Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het...

51
www.deventer.nl Met nevelen omhuld Onderzoek naar re-integratiebeleid in Deventer Rekenkamercommissie

Transcript of Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het...

Page 1: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

www.deventer.nl

Met nevelen omhuldOnderzoek naar re-integratiebeleid in Deventer

Rekenkamercommissie

Page 2: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

Met nevelen omhuld

Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het re-

integratiebeleid in de gemeente Deventer

Page 3: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

COLOFON

Rekenkamercommissie:

Leden: dhr. H.O. Bulthuis

dhr. B. Eindhoven

dhr. M.W.H. Elferink

mw. H. Eltink

dhr. H. Groothuis

dhr. A. Krahl

dhr. V. Stijns

mw. M. van Tilburg

dhr. P.P.G. Wolbert

Voorzitter: dhr. P.A.B. Sertons

Secretaris: dhr. J.E. Nijkamp

Onderzoek is uitgevoerd door CAB in opdracht van de Rekenkamercommissie

Auteurs: Eelco Westerhof

Marije Nanninga

CAB

Martinikerkhof 30

9712 JH Groningen

[t] 050 311 51 13

[e] [email protected]

[i] www.cabgroningen.nl

Page 4: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

1

Inhoud

Inhoud 1

Leeswijzer 2

Bestuurlijke Rapportage 3

Hoofdstuk 1 4

Probleemstelling, methodologie en toetsingskader 4

Hoofdstuk 2 7

Conclusies en aanbevelingen 7

Rapport van bevindingen 10

Hoofdstuk 1 11

Inleiding op het onderwerp 11

1.1 Korte kenschets problematiek 11 1.2 De arbeidsmarkt in Deventer 13 1.3 Bestandsanalyse 15

Hoofdstuk 2 17

Re-integratiebeleid in Deventer 17

2.1 Visie op re-integratie 17 2.2 Doel- en taakstellingen 18 2.3 Beleidswijzigingen 2009 21 2.4 Instrumenten 23 2.5 Beoordeling van de doelen 25 2.6 Uitvoering 27 2.7 Samenvatting van de bevindingen 29

Hoofdstuk 3 30

Resultaten 30

3.1 Resultaten in- en uitstroom bijstandscliënten 30 3.2 Trajecten 32 3.3 Resultaten van de re-integratietrajecten 34 3.4 Financiën 36 3.5 Samenvatting van de bevindingen 40

Hoofdstuk 4 41

Informatievoorziening 41

4.1 Klant-, uitvoerings- en procesinformatie 41 4.2 Gemeenteraad 41 4.3 Samenvatting van de bevindingen 44

Bijlage 1 45

Literatuurlijst en geïnterviewde personen 45

Bijlage 2 47

Beoordeling toetsingskader 47

Page 5: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

2

Leeswijzer

Dit rapport geeft antwoord op de door de RKC gestelde onderzoeksvragen over de doelmatigheid en

doeltreffendheid van het re-integratiebeleid van de gemeente Deventer.

Het eerste deel van het rapport bestaat uit de Bestuurlijke Rapportage. Daarin zijn opgenomen een

hoofdstuk over de probleemstelling en een uiteenzetting van de onderzoeksvragen en een hoofdstuk

met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek.

Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk 1 van dit deel wordt een

korte inleiding gegeven over re-integratie in Nederland. Daarnaast bevat dit hoofdstuk een schets van

de arbeidsmarkt en het bijstandsbestand in de gemeente Deventer. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van

het re-integratiebeleid in de gemeente en de daaruit voortvloeiende doelen. In hoofdstuk 3 wordt inge-

gaan op de resultaten van het gestelde beleid. Hierbij wordt zowel gekeken naar de beleidsresultaten

als naar de financiële realisatie van het gevoerde beleid. Hoofdstuk 4 richt zich op de bedrijfsvoering en

de informatievoorziening met betrekking tot het onderwerp. Het gaat hierbij zowel om de informatiever-

zameling als om de wijze waarop de informatie naar de gemeenteraad is geregeld.

In de bijlagen tenslotte wordt een overzicht gegeven van de gebruikte bronnen en geïnterviewde perso-

nen. Tevens wordt de beoordeling van het toetsingskader in de bijlage weergegeven.

Page 6: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

3

Bestuurlijke Rapportage

Page 7: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

4

Hoofdstuk 1

Probleemstelling, methodologie en toetsingskader

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van re-integratie in Nederland. Re-integratie staat

hierbij voor alle activiteiten die gericht zijn op weer aan het werk gaan. Hieronder valt ook activering,

wanneer werk (nog) niet tot de mogelijkheden behoort. De rollen en taken van gemeenten op het terrein

van re-integratie en bijstand zijn de afgelopen jaren aanzienlijk veranderd. De achtergrond wordt ge-

vormd door de Suwi-wetgeving (2002) en toegenomen (financiële) belangen van gemeenten bij effectie-

ve en efficiënte re-integratie (Fonds Werk en Inkomen, 2001, later opgegaan in de Wet Werk en Bijstand

van 2004). Het proces dat leidt tot realisatie of herstel van (een optimale) arbeidsparticipatie van men-

sen met een afstand tot eigen of ander werk.

Als gevolg van de wetswijzigingen is het aan de gemeenten zelf om de benodigde re-integratie-

inspanningen voor de eigen doelgroepen te definiëren (beleidsvrijheid als gevolg van decentralisering)

en om een keuze te maken in de wijze van uitvoering (uit- en aanbestedingsbeleid)1. Tegenover deze

vrijheid staat dat ook de financiële verantwoordelijkheid als gevolg van de budgettering van inkomens-

en werkbudgetten volledig bij de gemeente is komen te liggen.

De gewijzigde rol van de gemeente maakt het wenselijk om de inspanningen op hun effectiviteit en

doelmatigheid te volgen. Dit kan ook bijdragen aan toekomstige keuzes over de wijze van inzet van re-

integratieactiviteiten.

De rekenkamercommissie van de gemeente Deventer (verder kortweg: RKC) heeft een onderzoek uit-

gevoerd naar de effectiviteit en doelmatigheid van re-integratie in de gemeente Deventer.

Probleemstelling en onderzoeksvragen

De RKC heeft voor het onderzoek naar de effectiviteit en doelmatigheid van re-integratie de volgende

probleemstelling geformuleerd:

Hoe doelmatig en doeltreffend is het re-integratiebeleid van de gemeente Deventer (is de inzet van de

instrumenten in verhouding met resultaten) en waar liggen sturingsmogelijkheden voor de raad?

Deze probleemstelling is uitgewerkt in een aantal deelvragen:

Beleid (vastgestelde doelen m.b.t. re-integratiebeleid):

Welke beleidskaders zijn vastgesteld door de raad?

Zijn de doelen SMART geformuleerd?

Wat zijn de doelgroepen?

Wat zijn de doelstellingen / normen per doelgroep?

Wordt gebruik gemaakt van de re-integratie- / participatieladder?

Uitvoering (inzet van re-integratie instrumenten):

Welke instrumenten worden er (per doelgroep) gebruikt om de re-integratiedoelstellingen te be-

halen?

Welke doelgroepen werden door de respectievelijke partners bediend?

11 De verplichte uit- en aanbesteding als gevolg van de Suwi-wetgeving is per 1 januari 2006 versoe-

peld.

Page 8: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

5

Wie zijn de partners waarmee de gemeente samenwerkt op het gebied van re-integratie?

Hoeveel mensen zijn er in de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 doorverwezen naar elk van de

partners, uitgesplitst naar doelgroep?

Wat zijn de resultaten uitgesplitst naar partner en naar doelgroep?

Hoeveel mensen zijn er in de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 duurzaam uitgestroomd?

Wat zijn de resultaten van het totaal, vertaald naar de re-integratie- / participatieladder?

Wat zijn soortgelijke resultaten in soortgelijke gemeenten (benchmark) ?

Verantwoording aan de raad

Welke keuzescenario‟s heeft de raad tot nu toe voorgelegd gekregen?

Wordt in die informatie een koppeling gelegd met doelen en doelgroepen (zoals geformuleerd in

beleidskader)?

Hoe ervaren raadsleden de informatie voorziening vanuit het college?

Waar zien raadsleden mogelijkheden tot verbetering m.b.t. hun sturende rol?

Budgettair

Hoeveel geld was er in de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 beschikbaar voor het W-deel?

Hoe is budget voor werkdeel van de Wwb opgebouwd?

Wat waren de daadwerkelijke bestedingscijfers?

Hoeveel geld is er per instrument in de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 uit het W-deel besteed?

Hoeveel geld is er per partner in de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 uit het W-deel besteed?

Hoeveel is dat per persoon en hoeveel uitgesplitst naar doelgroep?

Methodologie en toetsingskader

Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van verschillende onderzoeksmethoden. Het gaat hierbij om:

o Document- en literatuurstudie waarbij zowel bronnen van de gemeente als andere bronnen gebruikt

zijn;

o Interviews met sleutelfiguren binnen de gemeente;

o Interviews met ketenpartners:

o Benchmark.

In de bijlage is een lijst van gebruikte documenten en geïnterviewde personen opgenomen.

Het toetsingskader wordt wat ons betreft bepaald door drie normatieven:

Wettelijke kaders

De door de gemeenten zelf gestelde doelen

De gemiddelde prestaties in vergelijkbare gemeenten (voor zover bekend)

Om zicht te krijgen op de beleidsdoelen, de resultaten en de achterliggende motivaties van beleid is ge-

bruik gemaakt van de methode van realistisch evalueren. Binnen deze methode is het niet alleen de

vraag wat het resultaat is van bepaald beleid, maar ook hoe dit resultaat tot stand gekomen is. Een be-

paald beleid kan onder bepaalde omstandigheden voor bepaalde doelgroepen wel effectief zijn, terwijl

andere doelgroepen er niet van profiteren. Ook worden impliciete verwachtingen en doelen op deze ma-

nier inzichtelijk gemaakt.

Bij zowel de harde toetsing als het realistische evalueren staan de volgende onderwerpen centraal:

Page 9: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

6

Onderzoeksitems Norm

Beleid (vastgestelde doe-

len m.b.t. re-

integratiebeleid):

Het beleid voldoet aan de wettelijke vereisten:

Er zijn verordeningen

Er is beleid voor NUGGERS

Het beleid is doelgericht

De doelen en de operationalisering daarvan zijn SMART

geformuleerd

Het beleid is consistent in schrift en uitvoering.

Uitvoering (inzet van re-

integratie instrumenten):

Het beleid is consistent in schrift en uitvoering

Het instrumentarium sluit aan bij de doelen uit het beleid

Er zijn duidelijke resultaat afspraken met betrekking tot de

uitvoering

Resultaten zijn afgezet tegen doelen en taakstellingen

Verantwoording aan de

raad

Informatie is op maat

Informatie is tijdig

Informatie sluit aan bij de doelen

Informatie is in perspectief (vergelijking in tijd en met ande-

re gemeenten)

Informatie is volledig

Budgettair Resultaten worden afgezet tegen doelen, taakstellingen en

kosten

Kosten per instrument zijn inzichtelijk

Het beleid is uitgevoerd binnen de beschikbare middelen

Cijfers en bronnen

In dit rapport zijn verschillende bronnen opgenomen. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de gemeen-

te Deventer cijfermateriaal heeft aangeleverd uit verschillende bronnen. Deze cijfers kwamen niet met

elkaar overeen, waardoor twijfel ontstond over de betrouwbaarheid van de informatie Het aanleveren

van de correcte met elkaar overeenkomende cijfers bleek vanuit de gemeente moeilijk en moeizaam.

Uiteindelijk zijn accountantsverslagen van de uitvoerder en jaarstukken van de dienst aangeleverd.

De cijfers die in het rapport zijn opgenomen zijn volgens ons overeenkomstig met de werkelijkheid. Er

zijn wel enkele verschillen met de aan de raad verstrekte WIZ-monitoren. Reden hiervoor is de verschil-

lende wijze waarop de cijfers worden samengesteld. In overleg met de organisatie zijn de laatst be-

schikbare cijfers gebruikt.

Verder tellen niet alle percentages in dit rapport op tot 100%, door afronding kan de som op 99% of

101% uitkomen.

Page 10: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

7

Hoofdstuk 2

Conclusies en aanbevelingen

In dit deel worden naar aanleiding van de probleemstelling van het onderzoek de conclusies en aanbe-

velingen weergegeven. Hierbij wordt achtereenvolgens ingegaan op het beleid, de uitvoering, de resulta-

ten en de informatie en sturing.

Hoe doelmatig en doeltreffend is het re-integratiebeleid van de gemeente Deventer (is de inzet van de

instrumenten in verhouding met resultaten) en waar liggen sturingsmogelijkheden voor de raad?

Gemeente Deventer kan effectiviteit beleid niet bepalen

De gemeente Deventer heeft niet inzichtelijk wat de effectiviteit van haar beleid is. Doordat de doelen

niet scherp geformuleerd zijn is het onmogelijk om vast te stellen of het beleid geslaagd is. De taakstel-

lingen die wel aan de SMART-criteria voldoen beslaan slechts een zeer beperkt deel van het beleid.

Daarnaast blijkt de informatievoorziening binnen de gemeente niet op orde. Eenduidige verifieerbare in-

formatie op kwantitatieve basis over resultaten blijkt ofwel niet aanwezig of zeer moeilijk te leveren.

Beperkt instrumentarium

De gemeente Deventer kiest voor een uniforme aanpak van haar bijstandsbestand. Alle bemiddelbare

klanten komen via startbaan afhankelijk van de hun geschatte productiviteit bij Sallcon of Cambio. Voor

onbemiddelbare klanten is er de minitender.

Trajectconsulenten geven aan dat zij het beschikbare instrumentarium als onvoldoende beoordelen. Zo

geven zij aan dat zij het lastig vinden om maatwerk te leveren, doordat de instrumenten zijn uitbesteed

met een plaatsingsverplichting. Dit beperkt hun keuze. Verder missen zij ondermeer instrumenten voor

specifieke doelgroepen en scholing, dat los van de standaard trajecten ingezet kan worden.

Divers resultaat bij aanbieders

Uit het beleid van de gemeente Deventer blijkt dat men sterk ingezet heeft op de re-integratie van kans-

rijken. Deze groep bijstandsgerechtigden zou volgens de gemeente op een snelle manier uit de bijstand

Aanbeveling

Houdt het huidige instrumentarium voor re-integratie tegen het licht. De vraag hierbij is of

het huidige instrumentarium volledig genoeg is en voldoende aansluit bij de mogelijkheden

en het potentieel van het klantenbestand. Daarnaast beperkt de stringente uitvoeringsprak-

tijk, in sommige gevallen, de mogelijkheid tot het bieden van maatwerk door de trajectcon-

sulenten.

Aanbeveling:

Om als gemeente te kunnen bepalen of het beleid daadwerkelijk geslaagd is dienen

meetbare doelen opgesteld te worden die het gehele beleid beslaan. De resultaten van

deze doelen dienen vervolgens in de informatievoorziening met cijfers ondersteund te

worden, waardoor de effectiviteit bepaald kan worden.

Aanbeveling:

Verbeter de interne informatievoorziening. Om zicht te krijgen op effecten en resultaten

moeten binnen de gemeente betrouwbare en eenduidige overzichten aanwezig zijn van

inzet van instrumenten, de hiermee samenhangende kosten en de resultaten.

Page 11: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

8

kunnen stromen. Minder aandacht is er voor de arbeidstoeleiding van minder kansrijken. Uit onderzoek

blijkt juist dat re-integratie van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt het meeste effect

heeft.

De verschillende instrumenten van de gemeente Deventer blijken ongeveer even succesvol. Een verge-

lijking is moeilijk omdat allen verschillende doelen hebben. Bij de werkinstrumenten gaat het om het uit-

stromen naar werk of niet terugkeren in de uitkering. De doelen van de activeringstrajecten zijn breder:

ook ontwikkeling of doorstroom telt als resultaat. Opvallend is daarbij wel dat een instrument als active-

ringsbanen van Cambio voor een hogere uitstroom naar werk zorgt dan andere direct op werk gerichte

instrumenten. Ddit kan veroorzaakt zijn doordat Cambio zelf mensen in dienst genomen heeft .

Resultaten van re-integratietrajecten worden nu gekoppeld aan uitstroom. Er zijn echter meer resultaten.

Zo kan een klant zich ontwikkelen of een stap maken op de participatieladder. Deze informatie is bij tra-

jectconsulenten wel beschikbaar op individueel niveau, maar wordt nog niet geaggregeerd gerappor-

teerd.

Verloning zorgt voor vertekening bestandsontwikkeling

De gemeente Deventer laat een hogere uitstroom naar werk zien dan vergelijkbare gemeenten. Dit

beeld is wel vertekend omdat een groot deel uitstroomt naar een zogenaamd “verloningstraject” bij Sall-

con. Deze mensen zijn weliswaar uit de bijstand maar worden nog gefinancierd vanuit het werkbudget

van de gemeente.

Van de verloningstrajecten in 2008 leidt 15% tot definitieve uitstroom naar een reguliere baan. Een groot

deel van de klanten rondt het traject niet succesvol af en zal na verloop van tijd terugvallen in de bijstand

(van de in 2008 gestarte trajecten 57%). Hierbij gaat het dus feitelijk om tijdelijke uitstroom.

Korte termijn succes, maar budgetoverschrijding dreigt

De gemeente heeft de afgelopen jaren zowel op het budget voor bijstand als op het budget voor re-

integratie over gehouden. Het overschot op het inkomensdeel wordt deels veroorzaakt door de verlo-

ningsconstructie waarbij op kosten van het werkbudget de bijstandsuitkering wordt beëindigd.

Het overschot op het werkdeel neemt af. Gemeenten mogen maximaal 25% van het beschikbare budget

meenemen, de rest moet terug. De gemeente Deventer had in 2010 een overschot van 7%. Bij het

werkbudget hebben veel gemeenten in Nederland een overschot. De overschotten in Deventer zijn ech-

ter wel veel lager. Het dalende werkbudget zet dit overschot onder druk.

Aanbeveling:

Maak inzichtelijk in hoeverre uitstroom uit de bijstand is veroorzaakt door uitstroom naar

regulier werk, uitstroom door verloning en uitstroom om andere redenen. Laat ook zien welk

percentage van de instroom vanuit de verloningsconstructie komt. Geef ook weer wat de

ontwikkeling zonder deze verloning zou zijn met de financiële consequenties daarbij.

Aanbeveling

Breng ook andere resultaten dan uitstroom in beeld. Dit maakt het inzichtelijker wat er bin-

nen trajecten met klanten gebeurd en hoe het bestand zich ontwikkelt en waar de moge-

lijkheden liggen. Voorbeelden zijn stappen op de participatieladder, gevolgde opleiding en

cursussen en afstand tot de arbeidsmarkt. Op basis hiervan is het beter mogelijk op speci-

fiek beleid in te zetten of te sturen op het lopende beleid.

Page 12: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

9

Gezien het bovenstaande is het de vraag of het huidige beleid van de gemeente Deventer op langere

termijn houdbaar is. Hiervoor zijn twee redenen. In de eerste plaats zal het werkbudget voor gemeenten

de komende jaren sterk afnemen. Hoewel er nu nog overschotten zijn, lijken deze in de toekomst bij het

doorzetten van het huidige beleid zich onvermijdelijk tot tekorten te transformeren. Dure instrumenten als

“verloning” via direct werk/ nieuwe instroom lijken daarmee onbetaalbaar te worden zonder ten koste te

gaan van andere instrumenten. Daarnaast ligt de uitstroom naar regulier werk vanuit verloning lager dan

de effectiviteit van de andere instrumenten. Doordat een groot deel van de trajecten er na afloop voor

zorgt dat klanten terug stromen in de bijstand, neemt de druk op het inkomensdeel toe.

Informatievoorziening en sturing beperkt

De gemeenteraad van de gemeente Deventer heeft de afgelopen jaren slechts beperkt en algemeen ge-

stuurd op het re-integratiebeleid. Deels wordt dit veroorzaakt doordat de informatievoorziening aan de

raad te wensen over laat. De informatie is zeer beperkt, sluit niet aan bij gestelde doelen en biedt geen

zicht op de effectiviteit van de ingezette instrumenten of soorten van re-integratie. Ook is onduidelijk wat

het resultaat van de gemeente Deventer in de loop van de tijd of in vergelijking met andere gemeenten

is. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk om te sturen.

Aan de andere kant heeft de gemeenteraad zelf ook weinig stappen ondernomen om zijn sturende rol

vorm te geven. De raad heeft verschillende aspecten waar hij op kan sturen: de visie, de uitwerking hier-

van in beleid, de inzet van middelen en bijsturing op basis van resultaten. In de afgelopen periode heeft

de raad met name een kritische houding aangenomen op staand beleid maar een discussie over de rich-

ting van het beleid en prioriteiten hierbinnen, de instrumenten of de inzet van middelen is er nauwelijks

geweest.

Aanbeveling:

Pas de huidige informatiesystematiek aan de raad aan. Een duidelijke structuur in zowel de

inhoud van de informatievoorziening als de periodiciteit hiervan maakt het mogelijk om bij

te sturen maar ook om te controleren. Deze informatievoorziening dient aan te sluiten bij

de kaders en doelen. Verder dient een vergelijking en interpretatie van de gegevens weer-

gegeven worden. Laat het college bijvoorbeeld twee keer per jaar een overzicht geven van

de kerncijfers werk en bijstand.

Aanbeveling:

Geeft het college opdracht de voortgang van de aangenomen aanbevelingen te monitoren

in de P&C cyclus. Op deze manier wordt zichtbaar wat er met het uitkomsten van dit on-

derzoek en de door de raad aangenomen aanbevelingen gebeurt.

Vraag het college binnen 6 maanden met een raadsvoorstel komen met betrekking tot

de uitwerking van de verschillende aanbevelingen.

Zorg binnen alle producten van de P&C cyclus voor een vast hoofdstuk over de im-

plementatie van de door de raad aangenomen aanbevelingen

Aanbeveling:

Ontwikkel voor de komende jaren een aanpak van re-integratie die aansluit bij de verande-

rende situatie. Hierbij moet meer dan in het verleden zorgvuldig worden omgegaan met de

inzet van middelen omdat deze beperkt zullen zijn.

Keuzes liggen op het vlak van prioriteiten in beleid en het daaraan gekoppelde instrumen-

tarium. Bij het huidige werk-instrumentarium is de besparing op korte termijn aanwezig,

maar op langere termijn is deze een stuk kleiner door terugval. De huidige inzet van em-

powerment is goedkoper, maar op korte termijn is er geen directe besparing. Resultaten

binnen Deventer en onderzoek laten zien dat dit op langere termijn veel effect heeft. Het is

geen keus voor één van beide maar voor de prioriteit in de inzet.

Page 13: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

10

Rapport van bevindingen

Page 14: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

11

Hoofdstuk 1

Inleiding op het onderwerp

De invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) per 1 januari 2004 is onderdeel van de modernisering

van de sociale zekerheid zoals deze door de vorige kabinetten is ingezet. Kerngedachte van de WWB is

dat iedere Nederlander in zijn of haar eigen bestaan moet voorzien (“werk boven inkomen”). Pas wan-

neer dat niet lukt is een uitkering mogelijk. Een aanscherping van de rechten en plichten, het afschaffen

van regelingen voor gesubsidieerde arbeid, het afschaffen van categoriale vrijstellingsregelingen („ar-

beidsplicht voor iedereen‟) en categoriale bijzondere bijstand zijn voorbeelden van belangrijke wettelijke

maatregelen.

Voor gemeenten betekende de invoering van de WWB meer financiële verantwoordelijkheid voor zowel

de uitkeringen als de re-integratie van cliënten met een bijstandsuitkering. Deze financiële verantwoor-

delijkheid is gepaard gegaan met een grotere beleidsvrijheid. Gemeenten mogen zelf keuzes ma-

ken met betrekking tot het in te zetten re-integratiebeleid en welk aanbod aan re-integratievoorzieningen

zij de cliënten ter beschikking stelt. Met de invoering van de WWB werden gemeenten verplicht re-

integratiedienstverlening maximaal uit te besteden op de geprivatiseerde re-integratiemarkt. Met ingang

van 1 januari 2006 hebben de gemeenten meer ruimte gekregen om re-integratiediensten zelf uit te voe-

ren.

Ook werd samenwerking in de keten bij de invoering van de WWB gestimuleerd. Gemeenten moeten

samenwerken met UWV-Werkbedrijf bij de diagnose en intake. Deze samenwerking kan desgewenst

verder uitgebreid worden.

Door de financiële verantwoordelijkheid van de gemeente heeft de gemeenteraad een belangrijke stu-

rende en controlerende rol gekregen op het terrein van werk en inkomen. De gemeenteraad kan de ka-

ders stellen waarbinnen geopereerd moet worden en doelstellingen formuleren. Uit de WWB-monitor

van Divosa2

blijkt dat sociale diensten echter nog weinig gestuurd en gecontroleerd worden door hun

gemeenteraad en het college van B&W. Vaak ontbreekt er ook een bestuurlijke lange termijn visie op

het gebied van werk en inkomen.

1.1 Korte kenschets problematiek

De effectiviteit en doelmatigheid van re-integratie is al een aantal jaren een geliefd onderwerp van (re-

kenkamer-)onderzoek. De rekenkamer van de gemeente Amsterdam concludeert in haar rapport „Re-

integratie - begeleiding van bijstand naar werk3‟ dat de gemeente nog onvoldoende kostenbewust han-

delt bij het begeleiden van cliënten naar werk en dat zij de cliënten beter in beeld moet houden als zij in

een traject zitten. Een paar maanden eerder trekt de rekenkamercommissie van de gemeente Utrecht4

ongeveer gelijke conclusies: „De kennis over de cliënten is onvoldoende en de gemeente weet niet of

haar beleidsmaatregelen wel werken. Bovendien is niet duidelijk of de gemeente haar geld goed be-

steedt’.

Uit diverse onderzoeken van het CAB5 blijkt dat gemeenten vaak nog worstelen met hun opdrachtgever-

schap. Zo kent men het cliëntenbestand vaak onvoldoende, is er nog te weinig kennis binnen sociale

2 CAB (2008) Divosa monitor 2008: Worstelen met invloed, Divosa Utrecht

3 Rekenkamer Amsterdam (2007): Re-integratie - begeleiding van bijstand naar werk, Amsterdam

4

Rekenkamercommissie Utrecht (2006) Maak werk van bijstand, Utrecht 5

Rekenkamercommissie Achtkarspelen, Dantumadeel, Dongeradeel (2007), Doeltreffendheid en doelmatigheid van

re-integratie, Streekraad Oost-Groningen (2004), Monitor re-integratie Oost-Groningen, Groningen

Page 15: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

12

diensten over effectieve re-integratie-instrumenten en hebben gemeenteraden vaak nog onvoldoende

nagedacht over de existentiële vraag waarom men aan re-integratie doet en wat dat aan resultaten moet

opleveren.

Er zijn ook diverse onderzoeken die zicht geven op de effectiviteit van re-integratie-instrumenten. Zo

heeft het onderzoeksbureau SEOR6

ondermeer een studie gedaan naar re-integratieactiviteiten bij zes

verschillende sociale diensten en heeft het bureau SEO een zelfde onderzoek gedaan in de gemeente

Amsterdam7

. Deze onderzoeken laten zien dat de effectiviteit van instrumenten samenhangt met de

kenmerken van de cliënten waarvoor men ze inzet. Zo blijkt bijvoorbeeld dat voor de meest kansrijke cli-

enten in het bijstandsbestand re-integratietrajecten weinig effect sorteren. Uit onderzoek van Bureau

Onderzoek8

naar de effectiviteit van re-integratie in de gemeente Groningen blijkt dat bij het verkrijgen

van werk persoonskenmerken een grotere invloed hebben dan het volgen van een re-integratietraject.

Tot slot is het belang van een effectieve en efficiënte besteding van de re-integratiemiddelen groot: in

2010 konden alle Nederlandse gemeenten uit het werkdeel samen ruim 1,5 miljard Euro besteden aan

de re-integratie van bijstandscliënten (de gemeente Deventer ontving hier ruim 10 miljoen van). Kleine

verbeteringen kunnen in dit verband al tot forse besparingen leiden.

Momenteel staat de effectiviteit van re-integratie, de besteding van middelen en de wijze van organisatie

ter discussie. Dit blijkt niet alleen uit verschillende onderzoeken van rekenkamercommissies naar het re-

integratiebeleid van gemeenten, maar het blijkt ook uit het landelijke en wetenschappelijke debat over

de effecten van re-integratie9

.

De minister en staatssecretaris van SZW hebben in januari 2008 een brief naar de Tweede Kamer ge-

stuurd, met daarin de uitkomsten van een beleidsdoorlichting over het nut en de noodzaak van re-

integratie10

. Uit de beleidsdoorlichting, die betrekking heeft op de periode 2001-2005, komt een aantal

zaken naar voren:

De bruto-effectiviteit11 van re-integratie neemt toe. Het blijkt dat er steeds meer bijstandsgerech-

tigden tijdens of na een re-integratietraject weer aan het werk komen.

Een causale relatie tussen re-integratie en de kansen op de arbeidsmarkt is moeilijk vast te stel-

len: Institutionele, macro-economische en individuele factoren zijn van invloed op de vraag of

een persoon succesvol is op de arbeidsmarkt.

De netto-effectiviteit12

van re-integratie neemt iets toe. Uit een overzicht van 11 onderzoeken

over de periode 1995-2005 blijkt dat van de bijstandsgerechtigden die aan het werk komen tij-

dens of na een re-integratietraject een iets groter wordend deel dit ook daadwerkelijk te danken

heeft aan het gevolgde traject.

Het netto-effect van re-integratie varieert sterk per doelgroep en gebruikte instrumenten. Niet

voor alle bijstandsgerechtigden is het volgen van een re-integratietraject even zinvol. Het blijkt

dat re-integratie het meeste effect heeft voor bijstandsgerechtigden die ver van de arbeidsmarkt

6

SEOR (2006), Het gebruik van prikkels in de bijstand, Rotterdam 7

SEO (2006), Van bijstand naar werk in Amsterdam, Amsterdam 8

Bureau Onderzoek & IPC, gemeente Groningen (2004), Uit de bijstand: de resultaten van trajectactiviteiten, Groningen 9

Zie onder meer: Regioplan (2006) De re-integratiemarkt geijkt. Amsterdam: Regioplan; Koning, J. de, A. Gelderblom, K. Zand-

vliet & L. van den Boom (2005) Effectiviteit van re-integratie: de stand van zaken, literatuuronderzoek. Rotterdam: SEOR. 10

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 28719, nr 43 11

Bruto-effectiviteit: de mate waarin mensen na een re-integratietraject uitstromen volgens het doel van het traject 12

Netto-effectiviteit: de mate waarin mensen na een re-integratietraject dankzij dit traject uitstromen volgens het doel van het

traject.

Page 16: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

13

afstaan. Hierbij kan gedacht worden aan ouderen en langdurig werklozen. Verder komt naar vo-

ren dat met name werkervaringsplekken en bemiddeling of een combinatie daarvan, effectieve

instrumenten zijn. Overigens geldt voor alle doelgroepen en instrumenten dat hoe eerder men

start hoe groter de kans op resultaat is.

Re-integratie brengt mensen die niet direct aan het werk komen wel dichter bij de arbeidsmarkt.

Niet alle trajecten binnen re-integratie zijn gericht op het toeleiden naar regulier werk. Ook het

activeren van bijstandsgerechtigden valt onder de noemer re-integratie. Het blijkt dat deze tra-

jecten een positieve invloed hebben op de kansen op de arbeidsmarkt.

Gemeentelijke budgetten worden steeds minder ingezet voor gesubsidieerde arbeid en steeds

meer voor activiteiten om mensen regulier aan het werk te helpen.

Re-integratie levert weinig rendement op in termen van besparing op de uitkeringslasten.

1.2 De arbeidsmarkt in Deventer

De gemeenten hebben vanuit de Wet Werk en Bijstand (WWB) de plicht om iedereen die een bijstands-

uitkering heeft te begeleiden naar werk. Om dit te bereiken hebben de gemeenten via het werkdeel van

het WWB-budget geld gekregen voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden, niet-werkende werk-

zoekenden en niet-uitkeringsgerechtigden (NUG). De gemeente Deventer keerde in oktober 2010 1.830

WWB/WIJ-uitkeringen uit.

Tabel. Kengetallen Wet Werk en Bijstand, 2010

Activiteit 2006 2007 2008 2009 2010

Kerngegevens:

Aantal inwoners

Beroepsbevolking

96.540

45.000

96.617

43.547

97.342

43.834

97.892

44.175

98.523

44.751

Bijstand

Aantal bijstandsuitkeringen (WWB+WIJ)

%van het totaal aantal huishoudens

Ontwikkeling

2.010

4,7%

-1,5%

1.780

4,1%

-11,4%

1.530

3,5%

-14,0%

1.610

3,6%

5,2%

1.830

4,1%

13,7%

Bron: CBS, min SZW.

De arbeidsmarkt in de gemeente Deventer kenmerkt zich sinds 2008 door een hogere participatie van

burgers op de arbeidsmarkt dan in de provincie of het gemiddelde van Nederland. Het werkloosheids-

percentage ligt hoger dan gemiddeld in Nederland en de provincie Overijssel.

Tabel. Deelname aan de arbeidsmarkt, 2008

Netto participatie13

Werkloosheidspercentage

2008 2009 2008 2009

Deventer 65,5% 69,9% 6,1% 7,1%

Overijssel 66,0% 68,3% 4,1% 5,1%

Nederland 66,6% 68,2% 3,8% 4,5%

Bron: CBS

In vergelijking met het landelijke en provinciale beeld kent de gemeente Deventer relatief veel hoger op-

geleiden, het aantal lager opgeleiden ligt lager dan het provinciaal en landelijk gemiddelde. De grootse

groep inwoners van Deventer heeft een middelbaar opleidingsniveau.

Tabel. Beroepsbevolking naar opleidingsniveau, 2009

13

Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking.

Page 17: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

14

Laag onderwijsniveau Middelbaar onderwijsniveau Hoog onderwijsniveau

Deventer 21% 42% 37%

Overijssel 24% 47% 28%

Landelijk 24% 44% 31%

Bron: CBS

In de gemeente Deventer waren in 2009 46.841 arbeidsplaatsen. Dit is meer dan de beroepsbevolking

van de gemeente. Banen worden echter ook ingevuld door inwoners van andere gemeenten. Qua werk-

gelegenheid heeft de gemeente Deventer een relatief groot aantal banen binnen de industrie, zorg en de

handel en zakelijke dienstverlening. De afgelopen jaren hebben vooral cultuur, sport en recreatie, zake-

lijke dienstverlening, financiële instellingen, handel en horeca een sterke groei doorgemaakt. De land-

bouw laat een zeer forse krimp zien terwijl de bouwsector en het onderwijs een kleine krimp laten zien14

.

Uit onderzoek15

blijkt dat de kansen voor laag opgeleiden op een baan in de regio rondom Deventer re-

latief groot zijn. Er zijn relatief veel banen voor lager opgeleiden terwijl het aanbod van laagopgeleiden

laag is.

Tabel. Verdeling werkgelegenheid Deventer, 2009

Sector Aantal

arbeidsplaatsen Aandeel (%)

Ontwikkeling

2005-2009 (%)

Landbouw, bosbouw en

visserij 966 2,1% -39,7%

Industrie en energie 7842 16,7% 1,7%

Bouwnijverheid 2354 5,0% -5,1%

Groot- en detailhandel 8320 17,8% 11,6%

Vervoer en opslag 1255 2,7% 7,4%

Horeca 1552 3,3% 12,3%

Informatie en communica-

tie 1710 3,7% 7,3%

Financiële instellingen 708 1,5% 12,4%

Zakelijke dienstverlening 7894 16,9% 15,3%

Openbaar bestuur en

overheid 1732 3,7% -0,3%

Onderwijs 3105 6,6% -4,3%

Gezondheids- en wel-

zijnszorg 7910 16,9% 6,4%

Cultuur, sport en recreatie 750 1,6% 18,1%

Overige dienstverlening 743 1,6% 7,7%

Totaal 46.841 100% 5,0%

Bron: Werkgelegenheidsregister Lisa

Het UWV-WERKbedrijf houdt ook gegevens bij over de arbeidsmarkt. Hieruit blijkt dat in de afgelopen

jaren het aantal niet werkende werkzoekenden (NWW)16

in de gemeente Deventer na een afname weer

aan het stijgen is. De openstaande vacatures laten sinds 2007 een dalende tendens zien.

14

Alleen veranderingen die absoluut een substantieel verschil maken zijn opgenomen 15

Divosa Monitor 2007, Atlas voor gemeenten, in opdracht van Divosa, Utrecht 16 Niet werkende werkzoekenden: alle bij het CWI ingeschreven werkzoekenden die op dit moment geen baan hebben. Dus zowel cliënten met een bijstandsuitkering, maar ook cliënten met een WW-uitkering of mensen zonder uitkering.

Page 18: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

15

Tabel. Kerncijfers arbeidsmarkt UWV-WERKbedrijf, gemeente Deventer

December 2007 December 2008 December 2009

Niet werkende werk-

zoekenden (NWW)

3.069 2.557 3.477

% NWW op beroeps-

bevolking

6,7% 5,3% 7,0%

Openstaande vacatu-

res

285 219 217

Bron: UWV-WERKbedrijf

1.3 Bestandsanalyse

In de afgelopen jaren is het volume van het WWB-cliëntenbestand van de gemeente Deventer terugge-

lopen van 2009 cliënten eind december 2006 naar 1837 cliënten eind september 2010 (zie tabel). Daar

waar het bestand in Deventer ten opzichte van december 2006 nog een daling laat zien is dit landelijk

een stijging. Sinds 2008 zien we na jaren van daling weer een stijging van het aantal cliënten.

Tabel: ontwikkeling bijstandsbestand, 4e kwartaal van het jaar

December

2006

December

2007

December

2008

December

2009

September

2010

ontwikke-

ling

Deventer 2009 1810 1564 1650 1837 -8,6%

Provincie

Overijssel 17270 15750 15000 16990 18280 5,8%

Nederland 300950 273980 258780 280800 301460 0,2%

Bron: CBS

Als we de kenmerken van het bijstandsbestand van de gemeente Deventer bestuderen, valt in eerste

instantie op dat de leeftijdsgroepen tussen de 35 -55 jaar het sterkst vertegenwoordigd zijn. Verder valt

uit de onderstaande figuur af te lezen dat er een forse daling heeft plaatsgevonden van het aantal cliën-

ten onder de 45 jaar met een bijstandsuitkering. Dit is in overeenstemming met het landelijke beeld. De

groep bijstandsgerechtigden van 56 jaar en ouder neemt nauwelijks af. Vrijwel alle groepen laten een

lichte stijging zien na 2008.

Page 19: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

16

Figuur. Aantal bijstandsuitkeringen naar leeftijd in de gemeente Deventer

17

0

80

37

0

62

0

42

0

35

0

16

0

13

0

60

300

550

42

0

34

0

18

0

80

40

24

0

46

0

38

0

33

0

20

0

90

50

26

0

46

0

42

0

33

0

19

0

14

0

90

31

0

50

0

45

0

35

0

21

0

0

100

200

300

400

500

600

700

< 25 26-27 28-35 36-45 46-55 56-65 65 >

okt-06 okt-07 okt-08 okt-09 okt-10

Bron: CBS (afgrond op 10-tallen)

De meerderheid van het bijstandsbestand van de gemeente Deventer bestaat uit vrouwen. Het blijkt ook

dat met uitzondering van 2008 de verhouding man/vrouw steeds dezelfde is.

Figuur. Percentage bijstandsuitkeringen naar geslacht in de gemeente Deventer

42% 42%39%

42% 42%

58% 58%61%

58% 58%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

oktober 2006 oktober 2007 oktober 2008 oktober 2009 oktober 2010

man vrouw

Bron: CBS

Veruit de grootste groep bijstandsgerechtigden heeft langer dan een jaar een uitkering. Ook hier zien we

dat na een krimp het aantal uitkeringen korter dan een jaar vanaf 2009 weer toeneemt.

Tabel. Uitkeringsgerechtigden naar uitkeringsduur (afgerond op 10-tallen)

Uitkeringsduur oktober

2006

oktober

2007

oktober

2008

oktober

2009

oktober

2010

Korter dan 12

maanden 450 350 230 380 560

Langer dan 12

maanden 1 560 1 430 1 290 1 230 1 270

Bron: CBS

Page 20: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

17

Hoofdstuk 2

Re-integratiebeleid in Deventer

Dit hoofdstuk beschrijft het re-integratiebeleid van de gemeente Deventer. Allereerst wordt ingegaan op

de visie op re-integratie. In paragraaf 2.2 staat de vertaling van de visie in doel- en taakstellingen cen-

traal. Paragraaf 2.3 beschrijft de verschillende instrumenten en de uitvoerders van deze instrumenten.

Tot slot wordt ingegaan op de uitvoering van het re-integratiebeleid.

2.1 Visie op re-integratie

In de „Visie op re-integratie 2009-2014‟ geeft de gemeente Deventer aan dat de gemeente ‘een stu-

ringsconcept wil dat minder hiërarchisch-verticaal maar veeleer meer naar buiten en op samenwerking

is gericht en dat gestoeld is op een kleinere, kwalitatief betere lokale overheid’. Hierbij staan twee uit-

gangspunten centraal, namelijk de klant centraal en kracht van de stad.

De klant centraal houdt in dat medewerkers van de gemeente altijd uit moeten gaan van de kracht en

mogelijkheden van de klant en dat zij klanten moet stimuleren het maximale uit zichzelf te halen. Daar-

naast vindt de klant centraal zijn uitwerking in de dienstverlening naar de klant. Met de komst van het

klantcontactcentrum, per 2010, is er één portaal waar alle inwoners van de gemeente terecht kunnen

voor alle producten en diensten van de gemeente. Ook de wijkgerichte aanpak, met actieplannen en

taakstellingen op het gebied van activering, werk en inkomen, draagt bij aan het uitgangspunt de klant

centraal.

De kracht van de stad houdt in dat de gemeente de uitvoering van re-integratie op afstand heeft ge-

plaatst en uitbesteed aan vier vooraf benoemde partners in de stad, te weten Cambio, Sallcon, RegiZorg

en een vijftiental nichepartijen (verzameld in een minitender). De gemeente ziet toe op de uitvoering en

voert de regie. Daarnaast wordt samengewerkt met het UWV-WERKbedrijf.

Missie

De gemeente Deventer heeft de volgende missie met betrekking tot re-integratie: ‘Het ondersteunen van

onze klanten Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) om de kracht in zichzelf te (her)vinden zodat ze optimaal in

hun eigen bestaan kunnen voorzien en betekenisvol kunnen zijn voor zichzelf, maatschappij en werkge-

vers.’

Visie

De visie op re-integratie 2009-2014 beschrijft dat de gemeente Deventer een organisatie wil zijn die:

Een belofte van groei doet aan iedere klant omdat we ervan overtuigd zijn dat dat het beste re-

sultaat garandeert voor de arbeidsmarkt en participatie;

De medewerkers onder het motto van „Elke persoon telt‟ uitdagend werk biedt in een slagvaar-

dige organisatie;

De uitkeringsafhankelijkheid zo kort mogelijk wil laten zijn en daarbij oog heeft voor duurzame

uitstroom;

Maatschappelijke participatie wil bevorderen door daar waar nodig de klanten WIZ op het ge-

bied van werk, inkomen en/of zorg te ondersteunen zodat sociaal isolement wordt voorkomen

dan wel wordt doorbroken;

Daarbij gebruik maakt van partners van de stad met een sturingsconcept dat naar buiten en op

samenwerking gericht is en ook gestoeld is op het principe van een kleine en slagvaardige lo-

kale overheid;

Page 21: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

18

Klantgericht werkt en de afgesproken kwaliteit levert.

De wethouder van onder andere Werk en Inkomen vindt het erg belangrijk dat inwoners van de gemeen-

te maatschappelijk actief zijn en niet thuis zitten, bijvoorbeeld door vrijwilligers werk of deelname aan

maatschappelijke activiteiten. Hij benoemt re-integratie dan ook vooral in termen van maatschappelijk

actief zijn. De bij het onderwerp betrokken raadsleden spreken vooral in termen van uitstroom naar re-

gulier werk, dat wil zeggen minimaal een jaar een baan op de arbeidsmarkt.

In de visie op re-integratie staan geen specifieke doelgroepen genoemd waar men zich op wil richten.

De wethouder geeft aan dat alle doelgroepen belangrijk zijn en dat het ook belangrijk is om het zoge-

naamde granieten bestand te activeren. In het verleden is juist vooral ingezet op de bovenkant van het

bestand. Hij vindt het belangrijk dat mensen actief zijn en niet thuis zitten. Bij voorkeur moeten mensen

een betaalde baan verwerven maar als dat nog niet lukt moet worden ingezet op onbetaald werk. Dit

kan een opstap zijn naar betaald werk.

Uit het interview met de raadsleden blijkt dat dit vooral een financiële keuze is geweest. Het vergt min-

der inspanningen om deze groep, die dichtbij de arbeidsmarkt staat, te bemiddelen naar werk. Het kost

zodoende weinig geld en het heeft in het verleden veel opgeleverd in termen van uitstroom. Door de

huidige economische situatie zijn de uitstroomresultaten voor deze groep wat tegengevallen, daarom

heeft men gekozen voor verloningsconstructies (Direct Werk). Hierbij treden cliënten uit de bovenkant

van het bestand in dienst van Sallcon, waardoor zij uit de uitkering stromen en de druk op het I-deel

wordt verlaagd. Dienstverbanden bij Sallcon duren maximaal 21 maanden. De gemeente financiert de

eerste 12 maanden vanuit het W-deel. De overige negen maanden komen voor rekening van Sallcon.

De uitstroom vanuit Sallcon naar regulier werk blijkt echter lastig door de huidige situatie op de arbeids-

markt, de helft van deze groep komt terug in de WW. De wethouder geeft aan dat gekeken moet worden

of de Direct Werk constructie van Sallcon nog werkt. Het is namelijk een kostbare optie en weegt zwaar

op de begroting. Hij geeft wel aan dat Direct Werk volgens hem in deze mate en in deze conjunctuur

nog werkt. Wel vraagt hij zich af of in deze conjunctuur de kwantitatieve doelstellingen reëel zijn.

2.2 Doel- en taakstellingen

Doelen 2007 en 2008

Het re-integratiebeleidsplan 2007-2008 benoemt de volgende doelstellingen:

Het economische klimaat in de gemeente Deventer verbeterd:

De uitstroom van cliënten naar de arbeidsmarkt zal toenemen waardoor het aantal burgers dat

afhankelijk is van een WWB-uitkering afneemt. Doel is dat in 2007 190 cliënten via het instru-

ment „Direct in dienst‟ uitstromen naar de arbeidsmarkt en 360 via „nieuwe instroom‟.

Werkgevers in Deventer krijgen toegang tot de arbeidsmarktreserves. Hierdoor ontstaat een la-

ger vraagoverschot op de arbeidsmarkt.

Het maatschappelijke klimaat in Deventer wordt versterkt:

Meer burgers van Deventer zijn betrokken bij en actief binnen de stad. Cliënten van het cluster

WIZL worden in staat gesteld zich persoonlijk te ontwikkelen. Vanuit deze persoonlijke groei

worden ze meer betrokken bij de maatschappij.

De volgende uitgangspunten uit de re-integratieverordening 2008 worden hierbij gehanteerd.

a. Doel ondersteuning

a.1 werk boven uitkering

Page 22: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

19

a.2. reguliere duurzame uitstroom (kortste weg naar duurzame arbeid)

Uit de re-integratiedoelstellingen blijkt dat de gemeente Deventer inzet op uitstroom naar de ar-

beidsmarkt, of zoals de verordening zegt; re-integratie moet gericht zijn op de kortste weg (wat be-

treft tijdsduur en inspanningen) naar duurzame arbeid. In de verordening staat aangegeven dat er

ook instrumenten worden ingezet gericht op maatschappelijke participatie. Dit wordt echter meer als

tussendoel gezien. De ervaringen en vaardigheden die men opdoet tijdens vrijwilligerswerk, mantel-

zorg en activiteiten in wijk en buurt moeten uiteindelijk bijdragen aan het uiteindelijke doel van de

ondersteuning, namelijk regulier werk. Ook gesubsidieerde arbeid ziet men niet als einddoel van re-

integratie.

b. Versterken poortwachtersfunctie

Dit houdt in dat voor mensen die een WWB-uitkering aanvragen eerst wordt bekeken of zij hier

recht op hebben (rechtmatigheidstoets) en dat voorzieningen vervolgens alleen worden ingezet als

„zonder die inzet het verwerven van algemeen geaccepteerde arbeid niet mogelijk is‟ (doelmatig-

heidstoets).

c. Iedereen actief

De gemeente Deventer gaat er vanuit dat er voor iedereen wel op één of andere manier ondersteu-

ning kan worden geboden richting arbeid of zorg. Op voorhand worden daarom geen categorieën

van personen uitgesloten van ondersteuning. Ook wordt op voorhand geen volledige vrijstelling van

de arbeidsverplichting verleend.

d. Maatwerk

Men wil zoveel mogelijk rekening houden met de wensen en behoeften van de klant.

Taakstelling RegiZorg

Voor 2008 wil de gemeente Deventer 250 trajecten bij RegiZorg realiseren. Het gaat hier om trajec-

ten voor de meest kwetsbare inwoners van Deventer. RegiZorg richt zich in de pilotfase op dak- en

thuislozen, verslaafden en ex-gedetineerden. De bedoeling is dat er na 2008 een doorgroei plaats-

vindt naar alle burgers met een zorgvraag.

Taakstelling Direct Werk

Voor 2008 wil de gemeente 270 mensen laten instromen in Direct Werk.

Doelen 2009 en 2010

De gemeente Deventer heeft ervoor gekozen om het beleidsplan deels in 2009 en deels in 2010 te

schrijven. De reden hiervoor is dat er in 2009 te veel onzekerheden waren om een goed plan voor 2010

te kunnen schrijven.

Als doelen voor 2009 worden de vier eerder genoemde uitgangspunten uit de re-integratieverordening

2008 genoemd.

In het beleidsplan voor 2009 staan de volgende taakstellingen beschreven:

Een verlaging van het gemiddeld aantal cliënten met 6,4%. In absolute aantallen betekent dit

een verlaging van gemiddeld 1.691 cliënten in 2008 naar gemiddeld 1.583 cliënten in 2009 (in

de najaarsrapportage is dit doel bijgesteld naar een licht stijging van ongeveer 17 klanten).

Alle mensen die binnen het Generaal Pardon vallen, krijgen maximaal twee maanden na de uit-

keringsaanvraag een dienstverband met Sallcon aangeboden. Direct aansluitend worden een

inburgerings- en re-integratietraject ingezet.

Page 23: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

20

Na gesignaleerde problematiek bij huisbezoeken in de Rivierenwijk en Keizerslanden levert

Werk en Inkomen bijdragen aan activering, empowerment en arbeidstoeleiding. De bedoeling

is in de Rivierenwijk 70 mensen op een traject te plaatsen en in Keizerslanden 200 personen.

Kinderopvang wordt, indien nodig, aangeboden aan cliënten die een re-integratie- en/of inbur-

geringstraject volgen. De verwachting van de gemeente is dat de vraag naar kinderopvang toe

zal nemen.

RegiZorg krijgt de opdracht voor het casemanagement van 200 cliënten met een multiproblem

achtergrond.

Het Gemeentelijk Regionaal Ondernemers Steunpunt (GROS) zal in samenwerking met Cam-

bio wijkgericht gaan opereren. Stedelijk wordt het bereik van potentieel startende ondernemers

afgestemd met het Ondernemershuis.

In 2009 zal gericht worden ingezet op arbeidsparticipatie van niet-uitkeringsgerechtigden, met

name in de wijkgerichte aanpak van Rivierenwijk en Keizerslanden.

Verder zijn er nog taakstellingen uit het wijkactieplan Rivierenwijk. Deze lopen echter tot 2011 en de re-

sultaten kunnen nu nog niet gemeten worden. Ze zijn hier daarom buiten beschouwing gelaten.

Voor 2010 gelden de onderstaande doel- en taakstellingen:

De jongeren tot 27 jaar die nog in het bijstandsbestand zitten moet voor 1 juli 2010 zijn omgezet

naar de WIJ. 70 jongeren komen in een instroom traject en 15 krijgen een specifiek voortraject.

Het experiment met persoongebonden budgetten wordt geëvalueerd.

Kinderopvang wordt, indien nodig, aangeboden aan cliënten die een traject volgen of deelne-

men aan een voorziening

De planning en controlcyclus zal in 2010 geprofessionaliseerd worden.

Het principe Social return on investment zal worden toegepast.

Daarnaast worden in het Re-integratiebeleidsplan 2010 bij verschillende instrumenten uitstroom of deel-

name cijfers genoemd

Taakstelling begroting

In onderstaande tabel staan de taakstellingen betreffende in- en uitstroom uit de bijstand weergegeven.

Tabel. Taakstelling begroting

Taakstelling bestand 2007 2008 2009 2010

Beginstand jaar 1954 1815 1691

Instroom 473 520

Uitstroom arbeidsmarkt 387 480 345

Uitstroom niet-arbeidsmarkt 225 168

Eindstand eind van het jaar 1815 1687 1583

Aantal in te zetten trajecten label werk 550 300

Aantal in te zetten werk traject label empower-

ment 1260 880

Totaal aantal in te zetten trajecten 1810 1180

Bron: begrotingen gemeente Deventer

Page 24: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

21

2.3 Beleidswijzigingen 2009

In 2009 zijn landelijk de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) en het participatiebudget ingevoerd en zijn

wijzigingen aangebracht voor alleenstaande ouders. In 2010 wordt de uitwerking van het actieplan

jeugdwerkloosheid en het principe Social Return on Investment uitgewerkt. Deze regelingen hebben

consequenties voor het gemeentelijk beleid en staan hieronder kort toegelicht.

WIJ

Op 1 oktober 2009 is de WIJ in werking getreden. De WIJ is bedoeld voor jongeren van 18 tot 27 jaar

die niet meedoen in de samenleving. Het doel van de WIJ is deze jongeren te activeren en te zorgen dat

zij niet afhankelijk zijn of worden van een bijstandsuitkering. Het uiteindelijke doel is dus duurzame ar-

beidsinschakeling. Gemeenten moeten deze jongeren een werkleeraanbod doen in de vorm van een

baan, scholing of een combinatie van beide.

Hiervoor kunnen verschillende instrumenten worden ingezet, zoals vakgerichte scholing, een „echte

baan‟, een sollicitatietraining, een cursus gericht op de ontwikkeling van werknemersvaardigheden, een

stageplaats, schuldhulpverlening, sociale activering, gesubsidieerde arbeid en nazorg. Welke instrumen-

ten worden ingezet, hangt af van de cliënt; er wordt zoveel mogelijk maatwerk geleverd.

De jongeren hebben een werkleerplicht en kunnen in principe dus geen beroep meer doen op een uitke-

ring. In uitzonderlijke gevallen kan een inkomensvoorziening worden toegekend, maar in principe staat

het werkleeraanbod, en uiteindelijk dus duurzame arbeidsparticipatie, voorop.

In de verordening van de gemeente Deventer staat dat men algemeen geaccepteerde arbeid, onder-

steuning bij arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aanbiedt. Alle instru-

menten van de WWB, afgezien van participatieplaatsen, kunnen voor jongeren worden ingezet. Ook

voorzieningen om belemmerende factoren (zoals psychische problemen) voor arbeid weg te nemen

kunnen worden ingezet. Uiteindelijk dient de jongere volgens de gemeente Deventer op een punt te

worden gebracht dat hij geen ondersteuning van het college meer nodig heeft.

Binnen de Stedendriehoek heeft men een gezamenlijke aanpak ontwikkeld voor jeugdwerkloosheid.

Hiervoor is in december 2009 een actieplan jeugdwerkloosheid opgesteld.

Participatiebudget

Met ingang van 1 januari 2009 is landelijk het participatiebudget ingevoerd. Dit is een bundeling van het

re-integratiebudget, het inburgeringbudget en de middelen voor volwasseneneducatie. Gemeenten kun-

nen uit dit budget participatievoorzieningen financieren. De regeling is bedoeld om een grotere maat-

schappelijke participatie, meer betrokkenheid en een grotere sociale cohesie te bevorderen en te zorgen

dat mensen ontwikkelingskansen benutten en minder afhankelijk zijn van uitkeringen. Het participatie-

budget maakt het meer dan tot nog toe mogelijk om de burger centraal te stellen en te verleiden om

(weer) meer te gaan doen. Daarnaast biedt het participatiebudget gemeenten kansen voor maatwerk.

Alle inwoners van 18 jaar en ouder behoren tot de doelgroep van het participatiebudget.

Voor de gemeente Deventer geldt het participatiebudget vanaf 1 januari 2010, omdat zij onder de G32-

gemeenten valt. In 2008 is Deventer gestart met een voorbereidingstraject voor het participatiebudget.

De participatieladder is in februari 2009 als pilot ingezet bij het project „nieuwe instroom in de WWB‟.

De gemeente Deventer heeft een aantal doelgroepen benoemd waarvoor zij zich extra zal inspannen:

uitkeringsgerechtigden

inburgeringsbehoeftigen

inburgeringsplichtigen

jongeren van 18 tot 27 jaar

Page 25: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

22

Nuggers

Naar aanleiding van de invoering van het participatiebudget heeft de gemeente een aantal beleidskeu-

zes gemaakt. Ten eerste heeft zij, om participatie te kunnen meten, de participatieladder ingevoerd. De

participatieladder kent 6 treden. De bovenste twee treden zijn gericht op arbeidsparticipatie, oftewel be-

taald werk zonder ondersteuning (trede 6) en betaald werk met ondersteuning (trede 5). Trede 4, onbe-

taald werk, is gericht op maatschappelijke participatie. Treden 3 en 2 zijn gericht op sociale participatie,

namelijk deelname aan georganiseerde activiteiten (3) en sociale contacten buiten de deur (2). Wanneer

men zich op de onderste trede van de ladder bevindt, trede 1, bevindt men zich in een geïsoleerde si-

tuatie. De gemeente Deventer ziet graag dat inwoners op alle drie de niveaus van de ladder participeren

(sociale, maatschappelijke en arbeidsparticipatie). Aan het begin van het proces worden cliënten inge-

deeld op één van de zes treden. Dit gebeurt door middel van een speciale vragenlijst. Tussendoor zijn

meetmomenten om te kijken of men is gestegen (of gedaald) op de ladder.

Een andere beleidskeuzes die de gemeente heeft gemaakt naar aanleiding van het participatiebudget is

dat zij een regie- en netwerkorganisatie wil zijn die de uitvoering op afstand houdt en integraal werkt. Dit

krijgt vorm door een geïntegreerde intake voor de doelgroep van participatie, die problemen op alle leef-

gebieden in kaart moet brengen, en een monitoringsysteem dat verschillende partners zicht moet geven

op de resultaten van het participatiebeleid. Het vinden en werven van burgers wil de gemeente vooral

doen via door haarzelf benoemde vindplaatsen en door middel van een integrale werving, om te voor-

komen dat burgers door meerdere hulporganisaties worden benaderd. Ook is er een digitaal producten-

boek voor medewerkers met een overzicht van het aanbod van de gemeente op het gebied van partici-

patie. Tot slot gaat Deventer jaarlijks een deel van haar aanvullende scholingsgelden voor participatie

reserveren.

Alleenstaande ouders

In 2009 wordt een ontheffingsmogelijkheid geïntroduceerd voor alleenstaande ouders met kinderen on-

der de vijf jaar. Ouders die van de ontheffingsmogelijkheid gebruik willen maken, krijgen wel een plicht

tot scholing. De scholing zal gericht moeten zijn op het behalen van een startkwalificatie.

Actieplan jeugdwerkloosheid

In 2009 is vanuit het kabinet een actieplan Jeugdwerkloosheid opgesteld, Dit actieplan heeft tot doel te

voorkomen dat jongeren langdurig aan de kant staan. Het plan dient regionaal te worden uitgevoerd en

met de RPA Stedendriehoek is een convenant afgesloten. De aanpak richt zich op drie onderdelen

Onderwijs (voorkomen van schooluitval en het proberen jongeren door te laten leren)

Arbeidsmarkt (kwalificeren van jongeren en toeleiding naar werk

Speciale aanpak van kwetsbare jongeren.

Het actieplan jeugdwerkloosheid bevat voor elk van de drie onderdelen concrete meetbare doelen.

Social Return on Investment (SROI)

In 2010 wil de gemeente SROI gaan invoeren. Dit principe draait op het realiseren van (extra) werkplek-

ken om competenties en arbeidskansen voor bijstandsgerechtigden te vergroten. Daarnaast kan het be-

sparingen op de uitkeringskosten opleveren. Het principe gaat er vanuit dat bij aanbesteding aanvullen-

de bestekvoorwaarden worden opgenomen die de opdracht nemer verplicht om minimaal 5% van de

aanneemsom aan leer-werkplekken beschikbaar te stellen aan werklozen. Het begrip is ook bekend als

“contract compliance”.

Page 26: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

23

2.4 Instrumenten

De trajectconsulenten van de gemeente Deventer hebben enerzijds de beschikking over instrumenten

gericht op het verkrijgen van regulier werk voor personen met een beperkte afstand tot de arbeidsmarkt.

Anderzijds zijn er instrumenten gericht op empowerment, oftewel activiteiten gericht op groei, ontwikke-

ling (van zelfvertrouwen en competenties) van bijstandsgerechtigden met grote afstand tot de arbeids-

markt. Hieronder staat een omschrijving van de verschillende instrumenten. De meeste instrumenten

gelden zowel voor 2007/2008 als voor 2009. Waar dat niet zo is, is dit duidelijk aangegeven.

Instrumenten label werk

- Poortwachter/preventieve bemiddeling

Wat in 2007/2008 „poortwachter‟ wordt genoemd, lijkt hetzelfde als „preventie bemiddeling‟ in 2009. Bij

dit instrument gaat het om intensieve begeleiding van kansrijke bijstandsgerechtigden. De begeleiding

bestaat onder andere uit sollicitatietraining en jobhunting. De begeleiding is in 2007/2008 voor maximaal

6 maanden, in het re-integratiebeleidsplan 2009 staat aangegeven dat de begeleiding voor 3 maanden

is. De bedoeling is dat cliënten snel uitstromen naar regulier werk. De uitvoering van dit instrument ligt

bij de gemeente Deventer.

- D-job

In 2007/2008 heet dit instrument nog „D Job‟. Het gaat hier om vraaggerichte scholing binnen een baan.

Deelnemers krijgen een arbeidsovereenkomst van maximaal 3 jaar en worden gedetacheerd bij een

werkgever. Ze stromen dus uit de uitkering. De werkgever betaalt een inleenvergoeding van 50%. Hier-

binnen vallen onder andere projecten in de zorg. D-banen worden verzorgd door Sallcon.

- Startbanen

Hierbij wordt een cliënt direct geplaatst op een reguliere baan. De werkgever ontvangt een eenmalige

premie ter compensatie van aanloopkosten als extra begeleiding en scholing. De uitvoering wordt ge-

daan door Startbaan van de gemeente.

- Nieuwe instroom/Direct Werk

Nieuwe cliënten wordt in 2009 binnen één maand een arbeidscontract aangeboden bij Sallcon voor

maximaal 1 jaar (dit noemt men het „verlonen van de uitkering‟). Vervolgens moeten zij werken aan het

verbeteren van hun arbeidsmarktpositie en op zoek gaan naar regulier werk. In 2010 is de aanmelding

verlengd naar drie maanden.

- Leerwerkbanen

Leerwerkbanen worden alleen genoemd in het re-integratiebeleidsplan voor 2009. Het gaat hier om tra-

jecten van een jaar met behoud van de uitkering. De werknemer werkt op locatie aan werknemersvaar-

digheden en het traject is gericht op directe plaatsing op de arbeidsmarkt. Ook van dit instrument ligt de

uitvoering bij Sallcon

Instrumenten label Empowerment

- Activeringsbaan

Een deelnemer werkt met behoud van uitkering een jaar op locatie aan zijn zelfvertrouwen, vaardighe-

den en competenties. Dit traject kan ook zorgelementen bevatten, zoals dagbesteding en schuldhulpver-

lening. In de wijken Keizerslanden en Rivierenwijk biedt men de trajecten wijkgericht aan, zodat ook

Nuggers hiervan gebruik kunnen maken. Cambio verzorgt de uitvoering van de activeringsbanen.

Page 27: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

24

- Participatiebaan/P-job

Ook hier gaat het om werken met behoud van uitkering, in dit geval bij een non-profit instelling voor mi-

nimaal 8 uur per week. Cliënten kunnen twee jaar bij een instelling in een beschermde omgeving wer-

ken. Zij ontvangen hiervoor een premie van 1.000 tot 1.500 euro per jaar. De primaire doelstelling van

de participatiebaan is sociale activering. De periode van twee jaar kan eventueel worden verlengd. De

uitvoering van de participatiebanen is in handen van Sallcon.

- ID/WIW-regeling

ID-ers ontvangen geen uitkering, maar zijn in dienst bij een werkgever die loonkostensubsidie ontvangt.

Een aantal jaren geleden is begonnen met de afbouw van deze regeling. Er vindt geen nieuwe instroom

meer plaats. Wel zijn er momenteel nog steeds mensen met een ID/WIW-baan. De mensen die in 2008

vanuit deze regeling in de bijstand stromen, kunnen gebruik maken van een participatiebaan. Sallcon

voert de regeling uit.

- Voorschakeltraject WSW

Dit is een project dat geldt vanaf 2009, bedoeld om mensen te activeren die op de wachtlijst staan voor

de WSW (in 2009 zo‟n 300 personen). Deze mensen krijgen een dienstverband bij Sallcon Werktalent.

Het gaat hier om:

- Wajongers met een WSW-indicatie die de VSO-school hebben afgerond

- WWB-ers met een WSW-indicatie

- Voorbereiding BBZ

Dit is een voorbereidingstraject voor zelfstandig ondernemerschap, dat onder andere bestaat uit bege-

leiding, coaching, ondersteuning, financiële faciliteiten, scholing en training. Het traject duurt maximaal

12 maanden. In het beleidsplan 2009 geeft men aan de mogelijkheden om te starten met zelfstandig

ondernemerschap te willen verruimen. Dit product kan dan ook sinds 2009 ingezet worden. Het is een

product van GROS, het Gemeentelijk Regionaal Ondernemers Startpunt, een samenwerkingsverband

van de gemeenten Deventer en Apeldoorn om enerzijds specialistische kennis op het gebied van bij-

standsverlening aan (toekomstige) zelfstandig ondernemers te behouden en te vergroten en anderzijds

vanwege de wens van het Ministerie van SZW om de uitvoering van het BBZ te regionaliseren.

Nuggers (2009)

In 2009 lopen de volgende projecten voor Nuggers:

Nuggers naar de arbeidsmarkt door het werkleercentrum Deventer. De bedoeling is om Nuggers toe

te leiden naar een passende arbeidsplek voor minimaal 12 uur per week. Door het werkleercentrum

wordt het EVC-instrument ingezet om ervaring en competenties van deze groep in kaart te brengen.

Nuggers doen ook mee door Cambio. Het gaat hier om wijkgerichte activiteiten door Cambio in Rivie-

renwijk en Keizerslanden. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen WWB-ers en Nuggers.

Casemanagement RegiZorg

RegiZorg is een samenwerking tussen de gemeente Deventer en Salland Verzekeringen. In 2009 ver-

zorgt RegiZorg het casemanagement van 200 personen, waaronder veel- en meerplegers. In 2007/2008

wordt veel-meerplegers als apart instrument benoemd. Het gaat om trajecten voor personen met een

justitieel verleden, gericht op het aanleren van werknemersvaardigheden en activering. Ook ZOAC

wordt gedaan door RegiZorg. Dit is een zorg en activeringscentrum waar zorgcliënten activiteiten kun-

nen verrichten en zorg kan worden geboden. Onduidelijk is of ZOAC in 2009 nog steeds wordt ingezet.

De instrumenten van RegiZorg richten zich op personen met multiproblematiek en worden grotendeels

gefinancierd vanuit de WMO. Vandaar dat het in dit onderzoek verder buiten beschouwing wordt gela-

ten.

Page 28: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

25

Experiment alleenstaande ouders

In de gemeente Deventer vindt van 1 januari 2009 tot 31 december 2011 een experiment plaats gericht

op alleenstaande ouders. De bedoeling is te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de WWB met

betrekking tot de arbeidsinschakeling van alleenstaande ouders die de volledige zorg hebben voor kin-

deren in de leeftijd tot 12 jaar doeltreffender uit te voeren. Er wordt een aantal maatregelen ingezet en

vervolgens wordt gekeken wat de effecten daarvan zijn wat betreft de arbeidsinschakeling.

Experiment Persoonlijk Re-integratiebudget

In 2009 heeft de gemeente Deventer een experiment uitgevoerd met het Persoonlijk Re-

integratiebudget. Maximaal 15 personen namen deel aan het experiment. Binnen dit experiment kunnen

werkzoekenden zelf hun eigen re-integratiebudget opstellen, inkopen en uitvoeren. Dit sluit aan op de

visie van de gemeente „de klant centraal‟ en „maatwerk‟. Het experiment is gericht op uitstroom naar be-

taald werk.

Pilot loondispensatie

De Tijdelijke wet pilot loondispensatie moet de kans op werk voor mensen aan de onderkant van de ar-

beidsmarkt vergroten. De gemeente Deventer is één van de deelnemers aan deze pilot. Bedrijven kun-

nen binnen deze pilot een baan aanbieden aan mensen met een beperking zonder dat zij daarvoor het

minimumloon hoeven te betalen. De gemeente vult het loon aan. De pilot is begin 2011 van start gegaan

en loopt door tot eind 2012.

Flankerend beleid

Uit de re-integratieverordening 2008 blijkt dat de gemeente mogelijkheden heeft om loonkostensubsidies

te verlenen. In sommige gevallen is het mogelijk een inkomstenvrijlating toe te kennen. Dit om mensen

met een uitkering te stimuleren een gehele of gedeeltelijke baan te accepteren. Iedereen die uit de bij-

stand naar regulier werk stroomt, heeft recht op een uitstroompremie. De premie wordt toegekend als

men negen maanden achtereengesloten geen beroep heeft gedaan op een bijstandsuitkering. De veror-

dening beschrijft verder dat het college „de beschikbaarheid van voorzieningen voor de opvang van kin-

deren jonger dan 12 jaar voor belanghebbende, voor zover dat nodig is voor het volgen van een traject

of voor deelname aan een voorziening, of voor het bereiken van het doel van de door of namens het col-

lege geboden ondersteuning‟ bevordert. In het beleidsplan 2009 staat dat alleenstaande ouders moeten

kunnen beschikken over voldoende kinderopvang. De gemeente financiert dan (een deel van de) kin-

deropvang.

Hoewel uitstroom naar regulier werk het uiteindelijke doel is van de re-integratieactiviteiten is er toch een

aantal instrumenten gericht op participatie. Dit wordt dan ook als tussendoel gezien en met de komst

van de participatieladder wordt dit geregistreerd en is dit ook meetbaar. Vanuit het bestuur wordt aan-

gegeven dat men het belangrijk vindt dat mensen meedoen in de samenleving. Sommige cliënten heb-

ben echter al een aantal trajecten gehad, maar voor hen lijkt uitstroom er niet in te zitten. De consulen-

ten vragen zich af in hoeverre het zin heeft om voor deze mensen nog trajecten in te zetten. Zij geven

aan ook de ontwikkeling van klanten belangrijk te vinden zoals het afkicken van een verslaving of het

oplossen van schulden, met andere woorden: het meer zelfredzaam worden van de cliënt. De consulen-

ten vinden dit wel een belangrijk resultaat en zouden daar ook wel eens een compliment voor willen krij-

gen. Ze willen niet alleen afgerekend worden op financiële resultaten.

De participatieladder registreert niet alleen vooruitgang maar ook het terugvallen op de ladder.

2.5 Beoordeling van de doelen

In deze paragraaf wordt voor de afzonderlijke doelen bekeken in hoeverre deze doelen meetbaar zijn.

Hierbij worden de volgende normen gehanteerd:

Page 29: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

26

Tabel. Gehanteerde normen

Norm

Specifiek concreet en niet voor meerdere uitleg vatbaar; het is duidelijk wel-ke prestaties en effecten worden beoogd en op welke doelgroep het beleid zich richt;

Meetbaar is vastgelegd hoe wordt gemeten of het doel bereikt is?

Acceptabel Wordt niet opgenomen omdat dat in deze context niet aan de orde is: in een politieke context bepaalt de raad de doelen, die de op-dracht vormt aan het college en daarmee de organisatie.

Realistisch zijn de doelen bereikbaar?

Tijdsgebonden voorzien van een tijdpad met tussendoelen en een einddatum

In de voorgaande paragrafen is een aantal doelen weergeven. Hieronder worden de gestelde doelen

beoordeeld door de RKC.

2007/2008 s m r t

De uitstroom van cliënten naar de arbeidsmarkt zal toenemen waardoor het aantal burgers dat afhankelijk is van een WWB-uitkering afneemt. Doel is dat in 2007 190 cliënten via het in-strument „Direct in dienst‟ uitstromen naar de arbeidsmarkt en 360 via „-nieuwe instroom‟.

+ + + +

Werkgevers in Deventer krijgen toegang tot de arbeidsmarktre-serves. Hierdoor ontstaat een lager vraagoverschot op de ar-beidsmarkt

+ +/- - -

Meer burgers van Deventer zijn betrokken bij en actief binnen de stad. Cliënten van het cluster WIZL worden in staat gesteld zich persoonlijk te ontwikkelen. Vanuit deze persoonlijke groei wor-den ze meer betrokken bij de maatschappij.

- - + -

Taakstellingen 2007 + + + +

Taakstellingen 2008 + + + +

2009/2010 s m r t

Een verlaging van het gemiddeld aantal cliënten met 6,4%. In absolute aantallen betekent dit een verlaging van gemiddeld 1.691 cliënten in 2008 naar gemiddeld 1.583 cliënten in 2009 (in de najaarsrapportage is dit doel bijgesteld naar een licht stijging van ongeveer 17 Klanten).

+ + + +

Alle mensen die binnen het Generaal Pardon vallen, krijgen maximaal twee maanden na de uitkeringsaanvraag een dienst-verband met Sallcon aangeboden. Direct aansluitend worden een inburgerings- en re-integratietraject ingezet.

+ + + +

Na gesignaleerde problematiek bij huisbezoeken in de Rivieren-wijk en Keizerslanden levert Werk en Inkomen bijdragen aan activering, empowerment en arbeidstoeleiding. De bedoeling is in de Rivierenwijk 70 mensen op een traject te plaatsen en in Keizersland 200 personen.

+ +/- */- -

Kinderopvang wordt, indien nodig, aangeboden aan cliënten die een re-integratie en/of inburgeringstraject volgen. De verwach-ting van de gemeente is dat de vraag naar kinderopvang toe zal nemen.

- - - -

RegiZorg krijgt de opdracht voor het casemanagement van 200 cliënten met een multiproblem achtergrond.

+ + +/- -

Het Gemeentelijk Regionaal Ondernemers Steunpunt (GROS) zal in samenwerking met Cambio wijkgericht gaan opereren. Stedelijk wordt het bereik van potentieel startende ondernemers afgestemd met het Ondernemershuis‟

- - - -

In 2009 zal gericht worden ingezet op arbeidsparticipatie van niet-uitkeringsgerechtigden, met name in de wijkgerichte aanpak van Rivierenwijk en Keizerslanden.

+/- - +/- +

De jongeren tot 27 jaar die nog in jet bijstandsbestand zitten moet voor 1 juli 2010 zijn omgezet naar de WIJ. 70 jongeren komen in een instroom traject en 15 krijgen een specifiek voor traject.

+ + + +

Page 30: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

27

Het experiment met persoongebonden budgetten wordt geëva-lueerd.

+/- + + +/-

De planning en controlcyclus zal in 2010 geprofessionaliseerd worden.

+/- +/- + +/-

Het principe Social return on investment zal worden toegepast. + + + +

In n 2010 zullen in de gemeente Deventer 345 bijstandgerech-tigden uitstromen naar werk en 1.115 burgers krijgen een maat-schappelijk activeringstraject.

+ + + +

Als we kijken naar de re-integratiedoelstellingen voor 2007 tot en met 2010, dan valt op dat deze onvol-

doende SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) zijn geformuleerd. De

voor 2009 benoemde doelstellingen, zijn meer uitgangspunten van het beleid dan doelen. De taakstel-

lingen zijn wel SMART geformuleerd.

Op basis van de doel- en taakstellingen die in deze paragraaf zijn genoemd, is het lastig om effecten

van re-integratie te meten. Reden hiervoor is dat er doelen zijn op inzet van instrumenten en aantallen

klanten, maar dat het beoogde resultaat niet in de doelen is opgenomen.

2.6 Uitvoering

Binnen de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Deventer is een opsplitsing gemaakt in twee

teams van trajectconsulenten:

Team 1 houdt zich bezig met empowerment van het zittende bestand, bijzondere doelgroepen,

wijkgericht werken en toeleiding naar RegiZorg (tot 1 januari 2011). De trajectconsulenten uit team

2 (instroom) doen de analyse en diagnose voor deze groep.

Team 2 houdt zich bezig met de nieuwe instroom in de WWB en de WIJ, startbaan inburgering en

sociale recherche.

Op het moment dat cliënten een traject ingaan, gaan ze over naar een andere traject- en inkomenscon-

sulent.

Binnen de afdeling Werk en Inkomen zijn twee klantenteams te onderscheiden, te weten het projectteam

Werk en het projectteam Empowerment. Het projectteam Werk moet voor het einde van 2008 240 plaat-

singen op de arbeidsmarkt realiseren. Het projectteam Empowerment neemt 200 cliënten in begeleiding

vanuit de wijk Keizerlanden en zoekt aansluiting bij het actieplan Rivierenwijk. De opdracht is om het

maximale uit de klant te halen en groei inzichtelijk te maken. De doelgroep van beide teams is het zit-

tende bestand.

Normaal gesproken volgen en monitoren de trajectconsulenten voor het zittende bestand hun cliënten

als ze op een traject zitten. Op dit moment worden niet alle cliënten gevolgd, omdat de caseload erg

hoog is. Er stromen meer mensen in dan er uitstromen.

In de gemeentelijke visie op re-integratie komt naar voren dat men maatwerk richting de klant heel be-

langrijk vindt. Uit het interview met de consulenten blijkt echter dat maatwerk lastig is doordat de uitvoe-

ring van re-integratie is uitbesteed en er contracten zijn met Sallcon, Cambio en Startbaan. In deze con-

tracten zijn afspraken opgenomen over de levering van het aantal cliënten, de gemeente heeft een

plaatsingsverplichting. De consulenten kunnen dus weinig keuzes maken wat betreft het plaatsen van

cliënten op trajecten. Wel kunnen de consulenten iets van een voorselectie maken. Zo kunnen zij bij-

voorbeeld aangeven dat betaald werk voor een bepaalde cliënt nog te ver weg is en dat ingezet moet

worden op participatie.

Page 31: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

28

Onderstaande figuur maakt de werkwijze wat betreft het toewijzen van cliënten aan trajecten inzichtelijk.

Deze werkwijze geldt vanaf 2011.

Figuur. Proces re-integratie

Alle WWB- en WIJ-cliënten van de gemeente Deventer die direct bemiddelbaar zijn naar werk, worden

op een traject bij Startbaan geplaatst. Om bij Startbaan een traject te kunnen volgen, moeten cliënten

minimaal 20 uur betaalde arbeid kunnen verrichten en bovendien moeten zij gemotiveerd zijn. Startbaan

begeleidt cliënten naar een reguliere baan. Eerst onderzoeken zij wat de wensen en mogelijkheden van

de klant zijn, vervolgens krijgt de cliënt een proefplaatsing bij een werkgever. De bedoeling is dat cliën-

ten na deze proefplaatsing een contract aangeboden krijgen bij de werkgever voor minimaal 9 maanden.

Mensen uit het zittende bestand worden maximaal 6 maanden begeleid binnen Startbaan en mensen

die nieuw instromen maximaal 3 maanden. Als mensen na deze periode nog geen reguliere baan heb-

ben gevonden, worden ze doorverwezen naar Sallcon, die de verdiencapaciteit van cliënten onderzoekt.

Mensen die voor minder dan 40% worden afgeschat, gaan door middel van een rapportage terug naar

de gemeente, die een vervolgtraject inzet. Een belangrijke optie hierin is een traject bij Cambio. Mensen

die 40% tot 60% productief zijn gaan naar een opstapbaan bij Sallcon en mensen die meer dan 60%

productief zijn naar een vakbaan bij Sallcon. Cliënten blijven maximaal 21 maanden bij Sallcon in dienst

(vanaf 2011 12 maanden). Als het hen niet is gelukt in die tijd uit te stromen naar regulier werk, komen

zij terug bij de gemeente.

Mensen die om welke reden dan ook niet bemiddelbaar zijn, gaan naar de re-integratie aanbesteding

(de minitender). Hierbinnen zijn vijf percelen te onderscheiden, oftewel vijf mogelijke instrumenten, na-

melijk job coaching, sociale activering vaardigheden, sociale activering als vorm, individuele begeleiding

en AWBZ/PGB. De opdracht wordt gegund aan het bureau dat het goedkoopste offreert zonder verder

naar de inhoud te kijken. Consulenten kunnen al met al dus weinig keuzes maken binnen het perceel en

kunnen het traject verder niet beïnvloeden.

Zoals aangegeven hebben de consulenten weinig keuze wat betreft de toewijzing van trajecten aan cli-

enten. Zij missen dan ook nog al wat in de beschikbare instrumenten. Er zijn bijvoorbeeld geen instru-

menten voor jongeren zonder startkwalificatie, die problemen hebben als schulden, ADHD en autisme

en afgewezen zijn voor een Wajonguitkering. Hetzelfde geldt voor mensen die problemen hebben in

verschillende leefgebieden. Ook zijn er onvoldoende onderzoeksinstrumenten om een goede diagnose

te kunnen stellen. De keuze voor een bepaald traject wordt nu gemaakt aan de hand van één a twee

Clienten WIJ

en

WWB

Niet bemiddelbaar

Bemiddelbaar

Minitender 5 percelen - jobcoaching - sociale activering vaardighe-den - sociale activering als vorm - individuele begeleiding - AWBZ/PGB

Startbaan

- Nieuwe instroom 3 maanden

- Zittend bestand

6 maanden

Uitstroom

60% - 100% productief

40% - 60% produc-

tief

<40% productief

Vakbaan Sallcon

Opstapbaan Sallcon

Cambio <40% productief

Page 32: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

29

gesprekken met de cliënt. De consulenten kunnen geen instrumenten als een beroepskeuzetest inzet-

ten. Ook voor de groep die vroeger in de WIW/ID-regeling viel (tussen de WSW en betaald werk) zijn

geen goede instrumenten. Deze mensen gaan nu naar Sallcon, maar stromen vaak niet uit en komen

weer terug bij de gemeente. Tot slot zou men graag de mogelijkheid willen hebben om scholing als in-

strument in te zetten. Zelfs voor de doelgroep WIJ is dat momenteel niet mogelijk. Ook vanuit de raad

wordt aangegeven dat het goed zou zijn als scholing als instrument ingezet kan worden.

2.7 Samenvatting van de bevindingen

De visie en het beleid van de gemeente Deventer zijn er op gericht om het beroep op de bijstand zo laag

mogelijk te houden en bijstandgerechtigden via de kortst mogelijke weg naar de arbeidsmarkt te leiden.

Ook de taakstellingen zijn hierop ingericht. Naast deze uitstroomgerichte visie blijkt uit gesprekken dat er

ook aandacht dient te zijn voor de groep cliënten die niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. Ook zij

moeten op de een of andere manier participeren. Hoewel dit laatste minder nadrukkelijk uit de beleids-

plannen naar voren komt is er wel een duidelijk instrumentarium voor beide groepen. Andere doelgroe-

pen die genoemd worden zijn jongeren, niet-uitkeringsgerechtigden en inburgeraars. Voor jongeren

geldt de Wet Investeren in Jongeren, voor inburgeraars de Wet Inburgering. Voor de Niet-

uitkeringsgerechtigden is geen specifiek beleid.

Om uitstroom te bevorderen zijn er instrumenten met het label werk, voor participatie zijn er instrumen-

ten met het label empowerment. In de onderstaande tabel zijn de trajecten met de uitvoerders opgeno-

men:

Tabel: Instrumenten met de uitvoerder

Instrument Uitvoerder

Label Werk

Poortwachters Gemeente

D-jobs Sallcon

Startbanen Gemeente

Nieuwe instroom/Direct Werk Sallcon

Leerwerkbanen Sallcon

Label empowerment

Activeringsbaan Cambio

P-job Sallcon

ID/WIW-regeling Sallcon

RegiZorg RegiZorg

Voorschakeltraject WSW Sallcon

Perceel 1: Jobcoaching Wesseling/rework/Jobkundig

Perceel 2: Sociale activering vaardigheden M.Kok/Stavoor/Wesseling

Perceel 3:Sociale activering als vorm Stavoor/Jobkundig/pauropos

Perceel 4: Individuele begeleiding Stavoor/.Rework/Wesseling

Perceel 5. AWBZ/PGB Hout & zo/StinZ/Goed geregeld

De doelen die de gemeente Deventer zich zelf heeft gesteld voldoen niet op alle punten aan de SMART

doelstellingen. Met name doordat een operationalisering van de gebruikte begrippen ontbreekt, is niet

altijd duidelijk hoe het eindresultaat gemeten moet worden. Veel doelen hebben daarom meer het karak-

ter van beleidsuitgangspunten.

Bij de taakstellingen geldt dat deze voor 2007 en 2008 SMART gedefinieerd zijn. Voor 2009 en 2010

wordt in de taakstellingen wel een aanzet gegeven voor de inzet maar veel minder voor wat het einddoel

dient te zijn. Al met al is het aan de hand van de huidige doel- en taakstellingen lastig om het resultaat

van re-integratie te meten.

Page 33: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

30

Hoofdstuk 3

Resultaten

In het voorgaande hoofdstuk zijn de doelen die gemeente Deventer heeft opgesteld voor het re-

integratiebeleid weergegeven. Dit hoofdstuk zal ingaan op het resultaat dat de gemeente bereikt heeft.

3.1 Resultaten in- en uitstroom bijstandscliënten

Om een totaalbeeld van de dynamiek binnen het bijstandsbestand van de gemeente Deventer te krijgen

is in de onderstaande figuren de uitstroom afgezet tegen de instroom en de totale ontwikkeling van het

bijstandsbestand. Dit is gedaan voor 2007, 2008, 2009 en tot en met oktober 2010 Hierbij gaat het om

de daadwerkelijke stroomcijfers; aanvragen voor een bijstandsuitkering die ingetrokken of afgewezen

zijn, worden niet weergegeven.

Figuur. In- en uitstroom bijstandsbestand cliënten tussen de 18 en 65 jaar, gemeente Deventer 2007

Bron: Gemeente Deventer, bewerking CAB

In 2007 zijn 575 cliënten uitgestroomd uit het bijstandsbestand. Van deze uitstroom zijn er 276 uitge-

stroomd (48%) naar werk of studie. De overige 299 cliënten (52%) zijn uitgestroomd om andere rede-

nen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om verhuizingen, samenwonen of overlijden.

Zetten we de stroomgegevens naast de taakstelling uit het vorige hoofdstuk dan blijkt dat de gemeente

Deventer de doelen op het terrein van bestandsontwikkeling, instroom en niet-arbeidsmarktgerelateerde

uitstroom heeft gehaald. Wel is de uitstroom naar werk minder hoog dan het doel was.

Figuur. In- en uitstroom bijstandsbestand cliënten tussen de 18 en 65 jaar, gemeente Deventer 2008

Bron: Gemeente Deventer, bewerking CAB

299

-199 klanten

-10%

375 klanten

Instroom

Uitstroom naar werk of studie

Overige uitstroom

276

Ontwikkeling bestand

259

-246 klanten

-14%

388 klanten

Instroom

Uitstroom naar werk of studie

Overige uitstroom

105

Ontwikkeling bestand

Dienstverband Sallcon

270

Page 34: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

31

In 2008 zijn 634 cliënten uitgestroomd uit het bijstandsbestand. Van deze uitstroom zijn er 105 uitge-

stroomd (17%) naar werk of studie. Verder zijn er 270 cliënten uitgestroomd (43%) naar een dienstver-

band bij Sallcon. Deze personen ontvangen geen uitkering meer maar worden betaald vanuit het werk-

deel.

De overige 259 cliënten (41%) zijn uitgestroomd om andere redenen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om

verhuizingen, samenwonen of overlijden.

Zetten we de stroomgegevens naast de taakstelling uit het vorige hoofdstuk dan blijkt dat de gemeente

Deventer de doelen op het terrein van bestandsontwikkeling, instroom en niet-arbeidsmarktgerelateerde

uitstroom heeft gehaald. Wel is de uitstroom naar werk veel minder hoog dan het doel was, zelfs als de

uitstroom naar Sallcon wordt meegenomen wordt dit doel niet behaald.

Figuur. In- en uitstroom bijstandsbestand cliënten tussen de 18 en 65 jaar, gemeente Deventer 2009

Bron: Gemeente Deventer, bewerking CAB

In 2009 zijn 623 cliënten uitgestroomd uit het bijstandsbestand. Van deze uitstroom zijn er 168 uitge-

stroomd (27%) naar werk of studie. Verder zijn er 174 cliënten uitgestroomd (28%) naar een dienstver-

band bij Sallcon. Deze personen ontvangen geen uitkering meer maar worden betaald vanuit het werk-

deel.

De overige 281 cliënten (45%) zijn uitgestroomd om andere redenen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om

verhuizingen, samenwonen of overlijden.

Zetten we de stroomgegevens naast de taakstelling uit het vorige hoofdstuk dan blijkt dat de gemeente

Deventer het doel op het terrein van bestandsontwikkeling niet behaald zijn. Het doel is in de jaarrappor-

tage bijgesteld maar de verwachte stijging van het bestand pakt veel hoger uit.

Figuur. In- en uitstroom bijstandsbestand cliënten tussen de 18 en 65 jaar, gemeente Deventer 1 januari

– 31 oktober 2010

281

+172 klanten

+11%

795 klanten

Instroom

Uitstroom naar werk of studie

Overige uitstroom

168

Ontwikkeling bestand

Dienstverband Sallcon

174

449

+194 klanten

+11%

991 klanten

Instroom

Uitstroom naar werk of studie

Overige uitstroom

223

Ontwikkeling bestand

Dienstverband Sallcon

123

Page 35: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

32

In 2010 zijn 797 cliënten uitgestroomd uit het bijstandsbestand. Van deze uitstroom zijn er 223 uitge-

stroomd (28%) naar werk of studie. Verder zijn er 123 cliënten uitgestroomd (15%) naar een dienstver-

band bij Sallcon. Deze personen ontvangen geen uitkering meer maar worden betaald vanuit het werk-

deel.

De overige 449 cliënten (56%) zijn uitgestroomd om andere redenen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om

verhuizingen, samenwonen of overlijden.

Zetten we de stroomgegevens naast de taakstelling uit het vorige hoofdstuk dan blijkt dat de gemeente

Deventer het doel op het terrein uitstroom naar werk behaald heeft. Hierbij moet wel opgemerkt worden

dat een derde van de uitstroom naar werk een dienstverband bij Sallcon betreft in het kader van re-

integratie. Als we deze niet meenemen dan is het doel niet bereikt.

Vergelijking met andere gemeenten

De stroomcijfers van de gemeente Deventer lenen zich voor een vergelijking met andere gemeenten. In

de onderstaande tabel wordt een vergelijking tussen verschillende gemeenten en het landelijk gemid-

delde gemaakt voor de jaren 2007, 2008 en 2009.

Tabel. Vergelijking stroomgegevens bijstand

Bestandsontwikkeling Uitstroom naar werk

en/of studie (inclusief

verloning)

Overige uitstroom

2007 2008 2009 2007 2008 2009 2007 2008 2009

Deventer* -10% -14% +11% 48% 59% 55% 51% 41% 45%

Zwolle -8% -3% +11% 39% 38% 28% 61% 62% 72%

Tilburg -6% 0% +14% 50% 38% 26% 50% 62% 74%

Hengelo -9% -4% +10% 44% 39% 46% 56% 61% 54%

Leeuwarden* -15% -5% +9% 44% 52% 33% 56% 48% 67%

Nederland -9% -6% +9% 42% 41% 36% 58% 59% 64%

*Gemeente maakt gebruik van verloning

Bron: min SZW, Divosa, CBS

Als we de gemeente Deventer vergelijken met andere gemeenten en het landelijk gemiddelde dan blijkt

dat de gemeente qua bestandontwikkeling positiever scoort. De iets sterkere stijging in 2009 wordt te

niet gedaan door de sterkere daling in de jaren daarvoor.

Ook qua uitstroom naar werk steekt de gemeente Deventer positief af, de uitstroom ligt hoger dan bij

gemeenten met en zonder verloning. Niet alle gemeenten maken gebruik van dergelijke constructies.

3.2 Trajecten

Om bijstandgerechtigden naar werk of een stap dichter bij werk te leiden zet de gemeente Deventer tra-

jecten in. Bij de invoering van de WWB waren gemeenten verplicht om nagenoeg alle re-

Page 36: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

33

integratietrajecten uit te besteden op de private markt. Sinds 2006 is het door een wijziging in de wet17

mogelijk om ook re-integratietrajecten in eigen beheer uit te voeren. De gemeente Deventer heeft er in

2005 voor gekozen om een zoveel mogelijk aan te besteden bij bedrijven en organisaties in de gemeen-

te Deventer. In de praktijk heeft dit er toe geleid dat het grootste gedeelte van de re-integratie activiteiten

is belegd bij Sallcon en Cambio. Daarnaast zijn er voor specialistische re-integratieactiviteiten contrac-

ten afgesloten met private bedrijven.

De afwegingen die men hierbij gemaakt heeft (zo blijkt uit verschillende interviews) zijn dat de gemeente

Deventer de bedrijvigheid in de eigen gemeente wil stimuleren, maar ook financiële motieven lijken een

rol te hebben gespeeld. Door Sallcon en Cambio opdrachten te gunnen vindt er in zekere zin inbeste-

ding plaats waardoor de gemeente zichzelf of een aan de gemeente gelieerde instelling een opdracht

geeft.

Het aantal klanten dat in traject zit is in Deventer opgelopen van 53% van het aantal bijstandsklanten in

2007 tot 78% eind september 2010. Deze stijging van klanten is vooral zichtbaar in de stijging van het

aantal klanten met een zorgtraject en het aantal klanten dat in het project voor nieuwe instroom of een

activeringsbaan bij Cambio aan de slag is. Het moeten vullen van contracten Sallcon en Cambio aan het

einde van de contractperiode kan hieraan bijgedragen hebben. In de onderstaande tabel staat het ge-

middeld aantal lopende trajecten per jaar weergegeven.

Tabel: Gemiddeld aantal klanten in traject in het betreffende jaar

Aantal trajecten

Label Werk 2007 2008 2009 2010*

Poortwachters 71 82 81.5 103

Startbanen 104.5 94 92.5 97

Nieuwe instroom/Direct Werk 356 553 637 516

Leerwerkbanen 158.5 112.5 25 13

Label empowerment

Activeringsbaan 244.5 336 348.5 375

Participatiebaan 22.5 59.5 76.5 83

ID/WIW-regeling 121 71 39.5 32

Zorgtraject 154.5 254 347.5 322

Perceel 1: Jobcoaching 15

Perceel 2: Sociale activering

vaardigheden

25

Perceel 3: Sociale activering als

vorm

41

Perceel 4: Individuele begeleiding 84

Perceel 5. AWBZ/PGB 12

% bijstandsgerechtigden dat in

een traject zit t.o.v. het totaal

53% 83% 92% 78%

*2010 is tot en met oktober.

17

Kamerstukken II 2004-2005, 30 202. Wijziging van de Wet werk en bijstand en enige andere wetten in ver-

band met het vervallen van de uitbestedingsverplichting voor re-integratie voor gemeenten

Page 37: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

34

3.3 Resultaten van de re-integratietrajecten

Startbaan

Bemiddelbare klanten worden, voordat zij naar private partijen gaan, eerst bemiddeld door Startbaan.

Hierbij wordt een cliënt direct geplaatst op een reguliere baan. De werkgever ontvangt een eenmalige

premie ter compensatie van aanloopkosten als extra begeleiding en scholing. Het resultaat van het in-

strument is dat van alle bij Startbaan aangemelde klanten in 2009 en 2010 36% een startbaan heeft ge-

kregen en hiermee een succesvol traject doorlopen.

Tabel: resultaten Startbaan

Aangemeld Startbaan Uitkering beëindigd

Uitkering afgewezen/ ingetrokken

overig % succesvol

2009 83 34 10 4 35 41%

2010 114 37 1 14 64 32%

Bron: gemeente Deventer

Werk loont

Werk loont streeft naar een zogenaamde workfirst benadering: een zo groot mogelijk deel van bij-

standsgerechtigden voert in het kader van re-integratie/activering werkactiviteiten uit . Het minimale doel

is om bijstandsgerechtigden te laten meedoen in de maatschappij, via een baan of als vrijwilliger in bij-

voorbeeld de zorg of welzijnssector. De uitvoering ligt in handen van verschillende re-integratiebedrijven.

Alleen de resultaten van Sallcon zijn voor dit instrument beschikbaar. Hier laat het instrument een wisse-

lend succes zien van: van de instroom in 2007 was eind 2009 48% succesvol, In 2008 21%.

Het instrument wordt afgebouwd en overgenomen door de aanpak voor nieuwe instroom bij Sallcon.

Tabel. Resultaten Werk loont bij Sallcon, eind 2009,

2007 2008

Instroom 122 63

Resultaat:

Uitstroom regulier werk 19 8

Doorstroom sociale active-

ring 7 1

Doorstroom zorg 22 4

Doorstroom ander traject 8 7

Uistroom gesubsidieerde

arbeid 10 0

Overige uitstroom 0 20

Einde traject door afbouw 35 14

Nog in traject 21 9

Succespercentage

% succesvol 48% 21%

% uitstroom naar regulier

werk 16% 13%

Bron: Accountantsverklaring Sallcon.

Direct werk/ nieuwe instroom Sallcon

Klanten die bemiddelbaar zijn worden in traject genomen bij Sallcon. Zij krigen een dienstverband bij

Sallcon en stromen daarmee uit de bijstand. Het uiteindelijke doel is uitstroom naar werk, maar een tra-

ject is succesvol wanneer een klant niet binnen twee jaar terugkeert naar Wwb. Dit laatste is het geval

als er na een jaar een contractverlening plaats vindt. Het instrument laat een wisselend beeld zien. Om-

dat het instrument een duur van maximaal twee jaar heeft, zijn feitelijk alleen de trajecten van 2008 vol-

ledig afgerond. Van deze trajecten heeft 15% geleid tot uitstroom naar regulier werk

Page 38: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

35

Opvallend is dat een groot deel van de klanten twee jaar lang bij Sallcon werkt zonder dat het instrument

zorgt voor uitstroom (voor gestarte dienstverbanden in 2008: 57%) Deze klanten kunnen na een kort

verblijf in de WW weer terug bij de sociale dienst komen.

Omdat de instroom in 2009 en 2010 voor een deel nog niet afgerond is kunnen hier geen definitieve re-

sultaten bepaald worden. Wel blijkt de uitval na 1 jaar in 2009 veel hoger te liggen dan in 2008.

Tabel: resultaten Sallcon, tot november 2010

Gestart in 2008 Gestart in 2009 Gestart in 2010

Uitstroom naar volledig

regulier werk 41 15% 34 20% 15 13%

Ontslag/uitval in proeftijd 8 3% 6 3% 2 2%

Dienstverband niet ver-

lengd 35 13% 57 33% 0 0

Einde dienstverband

rechtshalve (24 maan-

den)

154 57% 13 7% 0 0

Einde dienstverband om

andere reden 32 12% 16 9% 4 3%

Nog actief 0 0 48 28% 99 83%

Totaal 270 100% 174 100% 120 100%

% succesvolle trajecten* 84% 62% nb

*Het succespercentage is afkomstig van gegevens van Sallcon. Deze zijn niet terug te vinden in de verantwoording.

Bron: maandrapportages Project Direct Werk/Nieuwe Instroom, Sallcon

Cambio

Klanten die bemiddelbaar worden geacht maar minder dan 40% productief zijn komen in een traject bij

Cambio. Het gaat hier om een activeringstraject. Het doel van het traject is om mensen hoger op de par-

ticipatieladder te krijgen om ze om die manier later naar werk te kunnen leiden.

Als we naar de resultaten van Cambio kijken dan zien we dat ze een wisselend resultaat boeken, met

name 2009 wijkt er af. Van alle trajecten die bij Cambio gestart zijn in de periode 2008-2010 heeft 36%

een succesvol resultaat geleid, 19% heeft geleid tot uitstroom naar regulier werk. Deels wordt dit ver-

oorzaakt doordat Cambio zelf mensen in dienst genomen heeft. Het resultaat kan nog verbeteren omdat

voor 24% van de totale instroom het traject nog loopt.

Tabel resultaten Cambio, 2008-2010

2008 2009 2010

Instroom 53 110 104

Resultaat

Betaald werk cambio 8 0 6

Betaald werk elders 13 7 17

Scholing 2 1 11

Doorstroom ander traject 2 8 20

Uitkering beëindigd 4 0 10

traject beëindigd geen verlening 1 5 15

Overig 18 10 46

Succespercentage

% succesvol 47% 15% 52%

% uitstroom regulier werk 40% 6% 22%

Bron: Cambio

Page 39: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

36

Participatiebanen (p-job)

Bij de participatiebanen gaat het om werken met behoud van uitkering, in dit geval bij een non-profit in-

stelling voor minimaal 8 uur per week. Cliënten kunnen twee jaar bij een instelling in een beschermde

omgeving werken. De primaire doelstelling van de participatiebaan is sociale activering. De periode van

twee jaar kan eventueel worden verlengd.

Het instrument is gericht op activering, maar er wordt niet gerapporteerd over de ontwikkeling van klan-

ten. Wel is te zien dat van de klanten die aangemeld zijn voor een participatiebaan, 3% succesvol is uit-

gestroomd. Het grootste gedeelte van de klanten is nog in traject.

Tabel. Resultaten P-job, eind 2009

Jaar Aangemeld Instroom Succesvolle

uitstroom Uitval

Nog in traject

% succesvol

2007 32 26 2 4 26 6%

2008 41 35 1 4 36 2%

2009 25 10 0 2 85 0%

Bron: accountantsverklaring Sallcon.

Mening van de re-integratiebedrijven

Zowel Sallcon als Startbaan geeft aan dat het lastig is voldoende uitstroom te realiseren door de huidige

situatie op de arbeidsmarkt. Startbaan is echter wel tevreden over haar resultaten over 2010, Sallcon is

minder tevreden. Hoewel uitstroom naar werk geen doel is, zijn er bij Cambio in de periode 2007 tot en

met 2010 zo‟n 50 mensen uitgestroomd naar een reguliere baan. Cambio is trots op dit resultaat, maar

ook op mensen die hun positie wezenlijk hebben verbeterd.

Samenwerking gemeente

De re-integratiebedrijven beoordelen de samenwerking met de gemeente op uitvoeringsniveau positief.

Sallcon is ook tevreden over de samenwerking op directieniveau, maar geeft aan dat de taakverdeling

tussen de gemeente en Sallcon beter geregeld zou kunnen worden. De gemeente zou meer de regie

moeten nemen en meer moeten sturen op in- en output. De gemeente zou daarnaast duidelijker kunnen

aangeven wat haar verwachtingen zijn van Sallcon en van de consulenten van de Sociale Dienst. Ook

zou zij soms beter uit kunnen leggen waarom ze bepaalde activiteiten onderneemt. De ketensamenwer-

king (UWV-WERKbedrijf, gemeente, Sallcon) is volgens Sallcon de afgelopen jaren verbeterd, maar

moet nog wel verder worden uitgebouwd.

Cambio geeft aan dat de samenwerking met de Sociale Dienst de afgelopen jaren moeizaam is ge-

weest. De oorzaak hiervan lijkt vooral te liggen in de onduidelijke richtlijnen voor het zelfstandig con-

tractpartnerschap van Cambio. In 2010 is de relatie sterk verbeterd.

Sallcon geeft aan voor DirectWerk gebruik te maken van de mogelijkheden van Cambio. Ook zitten er

mensen vanuit de WSW bij Cambio in traject. Cambio vindt echter dat er meer gebruik gemaakt kan

worden van de combinatie Cambio-Sallcon, dus om de beste instrumenten van beide bedrijven over en

weer in te kunnen zetten. De gemeente zou hier meer de regie op moeten voeren.

3.4 Financiën

Gemeenten krijgen voor de uitvoering van de WWB gelden van het Ministerie van Sociale Zaken. Bij de-

ze gelden wordt onderscheid gemaakt tussen gelden voor de inkomensvoorziening van bijstandsgerech-

tigden (het zogenaamde inkomensdeel) en gelden voor de uitvoering van re-integratie (het zogenaamde

werkdeel). Het werkdeel maakt sinds 2009 onderdeel uit van het participatiebudget. Gemeenten krijgen

Page 40: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

37

jaarlijks een werkbudget toegekend, samen met de overschotten uit voorgaande jaren maakt dit het be-

schikbare werkbudget.

Wanneer we kijken naar de inkomsten en uitgaven van de gemeente Deventer binnen de WWB dan

zien we dat sinds 2007 zowel op het inkomensdeel als op het werkdeel een overschot gerealiseerd is.

De overschotten op het inkomensdeel zijn relatief groot ten opzichte van het landelijk beeld.

Wat betreft het werkdeel is er in de periode 2007-2009 sprake van een fors overschot. In deze periode is

een aanzienlijk deel van het toegekende re-integratiebudget niet benut. De gemeente Deventer is hierin

echter niet uniek. Het landelijk beeld is dat veel gemeenten een overschot hebben op het werkdeel. Wel

is het overschot in Deventer lager dan gemiddeld in Nederland. In 2009 hebben de gemeenten gemid-

deld 21% van hun werkdeel overgehouden18, in de gemeente Deventer bedraagt dit percentage 15%.

Het is niet duidelijk waar de overschotten in de gemeente Deventer door veroorzaakt worden. Wel blijkt

dat het overschot op het W-deel in 2007 een stuk hoger is dan in de jaren daarna, terwijl het overschot

op het I-deel na 2007 juist iets toeneemt. Van 2007 op 2008 heeft dan ook een sterke stijging van het

aantal trajecten Direct Werk plaatsgevonden. Cliënten stromen hiermee uit de uitkering waardoor de

druk op het I-deel afneemt. De trajecten worden betaald vanuit het W-deel. Ook het aantal activerings-

en zorgtrajecten is van 2007 op 2008 fors gestegen.

Tabel. Overzicht financiën Inkomensdeel

Inkomensdeel 2007 2008 2009 2010

Toegekend budget 25.066.854 24.359.016 25.975.489 nb

Inkomsten 1.102.053 858.421 733.445 nb

Uitgaven 24.971.683 23.741.243 25.020.327 nb

Overschot/tekort 1.197.224 1.476.194 1.688.607 nb

% overschot /tekort 5% 6% 7% nb

Werkdeel 2007 2008 2009 2010

Toegekend budget € 12.038.380 € 11.210.309 € 10.744.623 € 9.547.330

Beschikbaar budget (toegekend incl. overschot eerdere jaar) € 19.552.912 € 16.689.453 € 12.439.705 €11.448.868

Correctie op eerdere jaren

€ 1.710.421

Uitgaven € 14.073.768 € 14.994.371 € 12.248.578 €10.590.803

Overschot € 5.479.144 € 1.695.082 € 1.901.538 €858.065

% overschot 28% 10% 15% 7%

In de onderstaande tabel worden de uitgaven vanuit het werkdeel uitgesplitst naar activiteit. Het grootste

gedeelte van de uitgaven vanuit het werkdeel wordt gedaan in het kader van re-integratie naar werk. Dit

is grotendeels te verklaren uit het feit dat deze trajecten een stuk duurder zijn dan de empowerment-

trajecten. Dit wordt veroorzaakt door de trajecten bij Sallcon als Direct Werk, waarbij de klanten een

dienstverband krijgen aangeboden voor minimumloon. Dit loon plus de begeleidingskosten komen ten

laste van het werkdeel.

Tabel. Uitgaven werkdeel naar onderdeel

2007 2008 2009 2010

Label Werk € 6.944.240 € 4.041.542 € 3.765.075 € 5.497.076

Label Empowerment € 3.822.068 € 5.264.390 € 3.926.985 € 3.182.713

Uitvoering € 1.367.597 € 1.263.862 € 1.695.592 € 1.764.790

Overig € 1.476.099 € 3.945.078 € 2.513.033 € 146.224

Projecten € 463.765 € 479.499 € 347.893

18

Divosa-monitor 2010, CAB in opdracht van Divosa, juni 2010

Page 41: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

38

De tabel op de volgende pagina laat zien dat de kosten voor re-integratie van 2007 op 2008 en van

2009 op 2010 flink zijn gestegen. Wat betreft 2007 op 2008 is dat te verklaren uit een sterke stijging van

het aantal trajecten van met name Direct Werk, maar ook van de activeringsbanen en zorgtrajecten.

Waar de stijging in 2010 vandaan komt is niet duidelijk, aangezien het totale aantal trajecten in dat jaar

is gedaald. De daling van 2008 op 2009 is ook lastig te verklaren, omdat er in die periode juist een stij-

ging van het aantal trajecten is geweest. De kosten voor Startbanen zijn van 2007 tot 2010 sterk ge-

daald, terwijl het aantal trajecten redelijk gelijk is gebleven.

Tabel Kosten re-integratie

2007 2008 2009 2010*

Re-integratie 3.613.224 4.519.749 4.280.570 5.218.789

WIW 3.257.093 3.258.634 1.217.011 1.285.034

Startbaan 4.000.902 1.940.337 351.204 649.038

Totaal uitgaven 10.871.219 9.718.720 5.848.785 7.152.861

Beschikbaar budget

12.018.000 11.210.309 10.744.623 12.227.604

Overschot 1.146.781 1.491.589 4.895.838 5.074.743

*2010 is tot en met oktober

Aan de hand van de totale kosten voor re-integratie en het totale aantal trajecten is de gemiddelde tra-

jectprijs berekend. Het gaat hier om een gemiddeld bedrag. Wat betreft re-integratie zien we geen sterke

schommelingen in de gemiddelde trajectkosten. De kosten voor een Startbaantraject zijn in 2007 en

2008 veel hoger dan in de jaren daarna. Het is onduidelijk wat hier de reden van is.

Tabel Gemiddelde kosten per traject

2007 2008 2009 2010

Re-integratie 3.588 3.235 3.015 3.696

WIW 26.918 45.896 30.810 40.157

Startbaan 38.286 20.642 3.797 6.691

In het kader van “de kracht van de stad” werkt de gemeente samen met zogenaamde preffered sup-

pliers. Met betrekking tot re-integratie gaat hier om Sallcon, Cambio en een vijftiental nichepartijen (ver-

zameld in een minitender). In de onderstaande tabel staat weergegeven wat de kosten per partner zijn.

Tabel Kosten per partner

2008 2009 2010

Cambio 363.185 1.203.747 685.399

Sallcon direct werk/nieuwe instroom 4.322.096 2.650.084 2.047.565

Sallcon totale kosten WWB (incl loonkostensubsidie, excl Direct werk /Nieuwe instroom 2.169.179

Minitender 500.144

Trajectkosten

Naast de kosten per partner zijn ook de kosten voor een aantal instrumenten in beeld te brengen.

Wanneer we kijken naar Sallcon dan blijkt dat voor Nieuwe instroom/Direct Werk de trajectbegeleiding

3.500 Euro bedragen, daarnaast zijn er kosten voor het loon van de deelnemer. Deze bedragen in het

eerste jaar 15.510 Euro en in het tweede jaar 8.873 Euro. Wanneer een volledig dienstverband bij

Nieuwe instroom/Direct werk wordt doorlopen dan bedragen de totale kosten 27.487 Euro

Page 42: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

39

Tegen over de kosten van nieuwe instroom/direct werk staan directe besparingen. Tijdens het dienst-

verband wordt weliswaar het loon uit het werkdeel betaald, maar de uitkeringskosten worden op het in-

komensgedeelte bespaard. Dit gaat om jaarlijks 12.800 Euro. Wanneer een volledig dienstverband bij

Nieuwe instroom/Direct werk wordt doorlopen dan bedragen de totale besparingen op het inkomensdeel

25.600 Euro.

Voor Cambio tellen twee verschillende prijzen bij een activeringstrajecten. Een normaal activeringstra-

ject kost 4.750 Euro. Een traject voor veelplegers is veel duurder, namelijk 15.399 Euro. Het verschil zit

hem in de begeleiding van de doelgroep en het feit dat er veel beperkingen zijn voor deze groep met be-

trekking tot locatie en uitvoerende werkzaamheden.

De trajectkosten voor Startbaan zijn niet één op één door te berekenen. De uitvoering gebeurd intern bij

de gemeente, de kosten van eventuele subsidies zijn heel divers.

In de onderstaande tabel zijn de verschillende kosten en inverdiensten weergegeven.

Tabel kosten verschillende instrumenten bij totale doorloop van het traject.

Trajectkosten Directe inverdiensten op het inkomensdeel

Sallcon direct werk/nieuwe instroom (2jaar( 27.487 Euro 25.600 Euro

Cambio activeringstraject 1 jaar) 4. 750 Euro Geen

Cambio veelplegers (1jaar) 15.399 Euro Geen

Startbaan variabel Geen

Vergelijking met andere gemeentes

In de onderstaande tabel wordt een vergelijking gemaakt tussen verschillende gemeenten en het lande-

lijk gemiddelde voor de jaren 2007, 2008 en 2009 met betrekking tot de uitgaven op het inkomens- en

werkdeel.

Tabel percentage overschot tekort ten opzichte van het inkomens en beschikbare werkdeel

% overschot op het inkomensdeel

2007 2008 2009

Deventer 5% 6% 7%

Zwolle 2% 7% 1%

Tilburg 2% 0% -2%

Hengelo 1% 1% -2%

Leeuwarden -2% 1% 0%

Nederland 1% 2% -7%

% overschot op het beschikbare werkdeel

2007 2008 2009

Deventer 29% 10% 15%

Zwolle 62% 63% 23%

Tilburg 38% 33% 18%

Hengelo 48% 50% 18%

Leeuwarden 38% 23% 22%

Nederland 38% 29% 22%

Bron: min SZW, Divosa

De gemeente Deventer laat op het inkomensdeel een structureel overschot zien dat hoger ligt dan bij

andere gemeenten of het landelijk beeld. Ook met betrekking tot het werkdeel is er een structureel over-

Page 43: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

40

schot. De gemeente Deventer is geen uitzondering met het overschot op het beschikbare werkdeel. Wel

is haar overschot kleiner dan bij de meeste referentiegemeenten en het landelijk gemiddelde.

3.5 Samenvatting van de bevindingen

De gemeente Deventer heeft de afgelopen jaren een positief beeld laten zien op het terrein van de be-

standsontwikkeling. Het bestand is in zijn totaliteit minder hard gestegen dan in de rest van Nederland.

Ongeveer de helft van de uitstroom uit het bijstandsbestand van de gemeente Deventer is uitstroom

naar regulier werk of scholing, dit is wel inclusief uitstroom naar een dienstverband in het kader van Di-

rect Werk bij de Sallcon. In vergelijking met andere gemeenten is dit veel. Kanttekening hierbij is dat

niet alle gemeenten werken met een zogenaamde verloningsconstructie zoals Deventer met Sallcon

doet. Hiermee voldoet de gemeente grotendeels aan de doelen die gesteld zijn.

De verschillende instrumenten van de gemeente Deventer blijken ongeveer even succesvol. De relatief

meeste uitstroom naar regulier werk vindt plaats bij Cambio. Dit is opvallend omdat het toeleiden naar

werk geen expliciete opdracht is van Cambio.

Binnen het Direct Werk/ nieuwe instroom instrument van Sallcon blijkt van de instroom in 2008 15% uit

te stromen naar regulier werk. De helft van de klanten heeft na twee jaar in traject te hebben gezeten

geen baan gevonden en zal terug keren naar een uitkering.

De re-integratiebedrijven zijn over het algemeen tevreden over de behaalde resultaten met uitzondering

van Sallcon.

De samenwerking met de gemeente verloopt volgens de re-integratiebedrijven wisselend. De samen-

werking in de uitvoering, met trajectconsulenten, wordt als goed beoordeeld. Over de samenwerking op

beleids- en managementniveau is men minder tevreden. De gemeente zou meer de regie moeten ne-

men en meer moeten sturen op in- en output. De gemeente zou daarnaast duidelijker kunnen aangeven

wat haar verwachtingen zijn.

Qua financiën blijkt de gemeente Deventer het grootste gedeelte van haar werkbudget uit geven aan tra-

jecten met het label werk. Dit is opvallend omdat er meer trajecten worden ingezet met het label empo-

werment. De trajecten binnen het label werk blijken gemiddeld veel duurder. Dit wordt grotendeels ver-

oorzaakt door de hoge kosten Direct Werk/ nieuwe instroom bij Sallcon. De kosten voor het loon en be-

geleiding worden uit het werkdeel betaald. Hier staat wel tegenover dat klanten uit de bijstand verdwij-

nen, wat ruimte biedt op het budget voor uitkeringen (I-deel). Er is dan ook een structureel overschot op

het inkomensdeel.

De gemeente Deventer heeft sinds 2007 een overschot op het werkbudget. Dit overschot is wel aan het

afnemen. In vergelijking met andere gemeenten zijn de overschotten in Deventer aan de lage kant.

Page 44: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

41

Hoofdstuk 4

Informatievoorziening

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de informatievoorziening over re-integratie binnen de

gemeente Deventer. Het gaat hierbij om de informatievoorziening binnen de ambtelijke organisatie,

maar ook om de informatievoorziening naar de gemeenteraad.

4.1 Klant-, uitvoerings- en procesinformatie

De gemeente Deventer beschikt over een cliëntvolgsysteem, waarin informatie over de cliënten van de

sociale dienst wordt bijgehouden. Het gaat hierbij om kenmerken van de cliënt als geslacht en oplei-

dingsniveau, maar ook om de inschatting van de kans op werk. In het cliëntvolgsysteem wordt ook bij-

gehouden welke trajecten een cliënt volgt en welk resultaat dit heeft.

Naast de informatie in het cliëntvolgsysteem maakt de gemeente voor informatie over re-integratie ge-

bruik van de rapportages die de verschillende re-integratiebedrijven aanleveren. Deze rapportages be-

vatten overzichten van de totale resultaten die de bedrijven behalen, maar laten ook zien wat er op indi-

vidueel niveau met cliënten gebeurt. In de contracten die de gemeente afsluit met re-integratiebedrijven

zijn afspraken gemaakt over de voortgangsrapportages. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de aan-

geleverde rapportages niet altijd even overzichtelijk zijn: er worden vaak verschillende cijfers door elkaar

gebruikt. Dit maakt de interpretatie van de voortgang en de resultaten niet altijd even eenvoudig.

De voortgangsrapportages zijn niet de enige bron van informatie voor de gemeente. De trajectconsulen-

ten van de gemeente en de consulenten van de re-integratiebedrijven hebben onderling ook contact.

Tijdens deze gesprekken wordt op cliëntniveau informatie uitgewisseld over voortgang en afstemming.

4.2 Gemeenteraad

Met de invoering van de WWB hebben gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid en een sterke fi-

nanciële verantwoordelijkheid gekregen om te bepalen hoe ze re-integratie binnen de eigen gemeente

vormgeven. De gemeenteraad moet op hoofdlijnen het re-integratiebeleid bepalen en vervolgens contro-

leren of het college van Burgemeester en Wethouders dit goed uitvoert. Deze controlerende taak is met

het verminderde toezicht door het Rijk in belang toegenomen. De controle door de gemeenteraad kan

leiden tot bijsturen van het beleid en/of de uitvoering. Dit heeft alles te maken met het 'dualisme' in het

gemeentebestuur, waarbij de gemeenteraad en het college van B&W duidelijk gescheiden rollen heb-

ben:

de gemeenteraad is volksvertegenwoordiger, stelt beleidskaders vast en controleert het college

van B&W.

het college van B&W neemt de dagelijkse besluiten en neemt de uitvoering voor zijn rekening.

Uit verschillende landelijke onderzoeken blijkt dat de invulling van de eigen rol door de gemeenteraad

sinds de invoering van het dualisme in het gemeentebestuur nog in ontwikkeling is19

.

19

IWI (2006) De rol van de gemeenteraad bij de Wet werk en bijstand

RWI (2008) Sturingsinformatie lokaal re-integratiebeleid

Page 45: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

42

Teneinde de gemeenteraad in staat te stellen zijn controlerende en toezichthoudende taken zo goed

mogelijk uit te voeren, zal hij optimaal geïnformeerd moeten worden. Hierbij gaat het met name om een

viertal aspecten20

:

1. Informatie op maat, dus niet te gedetailleerd en niet onnodig uitgebreid, maar wel tijdig genoeg

om te komen tot bijsturing waar dat nodig is.

2. Informatie aanbieden die aansluit bij SMART geformuleerde doelstellingen.

3. Het in perspectief plaatsen van behaalde resultaten: doen we het beter dan in het verleden of

doen we het beter dan vergelijkbare gemeenten.

4. Informatie zodanig aanbieden dat deze beleidsrelevant is; bijvoorbeeld niet één plan voorleg-

gen, maar enkele onderbouwde varianten, die de gemeenteraad kan afwegen.

De informatie aan de gemeenteraad moet daarbij tijdig, volledig en betrouwbaar zijn. Met „tijdig‟ wordt

bedoeld dat de informatie op een zodanig moment openbaar wordt dat daar in de oordeelsvorming re-

kening mee gehouden kan worden. Met „volledig‟ wordt bedoeld dat de informatie het beleid adequaat

weerspiegelt en aansluit bij de informatiebehoefte van de gemeenteraad. Met „betrouwbaar‟ wordt be-

doeld dat de informatie geen materiële onjuistheden bevat. Dit zijn de minimale vereisten voor de infor-

matie aan de gemeenteraad, zodat hij in staat wordt gesteld om goed toezicht te houden op de uitvoe-

ring van het re-integratiebeleid en invulling kan geven aan haar controlerende taak.

Om de informatievoorziening aan de gemeenteraad te kunnen beoordelen zijn vergaderverslagen van

de gemeenteraad beoordeeld in de periode 2007-2010. Verder is een interview met een vertegenwoor-

diging van de gemeenteraad afgenomen teneinde een kwalitatief oordeel over de informatievoorziening

te krijgen. Deze informatie wordt afgezet tegen de vier hierboven genoemde aspecten van informatie-

voorziening.

Tabel: Documenten over re-integratie die in de raad zijn behandeld (excl. stukken ter informatie)

Document Behandeling gemeente-

raad

Uitstroom premie regulier maken ID-ers Cambio 24 januari 2007

Wet Werk en Bijstand. (WWB) scenario‟s en re-

integratieaanpak 7 februari 2007

Re-integratiebeleidsplan 2007-2008

13 juni 2007

4 december 2007

30 januari 2008

Project Nieuwe instroom 26 september 2007

Visie re-integratie 2009-2014

17 december 2008

14 januari 2009

Beleidskader participatiebudget

1 juli 2009

De gemeenteraad van de gemeente Deventer heeft de afgelopen jaren regelmatig gesproken over het

onderwerp re-integratie. Alle beleidsplannen en visies over het onderwerp zijn in de raad behandeld,

zowel op de politieke markt als in de raadsvergaderingen zelf. Opvallend is dat de laatste keer dat er

een raadsstuk over re-integratie geagendeerd stond, halverwege 2009 is geweest.

Wanneer we inhoudelijk kijken naar de behandeling van de verschillende raadsstukken dan blijkt dat de

raad weinig veranderingen op de voorgestelde plannen heeft doorgevoerd of voorgesteld. De plannen

werden in een vergevorderd stadium aan de raad beschikbaar gesteld en bevatten geen keuzes meer.

Dit neemt niet weg dat de raad het onderwerp wel kritisch heeft benaderd. Met name deelaspecten als

20

RWI (2008) Sturingsinformatie lokaal re-integratiebeleid

Page 46: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

43

doelen, uitstroom naar werk en draaideurcliënten zijn uitgebreid behandeld. Ook over de wijze waarop

de raad geïnformeerd wil worden over de uitkomsten en resultaten van het beleid is veel discussie ge-

weest. Het is daarom opvallend dat de gemeenteraad geen eisen voor structurele verantwoording heeft

opgesteld.

Een discussie over de richting van het re-integratiebeleid en het in te zetten instrumentarium is echter

niet gevoerd. Een voorbeeld hiervan is de inzet van het project Nieuwe Instroom. Dit is in de raad be-

handeld, waarbij gesproken is over de wijze van uitvoering en de eisen aan in en uitstroom. Maar de

raad heeft zich niet over het instrument an sich uitgesproken.

Uit de documentstudie en de interviews blijkt dat de raad op twee manieren op de hoogte wordt gesteld

van de uitvoering en resultaten van het re-integratiebeleid. In de eerste plaats via de P&C cyclus. In de

begroting en het jaarverslag worden doelen over de bestandsontwikkeling opgenomen en verantwoord.

Daarnaast geeft de najaarsrapportage in sommige gevallen aanleiding tot aanpassing. De raad heeft op

dat moment de mogelijkheid hier op in te springen.

In de tweede plaats kreeg de raad elk half jaar met enige vertraging de WIZ-navigator. Deze navigator

geeft een overzicht van de ontwikkelingen op het terrein van Werk en Inkomen en armoedebeleid en

bestaat uit verschillende kengetallen als de inzet van middelen, de ontwikkeling van het bestand en het

aantal ingezette re-integratietrajecten in de gemeente over een bepaalde periode. De WIZ-navigator is

voor het laatst aan raad verstrekt in 2009. De reden hiervoor is niet geheel duidelijk. Van meerdere kan-

ten wordt aangegeven dat de wisseling van het college hier debet aan is.

De informatie van de WIZ-navigator geeft een goed beeld van de ontwikkelingen die plaats vinden in het

bestand en de inzet van middelen en trajecten. Daar waar een beeld gegeven wordt van de inzet van in-

strumenten wordt de effectiviteit van de instrumenten, dat wil zeggen het resultaat, buiten beschouwing

gelaten. Raadsleden krijgen geen inzicht in wat werkt en wat niet. De sturing op de inzet van instrumen-

ten wordt voor de raad hiermee lastig, zo niet onmogelijk.

Verder ontvangt de raad maandelijks een arbeidsmarktrapportage van de Stedendriehoek. De cijfers

van de gemeente Deventer zijn hierbij echter niet te destilleren uit het totaal.

De geïnterviewden geven aan dat zij op het terrein van re-integratie weinig informatie ontvangen maar

dat zij hier ook niet specifiek om gevraagd hebben de afgelopen periode. Wel is er incidenteel om gege-

vens gevraagd.

Daar waar de raad informatie ontvangt wordt dit door de raadsleden vaak als te oude informatie be-

stempeld. Het duurt vaak te lang voordat de cijfers de raad bereiken. Of er wordt aangegeven dat infor-

matie niet beschikbaar is.

Men geeft aan dat de gestelde doelen met name gericht zijn geweest op uitstroom uit het bestand, het

liefst naar werk. Deze informatie valt terug te halen uit de stukken van de P&C-cyclus, maar is volgens

de raadsleden beperkt omdat er niet wordt aangegeven welke instrumenten werken en welke niet.

De raad geeft aan dat er in het verleden gekozen is om in te zetten op de bovenkant van het bestand.

Reden hiervoor was dat deze groep sneller zou kunnen uitstromen, waardoor na een daling van het bij-

standsvolume ruimte zou zijn om aandacht aan de onderkant van het bestand te creëren. Vanuit de raad

komt naar voren dat deze insteek vooral financieel geweest is. Een snelle daling van het bestand zorgt

voor een overschot op het inkomensdeel. De inzet van de direct werk trajecten bij Sallcon tegen mini-

mumloon zou hier ook een voorbeeld van zijn.

Wanneer de vier eerder genoemde aspecten van informatievoorziening aan de gemeenteraad worden

afgezet tegen de resultaten uit de documentstudie en het interview met de gemeenteraad, ontstaat het

onderstaande beeld.

Page 47: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

44

Tabel. Aspecten van informatievoorziening aan de gemeenteraad

1. De informatie is op maat, dus niet te gedetailleerd en niet onnodig uitgebreid, maar wel

tijdig genoeg om te komen tot bijsturing waar dat nodig is.

De belangrijkste sturingsdocumenten voor de gemeenteraad (de documenten uit de P&C

cyclus en de WIZ-navigator) geven de gemeenteraad op hoofdlijnen beperkt de mogelijk-

heid om te sturen op het re-integratiebeleid. Omdat effectiviteit ontbreekt, kan niet op het

instrumentarium of het soort instrumenten gestuurd worden. Doordat de WIZ-navigator al

lange tijd niet verstrekt wordt zijn de sturingsmogelijkheden sterk afgenomen.

2. De informatie sluit aan bij SMART geformuleerde doelstellingen.

Niet alle in hoofdstuk 2 genoemde doelen van het re-integratiebeleid zijn opgenomen in de

P&C cyclus. Dit maakt het voor de gemeenteraad moeilijk om te beoordelen of alle doelstel-

lingen vanuit het re-integratiebeleid zijn gerealiseerd. Bijkomend probleem is dat niet alle

doelen SMART zijn geformuleerd (zie hoofdstuk 2).

3. Behaalde resultaten worden in perspectief geplaatst: doen we het beter dan in het ver-

leden of doen we het beter dan vergelijkbare gemeenten?

De verantwoording aan de raad in de P&C-cyclus en de WIZ-navigator gaan alleen over

Deventer en alleen over de referteperiode. Een vergelijking is niet mogelijk.

4. Informatie wordt zodanig aangeboden dat deze beleidsrelevant is; bijvoorbeeld niet één

plan voorleggen, maar enkele onderbouwde varianten, die de gemeenteraad kan afwe-

gen.

De aan de gemeenteraad voorgelegde beleidsplannen en visies bevatten geen keuzes.

Wel kan de raad in het debat eigen ideeën inbrengen die meegenomen kunnen worden.

4.3 Samenvatting van de bevindingen

De gemeente Deventer verzamelt op veel verschillende manieren informatie over het re-integratiebeleid.

Hierbij maakt zij gebruik van verschillende bronnen. In de eerste plaats betreft het hier het eigen cliënt-

volgsysteem. Uit dit systeem kunnen op cliëntniveau overzichten over de behaalde resultaten en ken-

merken van de cliënt gehaald worden. Verder maakt zij gebruik van de rapportages die de verschillende

re-integratiebedrijven aanleveren. De rapportages bevatten overzichten van wat de verschillende bedrij-

ven bereikt hebben. Het gaat hier om instroom van cliënten, de stand van zaken binnen trajecten en de

gegevens over de uitstroom. Tot slot wordt er informeel informatie verzameld in gesprekken tussen de

trajectconsulenten van de gemeente en de consulenten van de re-integratiebureaus. Het gaat hier om

informatie op cliëntniveau over voortgang en afstemming. De informatie over re-integratiebeleid wordt

gebundeld in de WIZ-navigators en de documenten in de P&C-cyclus.

De gemeenteraad van Deventer geeft op hoofdlijnen uitvoering aan haar kaderstellende en sturende rol

in het re-integratiebeleid. Het beeld dat uit het onderzoek naar boven komt is dat de gemeenteraad nog

zoekt naar de juiste invulling van haar rol en vooralsnog sterk leunt op de input vanuit het ambtelijk ap-

paraat/college.

De informatie die de gemeenteraad ontvangt is zeer beperkt en laat op een aantal punten te wensen

over. Zo sluit de ontvangen informatie niet aan bij de gestelde doelen en ontbreekt een inzicht in de ef-

fectiviteit van het instrumentarium. Ook is de informatie niet in perspectief geplaatst.

Overigens heeft de raad op enkele incidentele informatievragen nooit duidelijk aangegeven welke infor-

matie zij wil ontvangen.

Page 48: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

45

Bijlage 1

Literatuurlijst en geïnterviewde personen

Algemene bronnen

CAB (2009/2010) Divosa monitor 2009&2010, in opdracht van Divosa, Utrecht

CAB en Atlas voor gemeenten (2007/2008) Divosa Monitor 2007& 2008, in opdracht van Divosa,

Utrecht

IWI (2006) De rol van de gemeenteraad bij de Wet werk en bijstand , Den Haag

Rekenkamer Amsterdam (2007): Re-integratie - begeleiding van bijstand naar werk, Amsterdam

Rekenkamercommissie Achtkarspelen, Dantumadeel, Dongeradeel (2007), Doeltreffendheid en

doelmatigheid van re-integratie, Streekraad Oost-Groningen (2004), Monitor re-integratie Oost-

Groningen, Groningen

Rekenkamercommissie Utrecht (2006) Maak werk van bijstand, Utrecht

RWI (2008) Sturingsinformatie lokaal re-integratiebeleid, Den Haag

RWI (2008) Sturingsinformatie lokaal re-integratiebeleid, Den Haag

SEO (2006), Van bijstand naar werk in Amsterdam, Amsterdam

SEOR (2006), Het gebruik van prikkels in de bijstand, Rotterdam

Bronnen van de gemeente Deventer

Accountantsverklaring eindrapportage DirectWerk/Nieuwe Instroom Sallcon 2007-2008 en 2009, De-

loitte

Accountantsverklaring eindrapportage Gemeentelijke Contracten Sallcon 2009, Deloitte

Actieplan jeugdwerkloosheid Stedendriehoek, december 2009

Beleidskader participatiebudget gemeente Deventer, 2009

Benchmark WWB 2006-2009, SGBO en Stimulansz

Deventer Inkoopmanschap, inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Deventer, juni 2009

Evaluatierapport „Werk loont‟, gemeente Deventer, juni 2007

Jaarverslag SallconWerktalent 2008

Kadernota inkoop- en aanbestedingsbeleid „Fair Play Fair Price‟, december 2007

Kosten Cambio 2008, 2009 en 2010 en uitstroom Cambio 2009 en 2010

Maatregelenverordening WIJ, 2009?

Managementrapportages 2007-2010, programma Werk en Inkomen

Nota B&W re-integratiebeleidsplan 2007-2008, oktober 2007

Nota B&W tevredenheidsonderzoek re-integratie, oktober 2010

Nota voor B&W actieplan jeugdwerkloosheid Stedendriehoek, december 2009

Ontwikkeling reserve uitkeringen bij wijzigen aantal cliënten uitstroom

Overzicht WWB 2006-2010 uit meerjarenraming

Plaatsingen Startbaan 2009 en 2010

Programmabegroting Werk en Inkomen 2007-2010

Project Nieuwe Instroom, gemeente Deventer, 2007

Project relatie als Nieuwe Waarde, gemeente Deventer, 2007

Raadsvoorstel beleidskader Participatiebudget

Raadsvoorstel visie op re-integratie 2009-2014

Raadsvoorstel: Vaststelling diverse verordeningen in het kader van de Wet Investeren in Jongeren

Rapport sturings- en verantwoordingsinformatie WWB, gemeente Deventer, maart 2010

Page 49: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

46

Rapportage contract Activering, 2e kwartaal van 2010, Cambio

Rapportage werkonderdeel De Buitenploeg, 2e kwartaal 2010, Cambio

Reactie cliëntenraad verordeningen wet WIJ, september 2009

Reactienota concept beleidskader Participatiebudget

Re-integratiebeleidsplan 2007-2008

Re-integratiebeleidsplan 2009

Re-integratiebeleidsplan 2010

Re-integratiebeleidsplan beantwoording vragen (cijfers bestandsontwikkeling 2007 en daarvoor)

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2008

Tevredenheidsonderzoek re-integratie gemeente Deventer, SGBO, juli 2009

Toelichting re-integratiebeleidsplan 2007-2008

Toeslagenverordening WIJ, 2009

Verordening werkleeraanbod WIJ, 2009?

Visie op re-integratie 2009-2014

Voortgangsrapportage cliënten Cambio

Voortgangsverslag DirectWerk 2008, 2009 en 2010, gemeente Deventer en Sallcon Werktalent

Wijzigingsverordening handhaving WWB en WIJ, 2009

WIZ-navigator 2007-2010

Geïnterviewde personen

Dhr. Pierey, wethouder gemeente Deventer

Dhr. Borst en dhr. Manden, programmamanager resp. teamleider, Gemeente Deventer

Dhr. Buiting, mw. Ruygh, dhr. Boes en dhr. Hobbij, eenheid StadThuis, gemeente Deventer

Mw. Hogeterp, mw. Cox, mw. van Enkhuizen en dhr. van Arkens, trajectconsulenten gemeent De-

venter

Raadsleden gemeente Deventer van de volgende partijen: ADB, TON, D66, CDA, VVD, PvdA, SP,

APB, Groen Links

Dhr. Van Beek, Startbaan

Dhr. Bugter en dhr. Liefers, Sallcon

Mw. van Dijk, Cambio

Page 50: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

47

Bijlage 2

Beoordeling toetsingskader

Onderzoeksitems Norm beoordeling

Beleid (vastgestelde

doelen m.b.t. re-

integratiebeleid):

Het beleid voldoet aan de wettelijke vereisten:

Er zijn verordeningen

Er is beleid voor NUGGERS

Het beleid is doelgericht

De doelen en de operationalisering daarvan zijn

SMART geformuleerd

Het beleid is consistent in schrift en uitvoering.

+

+

+/-

+/-

+/-

Uitvoering (inzet van

re-integratie instru-

menten):

Het beleid is consistent in schrift en uitvoering

Het instrumentarium sluit aan bij de doelen uit het

beleid

Er zijn duidelijke resultaat afspraken met betrek-

king tot de uitvoering

Resultaten zijn afgezet tegen doelen en taakstel-

lingen

+/-

+

+

-

Verantwoording aan

de raad

Informatie is op maat

Informatie is tijdig

Informatie sluit aan bij de doelen

Informatie is in perspectief (vergelijking in tijd en

met andere gemeenten)

Informatie is volledig

-

-

-

-

-

Budgettair Resultaten worden afgezet tegen doelen, taak-

stellingen en kosten

Kosten per instrument zijn inzichtelijk

Het beleid is uitgevoerd binnen de beschikbare

middelen

-

+/-

+

Page 51: Met nevelen omhuld - Deventer · met conclusies en aanbevelingen van de RKC naar aanleiding van het onderzoek. Het tweede deel van het rapport is het Rapport van Bevindingen. In hoofdstuk

Colofon Druk : Repro Oc� gemeente Deventer Productie : team Communicatie gemeente Deventer Lay-out : Oc� Business Services Uitgever : gemeente Deventer, Rekenkamercommissie

Datum : 02 - 2011