Met Piet en 1000 spinnen Biskaje over

4
Edo Ankum grijpt met beide handen de kans aan om Lady Ann, een elegant modern klassiek jacht, vaarklaar te maken en naar de Carieb te varen. De voorbereidingstijd is krap, de druk om nog voor de herfststormen weg te komen hoog. Eenmaal onderweg biedt de boot verrassingen, maar de ‘oude dame’ zeilt fantastisch. TEKST EN FOTO’S EDO ANKUM makkum-muros MET PIET EN 1000 SPINNEN BISKAJE OVER vaargebied

Transcript of Met Piet en 1000 spinnen Biskaje over

Edo Ankum grijpt met beide handen de kans aan om Lady Ann, een elegant modern klassiek jacht, vaarklaar te maken en naar de Carieb te varen. De voorbereidingstijd is krap, de druk om nog voor de herfststormen weg te komen hoog. Eenmaal onderweg biedt de boot verrassingen, maar de ‘oude dame’ zeilt fantastisch.

TeksT en foTo’s Edo Ankum

makkum-muros

met piet en 1000 spinnen

biskaje over

vaargebied

een door merg en been gaande droge knal wekt me. Dat klonk helemaal niet goed. Ik schiet wat aan en meld me bij opstapper Piet in de kuip. Het is vijf uur in de ochtend. We zeilen ter hoogte van Den Helder hoog aan de wind zuidwaarts met een westenwind, kracht 5 Beaufort. De korte golven geven een constan-

te regen van buiswater. Het is aardedonker. Het omineuze geluid kwam van de mast. Piet heeft de schijnwerper al in handen. Na enig zoeken valt de lichtbundel op het euvel: de plaat die de giekneerhouder aan de mast bevestigt, hangt los van de mast. Het enige dat de zwabberende giekneerhouder nu nog met de mast verbindt is een fragie-le hydrauliek leiding. Die navelstreng kan ieder moment knappen. We verwijderen de stalen bus die de giekneer-houder aan de giek koppelt, trekken de losgeschoten neer-houderplaat met twee spanbanden tegen de mast en sjor-ren het uiteinde van de giekneerhouder op dek. We zetten de grootschoot door en trekken zo de giek nog wat naar beneden. De onmiddellijke crisis is bezworen. Maar wat een vreselijke kracht is hier aan het werk geweest. Zestien schroeven zijn van de mast gerukt. Bedremmeld zetten we koers naar IJmuiden. We waren op weg naar Spanje.

OnwennigHet is intussen licht, de hemel is loodgrijs en het begint te regenen. Piet heeft zichtbaar last van de steile Noordzee-golfslag. Hij zit in het dekhuis weggedoken in zijn zeilpak maar hij blijft bewonderenswaardig alert en plichtsge-trouw. Ik probeer in de kuip te genieten van het vertrek, van de herwonnen vrijheid om over de zeeën te zwerven. Lady Ann is een prachtig schip. Ze is weliswaar niet mijn eigendom, het voelt wel zo. Maar genieten blijkt moeilijk. Het is koud, nat, ik ben bekaf, ik tob over de technische tegenslag. Wat voor verassingen heeft Lady Ann verder voor ons in petto? De robuuste scheepsbewegingen spelen ook mij parten. Heb ik hiervoor gezin, huis en haard verla-ten? Voor deze geromantiseerde avontuurlijkheid? In de uren die volgen trekt de wind langzaam aan. We klokken uitschieters tot 40 knopen, stuiven langs het Prin-

Heb ik hiervoor gezin, huis en haard

verlaten?

ses Amalia windmolenpark en lopen voor de vlagerige wind de haven van IJmuiden aan. Als we de genua willen inrollen, stopt de elektrische rolreefinstallatie er vrij snel mee. We proberen het met de handlier, maar het gaat te zwaar. We schieten de jachthaveningang voorbij en dende-ren met 7 knopen op de sluizen af. Aan stuurboord dient zich een havenarm aan waarin een groot cruiseschip aan de loefkade ligt afgemeerd. We sturen erheen en zoeken de windluwte op van het gigantische drijvende hotel. Dat geeft de rust die we nodig hebben. Omhoog kijkend zien we dat een ongebruikt val in de genua is meegedraaid. Dat verklaart een hoop. Even later schuiven we beschaamd maar opgelucht de marina in. We zoeken een plek, onzeker waar aan te leg-gen met onze 20 meter lange en ruim 30 ton wegende schuit. Na de 14 meter en 12 ton van Sally Lightfoot is dit wel even wat anders. Nog niet gewend aan het manoeu-vreergedrag en het gebruik van de boegschroef doen we het afmeren in verschillende stadia. Het door de meeuwen volgescheten ponton wil maar niet dichterbij komen. Mis-schien hadden we voor vertrek uit Makkum toch iets meer aandacht moeten besteden aan een proefvaart.

Tweede pogingNa drie dagen zit de giekneerhouder mastplaat weer strak tegen de mast. Aluminium bouten zijn vervangen door rvs varianten. Ook andere vuiltjes zijn weggepoetst. Zo kun-nen de dekluiken nu weer strak dichtgetrokken worden. Hopelijk lekken ze niet meer zo als op het eerste traject. Het weer is opgeklaard. De wind is met 2 Beaufort wat matig, maar hij komt uit zuidoostelijke hoek. We zetten koers naar het nauw van Calais op een vlakke zee met een knoop of vier. We schuiven traag langs weer een windmo-lenpark. Rust, koffie in de kuip, eindelijk tijd voor reflectie. Ik denk terug aan de dagen in Makkum, waarin ik Lady Ann vaarklaar maakte. Zes weken geleden werd ze gekocht. Het daaraan voorafgaande traject was met de technische keuringen, eigen onderzoek en de onderhandelingen met de makelaar op zich al druk. Maar nadat de handtekenin-gen bij de notaris waren gezet, begon de stress pas serieus. Ik had het op me genomen om Lady Ann van Makkum naar het Caribische gebied te varen. Daar begint haar eer-ste charterseizoen. Met het oog op de herfststormen wilde ik voor eind september de Golf van Biskaje over zijn. Ver-trek stond daarom gepland medio september. Ongelooflijk wat een werk in die paar weken is verzet. Vei-ligheidsmiddelen werden gecontroleerd en waar nodig vervangen, verzekeringen geregeld, zeilpakken gekocht, bemanningskleding uitgezocht en voorzien van Lady Ann-logo. Kombuisinventaris werd aangeschaft, alle aan boord achtergelaten reserve-onderdelen werden geïnventari-seerd. Boordbibliotheek en zeekaarten werden geactuali-seerd, beddengoed en handdoeken gekocht. Tafellinnen, chic dinerservies en bestek werden uitgezocht. De Lady Ann-website werd ontworpen en gebouwd. De EHBO-kof-fer en de boordapotheek werden in overleg met een huis-arts samengesteld. Een schier oneindige lijst aanpassings-

makkum-muros

De boordapotheek is in overleg met een huisarts samengesteld.

Wat geduld betreft is Piet me veruit de baas.

Wat is hier een kracht aan het werk geweest!

Ongelooflijk, de hoeveelheid dozen die Lady Ann verzwolg.

9594 www.zEilEn.nl januari 2013 januari 2013 www.zEilEn.nl

vaargebied

Lady Ann is duidelijk een performance

cruiser

en reparatiewerkzaamheden werd afgewerkt, soms samen met de werklui van de werf in Makkum. Groot onderhoud aan hoofdmotor en generator werd uitgevoerd, en registra-ties, meetbrief, nationaliteitsverklaring en een waaier aan andere officiële documenten geregeld. Satellietcommuni-catie- en televisie-abonnementen werden afgesloten.

’s Avonds las ik verontrustend veel handleidingen. Boe-kingskantoren werden benaderd voor het optuigen van charters. De administratie voor de onderneming die juri-disch eigenaar is van Lady Ann werd opgezet, briefpapier en visitekaartjes ontworpen. Ik kreeg het heen en weer van het kopen van allerlei kleinere scheeps- en huishoudelijke materialen. Ongelooflijk, de hoeveelheid kartonnen dozen met spullen die Lady Ann onverzadigbaar verzwolg. Thuis moest ik het ook nog zo organiseren dat ik de boel met een gerust hart voor meerdere maanden kon achterlaten. En dan moest ik nog iemand regelen die voor drie en een halve maand mee zou varen als bemanning.

Naar buitenWe zijn intussen weer heel wat windmolens zuidwaarts geschoven. De wind lijkt wat in te zakken. Misschien moet straks de motor aan. Maar ik geniet nog even van dit sere-ne moment. Ik realiseer me dat we met Sally Lightfoot jaren hadden om ons voor te bereiden. Nu had ik zes weken. Geen wonder dat die proefvaart er niet van kwam. Maar ach, al doende zullen we ons schip de komende dagen beter leren kennen. De zomer lijkt te zijn terugge-keerd, de weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn goed. Daarop schieten we het Kanaal wel uit. Houdt het mooie weer aan, dan gaan we meteen de Golf van Bis-kaje over. Verslechtert het, dan wijken we uit naar Enge-land of Frankrijk, maakt ons niet zoveel uit. Zover is het evenwel nog niet. De Maasmond dient zich aan, door de uitbreiding van de Maasvlakte een mijl of wat westelijker dan op onze verouderde kaart. De radar legt de haven-hoofden haarfijn bloot. We wachten ons slot af en steken over. Een gigantisch koopvaardijschip schuift even later achter ons naar buiten met een bol-ruit-bol als dagmerk. Beperkt manoeuvreerbaar. Dat geloven we onmiddellijk als we de AIS-gegevens van de kolos zien: een huivering-wekkende diepgang van 17,2 meter. Intussen scharrelt Piet onrustig over dek, kijkt omhoog naar de stand van groot-zeil en genua. Ik vermoed dat hij is begonnen met het trimmen van de zeilen. Ik ben benieuwd. Sally Lightfoot was met haar torentuig een echte cruiser. Met trimmen hadden we niet veel op, met de valspanning wilden we nog wel eens spelen. Maar de onderlijkspanning bleef al die jaren ongewijzigd. Lady Ann heeft een mast waarop het voorstag een flink eind onder de top aangrijpt. Door de spanning op het achterstag te wijzigen moet het grootzeil boller of platter getrokken kunnen worden. De stand van de giek en het onderlijk kunnen hydraulisch worden gewij-zigd. Allemaal nieuw voor me. Piet is zeilinstructeur geweest en vertelt over de theorie. Dan gaan we aan de slag, spelen met alle factoren en persen er bijna een knoop extra bootsnelheid uit. We kunnen het bijna niet geloven:

op 5 knopen ware wind en een bijna vlakke zee varen we een dikke 6 knopen. Lady Ann is duidelijk een perfor-mance cruiser. Ik had niet anders verwacht van een Gerard Dijkstra-ontwerp. Je hebt wel iemand als Piet nodig om de performance eruit te halen.

Zeiler gezochtOnwillekeurig denk ik terug aan mijn onzekerheid tijdens die zes weken van voorbereiding: zou ik ooit een plezierig en kundig persoon vinden waar ik het vele maanden aan boord mee zou uithouden? Joanne heeft een baan ‘aan de wal’ en de kinderen zitten netjes op school. Van meet af aan was duidelijk dat dit geen nieuw gezinsavontuur zou worden. Natuurlijk had ik een professionele deliveryschip-per kunnen inhuren. Maar ik was ervan overtuigd dat er gepassioneerde zeilers te vinden moesten zijn die gewoon voor de ervaring, en niet voor het geld, mee zouden willen. Iemand ‘tussen twee banen’, een vertrekker in spe die graag zeemijlen wil maken en wil proeven aan een moge-lijk toekomstig bestaan, een kustzeiler die zelfvertrouwen wil opbouwen voor langere oversteken. Hoe die te vinden? LinkedIn bracht uitkomst. Ik plaatste daar een oproep bij zeilgroepen: de Vereniging van Toerzeilers, de Vereniging van Kustzeilers, het Dutch Sailing Network, Zeilen Maga-zine. Verrassend veel reacties volgden met telefonische interviews, persoonlijke ontmoetingen en een shortlist als gevolg. Piet werd het: geen jonge hond, geen kroegtype, rustig en bedachtzaam, tussen twee banen en mogelijk vertrekker over een aantal jaren. Onze samenwerking is voor ons beiden een sprong in het duister. Het vergt wederzijds vertrouwen, respect en geduld. Met name op dat laatste terrein is Piet me veruit de baas. Hij wekt mij uit mijn overpeinzingen, staat bij het genua lei-oog en wil dat naar achteren hebben. Ik haal de spanning van het schoot, Piet schuift en ik zet weer door. Dat gaat soepel.

Niet te obsessiefAnderhalve dag later steken we ruim voor zonsopgang het nauw van Calais over. De lichte noordoostelijke wind is net geruimd naar zuidoost. Een slank maansikkeltje zakt richting westelijke horizon. Het gladde zeeoppervlak wordt hier en daar verstoord door een stroomrafeling. De stroom staat mee en we lopen met bijna negen knopen over de grond naar Dover. Bij zonsopgang blijken de krijt-rotsen met een dikke mistdeken bedekt. Alhoewel de zon wat later verwoede pogingen doet door de mist heen te prikken, blijft Folkstone in nevelen gehuld. We schuiven richting 0 meridiaan met een schuine blik op de boord-computer. MaxSea geeft daarop een bemoedigende hoe-veelheid stroompijltjes die allemaal in westelijke richting wijzen. Het nodigt uit tot allerlei ingewikkeld gereken en geplan om optimaal van de stroming gebruik te kunnen maken. Met nog 700 mijl voor de boeg besluiten we er maar niet te obsessief over te doen. Voordat we het Kanaal uit zijn, kentert de stroom toch nog vele malen in ons voor- en nadeel. Op een aantrekkende zuidelijke wind zeilen we verder westwaarts, zetten zelfs een rif.

•MAkkuM – IJMuIDenDe wind is overwegend west-zuidwest: we kiezen voor een rustige start vanaf kornwer-dersluis naar het noorden. Via Harlingen en vervolgens naar het gat tussen Vlieland en Terschelling. Daar maken we een grote slag naar buiten totdat de neerhouderplaat van de mast wordt gerukt. Vandaar in rechte lijn naar IJmuiden. •IJMuIDen – ILe D’OuessAnTWe volgen op een noordooste-

Gekozen route

slagen in westelijke richting. Gelukkig krimpt de wind weer later terug naar het zuidoos-ten. Ile d’Ouessant is daar-door weer bezeild.• ILe D’OuessAnT – MurOsVanaf de uitgang van het ka-naal bij het Ile d’Ouessant is de bestemming grotendeels bezeild. Heel af en toe moe-ten we heel licht koers wijzi-gen om kleine verandering in de wind op te vangen maar verder blijven de omstandig-heden ideaal voor de over-

steek. We varen parallel aan de scheepvaartroute. Dat geeft aanvankelijk aan stuur-boord en later aan bakboord altijd wel wat te zien. Aan-vankelijk lagen we aan op La Coruna, maar daar zouden we

’s nachts aankomen en een-maal daar zouden we het risi-co lopen er verwaaid te raken door een herfstdepressie. Het is windstil dus we motoren langs kaap Finisterre en ver-der zuidwaarts tot ver achter in de ria de Muros.

lijke wind de nederlandse en Belgische kust. In het nauw van Calais ruimt de wind naar het zuidzuidoosten. De bezeil-de route zou de scheepvaart-route heel lang doorsnijden. We moeten daarom overste-ken naar Dover. Daarna is de Zuid engelse kust net bezeild. Later ruimt de wind door naar west zuidwest. De Britse kust is niet langer bezeild, dus we maken een slag zuidwaarts en komen uit bij Alderney. We maken wat

makkum-muros

9796 www.zEilEn.nl januari 2013 januari 2013 www.zEilEn.nl

vaargebied

We kunnen gevaarloos buitenom, maar een beetje avontuur moet

SpinnenkolonieDe volgende ochtend valt de wind bijna helemaal weg. We rollen, schommelen en hobbelen helemaal nergens heen. Bij zonsopgang zijn lucht en water egaal grijs. Het want, de zeilen, de reling, het dekhuis en het dek: alles is vochtig. Druppels vallen van zeil en tuig omlaag zodat het lijkt alsof het regent. Vanuit de beschutting van het dekhuis bestuderen we de spinnenkolonie die zich in Makkum aan boord heeft genesteld. Die houdt opvallend halsstarrig stand. We verwachtten dat de zilte omstandigheden de achtpotige horde wel zou decimeren. Niets daarvan. Wat een bewonderenswaardige overlevingsdrang. Overal waar ze ook maar een beetje beschutting kunnen vinden, zit een tot een bolletje ingerold spinnetje te verpieteren. Hoe lang houden ze dat vol? Langzaam raken we gewend aan ons wachtsysteem. Tus-sen 8 en 20 uur hebben we 3x4 ritme. ’s Nachts precies andersom: 4x3. We maken een slag zuidwaarts op de naar het oosten krimpende wind. Dat blijkt geen gunstige keuze. De volgende dag raken we in de klauwen van de sterke stromingen rond de Kanaal Eilanden en de regio ten westen daarvan. Tergend langzaam harken we ons een weg richting Ile d’Ouessant. De lichte wind komt van alle kanten, we gijpen en overstaggen ons suf. Maar het weer is prachtig. In korte broek en shirt is het prima. ’s Nachts kijk ik op de kaart eens goed naar het kanaal tussen Ouessant en het westelijke puntje van Bre-tagne: de Passage du Fromveur. Op de kaart staan gevaar-tekens. MaxSea geeft dieprode dikke stroompijlen voor de doorgang met stroming van wel 10 knopen. Het is smal, ondiep, en rotsig. Niet doorheen varen, geen risico’s opzoeken, het is niet jouw schip, veilig afleveren, daar ben je voor ingehuurd, fluistert mijn gezond verstand me in. We kunnen gevaarloos buitenom varen. Kost maar een paar uur extra. Maar is dit dan het ‘nieuwe’ zeilen? Zo risi-coloos mogelijk van A naar B? Dan is de lol er wel snel af. Een beetje avontuur moet. De wind is zuidoostelijke 3 Beaufort, dat geeft een hoge wal en de passage is bezeild. Het kanaal lijkt smal maar is toch nog een mijl breed. We zullen een uur na hoog water aankomen. Het is twee dagen voor springtij. De stroming zal aanzienlijk zijn, maar hij staat in zuidwestelijke richting. Perfect voor een spectaculaire doorvaart. We zullen bovendien opkomen bij zonsopgang en het is een heldere mistloze nacht. Ik steek mijn hoofd uit de dekhuisingang. De lichtbundel van de Keréon vuurtoren zwaait naar me vanaf zijn rots mid-den van de passage. Dat geeft de doorslag. Twee uur later passeren we de oostkardinaal bij de ingang van de door-gang en is er geen weg terug meer. De stroming grijpt ons. Bijna voelbaar accelereert Lady Ann. We stuiven langs de schamele huizen van Frugullou. De teller stokt uiteindelijk bij 16 knopen. Soms slaat een steile golf over de boeg. Dan weer duikelt Lady Ann als een badeendje door een ver-snelling. Pas als we de zuidelijke vuurtoren La Jument dwars op stuurboord hebben, belanden we in rustiger vaarwater. Euforisch. Hier doe ik het voor, hiervoor verliet ik gezin, huis en haard.

We zijn op de Golf van Biskaje. Nog 360 mijl, koers 210 gra-den. MaxSea rolt een rode loper over de Golf voor ons uit op het computerscherm. Twee dolfijnen melden zich. Ze surfen speels mee op de boeggolf. Vanaf het voordek kij-ken Piet en ik er gebiologeerd naar. Vanuit hun schuil-plaatsen onder de preekstoel doen de Makkumse spinnen hetzelfde. Zonnige dagen, boeiende wolkenluchten en milde winden volgen elkaar op in heerlijke ledigheid. Dol-fijnen blijven ons soms urenlang begeleiden. We zitten in het wachtritme, lezen, koken, ouwehoeren. Zo herinnerde ik me een overtocht en het leven aan boord. Zo hoort het. Soms geeft Piet trimles, brengen we bijvoorbeeld een uit de hand gelopen hellinghoek met wat simpele ingrepen terug tot een comfortabele 10 graden. En dat terwijl ik al wilde reven.

Lekker solideSoms ligt Lady Ann zo lekker solide op de lange oceaan-deining dat zelfs Piet geen zin heeft om te gaan rommelen met schoten, vallen, spanners en strekkers. Soms vraagt een zwalkend vissersschip om aandacht, maar verder is het rustig.

’s Nachts, in het behaaglijke dekhuis, pak ik Master and Commander van Patrick o’Brian erbij. De historische roman beschrijft de avonturen van kapitein Jack Aubrey en scheepsarts Stephen Maturin in de Britse marine ten tijde van de Napoleontische zeeoorlogen, zo lees ik op de achterflap. Een aanzienlijk deel van die oorlogen speelde zich in ons huidige vaargebied af. Bij pagina 10 ben ik ver-kocht. Briljant: het taalgebruik, de manier waarop het decor wordt geschetst, de dialogen. Dit is deel 1 uit een serie van 21. Nog een slordige 6500 pagina’s te gaan. Dat moet ik uit kunnen krijgen voor de Carieb.

ZwemlesTweeënhalve dag later zien we om 23 uur het licht van La Coruna op 25 mijl. Finisterre is nog maar 70 mijl. We besluiten Coruna te laten voor wat het is om door te varen naar een van de noordelijkste Ria’s langs de Spaanse west-kust, de Ria de Muros. Bij zonsopgang valt de wind weg. We motoren het laatste stuk langs de kaap en draaien de Ria in. Op de ruggen van de beboste heuvels prijken tien-tallen windmolens. De Kaap is duidelijk niet voor niets om haar stormen gevreesd. De oceaandeining maakt plaats voor spiegelglad water. Hierop drijven grote vierkante vlot-ten: mosselkwekerijen. Onder de vlotten hangen honder-den lijnen waaraan mosselen zich hechten. De baai wemelt van de ongemarkeerde vlotten. Goed dat we niet in het donker zijn aangekomen. Aan het eind van de ochtend valt het anker bij Portosin, een schilderachtig vissersdorp-je een mijl of tien landinwaarts. We kijken wat onwennig naar de wal. Eerst even bijslapen en schoon schip maken. We verbeelden het ons misschien, maar kijken de overle-venden van de Makkumse spinnenkolonie nou verlekkerd naar de wal? Ze zullen wel honger hebben. Het zijn er nog irritant veel, wat zijn die beesten hardnekkig. We zullen ze straks maar eens zwemles geven. •

makkum-muros

Twee dolfijnen zwemmen gezellig een eindje mee. Gelukkig varen we niet ’s nachts langs de mosselvlotten.

9998 www.zEilEn.nl januari 2013 januari 2013 www.zEilEn.nl

vaargebied