Blok P1 Algemene Economie (micro) Model/Theorie ...
Transcript of Blok P1 Algemene Economie (micro) Model/Theorie ...
1
Blok P1
Algemene Economie (micro)
Model/Theorie: participanten en omgevingsfactoren
Auteur: Dr. R. Schöndorff – Drs. J.F.B. Pleus
Vakgebied: Algemene Economie
Beschrijving:
Participanten: participanten zijn de partijen. Partijen hebben een
machtspositie ten opzichte van een organisatie.
Omgevingsfactoren: omgevingsfactoren beïnvloeden de organisatie
indirect. De organisatie heeft geen invloed op de omgevingsfactoren. Een
organisatie moet dus inspelen op de omgevingsfactoren.
Relevantie/Te gebruiken voor
Model/Theorie: Marktvormen
Auteur: Dr. R. Schöndorff – Drs. J.F.B. Pleus
Vakgebied: Algemene Economie
Beschrijving:
Homogeen
(economisch model)
Prijs voorkeur
(volkomen)
Heterogeen
(marketingmodel)
Marketingmix
1 aanbieder Volkomen monopolie Onvolkomen monopolie
Weinig aanbieders Volkomen oligopolie Heterogeen oligopolie
Veel aanbieders Volkomen mededinging Monopolistische
concurrentie
Relevantie/Te gebruiken voor
Model/Theorie: Elasticiteiten
Auteur: Dr. R. Schöndorff – Drs. J.F.B. Pleus
Vakgebied: Algemene Economie
Beschrijving:
Stap 1:
Berekenen procentuele verandering van de twee variabelen
(Nieuw – Oud) / Oud * 100%
Stap 2:
Invullen in de formule voor het berekenen van de elasticiteit
Stap 3:
Interpreteren van de uitkomst van de formule, en is dat elastisch of
inelastisch?
2
Relevantie/Te gebruiken voor
Model/Theorie: participanten en omgevingsfactoren
Auteur: Dr. R. Schöndorff – Drs. J.F.B. Pleus
Vakgebied: Algemene Economie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor: variabele kosten.
Bedrijfseconomie
Model/Theorie: van transacties naar journaalpost
Auteur: Geen literatuur
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
3
Iedere transactie/gebeurtenis veroorzaakt mutaties op de balans:
Relevantie/Te gebruiken voor: het opmaken van een balans.
Model/Theorie: Winst- en verliesrekening
Auteur: Geen literatuur
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving
o Is PERIODE overzicht
o Bevat de mutaties op het eigen vermogen
o Bevat kosten en opbrengsten
o Geeft het “resultaat” weer (= saldo van opbrengsten en kosten)
o Resultaat kan positief zijn (winst) en negatief (verlies).
Relevantie/Te gebruiken voor: het opmaken van een winst- en
verliesrekening en de eindbalans.
Model/Theorie: liquiditeitsoverzicht
Auteur: Geen literatuur
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
o Is PERIODE overzicht
o Bevat de mutaties op de liquide middelen (kas/bank)
o Bevat ontvangsten en uitgaven
4
o Geeft de verandering van de Kas/Bank weer(= saldo van
ontvangsten en uitgaven)
o Verandering kan positief zijn (toename kas/bank) en negatief
(afname kas/bank).
Relevantie/Te gebruiken voor: het opmaken van liquiditeitsoverzicht en de
einsbalans.
Model/Theorie: Grootboekrekeningen
Auteur: Geen literatuur
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
Als er in een periode héél véél boekingen plaatsvinden, moet je als bedrijf
heel nauwkeurig administreren. Dan wordt er meestal gebruik gemaakt
van grootboekrekeningen
Een ‘grootboekrekening’ is een verzamelplaats voor alle boekingen die met
een bepaald onderwerp te maken hebben.
Elke post op de balans krijgt een eigen grootboek.
Voorbeeld: kasboek, voorraad-boek, crediteuren-boek, personeelskosten-
boek (=EV), omzet-boek (= EV) etc.
Voorbeeld:
Relevantie/Te gebruiken voor: het maken van grootboekrekeningen, dit
zorgt voor een goed overzicht.
Model/Theorie: Kolommenbalans
Auteur: Geen literatuur
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
5
Relevantie/Te gebruiken voor: het maken van een kolommenbalans, dit
zorgt voor een goed overzicht van de proefbalans, saldibalans,
resultatenrekening en balans.
Communicatie
Model/Theorie: Corporate Identity-mix
Auteur: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. van Veghel.
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving:
Persoonlijkheid: Hetgeen de organisatie karakteriseert (ziel van het
bedrijf): Persoonlijkheid komt tot uiting in kernwaardes.
Gedrag: Dagelijks handelen van medewerkers, omgaan met klanten en
omstanders
Communicatie: Berichtgeving middels folders, brochures, advertenties,
internetpagina etc..
Symboliek: Het ‘visuele beeld’ van de organisatie; bijvoorbeeld huisstijl,
logo, mascotte
Relevantie/Te gebruiken voor de huisstijl van bedrijven te bepalen of te
creëren.
6
Model/Theorie: Basiselementen huisstijl
Auteur: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. van Veghel.
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving:
o Logo: woordmerk + beeldmerk
o Kleur:
symbolische waarde
emotionele waarde
Signaalwaarde
o Typografie
o Fotobeleid
Relevantie/Te gebruiken voor het creëren van de huisstijl van een bedrijf.
Model/Theorie: Identiteitsstructuren
Auteur: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. van Veghel.
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving:
Monolitische identiteit
Endorsed identiteit
Branded identiteit
Relevantie/Te gebruiken voor het opzetten of bepalen van een identiteit
van een bedrijf.
Model/Theorie: Basismodel Communicatie
Auteur: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. van Veghel.
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het observeren van de communicatie tussen
een bedrijf en de klant of een ander bedrijf.
Model/Theorie: Communicatievormen
Auteur: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. van Veghel.
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving:
7
Relevantie/Te gebruiken bij het kiezen van een communicatiemiddel.
Model/Theorie: Interpersoonlijke communicatie vs. massacommunicatie
Auteur: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. van Veghel.
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken bij het kiezen van een toepasselijk
communicatie/communicatiemiddel.
Model/Theorie: Communicatieplan
Auteur: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. van Veghel.
Vakgebied: Communicatie
Beschrijving:
1. Probleem
2. Analyse
- Interne analyse
- DESTEP
3. Communicatiedoelgroepen
4. Communicatiedoelstellingen:
Gericht op: Kennis, Houding en Gedrag. En SMART geformuleerd:
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
3 soorten doelstellingen:
- Ondernemingsdoelstellingen
- Marketingdoelstellingen
- communicatiedoelstellingen
5. Boodschap
6. Communicatiestrategie
8
7. Communicatiemiddelen
8. Tijdsplanning
9. Budget
- Taakstellende methode
- Uitgaven in voorgaande jaren
- Omzetpercentagemethode
- Concurrentiegeoriënteerde methode
- Anticyclische methode
10. Evaluatie
Effectevaluatie:
- Zijn de communicatiedoelstellingen bereikt?
- Wat kan volgende keer beter?
Procesevaluatie: Hoe is het proces verlopen? Coördinatie?
Productevaluatie: Wat is de waardering van de doelgroep voor de
communicatie-uiting?
Relevantie/Te gebruiken voor het opstellen van een communicatieplan.
Inleiding Management I
Model/Theorie: 7S model van McKinsey
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
- Strategie; de lijnen voor de
toekomst, de doelen voor de
toekomst
- Structuur; de opbouw van de
organisatie
- Systemen: hoe zijn zaken
geregeld? Procedures,
handleidingen, instructies etc
- Staf/personeel: de mensen in de
organisatie; hoe gaan we er mee
om?
- Stijl van managen/leidinggeven
- Sleutelvaardigheden/skills; waar
blinkt het bedrijf in uit?
- Shared values/gemeenschappelijke waarden; de cultuur van een
organisatie; wat vindt men ‘gewoon’?
Relevantie/Te gebruiken voor het opstarten van een bedrijf of het
reorganiseren van een bedrijf.
Model/Theorie: DESTEP model
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam.
Vakgebied: Management
Beschrijving:
9
Relevantie/Te gebruiken voor het in kaart brengen van de omgeving van
een organisatie.
Model/Theorie: Theorie van Ansoff
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam.
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het introduceren van nieuwe groeistrategie.
Model/Theorie: Organiseren van activiteiten
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam.
Vakgebied: Management
Beschrijving:
1. Bepalen organieke structuur (organogram)
10
- arbeidsverdeling (bv taken, functies, afdelingen)
- coördinatie (afstemming van werkzaamheden, bv planning, rooster,
project, commissie)
2. Én een personele structuur (mensen in een organisatie)
– Hiërarchie (door wie worden opdrachten gegeven?)
– Bevoegdheden (wie mag bepaalde beslissingen nemen?)
– Personele bezetting (welke medewerker in welke functie?)
– Communicatie (wie informeert wie en op welke manier?)
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de organieke of/en
personele structuur.
Model/Theorie: Arbeidsverdeling in horizontale richting
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam.
Vakgebied: Management
Beschrijving:
1. Interne (horizontale) differentiatie:
- Arbeidsindeling naar
gelijksoortigheid van
werkzaamheden → fasen van een
bewerkingsproces (totale proces
opdelen in deelprocessen)
- De (bewerkings-)fasen worden
ondergebracht in afdelingen, iedere
afdeling levert een bijdrage aan het
totale product > dit zijn vaak meerdere, verschillende producten
→ De (F)unctionele indeling
2. Interne (horizontale) specialisatie
- Arbeidsverdeling gegroepeerd op basis van het eindresultaat dat
de organisatorische eenheid moet opleveren.
- Naar Product, Geografische plaats of Marktsegment
→De (P)roduct-, (G)eografische- of (M)arktsegment-indeling
Relevantie/Te gebruiken voor het opstellen van een organieke structuur
van een bedrijf.
11
Model/Theorie: Rollen van de manager
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam.
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de taken en rollen van de
manager.
Model/Theorie: Werkzaamheden van de manager
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam.
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de taken, bevoegdheden en
werkzaamheden van de manager binnen het bedrijf.
12
Inleiding Recht
Model/Theorie: Voorrang van wetgeving/hiërarchie
Auteur: Mr. J.W.P. Verheugt.
Vakgebied: Recht
Beschrijving:
1. Verdragen/EG-recht
2. Grondwet
3. Wetten in formele zin
4. AMvB’s
5. Ministeriele regelingen
6. Verordeningen van provincie
7. Verordeningen van gemeente/waterschap
Hogere wet gaat voor lagere wet
Latere wet gaat voor eerdere wet
Bijzondere wet gaat voor algemene wet
Relevantie/Te gebruiken voor kiezen van de geldende wet in een bepaalde
situatie/
Model/Theorie: Stappenplan
Auteur: Mr. J.W.P. Verheugt.
Vakgebied: Recht
Beschrijving:
1. Wie zijn de partijen?
2. Leerstuk / wat is het onderwerp?
3. Welke wet?
4. Criteria van de wet?
5. Toetsen aan criteria
6. Conclusie
7. Antwoord op de vraag
Relevantie/Te gebruiken voor het beantwoorden van een case.
Blok P2
Bedrijfseconomie
Model/Theorie: Winstverdeling
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen.
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
13
Relevantie/Te gebruiken voor de winst verdeling bij aandelen in een
organisatie.
Model/Theorie: Kengetallen
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen.
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
o Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl.BTW)
o RTV = EBIT / gemiddelde totale vermogen
o KVV = rentekosten / gemiddelde vreemd vermogen
o REV = winst na belasting / gemiddelde eigen vermogen
Relevantie/Te gebruiken voor de winstgevendheid van een onderneming te
beoordelen.
Model/Theorie: Hefboomfactor
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen.
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
REVvb = RTV + (RTV – KVV) x VV/EV
REVnb = 1-f x (RTV + (RTV – KVV) x VV/EV)
Relevantie/Te gebruiken voor de overheveling van de winst of het verlies
op het vreemd vermogen naar het eigen vermogen.
Model/Theorie: Liquiditeit en Solvabiliteit
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen.
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
Liquiditeit:
• Current ratio = VLA / VVK
• Quick ratio = (VLA – voorraden) / VVK
Solvabiliteit:
• Solvabiliteitspercentage = EV / TV * 100%
• Debt ratio = VV / TV * 100%
Relevantie/Te gebruiken voor in welke mate het bedrijf in staat is om
nieuw vreemd vermogen aan te trekken en in welke mate in geval van
liquidatie in staat is aan haar verplichtingen tegenover de verschaffers van
vreemd vermogen te voldoen.
14
Model/Theorie: Activiteitskengetallen
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen.
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
o Voorraad
Omloopsnelheid van de voorraad = omzet in inkoopprijzen /
gemiddelde voorraad
Opslagduur van de voorraad = gemiddelde voorraad /
jaaromzet tegen inkoopprijzen x 365 dagen
o Debiteuren
Gemiddelde krediettermijn van debiteuren = gemiddelde
debiteurensaldo / verkopen op rekening x 365 dagen
o Crediteuren
Gemiddelde krediettermijn van crediteuren = gemiddelde
crediteurensaldo / inkopen op rekening x 365 dagen
o Omzet
Omloopsnelheid van het totaal vermogen = omzet tegen
verkoopprijzen / gemiddelde totale vermogen
Relevantie/Te gebruiken voor het inzicht in de doelmatigheid van de
aanwending van de activa.
HRM
Model/Theorie: Fombrun model
Auteur: A.M. Schoemakers en F..J. Koopmans.
Vakgebied: HRM
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de instroom, doorstroom en
de uitstroom van werknemers binnen een organisatie.
Model/Theorie: Human Resource instrumenten
Auteur: A.M. Schoemakers en F..J. Koopmans.
Vakgebied: HRM
15
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het inzetten van de juiste instrumenten bij
de instroom, doorstroom of uitstroom.
Model/Theorie: Competenties
Auteur: A.M. Schoemakers en F..J. Koopmans.
Vakgebied: HRM
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de juiste competenties die
nodig zijn bij een functie.
Model/Theorie: Brandingpiramide
Auteur: A.M. Schoemakers en F..J. Koopmans.
Vakgebied: HRM
Beschrijving:
16
Relevantie/Te gebruiken voor het creëren van de juiste identiteit van de
organisatie.
Model/Theorie: De behoeftenhiërarchie van Maslow
Auteur: A.M. Schoemakers en F..J. Koopmans.
Vakgebied: HRM
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen in welk behoefteniveau de
werknemer zich bevindt.
Marketing
Model/Theorie: Ontwikkeling van de marketinggedachte
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Management
Beschrijving:
17
o Productiegericht
o Productgericht
o Verkoopgericht
o Marketinggericht
18
o Maatschappelijk marketingconcept
Relevantie/Te gebruiken voor het ontwikkelen van de juiste
marketinggedachte.
Model/Theorie: Marketingmix – de 4 P’s
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
19
Relevantie/Te gebruiken voor het invullen van de 4 P’s van een
organisatie.
Model/Theorie: de 3 R’s
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor de klantrelatie van een bedrijf.
Model/Theorie: Abell-diagram
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
20
Relevantie/Te gebruiken voor het opstellen van een mission statement.
Model/Theorie: Vijkrachtenmodel Porter
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het in kaart brengen van jouw omgeving als
bedrijf.
Model/Theorie: Groeistrategieën van Ansoff
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het groeien van een organisatie.
Model/Theorie: Portfolio matrix / BCG matrix
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
21
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen of een bedrijf in een product
moet investeren, desinvesteren, uit moet melken of dood moet laten gaan.
Model/Theorie: GE matrix / MABA-analyse
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Twee dimensies:
- Market Attractiveness/ Aantrekkelijkheid bedrijfstak
• Marktgrootte
• Groei
• Rentabiliteit
• Concurrentie
• Technologie
- Business Attractiveness/ Aantrekkelijkheid bedrijf (kracht)
• Marktaandeel
• Concurrentiepositie
• Merkwaarde
• Product kwaliteit
Vier stappen:
– Bepalen waardebepalende factoren (op Ma en Ba)
– Wegen van die factoren (0,0 tot 1,0, samen 1,0)
- Marktscore per SBU (1 t/m 5)
- Waarde per SBU (weging X score)
22
Relevantie/Te gebruiken voor de waardering van een afdeling binnen de
organisatie.
Model/Theorie: Marketinomgeving
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
23
Interne analyse – 4 stappen:
Externe analyse – 3 stappen:
24
Relevantie/Te gebruiken voor de interne en externe analyse van een
organisatie.
Model/Theorie: DESTEP
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor de externe analyse van een organisatie.
Model/Theorie: SWOT
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
25
Relevantie/Te gebruiken voor het overzicht van de zwaktes, sterktes,
bedreigingen en kansen, zodat het bedrijf hierop in kan spelen.
Model/Theorie: Confrontatie-matrix
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het vergelijken van de sterkten, zwakten,
bedreigingen en kansen zodat het bedrijf de beste kansen, bedreigingen,
zwakten en sterkten uitkiest waar ze aan gaan werken.
Model/Theorie: Productniveaus
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
26
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de productniveaus van een
product.
Model/Theorie: Productbeslissingen
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor de beslissingen die genomen moeten worden
bij een bepaald product.
Model/Theorie: Marketingfactoren voor consumentenproducten
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
27
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de marketingfactoren die
invloed hebben op de consumentproducten die een bedrijf aanbiedt.
Model/Theorie: Productlevenscyclus
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen in welke fase een product zich
bevindt.
Model/Theorie: Proces ontwikkeling nieuwe producten
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
28
Relevantie/Te gebruiken voor de productontwikkeling.
Model/Theorie: Bouwen merkwaarde
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het opbouwen van een merk.
Model/Theorie: Merkstrategie: merkontwikkeling
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing.
Beschrijving:
29
Relevantie/Te gebruiken voor merkontwikkeling.
Model/Theorie: Kenmerken van diensten
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het herkennen van een dienst.
Model/Theorie: Dienstenmarketing
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
30
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen van een soort dienst die een
bedrijf aan gaat bieden.
Model/Theorie: GAP-analyse
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het beoordelen van de kwaliteit van de
dienstverlening.
Model/Theorie: Direct marketing (vormen)
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
31
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen van de juiste marketing vorm.
Model/Theorie: Communicatie beslissingen
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen van de juiste communicatie
beslissingen.
Model/Theorie: Promotiemix strategieën
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Marketing
Beschrijving:
32
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen van de juiste promotiestrategie.
Inleiding Management II
Model/Theorie: Organisatiestructuur
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
1. Lijnstructuur
2. Lijn-staforganisatie
33
3. Lijn- en Functionele staforganisatie
4. Matrixorganisatie
Relevantie/Te gebruiken voor het samenstellen van een
organisatiestructuur.
34
Model/Theorie: Het ui-diagram van Hofstede
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het creëren van de juiste cultuur binnen een
organisatie.
Model/Theorie: Organisatiestructuur van Handy
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het creëren van de juiste cultuur, macht en
samenwerking binnen een organisatie.
Model/Theorie: MVO
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
35
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor een Maatschappelijk Verantwoorde
organisatie.
Model/Theorie: Het proces van invoer, transformatie en uitvoer
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het creëren van de juiste processen voor de
invoer, transformatie en de uitvoer.
Model/Theorie: Soorten processen
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen van het juiste proces binnen de
organisatie.
36
Model/Theorie: Samenhang processen
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor de juiste samenhang van de processen
binnen een organisatie.
Model/Theorie: de PDCA-cyclus van Deming
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
• Plan
1. Vaststellen van een plan
• Do
1. Vaststellen van de voortgang van de
uitvoering (meten)
• Check
1. Vergelijk van gemeten prestaties met normen
en standaards van het plan; zijn er afwijkingen?
• Act
1. Bijsturen, indien de afwijkingen te groot zijn
Relevantie/Te gebruiken voor de juiste reflectie van een plan.
Model/Theorie: Relatie macht en leiderschapsstijlen
Auteur: Jos Marcus en Nick van Dam
Vakgebied: Management
Beschrijving:
37
Relevantie/Te gebruiken voor het bepalen van de machtsinvloed van de
leiders binnen een organisatie.
Overeenkomsten- & Rechtspersonenrecht
Model/Theorie: Beroep / Bedrijf
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl.
Vakgebied: Rechtspersonenrecht
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen voor een bedrijf of beroep.
Model/Theorie: Hoe los ik een case op?
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl.
Vakgebied: Recht
Beschrijving:
1. Wie zijn de partijen?
2. Waar gaat het over?
3. Zoek het juiste artikel in de wet
4. (welke rechtspraak)
5. Noem criteria uit artikel
6. Toets aan deze criteria
7. Wat is de conclusie
8. Antwoord op vraag
Relevantie/Te gebruiken voor het oplossen van een case.
38
Model/Theorie: Onderscheid BV - NV
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl.
Vakgebied: Rechtspersonenrecht
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen tussen een BV of een NV.
Model/Theorie: Indeling Burgerlijk recht
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl.
Vakgebied: Overeenkomstenrecht
Beschrijving:
39
Relevantie/Te gebruiken voor het opzoeken van de juiste afdeling binnen
het burgerlijk recht
Model/Theorie: Schema
rechtsfeiten
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl.
Vakgebied:
Overeenkomstenrecht
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor
het kiezen van de juiste
rechtsfeiten.
40
Blok P3
Algemene economie (macro)
Model/Theorie: Schematische weergave economische groei
Auteur: geen
Vakgebied: Macro-economie
Beschrijving: Schema geeft de economische groei weer.
Geeft de voorwaarde neer voor economische groei.
Model/Theorie: Economische kringloop
Auteur: François Quesnay
Vakgebied: Macro-economie
Beschrijving: Dit model geeft de geldstromen
tussen de verschillende actoren weer.
Relevantie: Via dit model kunnen verschillende
effecten worden weergegeven. Onder andere:
Nivelleren, prijsstijgingen, schaarste.
Model/Theorie: Conjunctuur model
Auteur: Keynes
Vakgebied: Macro-economie
Beschrijving: Conjunctuur is de verandering van het
groeipercentage van de economie of productie op de
korte termijn.
1: recessie (indien de groei negatief is: depressie)
2: opleving
3: expansie
4: afzwakking
1+2 = laagconjunctuur (groei onder de trend)
3+4 = hoogconjunctuur (groei boven de trend)
Relevantie: Op basis van het conjunctuurmodel kun je voorspellingen doen
over ontwikkeling van de groei. Bedrijven passen hierop hun begrotingen
aan.
Model/Theorie: Lorenz-curve
Auteur: Max O. Lorenz
Vakgebied: Macro-economie
Beschrijving: De lorenz-curve geeft de verdeling van de inkomens
in een land weer. ‘Hoe boller de buik, hoe ongelijker de inkomens
verdeeld zijn binnen een land.
Relevantie: Aan de hand van dit model is in een oogtoeslag te zien hoe de
verdeling van de inkomens binnen een land zijn. Als de curve redelijk
langs de diagonale lijn loopt zijn de inkomens redelijk gelijk verdeeld.
Model/Theorie: Keynesiaanse visie
Auteur: Keynes
Vakgebied: Macro-economie
41
Beschrijving: “Zij stelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het
bereiken van de doelstellingen van de economische politiek en zich zeer
met de economie, vooral de conjunctuur, moet bemoeien. Zij zorgt voor
volledige werkgelegenheid en groei.”
Relevantie: Deze visie kan toegepast worden door de overheid en als
uitgangspunt gebruikt worden in de manier van handelen.
Model/Theorie: Klassieke visie
Auteur: Geen
Vakgebied: Macro-economie
Beschrijving: “De overheid dient een zo klein mogelijke rol te spelen. Zij
moet zich beperken tot het garanderen van veiligheid van de burgers, het
beschermen van bezit en zorgen dat burgers hun contract naleven.”
Relevantie: Deze visie kan toegepast worden door de overheid en als
uitgangspunt gebruikt worden in de manier van handelen.
Model/Theorie: Schematische weergave collectieve sector
Auteur: Geen
Vakgebied: Macro-economie
Beschrijving: Dit schema geeft de lasten en uitgaven van de collectieve
sector weer.
Relevantie: Hierbij staat in een schema waar het geld vandaan komt en
welke takken het uitgegeven word.
Model/Theorie: WIG
Auteur: Geen
Vakgebied: Macro-economie
Beschrijving: Dit figuur geeft de opbouw van de loonkosten
42
per werknemer aan en waaruit de Wig precies bestaat.
Relevantie: Zo kan altijd schematisch weergegeven worden
wat waar onder valt en hoe de kosten zijn opgebouwd.
Bedrijfseconomie
Model/Theorie: Kostensoorten
Auteur: Geen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Aan de hand van deze soorten zijn kosten onder te verdelen
waardoor je pakketten van een aantal kosten krijgt en niet alles door
elkaar staat. Deze kosten soorten zijn er: Grond- en hulpstoffen, Arbeid,
Duurzame productiemiddelen, Grond, Diensten van derden,
Kostprijsverhogende belastingen en Vermogen.
Relevantie/Te gebruiken voor: Dit kun je later gebruiker om de kosten van
een bedrijf in beeld te brengen en ook te zien naar welke kostensoort het
meeste gaat.
Model/Theorie: Afval en Uitval
Auteur: J. Crooijmans
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Aan de hand van de formule: - = , heeft Jan ons
uitgelegd dat je vanaf de grondstof eerst afval krijgt voor je het
daadwerkelijke product hebt en daarna valt er ook nog een stuk uit omdat
deze niet aan de standaarden voldoen.
Relevatie/Te gebruiken voor: Dit kun je gebruiken om uit te rekenen wat
de grondstofkosten zijn die door berekend dienen te worden in alle goede
eindproducten.
Model/Theorie: Rationele en Irrationele capaciteit
Auteur: Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Dit schema geeft weer hoe dat de rationele
en irrationele capaciteit zijn opgebouwd. Overcapaciteit
mag en kan gebeuren maar als daaroverheen gegaan word valt
het onder de irrationele overcapaciteit.
Relevantie/Te gebruiken voor: Dit schema is te gebruiken om te
kijken of de overcapaciteit nog onder de rationele overcapaciteit valt.
Model/Theorie: Kostprijs berekenen via formule
Auteur: geen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Doormiddel van de onderstaande formule kun je kostprijs
van een product berekenen mits je over de gegevens beschikt natuurlijk.
43
Kp = Totale variable kosten (V) + Constante kosten (C)
verwachte productie (W) Normale productie (N)
Relevantie/Te gebruiken voor: Deze formule kun je gebruiken voor het
berekenen van de kostprijs.
Model/Theorie: Klassieke Begroting
Auteur: Geen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Dit is een methode om het periode resultaat te berekenen
Relevantie/Te gebruiken voor: Hier bereken je het periode resultaat mee.
Model/Theorie: Analytische Begroting
Auteur: Geen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Dit is een methode om het periode resultaat te berekenen
Relevantie/Te gebruiken voor: Hier bereken je het periode resultaat mee.
44
Belastingrecht
Model/Theorie: Stappenplan Gevolgen voor de Loonbelasting
Auteur: Geen
Vakgebied: Belastingrecht
Beschrijving: Doormiddel van het onderstaande stappenplan word er eerst
uitgezocht of er überhaupt sprake is van een dienstbetrekking. Zo niet dan
zijn er geen gevolgen voor de inkomstenbelasting.
Dienstbetrekking?
Wanneer zijn er gevolgen voor de loonbelasting?
Stappenplan (kijken naar gevolgen voor loonheffing):
1) Sprake van een ‘echte’ dienstbetrekking (ALTIJD eerst doen, ook al lijkt het een fictieve dienstbetrekking)?
Ja: de inkomsten worden in de loonheffing betrokken (o.g.v. Art. 2 Wet LB).
Nee à kijken of er sprake is van een fictieve dienstbetrekking!
2) Is er dan sprake van een fictieve dienstbetrekking?
Ja: de (eventueel fictieve) inkomsten worden in de loonheffing betrokken (o.g.v. een onderdeel uit Art. 3 of 4 Wet LB)
Nee à geen gevolgen voor de loonheffing
Relevantie/Te gebruiken voor: Om te kijken of er gevolgen zijn voor de
loonbelasting.
Model/Theorie: Boxenstelsel
Auteur: geen
Vakgebied: Belastingrecht
Beschrijving: Dit schema geeft weer hoe de boxen zijn opgebouwd en wat
in welke box thuis hoort.
Relevantie: Handig om even naar te kijken zodat je weet wat waar ook
alweer onder valt en geen onnodige fouten daarin maakt.
45
Model/Theorie: Vermogensvergelijking
Auteur: geen
Vakgebied: Belastingrecht
Beschrijving: Hiermee word uitgerekend hoeveel de belastbare winst is uit
een onderneming.
Relevantie: Dit stappenplan heb je nodig om de belastbare winst uit een
onderneming te berekenen.
Eindbalans – beginbalans
- Stortingen
+ onttrekkingen
+ beperkt en niet aftrekbare kosten (kijk naar artikel 3.14 tm 3.17
Wet IB)
- Vrijstellingen
- Ondernemingsfaciliteiten (kijk naar willekeurige afschrijving,
investeringsaftrek, oudedagsreserve, ondernemersfaciliteiten)
- MKB-winstvrijstelling
= Belastbare winst uit onderneming voor Box 1
HRM
Model/Theorie: Doelstellingen arbeidsmarktcommunicatie
Auteur: Geen
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Het geeft de doelstellingen weer.
Relevantie/Te gebruiken voor: Hiermee kun je kijken
waar je nou precies voor werft en op welke manier.
Model/Theorie: Arbeidsmarktcommunicatieplan
Auteur: Geen
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Dit plan geeft de stappen weer om een succes volle
communicatie uiting aan de man te brengen.
Relevantie/Te gebruiken voor: Als je alle stappen afgaat dan weet je zeker
dat je de juiste aspecten hebt bekeken en maak je meer kans dat de
boodschap overkomt bij het juist publiek.
1. Probleemstelling: opdracht - centrale vraag
2. Doelstellingen (smart)
3. Doelgroep
4. Boodschap (wat willen we overbrengen?)
5. Strategie (hoe gaan we dat aanpakken?)
6. Werving- en selectiemiddelen/ Media
7. Organisatie en planning (draaiboek werving én selectie)
8. Budget
9. Evaluatie
46
Management (groeistrategieën)
Model/Theorie: Groeimodel van Keuning
Auteur: Keuning
Vakgebied: Management
Beschrijving: Je kunt een bedrijf indelen in een van de 7 stadia en door
een groeimodel bepalen welke stadia het dan weer terecht komt. Alle
stadia hebben hun eigen kenmerken.
Relevantie/Te gebruiken voor: Om in te schatten waar een bedrijf zich nu
bevind.
Model/Theorie: De 6 kenmerken van een organisatie
Auteur: Keuning
Vakgebied: Management
Beschrijving: De 6 kenmerken zijn een aantal handvaten om aan de hand
van die 6 kenmerken een organisatie te beschrijven. De 6 kenmerken zijn:
1. Wijze van strategische keuze maken
2. Organisatiestructuur
3. Research en Ontwikkeling/innovatie
4. Meten van prestaties van medewerkers
5. Beloningssysteem
6. Beheersingssysteem voor controle en bijsturing
Relevatie/Te gebruiken voor: aan de hand van deze 6 kenmerken kun je
een organisatie indelen en beschrijven.
Model/Theorie: Groeimodel van Scott
Auteur: Scott
Vakgebied: Management
Beschrijving: Scott werkt net als Keuning met fases alleen heeft Scott ze
anders ingedeeld. Hij heeft hij maar 3 fases in plaats van 4. De volgroeide
organisatie 1 en 2 heeft hij samen gepakt.
Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van deze theorie kun je ook
naar een organisatie kijken.
47
Model/Theorie: Groeimodel Greiner
Auteur: Greiner
Vakgebied: Management
Beschrijving: Aan de hand van de tijdlijn komt een organisatie iedere keer
in een andere crisis. Uit die crisis is te komen door een verschillende
manier van groeien.
Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van deze tijdlijn is vast te
stellen in waar een organisatie zich bevind, hoe ze nog kunnen groeien en
voor welke crisis ze op moeten passen.
Model/Theorie: Veranderingtheorie van Lewin
Auteur: Lewin
Vakgebied: Management
Beschrijving: Een organisatie moet eerst bereid zijn om te willen
veranderen in de fase ga je het personeel mobiliseren. Dan ga je
veranderen en dan ga je dat verankeren.
Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van dit model kun je bekijken
waar de organisatie zich nu bevind en kijken hoe het verder moet en
welke stappen daar voor ondernomen moeten worden.
48
Model/Theorie: Veranderen volgens Ezerman
Auteur: Ezerman
Vakgebied: Management
Beschrijving: Dit model geeft weer hoe het proces van veranderen in
elkaar zit, met alle aspecten van dien zo ook opstand van het personeel en
het komen tot een compromis.
Relevantie/Te gebruiken voor: Deze stappen zijn te gebruiken om te zien
hoe het proces in elkaar zit. Je kunt zien wat je nog te wachten staat en
hoe het ongeveer in zijn werking.
Blok P4
Bedrijfseconomie
Model/Theorie: gegevens verwerken via Excel
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen.
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving:
o een investeringsbegroting opstellen
o een financieringsbegroting opstellen
o een liquiditeitsbegroting opstellen
o een resultatenbegroting opstellen
o een begrote eindbalans opstellen
o verbanden leggen tussen bovenstaande overzichten.
49
Relevantie/Te gebruiken voor: gegevens verwerken in Excel. Zo krijg je
een goed overzicht van de kosten, uitgaven en inkomsten.
Innovatie theorie
Model/Theorie:
Auteur: Alexander Osterwalder & Yves Pigneur
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
Het Canvasmodel helpt om te analyseren hoe de omgeving van het bedrijf
verandert (trends!) en hoe het bedrijf daarmee kan omgaan teneinde een
structureel voordeel te behalen. Zo kun je waarde blijven creëren.
Relevantie/Te gebruiken voor: zo kan een bedrijf starten met een
innovatie.
Model/Theorie: Groeistrategie van Ansoff
Auteur: Ansoff
Vakgebied: Innovatie/marketing
Beschrijving:
Als je je eigen productportfolio als bedrijf analyseert kun je verschillende
kanten op. Door je klantsegmenten te evalueren kun je bepalen of je
klantsegmenten laat liggen of dat je nieuwe producten aan je bestaande
klanten zou kunnen aanbieden e.d.
Relevantie/Te gebruiken voor: als een bedrijf wil gaan groeien.
50
Model/Theorie: BCG-matrix
Auteur: G. Armstrong & Philip Kotler.
Vakgebied: Innovatie/marketing
Beschrijving:
Een bedrijf is continu bezig om zijn
aanbod aan te passen aan de wensen van
de klant a.g.v. concurrentie,
technologische ontwikkeling, mode et
cetera. Wie niet innoveert kan het
vergeten. BCG (Boston Consulting Group)
hanteert een model waarin een bedrijf
zijn producten kan plaatsen om te zien of
er voldoende innovatieve producten in de
pijplijn zitten.
Relevantie/Te gebruiken voor het aanpassen van de producten aan de
omgeving.
Model/Theorie: Channels
Auteur: Alexander Osterwalder & Yves Pigneur
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor de kanalen van een bedrijf te selecteren en
in te vullen.
Model/Theorie: Prijszettingsmechanismen
Auteur: Alexander Osterwalder & Yves Pigneur
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
51
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen van de juiste prijszetting.
Model/Theorie: Value chain van Porter
Auteur: Porter
Vakgebied: Innovatie/marketing
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het beheren van de juiste sleutelprocessen.
Model/Theorie: Toekomstscenario’s
Auteur: Alexander Osterwalder & Yves Pigneur
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
52
Relevantie/Te gebruiken voor de toekomstscenario’s van een bedrijf zodat
een bedrijf zo goed mogelijk in kan spelen op de toekomst en zich goed
kan voorbereiden.
Model/Theorie: Trendcanvas
Auteur: Alexander Osterwalder & Yves Pigneur
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor Trechter model om van gebeurtenissen in je
omgeving, naar concrete taken in je organisatie te komen om hier op in te
spelen.
53
Model/Theorie: 3 Core business typen
Auteur: Hagel en Singer
Vakgebied: innovatie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor: een bedrijf moet een van de bovenstaand
typen kiezen en deze toepassen op hun bedrijf.
Model/Theorie: Innovation Adoption curve
Auteur: Rogers
Vakgebied: Innovatie/marketing
Beschrijving:
De omzetgroei van nieuwe producten hangt erg samen met het
consumentengedrag. De adoptiecurve van Rogers volgt statistisch gezien
vrijwel altijd een zelfde patroon.
Relevantie/Te gebruiken voor: een bedrijf weet zo op welke doelgroep het
moet inspelen bij een nieuwe innovatie.
Model/Theorie: Stappen in productontwikkeling
Auteur: Kotler
Vakgebied: Innovatie/marketing
Beschrijving:
54
Relevantie/Te gebruiken voor: zo weet een bedrijf welke stappen het moet
volgen om de innovatie te introduceren.
Model/Theorie: Cocreatie
Auteur: Kotler
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor: het bedrijf kan kiezen welke rol zij spelen in
de cocreatie en welke rol de klant speelt.
Model/Theorie: Businessmodel Patronen
Auteur: Alexander Osterwalder & Yves Pigneur
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
1. Ontbundeling
2. The long tail
3. Multi-sided platform
4. Free
Relevantie/Te gebruiken voor het kiezen van het juiste patroon dat bij de
innovatie/product past.
55
Model/Theorie: Business Model Environment
Auteur: Kotler
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
Key Trends DESTEP Factoren, in de
DESTEP vormen trends zich
Industry Forces Vijf krachten model van
Porter
Market Forces Afnemers wat is de
vraag van de mensen in je omgeving/markt
Macro Economic Forces hoe zit de economie in elkaar en welke
regelgeving zit daar aan vast?
Relevantie/Te gebruiken voor het combineren van de verschillende
omgevingsanalyses en deze zo goed mogelijk toepassen op het business
model.
Model/Theorie: Blue Ocean Strategy
Auteur: Kotler
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
56
Relevantie/Te gebruiken voor: Bedrijven blijven heel vaak met hun
innovatie dicht bij het oude vertrouwde. Doen wat je concurrenten ook
doen en dat proberen beter te doen. Echte innovatie is echt out-of-the-box
denken.
Model/Theorie: 7S-model Osterwalder
Auteur: Alexander Osterwalder
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving:
Relevantie/Te gebruiken voor het managen van een businessmodel.
57
Innovatie praktijk
Model/Theorie: Dezelfde modellen en theorieën als bij Innovatie Theorie
Auteur: Alexander Osterwalder & Yves Pigneur, Kotler.
Vakgebied: Innovatie
Beschrijving: Dit is dezelfde theorie/ zijn dezelfde modellen als bij
Innovatie Theorie.
Relevantie/Te gebruiken voor: de theorie in praktijk brengen.
Intellectueel Eigendomsrecht
Model/Theorie: 10 stappen voor jurisprudentie
Auteur: Geen
Vakgebied: Intellectueel Eigendomsrecht
Beschrijving:
10 stappen uit reader
1. Rechterlijke instantie?
2. Welke plaats?
3. Datum uitspraak?
4. Partijen?
5. Feiten?
6. Argumenten partijen?
7. Vordering(en)?
8. Relevante wetsartikelen?
9. Beslissing?
10. motivering?
Relevantie/Te gebruiken voor het analyseren van jurisprudentie.