Micro Economie Smenvatting

33
 DEEL 1 DE MARKT  Algemene inleiding Voorbeeld: LG.Philips LCD kondigde grote verliezen aan voor haar LCD schermen afdeling. De ontwikkeling van die LCD schermen en de productielijn heeft handenvol geld gekost. Maar de vraag naar LCDs blijft onder verwachtingen.  Typische vragen: Is het zinvol verder te gaan met dit product?  Ja, om de ontwikkelingskosten te recupereren (?) Moet je de verkoopprijs verlagen om meer inkomsten te genereren?  Ja, want lagere prijzen stimuleren de verkoop (?) Hoe reageren op een mogelijke milieubelasting? Extra uitgaven doen voor onderzoek omdat de kosten niet opwegen tegen de eventuele milieubelasting (?) 1 De kern van het ondernemen en winstmaximalisatie Een onderneming verwerft inputs (=productiemiddelen) en transformeert die tot outputs (= goederen en diensten). Menselijke behoefte consumptie productie ondernemingen proces van produceren en consumeren is de bestaansreden van elke onderneming Moderne ondernemingen zijn complexe organisaties: scheiding van eigendom (aandeelhouders) en management (managers en CEO) stakeholders: vakbonden, NGO, … Belangen stakholders lopen niet altijd parallel. Is winstmaximalisa tie dan nog een goe d uit gangsp unt? Ja, maar ook andere motieven spelen een rol. Relaties klanten onderneming: consumentengedrag financiers, werknemers, leveranciers onderneming: producentengedrag concurrenten onderneming: marktvormen overheid on derneming: be last inge n, subsidies, normen, … milieu, technologie, waarden onderneming 2 De typische economische kijk op het ondernemen Gebruik van opportunite itskosten KIEZEN IS VERLIEZEN Kiezen voor X = verlies van Y.

Transcript of Micro Economie Smenvatting

Page 1: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 1/33

DEEL 1 DE MARKT

 Algemene inleiding 

Voorbeeld:

LG.Philips LCD kondigde grote verliezen aan voor haar LCD schermenafdeling. De ontwikkeling van die LCD schermen en de productielijn heefthandenvol geld gekost. Maar de vraag naar LCDs blijft onderverwachtingen.

 Typische vragen:

• Is het zinvol verder te gaan met dit product?

 Ja, om de ontwikkelingskosten te recupereren (?)

• Moet je de verkoopprijs verlagen om meer inkomsten te genereren?

 Ja, want lagere prijzen stimuleren de verkoop (?)

•Hoe reageren op een mogelijke milieubelasting?Extra uitgaven doen voor onderzoek omdat de kosten niet opwegen

tegen de eventuele milieubelasting (?)

1 De kern van het ondernemen en winstmaximalisatie

Een onderneming verwerft inputs (=productiemiddelen) en transformeert dietot outputs (= goederen en diensten).

Menselijke behoefte consumptie productie ondernemingen procesvan produceren en consumeren is de bestaansreden van elke onderneming

Moderne ondernemingen zijn complexe organisaties:

scheiding van eigendom (aandeelhouders) en management (managersen CEO)

stakeholders: vakbonden, NGO, …

Belangen stakholders lopen niet altijd parallel.

Is winstmaximalisatie dan nog een goed uitgangspunt? Ja, maar ookandere motieven spelen een rol.

Relaties

klanten ⇔ onderneming: consumentengedragfinanciers, werknemers, leveranciers

⇔ onderneming: producentengedragconcurrenten ⇔ onderneming: marktvormen

overheid ⇔ onderneming: belastingen,subsidies, normen, …

milieu, technologie, waarden ⇔ onderneming

2 De typische economische kijk op het ondernemen

Gebruik van opportuniteitskosten

KIEZEN IS VERLIEZEN Kiezen voor X = verlies van Y.

Page 2: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 2/33

Verloren gegane opportuniteiten worden door economen beschouwd alskosten.

OPPORTUNITEITSKOST = de waarde van de verloren gegane best mogelijkealternatieve aanwending van de middelen

Opportuniteitskosten (= economische kost) ⇔ boekhoudkundige kosten

Hoe bepaal je opportuniteitskost? Stap 1: Welke keuze werd gemaakt ?

Stap 2: Welke middelen werden hiertoe ingezet ?

Stap 3: Welke alternatieve aanwending(en) was/waren mogelijk ?

Stap 4: Wat is de waarde van het beste alternatief ?Vb: Naar les komen?; Een jaar extra studeren?

Om een keuze te maken moeten we de baten afwegen tegen de kosten

Vb: verder studeren gewone student topsporter

Denken in de marge

Vb: brouwerij

Nu: productie van 10.000 flesjes, GK = €0,20.nieuwe klant: wil €0,15 per flesje betalen. Ingaan op aanbod? €0,15 <€0,20

niet de GK maar wel de EXTRA(=MK) kosten om de extra flesjes te

produceren telt. extra flesjes kosten maar €0,10 extra verkoopverhoogt winst met 0,05

Rationeel gedrag

De economische wetenschap bestudeert het gedrag van consumenten enbedrijven. En gaat daarbij uit van rationele en maximaliserende agenten: wiezich kan verbeteren zal acties ondernemen om zich effectief te verbeteren.

(Nutsmaximaliserende consumenten, winstmaximaliserende bedrijven). Ditrationeel gedrag leidt tot efficiëntie omdat er gepast op prikkels zal wordengereageerd.

Maar rationaliteit heeft haar grenzen. irrationeel gedrag: paniekverkopen opde beurs door emoties en gevoelens

Positieve en normatieve analyse

Positieve analyse:

• Zoeken en verklaren van verbanden

• Beschrijven van de situatie zoals ze is.

vb: een verhoging van accijnzen op tabak leidt tot een daling van deverkoop van sigaretten

Normatieve analyse:

• Evalueert of een situatie wenselijk is of niet

• Schrijft voor wat er zou moeten gebeuren

vertrekkend vanuit bepaalde waarde-oordelen. (hoe moet het zijn?; wat kanbeter?)

Bvb: moet de overheid roken al dan niet proberen te beperken?

Page 3: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 3/33

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 

1 Nutsmaximalisatie als vertrekpunt

Uitgangspunt: consumenten kiezen een pakket goederenzodanig dat ze een zo groot mogelijke

voldoening (“nut”) bereiken gegeven eenbeperkt budget.

Verschillende voorkeuren Sommige consumenten gaan liever eten dan naareen concert en omgekeerd.

2 De vraagfunctie

Van algemene naar partiële vraagfunctie

De oplossing van het nutsmaximalisatieprobleem levert de vraagfuncties op.

vraagfuncties geven het verband weer tussen de gevraagde hoeveelheid en deprijs van het goed, de prijs van andere goederen, het inkomen en preferentiesvan de consument enz.

De algemene vraagfunctie van consument i:

Partiële vraagfuncties

Ceteris paribus hypothese: - letterlijk: “al het andere gelijkblijvend”

- Wat is de invloed van één verklarende variabele(vb. p) op de te verklaren variabele (q) onder de

veronderstelling dat alle andere verklarendevariabelen niet veranderen.

Er zijn verschillende partiële vraagfuncties naar gelang de verklarendevariabele die wordt beschouwd.

vb. invloed van prijs op vraag naar pralines of invloed van gemiddeldezomertemperatuur op vraag naar ijs.

Partiële vraagfuncties (=vraagfunctie)

of:

Opmerkingen:

• Meestal worden partiële vraagfuncties afgeleid naar de prijs, maar dit isniet noodzakelijk; uit een algemene vraagfunctie kunnen in principeevenveel partiële vraagfuncties afgeleid worden als er verklarendevariabelen zijn. (temperatuur bij ijsjesverkoop)

• De andere verklarende variabelen blijven een rol spelen. Ook al blijvenze constant ze zullen nog altijd mee de vraag bepalen.

De individuele vraagfunctie

Vraag naar doosjes pralines:

Omgekeerd of negatief verband tussen prijs en

gevraagde hoeveelheid. Als de prijs daalt, dan stijgt degevraagde hoeveelheid en omgekeerd. Prijs en vraagbewegen dus in tegengestelde richting

Page 4: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 4/33

WET VAN DE VRAAG!!!

Page 5: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 5/33

grafiek: verklarende variabele: verticale asafhankelijke variabele: horizontale as

Discrete functie vrij grote prijsverschillenKanttekeningen:

1. een continue functie impliceert niet altijd dat de prijs bij elkehoeveelheid gekend is of relevant is. Uitzonderlijk hoge of lage prijzenzijn vaak minder relevant.

2. een vraagcurve moet niet noodzakelijk een lineair verband hebben(gehanteerd omwille van de eenvoud.

3. gevraagde hoeveelheid ≠ vraag gevraagde hoeveelheid geld voor 1prijs, vraag geeft verschillende prijzen weer

3 De inverse vraagfunctie

Gewone vraagfunctie: voor een gegeven prijs, hoeveel vraagt deconsument?

Lees van verticale naar horizontale as.

Inverse vraagfunctie: bij een gegeven hoeveelheid, welke prijs is de

consument bereid te betalen voor één extra eenheid? marginale betalingsbereidheidcurve (MBB), bepaalddoor de subjectieve gebruikswaarde van een extraeenheid van het goed, smaak en omstandighedenspelen hier dus een rol

Lees van horizontale naar verticale as.

 Totale betalingsbereidheid = de oppervlakte onder devraagfunctie tot aan de marginale eenheid

4 De marktvraagfunctie

Marktvraag = som van de gevraagdehoeveelheden van alle individuelevragers bij verschillende prijzen.

Marktvraagfunctie: de horizontale

som van de individuele vraagfuncties

Page 6: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 6/33

geknikte curve: verschillende vragers hebben niet altijd dezelfde kritischeprijzen

hoe meer vragers op de markt hoe meer knikjes een vraagfunctie in derealiteit zal er heel vaak gaan uitzien als een hyperbool

ook hier kan een onderscheid gemaakt worden tussen een algemene en eenpartiële vraagfunctie

Page 7: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 7/33

5 Het consumentensurplus

winst voor de consument

Consumentensurplus: verschil tussen watconsument bereid is te betalen (BB curve) en wat hijdaadwerkelijk moet betalen (p).

Oppervlakte tussen vraagcurve en prijslijn, vannul tot de geconsumeerde hoeveelheid.

totale consumentensurplus: optelsom van alleindividuele consumentensurplussen

CS is ook belangrijk voor de consument:

gaat proberen een deel van dit consumentensurplus naar zich toe tetrekken (prijsdiscriminatie)

de prijs laten zaken om toch de laatste doosjes, groenten,… verkochtte krijgen voor ze slecht worden

Belang voor de overheid:

vb polsen naar BB naar bomen bij bouw zwembad

6 Het evenwicht van de consument

In het evenwicht van de consument is CS maximaal en geldt p=MBB.

intramarginale eenheden: zolangsommige eenheden de consument meerwaard zijn dan ze hem kosten, kan hij zijnsurplus doen toenemen door zijnaankoophoeveelheid te verhogen

evenwicht van de consument: het CS ismaximaal. De consument heeft er geenbelang bij zijn aankoopgedrag teveranderen

extramarginale eenheden: deze eenheden kosten meer dan dat ze devrager waard zijn en reduceren dus het CS

nutsmaximalisatie: q zodat MBB = p.

Als p<MBB: meer kopen (intramarginale eenheden)

Als p>MBB: minder kopen (extrmarginaleeenheden)

Hoge (lage) p leidt tot lage (hoge) gevraagde hoeveelheden Negatieve helling vraagcurve.

7 Winstmaximalisatie als vertrekpunt voor producentengedrag

Uitgangspunt: ondernemers kiezen een productieniveau zodanig dat hun winst,d.w.z. opbrengsten min kosten, zo groot mogelijk is = winstmaximalisatie

 TO = totale ontvangsten Een toename van het productievolume leidtniet altijd tot een toename van de ontvangsten wantconsumenten willen niet eender welke hoeveelheid kopen

tegen eender welke prijs (zie vraagfunctie). TK = totale (opportuniteits- of economische) kosten

Page 8: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 8/33

TK stijgen altijd als productievolume toeneemt. Meer productie betekentmeer input en dus ook meer kosten

TK = vergoeding van inputs arbeid, kapitaal, grondstoffen, … en hangt dusook af van technologie en inputprijzen.

Als de kosten meer stijgen dan de ontvangsten is een productieverhogingverlieslatend

Page 9: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 9/33

8 De aanbodfunctie

Oplossing van winstmaximalisatie geeft aanleiding tot AANBODFUNCTIE.

aanbodfuncties geven het verband weer tussen de aangeboden hoeveelheiden de prijs van het goed, de prijs van de inputs (arbeid, kapitaal, grondstoffen,…), de technologie, prijzen van andere goederen enz.

De algemene aanbodfunctie vanproducent i:

Partiële aanbodfuncties

Ceteris paribus hypothese: Invloed van de outputprijs p op de aangebodenhoeveelheid als alle andere factoren (w, pK, pg, techn, pander, …) constantblijven

Notatie:of 

Aanbod van doosjes pralines:

aanbod van doosjes pralines door individuele producent op jaarbasis iseen positief verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid

prijs↑ als aangeboden hoeveelheid↑ en omgekeerd

prijs en aanbod bewegen in dezelfde richtinggrafiek

Kanttekeningen:1. een continue functie impliceert niet altijd dat de prijs bij elke

hoeveelheid gekend is of relevant is. Uitzonderlijk hoge of lage prijzenzijn vaak minder relevant.

2. een vraagcurve moet niet noodzakelijk een lineair verband hebben(gehanteerd omwille van de eenvoud.

3. gevraagde hoeveelheid ≠ vraag gevraagde hoeveelheid geld voor 1prijs, vraag geeft verschillende prijzen weer

9 Inverse aanbodfunctie

Gewone aanbodfunctie: Hoeveel biedt de ondernemer aan voor eengegeven prijs?

Lees van verticale naar horizontale as.

Inverse aanbodfunctie: Welke prijs wil de ondernemer als minimalecompensatie voor hij één extra eenheid wil aanbiedenbij een gegeven hoeveelheid?

marginale kostencurve (MK) Lees van horizontale naar verticale as.

Page 10: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 10/33

 

Page 11: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 11/33

Marginale en totale kosten

Marginale kosten stijgen

Marginale kostencurve verloopt stijgendomwille van de wet van de afnemende

meeropbrengsten.Vb. werknemers extra arbeidsuren latenpresteren en/of interim-arbeiders inschakelen,doet de output toenemen. Maar de toenamezwakt af omdat werknemers vermoeid gerakenen/of interim-arbeiders minder ervaring hebben.

Om één extra eenheid output te produceren, moet je steeds meer middelen

inzetten en kosten maken. Marginale productiekosten stijgen.  Totale kosten = som van de marginale kosten

= oppervlakte onder de aanbodfunctie tot aan de marginale

eenheid

10 De marktaanbodfunctie

marktaanbod = som van de aangebodenhoeveelheden van alle individueleproducenten

marktaanbod is vlakker dan individueelaanbod

Marktaanbod heterogene aanbieders

In vele markten zijn producenten niet homogeen maar worden zegekenmerkt door andere kostenstructuren.

door andere kritische kostprijzen zal het demarktaanbodfunctie eerder een aaneenschakelingzijn van kort lijnstukjesVb. voor alle producenten (technologieën) van ruwe

aardolie: productiecapaciteit (breedte balkjes)

productiekostprijs (hoogte balkjes)

11 Het producentensurplus

Het producentensurplus is:

het verschil tussen ontvangsten enkosten,

gelijk aan de winst,

en aan de oppervlakte tussenprijslijn en MK-curve tussen nul en degeproduceerde hoeveelheid

Page 12: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 12/33

Page 13: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 13/33

12 Het evenwicht van de producent

In het evenwicht van de producent isde winst of het PS maximaal en geldtp=MK. De producent heeft er geenbelang bij zijn aanbodgedrag te

veranderen Zolang sommige doosjes hem minderkosten dan ze op de markt waard zijn,zijn deze eenheden winstgevend en kan

de producent zijn producentensurplus verhogen door meer aan te bieden. Hetomgekeerde geldt ook

Een winstmaximaliserende ondernemerkiest een outputvolume zodanig dat MK =p.

Aanbod neemt toe (af) bij hogere(lagere) prijs.

Page 14: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 14/33

Hoofdstuk 2: Elasticiteiten

13 Het principe van een elasticiteit

Een elasticiteit meet de gevoeligheid van een te verklaren variabele voorwijzigingen in één verklarende variabele.

Een elasticiteit is een verhouding tussen procentuele veranderingen met: in de noemer: de oorzaak

in de teller: het gevolgVb: prijselasticiteit van de vraag naar ijs, temperatuurelasticiteit van de vraagnaar ijs, …Dagelijkse vraag naar ijsjes

Oorzaak: temperatuur 20°C → 25°C, dwz.+25%

Gevolg: vraag 50 → 200, dwz. +300%

Eigenschappen van elasticiteiten

Elasticiteiten zijn niet constant: temperatuur: 25°C → 30°C, dwz +20%,

vraag: 200 → 500, dwz +150%, Elasticiteit bedraagt dus +150% / +20%= +7,5.

Elasticiteiten zijn dimensieloos waardoor ze ongevoelig zijn voor eenheden

Teken van een elasticiteit zegt iets over de richting van het verband+: oorzaak en gevolg bewegen in dezelfde richting,

– : oorzaak en gevolg bewegen in tegengestelde richting. Belang van de waarde “1”:

Een elasticiteit kan je interpreteren als de mate waarin een schok in deverklarende variabele (oorzaak) wordt vertaald in een schok in de teverklaren variabele (gevolg).* Als ε = 1, dan is er perfecte proportionaliteit. Een 10%temperatuurstijging vertaalt zich in een 10% toename van de vraag naarijsjes.* Als ε < 1 (in absolute waarde) dan is het verband minder danproportioneel, of INELASTISCH.* Als ε > 1 (in absolute waarde) dan is het verband meer dan

proportioneel, of ELASTISCH. Maakt niet uit voor de waarde of je procentuele of relatieve veranderingenneemt

nieuwe waarde (“1”) min oude waarde (“0”) gedeeld door oude waarde,wij gebruiken de oude of startwaarde als referentiepunt,procentuele verandering = relatieve verandering maal 100.

Vb. temperatuurstijging: 25°C → 30°C,

relatieve x en procentuele

Page 15: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 15/33

14 Eigen prijselasticiteit van de vraag

Meet de procentuele verandering in de gevraagde hoeveelheid ten gevolge vaneen procentuele verandering in de prijs van dit goed

Page 16: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 16/33

Deze elasticiteit levert informatie over de prijsgevoeligheid van de vraag naarhet goed Teller en noemer hebben meestal een tegengesteld teken omdat prijsstijgingenin regel leiden tot een daling van de vraag

BoogelasticiteitVb: Vraag naar pralines: prijs: p0 = €3 en p1 = €4

gevraagde hoeveelheid: q0 = 40 en q1 = 20

Dit is een BOOGELASTICITEIT, dwz dat het over “grote” veranderingen van prijsen gevraagde hoeveelheid gaat.

PuntelasticiteitMaakt gebruik van “kleine” veranderingen in prijs en hoeveelheid:

= Helling van de vraagrechte ∙ p/qv

Waarbij dqV/dp de wiskundigeafgeleide/helling is van de vraagfunctienaar de prijs. Bij lineaire vraagfuncties isdie afgeleide gelijk aan de (omgekeerde)constante richtingscoëfficiënt van devraagrechte. Maar de prijselasticiteit van

de vraag is niet constant want p/qvverandert langsheen de vraagrechte.

Prijsgevoelige vs prijsongevoelige vraag

In snijpunt is de verhouding van prijs en degevraagde hoeveelheid identiek

helling is verschillend dus een gelijkeprijswijziging zal een ongelijk impact op

de vraag hebben en is de prijselasticiteitverschillend.

prijselasticiteit V2 groter dan bij V1 (inabsolute termen)

hoe vlakker de vraagfunctie in een bepaaldpunt hoe elastischer of gevoeligerPerfect prijs(on)gevoelige vraag

perfect ongevoelige/inelastische vraag:vertikaal, op prijsverandering volgt nooithoeveelheidverandering, eigenprijsverandering van de vraag is altijd 0.Vb levensnoodzakelijke medicatie

perfect prijsgevoelige/elastische vraag:slechts 1 prijs is relevant, prijs wijzigt niet

Page 17: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 17/33

ongeacht de gevraagde hoeveelheid, relatieve verandering in de prijs is altijd0, eigen prijselasticiteit van de vraag is oneindig (in absolute termen)

bij heel veel vragers en aanbieders

Page 18: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 18/33

Interpretatie en belang van de eigen prijselasticiteit van de vraag

zegt iets over de te verwachten veranderingen in de gevraagde hoeveelheidbij een bepaalde prijswijziging : relevant voor het productieproces

hoe evolueren de TO bij een prijswijziging. Een toename van de verkochtehoeveelheid gaat niet altijd samen met een verhoging van de TO van deverkoper.

Verband tussen eigen prijselasticiteit van de vraag en de totale ontvangsten

Verband tussen de prijselasticiteit van de vraag en de totale & marginale ontvangsten

Gemiddelde ontvangsten = GO =ontvangst per verkochte eenheid

marginale ontvangsten MO = extraontvangst bij één extra eenheid diewordt verkocht

Prijsinelastisch deel van de vraag:prijsdaling(stijging) leidt totdaling(stijging) van de

ontvangsten.Prijselastisch deel van de vraag:prijsdaling(stijging) leidt totstijging(daling) van deontvangsten.Merk op dat MO < GO voor elkehoeveelheid.

Verband tussen de eigenprijselasticiteit van de vraag en te

ontvangststructuur van de onderneming

Page 19: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 19/33

Determinanten van de prijselasticiteit van de vraag

♣ Beschikbaarheid van alternatieven: meer alternatieven →elastischervraagvb. thee i.p.v. koffieelasticiteit eigen merk vs. elasticiteit marktvraag: als alleen het merkduurder wordt dan is de kans groter dat potentiële klanten voor een

Andre merk gaan kiezen. Gaat de prijs op de markt omhoog dan is diekans eerder klein omdat men moeilijker een volwaardig alternatief kanvinden

♣ Dwingend/dringend karakter

minder dwingend karakter →elastischer vraagvb. (levensnoodzakelijke) medicijnen vs. CD

♣ Beschikbare reactietijd

op langere termijn is vraag steeds elastischer dan op korte termijn →consumptiegoederen vb. benzineprijs en LPG auto’s

op korte termijn is de vraag steeds elastischer dan op lange termijn →

kapitaalgoederen vb. auto (de aankoop hiervan kan even uitgesteldworden)

♣ Belang van het goed in totale uitgaven

groot budgetaandeel →elastischer vraagvb. lucifers vs. huurprijzen studentenkot

Relevantie van de prijselasticiteit van de vraag

♣ producent

Strategische verkoopdoelstellingen: doelstelling: 10% meer omzet volgend jaar

verkoopprijs verlagen of verhogen? Antwoord hangt af van de elasticiteitvan de vraag naar jouw product/merk:

Indien vraag elastisch →prijsdaling,

indien vraag inelastisch →prijsstijging.

Prijsdiscriminatie: Prijsongevoelige consumenten kan je een hogere prijsaanrekenen, bvb. business vs. economy class.

Prijsgevoeligheid proberen te verminderenreclamecampagnes om merktrouw te vergroten vb. strijd tussengevestigde merken en “witte producten”

♣ overheid

Opleggen van belastingen om de consumptie te verminderen (alcohol entabak)

15 Kruiselingse prijselasticiteit van de vraag

de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg) vangoed a gedeeld door de procentuele verandering van de prijs van goed b(oorzaak).

Page 20: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 20/33

Classificatie relatie tussen goederen

vb.: prijselasticiteiten automerken: eigenprijselasticiteiten (vet) en kruiselingseprijselasticiteiten voor automodellen in

VS in 1995. Prijsstijging van +10% Ford Escort

leidt tot +4,5% meer verkoop vanNissan Sentra (= substituten).

Prijsstijging BMW745i heeft geeninvloed op verkoop Nissan Sentra(= onafhankelijke goederen).

Strategisch interessante informatie!

16 Inkomenselasticiteit van de vraag de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg) gedeelddoor de procentuele verandering van het inkomen van de consument(oorzaak).

Classificatie relatie tussen goederen

Page 21: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 21/33

Wet van Engel

Ernst Engel, Duits statisticus (°1821, †1896)

studie in 1857 van budgetenquêtes van 200 tal Belgische gezinnen…

“Hoe rijker iemand wordt, hoe minder belangrijk de voedingsuitgaven in zijntotale bestedingen worden”

relatieve aandeel (in %) daalt maar absolute aandeel (in €) kan toenemen

kan belangrijk zijn om te weten wat het geschikte moment is om een nieuwproduct op de markt te brengen

17 Reclame-elasticiteit van de vraag

de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg) gedeelddoor de procentuele verandering in reclame-uitgaven (oorzaak).

positief teken waarschijnlijk

hoe kleiner de reclame-elasticiteit van de vraag, hoe minder zinvol het is omhet reclamebudget te verhogen

verschil tussen reclame-elasticiteit van de vraag bij een individueleaanbieder of de markt. Individuele aanbieder is reclamegevoeliger dan demarkt

18 Eigen prijselasticiteit van het aanbod

de procentuele verandering van de aangeboden hoeveelheid (gevolg)gedeeld door de procentuele verandering van de verkoopprijs (oorzaak).

ε Ap = (dqA/dp) ⋅ (p/qA) = helling aanbodfunctie ⋅ p/qA

Prijsgevoelige vs prijsongevoelige aanbod

In snijpunt is de verhouding van prijs en degevraagde hoeveelheid identiek

helling is verschillend dus een gelijkeprijswijziging zal een ongelijk impact opde vraag hebben en is de prijselasticiteitverschillend.

prijselasticiteit A2 groter dan bij A1 (inabsolute termen)

hoe vlakker de aanbodfunctie in een bepaaldpunt hoe elastischer of gevoeligerPerfect prijs(on)gevoelig aanbod

perfect ongevoelig/inelastisch aanbod:vertikaal, op prijsverandering volgt nooithoeveelheidverandering, eigen prijsveranderingvan het aanbod is altijd 0. Vblevensnoodzakelijke medicatie

Als de aanbieder onmogelijk zijnhoeveelheid kan verhogen bij prijsstijging

Page 22: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 22/33

perfect prijsgevoelig/elastisch aanbod:slechts 1 prijs is relevant, prijs wijzigt nietongeacht de aangeboden hoeveelheid,relatieve verandering in de prijs is altijd 0,eigen prijselasticiteit van het aanbod isoneindig (in absolute termen)

bij heel veel vragers en aanbieders

Page 23: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 23/33

Determinanten prijselasticiteit aanbod

♣ beschikbaarheid van inputs

schaarse inputs leiden tot prijsinelastisch aanbod vb. aanbod tandverzorging

♣ Beschikbare reactietijd

korte beschikbare reactietijden leiden tot prijsinelastisch aanbod vb.landbouwproducten zoals varkensvlees

aanbod op langer termijn is prijsgevoeliger dan aanbod op korte termijn

19 Kruiselingse prijselasticiteit aanbod

de procentuele verandering van de aangeboden hoeveelheid van goed a(gevolg) gedeeld door de procentuele verandering van de verkoopprijs vangoed b (oorzaak).

het teken bepald de aard van het goed:Positief: complementen (zowel bij gebruik als bij productie) vb. vlees

en lederNegatief: substituten vb. pils en alcoholvrij bier

Page 24: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 24/33

Hoofdstuk 3: Het marktevenwicht 

1 Prijsvorming

MarktevenwichtEvenwichtsprijs: prijs waarbij gevraagde en aangeboden hoeveelheid

aan elkaar gelijk zijnEvenwichtshoeveelheid: hoeveelheid die bij evenwichtsprijs

verhandeld wordtWiskundig: stel vraagfunctie gelijk aan aanbodfunctie en los op naar

prijs.

Grafisch: snijpunt vraag- en aanbodfunctie.

Marktvraag en marktaanbod van doosjes pralines

Prijsdynamiek

♣ Als p > p* is er een aanbodoverschot neerwaartse druk op prijs omdat

producenten kortingen toestaan om aanbodoverschot kwijt te geraken gevraagde hoeveelheid neemt toe en aangeboden hoeveelheid neemt af 

♣ Als p < p* is er een vraagoverschot opwaartse druk op de prijs omdatconsumenten tegen elkaar opbieden om de schaarse goederen toch te

verwerven gevraagde hoeveelheid neemt af en aangebodenhoeveelheid neemt toe

♣ Automatische tendens naar evenwichtsprijs p*

♣ Signaalfunctie van prijzen!Onder druk van de concurrentie tussen de kopers en de verkopers

passen de prijzen zich spontaan aan. dalende prijzen

aanbodoverschotten, stijgende prijzen aanbodtekorten (vbmarktkramer tegen sluitingstijd)

2 Verschuivingen van vraag en aanbod

Vraagschokken

Niet de prijs maar andereverklarende variabelen veranderen.(geen ceteris paribus)

Vb. een inkomenstoename leidttot toename van de vraag naarpralines, d.w.z. een positieve

vraagschok.Bij een inkomensdaling krijgen we een negatieve schok

Page 25: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 25/33

Opmerkingen ivm verschuivingen van vraag- en aanbodcurves

Verschuivingen LANGS of VAN de curve?

♣ Verschuivingen LANGS (of OP) de curve worden veroorzaakt doorveranderingen van de eigen prijs.

♣ Verschuivingen VAN de curve worden veroorzaakt door veranderingenvan andere verklarende variabelen (andere prijzen, inkomen, voorkeuren,

…). POSITIEVE of NEGATIEVE schok?

♣ POSITIEF als gevraagde of aangeboden hoeveelheid toeneemt,

♣ NEGATIEF als gevraagde of aangeboden hoeveelheid afneemt bijgegeven prijs.

Verschuiving naar BOVEN/ONDER of naar LINKS/RECHTS?

♣ verschuiving naar BOVEN/ONDER alsde schok in eerste instantie de PRIJStreft,

♣ verschuiving naar LINKS/RECHTS alsde schok in eerste instantie deHOEVEELHEID treft.

Aanbodschokken

Vb: een

conjunctuurverbetering De aanbieders zien de toekomst rooskleurigerin dan voorheen.

  grotere aanbodbereidheid = positieve aanbodschok.

Typische vraagschokken Typische aanbodschokken

Page 26: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 26/33

Andere oorzaken: kalendereffecten,maatschappelijke evoluties, belangrijkegebeurtenissen

3 Gevolgen voor het marktevenwicht

comparatieve statica:

het vergelijken van marktevenwichten vóór en na een schok nagaan hoehet komt dat bij een schok de ene keer de prijs veel veranderd en de anderekeer niet. we zeggen niets over traject tussen 2 evenwichten

Page 27: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 27/33

Bepalen van nieuw marktevenwicht

vraagschok 

De gevraagde hoeveelheid in het nieuwe evenwicht is slechts met 10.000eenheden gestegen terwijl de gevraagde hoeveelheid met 20.000 istoegenomen voor elke prijs?

De prijsstijging leidt ertoe dat een aantal vragers afhaken.

Prijs↑en evenwichtshoeveelheid    ↑ in tegenspraak met de “wet van devraag”?

Nee want “ceteris paribus” gaat hier niet meer op

aanbodschok 

Analyse prijs- en hoeveelheidsveranderingen bij vraagschok 

Hoe prijsongevoeliger het aanbod, hoegroter de prijsverandering die nodig is om devraagschok op te vangen en hoe kleiner dehoeveelheidsverandering

Hoe prijsgevoeliger het aanbod, hoe kleiner

de prijsverandering die nodig is om devraagschok op te vangen en hoe groter dehoeveelheidsverandering

Bij een positieve (negatieve) vraagschokstijgt (daalt) de omzet van de aanbiedersomdat prijs en verhandelde hoeveelheid in

dezelfde richting veranderen.

Impact van vraagschok op inkomen

Page 28: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 28/33

Prijs- en hoeveelheidsveranderingen bijeen aanbodschok 

Hoe prijsongevoeliger de vraag, hoe groterde prijsverandering die nodig is om deaanbodschok op te vangen en hoe kleiner dehoeveelheidsverandering

Hoe prijsgevoeliger de vraag hoe kleiner deprijsverandering die nodig is om deaanbodschok op te vangen en hoe groter dehoeveelheidsverandering

Als gevolg van een aanbodschok kan deomzet van de aanbieders toenemen of 

afnemen omdat prijs en verhandelde hoeveelheid in tegengestelde richtingveranderen.

♣ Vb. Impact van slechte vangst op inkomen

mosselboerEffect van misoogsten?

Een misoogst doet de omzet van de landbouwers

♣ dalen als de vraag prijselastisch is omdat devragers gemakkelijk kunnen overschakelen opsubstituten (vb. op geïmporteerde groenten enfruit)

♣ stijgen als de vraag prijsinelastisch is omdat devragers niet gemakkelijk kunnen overschakelen op

substitutenAls niet alle producenten in dezelfde mate dezelfde schok ondergaan (winnaars

en verliezers) kunnen private verzekeringen of een rampenfonds het risico voorde individuele producenten verkleinen.Prijsstabiliteit?

In de praktijk zijn er vele schokken tegelijk (V en A) en volgen de schokkenelkaar snel op. Daardoor kan de prijs in een competitieve markt (prijsnemers)zeer instabiel zijn( vb. aandelenkoersen)

Niet-competitieve markten (prijszetters) worden vaak gekenmerkt door eengrotere prijsstabiliteit. Vb. autoconstructeurs verhogen niet gemakkelijk deprijs na een positieve aanbodschok (vb. autosalon), ze zullen eerder de

levertermijn verlengen.

Page 29: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 29/33

Hoofdstuk 4: welvaart en efficiëntie

1 Welvaart

Welvaart als de som van consumenten- en producentensurplus

We respecteren consumentensoevereiniteit: consument weet zelf best wat

goed voor hem is… Consumentensurplus is verschil tussen wat consument wil betalen en wathij moet betalen. M.a.w. netto baten van consumeren van goederen endiensten.

 Producentensurplus is gelijk aan winst, M.a.w. verkoopsomzet min kosten.

  Welvaart (in geldtermen) is gelijk aan som van consumenten- enproducentensurplus.

Goederen van de ene partij naar de andere overbrengen (minst

waard meer waard)

Grafisch: oppervlakte tussen vraag- en aanbodcurve.

Welvaart ≠ welzijn. Het is niet omdat de welvaart hoog is dat het welzijn ookhoog is. Als men zich niet goed voelt is het welzijn laag

Surplussen op de pralinemarktConsumentensurplus CS = [5-3] x 40 x [1/2]= 40producentensurplus PS = [3-1] x 40 x [1/2]= 40welvaart = CS + PS = 40 + 40 = 80.

Welvaartsverlies bij onder-of overproductieElke afwijking uit het marktevenwicht(punt E) leidt tot welvaartsverliezen.

Bij q=20 bedraagt hetwelvaartsverlies[4-2]x20x[1/2]=20.

Bij q=60 bedraagt het

welvaartsverlies[4-2]x20x[1/2]=20.

In het marktevenwicht (punt E) is de welvaart maximaal.

2 Efficiëntie

Evenwicht van de consument: MBB = p. D.w.z. maximaalconsumentensurplus.

Evenwicht van de producent: MK = p. D.w.z. maximaal producentensurplus.

Bijgevolg geldt in het marktevenwicht: MBB = MK = p.

het totale surplus (CS + PS) is maximaal, m.a.w. het marktevenwicht is

efficiënt.Opmerking: maximale welvaart betekent niet noodzakelijk dat CS en PSafzonderlijk ook maximaal zijn.

Page 30: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 30/33

Efficiëntie van het marktevenwicht

Als er slechts 20.000 eenheden worden

verhandeld, is MBB = 4 > 2 = MK. Er isruimte voor verbetering, vb. voor p = 2,5€leidt extra productie en consumptie toteen stijging van zowel CS als PS, en

bijgevolg ook van de welvaart. Als er 60.000 eenheden worden

verhandeld, is MBB = 2 < 4 = MK. Minder produceren/consumeren doet CS

en PS (en dus welvaart) toenemen.

Page 31: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 31/33

Drie vormen van efficiëntieEfficiëntie van het marktevenwicht impliceert dat tegelijk drie vormen vanefficiëntie voldaan zijn:

 Allocatieve efficiëntie (= wat en hoeveel?)Goederen en diensten worden in de juiste hoeveelheden gemaakt omdatMBB = MK voor alle goederen.

 Ruilefficiëntie (= voor wie?)Meeste goederen gaan naar consumenten met hoogste BB. Verdere(her)verdeling van goederen tussen consumenten kan welvaart nietverhogen omdat MBB1=MBB2=…

2 heeft een hogere MBBfunctie dan 1.

In het evenwicht krijgt devrager met de hoogste MBB

functie de meeste goederen:

In het evenwicht is de MBBgelijk voor alle vragers:

Voorbeeld ruilefficiëntieVeronderstel dat je 40 eenheden gelijk zou verdelen over de tweeconsumenten. Dan:

MBB1(20) = 1 < MBB2(20) = 11/3 = 3,667 Neem één eenheid af van 1 en geeft de bij aan 2. Dan: NBB1= -1 en

NBB2 = +3,667, Het verlies van 1 is kleiner dan de winst van 2.

De TBB van beide consumenten samen neemt bijgevolg toe, of NBB1+ NBB2= +2,667.

Enzovoort…

Conclusies:

♣ Een gelijke verdeling is niet efficiënt als consumenten verschillenin marginale betalingsbereidheid.

♣ Geef meer eenheden aan consumenten met hogere MBB functie.

♣ Het marktevenwicht zorgt automatisch voor de ideale verdelingover de consumenten zodat MBB1= MBB2.

 Productieve efficiëntie (= door wie of hoe?)Wie het goedkoopst kan produceren, zal het meest produceren. Productiegebeurt tegen laagst mogelijk kost, geen welvaartsverhoging mogelijkdoor andere verdeling van de productie-inspanningen tussenproducenten omdat MK1=MK2=…

Firma 1 heeft een hogere MK functie danfirma 2.

In het evenwicht moet de firmamet de laagste MK functie het

Page 32: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 32/33

meeste produceren: In het evenwicht is de MK gelijk voor alle firma’s: MK1(10)= 3 = MK2(30).

Page 33: Micro Economie Smenvatting

5/12/2018 Micro Economie Smenvatting - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/micro-economie-smenvatting 33/33

Vb. productieve efficiëntie

Veronderstel dat je 40 eenheden gelijk zou verdelen over de tweeproducenten, dan: MK1(20) = 6 > 2 = MK2(20)

Laat 1 één eenheid minder en 2 één eenheid meer produceren, dan:de kostenbesparing bij 1 is groter dan de extra kosten voor 2: NK1= -6en NK2 = +2.

De totale kosten van beide producenten samen nemen bijgevolg af:NK1 + NK2=-4.

Enzovoort…

Conclusies:

♣ Een gelijke verdeling is niet efficiënt als de producenten verschillenin MK-functies.

♣   Je moet méér eenheden laten produceren door goedkopereproducenten, d.w.z. met lagere MK-functies.

♣ Het marktevenwicht zorgt automatisch voor de ideale verdelingover de producenten zodat MK1= MK2.

3 Eerste welvaartstheorema

Een perfect concurrentiële markt waarin de prijsvorming vrij wordtgelaten leidt, bij afwezigheid van publieke goederen, externe effectenen asymmetrische informatie, tot een efficiënte situatie.

M.a.w. onder zuivere mededinging leidt vrije ruil tot een maximaalgezamenlijk surplus van consumenten en producenten. Miljoenengedecentraliseerde consumptie- en productiebeslissingen, gemotiveerd dooreigenbelang, leiden tot een maatschappelijk wenselijke situatie.

Adam Smith’s (1776) onzichtbare hand. Het prijsmechanisme leidt de

ontelbare afzonderlijke beslissingen in de juiste banen. De signaalfunctievoorkomt aanbod- en vraagoverschotten. De marktwerking coördineert via demarktprijs het gedrag van een groot antal economische agenten zonder kosten

noch dwang coördinerende functie

planeconomie: alles wordt georganiseerd door een centraal plan dat voormeerdre jaren wordt vastgelegd. Het prijsmechanisme en de prijssignalenspelen er geen enkele rol

4 Rol van de overheid

Preventieve rol:

♣ Bevorderen van concurrentiële karakter van markten door adequaatmededingingsbeleid en gemakkelijke markttoegang.(bvb. elektriciteitsmarkt en fusie Suez en Gaz de France)

♣ Rechtsbescherming garanderen.(bvb. handelsrecht)

♣ Openstellen landsgrenzen voor handel.(bvb. vrij verkeer goederen en diensten in EU)

Corrigerende rol:

♣ Soms is consumentensoevereiniteit niet wenselijk(bvb. cultuurgoederen en roken)

♣Marktfalingen a.g.v. publieke goederen en externe effecten corrigeren(bvb. milieuproblemen, zie later deel 2)

♣ Rechtvaardigheidsoverwegingen(bvb. sociale zekerheid en herverdelende belastingen)