werkelijke beroepskosten bewijzen.

mij

n e

igen

za

ak

- ki

nd

ero

pva

ng

6

Aanvulling naar aanleiding van de autocontrolegids voor de opvang van baby’s en peuters van het FAVV

HACCP-normering en voedselveiligheid p. 8

Kind en Gezin en L' Office de la Naissance et de l' Enfance hebben in samenwerking met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) een autocontrolegids voor de opvang van baby’s en peuters uitgewerkt. Deze gids is terug te vinden op de website van het FAVV:

http://www.favv.be/autocontrole-nl/gidsen/distributie/g041/_documents/G-041_NL_dd_29-05-2013.pdf.

Hierin kan u lezen hoe u op maat van uw opvang een autocontrolesysteem kan uitwerken. Het bevat o.a. een overzicht van de wettelijke verplichtingen en praktische aanbevelingen i.v.m. de infrastructuur, inrichting en uitrusting van de lokalen, info over de verschillende stappen van de maaltijdbereiding en info over de persoonlijke hygiëne.

De gezinsopvang moet zich niet registreren bij het FAVV en is ook niet heffingsplichtig. Een autocontrolegids uitwerken is niet vereist. De groepsopvang daarentegen moet zich wel registreren bij het FAVV en moet over een toelating beschikken. Deze opvang is ook heffingsplichtig en zal een autocontrolegids voor de opvang van baby’s en peuters moeten uitwerken. De buitenschoolse groepsopvang (vanaf 9 plaatsen ) zal een autocontrolegids voor de grootkeukens en verzorgingsinstel-lingen moeten uitwerken.

mij

n e

igen

za

ak

- ki

nd

ero

pva

ng

7

CONTACT

[email protected]

BEL GRATIS 0800 20 555

Agentschap OndernemenKoning Albert II-laan 35 bus 121030 BRUSSEL

Agentschap Ondernemen AntwerpenLange Lozanastraat 223 bus 42018 ANTWERPEN

Agentschap Ondernemen LimburgKempische Steenweg 305 bus 2013500 HASSELT

Agentschap Ondernemen Oost-VlaanderenSeminariestraat 29000 GENT

Agentschap Ondernemen Vlaams-BrabantVAC Dirk Bouts - Diestsepoort 6 bus 313000 LEUVEN

Agentschap Ondernemen West-VlaanderenJacob Van Maerlantgebouw Koning Albert I-laan 1.2 bus 318200 BRUGGE

FlandersEuropean Entrepreneurial Region 2014